p
De avonturen van Prof je en Struis je
(ct
<Ketu&Aaal uan den daq
Augustus-tentoonstelling te Rome
TWEE NICHTEN
EN TWEE NEVEN
D'
I
ONZE WEERMACHT
Het Christendom
niet vergeten
DONDERDAG 30 SEPTEMBER 1937
Onverkoopbare vuiligheid
Tegelsche operette
„Et Oavendsklöksje
Ave Maria”
Achteruitgang der
beschaving
Er dreigt gevaar
NAAR HET ENCELSCH~|
'i Hans wordt
uitgehuwelijkt
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVA
i
De bruid
Wordt dan Neerland eind’lijk wakker?
1/
HERMAN KRAMER
o
op dit blad zijn Ingevolge de yerzekeringsvoorwaarden tegen
HOOFDSTUK XIV
slechl
(Wordt vervolgd)
den dief, die et natuurlek meteen van door
véou, b(j zijn broek te pakken. De groote
snavel hapte er een lap uit. De man ging
aan den haal, met nog maar één pijp aan
zijn broek, maar Struisje was nog niet te
vreden. Een heel eind ging hU, half loo
pend, half vliegend achter hem aan. en
eerst bij de kromming van den weg liet hij
hem met rust. Die zou zoolets niet weer pro-
beeren.
Verschenen Is de muziek en de tekst van een
oorspronkelijke Tegelsche operette getiteld ..Ba
ron van Olazenap”.
De stof voor deze operette is ontleend aan de
historische figuur Baron van Glazenap. De fe-
Tegelen
van
van
van
in ons
land, dus sowieso belangstelling voor zulke
HHflB -
I
■IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
by verlies van een band,
een voet of een oog.
de
de
niet gek! S
weedulzend Jaar geleden werd Gaius
Octavius, later Keizer Augustus, geboren.
Ter viering van dit feit beval Mussolini
grootsche tentoonstelling,
als beschermer des volks. Het Is zeer indruk
wekkend. maar wordt dit eerst ten volle, wan
neer men aan een zijwand In den vorm van een
kruis het Lucas-Evangelie geciteerd vtndt, dai
verhaalt, hoe ten tijde van Augustus ieder zich
moest opgeven voor een volkstelling en hoe dan
dit bevel gehoorzaamd werd door Joseph en
Maria. De grootste glorie van Augustus' regee-
ringsperiodede geboorte van een Kind in een
stal.
Wanneer het imperium van Augustus reeds
lang uiteengevallen zal zijn, zal het „Imperium",
dat het Kind op aarde kwam stichten, onaan
getast zijn Goddelijk bestaan voeren. Doch geef
den Keiser wat den Keizer toekomt: geef
Augustus de eer, die hem als een der grootste
imperatoren waardig W. Er bestaat geen rivali
teit en de onvergelijkelijke grootheid van het
Kind verkleint de grootheid van den Keizer
niet. Dit hebben de organisators van de Mostra
Augustea wél begrepen en daarom hebben zij
niet geaarzeld naast het Romeinsche imperia
lisme het Katholieke „Imperialisme" uit te
beelden. Daarom vindt men op deze tentoon
stelling ook een kaart en niet ergens wegge-
moffrld, maar met een triomfant kruis van
licht ernaast waarop de verovering van de
wereld door het Christendom is verzinnebeeld.
In dezen tijd, nu het autoritaire regiem den
bijsmaak dreigt te krijgen van verdrukking der
religie, is dit misschien wel de sterkste propa
ganda, welke er van deze wonderbaarlijke ten
toonstelling uitgaat.
„Doe je het dan enkel uit plichtsgevoel?" her
haalde hjj, „en is het Je geen genoegen, om met
mij mee te gaan?"
Zenuwachtig trilde haar hand, zoodat ze het
boek liet vallen. Dick bukte zich om het op te
rapen, en de brief gleed er uit.
Toen hij een spetje slijk er afveegde, moest
hij wel zien, dat het een ongeopende brief was.
geadresseerd met een mannenhand, althans
daar had Janies schrift veel van; ook kon het
poststempel uit Chatbeck hem zijn opgevallen.
H(j moest zich wel herinneren haar ver
legenheid, toen zU den vorigen keer een derge-
1 ijken brief ontving en als hij de woorden van
de vrouw uit de bibliotheek had verstaan, dan
konden die hem al een heel eind op weg ge
bracht hebben, om de afkomst van den brief te
verklaren.... Pijnlijk was haar verlegenheid
nu; ze bloosde tot in de wortels van haar mooi,
goudblond haar, toen hij haar den brief over
reikte.
Zooals de afspraak was. dineerden ze buitens
huis en gingen toen naar den schouwburg. Maar;
de avond was al half voorbij, eer Betty iets
had aan het stuk.
Dick was wel heel beleefd en oplettend voor
de dame^, maaf hij was toch stil en verstrooid
en Betty zou dolgraag zUn gedachten gelezen
hebben.
De intrigue van het «tuk ontlokte Mrs. War
rener den uitroep:
..Maar die man is dan toch al heel makke
lijk te bedriegen. Ik denk, dat JU. Dick, toch een
té goed rechtskundige zou wezen, om Je zóó te
laten misleiden?"
ten elk rechterlijk toezicht, en zonder eenlge
wettige belemmering,” en een persoon kan voor
onbepaalden tijd in een concentratiekamp op
gesloten worden.
De Howard Bond zal te Genève vragen, dat
zijn Rapport bestudeerd worde door de Vijfde
Volkenbondscommissle, welke zich met sociale
aangelegenheden bezig houdt, en dat sfj. indien
zfj door deze en andere bewijsstukken over
tuigd mocht worden, den Volkenbond zal advl-
seeren een verklaring af te leggen, waarin de
leden tot waakzaamheid en onderlinge samen
werking aangespoord worden.
Pierre Zefjen, muziekleeraar, Rolduc, heeft op
den tekst „Et Oavensklöksje Ave Maria" van
Jos. Gerlenkirchen te Kerkrade, een 4 i 5 stem
mig gemengd koor A cappella gecomponeerd. De
motieven zijn ontleend aan het Gregorlaansch
en aan Jacob Arcadelt. Het opus is door den
componist opgedragen aan den blsschop van
Roermond, Mgr. dr. G. temmens. Mgr. Ant. v.
d. Venne, directeur van Rolduc, heeft tekst en
partituur, in mariale en bisschoppelijke kleuren
gecalllgrafeerd, versierd met het bisschoppelijk
wapen en gebonden in een met gouden letters
bedrukten omslag, aan den blsschop overhan
digd.
De compositie wordt in studie genomen door
het Akener Domkoor, onder leiding van Dom-
kapelmeester Th. Rehmann. R.
lezer
als psychiater of medicus, als
of kunstenaar belang stelt in den tekst
vindt daar mogelijk interessant materiaal
in, maar zelfs hém zullen de illustraties
niet anders dan als bewust prikkelma-
terlaal kunnen aandoen. Deze illustraties
komen niet van den wetenschappelijken
auteur, doch van den zakelijken uitgever,
die voor goed geld den naam van een be
kend man uit de sexueele wetenschap
kocht als vlag op de modderschuit van zijn
vieze prentenboek. Dat feit werd bevestigd
door een van de medewerkers aan deze of
een dergelijke uitgave, die den uitgever
schriftelijk verzocht zijn bijdrage uit het
boek terug te nemen omdat dit geen we
tenschappelijk werk meer was. maar zui
vere pornographic.
Betty. Wel zat ze er wat over in, of hij ook soms
de woorden van de vrouw zou gehoord, of hiér
haastige beweging, om den brief weg te stoppen,
zou gezien hebben. De verhoogde blos maakte
haar gezichtje nog ééns zoo bekoorlijk en hjj
meende daaruit te mogen opmaken, dat zij even
aangenaam verrast was door deze ontmoeting
als hl).
Zoodra ze de bibliotheek uit waren, wilde hy
absoluut het boek voor haar dragen. Daar zij
geen paraplule bij zich had en hij wél, hield
hjj die boven haar hoofd. Nu was het maar een
klein eindje van de bibliotheek naar huls.
maar toch deden ze er tamelijk lang over.
„Ik wilde u en moeder vanavond mee naar
den schouwburg nemen." zei hjj, „dan kunnen
we eerst buitenshuis dineeren. U heeft den laat-
sten tijd veel te hard gewerkt en de boog kan
toch niet altijd gespannen zijn!”
..Dat heeft u verleden week ook al gezegd,
toen u ons naar het concert in Queen's Hall
mee heeft genomen en naar het Russisch ballet
en de week te voren, toen we tweemaal een
tochtje op de rivier hebben gemaakt!"
ir die uitstapjes zijn u toch geen van alle
bekomen, is 't wel. Betty?"
Ze schrok: hj] had haar nog nooit bij den
voornaam genoemd.
„Als uw moeder gaan wil, dan.... zal ze mjj
wel meenemen."
„En gaat u dan enkel uit een soort plichtsge
voel?"
Ze waren nu vlak bij huis en'stonden onder
de portiek. Ze strekte de hand uit, om het boek
van hem aan te nemen.
Het had den heelen dag al geregend in Bur
lington. Mrs. Warrener en haar secretaresse
waren druk bezig geweest met het verzenden
van een stapel circulaires en Elizabeth was wel
Wat moe.
Na de thee stelde zjj voor, of ze. den regen
troteeerende den hond even zóu bulten laten
en dan meteen bjj het terugkomen in de
bibliotheek een boek zou gaan ruilen.
Haar werkgeefster vond dit een uitstekend
plan en gaf haar'een lijstje van boeken, die rij
«raag wel eens wilde lezen
Eindelij^ werd de spanning verbroken. De
bruidegom wilde beginnen te razen en zette
in zijn opwinding echter nog zjjn handteekening
onder de huwelUksacte. De anderen stamelden
onsamenhangende woorden. Maar er viel nieta
aan te veranderen. De twee waren getrouwd.
En Hans zou t dus maar eens in den hu-
welijksstaat probeeren. Na twee weken .reeds
verklaarde hU, dat zijn Charlotte de flinkste
vrouw van de wereld was en hijzelf de groot
ste domoor. (Nadruk verboden)
nu naar t stadhuis toog, was t'hem te moede,
als iemand die absoluut niet wist, wat hjj wil
de. In hem woedden allerlei tegenstrijdige ge
waarwordingen en juist toen de ambtenaar
hem de vraag stelde, welke over zijn lot zou
beslissen, had de zucht om vrij te blijven en
de wtjdé-wereld in te trekken de overmacht
over hem gekregen.
In beide hoeken van de kamer was men lan
gen tijd aan t bedisselen, wat er eigenlijk ge
beuren moest, zonder tot een resultaat te ko
men. Plotseling verhief zich Charlotte's oom
Ferdinand, die een oplossing gevonden had en
wel een zoodanige.4 dat belde families niet met
elkaar in vijandschap dreigden te vervillen.
„WU willen." zei
oom Ferdinand,
„in deze omstan
digheden afzien
van de huwelijks
sluiting. doch on
der voorwaarde,
dat Hans op de
■llllll
Worat aan rreeriana emu n/n-
Zal de Nederlandsche Leeuw
Dan toch overeind gaan komen
Met gebrul en zonder geeuw?
Zal de weermacht dan wat waard zijn
Ook in den modernen tijd,
Waarin alle buren wapenen.
En zich sterken als om strijd?
Neerland is graag vredelievend,
Geen, die dat betwijfelen zal,
Mdar als het te goed zou wezen
Brengt het nog zichzelf ten val.
Wordt begeerig ook gekeken.
Dan staat Neerland pal en vief.
Niemand wil een aanvalsoorlog,
't Leger werke preventief.
Neerland smeedt geen booze plannen,
't Is tevree met zijn gebied.
Maar de deuren open zetten.
Dat is zelfmoord, anders niet!
Laat het dan een offer wezen.
Dat de grootste zorgen baart,
Onze weermacht moet verbeterd.
Neerland is oen offer waard!
Ook al zijn w' een kleine natie.
Ook al zijn we een klein land,
Iedereen moet van ons weten:
Daar geeft men toch tegenstand.
Want aan liefde voor de vrijheid
Is hier waarlijk geen gebrek,
Nederlanders moet men weten
Zijn wel goed, maar heusch
„Och, moeder, juist een goed rechtsxundlge rou
er in een geval als dit. in looped. De bewijzen
spreken eveneens te duidelijk!"
.Maar welke man zou nu op de bewijzen af
gaan. als het karakter van de vrouw zoo duide
lijk spreekt! Zelfs een man, die geen liefde
voor haar voelde, zou toch zien, dat zij onschul
dig is!"
„Ik geloof, dat u gelijk hebt." zei Dick met
ernstlgen nadruk. ..Iedereen. met een greintje
verstand, moet wel Inzien, dat zjj niet in staat
is tot eenig kwaad en de man, die haar, ondanks
alle bewijzen, niet vertrouwen kan, is haar dan
ook niet waard."
Zijn blik rustte niet op de heldin van het stuk,
maar op het Jonge meisje paast hem. Elizabeth's
oogen ontmoetten de zijne en er had een zwij
gende uitwisseling van gedachten plaats. een
vraag en een antwoord. wat een stralende be
koorlijkheid op haar lief gelaat te voorschijn
riep.
BU de ontknooping werd de heldin in alle
eer hersteld, maar Elizabeth en Dick schonken
hier niet veel aandacht aan. Ze richtten de
blikken wel naar het tooneel, maar In gedach
ten waren ze slechts vervuld van elkaar.
De rit terug naar Burlington Gardens was hun
veel te kort. Mrs. Warrener sluimerde In haar
hoekje en Elizabeth zat in droomerljen verdiept
Eerst toen de auto voor de deur stilhield, vlei
het haar in, dat zjj den brief van Janie nog
niet gelezen had.
In de eetkamer, waar nog het een en ander
voor hen gereed stond, lagen een paar brieven
gevallen heeft. En zulk soort dingen meer
Allemaal reclame!
De onverkoopbare vuiligheid, waar men
In Praag mee opgescheept zit, moet voor
een flink deel naar ons land. En onze justi
tie moet de reclame maken! Is dat een
schandaal of niet?
Howard Bond voor Hervorming der
Strafrechtpleging in Engeland heeft een
merkwaardig rapport uitgebracht over
oe behandeling van gevangenen in voorarrest,
in verschillende landen.
Uit het rapport blijkt, dat In een groot aan
tal landen voornamelijk in Europa man
nen en vrouwen zonder proces in de gevangenis
opgesloten blijven, en dat folteringen, ten einde
bekentenissen of getuigenverklaringen af te
dwingen, „wijdverbreid zijn en toenemen.”
De Bond heeft inlichtingen Ingewonnen om
trent de volgende punten
1. Wie is gemachtigd personen gevangen te
houden vóór zij veroordeeld of vrijgesproken
worden?
2. Wie ondervraagt hen?
3. Hoe worden zij ondervraagd?
4. Hoe lang worden zij gevangen gehouden
alvorens terecht te staan?
-5. Wat gebeurt met gearresteerden die niet
terecht staan?
De resultaten van het onderzoek zullen voor
gelegd worden aan den Volkenbond.
In een inleiding tot het Rapport wordt gezegd.
vraag, die de ambtenaar straks zal stellen, „Ja*
zal antwoorden, terwijl Charlotte de eer aan
zich zal houden en met „neen" zal antwoor
den.
Daarmee is dan de zaak afgedaan.”
De bruidegom en de zijnen namen het voor
stel aan. En opnieuw stelde de ambtenaar de
bewuste vraag. Hans antwoordde zoo vlug mo
gelijk .Ja". Daarop vroeg de ambtenaar:
„En nu vraag ik u Charlotte Pahle. of u met
Hans Goll. woonachtig eveneens* in Dippelsga,
In het huwelijk wenscht te treden.”
.Ja,” riep de bruid, duidelijk verneembaar.
Zjj keek vastbesloten en trotsch Uit haar
oogen.
't Woord sloeg in als een bom en toch kon
niemand zich bewegen, zoo onwaarschijnlijk
scheen 1 hun.
.Dan verklaar ik hiermee t huwelijk voor
gesloten,1’ klonk in de stilte de stem van den
ambtenaar, die van de afspraak niets wist en
er zich natuurlijk ook niet mee ingelaten aou
hebben.
Eindelij^ werd de spanning verbroken.
A T I A ’Q °P dlt blad z^n ingevolge de yerzekerlngsvoorwaarden tegen bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door L/ 7 bii een ongeval met j-i'
I si <rX 1 1 O ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen verlies van beide armen, beide bcenen of belde oogen OVJa" doodelljken afloop fcdVFVFa
schiedenla. verhaalt, dat omstreeks 1750 de heer
van Hundt. Heer van Holtmolen te
met aanhoorigheden. in gezelschap van zijn
dochter een wandelrit deed per voiture, over
de heide in de richting van Kaldenklrchen.
Baron van Glazenap. afkomstig uit Potnme-
ren, die met een aantal manschappen te paard
op tafel. Dick sorteerde ze en overhandigde er
een aan Betty.
Tot haar verbazing zag zij, dat het adres ge
schreven was met de hand van haar zuster:
Had Janie zelf dat}, haar dringend verzoek ver
geten. om haar adres geheim te houden?
Elizabeth deed de enveloppe open. Mrs. Warre
ner was naar haar studeerkamer gegaan. Dick
was bezig met zijn eigen correspondentie. Hij
wilde iets tegen Betty zeggen, maar niet nü: zijn
moeder kon Immers ieder oogenbllk binnen
komen.
Ineens hoorde hl) een onderdrukten uitroep.
Betty, die in een stoel bjj de tafel zat, hief
haar doodsbleek gezichtje op.
..Slecht nieuws?” vroeg hjj. naderbij tredende.
„O, ik moet dadelijk gaan!" riep ze wan
hopend. „Ik had er al eerder moeten zUn.”
„Betty, in 's Hemelsnaam, wat is het?"
.Mijn neef.... en ook de uweRorke....”
..Rorke Gilchrist? Wat is er met hem? Betty,
wat is hij voor Joü?.Waarom schrijft hjj je?”
ZU zat met het hoofd op de hand geleund,
terwijl haar elegante avondmantel half open
vieL
„Ik heb hem nooit gezien!" antwoordde ae.
„De brief is van mijn zuster Janie. Ze verkeeren
in vreeselljke droefheid op „The Grange" en daar
is zij; daar is ze aldoor geweest. We konden
geen andere plaats voor haar vinden; toen heeft
ze haar achternaam maar weggelaten en ia bU
de Gilchrists ingetrokken als .hulp voor de moe
der”. Zjj wilde niet, dat ik er van spreken aou.
Profje was intusschen ook ontwaakt en
keek slaperig om zich heen. Waar was
Struisje nu toch? Hij keek angstig rond of
er misschien weer een kipachtig beest voor
in de plaats was gekomen, maar hij vond
niets. Gelukkig brachten Strulsjes lange
beenen herri weer gauw terug en met een
zucht van verlichting klom Profje op zijn
oude plaatsje en Het Struisje verder stap
pen.
Opeens werd Struisje gewekt doordat er
iemand aan zijn pak zat te morrelen. HU
vloog verschrikt overeind en zag een kerel
staan die 't op den koffer voorzien had. Hij
had zeker gedacht dat het wel makkeluk zou
zUn om dien koffer te stelen van 'n dommen
struisvogel en 'n slapenden professor; doch
hu had buiten de waakzaamheid van Stvuisje
gerekend.
Want deze stond meteen overeind en had
HU hield haar handen l|i de zUne gesloten.
terwUl hU dit vroeg en zU antwoordde zacht:
„Dat kan ik niet zegen; ik weet niet zeker.
„Janle!" riep hU-
Op dat oogenbllk klonk er een doordringende
(11 uit het vertrek boven hen, die iedpre andere
gedachte bU haar verdreef. Ontzet riep zU:
„O. Rorke, dat is Charlie 1"
Dit boek nu kan men in Nederland al
lang koopen tegen een behoorlijken prijs.
De uitgever echter, die in Tsjecho-Slowa-
klje zit, heeft van het werk een grooten, on-
verkoopbaren voorraad liggen. Onverkoop
baar omdat het nationaal-socialistische
Dultschland "den prijzenswaardigen moed
had zijn grenzen voor dergelijk drukwerk te
sluiten. Waar nu heen met die 40.000
exemplaren I
Wellicht Is Nederland er goed voort
Als er maar reclame wordt gemaakt.
Daartoe heeft een Nederlandsch boek
handelaar zich geleend. Zélf bood hjj de
justitie een proefproces over dit boek aan.
Niet om den uitslag af te wachten, zooals
een fatsoenlijk mensch zou veronderstellen,
doch om er reclame uit te slaan. Nauwe
lijks werd het boek in beslag genomen,
nauwelijks begon de Officier van Justitie
het aangeboden proces aanhangig te ma
ken of de groote klok werd geluld. In zijn
eigen blaadje ontketende bedoelde boek
handelaar een ware hetze tegen de straf
vervolging.waar hjj zelf om had ge
vraagd. Verschillende bladen o.a. de
Groene Amsterdammer natuurlijk en de
Arbeiderspers namen het relletje over.
Zij coquetteerden met den naam van den
auteur, alsof het daarom ging. Zij stelden
het voor alsof de rechtbank het geval maar
zoo-zoo had bekeken, terwijl een
rechters nota bene de stichter is
centrale pomographlebestrijdlng
rlkkel-Iectuur kent geen betere, geen
meer effectieve reclame, dan een in-
beslag-neminkje. Iedere boekhande
laar, die zich met den verkoop van zulke
lectuur bezig houdt, weet dat en de min-
consclentleusen onder hen speculeeren
daar zelfs op.
Er loopt op het oogenbllk zoo’n klein be-
slagje tegen een Duitsch boek, dat qua tekst
niet van wetenschappelijke waarde ontbloot
is, doch waarvan de illustraties een dus
danige lichamelijke ontblootlng te zien
geven, dat het geheel, in de handen van
den gewonen, gemiddelden, intellectueelen
eenvoudig pomographie vormt. Wie
criminalist
den
oor den ambtenaar van den BurgerlU-
ken Stand van Dippelsga stond 's mor
gens om 11 uur een bruidspaar. De brui
degom, een jongeman van 24 Jaar met pein
zende. dan weer plotseling flikkerende oogen,
maakte een eigenaardlgen Indruk,
was zeer rustig.
JEn nu vraag ik u. Hans Goll’ sprak de
ambtenaar tenslotte na eenlge inleidende
woorden en nadat de formaliteiten vervuld
waren, „of ji met Charlotte Pahle. woonachtig
in Dippelsga. het huwelUk wenscht aan te
gaan."
.Neen!” riep de bruidegom, „nu niet! Later!"
De lorgnet viel den ambtenaar van den neus.
„Als de heeren zoo goed willen zUn buiten
nog even met elkaar te beraadslagen, dan zal
Ik straks nog eens vragen,” sprak hU. nadat hU
zich van zUn verrassing had hersteld.
Maar zoo snel ging dat niet met de aan
wezigen. met de ouders, familie en getuigen
van 't bruidspaar. De bruid was met een gil
van schrik sp een dlchtbljstaanden stoel ge
zonken. De anderen stonden min of meer per
plex. EindelUk trokken zich de beide partUen,
leder met hun huwelUkscandldaat in T mid
den. in een hoek der kamer terug en begon
nen opgewonden met elkaar te redeneeren.
Om 1 voorval voor de lezers eenlgermate te
verduldelUken, moeten we opmerken, dat Hans
en Charlotte reeds sedert een Jaar verloofd
waren. De bruidegom was een eigenaardig
jongmensch, gemakkelUk uit z’n evenwicht te
brengen en zeer onstandvastig van karakter.
Van iets slechts of verkeerds was hU niet te
betichten. doch genoemde eigenschappen
brachten hem meermalen in een moeilijk par
ket. Van Charlotte hield hU veel en innig en
hü had met liefde dengene neergeslagen, die
beweren wilde, dat hU haar niet wenschte te
trouwen. Maar hu was 't met zichzelf nog niet
eens. of 1 nu daarvoor al de tUd was. 't Was
misschien beter eerst nog eens rond te kUken,
wat er in de wereld alzoo te doen was. alvo
rens zich voorgoed te binden. Het verlangen
naar wlldstroomende rivieren, bergen met
eeuwige sneeuw, zigeunerleven en avonturen
was soms zoo sterk in hem. dat 't hem te
machtig werd. HU had zUn geboortelandndg
nooit verlaten, dus kon hU nog niet weten, dat
t nergens beter en veiliger was. Kort geleden
had Charlotte Ijpm om zUn malle bevliegingen
zUn woord teruggeven, maar hU had niet ge
rust. vóórdat ze zich weer met hem hid ver
zoend. En toen had hU zelfs in een plotselinge
opwelling willen aanteekenen. Doch Juist in de
laatste dagen waren hem weer lokkende rels-
beschrUvlngen in handen gekomen en toen hU
Het kostte Bettie eenlge gewetenswroeging,
om zoo te handelen, want dat gaan naar de
bibliotheek was eigenlUk met de bedoeling en in
de hoop, een brief van Janie te krUgen.
Die had zich geen enkelen keer door haar
’zuster laten overreden, om met haar adres te
voorschUn te komen. Haar brieven, die dus het
postmerk Chatbeck droegen, verschenen steeds
bU de Warreners, in den regel met de eerste
post, zoodat Dick er zich dlkwUls In stilte
over verwonderde, van wie, die toch wel konden
zUn. HU sprak echter geen enkelen keer meer
van zUn neef in Stoneshire, maar de vrees, dat
een van die epistels zUn nieuwsgierigheid weei
wekken kon, had haar eindelUk doen besluiten,
Janle te vragen, om haar brieven in het ver
volg maar aan de bibliotheek te adresseeren.
waar zU toch iedere week moest wezen voor
inruil van boeken.
Zoodra zU zich nu hier vertoonde, zei de eige
nares:
„Er ligt al een paar dagen een brief op u te
wachten. Miss Gilchrist."
Bettie had gretig het welkome epistel in ont
vangst genomen, toen iemand, die achter haar
den.winkel was binnengekomen, haar naam uit
sprak. Ijlings schoof ze den brief in het ge
ruilde boek en kreeg een kleur van verrassing,
toen ze, zich omkeerend, gewaar werd, dat dB
Dick Warrener was.
,Jk zag door het venster Juist even het puntje
van den staart van Dane." schertste hU. .en toen
dacht ik wel, dat hU tot geleide zou hebben!"
Dick was een bUzonder flinke, knappe ver
schijning in zUn loa-toegeknoopte regenjas, vond
dat voor zoover folterings-methoden ingevoerd
zUn in verbarjd met politieke misdrijven, .^an
den strijd tusschen de partUen een nieuw ele
ment van de uiterste verbittering toegevuegd
is, dat ook de Internationale betrekkingen
dreigt te verbitteren. Geen beschaafd land is
bereid te erkennen, dat het zUn toevlucht neemt
tot foltering. Toch kan niemand, die de feiten
nagaat, eraan twUfelen. dat foltering thans
meer voorkomt dan een halve eeuw geleden. Het
kwaad is niet uitgeroeid, maar neemt toe.”
Twee gevallen uit Europeesche landen worden
genoemd. Het eerste betreft een gevangene, die
dagen en nachten lang in een wit-gestucadoorde
cel, van één vierkanten meter, en twee meter
hoog, opgesloten werd, met een licht van 500
kaarsen sterkte voortdurend voor zUn gelaat
brandend.
Het andere betreft het uittrekken van de
nagels van een gevangene. Noord-Ierland komt
ook op de HJst voor. De bevoegdheden van po
litie en magistraten tot het ondervragen van
gevangenen, die nog niet terechtgestaan heb
ben, zUn daar onbeperkt, en personen kunnen
voor onbepaalden tUd gevangen gehouden wor
den op bevel van de burgerlijke overheden, zon
der dat zU terechtstaan.
In Dultschland bestaan, aldus bhjkt uit het
Rapport. In het geheel geen voorschriften be
treffende ondervraging, en geen grens is gesteld
aan den tUd. gedurende welken een persoon
gevangen gehouden kan worden zonder terecht
te staan.
De Staatspolitie of Geheime Staatspolitie kan
optreden tegen politiek-verdachten „geheel bul-
uit Dultschland naar Tegelen was gekomen om
de dochter van den heer van Hundt te schaken,
sloeg bU Wambach zUn slag en voerde de
freule, die Baron van Glazenap vroeger reeds -
vergeefs ten huwelijk had gevraagd, mede.
De baron huwde met haar en werd bU erfenis
Heer vap Holtmolen. Van het Belersche Hof
verkreeg hu in 1755 verlof om munt te slaan,
de z.g. Glazenapkes. Van Baron van Glazenap
is bekend, dat hU tot de dolste dingen in staat
was. Onder meer wilde hU een kanaal aanleg
gen naar Kaldenkerken. vanaf den vUver van
Holtmolen. wat gezien het feit, dat Kaldenker
ken tientallen meters hooger ligt dan Tegelen.
een volkomen fiasco werd. Ook wilde de Baron
het kasteel Holtmolen bomvrij maken. HU Het
hiertoe het dak met enorme massa's zand be
dekken, waarvan het gevolg was dat het in
stortte en een metselaar er onder bedolven
werd.
De boemel-baron was een slechte bestuurder
van Holtmolen, raakte financieel in den put en
verliet Tegelen omstreeks 1770.
Ones Romeinsche correspondent schrijft ons:
T
een grootsche tentoonstelling, de .Mostra
Augustea della Romanita" te organiseeren. De
tentoonstelling moest niet alleen van histori-
schen aard zUn. zU diende ook een politiek
karakter te hebben. Het Italië van heden, het
„Impero", pretendeert ten nauwste verbonden
te zUn met het Rome ten tUde van Augustus.
Het begrijpt het klassieke Imperialistische ideaal
en geeft in dezen tUd de heroïek van toen
gestalte. Dit moest duidelUk tot uitdrukking
komen en in dezen propagandistischen opzet is
men alleszins geslaagd. Er is geen zaal op deze
tentoonstelling, die den bezoeker niet nadruk-
kelUk voorhoudt: zóó groot was Rome, déze
rechten heeft het eenmaal bezeten zóó groot
wil Rome weer worden, déze rechten wil het
wéér bezitten.
Afgaand op deze tentoonstelling komt men
tot de conclusie, dat het imperialisme van het
huldig Italië geen grenzen kent. Het is natio
naal noch economisch georiënteerd; zUn
rechten ontleent het aan de historie en deze
ZUn derhalve zoo goed als onbeperkt. De poli
tieke werkelUkheld is natuurlUk anders. Mus
solini, als groot staatsman, is een groot oppor
tunist; hU is niet meer fantast dan noodlg is
om te voorzien in de theatrale behoeften van
het Itallaansche volk. Dit volk zelf is trouwens
te oud, om niet een zeer behoorlUke portie
scepticisme te bezitten. ^De Italiaan zal het
imperialistische ideaal, dat hem door deze ten-
toonstelUng wordt voorgehouden, toejuichen
voor zoover het bewuste grootspraak is; voor
zoover het ernst mocht zUn maar nogmaals:
het is zeer onwaarschljnlUk, dat het. zooals
het hier gesteld wordt, ernst is moet het
hem doen glimlachen. Om het eerste echter is
het nu Juist te doen, want ook wanneer men
de grootspraak, omdat zU bewust is, toejuicht,
wordt men opgevoed tot heroïek. Men krUgt
weer gevoel voor stUL En als Italië een mythe
behoeft, dan is slechts die van het groote,
stuivolle gebaar bruikbaar. Een andere zou niet
geaccepteerd worden.
Een groot stUlvol gebaar, dat is de Mostra
Augustea Inderdaad. ZU vult tot de nok het
tentoonstellingspalels aan de Via Nazionale,
dat met het oog op deze gebeurtenis nog aan-
zienlUk werd vergroot. Alleen reeds het aantal
beeldhouwwerken overschrUdt de drieduizend.
Zeker, het zUn voor het meerendeel gipsen af
gietsels en dit moge den speurder naar klas
sieke schoonheid een desillusie bereiden. Maer
eenmaal reproducties en afgietsels aanvaar
dend, kon men van alle streken der wereld bU-
dragen verkrUgen en zoo een voorbeeldige vol
ledigheid bereiken.
Kan zich op de Mostra Augustea de voor de
imperialistische politiek begeesterde verzadigen
aan de talrijke landkaarten, waarop de groei
van het Romeinsche imperium werd uitgebeeld
hoe gemakkelUk en snel kan men hier leeren
wat in den gymnasiumtUd een penitentie was:
het verloop van den strijd tusschen Rome en
Carthago, de Gallische oorlogen en wat dies
meer zU de historicus kan zUn hart op
halen aan veel, wat hU. benut hU deze ten-
toonstelUng niet, wel nooit meer te zien zal
kunnen krUgen: reproducties, soms honderd
maal vergrootend. van de zeldzaamste docu
menten uit de oudheid, uit den tUd der konin-
gen. Brutus, Tarqulnius Superbus munten,
fragmenten van grafsteenen, de eerste in steetï
gegrifte wetten. Het materfaal is voortreffeluk
geordend en zoo openbaart en ontvouwt zich in
beelden en mozaïeken, in zegels en handsenrif-
ten. in statistieken en landkaarten, in pano
rama’s en maquettes, gansch de geschiedenis
van Rome, beginnend bU den legendarischen
Aeneas, om afgesloten te worden bij den co-
diycator Justinlanus.
Het middelpunt vormt natuurlUk de tUd van
Augustus; Augustus, van wlen de Inleiding tot
de tentoonstelling schrijft, dat zUn naam de
eeuwen door bU alle gectvlHseerde volkeren het
voorwerp der vereering was. In de centraal ge
legen hal, die aan een tempel doet denken,
staat hU afgebeeld als Pontifex, als Keizer en
Met gebrul en zonder geeuw?
Keizer Augustus en zijn Wereldrijk