fKduttAaal
«an
p
De avonturen van Prof je en Struis je
T
den daq
Augustus-tentoonstelling te Rome
TWEE NICHTEN
■O EN TWEE NEVEN
l
Het Christendom
niet vergeten
D’
ONZE WEERMACHT -
DONDERDAG 30 SEPTEMBER 1937
Hans wordt
u i tgeh uwe lij kt
Er dreigt gevaar
Tegelsche operette
ENCELSCH
NAAR HET
„Et Oavendsklöksje
Ave Maria”
Achteruitgang der
beschaving
■mm
B
I
en
georiënteerd;
Keizer Augustus en zijn Wereldrijk
Onverkoopbare vuiligheid
De
HERMAN KRAMER
7
op dit blad zijn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen
17
HOOFDSTUK XIV
(Wordt vervolgd)
Opoe Romeinsche correspondent schryft ons:
criminalist
den
van
van
den dief, die er natuurlijk meteen van door
wou. by zijn broek te pakken. De groote
snavel hapte er een lap uit. De man ging
aan den haal, met nog maar één pijp aan
zijn broek, maar Struisje was nog niet te
vreden. Een heel eind ging hU, half loo
pend, half vliegend achter hem aan, en
eerst bij de kromming van den weg Het hjj
hem met rust. Die zou zooiets niet weer pro-
beeren.
Tegelen
van
stem van den
niets wist en
HU hield haar handen In de zijne gesloten,
terwijl hy dit vroeg en zij antwoordde zacht:
U^at kan ik niet zegen; ik weet niet zeker...."
„Janie!" riep hij.
Op dat oogenbllk klonk er een doordringende
gil uit het vertrek boven hen, die iedere andere
gedachte bjj haar verdreef. Ontzet riep zij:
„O, Rorke, dat is Charlie I”
sren nu vlak bjj huis en stonden onder
lek. Ze strekte de hand uit, om het boek
van hem aam te nemen.
bij verlies van een hand,
een voet of een oog.
Pierre Zetfen, muziekleeraar, Rolduc, heeft op
den tekst .Kt Oavensklöksje Ave Maria” van
Jos Gerlenkirchen te Kerkrade, een 4 i 5 stem
mig gemengd koor A cappella gecomponeerd. De
motieven zijn ontleend aan het Oregoriaansch
en aan Jacob Arcadelt. Het opus Is door den
componist opgedragen aan den bisschop van
Roermond, Mgr. dr. O. temmens. Mgr. Ant. v.
d. Venne, directeur van Rolduc, heeft tekst en
partituur, in mariale en bisschoppelijke kleuren
gecalligrafeerd, versierd met het bisschoppelijk
wapen en gebonden In een met gouden let#rs
bedrukten omslag, aan den bisschop overhan
digd.
De compositie wordt In studie genomen door
het Akener Domkoor, onder leiding van Dom-
kapelmeester Th. Rehmann. R.
nu naar t stadhuis toog, was t hem te moede,
als iemand die absoluut niet wist, wat hij wil
de. In hem woedden allerlei tegenstrijdige ge
waarwordingen en juist toen de ambtenaar
hem de vraag stelde, welke over zijn lot *ou
beslissen, had de zucht om vrU te blijven en
de wijde wereld in te trekken de overmacht
over hem gekregen.
In beide hoeken van de kamer was men lan
gen tijd aan 1 bedisselen, wat er eigenlijk ge
beuren moest, zonder tot een resultaat te ko
men. Plotseling verhief zich Charlotte's oom
Ferdinand, die een oplossing gevonden had en
wel een zoodanige, dat belde families niet met
elkaar in vijandschap dreigden te vervallen.
„WIJ willen,” zei
oom Ferdinand,
„In deze omstan-
dlgheden afzien
van de huwelijks- i
sluiting, doch on- j
der voorwaarde,
dat Hans op de
vraag, die de ambtenaar straks zal stellen. Ja"
zal antwoorden, terwijl Charlotte de eer aan
zich zal houden en met „neen" zal antwoor
den. -
Daarmee is dan de zaak afgedaan."
De bruidegom en de zijnen namen het voor
stel aan. En opnieuw stelde de ambtenaar de
bewuste vraag. Hans antwoordde zoo vlug mo
gelijk .Ja”. Daarop vroeg de ambtenaar:
„En nu vraag ik u Charlotte Pahle, of u met
Hans Goll. woonachtig eveneens In Dippelsga.
In het huwelijk wenscht te treden."
Ja," riep de bruid, duidelijk verneembaar.
Zij keek vastbesloten en trotsch uit haar
oog en.
X Woord sloeg In als een bom en toch kon
niemand zich bewegen, zoo onwaarschijnlijk
scheen X hun.
„Dan verklaar ik hiermee X huwelijk voor
gesloten,” klonk In de stilte
ambtenaar, die van de afspn
er zich natuurlijk ook niet mee ingelaten zou
hebben.
Eindelijk werd de spanning verbroken,
bruidegom wilde beginnen te razen en zette
in zijn opwinding echter nog zijn handteekenlng
onder de huwelljksacte. De anderen stamelden
onsamenhangende woorden. Maar er viel niets
aan te veranderen. De twee waren getrouwd.
En Hans zou t dus maar eens in den hu-
welyksstaat probeeren Na twee weken reeds
verklaarde hij. dat zijn Charlotte de flinkste
vrouw van de wereld was en hijzelf de groot
ste domoor. «Nadruk verboden)
Betty. Wel zat ze er wat over in, of hij ook soms
de woorden van de vrouw zou gehoord, of hkar
haastige beweging, om den brief weg te stoppen,
zou gezien hebben. De verhoogde blos maakte
haar gezichtje nog ééns zoo bekoorlijk en hy
meende daaruit te mogen opmaken, dat zij even
aangenaam verrast was door deze ontmoeting
als hjj.
Zoodra ze de bibliotheek uit waren, wilde hy
absoluut het boek voor haar dragen. Daar zij
geen parapluie bjj zich had en hjj wél, hield
hjj die boven haar hoofd. Nu was het maar een
klein eindje van de bibliotheek naar huls.
maar toch deden ze er tamelijk lang over.
,Jk wilde u en moeder vanavond mee naar
den schouwburg nemen." zei hij. „dan kunnen
we eerst buitenshuis dlneeren. U heeft den laat-
sten tijd veel te hard gewerkt en de boog kan
toch niet altijd gespannen zjjnl"
.Dat heeft u verleden week ook al gezegd,
toen u ons naar het concert in Queen's Hall
mee heeft genomen en naar het Russisch ballet
en de week te voren, toen we tweemaal een
tochtje op de rivier hebben gemaakt!”
Maar die uitstapjes zijn u toch geen van alle
slecht bekomen, is 't wel, Betty?”
Ze schrok: hjj had haar nog nooit bjj den
voornaam genoemd.
„Als uw moeder gaan wil, dan.... za! ze mij
wel meenemen."
.Kn gaat u dan enkel uit een soort plichtsge
voel?"
Ze
de p<
Onze weermacht moet verbeterd.
Neerland is een offer waard!
Ook al zijn w' een kleine natie.
Ook al zijn we een klein land,
Iedereen moet van ons weten:
Daar geeft men toch tegenstand.
Want aan liefde voor de vrijheid
Is hier waarlijk geen gebrek.
Nederlanders moet men weten
Zijn wel goed, maar heusch
niet gek!
Het had den heelen dag al geregend in Bur
lington. Mrs. Warrener en haar secretaresse
waren druk bezig geweest met het verzenden
van een stapel circulaires en Elizabeth was wel
Wat moe.
Na de thee stelde zij voor, of ze, den regen-
irotseerende den hond even zou bulten laten
wn dan meteen bjj het terugkomen in de
bibliotheek een boek zou gaan ruilen.
Haar werkgeefster vond dit een uitstekend
plan en gaf haar een Hjstje van boeken, die zij
graag wei eens wilde lezen.
„Doe je het dan enkel uit plichtsgevoel?” her
haalde hjj, „en is het je geen genoegen, om met
mij mee te gaan?”
Zenuwachtig trilde haar hand, zoodat ze het
boek liet vallen. Dick bukte zich om het op te
rapen, en de brief gleed er uit.
Toen hjj een spetje slijk er afveegde, moest
hij wel zien, dat het een ongeopende brief was
geadresseerd met een mannenhand, althans
daar had Janie's schrift veel van; ook kon het
poststempel uit Chatbeck hem zjjn opgevallen.
Hjj moest zich wel herinneren haar ver
legenheid. toen zjj den vorigen keer een derge-
Ijjken brief ontving en als hjj de woorden van
de vrouw uit de bibliotheek had verstaan, dan
konden die hem al een heel eind op weg ge
bracht hebben, om de afkomst van den brief te
verklaren.... Pjjnlljk was haar verlegenheid
nu; ze bloosde tot in de wortels van haar mooi,
goudblond haar, toen hjj haar den brief over
reikte.
Zooals de afspraak was. dineerden ze buitens
huis en gingen toen naar den schouwburg. Maar
de avond was al half voorbij, eer Betty iets
had aan het stuk.
Dick was wel heel beleefd en oplettend voor
de dames, maar hu was toch stil en verstrooid
en Betty zou dolgraag zijn gedachten gelezen
hebben.
De intrigue van het stuk ontlokte Mrs. War
rener den ui troep:
.Maar 'die man is dan toch al heel makke
lijk te bedriegen. Ik 4enk, dat jy, Dick, toch een
té goed rechtskundige zou wezen, om je zóó te
laten misleiden?”
nooit verlaten, dus kon hy nog niet weten, dat
't nergens beter en veiliger was. Kort geleden
had Charlotte hem om zyn malle bevliegingen
zyn woord teruggeven, maar hy had niet ge
rust vóórdat ze zich weer met hem had ver
zoend. En toen had hy zelfs in een plotselinge
opwelling willen aanteekenen. Doch juist in de
laatste dagen waren hem weer lokkende rels-
beschryvingen in handen gekomen en toen hy
Wordt dan Neerland eind'Ujk wakker?
Zal de Nederlandsche Leeuw
Dan toch overeind gaan komen
Met gebrul en zonder geeuw?
Zal de weermacht dan wat waard zifn
Ook in den modernen tijd.
Waarin alle buren wapenen.
En zich sterken als om strijd?
Neerland is graag vredelievend.
Geen, die dat betwijfelen zal.
Maar als het te goed zou wezen
Brengt het nog zichzelf ten val.
Wordt begeerig ook gekeken,
Dan staat Neerland pal en vief,
Niemand wnl een aanvalsoorlog,
S ‘t Leger werke preventief.
Neerland smeedt geen booze plannen,
't Is tevree met zijn gebied.
Maar de deuren open zetten.
Dat is zelfmoord, anders niet!
Laat het dan een offer wezen,
Dat de grootste zorgen baart, -
■hui
Profje was intusschen ook ontwaakt en
keek slaperig om zich heen. Waar was
Struisje nu toch? Hy keek ‘angstig rond of
er misschien weer een kipachtig beest voor
in de plaats was gekomen, maar hy vond
niets. Gelukkig brachten Struisjes lange
beenen hem weer gauw terug en met een
zucht van verlichting klom Profje op zyn
oude plaatsje en liet Struisje verder stap
pen.
rlkkel-lectuur kent geen betere, geen
meer effectieve reclame, dan een in-
beslag-nemlnkje. Iedere boekhande
laar, die zich met den verkoop van zulke
lectuur bezig houdt, weet dat en de mln-
conscientieusen onder hen speculeeren
daar zelfs op.
Er loopt op het oogenblik zoo’n klein be-
slagje tegen een Duitsch boek, dat qua tekst
niet van wetenschappelijke waarde ontbloot
is, doch waarvan de illustraties een dus
danige lichamelijke ontblooting te zien
geven, dat het geheel, in de handen van
den gewonen, gemiddelden, intellectueelen
lezer eenvoudig pomographie vormt. Wie
als psychiater of medicus, als
of kunstenaar belang stelt in den tekst
vindt daar mogelijk interessant materiaal
in, maar zelfs hém zullen de illustraties
niet anders dan als bewust prikkelma-
teriaal kunnen aandoen. Deze illustraties
komen niet van den wetenschappen] ken
auteur, doch van den zakelljken uitgever,
die voor goed geld den naam van een be
kend man uit de sexueele wetenschap
kocht als vlag op de modderschuit van zjjn
vieze prentenboek. Dat feit werd bevestigd
door een van de medewerkers aan deze of
een dergelijke uitgave, die den uitgever
schriftelijk verzocht zijn bijdrage uit het
boek terug te nemen omdat dit geen we
tenschappelijk werk meer was. maar zui
vere pomographie.
het voor alsof de rechtbank het geval
zoo-zoo had bekeken, terwijl een
rechters nota bene de stichter is
centrale pomographiebestrtfdlng
gevallen heeft. En zulk soort dingen meer
Allemaal reclame!
De onverkoopbare vuiligheid, waar men
in Praag mee opgescheept zit, moet voor
een flink deel naar ons land. En onze Justi
tie moet de reclame maken! Is dat een
schandaal of niet?
op tafel. Dick sorteerde ze en overhandigde er
een aan Betty.
Tot haar verbazing zag zy. dat het adres ge
schreven was met de hand van haar zuster:
Had Janie zelf dan haar dringend verzoek ver
geten, om haar adres-geheim te houden?
Elizabeth deed de enveloppe open. Mrs. Warre
ner was naar haar studeerkamer gegaan. Dick
was bezig met zyn eigen correspondentie. Hy
wilde iets tegen Betty zeggen, maar niet nü; zyn
moeder kon immers ieder oogenblik binnen
komen.
Ineens hoorde hy een onderdrukten uitroep.
Betty, die in een stoel by de tafel zat, hief
haar doodsbleek gezichtje op.
..Slecht nieuws?" vroeg hy, naderby tredende.
„O, ik moet dadelyk gaan!” riep ze wan
hopend. ,Jk had er al eerder moeten zyn.”
.Hetty, In 's Hemelsnaam, wat is het?"
.Myn neef en ook de uweRorke...,"
„Rorke Gilchrist? “Wat is er met hem? Betty,
wat Is hy voor joü?.... Waarom schryft hy je?”
Zy zat met het hoofd op de hand geleund,
terwyi haar elegante avondmantel half open
vieL
,Jk heb hem nooit gezien!” antwoordde ze.
..De brfef is van mijn zuster Janie. Ze verkeeren
«nftNL.
konden
geen andere plaats voor haar vinden; toén heeft
ze haar achternaam maar weggelaten en is by
de Gilchrists Ingetrokken als ..hulp voor de moe
der". Zjj wilde niet, dat ik er van spreken eou.
Verschenen is de muziek en de tekst van een
oorspronkëiyke Tegelsche operette getiteld „Ba
ron van Glazenap”.
De stof voor deze operette Is ontleend aan de
historische figuur Baron van Glazenap. De ge
schiedenis verhaalt, dat omstreeks 1750 de heer
van Hundt, Heer van Holtmolen te
met aanhoorigheden, in gezelschap van zyn
dochter een wandelrit deed per voiture, over
de heide in de richting van Kaldenklrchen.
Baron van Glazenap. afkomstig uit Pornme-
ren, die met een aantal manschappen te paard
Howard Bond voor Hervorming der
Strafrechtpleging in Engeland heeft een
merkwaardig rapport uitgebracht over
de behandeling van gevangenen in voorarrest,
in verschillende landen.
Uit het rapport "biykt, dat in een groot aan
tal landen voornamelijk in Europa man
nen en vrouwen zonder proces in de gevangenis
opgesloten biyven, en dart folteringen, ten einde
bekentenissen of getuigenverklaringen af te
dwingen, „wydverbreid zyn en toenemen."
De Bond heeft inlichtingen ingewonnen om
trent de volgende punten:
1. Wie is gemachtigd personen gevangen te
houden vóór zy veroordeeld of vrygesproken
worden?
2. Wie ondervraagt hen?
3. Hoe worden zy ondervraagd?
4. Hoe lang worden zy gevangen gehouden
alvorens terecht te staan?
5. Wat gebeurt met gearresteerden die niet
terecht staan?
De resultaten van het onderzoek zullen voor
gelegd worden aan den Volkenbond.
In een inleiding tot het Rapport wordt gezegd.
ATT f A op dlt bIad zijn ihgevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen 17 7^0 biJ levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door T7 7 bij een ongeval met p* 7^0 m
I <1 ai XI x L-a O ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen verlies van beide armen, belde beenen of belde oogen «Jvfa" doodeljjken afloop “VV»
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVA
Opeens werd Struisje gewekt doordat er
iemand aan zyn pak zat te morrelen. Hy
vloog verschrikt overeind en zag een kerel
staan die X op den koffer voorzien had. Hij
had zeker gedacht dat het wel makkelyk kou
zyn om dien koffer te stelen van 'n dommen
struisvogel en ’n slapenden professor; doch
hy had bulten de waakzaamheid van Struisje
gerekend.
Want deze stond meteen overeind en had
Het kostte Bettie eenige gewetenswroeging,
om zoo te handelen, want dat gaan naar de
bibliotheek was elgeniyk met de bedoeling en In
de hoop, een brief van Janie te krygen.
Die had zich geen enkelen keer door haar
zuster laten overreden, om met haar adres te
voorschyn té komen. Haar brieven, die dus het
postmerk Chatbeck droegen, verschenen steeds
by de Warreners, in den regel met de eerste
post, zoodat Dick er zich dikwyis in stilte
over verwonderde, van wie die toch wel konden
zyn. Hy sprak echter geen enkelen keer meer
van zyn neef in Stoneshire, maar de vrees, dat
een van die epistels zyn nieuwsgierigheid weei
wekken kon, had haar eindeiyk doen besluiten,
Janie te vragen, om haar brieven in het ver
volg maar aan de bibliotheek te adresseeren
waar zy toch iedere week moest wezen voor
inrull van boeken.
Zoodra zy zich nu hier vertoonde, zei de eige
nares:
„Er ligt al een paar dagen een brief op u te
wachten, Miss Gilchrist."
Bettie had gretig het welkome epistel in ont
vangst genomen, toen iemand, die achter haar
den winkel was binnengekomen, haar naam uit
sprak. Ijlings schoof ze den brief in het ge
ruilde boek en kreeg een kleur van verrassing,
toen ze, zich omkeerend, gewaar werd, dat dii
Dick Warrener was.
,Jk zag door het venster Juist even het puntje
van den staart van Dane," schertste hy, „en toen
dacht ik wel, dat hy tot gelelde zou hebben!”
Dick was een byzonder flinke, knappe ver-
schynlng in zyn los-toegeknoopte regenjas, vond
„Och, moeder. Juist een goed rechtsKundige zou
er in een geval als dit. inloopen. De bewyzen
spreken eveneens té duideiyk!”
.Maar welke man zou nu op de bewyzen af
gaan, als het karakter van de vrouw zoo duide-
lyk spreekt! Zelfs een man, die geen heide
voor haar voelde, zou toch zien, dat zy onschul
dig is!"
„Ik geloof, dat u geluk hebt." zei Dick met
ernstigen nadruk. „Iedereen, met een greintje
verstand, moet wel inzien, dat zy niet in staat
is tot eenig kwaad en de man, die haar, ondanks
alle bewuzen. niet vertrouwen kan, is haar dan
ook niet waard."
Zyn blik rustte niet op de heldin van het stuk,
maar op het Jonge meisje naast hem. Elizabeth's
oogen ontmoetten de zyne en er had een zwy-
gende uitwisseling van gedachten plaats. een
vraag en een antwoord, wat een stralende be-
kooriykheid op haar lief gelaat te voorschyn
riep.
By de ontknooping werd de heldin in alle
eer hersteld, maar Elizabeth enVJIck schonken
hier niet veel aandacht aan. Ze richtten de
blikken wel naar het tooneel, maar in gedach-
ten waren ze slechts vervuld van elkagr.
Lrvr^iyle'dro^eldop ,^e
V MTS.. YïBi 'Sttninrrac m Is ftlSoór er weest We Iri
hoekje en Elizabeth zat in droomeryen verdiept nlM>Ls voor hJrvmEo
Eerst toen de auto voor de deur stilhield, viel
het haar in. dat zy den brief van Janie nog
niet gelezen had.
In de eetkamer, waar nog het een en ander
voor hen gereed stond, lagen een paar brieven
tweeduizend Jaar geleden werd Galus
Octavius, later Keizer Augustus, geboren.
Ter viering van dit feit beval Mussolini
een grootsche tentoonstelling, de „Mostra
Augustea della Romanita” te organiseeren. De
tentoonstelling moest niet alleen van histori-
achen aard zyn, zy diende ook een politiek
karakter te hebben. Het Italië van heden, het
„Impero”, pretendeert ten nauwste verbonden
te zyn met het Rome ten tyde van Augustus.
Het begrypt het klassieke imperialistische ideaal
en geeft in dezen tyd de heroïek van toen
gestalte. Dit moest duldeiyk tot uitdrukking
komen en in dezen propagandlstischen opzet is
men alleszins geslaagd. Er is geen zaal op deze
tentoonstelling, die den bezoeker niet nadruk-
keiyk voorhoudt: zóó groot was Rome, déze
rechten heeft het eenmaal bezeten zóó groot
wil Rome weer worden, déze rechten wil het
wéér bezitten.
Afgaand op deze tentoonstelling komt men
tot de conclusie, dat het imperialisme van het
huidig Italië geen grenzen kent. Het is natio
naal noch economisch georiënteerd; zyn
rechten ontleent het aan de historie en deze
zyn derhalve zoo goed als onbeperkt. De poli
tieke werkeiykheld is natuuriyk anders. Mus
solini, als groot staatsman, is een groot oppor
tunist; hy is niet meer fantast dan noodlg Is
om te voorzien in de theatrale behoeften van
het Italiaansche volk. Dit volk zelf is trouwens
te oud, om niet een zeer behooriyke portie
scepticisme te bezitten. De Italiaan zal het
imperialistische ideaal, dat nem door deze ten
toonstelling wordt voorgehouden, toejuieben
voor zoover het bewuste grootspraak is; voor
zoover het ernst mocht zyn maar nogmaals:
het is zeer onwaarschyniyk, dat het, zooals
het hier gesteld wordt, ernst is moet het
hem doen glimlachen. Om het eerste echter is
het nu juist te doen, want ook wanneer men
de grootspraak, omdat zy bewust is, toejuicht
wordt men opgevoed tot heroïek. Men krtjgt
weer gevoel voor styl. En als Italië een mythe
behoeft, dan is slechts die van het groote,
styivolle gebaar bruikbaar. Een andere zou niet
geaccepteerd worden.
Een groot stylvol gebaar, dat is de Mostra
Augustea inderdaad. Zy vult tot de nok het
tentoonstellingspaleis aan de Via Nazlonale,
dat met het oog op deze gebeurtenis nog aan-
zleniyk werd vergroot. Alleen reeds het aantal
beeldhouwwerken overschrydt de drieduizend.
Zeker, het zyn voor het meerendeel gipsen af
gietsels en dit moge den speurder naar klas
sieke schoonheid een desillusie bereiden. Maar
eenmaal reproducties en afgietsels aanvaar
dend, kon men van alle streken der wereld by-
dragen verkrygen en zoo een voorbeeldige vol
ledigheid bereiken.
Kan zich op de Mostra Augustea de voor da
Imperialistische politiek begeesterde verzadigen
aan de talryke landkaarten, waarop de groei
van het Romeinsche imperium werd uitgebeeld
hoe gemakkeiyk en snel kan men hier leeren
wat in den gymnasiumtyd een penitentie was:
het verloop van den stryd tusschen Rome en
Carthago, de Gallische oorlogen en wat dies
meer zy de historicus kan zyn hart op
halen aan veel, wat hy, benut hy deze ten
toonstelling niet, wel nooit meer te zien zal
kunnen krygen: reproducties, soms honderd
maal vergrootend. van de zeldzaamste docu
menten uit de oudheid, uit den tyd der konin-
gen, Brutus, Tarquinlus Superbus munten,
fragmenten van grafsteenen, de eerste in steen
gegrifte wetten. Het materiaal is voortreffeiyk
geordend en zoo openbaart en ontvouwt zich in
beelden en mozaïeken, in zegels en handschrif
ten, in statistieken en landkaarten, in pano
rama's en maquettes, gansch de geschiedenis
van Rome, beginnend hy den legendarischen
Aeneas, om afgesloten te worden by den co-
dificator Justinianus.
Het middelpunt vormt natuuriyk de tyd van
Augustus; Augustus, van wlen de inleiding tot
de tentoonstelling schryft. dat zyn naam de
eeuwen door by alle geciviliseerde volkeren het
voorwerp der vereering was. In de centraal ge
legen hal, die aan een tempel doet denken,
staat hy afgebeeld als Pontifëx, als Keizer en
als beschermer de* volk*. Het i* zeer indruk
wekkend. maar wordt dit eerst ten volle, wan
neer men aan een zywand in den vorm van een
kruis het Lucas-Evangelie geciteerd vindt, dat
verhaalt, boe ten tyde van Augustus ieder zich
moest opgeven voor een volkstelling en hoe aan
dit bevel gehoorzaamd werd door Joseph
Maria. De grootste glorie van Augustus' regee-
rlngsperlodede geboorte van een Kind in een
stal.
Wanneer het imperium van Augustus reeds
lang uiteengevallen zal zyn, zal het „Imperium",
dat het Kind ap aarde kwam stichten, onaan
getast zyn Goddeiyk bestaan voeren. Doch geef
den Keizer wat den Keizer toekomt: geef
Augustus de eer, die hem als een der grootste
imperatoren waardig is. Er bestaat geen rivali
teit en de onvergeiykelyke grootheid van het
Kind verkleint de grootheid van den Keizer
niet. Dit hebben de organisators van de Mostra
Augustea wél begrepen en daarom hebben zy
niet geaarzeld naast het Romeinsche imperia
lisme het Katholieke „imperialisme" uit te
beelden. Daarom vindt men op deze tentoon
stelling ook een kaart en niet ergens wegge
moffeld, maar met een triomfant kruis van
licht ernaast waarop de verovering van de
wereld door het Christendom Is verzinnebeeld.
In dezen tyd, nu het autoritaire regiem den
bijsmaak dreigt te krygen van verdrukking der
religie, is dit misschien wel de sterkste propa
ganda, welke er van deze wonderbaariyke ten
toonstelling uitgaat
uit Dultschland naar Tegelen was gekomen om
de dochter van den heer van Hundt te schaken,
sloeg by Wam bach zyn slag en voerde de
freule, die Baron van Glazenap vroeger reeds
vergeefs ten huweiyk had gevraagd, mede.
De baron huwde met haar en werd by erfenis
Heer van Holtmolen. Van het Beiersche Hof
verkreeg hy in 1755 verlof om munt te slaan,
de z.g. Glazenapkes. Van Baron van Glazenap
is bekend, dat hy tot de dolste dingen in staat
was. Onder meer wilde hy een kanaal aanleg
gen naar Kaldenkerken, vanaf den vyver van
Holtmolen. wat gezien het feit, dat Kaldenker
ken tientallen meters hooger ligt dan Tegelen,
een volkomen fiasco werd. Ook «rilde de Baron
het kasteel Holtmolen bomvry maken. Hy liet
hiertoe het dak met enorme massa's zand be
dekken, waarvan het gevolg was dat het in
stortte en een metselaar er onder bedolven
werd.
De boemel-baron was een slechte bestuurder
van Holtmolen. raakte financieel in den put en
verliet Tegelen omstreeks 1770.
Dit boek nu kan men in Nederland al
lang koopen tegen een behoorlijken prijs.
De uitgever echter, die in Tsjecho-Slowa-
klje zit, heeft van het werk een grooten, on-
verkoopbaren voorraad liggen. Onverkoop
baar omdat het nationaal-socialistlsche
Dultschland den prijzenswaardlgen moed
had zijn grenzen voor dergelijk drukwerk te
sluiten. Waar nu heen met die 40.000
exemplaren
Wellicht is Nederland er goed voor!
Als er maar reclame wordt gemaakt.
Daartoe heeft een Nederlandsch boek
handelaar zich geleend. Zélf bood hjj de
justitie een proefproces over dit boek aan.
Niet om den uitslag af te wachten, zooals
een fatsoenlijk mensch zou veronderstellen,
doch orti er reclame uit te slaan. Nauwe
lijks werd het boek in beslag genortlen-,
nauwelijks begon de Officier van Justitie
het aangeboden proces aanhangig te ma
ken of de groote klok werd geluid. In zijn
eigen blaadje ontketende bedoelde boek
handelaar een ware hetze tegen de straf
vervolging.waar hij zelf om had ge
vraagd. Verschillende bladen o.a. d>
proene Amsterdammer natuurlijk en de
Arbeiderspers namen het relletje over.
Zij coquetteerden met den naam van den
auteur, alsof het daarom ging. Zij stélden
maar
de
de
in ons
land, dus sowieso belangstelling voor zulke
dat voor zoover folterings-methoden ingevoerd
z!1n in verband met politieke mlsdryven. „aan
den stryd tusschen de partyen een nieuw ele
ment van de uiterste verbittering toegevuegd
Is, dat ook de internationale betrekkingen
dreigt te verbitteren. Geen beschaafd land Is
bereid te erkennen, dat het Mjn toevlucht neemt
tot foltering. Toch kan niemand, die de feiten
nagaat, eraan twyfelen, dat foltering thans
meer voorkomt dan een halve eeuw geleden. Het
kwaad is niet uitgeroeid, maar neemt toe.”
Twee gevallen uit Europeesche landen worden
genoemd. Het eerste betreft een gevangene, die
dagen en nachten lang in een wlt-gestucadoords
cel. van één vierkanten meter, en twee meter
hoog, opgesloten werd, met een licht van 500
kaarsen sterkte voortdurend voor zyn gelaat
brandend.
Het andere betreft het uittrekken van de
nagels van een gevangene. Noord-Ierland komt
ook op de lijst voor. De bevoegdheden van po
litie en magistraten tot het ondervragen van
gevangenen, die nog niet terechtgestaan heb
ben. zyn daar onbeperkt, en personen kunnen
voor onbepaalden tyd gevangen gehouden wor
dt n op bevel van de burgeriyke overheden, zon
der dat zy terechtstaan.
In Dultschland bestaan, aldus biykt uit het
Rapport, in het geheel geen voorschriften be
treffende ondervraging, en geen grens is gesteld
aan den tyd. gedurende welken een persoon
gevangen gehouden kan worden zonder terecht
te staan.
De Staatspolitie of Geheime Staatspolitie kan
optreden tegen politlek-verdachten „geheel bul
ten elk rechteriyk toezicht, en zonder eenig»
wettige belemmering," en een persoon kan voor
onbepaalden tyd in een concentratiekamp op
gesloten worden.
De Howard Bond zal te Genève vragen, dat
zijn Rapport bestudeerd worde door de vyfde
Volkenbondscommissie, welke zich met sociale
aangelegenheden bezig houdt, en dat »y. Indien
zy door deze en andere bewy«stukken over
tuigd mocht worden, den Volkenbond zal advi-
seeren een verklaring af te leggen, waarin de
leden tot waakzaamheid en onderlinge samen
werking aangespoord worden.
y oor den ambtenaar van den Burgeriy-
ken Stand van Dippelsga stond 's mor-
v gen* om 11 uur een bruidspaar. De brui
degom. een Jongeman van 24 Jaar met pein
zende. dan weer plotseling flikkerende oogen,
maakte een elgenaardlgen Indruk. De bruid
was zeer rustig.
„En nu vraag ik u. Hans Goll," sprak de
ambtenaar tenslotte na eenige Inleidende
woorden en nadat de formaliteiten vervuld
waren, „of u met Charlotte Pahle. woonachtig
in Dippelsga, het huweiyk wenscht aan te
gaan."
.Neen!" riep de bruidegom, .nu niet! Later!”
De lorgnet viel den ambtenaar van den neus.
„Als de heeren zoo goed willen zyn buiten
nog even met elkaar te beraadslagen, dan zal
Ik straks nog eens vragen." sprak hy. nadat hy
Zich van «yn verrassing had hersteld.
Maar zoo snel ging dat niet met de aan
wezigen. met de ouders, familie en getuigen
van 't bruidspaar. De bruid was met een gil
van schrik op een dichtbystaanden stoel ge
zonken. De anderen stonden min of meer per
plex. Elndeiyk trokken zich de belde partijen,
leder met hun huweiykscandldaat in 't mid
den. in een hoek der kamer terug en begon
nen opgewonden met elkaar te redeneeren.
Om 't voorval voor de lezers eenlgermate te
verduideiyken, moeten we opmerken, dat Hans
en Charlotte reeds sedert een jaar verloofd
waren De bruidegom was een eigenaasdig
jongmensdh, gemakkeiyk uit z’n evenwicht te
brengen en zeer onstandvastig van karakter.
Van iets slechts of verkeerds was hy niet te
betichten. doch genoemde eigenschappen
brachten hem meermalen in een moeiiyk par
ket. Van Charlotte hield hy veel en innig en
hy had met liefde dengene neergeslagen, die
beweren wilde, dat hy haar niet wenschte te
trouwen. Maar hy was X met zichzelf nog niet
eens, of X nu daarvoor al de tyd was. X Was
misschien beter eerst nog eens rond te kyken,
wat er in de wereld alzoo te doen was. alvo
rens xlch voorgoed te binden. Het verlangen
naar wlldstroomende rivieren, bergen met
eeuwige sneeuw, zigeunerleven en avonturen
was soms zoo sterk in hem, dat X hem te
machtig werd. Hy had zyn geboorteland nog