Zoekt gij betrouwbaar Personeel? Zoo men doet, zoo men ontmoet te Een prachtige tocht 'I R. r. t O DONDERDAG 23 SEPTEMBER 1937 s. r\ de sjeik zijn muildier en keerde hij. maar de meeste planken XI te 5 W Zoo Zei niet zoo juist de groentenman: „Een worteltje smaakt heerlijk!" Mij lust een ieder en.... zelfs rauw, Is 't waar of niet? Wees eerlijk!" Er stond op tafel laatst een mand. Waarin wat groenten zaten; En na een poos begon opeens Een aardappel te praten! 4 Je ziet het dus, aan mij de eer. Daar valt niet aan te dingen. Om jullie liet geen mensch een traan, Vóór ze je eten gingen..../ Toen sprak een dikke ronde ui: „Och kinderen, kalm eens even. Het antwoord wie ‘t voornaamste is, Wü ik je hier wel gevent Toen zwegen er de anderen stil. Maar elk dacht: .’k ben het beste!" En weet je wat met allemaal Gebeurde nog ten leste? Natuurlijk is het hier de ui. Die met de eer gaat strijken. En jullie beiden zijn met mij, Heusch niet te vergelijken! Jk ben," zoo sprak hij heel verwaand, „Van allen hier de koning. Mij eet een ieder eiken dag. Welhaast in iedere woning! De aardappel is zeer gezond. Een ieder zal 't vertellen. Weet dan, dat werkelijk zonder mi). Geen maaltijd het kan stellen." „Hm!” sprak een wortel die daar lag. Heel deftig en heel waardig, ,JZeg aardappel, schep niet zoo op. Dat staat je lang niet aardig! Neen, kijk naar mij, ik ben hier wel De mooiste van ons allen. Ik zal de keukenmeid straks vast Het beste nog bevallen! Want als de keukenmeid mij straks Heel netjes schoon gaat maken. Dan huilt ze al vooruit van vreugd. Zóó lekker zal ik smaken! Opeens kwam Mien de keukenmeid. Doch die maakte geen onderscheid! Ze kookte ze allen in één pan En stampte er toen hutspot van! E hoe oev gas mei Toe ten den looi ove: E Ols rUd nee van gen uur ren. R ken het paa verl mal did wor ton krii ken bli 3 rU Sif ov w< be lui le di gi r< b sl g n E b n ri 1< r n II gis tijd het Ult| kw lijk pat gel 1 de er me far hel vlo dn des pei 1 gai dri net ha bai vat ne mi ku da «cl ge ns he lis dc ar bl wi va 1 n ge >1 Wl •I hi P< d< d< P< I vloed van den sjeik uit. I Ken je een woord, dat uit zes letters be staat en als je er de eerste twee en de laatste twee afneemt elf overblijft? *t Is heel eenvoudig, als je t maar weet. Het woord van zes letters Is MEXICO. Neem daar nu de eerste en de laatste twee af dan blijft Immers XI over? Engelsche troepen gaan scheep. Het tweede bataljon der .Black Watch dat tot nog toe te Glasgow lag, is met de .Nevasa* naar Port Said en Palestina vertrokken zicht vrij gaaf, braken bij stevige aanraking af. Tusschen de planken vond Toos een tweetal koperen plaatjes van 3!4 centimeter middellijn. 1 Leken wel munten, maar er was niets meer op te lezen. In elk geval werden ze als een welkom aandenken meegenomen. Ook zon derling vervormde stukken Ijzer, oude schroeven en spijkers werden uit het wrak opgediept. Tusschen de planken van het voorschip stond nog diep water, achteraan zelfs zoo diep, dat Henk er kon duiken. Het water was erg helder en in dat water zag je zee sterren (Flg. 2) en garnalen (Fig. 2) zwem men en tegen het hout van de boot op klimmen. Veel te vroeg naar den zin van de jon gelui gaf mijnheer van Voorden het sein om verder te gaan. Maar er moest nog ge zwommen worden, dus was opschieten noodzakelijk. Bij *t avondeten bleek wel, dat zwemmen en fietsen den eetlust bevorderen. Men was juist tot het nagerecht genaderd, toen er weer een verrassing kwam. Een van de oude boeren, die dicht bij woonde, kwam de boodschap brengen, dat hij een paar mooie paddenstoelen gezien had tusschen de helm. HU wist niet, of ze eetbaar waren. Henk ging direct met hem mee en kwam even later triotnfanteUjk terug met vUf prachtige parasolzwammen, die natuurlUk met gejuich werden ontvangen (Flg. 3). Eén jong exemplaar was er bU, een zoo genaamde „trommelstok” (Flg. 3). eindigde deze gedenkwaardige dag. en stortten een scheldwoorden over eens tot zUn dienaars: „Ieder mensch kan geëerd en geprezen worden, ook al is hU geen sjeik, en zelfs een sjeik kan vernederd en uitgescholden worden.” Nu stond zoo’n Arabische wijze heel hoog aan geschreven bU het volk en geen van zUn dienaren zou den moed hebben, om hem zonder de noodlge betuigingen van eerbied te behandelen. Ze vroegen dan ook; „Hoe kan dat voorkomen, heer, niemand zal u toch oneerbiedig durven behandelen, terwUl men een gewoon mensch heelemaal geen achting toedraagt?” „Vergeet niet,” sprak de sjeik, „dat Allah ons de gave des woords heeft gegeven! Dit onderscheidt den mensch van de wezens van mindere orde en stelt hem in staat, zich te doen waardeeren naar gelang zUn verdiensten.” De sjeik zag wel, dat zUn dienaars deze nogal diepzinnige woorden niet goed be grepen. Daarom zei hU: „Breng mij mijn muildier, ik wil een toertje maken." De sjeik steeg in het zadel en de dienaars volgden hem. Ze gingen door smalle, stille straatjes tot ze elndelUk kwamen aan een plein, waar een groepje jongens aan *t spe len was. Opeens leek het wel, of de sjeik ZUn hooge afkomst en waardigheid vergat, want hfl begon tegen de kinderen uit varen op een manier, die de dienaars ten hoogste verwonderde, daar ze zooiets van hun heer niet gewoon waren. „Wat doen jullie hier midden op straat. leelUke deugnieten,” riep hU. „Maak, dat je wegkomt, of ik zal je naar huis jagen, naar je moeders, die jullie zoo slecht heb ben opgevoed.” HU voegde er nog eenige scheldwoorden aan toe en wilde verder gaan. De jongens stonden een oogenblik ver-, slagen, omdat ze dit van hun geëerden meester niet gewoon waren, maar dan ver gaten ze al gauw, wien ze voor zich hadden en stortten een vloed van scheldwoorden over den sjeik uit. „Oude gek, slecht opgevoed ben je zelf, ga, waar je thuis hoort!” Het werd een heel opstootje en het scheelde niet veel of ze hadden den wUze met steenen gegooid. De dienaars wisten van schrik niet wat te zeggen. Zooiets had den ze nog nooit meegemaakt. De sjeik vervolgde kalm zUn weg, terwUl zUn ge- -- - Chautemps neemt te Parijs afscheid van Eden, met wien hij tijdens diens terugreis van Genève naar Londen de lunch gebruikte In de Fransche hoofd stad „Vandaag gaan we met ons allen een fietstocht maken,” had mUnheer van Voor den aangekondigd. Daar had niemand be zwaar tegen. Waar hU heen wilde, had mijnheer van Voorden niet gezegd, dat wilde hU geheim houden tot het laatst. De fietsen waren nagezien en opgepompt; brood om mee te nemen was klaar ge maakt en een half uur later was het ge zelschap op weg. Eerst ging de tocht naar Oosterend, waar het fietspad naar zee werd Ingeslagen. Dit fietspad eindigt bU het steenen huisje, waar de roeireddingboot in wordt bewaard. Kees, die meende, dat ze nu reeds naar zee gingen, wilde zUn flets al naar het strand sleepen, toen mUnheer van Voor den hem wees hoe ze op zU af konden slaan en achter langs de laatste duinen een heel eind naar het Oosten fietsen langs een schelpenpad. Mevrouw keek wel een beetje bedenkelUk, toen ze zag, hoe het pad duin op, duin af ging, maar het jongere deel van 't gezelschap juichte bU het gezicht van al die heuvels en dalen. En mUnheer van Voeten verklaarde, uitdrukkelijk, dal hU het pad geprobeerd had en dat je er gemakkelUk op reed. Nu, dat bleek ook In derdaad zoo te zUn. Zelfs de duinen op kon je hier en daar freewheelen en mevrouw van Voorden verklaarde later, dat ze er org van genoten had. 't Leukste was zoo om beurten de men- schen te zien verschUnen op den top van een duin en dan te zien verdwijnen. EindeUjk was de plek bereikt, waar een kunstmatige duinaanleg was gemaakt en waar een groo- te vlakte begon, voor een deel begroeid met zandhaver voor een deel met zeekraal. Nog ongeveer een kilometer konden ze door- rUden, dan eindigde het pad. Nu moesten de fietsen over *t duin —orden gesleept, wat door het mulle zand geen gemakkelUk werkje was. Maar door elkaar te helpen, slaagde de heele familie er in op het strand te komen, waar je weer heerhjk rUden kon, net of je op asfalt reed. Het was nu eb en ze hadden den wind in den rug, zoodat ze een flink vaartje kregen. Mientje was de eerste, die iets moois ontdekte, namelUk een penhorentje (Fig. 1). Verder rUdend langs het strand, bereik ten ze, even voor den kilometerpaal 16, een paar heel oude wrakken, waarvan het eene zoo ver boven het zand uitstak, dat men het roer en den zUkant zien kon. Dat was een goed rustpunt. Dat wrak moest eens van alle kanten bekeken worden. Het was voor een groot deel begroeid met zeepokken (Fig. 1). Het hout leek op het eerste ge- Toe'n ze een eindje verder waren, zei de sjeik tot zUn dienaars: „Hebt gU begrepen, wat ik zeggen wilde? Hebt gU gezien, dat een mensch om enkele simpele woorden kan geminacht of geëerd worden? Dat uw woord goed en rechtvaar dig zU, evenals uw daden en ge zult geëerd en geprezen worden, ook al zUt ge geen sjeik.” De dienaars knikten allen toestemmend: Zoo was het. Toen sprak: „Kom, laten wU teruggaan, wU moeten het bU die eerste jongens goed maken en hen de leelUke woorden doen vergeten, die ik tot hen gesproken heb. Ze hadden zoo’n slechte behandeling niet verdiend.” CEDA en oude sjeik (Arabische wUze) zeide volg fluisterend sprak over het vreemde gedrag van hun heer. Waarom werd hU toch ineens zoo boos op die onschuldige kinderen? Het duurde niet lang, of ze kwamen een ander troepje spelende jongens tegen. De dienaars kregen het al benauwd bU de ge dachte, dat er weer een nieuwe scheldpartU zou volgen. Maar dezen keer boog de sjeik zich tot de kinderen over, zooals zUn ge woonte was, en riep ze bU zich. „Jullie zUn brave jongens," sprak „na schooltUd mogen jullie gerust spelen en pleizier maken. NatuurlUk heb je ai boodschappen gedaan voor je moeder, of je vader geholpen op het veld, is het niet?" De kinderen knikten. „Mooi zoo, men kan wel zien, dat jullie goede welopgevoede kinderen bent.” BU het hooien van die lofuitingen straal den de jongens *van genoegen. Ze kusten den ouden sjeik de handen er riepen: „Heil u, o wUze heer, dat Allah u be schermd Er kwamen er een paar aanloopen met bloemen, die zij langs den weg geplukt had den en boden deze den sjeik aan. In den stroomenden regen. Een af- deeling met lucht-afweer-mitrallleurs op weg naar het gevechtsterrein bij Gulpen tijdens de manoeuvres in Zuid-Limburg iinmiiiiii DE V.P.D d B 0 n n Tsjecho Slowakije draagt zijn grooten doode ten $rave. Duizenden waren in Praag de ontroerde getuigen van de uitvaart van oud-president Masaryk. De rouw* stoet op weg door de stad De controle in de MiddeKandsche Zee. Admiraal Estova, een der leiders van de internationale contröle. begeeft zich te Oran naar de .Barham**, aan boord waarvan hij zijn hoofdkwartier heeft Kg w I FOTOREPORTAGE - F* Z>om>

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1937 | | pagina 18