25 Y millioen meer voor Defensie Belastingverlaging niet mogelijk S LANDli l l.\ AX( IEI'L I’EHSI’Ef TlÉl I De voorziening in het tekort Nog een tekort van 13 millioen 9 is De Minister verwacht, dat de Rijksmiddelen in 1938 bijna 60 millioen meer zullen op brengen; de omzetbelasting alléén reeds 12.5 millioen 1 WOENSDAG 22 SEPTEMBER 1937 i' defensie Vele millioenen meer aan Onontbeerlijk materieel Verbetering nog niet voltooid f Voorzichtig beleid alen Budgetaire positie tlyn r Budget sluit reëel nog lang niet Aan salarisver hoo ging, verlaging leerling entc haal, uitbreiding ouderdomaverzekering valt niet te denken Geachutreaerve voor koop vaar d y ache pen 1 f gMNHUHIlllHItlIllllllllllllHIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIItHIlIlIllHllllHiiiHIlIlliiiiiiillllllllIllllliiiiiiiiiiiiiiiiiiiii IIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII] Herhalingsoefeningen in 1938 Geen aanhoudende atryd meer tegen dalende inkomaten en atygende behoeften Meer kans öp slagen der dekkingsmlddelen Komende tot de bespreking van de voorzie ning in het tekort op de begrooting. zooais deze te Ingediend, ad f 13.245.658, brengt de Minister allereerst onder de aandacht, dat van de dek kingsmlddelen. welke voor de dekking van het tekort op de begrooting van 1937 In aanmerking zijn genomen, in dat dienstjaar geen effect hebben gehad: Uitbreiding van contingent en verlenging van eeraten oefentyd komen spoe dig aan de orde 1 3 u inister Dr. H. Colijn, onder wiens leiding I 2.500.000 40.900.000 In totaal met 4, >O' 9.000.000 59.100.000 2.450.000 59100.000 15.200 000 her 39.066 848 „69 091253 Geraamd tekort 1938 13.245 656 de 9 000.000 Lt, 1 825.000 2.880.000 „31.000.000 7.730.000 n< 2500.000 saldo 13.245.6S6 waklngsvaartuigen noodig geacht boven de drie reeds aanwezige pantserbooten. 9 et kabinet aan de hand vgn de nieuwe begrooting moet gaan regeeren De UITGAVEN POST op do Rljksbegrooting wordt dus ver- hoofd met een bedrag van De INKOMSTENPOST op de begroeting wordt dua*verhoogd met een bedrag van In totaal 61.550.000 Enkele andere middelen zullen minder opbrongen Minister de Wilde, wiens begrooting nog weinig verruiming biedt is gebleken, dat deze conjunctuur in zekeren zin parallel loopt met de ontwikkeling van de wereldconjunctuur. M.a.w. tusschen bet verloop der middelen hier te lande en het verloop der wereldconjunctuur bestaat verband. 703.195931 689 950975 I I den patrouilledienst kust. Van de toen get nog zes beschikbaar, di< moeten worden afgescl 3- nzlen onzen elUke. kelljk nalige t-Co- a ook irede. Uitgaven Middelen Nadeelig Dit tekort kan op de volgende wijze worden afgeleid uit het tekort 1937. Ier uitgaven ten ■ras (te schat- laarsl), hetwelk F bezuiniging op Dit resultaat is bereikt door handhaving van de verschillende maatregelen, op een en kele uitzondering na, die in den loop der laat ste jaren zijn genomen ter vermindering van het tekort op de begrooting, doch waarmede geen reëele verbetering van den financieelen toestand is verkregen. 5.000.000 2.000.000 7.200.000 6.750.000 6.600.000 12.500.000 15.500.000 5.200.000.. 2.800.000 gin gemaakt met aanneming in Nederlandsch- Indië van lichtmatrozen van Europeeschen land aard, die na een opleiding in Nederland hun verder dienstverband in Indlë zullen doorbren gen. Mede wordt het noodlge verricht tot het in halen van het bij enkele offlclerskorpsen be staande tekort aan personeel. De aan de herhalingsoefeningen verbonden kosten worden geraamd op 1.713.800. De herhalingslichtingen zullen in 1938 weder deelnemen aan de troepenoefeningen onder den commandant van het veldleger. Mr. C. Goseling, die aan het hoofd van de vier Katholieke ministers in het kabinet mede de verantwoordelijkheid voor de^e begrooting draagt de te Aangezien de in de vorige jaren versterkte aanneming van beroepspersoneel niet spoedig genoeg leidt tot een voor de behoeften der vloot noodlge getalssterkte, werd In 1937 een grooter aantal lichtmatrozen aangenomen voor de op 1 Mei aangevangen opleiding. Voort* la een be steld. i ook aata- -acb- euwe echts ■ku- oer*. eden sder- ing is n on- indlen nstige i nog ld en r, dat >d ge- Udvak nogen u be- KKitle it zü t ge- Het werkelijk tekort is dos te ƒ84.720.656. Het zal waarlijk geen betoog behoeven, dat het noodzakeUjk is met allen ernst te streven naar een reëel sluitend budget Alleen op dien grondslag kan op den duur de Staatstaak neer behooren worden vervuld. I nerkt ge- kabi- wü- 9iten iarts- nlet daag, n en wel- ver- vol- rstel. isdat i op- EUiver door 1 het lering egen- oeten sktljk Colün rillen van voor, ■nden aan: iwer- i van n.” het itleke :en. on- toe- sldiefonds, door laste van den verstrekken 3. overbrenging den gewonen di keersfonds paai 4. idem varvut wonen dienst vd van Sociale 7 taaldienst (L schatting) 5. overbrenging naar de ontvang sten van den gewonen dienst van de rente der beleggingen van het Nederlandsche Muntfonds 6. gedeeltelijk achterwege laten van de stortingen in de sociale ver- sekeringsfohdsen 7. stopzetting van de bijzondere reserveering bü de Staatsbedrijven 8. stopzetting van de reservevor- mlng ten aanzien van wonlngbouw- voorschotten 71.475.000 stellen op Wilde de volgende correcties in de raming van 1937 aan: De uitgaven worden verhoogd: door administratieve wijzigingen met door uitgaven voor defensie met door stijging der materlaalprijzeri*en dgl. met door steun aan noodlijdende gemeenten met door storting in Invallditeits- en Ouderdomsfonds met De balans der ontwerp-begrooting voor het dienstjaar 1938 vermeldt voor den Gewonen dienst de volgende cijfers: Minister van Dijk, die ruim-18 millioen van de meerdere Rijksinkomsten voor defensie noodig heeft de sa id door de bet I. Nader berekend tekort 1937.33.250.061 II. Hoogere raming der uitgaven 1938. in vergelijking met 37 Een termijn van 5 millioen wordt op den gewonen dienst gebracht als eerste termijn voor den bouw van een kruiser ter vervanging van Hr. Ms. ..Sumatra''. De nieuwe kruiser zal uit den aard in ver band met den vooruitgang in de uitwerking van nieuwe wapens, xoorzien worden van eenige meerdere pantserbescherming dan op de vroeger gebouwde kruisers behoefde te worden aange bracht. De bewapening van 8 kanonnen van 15 c M. zal In dubbeltorens worden opgesteld en het schip zal een anti-luchtbewapening van 6 dubbelmltrallleurs van 40 m.m. in twee groe pen met afzonderlijke vuurleiding krijgen. te 8.550.000 van uitgaven van rist van het Ver den kaptt.dienst 8.000.000 faven van den ge» het Departement Zaken naar den kapl- (kosten van werkver- Ministar de Wildé stelt zich voor dit tekort te dekken door een besparing, verkregen uit de ingediende herberekening der pensioenen van burgerlijke en militaire ambtenaren en door de verhooging van enkele Nederlandsche invoerrechten, welke beide maatregelen te zamen een bedrag van 5.400.000 zullen opleveren. De rest van het tekort acht de Minister ruimschoots gedekt door nog niet effectief geworden perspectiefbesperingen, die hij op 24.5 mll- (lioen raamt De Minister wijst erop, dat dit budgetair resultaat slechts kon worden' verkregen door handhaving van alle bestaande belastingmaatregelen ei laten voortbestaan van verschillende zwakke plekken, in den eorm bespa^ngen, die den financieelen toestand eigenlijk niet verlichten, omdat zij in da toekomst en dan wellicht zwaarder zullen komen ie drukken. Het thans reeds opgeven van deze tijdelijke, slechts schijnbaar besparende maatregelen zou 71.500.000 vereischen. Een zorgvuldige becijfering heeft uitgewezen, dat teneinde op bescheiden wijze In de hooger aangegeven behoeften van de weermacht te voorzien, in de jaren 1938 tot en met 1941 be- noodigd zal zijn rond f 157900.000, waarvan f 20.500.000 voor de zeemacht. Er blijft dus aanjakort bestaan van In de tweede plaats ligt de vraag voor hand, of de reeds in het jaar 1936 ingetreden verbetering van den economischen toestand hier te lande, welk» vooral in de laatste maanden tot uiting kwam in een niet onaanzienlijke stijging der middelen, het budgetaire toekomst beeld niet gunstig beïnvloedt. Inderdaad is tengevolge van het ingetreden conjunctuurher- stel de budgetaire positie verbeterd en is dan ook de raming der middelen in de ontwerp-be- grootlng reëel met een bedrag van niet min der dan f 50.1 millioen verhoogd. Niettemin is De begrooting van den gewonen dienst 1938 wordt aangeboden met een eindcijfer, dat f 25.513.240 hooger is dan dat van het dienst jaar 1937. Ter verklaring van deze verhooging wordt ojn. bet volgende medegedeeld. 9.000.000 18.200.000 16 200 000 5000.000 d» laatst» Millio»n»n-nota, dl» Minister Oud h»t Parlement aanbood, raamde deze bewlndslnan het nadeelig saldo op de begrooting voor 1957 op 54.000.000. Door herstel van een budgetaire onnauwkeurigheid en door het heffen van 20/opcenten op 4 verschillende belastingen kon dit tekort worden teruggebracht tot een bedrag van rond i 53.200.000 Haddetf zich de vooruitzichten van 's Rijks financiën sinds dien niet gewijzigd, dan zou de begrooting voor het komende Jaar, 1958, ditzelfde tekort moeten aanwijzen. De financieele vooruitzichten hebben zich echter wél ge wijzigd en op grond van deze wijziging brengt Minister de «Wanneer nu de thans aangeboden begrooting nog eens naast de begrooting van het jaar 1937 wordt gelegd, zal geconstateerd kunnen worden, dat beide in feite een zeer groot tekort ver- toonen en wel tot het gedrag, waarmede de be grooting als gevolg van de buitengewone maat regelen is ontlast. Bjj de vergelijking kan ten gunste van de be grooting 1938 worden opgemerkt: k le. dat deze begrooting niet meer in bet tA- ken staat van den aanhoudenden strijd tegen dalende Inkomsten eenerzljds en stijgende be hoeften, onmlddelljjk verband houdende met de ernstige tijdsomstandigheden anderzijds; Rekening houdende met den bestaanden toe stand op het gebied der bewapening en overi gens de grens, die het financieel mogelijke on afwijsbaar stelt, niet uit het oog verliezend, is de Minister van meenlng, dat de Staatsmarine een sterkte zal moeten hebben van 3 kruisers, 2 flottleljeleiders. 12 torpedobootjagers, 18 onderzeebooten, meer in het bUzonder voor Indlë bestemd, benevens eenige voor den dienst in Nederland bestemde onderzeebooten, 3 flot- tieljevaartulgen, waarvan 1 voor West-Indië, 1 artillerie-instructleschlp, 6 bewaklngsvaartul- gen voor den dienst hier te lande, 8 mijnen leggers, ten minste 12 münenvegers.'feenlge tor- pedomotorbooten benevens de noodlge opne- mings-, politie- en hulpvaartulgen, terwijl een JHS^tal van 72 groote zeevliegtulgen naast de ;e kleinere toestellen voor opleiding en .ping de noodzakelüke aanvulling in de lucht" te vormen van de genoemde va rende strijdkrachten. De Minister meent, dat het krulservraagstuk, dat het voorwerp van ernstige en diepgaande studie geweest is, welke geen gronden oplever de, die tot het opgeven van dit wapen zouden moeten leiden, als een afgedane zaak dient te worden beschouwd. Voor het materieel, noodig voor de verdedi ging der mijnenvelden, worden drie *4. be- Het op de begrooting brengen van een post van 2 millioen voor geschut voor de bewapening van koopvaardijschepen is het gevolg van de noodzakeHjkheld, onzeh nieuwen koopvaardU- schepen een uitrusting te geven voor defensieve doeleinden, zooais dit ook allerwegen In het buitenland geschiedt. Het is de bedoeling een beweeglijke geschut- reserve te vormen, die, afhankelijk van het onverhoopt intredende oorlogsgeval, door de regeering bestemd kan worden voor opstelling óp onze moderne koopvaardijschepen dan wel voor een plaatsing op het zeefront in Neder land. K Peraoneel 2e. dat de' dekkingsmlddelen, welke in het dekkingsplan van 1938 zijn gebracht, In meer dere mate de verwachting wettigen, dat zij ook x Inderdaad gerealiseerd zullen worden. Immers is in de plaats van de nog niet geëffectueerde f 24.5 millioen aan perspectiefbesparingen en pl.m. f 5,4 millioen aan overige dekkingsmlddelen voor 1938 gekomen een reëele verbetering van het budget tot een bedrag van circa ^16,7 millioen en een bedrag van niet meer dan circa f 139 millioen aan perspectiefbesparingen. v Eindcijfer Het eindcüfer van de oh^werp-begrooting voor het dienstjaar 1938 te totail-T88?5R3.44O hooger dan dat van de begrooting 1937. BÏ)\de beoor- deellng van deze verhooging moet in aanmer king worden genomen, dat de begrooting van het Defensiefonds voor 1938 f 20.195.200 lager is geraamd dan voor het dienstjaar 1937 te toe gestaan, zoodat dus de defensie-uitgaven. voor zoover behoorend tot de begroetingen van het departement van Defensie, een verhooging van ƒ66.593.440. ƒ20.195.200 ƒ46 398940 ver- toonen. Ten slotte wordt nog aangeteekend. dat de kosten van uitbreiding van het contingent en verlenging van den eersten oefentUd, waarvoor spoedig voorstellen bij de Staten-Generaal zul len worden aanhangig gemaakt, onder deze cU- fers niet zijn begrepen. 72.336909 Hl. Hoogere raming der middelen 1938. in vergelUking met 1937 le. de besparing, te verwachten van de her berekening der pensioenen van burgerlijke en militaire ambtenaren; 2e. de verhooging van Inkomsten als gevolg van een wetsontwerp, strekkende tot tijdelijk» verhooging van sommige Nederlandsche Invoer rechten. Van deze dekkingsmlddelen werd een verbe tering van pl.m. f 5,4 millioen verwacht. Waar de Regeering het voornemen heeft eerstgenoemd wetsontwerp in te trekken en het laatstgenoemd wetsontwerp nog in beraad heeft gehouden, meent de Minister met geen 4 van beide maatregelen bij de opstelling van het dek kingsplan voor 1938 rekening te moeten houden. Wat nu ten slotte de z.g. perspectiefbesparin gen aangaat, welke tot een bedrag van f27,8 Willlioen tegenover het tekort op de begrootSng van 1937 waren gesteld, wordt in de eerste plaats opgemerkt, dat voor 1938 met een deel van dit bedrag. namelUk f3,3 millioen, als besparing, welke In dat jaar geëffectueerd zal worden, is rekening gehouden. Er resteert dan nog f24,5 millioen aan perspectiefbesparingen. Na ernstige overweging kan de Minister aan leiding vinden de niet geëffectueerde f24,5 mil- hoen tot het bedrag van het tekort ad f 13945.656 als dekkingsmlddel aan te merken. HIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIHilllllllllllllllllllllllllllllllllllllHllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllinillllllllrH Gebleken is, in welke ernstige mi neering van het budget wordt verti den nieuwen factor, voortspruitende uit noodzakelijkheid, meerdere gelden voor defensie-apparaat uit te geven. Met het bedrag, dat voor dit doel thans op de begrooting voor 1938 is geraamd, te het voor de defensie in dezen tijd benoodigde bedrag nog geenszins bereikt. Daarbij te nog geen re kening gehouden met de else hen, welke bjj door voering van de plannen tot uitbreiding van het contingent en verlenging van den eersten oefe- nlngstijd en de daarmede en met het in gebruik stellen van nieuw materieel samenhangende maatregelen aan het budget zullen worden ge steld. Deze etechen zjjn van zoodanlgen omvang, dat het financieel niet verantwoord te te ach ten die uitgaven te doen, zonder tevens maat regelen te beramen voor haar gedeeltelijke dekking uit nieuwe middelen. Deze dekking za< te zijner tijd op zich zelf worden bezien. Doch op welke wijze ook daarin zal worden voorzien, steeds zal de positie van de begrooting in ern stige mate den nadeeligen invloed van de hoo gere uitgaven ondervinden en aldus zullen de obstakels, welke zich op den weg naar de sa- neering bevinden, weder worden vermeerderd. De Minister meent, dat het overbodig te de gevaren te schetsen, waaraan bU het doen voortduren van den huldigen ongezonden toe stand van het budget de financieele positie van het Rijk blootstaat. Bü <le Tweede Kamer is gisteren in gediend de Nota, betreffende den toestand van Rijks Financiën, de zoogenaamde Millioenennota. De Minister van Financiën, Z. Exc. Mr. J. A. de Wilde, concludeert aan het slot van zjjn algemeene beschou- Z wingen, dat nog een lange weg zay moeten worden afgelegd, vóór en al eer het reëel sluitende budget is Ue- reikt. Hij betreurt het in hooge mate, dat ten gevolge van dezen toestand er voorloopig niet aan gedacht kan wolf den de belastingen, die zwaar op het Nederlandsche volk drukken, te verlagen. Hoe wenschelijk zulk een verlaging ook mo ge zijn, toch zou men zich schuldig maken aan een roekelooze politiek, indien men daartoe over ling, zonder dat de begrooting van Inkomsten en uitgaven in het juiste evenwicht te ge bracht. Wel te er aanleiding te overwegen enkele indirecte belastingen te verlagen, die, uit fis caal oogpunt beschouwd, te hoog zijn opge voerd. Met name wordt hier gedacht aan en kele accijnzen. Maar ook tot zulk een verlaging zal alleen het initiatief genomen mogen wor den, als met groote waarschUnljjkheid ver wacht mag worden, dat de verlaging geen aan merkelijke vermindering In de opbrengst zal ten gevolge hebben. Wellicht zal de vraag worden gesteld of eventueel door conversie van Staatsschuld bud- letaire perspectieven voor de naaste toekomst louden kunnen worden geopend. Hoewel de mogelijkheid van conversie ten gevolge van de op de kapitaalmarkt ingetreden belangrijke da ling van het renteniveau geenszins denkbeel dig te te achten, geeft de Minister, met het beeld voor oogen van den nog nlet-geschoten beer en diens reeds vooraf verkochte huid, er de voorkeur aan deze vraag voor het oogen- Nlk onbesproken te laten. Niettemin worde er reeds thans op gewezen, dat de eventueel uit conversie voortspruitende verlichting van den rentelast, bU hervatting van normale aflossin gen, waarnaar immers dient gestreefd te wor den, althans gedurende de eerstvolgende ja ren, voor een belangrijk gedeelte zal worden gecompenseerd door hoogere schuldaflossing, die uit deze conversie zal voortvloeien. Daartegenover staat een vermindering van uitgaven door wijziging in de verdeeling van de kosten der zeemacht tusschen Nederland en Indlë en door effectief geworden perspectief besparingen met In het hier volgend overzicht zijn deze maatregelen beknopt weergegeven met ver melding van de bedragen, waarmede, indien zU werden ingetrokken, het tekort op den ge wonen dienst der begrooting zou worden ver groot. 1. stopzetting van de ultkeerlng der annuïteit aan het Spoorweg pensioenfonds 2. ontlasting van den gewonen dienst van het Werkloosheidssub- voorschotten ten kapitaaldienst De regeering heeft met bekwamen spoed de aanschaffing van een deel van het in de al lereerste plaats onontbeerlijke materieel ter hand genomen. Daartoe te overgegaan tot den aankoop'van een aantal batterijen modern luchtdoelgeschut, van een zij het beperkt aantal moderne infamterlekanonnen, van eh- kele batterijen moderne artillerie, van een aan tal zoeklichten en van een hoeveelheid gas- beschennlngsmaterieel, zoomede van een aan tal vliegtuigen, terwijl voorts werd overgegaan tot het inrichten van kleine versterkingen (kazematten) bü de overgangen der groote ri vieren en op enkele andere voor de verdediging van ons land ran bijzonder belang zijnde punten. Daar er geen zekerheid bestaat, dat de ont wikkeling der wereldconjunctuur vobr de naas te toekomst In stijgende lijn door zal gaan, schijnt ten aanzien van het toekomstig verloop van 's Rijks middelen een voorzichtig beleid op zfjn plaats. Voor zoover de Regeering het In haar macht heeft, door middel van beïnvloeding der kos ten van levensonderhoud mede te werken tot behoud van werkgelegenheid, zullen de noodl ge voorzieningen, ook al mogen deze budge taire offers (mits binnen redelijke grenzen blüvend) vorderen, worden getroffen. De Regeering heeft vertrouwen, dat, /Indien het verloOJ) van de middelen zich la gunstige richting blijft ontwikkelen en ook de crisis uitgaven, welke op de Ri)K8begro»ting drukken, als gevolg van een voortgaande gunstige ont wikkeling van den economischen toestand kun nen worden verlaagd, bü een beleid, als de Re geering heeft aangegeven, het reëel sluitende budget sal worden bereikt. Deze belangen toch vallen naar het oordeel der Regeering binnen - hetzelfde kader als hêt defensiebelang. Overigens worde In dit verband niet uit het oog verloren, dat herstel der door de crisis aangetaste financieele fundamenten voor de volksgemeenschap van gelijke orde is als de behartiging der evengenoemde andere be langen. Resumeerende luidt de conclusie, bü de vast stelling van den financieelen koers, dien Regeering in de naaste toekomst meent moeten sturen, dat voor de volvoering van <fe taak, die zij zich heeft gesteld met betrek king tot het behoud van de volkskracht, bud getaire saneering onvermijdelijk te. Uiteraard zullen hierbü de eventueel ruimer vloeiende middelen In principe allereerst beschikbaar moeten blüven voor de verbetering van het budget en zal uitzetting der uitgaven dan ook slechts daar mogen plaats hebben, waar zü, gelük bü de uitgaven voor de defensie en eeni ge economtech-sociale maatregelen, als een onvermüdelüke noodzakelijkheid te te beschou wen. Uitzetting van de uitgaven voor een bepaald doel in zoo belangrijke mate als thans voor de defensie te voorgenomen, moet, zelfs In nor male omstandigheden, noodzakelük leiden tot beperking van de uitgaven voor de andere on derdeden van Regeerlngszorg. In de huidige omstandigheden echter te deze beperking dub bel geboden. Het zal dus duidelijk zijn, dat voorshands ook de mogelijkheid ont breekt tot het doen van allerlei be langrijke uitgaven, die op zichzelf gewenscht of nuttig zouden zijn, zooais salarissen en loonen, verla ging van de leerlingenschaal bü het lager onderwijs, uitbreiding van de gelegenheid tot opneming in de ouderdomsverzekering en meer an dere. voor optimisme in dit opzicht geen plaats en wel, omdat de uitgavenkant van het budget zelfs afgezien van den Invloed van de ver hooging der defensleuitgaven nog slechts zeer weinig van de conjunctuurverbeterlng heeft geprofiteerd. Integendeel, op menig begroo- tingsonderdeel ipoest de raming der uitgaven ten gevolge van de reeds genoemde factoren niet onaanzienlük worden verhoogd. Voeg daar- bü de omstandigheid dat ondanks conjunctuur- herstel nog steeds een aanzlenlük deel der va lide Nederlandsche arbeidskrachten werkloos blüft, zoodat uit dien hoofde op het budget zoowel van Rijk als van gemeenten een aan zienlijke druk blüft bestaan,^erwjjl ook in de toekomst het normaal accres' gevolge van den bevolk ingsaa ten op plan, f 10 millioen 's op den duur niet •Vollè?frgfc.do( andere uitgaven zal kunnen worden opgevan gen, wederom zün Invloed zal doen gelden, dan ligt de conclusie voor de hand, dat «oor budge tair optimisme voorloopig niet de minste reden bestaat. Ook daarom meent de Minister tegen een te groot optimisme, gebaseerd op de verbeteren de conjunctuur hier te lande, te moeten waar- schuwen, omdat In het verleden zeer duidelijk Het totaal, dat gemiddeld per jaar aan aan bouw moet worden besteed, om de beoogde sterkte op peil te houden, blükt ongeveer 17 H millioen te beloopen. Door gemiddeld per Jaar deze som voor aanbouw te besteden te een re gelmatige vervanging van het materieel dat veroudert, te verkrügen. Nochtans Is met de bovenvermelde aanschaf fingen de zoo onontbeerlüke verbetering van de materieele uitrusting van de weermacht aller minst voltooid. 1. Het aantal Infanterievuurmonden te bü lange niet toereikend om de verdediging tegen J vechtwagens naar behooren te verzekeren. 2. Verder ontbreekt aan het luchtwapen zeer veel. De aanschaffingen zün, hoewel belangrük, ten eenen male onvoldoende om de kracht van het luchtwapen tot het gewenschte peil op te voeren. 3. Ook de overige middelen ter verdediging tegen aanvallen uit de lucht, n.l: de luchtdoel- artlllerie en de zoeklichten, behoeven verdere versterking, wil een doelmatige verdediging ge waarborgd zün. 4. Voorts te een verder gaande versterking van de lichte troepen, vooral met gemotoriseer de en gemechaniseerde strijdkrachten, zoomede een uitbreiding van het aantal pioniereenheden, een dringende etech. 5. Ten slotte te het niet mogelük gebleken, de versterking van het artilleristisch vermogen uit de door de instelling van het Defensiefonds be schikbaar gekomen gelden te verwezenlüken. Wat de zeemacht betreft ligt het In de be doeling, een aanvang te maken met den bouw van drie bewaklngsvaartulgen, die bewapend zullen worden met vier kanonnen van 12 cM. en voorzien worden van pantser, waardoor zij tegen licht materieel van een tegenstander in alle opzichten opgewassen zullen zün. Door aan deze schepen, die een waterverplaatslng van ongeveer 1200 tori zullen krijgen, een snelheid te gevenvan 18 mü>. zullen zü niet alleen in staat zün snel in te grpen waar zulks noodig te, maar ook in tüden van neutraliteitshand- havlng geschikt zün voor patrouillevaartuig. De regeering beschikte In de jaren 1914 1918 over niet minder dan 32 torpedobooten voor langs de Nederlandsche fuHtta booten zün er nu I echter ook weldra zullen lieven. Als nfeuwe sche pen, die min of meer voor deze diensten ge schikt Zün, kunnen het zich In bouw bevin dende artillerie-instructleschlp en de belde vte- scherükrulsers beschouwd worden welke laatste echter een te geringe vaart hebben om snel ter plaatse te kunnen zijn waar Nederlandsche rech ten geschonden zouden worden. Ook in dezen toestand zal aanbouw van bewaklngsvaartulgen verbetering brengen. Zoodat, wanneer de inkomsten onveranderd bleven het 1 nadeelig saldo zou bedragen 72.500.000 Er valt echter een aanmerkelijk hoogere opbrengst van de Rijksmiddelen te verwachten. Zoo verwacht Minister de Wilde méér opbrengst van: inkomstenbelasting vermogensbelasting Méldend- en tantièmebólasting invoerrechten accijnzen omzetbelasting kegel- en registratierechten successierechten andere belastingen te zbmen De uitgaven voor de bescherming van Curasao elschen een bedrag van ƒ554968. yin verband met den ouderdom der loods- vaartulgen en de geringe sterkte der aanwezige reserve, te het noodzakelük over te gaan tot den aanbouw van een nieuw loodsvaartuig. waarvan de kosten pp f 700.000 kunnen worden gesteld. Als eerste tennün te een som van ƒ350.000 uitgetrokken. Ook ten aanzien van een stimuleering der uitbreiding van werkgelegenheid, mits jlëze op zoodanige wijze plaats vindt, dat zü niet leidt tot werkverschuiving, geldt, dat hiervoor, dunks den weinig gunstigen budgetairen stand, middelen beschikbaar moeten zün. '^7 1

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1937 | | pagina 5