de Kartuizers van Bezoek aan een Klooster 4 levenswijze MORISCO’S EN SPANJOLEN ’n Nieuw bord. f Vosten DER Vijanden van oud» Wkeu. late *an han geest moet In Mttan- EenzaaM/ieuf gemeentchap GESCHIEDENIS ORDE Memento Mort Karthaute-Hain - niiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiitti men de Gezond leven zoen- en vandaan: on- ook Ma te zeggen O. STRKEVKLAAR bet •NmmimiiiiiiititintiHiiiiuimiiiiiiiiiaiiiiiiHiiHiiiiK ■Mtunuimiiiiiiiti en rechts aan de Broed er kapel, bet Reflecto- rium en aan de Kapittelzaal voorbij en komt in de groote Kruisgang uit. Deze Kruisgang vormt een quadraat, wtoarvan Iedere zijde 160 meter lang la. Tegen den buitenkant van deze gang zijn op gelijke afstanden 33 kleine huis jes gebouwd, dit zijn de Paterscellen. De bin- De Chartreuse van Valsaint in Zwitserland zijn. Daar de oefeningen verschillend zijn vol gens den kerkdijken jaarkring, zullen wij ons. om grootere eenvoudigheid en duidelijkheid te bereiken, bezighouden met de tijdindeellng van feest- en «terkdagen van één deel van het jaar terwijl wij zullen aangeven de afwijkingen In een ander deel van het jaar. Om echter een duidelijk inzicht te krijgen bezoeken «dj eerst een Kartuizerklooster, nX Karthause-Haln bij DüsseldorfUnterrath. 1 tot 1 uur k er studie, zooals wan Rcsne te voorgeschreven. Van 3 tot half 3 lichamelijk» arbeid. Om half 3 Vespers de Beata in de oei op den bidstoel. osri kwart voor 3 roept de bel naar de kerk, waar de Vespers gezongen wor den, behalve op de feestdagen en bun vigilie, want dan wordt bet doodenofficie gebeden. Een ernstige en steeds blijvende vermaning voor den Kartuizer om zijn plichten trouw te blijven vervullen is de dageljjksche blik op bet kerkhof, dat, zooals gesegd, in het midden van den door de groote Kruisgang Ingesloten vier hoek ligt. Wat kan welsprekender den dood prediken, wat kan beter aan de vergankelijk heid der aardsche dingen herinneren dan deze rustplaats der dooden, die de monniken telkens bij hun gang naar de kerk moeten zien, maar ook willen zien. Zoo heeft het de Stichter van de Orde gewild: „Het kerkhof zal zich in het klooster bevinden, als stomme maar overtui gende redenaar Daar rusten reeds velen, menige pater, menige broeder, dien men ge kend en met wien men omgegaan heeft. Een eenvoudig kruis zonder naam op een kleinen grafheuvel, sluimerend tot den dag. waarop de Heer, Dien zij dag en nacht gediend hebben, hen zal opwekken tot een vreugde en een heer lijkheid zonder einde. Daarheen zal men ook vroeg of laat ter ruste gedragen worden. Zoodra zich de oogen van een Kartuizer voor den laatsten sluimer gesloten hebben, wordt het lijk met zijn habijt bekleed, het kleed van nederigheid, van armoede en boete, dat voor den gestorven monnik zoo*n bijzondere aanbeveling ia voor den Goddeiyken Rechter. De kap wordt den doode over het gezicht ge trokken en de turnden op de borst gevouwen. Zij houden den rozenkrans, waarvan de gestor vene in het leven niet scheidde en waaraan hij zoo menig keer voor Gods Moeder een krans van rozen vlocht. Op een eenvoudige plank draagt men het lijk in het koor der kerk en stelt het daar op. Zonder onderbreking bij dag en bij nacht worden daar gebeden opgezonden, totdat het lijk naar het kerkhof gedragen wordt. Nu laat men het in bet gnl zakken, in bet graf zonder zerk, zonder opschrift op het een voudige houten kruis. In zijn leven zocht de Kartuizer de wereld te verachten met haar lusten en ijdelheden, met haar zorgen en be- kommernissen en «rilde alleen het noodzakelijk ste nastreven en nu ook in zijn dood wil hij van de wereld niet gekend zijn. Zjjn armelijk graf wil voor de medebroeders, die nog in leven zijn, een stomme maar over tuigende redenaar zijn Moge het mjjn lezers hebben. RUHRORT roede Sri.ho.k, ent pass «oor bezoden ba. toekent, dot men een vooo. rengswng nndert. wonrep ook bot verhoer, dot va Ma naden, voorrang hoe*. y-. e Kartuizer begint zijn arbeid, wanneer 1 de meeste menschen met hun werk klaar zijn, hij staat op. wanneer iedereen zich ter ruste begeeft. Om 11 uur *s nachts onder op heden werken duizenden Mooren In Frankrijk, hetzij als selzoen-arbeiders. hetzij blijvend buiten da soldaten, die ar nog ta nder koning Philips den Tweeden werden f 1 de laatste Moriscos of Mooren uit Spanje gezet en bleven er alleen nog wat ge- doopten over, de Maranos, die echter niet al te waschecht christen waren. Reden waarom .Ma rano" onder de Spanjaarden een scheldwoord werd, dat zelfs in onze taal is overgegaan overgedragen op de Spanjaarden zelve. We hoo- ren 1 nog in Valerius’ Gedenckclanck: „Hoor Marsen's trompetten!”, waarmee de Spaansche krUgsfanfaren bedoeld zijn. Toen koning Philips pa den laatsten wan- hopigen Moorenopstand die der bergweiden van de Sierra Nevada, het sneeuwgebergte de Mahomedaansch i Mariscos tot den laatsten toe uit Spanje verdreef, hen terugzendend naar den Afrikaanschen overwal vanwaar zij gekomen waren, hadden de Mooren ruim zeven eeuwen in Spanje gewoond. Pas in onze dagen zou Franco hen weer in duizendtallen terughalen om wonderlijke speling van het lot hen te laten vechten voor t oude tradltloneele Spanje. Gedurende de zeven eeuwen, dat de Mooren in Spanje hebben gewoond een tijdlang tot aan de Pyreneeën toe; Karei de Groote sloeg ze tot aan de Ebro terug hebben ze diep hun stempel gezet op Spanje eb op de ziel van het Spaansche volk. Wonderlijk volk, die Spanjolen in staat tot de meest grootsche, de allerchrls- telijkste en de meest afschuwelijke, de meest duivelsche daden. Een volk van uitersten, zooals de nuchtere Nederlander zich haast niet voor stellen kan. Hun verre voorvaderen, de Iberiërs, die in de dagen van Hannibal in Spanje woonden en ein delijk door de Romeinen werden onderworpen na twee eeuwen van strijd! waren ook al geen gemakkeljjke menschen. Van ben zeiden de Romeinen „dat ze kwistig waren met het leven en gaarne bereid het uur van hun dood te verhaasten". Net als In onze dagen lieten nenzUden van deze gang omsluiten een leeg terrein van 35.000 quadraat-meter, in bet mid den hiervan ligt het kloosterkerkhof. De Kruis gang met de daarin uitkpmende Paterscellen vormt het eigenlijke klooster. Hier wonen de Paters in beschouwelijke rust, van de wereld afgesloten, alleen met God en goddelijke din gen bezig. Hier blijven zij, totdat het God be lieft, hen vanuit hun arme cel naar den schoo- nen hemel te halen. De cella ad coelum. e Betreedt men een Paterscel vanuit de groote Kruisgang, dan komt men eerst in eentamelUk groote kale ruimte, hier kan de celbewoner zich eenlgszins vertreden. Daaraan sluit de beneden verdieping der atoning. bestaande uit 3 ruimten: in de eene bevindt zich een schaaf- en een draaibank, in de andere een kleine voorraad hout en kolen. Van hieruit voert een deur naar het tot de cel Beboerende tuintje, dat de Pater zelf onderhoudt. De eigenlijke woning van den Kartuizer vinden we op de eerste verdieping Zij bestaat uit twee kamers Op den kalen vloer staat in de eerste een tafel, a een kleerkast en een beeld van de Moeder Gods, waarvoor de Kartuizer, telkens wanneer hij in zijn cel te rugkeert, zijn Ave Maria bidt. De tweede kamer bevat een bidstoel, op de tafel een rijtje boeken en een petroleumlampje met opzij een handvat. In het geheele klooster is geen verlichting, 's Avonds en 's nachts gaan de bewoners met hun brandend lampje door de donkere lange gangen en bidden hun getijden bij het schijn sel van het kleine pitje. Het klooster is ook niet verwarmd, op de kamer met den bidstoel staat een klein kacheltje om de al te nadee- lige gevolgen van het stilzitten in een koude cel te voorkomen. Deze kamer geeft tevens de slaapgelegenheid. Deze is zeer eenvoudig en doet aan een bedstede denken. Dit celletje is het heiligdom van den Kartuizer, hier studeert hjj, hier voelt hjj zich gelukkig met zichzelf en zijn God alleen. Hier blijven we een poosje en volgen hem bij zijn verrichtingen in den zomer op «torkdagen. daagsche Spanjolen nog voortleven. Waar haalt vleugeld; in onze dagen hebben in de vlakten anders het terclo den aanvalskreet „Viva la Muerte!" Leve de dood! Om iets van het Spaansch? raadsel te kunnen begrijpen, om er zich eenlge voorstelling van te kunnen maken hoe die Spanjaarden, danks hun christendom, tot zulke verschrik kelijke gevechten en moordpartijen komen, Is het zeer nuttig eens hun doopceel te lichten, hun stamboom na te gaan. Want het bloed geeft ongetwijfeld bepaalde goede en slechte erfeljjke eigenschappen mee dit is de kern van waar heid In de ketterij van de bloed- en bodem- theorie, die tenslotte bloed en bodem vergod delijkt. De oude Iberiërs vermoede! Uk hebben zij ook Ierland bevolkt: leren en Spanjaarden heb ben tal van karaktereigenschappen gemeen hebben tijdens de Romeinsche overheerschlng natuurlijk sterk hun bloed met het Latijnsche gemengd. Na het Ineenstorten van het Romein sche rijk en de groote volksverhuizing, die daar mee samenging, lieten zich blijvend bij hen de West-Gothen neer, die met de resten der Ro- maansche Spanjaarden de nieuwe Spanjaarden zouden vormen. Op het onverwachtst steken dan echter de Moriscos de straat over, welke heden nog heet naar den legeraanvoerder Tariq, die hun eerste krijgsbenden in Spanje bracht de straat van Jen berg van Tariq, den DsJebel-al-Tariq of Gibraltar. Deze Mooren onderwerpen vrijwel geheel christen-Spanje, ja, zij dragen zelfs de groene vaandels van den profeet door de Pyre- neeën-passen Frankrijk binnen en door den Sint Bernard naar Italië totdat Karei Martel hun dat bij Poitiers voor goed afleert. Deze Mooren waren de nazaten der oude Nu- midiërs of Berbers, die onder Masslnissa met de Romeinen tegen de Carthagers hadden ge vochten, hun onvergelijkelijke ruiterij ter be schikking stellend van de Romeinen, die in Noord-Afrlka geland waren en Carthago .zouden verwoesten. Die Berbers hebben een eeusrenlange-Homein- sche heerschappij en daarna nog een korte By- zantjjnsche of Grieksche over zich heen laten gaan, om uiteindelijk in de vierde eeuw de Arabieren hun land binnen te zien trekken. Dan nemen zij den Islam aan; goeddeels waren zjj nog heidensch, waarom de Arabieren hen 1 dan Kabylen. d_w.z. „aannemelingen", noemen. - --1 Deze Kabylen zijn het geweest, die Spanje X? OTefwinn*ar Rechts rockende pulnhoopen veroverd hebben het Arabische element heeft L.' lin Noord-ALrika bet Berber nooit geheel om bel bédden van de Maria-Primen het slot ervan offeren. Daarbij vlecht hij van goede gedachten en wenschen een bouquet, dien hij Maria wil overreiken met de bede dezen haar Goddelijken Zoon te willen aanbieden. WU moeten ook «rijzen op den geest van wijs heid en bescheidenheid, welke alle bedoelingen van de Kartuizerregels doorstraalt. In bet Di rectorium staat nX: Aanstonds zal men zich weer ter ruste begeven, zonder in ongeregeld opblijven toe te stemmen, welke alleen er toe dienen kan de gezondheid ruineeren en zich van den inneriyken vrede te txrooven, dien God over de Orde uitstort, zoover haar leden den regel in volkomen onderwerping volgen, wan neer zij n.l. slapen, bidden en werken, enz zoo- als de Statuten het voorschrijven. Deze tweede slaap van den Kartuizer duurt ongeveer 3% uur. Om kwart voor zes wordt hij weer gewekt en ontwaakt met het bewustzijn, dat hij een emstlgen plicht te vervullen heeft, den plicht nJ. van het gebed Zoodra het zes uur luidt, knielt hij op zijn bidstoel om God voor de gedurende den nacht ontvangen gena den en «reldaden te danken en Hem den nieu wen dag op te offeren. Na deze- voorbereiding reciteert hij de Primen van den dag en de Tertlën de Beata en bidt het Engel des Heeren, waarvoor om half zeven geluid wordt. Dan volgt overweging tot zeven uur. Het mondgebed kan nX niet volkomen zijn, wanneer de overweging er niet aan voorat gaat of het begeleidt. ..De Overweging", zegt de H. Bernardus, „leert, waar in men tekort schoot, het .gebed voorkomt, dat men verder afdwaalt, de eerste wijst den weg en de andere doet ons op dezen weg voort- gaan; door'de overweging eindelijk zien wij de gevaren, die ons bedreigen, het gebed helpt ons deze gevaren overwinnen”. Men zal zich er waarschijnlijk over verwonderen, dat in de dag orde van een beschouwenden Kartuizer zoo wei- nlg tijd is aangewezen voor overweging. Het Directorium geeft daarvoor de volgende reden. „Het leven van een goeden Kartuizer is een voortdurend gebed, daarom schrijven wij den Beginneling slechts een half uur overweging voor, omdat naar onze meening dit volkomen toereikend is. Wanneer hy zich inspant al zijn doen en laten in de eenzaamheid van een in- nerlljken verheffenden geest te doordringen. Deze korte tijd voor overweging wordt langza merhand het uitgangspunt voor de verheffing van den geest tot God gedurende den dag En evenals degenen, die onverzadigd van tafel op staan. telkens weer trek hebben om te eten, zoo zal ook deze geestelijke maaltijd, wanneer meA er een matig gebruik van maakt, den monnik In grootere geestelijke levendigheid en verlan gen achterlaten en hem in staat stellen zich in zlfn eenzaamheid tot God te verheffen door schietgebeden en kleine offers." Zooals gezegd, geldt dit voor de Novicen, de ge profesten ge nieten hieromtrent grootere vrijheid. Om zeven uur roept de klok de Kartuizers naar de kerk Het eerste kwartier knielt hij in stille aanbidding voor het Allerheiligste. Om kwart over zeven wordt de Litanie van Alle Heiligen gebeden en daarna de H. Mis voor het geheele convent gezongen Tegen acht uur be geeft men zich naar de talrijke kapellen, waar de celebrant en zijn misdienaar eerst de Tertiën van den dag aan den voet van 1 altaar bidden. Daarna wordt de stille H. Mis gelezen. Gedu rende deze H. Mis bidt de misdienaar de Sext de Beata, de priester doet dit na zijn dankzeg ging. die hij plat op den grond uitgestrekt ver richt Deze houding is de Kartuizerorde bijzon der eigen als ulterlUk treken, zoowel van dee moed. als godsvrucht, alsook van nederige aan bidding. die de mensch de Goddelijke Majesteit verschuldigd is De stichter,' de H. Bruno, werd omstreeks 1035 in Keulen geboren. HU maakte zijn studie aan de destijds bloeiende hoogeschool te Reims en trok door zijn groote geestesgaven W spoe dig de aandacht van den Aartsbisschop aldaar, die hem eerst het toezicht over de scholen in Reims en later over die van het geheele diocees toe vertrouwde. Tevens stond hy den Aartsbis schop als kanselier in het bestuur van bet bis dom ter zijde In 1082 werd hem zelfs de bis schopszetel aangeboden, maar hU vluchtte, ten eerste om een verheffing tot deze waardigheid te voorkomen en ten tweede cm zijn lang ge- koesterden drang te kunnen volgen, om alleen voor God en zUn eigen zlelebeil te kunnen leven. Met zes volgelingen begaf hy zich naar Gre noble om van den bisschop daar, den H. Hugo, toestemming en een geschikte plaats te beko men, om zijn vurigen wensch te kunnen ver werkelijken Deze H. Bisschop had kort te voren in een droomgezicht gezien, hoe zeven sterren aan zijn voeten neervielen, zich weer opricht ten, dc woeste bergen Introkken om zich ein delijk in een verlaten streek. Chartreuse ge naamd. neer te laten. Dan zag hy. hoe daar een engel op Gods bevel een woning bouwde, welke, toen zy gereed was, door de zeven ster ren omkranst werd. De aankomst van de zeven mannen en hun deemoedige vraag verklaarden den Bisschop de beteekenis van het droomge zicht. Persoonlijk bracht hij hen naar de plakte die hy in zijn droom gezien had en daar begonnen zjj onmiddeliyk met bet bouwen van een eenvoudige kapel en eenlge sobere hutten. Dat was bet begin van bet eerste Kartuizer klooster. de wieg der Orde. In 1090 riep Paus Urbanus IX die een vroe gere leerling van Bruno «tos, deze naar Rome, om hem met raad en daad bU te staan. Maar gehoorgevend aan het innige verzoek van Bruno liet hy hem weer spoedig vertrekken. Bruno trok naar Calabrië en vestigde daar een tweede klooster, dat tot heden nog steeds bestaat en klooster van den H. Stephanus en den H. Bruno genoemd wordt. Hier stierf hjj op 6 Oct. 1101. Snel breidde nu de Orde zich uit. Er verrezen kloosters in Italië, Zwitserland, Duitachland, Spanje, Oostenrijk en ook Holland kreeg weldra zijn Kartuizers nX in Roermond Geertrulden- berg, Amsterdam, Ziertkzee, ‘s-Hertogenbosch, Delft, Kampen en Arnhem. In Holland werden bijna al deze kloosters gesticht in de 14e en 15e eeuw. ZU werden echter later alle opgehe ven. Het laatst het klooster te Roermond (Car- tusla Bethlehem Beatae Mariae) in 1783 door Josejih IX In 1841 vestigde de bisschop van Roermond zijn priesterseminarie erin. Van de kloosters bulten Holland werden er vele eveneens opgeheven. Thans zUn er in Europa 33 Kartuizerkloosters, waarvan 5 be woond worden door Kartuizerlnnen. De Orde is verdeeld in twee provincies een Italiaansche en een Fransche. In te telt ZU 798 leden, waarvan 330 Paters. 313 b ders, 86 koorzusters en 70 leekezusters. De HoUandsche naam Kartuizer, die mei zonder h geschreven «tordt, komt van Itet Fi sebe Chartreuse, waarin ook het Engel Charter house en het Duitsche Kartauser (tl zonder h) hun oorsprong vinden, waarschip langs het Latijnsche Cartusia. De Kartuize nen volgen voor het grootste deel denzeli regel als de Kartuizers. Zjj hebben het gebruik der Consecratie der zusters door j bisschop van het diocees behouden en dn op hun wijdingsdag een kroon, een stool en manipel aan den rechter-arm. zij ook begraven. Een gewijde ook dagelijks in de maar zonder manipel. In het algemeen vormt men zich een verkeerde voorstelling van het Kartuizer leven. Men meent, dat zulk een strengheid van levenswijze eigenlijk de menschelijke krachten te boven gaat en dat het slechts enkelen bevoorrechten zielen gegeven is een der gelijk boeteleven te kun nen volhouden. Ter bestrijding onjuiste opvattingen en ter beantwoording der menigvuldig opkomende vragen betreffende de Kartuizers en hun levens wijze, volgen hier eenige precieze mededeelingen over de stichting, len tegenwoordigen stand, de oefeningen en den geest der Kartuizerorde. Na den terugkeer- in de cel is er ontspanning tot 9 uur. daarna studie tot half tien. Nu ma ken de geestelUke oefeningen plaats voor lichamelUken arbeid. Men kan in zUn tuintje werken, aan de schaaf- of draaibank arbeiden, of boeken Inbinden. Aan een pater is opgedra gen. dengenen, die onervaren zUn, leiding te geven. Maar ook bU dezen arbeid zal men. zoo als de regel voortchrüft, zijn hart tot God ver heffen door schietgebeden, maar de lichame- lüke ontspanning blüft hoofdzaak. Om tien uur wordt geluld en men begeeft zich naar z.Un bidstdel. om de Sexten van den dag te bidden, daarna volgt het middageten, dat in een klein raampje in de nabijheid van den ingang der cel wordt neergezet. De Kar tuizers mogen nooit, zelfs niet by ziekte, vleesch- of vetspyzen gebruiken. De statuten zijn, wat dit betreft, uiterst streng. Men zou meenen, dat deze voortdurende qnthouding van vleesch- en vetspyzen het lichaam zou scha den. maar de ervaring leert juist het tegen deel. Juist door hun byzondere levenswijze zyn de Kartuizers minder dikwijls ziek dan de menschen in de wereld en dikwyis ziet men zwakke personen als Kartuizer gezond blyven en oud worden. Na het eten is er ontspanning tot 's middags. In de week biyft ieder tydens deze pauze op zyn cel. maar op Zondag is deze ontspanning gemeenschappelyk. Bovendien wordt iedere week een wandeling gemaakt van ongeveer 4 uur. Er heerscht dan een frissche en vrjje vrooiykheid en een echte broederiyke liefde. Deze 'Wandeling is ingevoerd om den kluizenaars gelegenheid te geven zich uit te spreken en aan hun lichaam de noodlge beweging en verfris- schlng te verschaffen. Men mag al zoo hierbij, evenals by de gemeenscnappelyke ontspanning het stllzwygen verbreken, terwyi gedurende lederen anderen tyd het spreken streng ver boden is. Afgesloten van de buitenwereld, ja zelfs van zyn medebroeders, is de Kartuizer als vanzelf op het strengste stllzwygen aange wezen. Dit is voor den onvolkomen mensch zeer zwaar, maar hem, die zichzelf reeds voor een deel overwonnen heeft, is het een stille vreug de. Hierover heeft de H. Bruno door ervaring geleerd, dat de deugd van zwijgzaamheid de overweging bevordert, daarom heeft hy zyn volgelingen ertoe verplicht. Wie dan ook on- noodlg gesproken heeft, moet zich Zondags in de Kapittelzaal hiervan openlijk beschuldi gen. terwijl hy plaats, tyd en persoon precies moet aangeven en de hem opgelegde boete, vaak bestaande in openlijke lichaamskastyding. rouwmoedig moet ondergaan. Het is echter toegestaan in gevallen van noodzakeiykheid of nuttigheid eenlge woorden te zeggen en men mag steeds met den Overste spreken. Gebaren taal is verboden. Wat zullen wjj echter zeggen van de lief de volle gesprekken, die de ziel voort durend met God onderhouden mag. Om tot hun harten te spreken heeft de Goddelyke Bruidegom hen in de eenzaamheid gevoerd. „Ducam earn in solitudinem et loquar ad eor ejus”. Welke onderhouding kan met zulke he- melsche gesprekken, welke andere harmonie kan met deze goddelyke weldaden vergeleken worden? Zy maken de eenzaamheid zoet en licht, deze houdt op eenzaamheid te zyn." Daar men met God te samen woont,” zegt de H. Bernardus. ,Js niemand minder alleen, dan wanneer men alleen is." „Cum quo enim Deus est. nunquam minus solus est. quam cum solus est.” Dc H. Bruno noemt in een brief aan zyn vriend de eenzaamheid: „de bondstent, de school van den H. Geest, het paradijs op aarde, de moeder der beschouwing, de leermeesteres van de zwygzaamheid, de geefster des vredes, de bron van overweging, de verzorgster der deugd en de poort des hemels." Om deze he- melsche zegeningen deelachtig te worden, leeft de Kartuizer, zooals geen enkele andere mon nik, zoo streng teruggetrokken, dat hy nooit openiyk optreedt, zelfs zyn woning is van die van zUn buurman door een muur gescheiden, opdat hy de rust van een waren kluizenaar ge nieten kan. Om 12 uur wordt de Engel des Heeren en de Nomen de Beata, alsook die van den dag ge- .beden, daarna «oigt de geeeteiyke leBng. Vaa Als bet doodenoffMe git tril is, keert men om 4 uur. anders cm half 4. in de cel terug en neemt den avondmaaltijd. Een werkelijke avood- maaltyd is er slechts van Paschen tot Kruis verheffing op 14 September. Van dezen laat sten datum tot Paschen, alsook op alle Vrij dagen en sommige andere dagen wordt er ge vast. d wz. men eet om 11 uur het middageten en neemt na de Vespers een collatie, die tdt eenlg brood en wyn bestaat, dese wUn wordt steeds aangelengd gedronken: .Jrustulum pa- nls. ne potus noceat', aoo luiden de statuten. Het grootste deel van het jaar gebruikt de Kar tuizer per dag dus slechts één werkeiyken maaltyd en een kleine collatie. Op alle Zon dagen en alle feestdagen, met uitsondering van Vasten- en Adventstijd worden In de eetzaal gemeenschappelyk 3 maaltijden per dag ge bruikt Ook zy nog vermeld, dat eenmaal in Iedere week, gewoonlyk Vrijdags, vastendag wordt gehouden, waarop men zich met water en brood tevreden stelt, tenzy de Overste om zwaarwichtige redenen den een bf ander dispen seert. Voor allen geldt op deze dagen, alsook den geheelen Vasten- en Adventstijd onthou ding van melk- en eierspyaen. Na het avondeten of de collatie is er een half uur ontspanning in de cel en daarna studie. Dan volgt een half uur. dat gebruikt wordt voor de recollectie, die bestaat uit het gewetensonderaoek. geesteiyke lezing en een voorbereiding voor den volgenden dag Om 8 uur worden op den bidstoel de Engel des Heeren en de Completen van den dag en de Beats gebeden, dan volgt de opoffering van alles, wat dien dag verricht werd. Daarna legt men zich ter ruste, om nieuwe krachten te ver zamelen voor het komende nachtofflcle. In den winter Is de dagorde eenlgszins an ders. Op Zon- en feestdagen, die Kaplttelda- gen genoemd worden, wordt het geheele dag- offlcie met uitzondering der Completen in de kerk gezongen en in het Refectorium gemeen schappelyk gegeten. In enkele Kartuizer kloosters is de dagorde eenlgszins anders ter wille van het klimaat. Dit is in korte trekken het leven van den Kartuizer. Men zal meenen. dat dit leven erg eentonig is en verveling moet wekken. Integen deel, de ervaring heeft geleerd, dat zy. die dezen regel trouw volgen, den tijd veel korter vinden, dan bU welke andere levenswyze ook. Men moet zich echter ook niet voorstellen, dat er in een Kartuizerklooster geen kruis en lijden is. Het kruis volgt overal: „Waar U ook zyn moge.” zegt Thomas k Kempis. ,gU kunt er zeker van zyn. het kruis te vinden, want ge neemt het overal met U mede." De bekoringen en beproevingen ontbreken In een klooster evenmin, als waar ook. maar de gevaren zyn er geringer, de genade machtiger en de bUstand rijkeiyker. - Zooals uit bovenstaande korte beschrijving biykt. zyn de gestrengheid en de versterving in de Kartuizerorde niet overdreven, zij zijn ge noeg om het vleesch te onderwerpen en in toom te houden, zonder het te zeer te ver zwakken of het te overladen. Aan deze gema tigdheid moet het ook grootendeels toegeschre ven worden, dat de Orde tot op den dag van heden in haar oorspronkeiyken vorm bleef be staan. vandaar de spreuk: „Cartusia nunquam reformate, quia nunquam deformate." Ook heeft men de ervaring opgedaan, dat zy, die de gestelde grenzen overschrijden willen, het meestal niet volhouden. Natuuriyk. als God iemand openiyk op geheel bijzondere wegen roept, ia het vanzelfsprekend, dat hy dan dien weg volgen moet en ook de genade en de kracht daartoe bekomt. Omdat by de Kartuizers geen groote licha- melyke boetedoeningen verlangd worden, wordt des te meer waarde gehecht aan dé inneriyke versterving, welke als de hoofdzaak wordt be schouwd. m.a.w. op de zelfverloochening, op de beoefening der nederigheid en gehoorzaamheid. „Gy zult,” zoo zegt het 'Directorium, .geen uiteriyke verstervingen doen, behalve die voor geschreven zyn. tenzy de Overste het uitdruk kelijk toestaat, maar men zal met alle krachten aan de inneriyke versterving werken, om de hartstochten te overwinnen en het verstand tot God te voeren, dat vormt eerst recht den man Gods.” De Kartuizer moet bijzonder naar den een voud streven. Deze schoone deugd was steeds een karaktertrek van de Orde, zonder deze kan niemand een waardige zoon van den H. Bruno zUn; van hem staat geschreven, dat hy geiyk- matlg in geheel zyn levensaard was: .aequalls vitae”, dat zyn gelaat een zachte vrooiykheid uitstraalde: semper erat festo vultu", en dat zyn gesprekken eenvoudig en bescheiden waren: .sennone modeste". breekt hy zyn slaap, die hoogstens 4 uur ge duurd heeft. Zoodra de bel luidt, begeeft hy zich naar zlfn bidstoel om na een korte over weging over Maria door het reclteeren der Metten en Lauden van het Maria-officle de eerstelingen van zUn gebed en lofzangen Maria aan te bieden. Op verlangen van de H Maagd zelf hebben de eerste volgelingen van den H. Bruno besloten. Haar op deze wyze te huldigen en hun opvolgers hebben het steeds als een hei ligen plicht beschouwd het Maria-offlcie met prooien eerbied en trouw te verrichten Daarom wordt in de Orde der Kartuizers dit officie byna even hoog geschat als het canonlsche en met dezelfde ceremoniën gebeden. Overigens heeft zich de groote godsvrucht van de Orde tot de Allerzaligste Maagd sinds de eerste tyden steeds getoond, doordat dagelyks aan het Hoofdaltaar uit naam van het geheele convent een H. Mis de Beata gelezen wordt en lederen Zaterdag, Indien mogelyk. deze zélfde H Mis door de monniken gezongen wordt. De Maria- feesten, waaraan gewoonlyk een vastendag op water en brood vooraf gaat, worden met grobten luister gevierd en In iedere cel bevindt zich een Moeder-Gods-beeld. Na de Metten der Moeder-Maagd biyft onge veer een kwartier over, dat iedereen naar be lieven benutten kan. „HU zal zich echter er voor hoeden, den geest te zeer in te spannen, opdat hU gedurende de Metten beter zandachtig kan zyn. In deze punten zullen de beginnelingen zich byzonder gewillig laten leiden”, zoo staat het in het Directorium Om kwart voor twaalf luidt de bel voor de tweede maal ten teeken. dat men zich voor het zingen der Metten en Lauden naar oe kerk moet begeven. Terwyi nu de meeste menschen slapen of wellicht hun hartstochten botvieren, gaat de Kartuizer met zyn lampje door de lange donkere gangen naar de kerk en verheft daar zi/n stem en zUn hart tot God, opdat de lofzang voor den Almachtige niet onderbroken worde. Zoo behoort hU tot de wachtposten van het Jeruzalem, waarvan Isaias spreekt: ..Super muros tuos Jerusalem, constltul custodes; tota die ac nocte in perpetuum non tacebunt". Dit koorgebed is meer een engelen- dan menschen- werk, meer een hemelsche dan een aardsche bediening. De uren van het koorgebed zUn in waarheid uren van eeuwige aanbidding, zy zyn een voortdurende voortzetting van het dankoffer, dat het Lam Gods dag en nacht op onze altaren brengt. Tusschen de Metten en de Lauden van dien dag worden de Lauden voor de dooden gepsal modieerd. De gedachtenis aan de afgestorvenen is ook een byzondere godsvrucht van den Kar tuizer. Het doodenofflcle wordt alle dagen, die geen feestdagen zyn. gemeenschappelyk gebe den. Bovendien bidt iedereen afzonder! Uk het nog voor de gestorven leden der Orde in stilte. DaarbU komen nog de talrijke H. Missen, die iedere monnik te lezen heeft voor zyn gestorven medebroeders, zoodat de ondersteuning ten gunkte van hen. die niet meer zUn. in waardige verhouding staat tot de hulp, die de nog le venden elkaar kunnen bieden. Na dit korte dooden-officie rust het gezang een oogenblik. Iedereen wendt zich in stilte tot Christus in het tabernakel om nieuwe kracht ter voortzetting van het gezang. Dan zingt men de Lauden van het dag-officie, die besloten worden met den Engel des Heeren. Dan gaat leder naar zUn oei terug. Het is dan ongeveer twee uur. De Kartuizer neemt dan nog een korte rust, maar eerst heeft hy nog een plicht te vervullen, en dat doet hü gaarne. Zooals hy Maria de eerstelingen van de nacht wake gewyd heeft, zoo wil hy Haar ook, door de Arabieren de overhand, in de gebergten de Berbers en dan heeten zU by de Spanjaarden Moriscos at. Mooren. Het khalifaat van Cor dova is een Moorsch geweest, geen Arabisch, al was het Islametlsch in religie, bouwkunst, enz. Eeuwenlang hebben de Mooren Spanje over- heerscht. Zelfs Arragon en Castillë hebben jaren lang een schatting van christen-meisjes moeten opbrengen voor de Moorsche harems en de bloedmenging tusschen Spanjaarden en Mooren is wel zeer sterk geweest. Verachtten de oude Iberiërs reeds den dood, de Mooren hadden een byzondere voorliefde om bloed te vergieten ze ZUn niet alleen dapper en belust op den strüd als wy op een feestmaal, maar ook wreed en bloedgierig. OngetwUfeld werkt in onze dagen het Moorsche bloed in de Spanjaarden nog na. Men bedenke dit, als men leest tot welke ver- schrikkeiyke uitersten in vele gevallen een be schaafd, sen Christel Uk. een katholiek volk ver vallen is. Van de groote daden van opoffering en ridderiykheid. die het tegeiykertyd verricht, hoort men minder, daar de sensatie- en schan- daal-berichten nu eenmaal altUd den voorrang hebben. Wanneer een revolutie de remmen wegslaat, die de lage Instincten der menigte in toom houden die remmen zyn: de maatschappe lijke orde, de godsdienst, de politie enz. krUgt men overal verschrikkeiyke dingen Ve zien. In Spanje nog weer een tikje erger van wege het Iberisch-Moorsche bloed, dat dan aoo sterk begint te spreken. Andermaal zyn nu de Moriscos over de straat van Gibraltar gekomen. Ditmaal door de Span jaarden zelf gehaald. Hiermee volgde Franco een oude gedragslUn. die nooit tot veel goeds leidde. Tydens den wereldoorlog hadden de Franschen ze reeds by honderdduizenden laten komen. Ze heetten toen Maroklanen en ten slotte verschenen ze zelfs aan den RUn, waar ze jarenlang in garnizoen lagen. Ook weer niet voor het eerst! De Romeinen hadden daar al hun Numldlsche voorvaderen heen gezonden, nadat daar na den opstand van Claudius Civllls de Bataafsche ruiterij niet meer be trouwbaar werd geacht. Onze Bataafsche ruiters kwamen toen in Noord-Afrika in garnizoen1 Te Thamugadl of Timgad in Algi«s. Langs de spoorbaan, die hét grootstads-leven van Duisburg met dat van Düsseldorf verbindt, ligt op eenige honderden meters afstand achter een zwaren muur verscholen het oord van stilte, rust en boete. Terwyi dagelyks de lange treinen met reizigers voor de vier windstreken in mach tige vaart voortdenderen over hun Uzeren baan, ligt daar op zoo n kleinen afstand Karthause- Haln met zyn stille bewoners, dood voor de we reld. vergeten door iedereen.’ levend voor God en eigen zleleheil. Zooals alle Kartuizerkloosters vormt ook dit een groot vierkant. Na de kloos terpoort gepasseerd te kUn, komt men in een tuin en ziet tegenover zich het oorspronkelyke xgn. slot Halu, tegen welks rugzijde de kerk gebouwd is. Tegen de andere twee zUden; zyn gebouwen aangesloten, waarin zich boven cellen der leekebroeders en beneden de werk plaatsen bevinden. Dé gang, die langs deze werkplaatsen voert en ze met elkaar verbindt, loopt in haar verlenging links aan de Priorcel In bet Kartnizerleven is het eenzame en gemeenschappelijke monniksleven op een 1 - monische en practische wyze met elkaar eenigd. De Kartuizer is kluizenaar en kloot monnik tegelijk. Hy is kluizenaar, omdat hl een afzonderlijk huisje woont, waarin hU grootste deel van den dag doorbrengt in eenzaamheid, op werkdagen alleen eet al werkt eh de kerkelyke getyden met uitzo ring van de Metten en de Vespers, alsook Maria-offlcie bidt. Hy is kloostermonnik, oc _hy binnen het kloosterslot verbUJft, drie maal 'op werkdagen en meerdere malen op Zon- en feestdagen met zUn broeders zich tot gemeen schappelijke godsdienstoefeningep vereenigt, op Zon- en feestdagen in de gemeensctuqjpeiyke eetzaal den maaltijd gebruikt, zich op deze dagen met hen korten tyd onderhoudt en zijn overste in alles zonder tegenspraak gehoor- raamheid verschuldigd is. Zijn leven is in wezen ook geen beschouwend, daar het de eigeniyke beschouwing niet vor dert. Men kan een voortreffeiyke Kartuizer zUn, zonder de gave van beschouwing te bezit ten. Het Kartuizerleven bevordert echter deze booge zielsverheffing en bereidt op deze voor. Het heet beschouwelijk leven in tegenstelling met het werkdadige leven, daar het, afgezien van de elschen van het eigen klooster, iedere uiteriyke zielzorg uitsluit en al de gebeden, lof gezangen, studie en overweging de Eeuwige Waarheid opgedragen worden. De afwisseling der geestelyke oefeningen en de juiste doelmatige verdeeling van den tyd, waarin zy geschieden, bewaren voor verveling. De handarbeid, de ontspanning, bet gesprek en de wandeling ontspannen den geest en verze keren het lichaam een weloverdachte en ver kwikkende rust. Overigens hinderen deze ont- spannings- en rustpauzen in het geheel niet, steeds met God vereend te blyven, daar de Kartuizer zyn hart toch steeds blijft vereeni- gen met God door schietgebeden en verheffen de gedachten. De ondervinding toont, dat voor zulk een levenswyze zich vele personen eigenen, die zich zelf er niet voor geschikt achtten. BU de Kar tuizers vindt men menschen van allerlei stand, van alle leeftyden, met verschillende tempera menten, geesteiyken en leeken. Sommigen voe len zich alleen door de eenzaamheid en het inneriyke leven aangetrokken, anderen hebben er een toevlucht gevonden voor een verleidelUke wereld, er zyn er ook, die daar een oord heb ben gevonden na een leven van vermoeienissen in zielzorg en arbeid, om zich door boete en in- nerJDke versterving op den dood voor te berei den. De Kartuizers leven tevreden in heilige rust en verklaren eenstemmig dat hun regel de menschelijke krachten niet te boven gaat. Eenlge bUzonderheden over de verplichtingen ▼wn den Kartuizer bU dag en bU nacht zullen een juist beeld geven van deze oogenachUniyk te strenge orde met haar schijnbare onprachtlscbe levenswyze. Wy willen hlerbU het Directorium <te Novicen stap voor stap volgen, daar 4zm bepalingen in vooto llinen tnaatozeend

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1937 | | pagina 9