p De avonturen van Prof je en Struis je (ct <Ketu&Aaal uan den daq Augustus-tentoonstelling te Rome TWEE NICHTEN EN TWEE NEVEN D' I ONZE WEERMACHT Het Christendom niet vergeten DONDERDAG 30 SEPTEMBER 1937 Onverkoopbare vuiligheid Tegelsche operette „Et Oavendsklöksje Ave Maria” Achteruitgang der beschaving Er dreigt gevaar NAAR HET ENCELSCH~| 'i Hans wordt uitgehuwelijkt AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVA i De bruid Wordt dan Neerland eind’lijk wakker? 1/ HERMAN KRAMER o op dit blad zijn Ingevolge de yerzekeringsvoorwaarden tegen HOOFDSTUK XIV slechl (Wordt vervolgd) den dief, die et natuurlek meteen van door véou, b(j zijn broek te pakken. De groote snavel hapte er een lap uit. De man ging aan den haal, met nog maar één pijp aan zijn broek, maar Struisje was nog niet te vreden. Een heel eind ging hU, half loo pend, half vliegend achter hem aan. en eerst bij de kromming van den weg liet hij hem met rust. Die zou zoolets niet weer pro- beeren. Verschenen Is de muziek en de tekst van een oorspronkelijke Tegelsche operette getiteld ..Ba ron van Olazenap”. De stof voor deze operette is ontleend aan de historische figuur Baron van Glazenap. De fe- Tegelen van van van in ons land, dus sowieso belangstelling voor zulke HHflB - I ■IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII by verlies van een band, een voet of een oog. de de niet gek! S weedulzend Jaar geleden werd Gaius Octavius, later Keizer Augustus, geboren. Ter viering van dit feit beval Mussolini grootsche tentoonstelling, als beschermer des volks. Het Is zeer indruk wekkend. maar wordt dit eerst ten volle, wan neer men aan een zijwand In den vorm van een kruis het Lucas-Evangelie geciteerd vtndt, dai verhaalt, hoe ten tijde van Augustus ieder zich moest opgeven voor een volkstelling en hoe dan dit bevel gehoorzaamd werd door Joseph en Maria. De grootste glorie van Augustus' regee- ringsperiodede geboorte van een Kind in een stal. Wanneer het imperium van Augustus reeds lang uiteengevallen zal zijn, zal het „Imperium", dat het Kind op aarde kwam stichten, onaan getast zijn Goddelijk bestaan voeren. Doch geef den Keiser wat den Keizer toekomt: geef Augustus de eer, die hem als een der grootste imperatoren waardig W. Er bestaat geen rivali teit en de onvergelijkelijke grootheid van het Kind verkleint de grootheid van den Keizer niet. Dit hebben de organisators van de Mostra Augustea wél begrepen en daarom hebben zij niet geaarzeld naast het Romeinsche imperia lisme het Katholieke „Imperialisme" uit te beelden. Daarom vindt men op deze tentoon stelling ook een kaart en niet ergens wegge- moffrld, maar met een triomfant kruis van licht ernaast waarop de verovering van de wereld door het Christendom is verzinnebeeld. In dezen tijd, nu het autoritaire regiem den bijsmaak dreigt te krijgen van verdrukking der religie, is dit misschien wel de sterkste propa ganda, welke er van deze wonderbaarlijke ten toonstelling uitgaat. „Doe je het dan enkel uit plichtsgevoel?" her haalde hjj, „en is het Je geen genoegen, om met mij mee te gaan?" Zenuwachtig trilde haar hand, zoodat ze het boek liet vallen. Dick bukte zich om het op te rapen, en de brief gleed er uit. Toen hij een spetje slijk er afveegde, moest hij wel zien, dat het een ongeopende brief was. geadresseerd met een mannenhand, althans daar had Janies schrift veel van; ook kon het poststempel uit Chatbeck hem zijn opgevallen. H(j moest zich wel herinneren haar ver legenheid, toen zU den vorigen keer een derge- 1 ijken brief ontving en als hij de woorden van de vrouw uit de bibliotheek had verstaan, dan konden die hem al een heel eind op weg ge bracht hebben, om de afkomst van den brief te verklaren.... Pijnlijk was haar verlegenheid nu; ze bloosde tot in de wortels van haar mooi, goudblond haar, toen hij haar den brief over reikte. Zooals de afspraak was. dineerden ze buitens huis en gingen toen naar den schouwburg. Maar; de avond was al half voorbij, eer Betty iets had aan het stuk. Dick was wel heel beleefd en oplettend voor de dame^, maaf hij was toch stil en verstrooid en Betty zou dolgraag zUn gedachten gelezen hebben. De intrigue van het «tuk ontlokte Mrs. War rener den uitroep: ..Maar die man is dan toch al heel makke lijk te bedriegen. Ik denk, dat JU. Dick, toch een té goed rechtskundige zou wezen, om Je zóó te laten misleiden?" ten elk rechterlijk toezicht, en zonder eenlge wettige belemmering,” en een persoon kan voor onbepaalden tijd in een concentratiekamp op gesloten worden. De Howard Bond zal te Genève vragen, dat zijn Rapport bestudeerd worde door de Vijfde Volkenbondscommissle, welke zich met sociale aangelegenheden bezig houdt, en dat sfj. indien zfj door deze en andere bewijsstukken over tuigd mocht worden, den Volkenbond zal advl- seeren een verklaring af te leggen, waarin de leden tot waakzaamheid en onderlinge samen werking aangespoord worden. Pierre Zefjen, muziekleeraar, Rolduc, heeft op den tekst „Et Oavensklöksje Ave Maria" van Jos. Gerlenkirchen te Kerkrade, een 4 i 5 stem mig gemengd koor A cappella gecomponeerd. De motieven zijn ontleend aan het Gregorlaansch en aan Jacob Arcadelt. Het opus is door den componist opgedragen aan den blsschop van Roermond, Mgr. dr. G. temmens. Mgr. Ant. v. d. Venne, directeur van Rolduc, heeft tekst en partituur, in mariale en bisschoppelijke kleuren gecalllgrafeerd, versierd met het bisschoppelijk wapen en gebonden in een met gouden letters bedrukten omslag, aan den blsschop overhan digd. De compositie wordt in studie genomen door het Akener Domkoor, onder leiding van Dom- kapelmeester Th. Rehmann. R. lezer als psychiater of medicus, als of kunstenaar belang stelt in den tekst vindt daar mogelijk interessant materiaal in, maar zelfs hém zullen de illustraties niet anders dan als bewust prikkelma- terlaal kunnen aandoen. Deze illustraties komen niet van den wetenschappelijken auteur, doch van den zakelijken uitgever, die voor goed geld den naam van een be kend man uit de sexueele wetenschap kocht als vlag op de modderschuit van zijn vieze prentenboek. Dat feit werd bevestigd door een van de medewerkers aan deze of een dergelijke uitgave, die den uitgever schriftelijk verzocht zijn bijdrage uit het boek terug te nemen omdat dit geen we tenschappelijk werk meer was. maar zui vere pornographic. Betty. Wel zat ze er wat over in, of hij ook soms de woorden van de vrouw zou gehoord, of hiér haastige beweging, om den brief weg te stoppen, zou gezien hebben. De verhoogde blos maakte haar gezichtje nog ééns zoo bekoorlijk en hjj meende daaruit te mogen opmaken, dat zij even aangenaam verrast was door deze ontmoeting als hl). Zoodra ze de bibliotheek uit waren, wilde hy absoluut het boek voor haar dragen. Daar zij geen paraplule bij zich had en hij wél, hield hjj die boven haar hoofd. Nu was het maar een klein eindje van de bibliotheek naar huls. maar toch deden ze er tamelijk lang over. „Ik wilde u en moeder vanavond mee naar den schouwburg nemen." zei hjj, „dan kunnen we eerst buitenshuis dineeren. U heeft den laat- sten tijd veel te hard gewerkt en de boog kan toch niet altijd gespannen zijn!” ..Dat heeft u verleden week ook al gezegd, toen u ons naar het concert in Queen's Hall mee heeft genomen en naar het Russisch ballet en de week te voren, toen we tweemaal een tochtje op de rivier hebben gemaakt!" ir die uitstapjes zijn u toch geen van alle bekomen, is 't wel. Betty?" Ze schrok: hj] had haar nog nooit bij den voornaam genoemd. „Als uw moeder gaan wil, dan.... zal ze mjj wel meenemen." „En gaat u dan enkel uit een soort plichtsge voel?" Ze waren nu vlak bij huis en'stonden onder de portiek. Ze strekte de hand uit, om het boek van hem aan te nemen. Het had den heelen dag al geregend in Bur lington. Mrs. Warrener en haar secretaresse waren druk bezig geweest met het verzenden van een stapel circulaires en Elizabeth was wel Wat moe. Na de thee stelde zjj voor, of ze. den regen troteeerende den hond even zóu bulten laten en dan meteen bjj het terugkomen in de bibliotheek een boek zou gaan ruilen. Haar werkgeefster vond dit een uitstekend plan en gaf haar'een lijstje van boeken, die rij «raag wel eens wilde lezen Eindelij^ werd de spanning verbroken. De bruidegom wilde beginnen te razen en zette in zijn opwinding echter nog zjjn handteekening onder de huwelUksacte. De anderen stamelden onsamenhangende woorden. Maar er viel nieta aan te veranderen. De twee waren getrouwd. En Hans zou t dus maar eens in den hu- welijksstaat probeeren. Na twee weken .reeds verklaarde hU, dat zijn Charlotte de flinkste vrouw van de wereld was en hijzelf de groot ste domoor. (Nadruk verboden) nu naar t stadhuis toog, was t'hem te moede, als iemand die absoluut niet wist, wat hjj wil de. In hem woedden allerlei tegenstrijdige ge waarwordingen en juist toen de ambtenaar hem de vraag stelde, welke over zijn lot zou beslissen, had de zucht om vrij te blijven en de wtjdé-wereld in te trekken de overmacht over hem gekregen. In beide hoeken van de kamer was men lan gen tijd aan t bedisselen, wat er eigenlijk ge beuren moest, zonder tot een resultaat te ko men. Plotseling verhief zich Charlotte's oom Ferdinand, die een oplossing gevonden had en wel een zoodanige.4 dat belde families niet met elkaar in vijandschap dreigden te vervillen. „WU willen." zei oom Ferdinand, „in deze omstan digheden afzien van de huwelijks sluiting. doch on der voorwaarde, dat Hans op de ■llllll Worat aan rreeriana emu n/n- Zal de Nederlandsche Leeuw Dan toch overeind gaan komen Met gebrul en zonder geeuw? Zal de weermacht dan wat waard zijn Ook in den modernen tijd, Waarin alle buren wapenen. En zich sterken als om strijd? Neerland is graag vredelievend, Geen, die dat betwijfelen zal, Mdar als het te goed zou wezen Brengt het nog zichzelf ten val. Wordt begeerig ook gekeken. Dan staat Neerland pal en vief. Niemand wil een aanvalsoorlog, 't Leger werke preventief. Neerland smeedt geen booze plannen, 't Is tevree met zijn gebied. Maar de deuren open zetten. Dat is zelfmoord, anders niet! Laat het dan een offer wezen. Dat de grootste zorgen baart, Onze weermacht moet verbeterd. Neerland is oen offer waard! Ook al zijn w' een kleine natie. Ook al zijn we een klein land, Iedereen moet van ons weten: Daar geeft men toch tegenstand. Want aan liefde voor de vrijheid Is hier waarlijk geen gebrek, Nederlanders moet men weten Zijn wel goed, maar heusch „Och, moeder, juist een goed rechtsxundlge rou er in een geval als dit. in looped. De bewijzen spreken eveneens te duidelijk!" .Maar welke man zou nu op de bewijzen af gaan. als het karakter van de vrouw zoo duide lijk spreekt! Zelfs een man, die geen liefde voor haar voelde, zou toch zien, dat zij onschul dig is!" „Ik geloof, dat u gelijk hebt." zei Dick met ernstlgen nadruk. ..Iedereen. met een greintje verstand, moet wel Inzien, dat zjj niet in staat is tot eenig kwaad en de man, die haar, ondanks alle bewijzen, niet vertrouwen kan, is haar dan ook niet waard." Zijn blik rustte niet op de heldin van het stuk, maar op het Jonge meisje paast hem. Elizabeth's oogen ontmoetten de zijne en er had een zwij gende uitwisseling van gedachten plaats. een vraag en een antwoord. wat een stralende be koorlijkheid op haar lief gelaat te voorschijn riep. BU de ontknooping werd de heldin in alle eer hersteld, maar Elizabeth en Dick schonken hier niet veel aandacht aan. Ze richtten de blikken wel naar het tooneel, maar In gedach ten waren ze slechts vervuld van elkaar. De rit terug naar Burlington Gardens was hun veel te kort. Mrs. Warrener sluimerde In haar hoekje en Elizabeth zat in droomerljen verdiept Eerst toen de auto voor de deur stilhield, vlei het haar in, dat zjj den brief van Janie nog niet gelezen had. In de eetkamer, waar nog het een en ander voor hen gereed stond, lagen een paar brieven gevallen heeft. En zulk soort dingen meer Allemaal reclame! De onverkoopbare vuiligheid, waar men In Praag mee opgescheept zit, moet voor een flink deel naar ons land. En onze justi tie moet de reclame maken! Is dat een schandaal of niet? Howard Bond voor Hervorming der Strafrechtpleging in Engeland heeft een merkwaardig rapport uitgebracht over oe behandeling van gevangenen in voorarrest, in verschillende landen. Uit het rapport blijkt, dat In een groot aan tal landen voornamelijk in Europa man nen en vrouwen zonder proces in de gevangenis opgesloten blijven, en dat folteringen, ten einde bekentenissen of getuigenverklaringen af te dwingen, „wijdverbreid zijn en toenemen.” De Bond heeft inlichtingen Ingewonnen om trent de volgende punten 1. Wie is gemachtigd personen gevangen te houden vóór zij veroordeeld of vrijgesproken worden? 2. Wie ondervraagt hen? 3. Hoe worden zij ondervraagd? 4. Hoe lang worden zij gevangen gehouden alvorens terecht te staan? -5. Wat gebeurt met gearresteerden die niet terecht staan? De resultaten van het onderzoek zullen voor gelegd worden aan den Volkenbond. In een inleiding tot het Rapport wordt gezegd. vraag, die de ambtenaar straks zal stellen, „Ja* zal antwoorden, terwijl Charlotte de eer aan zich zal houden en met „neen" zal antwoor den. Daarmee is dan de zaak afgedaan.” De bruidegom en de zijnen namen het voor stel aan. En opnieuw stelde de ambtenaar de bewuste vraag. Hans antwoordde zoo vlug mo gelijk .Ja". Daarop vroeg de ambtenaar: „En nu vraag ik u Charlotte Pahle. of u met Hans Goll. woonachtig eveneens* in Dippelsga, In het huwelijk wenscht te treden.” .Ja,” riep de bruid, duidelijk verneembaar. Zjj keek vastbesloten en trotsch Uit haar oogen. 't Woord sloeg in als een bom en toch kon niemand zich bewegen, zoo onwaarschijnlijk scheen 1 hun. .Dan verklaar ik hiermee t huwelijk voor gesloten,1’ klonk in de stilte de stem van den ambtenaar, die van de afspraak niets wist en er zich natuurlijk ook niet mee ingelaten aou hebben. Eindelij^ werd de spanning verbroken. A T I A ’Q °P dlt blad z^n ingevolge de yerzekerlngsvoorwaarden tegen bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door L/ 7 bii een ongeval met j-i' I si <rX 1 1 O ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen verlies van beide armen, beide bcenen of belde oogen OVJa" doodelljken afloop fcdVFVFa schiedenla. verhaalt, dat omstreeks 1750 de heer van Hundt. Heer van Holtmolen te met aanhoorigheden. in gezelschap van zijn dochter een wandelrit deed per voiture, over de heide in de richting van Kaldenklrchen. Baron van Glazenap. afkomstig uit Potnme- ren, die met een aantal manschappen te paard op tafel. Dick sorteerde ze en overhandigde er een aan Betty. Tot haar verbazing zag zij, dat het adres ge schreven was met de hand van haar zuster: Had Janie zelf dat}, haar dringend verzoek ver geten. om haar adres geheim te houden? Elizabeth deed de enveloppe open. Mrs. Warre ner was naar haar studeerkamer gegaan. Dick was bezig met zijn eigen correspondentie. Hij wilde iets tegen Betty zeggen, maar niet nü: zijn moeder kon Immers ieder oogenbllk binnen komen. Ineens hoorde hl) een onderdrukten uitroep. Betty, die in een stoel bjj de tafel zat, hief haar doodsbleek gezichtje op. ..Slecht nieuws?” vroeg hjj. naderbij tredende. „O, ik moet dadelijk gaan!" riep ze wan hopend. „Ik had er al eerder moeten zUn.” „Betty, in 's Hemelsnaam, wat is het?" .Mijn neef.... en ook de uweRorke....” ..Rorke Gilchrist? Wat is er met hem? Betty, wat is hij voor Joü?.Waarom schrijft hjj je?” ZU zat met het hoofd op de hand geleund, terwijl haar elegante avondmantel half open vieL „Ik heb hem nooit gezien!" antwoordde ae. „De brief is van mijn zuster Janie. Ze verkeeren in vreeselljke droefheid op „The Grange" en daar is zij; daar is ze aldoor geweest. We konden geen andere plaats voor haar vinden; toen heeft ze haar achternaam maar weggelaten en ia bU de Gilchrists ingetrokken als .hulp voor de moe der”. Zjj wilde niet, dat ik er van spreken aou. Profje was intusschen ook ontwaakt en keek slaperig om zich heen. Waar was Struisje nu toch? Hij keek angstig rond of er misschien weer een kipachtig beest voor in de plaats was gekomen, maar hij vond niets. Gelukkig brachten Strulsjes lange beenen herri weer gauw terug en met een zucht van verlichting klom Profje op zijn oude plaatsje en Het Struisje verder stap pen. Opeens werd Struisje gewekt doordat er iemand aan zijn pak zat te morrelen. HU vloog verschrikt overeind en zag een kerel staan die 't op den koffer voorzien had. Hij had zeker gedacht dat het wel makkeluk zou zUn om dien koffer te stelen van 'n dommen struisvogel en 'n slapenden professor; doch hu had buiten de waakzaamheid van Stvuisje gerekend. Want deze stond meteen overeind en had HU hield haar handen l|i de zUne gesloten. terwUl hU dit vroeg en zU antwoordde zacht: „Dat kan ik niet zegen; ik weet niet zeker. „Janle!" riep hU- Op dat oogenbllk klonk er een doordringende (11 uit het vertrek boven hen, die iedpre andere gedachte bU haar verdreef. Ontzet riep zU: „O. Rorke, dat is Charlie 1" Dit boek nu kan men in Nederland al lang koopen tegen een behoorlijken prijs. De uitgever echter, die in Tsjecho-Slowa- klje zit, heeft van het werk een grooten, on- verkoopbaren voorraad liggen. Onverkoop baar omdat het nationaal-socialistische Dultschland "den prijzenswaardigen moed had zijn grenzen voor dergelijk drukwerk te sluiten. Waar nu heen met die 40.000 exemplaren I Wellicht Is Nederland er goed voort Als er maar reclame wordt gemaakt. Daartoe heeft een Nederlandsch boek handelaar zich geleend. Zélf bood hjj de justitie een proefproces over dit boek aan. Niet om den uitslag af te wachten, zooals een fatsoenlijk mensch zou veronderstellen, doch om er reclame uit te slaan. Nauwe lijks werd het boek in beslag genomen, nauwelijks begon de Officier van Justitie het aangeboden proces aanhangig te ma ken of de groote klok werd geluld. In zijn eigen blaadje ontketende bedoelde boek handelaar een ware hetze tegen de straf vervolging.waar hjj zelf om had ge vraagd. Verschillende bladen o.a. de Groene Amsterdammer natuurlijk en de Arbeiderspers namen het relletje over. Zij coquetteerden met den naam van den auteur, alsof het daarom ging. Zij stelden het voor alsof de rechtbank het geval maar zoo-zoo had bekeken, terwijl een rechters nota bene de stichter is centrale pomographlebestrijdlng rlkkel-Iectuur kent geen betere, geen meer effectieve reclame, dan een in- beslag-neminkje. Iedere boekhande laar, die zich met den verkoop van zulke lectuur bezig houdt, weet dat en de min- consclentleusen onder hen speculeeren daar zelfs op. Er loopt op het oogenbllk zoo’n klein be- slagje tegen een Duitsch boek, dat qua tekst niet van wetenschappelijke waarde ontbloot is, doch waarvan de illustraties een dus danige lichamelijke ontblootlng te zien geven, dat het geheel, in de handen van den gewonen, gemiddelden, intellectueelen eenvoudig pomographie vormt. Wie criminalist den oor den ambtenaar van den BurgerlU- ken Stand van Dippelsga stond 's mor gens om 11 uur een bruidspaar. De brui degom, een jongeman van 24 Jaar met pein zende. dan weer plotseling flikkerende oogen, maakte een eigenaardlgen Indruk, was zeer rustig. JEn nu vraag ik u. Hans Goll’ sprak de ambtenaar tenslotte na eenlge inleidende woorden en nadat de formaliteiten vervuld waren, „of ji met Charlotte Pahle. woonachtig in Dippelsga. het huwelUk wenscht aan te gaan." .Neen!” riep de bruidegom, „nu niet! Later!" De lorgnet viel den ambtenaar van den neus. „Als de heeren zoo goed willen zUn buiten nog even met elkaar te beraadslagen, dan zal Ik straks nog eens vragen,” sprak hU. nadat hU zich van zUn verrassing had hersteld. Maar zoo snel ging dat niet met de aan wezigen. met de ouders, familie en getuigen van 't bruidspaar. De bruid was met een gil van schrik sp een dlchtbljstaanden stoel ge zonken. De anderen stonden min of meer per plex. EindelUk trokken zich de beide partUen, leder met hun huwelUkscandldaat in T mid den. in een hoek der kamer terug en begon nen opgewonden met elkaar te redeneeren. Om 1 voorval voor de lezers eenlgermate te verduldelUken, moeten we opmerken, dat Hans en Charlotte reeds sedert een Jaar verloofd waren. De bruidegom was een eigenaardig jongmensch, gemakkelUk uit z’n evenwicht te brengen en zeer onstandvastig van karakter. Van iets slechts of verkeerds was hU niet te betichten. doch genoemde eigenschappen brachten hem meermalen in een moeilijk par ket. Van Charlotte hield hU veel en innig en hü had met liefde dengene neergeslagen, die beweren wilde, dat hU haar niet wenschte te trouwen. Maar hu was 't met zichzelf nog niet eens. of 1 nu daarvoor al de tUd was. 't Was misschien beter eerst nog eens rond te kUken, wat er in de wereld alzoo te doen was. alvo rens zich voorgoed te binden. Het verlangen naar wlldstroomende rivieren, bergen met eeuwige sneeuw, zigeunerleven en avonturen was soms zoo sterk in hem. dat 't hem te machtig werd. HU had zUn geboortelandndg nooit verlaten, dus kon hU nog niet weten, dat t nergens beter en veiliger was. Kort geleden had Charlotte Ijpm om zUn malle bevliegingen zUn woord teruggeven, maar hU had niet ge rust. vóórdat ze zich weer met hem hid ver zoend. En toen had hU zelfs in een plotselinge opwelling willen aanteekenen. Doch Juist in de laatste dagen waren hem weer lokkende rels- beschrUvlngen in handen gekomen en toen hU Het kostte Bettie eenlge gewetenswroeging, om zoo te handelen, want dat gaan naar de bibliotheek was eigenlUk met de bedoeling en in de hoop, een brief van Janie te krUgen. Die had zich geen enkelen keer door haar ’zuster laten overreden, om met haar adres te voorschUn te komen. Haar brieven, die dus het postmerk Chatbeck droegen, verschenen steeds bU de Warreners, in den regel met de eerste post, zoodat Dick er zich dlkwUls In stilte over verwonderde, van wie, die toch wel konden zUn. HU sprak echter geen enkelen keer meer van zUn neef in Stoneshire, maar de vrees, dat een van die epistels zUn nieuwsgierigheid weei wekken kon, had haar eindelUk doen besluiten, Janle te vragen, om haar brieven in het ver volg maar aan de bibliotheek te adresseeren. waar zU toch iedere week moest wezen voor inruil van boeken. Zoodra zU zich nu hier vertoonde, zei de eige nares: „Er ligt al een paar dagen een brief op u te wachten. Miss Gilchrist." Bettie had gretig het welkome epistel in ont vangst genomen, toen iemand, die achter haar den.winkel was binnengekomen, haar naam uit sprak. Ijlings schoof ze den brief in het ge ruilde boek en kreeg een kleur van verrassing, toen ze, zich omkeerend, gewaar werd, dat dB Dick Warrener was. ,Jk zag door het venster Juist even het puntje van den staart van Dane." schertste hU. .en toen dacht ik wel, dat hU tot geleide zou hebben!" Dick was een bUzonder flinke, knappe ver schijning in zUn loa-toegeknoopte regenjas, vond dat voor zoover folterings-methoden ingevoerd zUn in verbarjd met politieke misdrijven, .^an den strijd tusschen de partUen een nieuw ele ment van de uiterste verbittering toegevuegd is, dat ook de Internationale betrekkingen dreigt te verbitteren. Geen beschaafd land is bereid te erkennen, dat het zUn toevlucht neemt tot foltering. Toch kan niemand, die de feiten nagaat, eraan twUfelen. dat foltering thans meer voorkomt dan een halve eeuw geleden. Het kwaad is niet uitgeroeid, maar neemt toe.” Twee gevallen uit Europeesche landen worden genoemd. Het eerste betreft een gevangene, die dagen en nachten lang in een wit-gestucadoorde cel, van één vierkanten meter, en twee meter hoog, opgesloten werd, met een licht van 500 kaarsen sterkte voortdurend voor zUn gelaat brandend. Het andere betreft het uittrekken van de nagels van een gevangene. Noord-Ierland komt ook op de HJst voor. De bevoegdheden van po litie en magistraten tot het ondervragen van gevangenen, die nog niet terechtgestaan heb ben, zUn daar onbeperkt, en personen kunnen voor onbepaalden tUd gevangen gehouden wor den op bevel van de burgerlijke overheden, zon der dat zU terechtstaan. In Dultschland bestaan, aldus bhjkt uit het Rapport. In het geheel geen voorschriften be treffende ondervraging, en geen grens is gesteld aan den tUd. gedurende welken een persoon gevangen gehouden kan worden zonder terecht te staan. De Staatspolitie of Geheime Staatspolitie kan optreden tegen politiek-verdachten „geheel bul- uit Dultschland naar Tegelen was gekomen om de dochter van den heer van Hundt te schaken, sloeg bU Wambach zUn slag en voerde de freule, die Baron van Glazenap vroeger reeds - vergeefs ten huwelijk had gevraagd, mede. De baron huwde met haar en werd bU erfenis Heer vap Holtmolen. Van het Belersche Hof verkreeg hu in 1755 verlof om munt te slaan, de z.g. Glazenapkes. Van Baron van Glazenap is bekend, dat hU tot de dolste dingen in staat was. Onder meer wilde hU een kanaal aanleg gen naar Kaldenkerken. vanaf den vUver van Holtmolen. wat gezien het feit, dat Kaldenker ken tientallen meters hooger ligt dan Tegelen. een volkomen fiasco werd. Ook wilde de Baron het kasteel Holtmolen bomvrij maken. HU Het hiertoe het dak met enorme massa's zand be dekken, waarvan het gevolg was dat het in stortte en een metselaar er onder bedolven werd. De boemel-baron was een slechte bestuurder van Holtmolen, raakte financieel in den put en verliet Tegelen omstreeks 1770. Ones Romeinsche correspondent schrijft ons: T een grootsche tentoonstelling, de .Mostra Augustea della Romanita" te organiseeren. De tentoonstelling moest niet alleen van histori- schen aard zUn. zU diende ook een politiek karakter te hebben. Het Italië van heden, het „Impero", pretendeert ten nauwste verbonden te zUn met het Rome ten tUde van Augustus. Het begrijpt het klassieke Imperialistische ideaal en geeft in dezen tUd de heroïek van toen gestalte. Dit moest duidelUk tot uitdrukking komen en in dezen propagandistischen opzet is men alleszins geslaagd. Er is geen zaal op deze tentoonstelling, die den bezoeker niet nadruk- kelUk voorhoudt: zóó groot was Rome, déze rechten heeft het eenmaal bezeten zóó groot wil Rome weer worden, déze rechten wil het wéér bezitten. Afgaand op deze tentoonstelling komt men tot de conclusie, dat het imperialisme van het huldig Italië geen grenzen kent. Het is natio naal noch economisch georiënteerd; zUn rechten ontleent het aan de historie en deze ZUn derhalve zoo goed als onbeperkt. De poli tieke werkelUkheld is natuurlUk anders. Mus solini, als groot staatsman, is een groot oppor tunist; hU is niet meer fantast dan noodlg is om te voorzien in de theatrale behoeften van het Itallaansche volk. Dit volk zelf is trouwens te oud, om niet een zeer behoorlUke portie scepticisme te bezitten. ^De Italiaan zal het imperialistische ideaal, dat hem door deze ten- toonstelUng wordt voorgehouden, toejuichen voor zoover het bewuste grootspraak is; voor zoover het ernst mocht zUn maar nogmaals: het is zeer onwaarschljnlUk, dat het. zooals het hier gesteld wordt, ernst is moet het hem doen glimlachen. Om het eerste echter is het nu Juist te doen, want ook wanneer men de grootspraak, omdat zU bewust is, toejuicht, wordt men opgevoed tot heroïek. Men krUgt weer gevoel voor stUL En als Italië een mythe behoeft, dan is slechts die van het groote, stuivolle gebaar bruikbaar. Een andere zou niet geaccepteerd worden. Een groot stUlvol gebaar, dat is de Mostra Augustea Inderdaad. ZU vult tot de nok het tentoonstellingspalels aan de Via Nazionale, dat met het oog op deze gebeurtenis nog aan- zienlUk werd vergroot. Alleen reeds het aantal beeldhouwwerken overschrUdt de drieduizend. Zeker, het zUn voor het meerendeel gipsen af gietsels en dit moge den speurder naar klas sieke schoonheid een desillusie bereiden. Maer eenmaal reproducties en afgietsels aanvaar dend, kon men van alle streken der wereld bU- dragen verkrUgen en zoo een voorbeeldige vol ledigheid bereiken. Kan zich op de Mostra Augustea de voor de imperialistische politiek begeesterde verzadigen aan de talrijke landkaarten, waarop de groei van het Romeinsche imperium werd uitgebeeld hoe gemakkelUk en snel kan men hier leeren wat in den gymnasiumtUd een penitentie was: het verloop van den strijd tusschen Rome en Carthago, de Gallische oorlogen en wat dies meer zU de historicus kan zUn hart op halen aan veel, wat hU. benut hU deze ten- toonstelUng niet, wel nooit meer te zien zal kunnen krUgen: reproducties, soms honderd maal vergrootend. van de zeldzaamste docu menten uit de oudheid, uit den tUd der konin- gen. Brutus, Tarqulnius Superbus munten, fragmenten van grafsteenen, de eerste in steetï gegrifte wetten. Het materfaal is voortreffeluk geordend en zoo openbaart en ontvouwt zich in beelden en mozaïeken, in zegels en handsenrif- ten. in statistieken en landkaarten, in pano rama’s en maquettes, gansch de geschiedenis van Rome, beginnend bU den legendarischen Aeneas, om afgesloten te worden bij den co- diycator Justinlanus. Het middelpunt vormt natuurlUk de tUd van Augustus; Augustus, van wlen de Inleiding tot de tentoonstelling schrijft, dat zUn naam de eeuwen door bU alle gectvlHseerde volkeren het voorwerp der vereering was. In de centraal ge legen hal, die aan een tempel doet denken, staat hU afgebeeld als Pontifex, als Keizer en Met gebrul en zonder geeuw? Keizer Augustus en zijn Wereldrijk

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1937 | | pagina 9