fKduttAaal «an p De avonturen van Prof je en Struis je T den daq Augustus-tentoonstelling te Rome TWEE NICHTEN ■O EN TWEE NEVEN l Het Christendom niet vergeten D’ ONZE WEERMACHT - DONDERDAG 30 SEPTEMBER 1937 Hans wordt u i tgeh uwe lij kt Er dreigt gevaar Tegelsche operette ENCELSCH NAAR HET „Et Oavendsklöksje Ave Maria” Achteruitgang der beschaving ■mm B I en georiënteerd; Keizer Augustus en zijn Wereldrijk Onverkoopbare vuiligheid De HERMAN KRAMER 7 op dit blad zijn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen 17 HOOFDSTUK XIV (Wordt vervolgd) Opoe Romeinsche correspondent schryft ons: criminalist den van van den dief, die er natuurlijk meteen van door wou. by zijn broek te pakken. De groote snavel hapte er een lap uit. De man ging aan den haal, met nog maar één pijp aan zijn broek, maar Struisje was nog niet te vreden. Een heel eind ging hU, half loo pend, half vliegend achter hem aan, en eerst bij de kromming van den weg Het hjj hem met rust. Die zou zooiets niet weer pro- beeren. Tegelen van stem van den niets wist en HU hield haar handen In de zijne gesloten, terwijl hy dit vroeg en zij antwoordde zacht: U^at kan ik niet zegen; ik weet niet zeker...." „Janie!" riep hij. Op dat oogenbllk klonk er een doordringende gil uit het vertrek boven hen, die iedere andere gedachte bjj haar verdreef. Ontzet riep zij: „O, Rorke, dat is Charlie I” sren nu vlak bjj huis en stonden onder lek. Ze strekte de hand uit, om het boek van hem aam te nemen. bij verlies van een hand, een voet of een oog. Pierre Zetfen, muziekleeraar, Rolduc, heeft op den tekst .Kt Oavensklöksje Ave Maria” van Jos Gerlenkirchen te Kerkrade, een 4 i 5 stem mig gemengd koor A cappella gecomponeerd. De motieven zijn ontleend aan het Oregoriaansch en aan Jacob Arcadelt. Het opus Is door den componist opgedragen aan den bisschop van Roermond, Mgr. dr. O. temmens. Mgr. Ant. v. d. Venne, directeur van Rolduc, heeft tekst en partituur, in mariale en bisschoppelijke kleuren gecalligrafeerd, versierd met het bisschoppelijk wapen en gebonden In een met gouden let#rs bedrukten omslag, aan den bisschop overhan digd. De compositie wordt In studie genomen door het Akener Domkoor, onder leiding van Dom- kapelmeester Th. Rehmann. R. nu naar t stadhuis toog, was t hem te moede, als iemand die absoluut niet wist, wat hij wil de. In hem woedden allerlei tegenstrijdige ge waarwordingen en juist toen de ambtenaar hem de vraag stelde, welke over zijn lot *ou beslissen, had de zucht om vrU te blijven en de wijde wereld in te trekken de overmacht over hem gekregen. In beide hoeken van de kamer was men lan gen tijd aan 1 bedisselen, wat er eigenlijk ge beuren moest, zonder tot een resultaat te ko men. Plotseling verhief zich Charlotte's oom Ferdinand, die een oplossing gevonden had en wel een zoodanige, dat belde families niet met elkaar in vijandschap dreigden te vervallen. „WIJ willen,” zei oom Ferdinand, „In deze omstan- dlgheden afzien van de huwelijks- i sluiting, doch on- j der voorwaarde, dat Hans op de vraag, die de ambtenaar straks zal stellen. Ja" zal antwoorden, terwijl Charlotte de eer aan zich zal houden en met „neen" zal antwoor den. - Daarmee is dan de zaak afgedaan." De bruidegom en de zijnen namen het voor stel aan. En opnieuw stelde de ambtenaar de bewuste vraag. Hans antwoordde zoo vlug mo gelijk .Ja”. Daarop vroeg de ambtenaar: „En nu vraag ik u Charlotte Pahle, of u met Hans Goll. woonachtig eveneens In Dippelsga. In het huwelijk wenscht te treden." Ja," riep de bruid, duidelijk verneembaar. Zij keek vastbesloten en trotsch uit haar oog en. X Woord sloeg In als een bom en toch kon niemand zich bewegen, zoo onwaarschijnlijk scheen X hun. „Dan verklaar ik hiermee X huwelijk voor gesloten,” klonk In de stilte ambtenaar, die van de afspn er zich natuurlijk ook niet mee ingelaten zou hebben. Eindelijk werd de spanning verbroken, bruidegom wilde beginnen te razen en zette in zijn opwinding echter nog zijn handteekenlng onder de huwelljksacte. De anderen stamelden onsamenhangende woorden. Maar er viel niets aan te veranderen. De twee waren getrouwd. En Hans zou t dus maar eens in den hu- welyksstaat probeeren Na twee weken reeds verklaarde hij. dat zijn Charlotte de flinkste vrouw van de wereld was en hijzelf de groot ste domoor. «Nadruk verboden) Betty. Wel zat ze er wat over in, of hij ook soms de woorden van de vrouw zou gehoord, of hkar haastige beweging, om den brief weg te stoppen, zou gezien hebben. De verhoogde blos maakte haar gezichtje nog ééns zoo bekoorlijk en hy meende daaruit te mogen opmaken, dat zij even aangenaam verrast was door deze ontmoeting als hjj. Zoodra ze de bibliotheek uit waren, wilde hy absoluut het boek voor haar dragen. Daar zij geen parapluie bjj zich had en hjj wél, hield hjj die boven haar hoofd. Nu was het maar een klein eindje van de bibliotheek naar huls. maar toch deden ze er tamelijk lang over. ,Jk wilde u en moeder vanavond mee naar den schouwburg nemen." zei hij. „dan kunnen we eerst buitenshuis dlneeren. U heeft den laat- sten tijd veel te hard gewerkt en de boog kan toch niet altijd gespannen zjjnl" .Dat heeft u verleden week ook al gezegd, toen u ons naar het concert in Queen's Hall mee heeft genomen en naar het Russisch ballet en de week te voren, toen we tweemaal een tochtje op de rivier hebben gemaakt!” Maar die uitstapjes zijn u toch geen van alle slecht bekomen, is 't wel, Betty?” Ze schrok: hjj had haar nog nooit bjj den voornaam genoemd. „Als uw moeder gaan wil, dan.... za! ze mij wel meenemen." .Kn gaat u dan enkel uit een soort plichtsge voel?" Ze de p< Onze weermacht moet verbeterd. Neerland is een offer waard! Ook al zijn w' een kleine natie. Ook al zijn we een klein land, Iedereen moet van ons weten: Daar geeft men toch tegenstand. Want aan liefde voor de vrijheid Is hier waarlijk geen gebrek. Nederlanders moet men weten Zijn wel goed, maar heusch niet gek! Het had den heelen dag al geregend in Bur lington. Mrs. Warrener en haar secretaresse waren druk bezig geweest met het verzenden van een stapel circulaires en Elizabeth was wel Wat moe. Na de thee stelde zij voor, of ze, den regen- irotseerende den hond even zou bulten laten wn dan meteen bjj het terugkomen in de bibliotheek een boek zou gaan ruilen. Haar werkgeefster vond dit een uitstekend plan en gaf haar een Hjstje van boeken, die zij graag wei eens wilde lezen. „Doe je het dan enkel uit plichtsgevoel?” her haalde hjj, „en is het je geen genoegen, om met mij mee te gaan?” Zenuwachtig trilde haar hand, zoodat ze het boek liet vallen. Dick bukte zich om het op te rapen, en de brief gleed er uit. Toen hjj een spetje slijk er afveegde, moest hij wel zien, dat het een ongeopende brief was geadresseerd met een mannenhand, althans daar had Janie's schrift veel van; ook kon het poststempel uit Chatbeck hem zjjn opgevallen. Hjj moest zich wel herinneren haar ver legenheid. toen zjj den vorigen keer een derge- Ijjken brief ontving en als hjj de woorden van de vrouw uit de bibliotheek had verstaan, dan konden die hem al een heel eind op weg ge bracht hebben, om de afkomst van den brief te verklaren.... Pjjnlljk was haar verlegenheid nu; ze bloosde tot in de wortels van haar mooi, goudblond haar, toen hjj haar den brief over reikte. Zooals de afspraak was. dineerden ze buitens huis en gingen toen naar den schouwburg. Maar de avond was al half voorbij, eer Betty iets had aan het stuk. Dick was wel heel beleefd en oplettend voor de dames, maar hu was toch stil en verstrooid en Betty zou dolgraag zijn gedachten gelezen hebben. De intrigue van het stuk ontlokte Mrs. War rener den ui troep: .Maar 'die man is dan toch al heel makke lijk te bedriegen. Ik 4enk, dat jy, Dick, toch een té goed rechtskundige zou wezen, om je zóó te laten misleiden?” nooit verlaten, dus kon hy nog niet weten, dat 't nergens beter en veiliger was. Kort geleden had Charlotte hem om zyn malle bevliegingen zyn woord teruggeven, maar hy had niet ge rust vóórdat ze zich weer met hem had ver zoend. En toen had hy zelfs in een plotselinge opwelling willen aanteekenen. Doch juist in de laatste dagen waren hem weer lokkende rels- beschryvingen in handen gekomen en toen hy Wordt dan Neerland eind'Ujk wakker? Zal de Nederlandsche Leeuw Dan toch overeind gaan komen Met gebrul en zonder geeuw? Zal de weermacht dan wat waard zifn Ook in den modernen tijd. Waarin alle buren wapenen. En zich sterken als om strijd? Neerland is graag vredelievend. Geen, die dat betwijfelen zal. Maar als het te goed zou wezen Brengt het nog zichzelf ten val. Wordt begeerig ook gekeken, Dan staat Neerland pal en vief, Niemand wnl een aanvalsoorlog, S ‘t Leger werke preventief. Neerland smeedt geen booze plannen, 't Is tevree met zijn gebied. Maar de deuren open zetten. Dat is zelfmoord, anders niet! Laat het dan een offer wezen, Dat de grootste zorgen baart, - ■hui Profje was intusschen ook ontwaakt en keek slaperig om zich heen. Waar was Struisje nu toch? Hy keek ‘angstig rond of er misschien weer een kipachtig beest voor in de plaats was gekomen, maar hy vond niets. Gelukkig brachten Struisjes lange beenen hem weer gauw terug en met een zucht van verlichting klom Profje op zyn oude plaatsje en liet Struisje verder stap pen. rlkkel-lectuur kent geen betere, geen meer effectieve reclame, dan een in- beslag-nemlnkje. Iedere boekhande laar, die zich met den verkoop van zulke lectuur bezig houdt, weet dat en de mln- conscientieusen onder hen speculeeren daar zelfs op. Er loopt op het oogenblik zoo’n klein be- slagje tegen een Duitsch boek, dat qua tekst niet van wetenschappelijke waarde ontbloot is, doch waarvan de illustraties een dus danige lichamelijke ontblooting te zien geven, dat het geheel, in de handen van den gewonen, gemiddelden, intellectueelen lezer eenvoudig pomographie vormt. Wie als psychiater of medicus, als of kunstenaar belang stelt in den tekst vindt daar mogelijk interessant materiaal in, maar zelfs hém zullen de illustraties niet anders dan als bewust prikkelma- teriaal kunnen aandoen. Deze illustraties komen niet van den wetenschappen] ken auteur, doch van den zakelljken uitgever, die voor goed geld den naam van een be kend man uit de sexueele wetenschap kocht als vlag op de modderschuit van zjjn vieze prentenboek. Dat feit werd bevestigd door een van de medewerkers aan deze of een dergelijke uitgave, die den uitgever schriftelijk verzocht zijn bijdrage uit het boek terug te nemen omdat dit geen we tenschappelijk werk meer was. maar zui vere pomographie. het voor alsof de rechtbank het geval zoo-zoo had bekeken, terwijl een rechters nota bene de stichter is centrale pomographiebestrtfdlng gevallen heeft. En zulk soort dingen meer Allemaal reclame! De onverkoopbare vuiligheid, waar men in Praag mee opgescheept zit, moet voor een flink deel naar ons land. En onze Justi tie moet de reclame maken! Is dat een schandaal of niet? op tafel. Dick sorteerde ze en overhandigde er een aan Betty. Tot haar verbazing zag zy. dat het adres ge schreven was met de hand van haar zuster: Had Janie zelf dan haar dringend verzoek ver geten, om haar adres-geheim te houden? Elizabeth deed de enveloppe open. Mrs. Warre ner was naar haar studeerkamer gegaan. Dick was bezig met zyn eigen correspondentie. Hy wilde iets tegen Betty zeggen, maar niet nü; zyn moeder kon immers ieder oogenblik binnen komen. Ineens hoorde hy een onderdrukten uitroep. Betty, die in een stoel by de tafel zat, hief haar doodsbleek gezichtje op. ..Slecht nieuws?" vroeg hy, naderby tredende. „O, ik moet dadelyk gaan!” riep ze wan hopend. ,Jk had er al eerder moeten zyn.” .Hetty, In 's Hemelsnaam, wat is het?" .Myn neef en ook de uweRorke...," „Rorke Gilchrist? “Wat is er met hem? Betty, wat Is hy voor joü?.... Waarom schryft hy je?” Zy zat met het hoofd op de hand geleund, terwyi haar elegante avondmantel half open vieL ,Jk heb hem nooit gezien!” antwoordde ze. ..De brfef is van mijn zuster Janie. Ze verkeeren «nftNL. konden geen andere plaats voor haar vinden; toén heeft ze haar achternaam maar weggelaten en is by de Gilchrists Ingetrokken als ..hulp voor de moe der". Zjj wilde niet, dat ik er van spreken eou. Verschenen is de muziek en de tekst van een oorspronkëiyke Tegelsche operette getiteld „Ba ron van Glazenap”. De stof voor deze operette Is ontleend aan de historische figuur Baron van Glazenap. De ge schiedenis verhaalt, dat omstreeks 1750 de heer van Hundt, Heer van Holtmolen te met aanhoorigheden, in gezelschap van zyn dochter een wandelrit deed per voiture, over de heide in de richting van Kaldenklrchen. Baron van Glazenap. afkomstig uit Pornme- ren, die met een aantal manschappen te paard Howard Bond voor Hervorming der Strafrechtpleging in Engeland heeft een merkwaardig rapport uitgebracht over de behandeling van gevangenen in voorarrest, in verschillende landen. Uit het rapport "biykt, dat in een groot aan tal landen voornamelijk in Europa man nen en vrouwen zonder proces in de gevangenis opgesloten biyven, en dart folteringen, ten einde bekentenissen of getuigenverklaringen af te dwingen, „wydverbreid zyn en toenemen." De Bond heeft inlichtingen ingewonnen om trent de volgende punten: 1. Wie is gemachtigd personen gevangen te houden vóór zy veroordeeld of vrygesproken worden? 2. Wie ondervraagt hen? 3. Hoe worden zy ondervraagd? 4. Hoe lang worden zy gevangen gehouden alvorens terecht te staan? 5. Wat gebeurt met gearresteerden die niet terecht staan? De resultaten van het onderzoek zullen voor gelegd worden aan den Volkenbond. In een inleiding tot het Rapport wordt gezegd. ATT f A op dlt bIad zijn ihgevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen 17 7^0 biJ levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door T7 7 bij een ongeval met p* 7^0 m I <1 ai XI x L-a O ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen verlies van beide armen, belde beenen of belde oogen «Jvfa" doodeljjken afloop “VV» AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVA Opeens werd Struisje gewekt doordat er iemand aan zyn pak zat te morrelen. Hy vloog verschrikt overeind en zag een kerel staan die X op den koffer voorzien had. Hij had zeker gedacht dat het wel makkelyk kou zyn om dien koffer te stelen van 'n dommen struisvogel en ’n slapenden professor; doch hy had bulten de waakzaamheid van Struisje gerekend. Want deze stond meteen overeind en had Het kostte Bettie eenige gewetenswroeging, om zoo te handelen, want dat gaan naar de bibliotheek was elgeniyk met de bedoeling en In de hoop, een brief van Janie te krygen. Die had zich geen enkelen keer door haar zuster laten overreden, om met haar adres te voorschyn té komen. Haar brieven, die dus het postmerk Chatbeck droegen, verschenen steeds by de Warreners, in den regel met de eerste post, zoodat Dick er zich dikwyis in stilte over verwonderde, van wie die toch wel konden zyn. Hy sprak echter geen enkelen keer meer van zyn neef in Stoneshire, maar de vrees, dat een van die epistels zyn nieuwsgierigheid weei wekken kon, had haar eindeiyk doen besluiten, Janie te vragen, om haar brieven in het ver volg maar aan de bibliotheek te adresseeren waar zy toch iedere week moest wezen voor inrull van boeken. Zoodra zy zich nu hier vertoonde, zei de eige nares: „Er ligt al een paar dagen een brief op u te wachten, Miss Gilchrist." Bettie had gretig het welkome epistel in ont vangst genomen, toen iemand, die achter haar den winkel was binnengekomen, haar naam uit sprak. Ijlings schoof ze den brief in het ge ruilde boek en kreeg een kleur van verrassing, toen ze, zich omkeerend, gewaar werd, dat dii Dick Warrener was. ,Jk zag door het venster Juist even het puntje van den staart van Dane," schertste hy, „en toen dacht ik wel, dat hy tot gelelde zou hebben!” Dick was een byzonder flinke, knappe ver- schynlng in zyn los-toegeknoopte regenjas, vond „Och, moeder. Juist een goed rechtsKundige zou er in een geval als dit. inloopen. De bewyzen spreken eveneens té duideiyk!” .Maar welke man zou nu op de bewyzen af gaan, als het karakter van de vrouw zoo duide- lyk spreekt! Zelfs een man, die geen heide voor haar voelde, zou toch zien, dat zy onschul dig is!" „Ik geloof, dat u geluk hebt." zei Dick met ernstigen nadruk. „Iedereen, met een greintje verstand, moet wel inzien, dat zy niet in staat is tot eenig kwaad en de man, die haar, ondanks alle bewuzen. niet vertrouwen kan, is haar dan ook niet waard." Zyn blik rustte niet op de heldin van het stuk, maar op het Jonge meisje naast hem. Elizabeth's oogen ontmoetten de zyne en er had een zwy- gende uitwisseling van gedachten plaats. een vraag en een antwoord, wat een stralende be- kooriykheid op haar lief gelaat te voorschyn riep. By de ontknooping werd de heldin in alle eer hersteld, maar Elizabeth enVJIck schonken hier niet veel aandacht aan. Ze richtten de blikken wel naar het tooneel, maar in gedach- ten waren ze slechts vervuld van elkagr. Lrvr^iyle'dro^eldop ,^e V MTS.. YïBi 'Sttninrrac m Is ftlSoór er weest We Iri hoekje en Elizabeth zat in droomeryen verdiept nlM>Ls voor hJrvmEo Eerst toen de auto voor de deur stilhield, viel het haar in. dat zy den brief van Janie nog niet gelezen had. In de eetkamer, waar nog het een en ander voor hen gereed stond, lagen een paar brieven tweeduizend Jaar geleden werd Galus Octavius, later Keizer Augustus, geboren. Ter viering van dit feit beval Mussolini een grootsche tentoonstelling, de „Mostra Augustea della Romanita” te organiseeren. De tentoonstelling moest niet alleen van histori- achen aard zyn, zy diende ook een politiek karakter te hebben. Het Italië van heden, het „Impero”, pretendeert ten nauwste verbonden te zyn met het Rome ten tyde van Augustus. Het begrypt het klassieke imperialistische ideaal en geeft in dezen tyd de heroïek van toen gestalte. Dit moest duldeiyk tot uitdrukking komen en in dezen propagandlstischen opzet is men alleszins geslaagd. Er is geen zaal op deze tentoonstelling, die den bezoeker niet nadruk- keiyk voorhoudt: zóó groot was Rome, déze rechten heeft het eenmaal bezeten zóó groot wil Rome weer worden, déze rechten wil het wéér bezitten. Afgaand op deze tentoonstelling komt men tot de conclusie, dat het imperialisme van het huidig Italië geen grenzen kent. Het is natio naal noch economisch georiënteerd; zyn rechten ontleent het aan de historie en deze zyn derhalve zoo goed als onbeperkt. De poli tieke werkeiykheld is natuuriyk anders. Mus solini, als groot staatsman, is een groot oppor tunist; hy is niet meer fantast dan noodlg Is om te voorzien in de theatrale behoeften van het Italiaansche volk. Dit volk zelf is trouwens te oud, om niet een zeer behooriyke portie scepticisme te bezitten. De Italiaan zal het imperialistische ideaal, dat nem door deze ten toonstelling wordt voorgehouden, toejuieben voor zoover het bewuste grootspraak is; voor zoover het ernst mocht zyn maar nogmaals: het is zeer onwaarschyniyk, dat het, zooals het hier gesteld wordt, ernst is moet het hem doen glimlachen. Om het eerste echter is het nu juist te doen, want ook wanneer men de grootspraak, omdat zy bewust is, toejuicht wordt men opgevoed tot heroïek. Men krtjgt weer gevoel voor styl. En als Italië een mythe behoeft, dan is slechts die van het groote, styivolle gebaar bruikbaar. Een andere zou niet geaccepteerd worden. Een groot stylvol gebaar, dat is de Mostra Augustea inderdaad. Zy vult tot de nok het tentoonstellingspaleis aan de Via Nazlonale, dat met het oog op deze gebeurtenis nog aan- zleniyk werd vergroot. Alleen reeds het aantal beeldhouwwerken overschrydt de drieduizend. Zeker, het zyn voor het meerendeel gipsen af gietsels en dit moge den speurder naar klas sieke schoonheid een desillusie bereiden. Maar eenmaal reproducties en afgietsels aanvaar dend, kon men van alle streken der wereld by- dragen verkrygen en zoo een voorbeeldige vol ledigheid bereiken. Kan zich op de Mostra Augustea de voor da Imperialistische politiek begeesterde verzadigen aan de talryke landkaarten, waarop de groei van het Romeinsche imperium werd uitgebeeld hoe gemakkeiyk en snel kan men hier leeren wat in den gymnasiumtyd een penitentie was: het verloop van den stryd tusschen Rome en Carthago, de Gallische oorlogen en wat dies meer zy de historicus kan zyn hart op halen aan veel, wat hy, benut hy deze ten toonstelling niet, wel nooit meer te zien zal kunnen krygen: reproducties, soms honderd maal vergrootend. van de zeldzaamste docu menten uit de oudheid, uit den tyd der konin- gen, Brutus, Tarquinlus Superbus munten, fragmenten van grafsteenen, de eerste in steen gegrifte wetten. Het materiaal is voortreffeiyk geordend en zoo openbaart en ontvouwt zich in beelden en mozaïeken, in zegels en handschrif ten, in statistieken en landkaarten, in pano rama's en maquettes, gansch de geschiedenis van Rome, beginnend hy den legendarischen Aeneas, om afgesloten te worden by den co- dificator Justinianus. Het middelpunt vormt natuuriyk de tyd van Augustus; Augustus, van wlen de inleiding tot de tentoonstelling schryft. dat zyn naam de eeuwen door by alle geciviliseerde volkeren het voorwerp der vereering was. In de centraal ge legen hal, die aan een tempel doet denken, staat hy afgebeeld als Pontifëx, als Keizer en als beschermer de* volk*. Het i* zeer indruk wekkend. maar wordt dit eerst ten volle, wan neer men aan een zywand in den vorm van een kruis het Lucas-Evangelie geciteerd vindt, dat verhaalt, boe ten tyde van Augustus ieder zich moest opgeven voor een volkstelling en hoe aan dit bevel gehoorzaamd werd door Joseph Maria. De grootste glorie van Augustus' regee- rlngsperlodede geboorte van een Kind in een stal. Wanneer het imperium van Augustus reeds lang uiteengevallen zal zyn, zal het „Imperium", dat het Kind ap aarde kwam stichten, onaan getast zyn Goddeiyk bestaan voeren. Doch geef den Keizer wat den Keizer toekomt: geef Augustus de eer, die hem als een der grootste imperatoren waardig is. Er bestaat geen rivali teit en de onvergeiykelyke grootheid van het Kind verkleint de grootheid van den Keizer niet. Dit hebben de organisators van de Mostra Augustea wél begrepen en daarom hebben zy niet geaarzeld naast het Romeinsche imperia lisme het Katholieke „imperialisme" uit te beelden. Daarom vindt men op deze tentoon stelling ook een kaart en niet ergens wegge moffeld, maar met een triomfant kruis van licht ernaast waarop de verovering van de wereld door het Christendom Is verzinnebeeld. In dezen tyd, nu het autoritaire regiem den bijsmaak dreigt te krygen van verdrukking der religie, is dit misschien wel de sterkste propa ganda, welke er van deze wonderbaariyke ten toonstelling uitgaat uit Dultschland naar Tegelen was gekomen om de dochter van den heer van Hundt te schaken, sloeg by Wam bach zyn slag en voerde de freule, die Baron van Glazenap vroeger reeds vergeefs ten huweiyk had gevraagd, mede. De baron huwde met haar en werd by erfenis Heer van Holtmolen. Van het Beiersche Hof verkreeg hy in 1755 verlof om munt te slaan, de z.g. Glazenapkes. Van Baron van Glazenap is bekend, dat hy tot de dolste dingen in staat was. Onder meer wilde hy een kanaal aanleg gen naar Kaldenkerken, vanaf den vyver van Holtmolen. wat gezien het feit, dat Kaldenker ken tientallen meters hooger ligt dan Tegelen, een volkomen fiasco werd. Ook «rilde de Baron het kasteel Holtmolen bomvry maken. Hy liet hiertoe het dak met enorme massa's zand be dekken, waarvan het gevolg was dat het in stortte en een metselaar er onder bedolven werd. De boemel-baron was een slechte bestuurder van Holtmolen. raakte financieel in den put en verliet Tegelen omstreeks 1770. Dit boek nu kan men in Nederland al lang koopen tegen een behoorlijken prijs. De uitgever echter, die in Tsjecho-Slowa- klje zit, heeft van het werk een grooten, on- verkoopbaren voorraad liggen. Onverkoop baar omdat het nationaal-socialistlsche Dultschland den prijzenswaardlgen moed had zijn grenzen voor dergelijk drukwerk te sluiten. Waar nu heen met die 40.000 exemplaren Wellicht is Nederland er goed voor! Als er maar reclame wordt gemaakt. Daartoe heeft een Nederlandsch boek handelaar zich geleend. Zélf bood hjj de justitie een proefproces over dit boek aan. Niet om den uitslag af te wachten, zooals een fatsoenlijk mensch zou veronderstellen, doch orti er reclame uit te slaan. Nauwe lijks werd het boek in beslag genortlen-, nauwelijks begon de Officier van Justitie het aangeboden proces aanhangig te ma ken of de groote klok werd geluid. In zijn eigen blaadje ontketende bedoelde boek handelaar een ware hetze tegen de straf vervolging.waar hij zelf om had ge vraagd. Verschillende bladen o.a. d> proene Amsterdammer natuurlijk en de Arbeiderspers namen het relletje over. Zij coquetteerden met den naam van den auteur, alsof het daarom ging. Zij stélden maar de de in ons land, dus sowieso belangstelling voor zulke dat voor zoover folterings-methoden ingevoerd z!1n in verband met politieke mlsdryven. „aan den stryd tusschen de partyen een nieuw ele ment van de uiterste verbittering toegevuegd Is, dat ook de internationale betrekkingen dreigt te verbitteren. Geen beschaafd land Is bereid te erkennen, dat het Mjn toevlucht neemt tot foltering. Toch kan niemand, die de feiten nagaat, eraan twyfelen, dat foltering thans meer voorkomt dan een halve eeuw geleden. Het kwaad is niet uitgeroeid, maar neemt toe.” Twee gevallen uit Europeesche landen worden genoemd. Het eerste betreft een gevangene, die dagen en nachten lang in een wlt-gestucadoords cel. van één vierkanten meter, en twee meter hoog, opgesloten werd, met een licht van 500 kaarsen sterkte voortdurend voor zyn gelaat brandend. Het andere betreft het uittrekken van de nagels van een gevangene. Noord-Ierland komt ook op de lijst voor. De bevoegdheden van po litie en magistraten tot het ondervragen van gevangenen, die nog niet terechtgestaan heb ben. zyn daar onbeperkt, en personen kunnen voor onbepaalden tyd gevangen gehouden wor dt n op bevel van de burgeriyke overheden, zon der dat zy terechtstaan. In Dultschland bestaan, aldus biykt uit het Rapport, in het geheel geen voorschriften be treffende ondervraging, en geen grens is gesteld aan den tyd. gedurende welken een persoon gevangen gehouden kan worden zonder terecht te staan. De Staatspolitie of Geheime Staatspolitie kan optreden tegen politlek-verdachten „geheel bul ten elk rechteriyk toezicht, en zonder eenig» wettige belemmering," en een persoon kan voor onbepaalden tyd in een concentratiekamp op gesloten worden. De Howard Bond zal te Genève vragen, dat zijn Rapport bestudeerd worde door de vyfde Volkenbondscommissie, welke zich met sociale aangelegenheden bezig houdt, en dat »y. Indien zy door deze en andere bewy«stukken over tuigd mocht worden, den Volkenbond zal advi- seeren een verklaring af te leggen, waarin de leden tot waakzaamheid en onderlinge samen werking aangespoord worden. y oor den ambtenaar van den Burgeriy- ken Stand van Dippelsga stond 's mor- v gen* om 11 uur een bruidspaar. De brui degom. een Jongeman van 24 Jaar met pein zende. dan weer plotseling flikkerende oogen, maakte een elgenaardlgen Indruk. De bruid was zeer rustig. „En nu vraag ik u. Hans Goll," sprak de ambtenaar tenslotte na eenige Inleidende woorden en nadat de formaliteiten vervuld waren, „of u met Charlotte Pahle. woonachtig in Dippelsga, het huweiyk wenscht aan te gaan." .Neen!" riep de bruidegom, .nu niet! Later!” De lorgnet viel den ambtenaar van den neus. „Als de heeren zoo goed willen zyn buiten nog even met elkaar te beraadslagen, dan zal Ik straks nog eens vragen." sprak hy. nadat hy Zich van «yn verrassing had hersteld. Maar zoo snel ging dat niet met de aan wezigen. met de ouders, familie en getuigen van 't bruidspaar. De bruid was met een gil van schrik op een dichtbystaanden stoel ge zonken. De anderen stonden min of meer per plex. Elndeiyk trokken zich de belde partijen, leder met hun huweiykscandldaat in 't mid den. in een hoek der kamer terug en begon nen opgewonden met elkaar te redeneeren. Om 't voorval voor de lezers eenlgermate te verduideiyken, moeten we opmerken, dat Hans en Charlotte reeds sedert een jaar verloofd waren De bruidegom was een eigenaasdig jongmensdh, gemakkeiyk uit z’n evenwicht te brengen en zeer onstandvastig van karakter. Van iets slechts of verkeerds was hy niet te betichten. doch genoemde eigenschappen brachten hem meermalen in een moeiiyk par ket. Van Charlotte hield hy veel en innig en hy had met liefde dengene neergeslagen, die beweren wilde, dat hy haar niet wenschte te trouwen. Maar hy was X met zichzelf nog niet eens, of X nu daarvoor al de tyd was. X Was misschien beter eerst nog eens rond te kyken, wat er in de wereld alzoo te doen was. alvo rens xlch voorgoed te binden. Het verlangen naar wlldstroomende rivieren, bergen met eeuwige sneeuw, zigeunerleven en avonturen was soms zoo sterk in hem, dat X hem te machtig werd. Hy had zyn geboorteland nog

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1937 | | pagina 19