eKctcctóaal can den day
z
De avonturen van Prof je en Struis je
g3 F
gai ndS gu
6
TWEE NICHTEN
EN TWEE NEVEN
RADOX
2g^23 26 2/
15 22
Z2
EZ
Z3 /633
Z
36
ALS NUTTIGE GEGEVENS
HULP VERSCHAFFEN
3/ ^^6 35
ZATERDAG 2 OCTOBER 1937
Het nieuwe raad tel
VOORBEELDEN!
O plotting vorig raadtel
w
o
Generaal zonder
veldslag
ONS PRIJSRAADSEL
Prytwinnaart
ENCELSCH I
NAAR HET
Het probleem voor deze
week
De bouwmeester i
van den dom
EEN VETTE.ONZUIVERE HUID
kunt tl gemakkeltjk verbeteren door het gebruik
van Radox. telkens wanneer ge Uw gezicht wascht
Bij apothekers en erkende drogisten a f 0.90
per pak en f 0.15 per klein pakje.
Een paardetprongpuzzle it een
inter ettant-inget pannen
bezigheid
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UIT ER LUK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
ui
graveerd staat.
VOORBEELD
N
P. H. A. TUIN.
Z
Banner",
het
Amerlkaansche
(Nadruk verboden)
bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door
Dus trachtte zy langs
HOOFDSTUK XVI
IS
er mee noodig?” klonk het
tot
De uitgeloofde prijzen zijn bij de loting toe
gewezen aan: mej. A. Heling. Hoofdstraat 99,
Velp (Old.); mej. M. A. Hou tbr aken, Westland-
gracht Hl. Amsterdam-W.F. E. R. Lange, Pe-
Het te vervullen contract is nu 2 in Schop
pen en moeten NZ dus 8 slagen, met Schop
pen als troef, maken
De drie andere spelers bekennen allen d. w.
z. zjj spelen allen een Harten bij. zoodat de
slag voor West is. Deze trekt nu Harten-boer
na, die Oost met de Vrouw, overneemt.
HartenJieer wordt nu nog nagespeeld en
daarna trekt Oost een kleine Klaveren! Zuid
speelt de 7 bij en West maakt dezen slag met
den Heer!
West
2 Harten
Pas
Zuid
1 Schoppen
Pas
met witten baard zien zitten,
daar, ongevoelig voor
droomnacht op den hals gehaald had. Zijn
testament was het document van een nederige.
Dat hij de voltooiing van den dom niet beleven
Noord
Pas
2 Schoppen
Noord hebben
ge-
wlnd, die den heelen dag sliep,
waakt, doet de ruiten 1—-
hagelkorrels tegen, 1—--
roffel klinkt.
Oost
1 Harten
Pas
Sch. A. V. B, 8.
H. 9, 8, X
R. B, 8, 4,
KI. A, V, V.
zit hij
oogen.
Zuid wil nu In troef gaan snijden en speelt
uit de blinde Schoppen-10 voor, waarop Oost
een kleine Schoppen bijspeelt!
Zuid speelt eveneens een kleine Schoppen
bij (Sch. 6) en West kan dezen slag niet ne
men! Vervolg!
kleine Schopt
eens een klei
den Boer speelt. Ook nu kan West dezen slag
a
Maar Profje Jammerde, ook al in zijn eigen
taal, dat hy niets kwaad in den zin had, en
dat hij een eerzaam man was en verder wil
de. En toen begrepen de agenten al gauw,
dat dit kereltje er niets aan had kunnen
doen, dat hij hun bevelen niet had opge
volgd. want dat hjj er niets van had ver
staan. Daarom werden ze al dadelijk wat
vriéndelijker.
Onder de inzenders van een goede oplossing
worden weer zes fraaie prijzen verloot.
Oplossingen worden tot Donderdagmiddag
12 uur ingewacht bij den heer G. M. A Jansen,
Ruysdaélstraat 60, Utrecht.
ns wordt uit Noord weer een
m gespeeld, waarop Oost nog
ie Schoppen bijspeelt en Zuid
Bloedworst
Loodgieter
Dienstmeid
Drenkeling
Centimeter
Volgen we de becijfering der paardesprongen
van 1 naar 2 van 2 naar 3 enz. in boven
staande figuur, en brengen we die overlnonze
vorige opgave, dan krijgen we de 5 woorden:
gasusstraat 28, Haarlem; L. M. 3. Maes, Pot-
gieterstraat 38, Utrecht; mej. M. de Moei, Fo-
restusstraat 18, Alkmaar; A B. van Waarden.
Callfornl«Straat 40, Den Helder.
Wat 's meesters hart verlangde,
geest in jarenlange visioenen
zijn handen op perkament
hier vorm aangenomen.
De meester zit aan het
In de
die
mocht, was een zoenoffer, dat hij God bracht
in gelouterde offervaardigheid.
West komt uit met de hoogste kaart van de
kleur door zijn partner geboden, d. L dus
Harten-aas!
Sch. 10, 8, 5, 3
H. 6, 4, 3.
R. H V, 7.
KI. B, 10. 2.
Sch. H, 7, X
H. H, V, 10, 5.
R. A 10. 5.
KL 9, 8, 4.
Zuid heeft het eerst Schoppen geboden en
wordt dus spelleider, zoodat West (links van
den spelleider) moet uitkomen en Noord, nadat
er uitgekomen is, zijn kaarten op tafel legt. m.
a. w. blinde wordt!
Sell. 9, 4.
H. A B. 7.
R. 9, 8, 3, X
KL H, 8. 5, 3.
Dokter
speciale
was niet de schuld van Mr. Rorke.”
„HU heeft u naar bed gestuurd, is ’t niet?.
Dat heeft de zuster tenminste aan dokter Peil
verteld.”
„Wat had die
scherp.
„Hij meende zeker, dat hij er wèl mee noodig
Het allen menschen naar den zin te maken,
is eenvoudig onmogelijk: eenige inzenders
meenden althans een opmerking te moeten ma-
Het is laat in den nacht als de meester zien
voor een korten slaap ter ruste legt,
kamer heerscht een zonderlinge onrust,
hem onbewust bevangt.
.Ludlow meent van wèl.”
Minnie ging het geval nog eens bepraten met
een paar noodhulpen uit het dorp en het kón
niet anders, of ze moesten zich alle drie wel
gewichtig voelen, dat ze in een huis waren,
waar zulke gebeurtenissen voorvielen.
Na een kwartier was het ’t meisje toch onmo
gelijk, om zoo tè blijven zwijgen en ze begon:
„Het lijkt wel, of hier de narigheid in huls niet
ophoudt!.... Oude Mr. Gilchlst dood; Mrs
George een zenuwbui en nu dit alles met dien
armen, kleinen Master Charlie! Dat beduidt
niet veel goeds voor Mr. Rorke. Jammer, dat u
vannacht niet bij hem gewaakt heeft!"
Dit was juist de gedachte, waar Janie steeds
van vervuld was geweest. Met toonlooze, onvaste
stem antwoordde zij:
„Och. het kon immers tóch gebeurd zijn? Het
Wil ik eens heel hard gaan loopen? vroeg
Struisje. Dat is goed, zei Profje, en daar
ging het, uit alle macht aan den haal. Maar
dat zat hun heelemaal niet glad. De woe
dende agent blies op een fluitje en In een
ommezien waren er wel tien agenten bij el
kaar, eenlge daarvan waren voorzien van
motorfietsen en hadden het onfortulniijke
paartje al gauw Ingehaald.
Nu bielden ze den struisvogel bjj een tip
welven oprijst den Gothischen dom,
roemr'Jkste schepping van den meester,
fundamenten, waarin het woord „eeuwig” ge
graveerd staat. uit den rotslgen schoot der
stad rijst dit machtig bouwwerk omhoog. Nog
is de hooge toren, de kroon van het werk niet
gebouwd, maar de onvoltooide romp, uit zand
steen gevoegd, doet reeds verrassend aan.
wat zijn
uitdacht, wat
teekenden, heeft
van zijn vleugel vast en Struisje mocht niet
In die vingers bijten, zei Profje, want deze
vreesde nog meer moeilijkheden. Struisje
had het anders graag gedaan en stond vraat,
zuchtig naar de handen van de agenten te
staren, trillend van verlangen om er in te
"bijten. Een der agenten haalde intusschen
zjjn opschrijfboekje uit zijn zak en vroeg
Profje in zjjn eigen taal wie hij was en wat
hij wilde.
West speelt een kleine Ruiten na, waarop
uit Noord de Vrouw wordt gezet; Oost neemt
dezen slag met het Aas en trekt wederom een
kleine Klaver na. Zuid neemt dezen slag met
het Aas en brengt Noord met Ruiten-Heer aan
slag.
Na het 2 Schoppen-bod van
er 3 spelers gepast en is dus het bieden
sloten.
Opeens schrikt een zucht van zijn vrouw hem
uit den zachten sluimer.
„Wat Is er. Anna?"
HU krijgt geen antwoord.
De wind die den heelen dag sliep, is ont-
rinkelen en slingert er
zoodat het als een tromge-
Ze lag daar cc
later binnenkwam
ging: zitten.
had. Ik was er niet, maar Ludlow heeft het ge
hoord. Die zei, dat de dokter heel opgewonden
was. toen hij Charlie zag. Het kind kon zich
ónmogelijk zóó bewogen hebben, dat hjj zich
dat leed kon hebben toegebracht. HU verklaarde
ronduit, zóó. dat leder het hooren kon, hoe hij
niet begreep, dat Mr. Rorke bij het kind op de
kamer was gekomen en niets gemerkt had.”
„Wat denkt hij dan?”
„Wel. dat is nog al duidelijk: Mr. Gilchrist is
vanmorgen gestorven, ziet u. Gisteren had hij
den notaris bjj zich, om zijn testament te maken
en het klad lag op de tafel in de kamer daar
achter, waar Mr. Rorke heeft gewacht, toen hjj
naar zjjn oom kwam kijken. Hjj moet er het
papier dus hebben zien liggen. En Ludlow zegt,
Rorke soms mocht tegenkomen. Het eenlge. wat
hem redden kon, als de waarheid uitkwam. wis.
dat hjj niet had afgeweten van hun verwant
schap. Ze konden wel geen geloof slaan aan zijn
onwetendheid In deze, maar hjj kon er toch een
eed op doen, maar als zij hem nu sprak,
dan zou ze het zeker niet voor hem verborgen
kunnen houden. En als ze nu samen gezien
werden
Later op den dag trok een onweerstaanbaar
verlangen haar naar Charlie’s kamer. Zjj was
eerst stilletjes in den tuin gegaan en had daar
enkele bloemen geplukt, want ze kon den
armen, kleinen doode daar toch niet zóó laten
liggen, zonder eenlge vriéndelijke gedachte van
haar.
Met trillende handen en half-verbllnd door
tranen, strooide zy zacbt-geurende viooltjes,
zijn lievelingsbloemen, op het dek.
Met de donkere oogharen op het wasbleeke
gezichtje was Charlie veel mooier, dan hy ooit
by zijn leven geweest was. Hy lag daar zoo
rustig en vreedzaam.
„Hy zal zeker nü gelukkiger zyn,” was haar
eenlge vertroostende gedachte.
In de gang ontmoette ze Rorke. Gedurende
een oogenblik stonden ze elkaar aan te kyken.
Haar gelaat was kleurloos. Ze had diepe, blauwe
kringen onder de behuilde oogen. Rorke was ook
zee» bleek en betrokken.
.Janie!” riep hy. ,Je bent ziek!”
.Neen...., of Ja, eigeniyk wèl.... Maar laat
my gaan. Rorke. spreek niet tegen myi”
Ze voelde immers een vreeseiyken angst, dat
de menschen ben samen zouden zien en hen
ken, dat we het nummer wat te gemakkeiyk
hadden gemaakt door de gegevens. De eene had
zyn bezwaar tegen de hoofdletters, een ander
tegen de plaatsing van enkele cyfers In de fi
guur. een derde tegen de omschryving der vyf
woorden. Op grond van onze ervaring In dezen
werpen we hier tegen, dat zonder zulke gege
vens zoo’n paardesprongprobleem zeer lastig
wordt, en dat velen naar onze overtuiging den
moed na lang tobben toch opgeven.
Het zoeken wordt dan te zwaar nu was
het volgens getuigenis van zeer vele puzzelaars
een prettig zoeken. Juist door die .jsteunverlee-
nlng" een .JUne puzzle, waarin het huppelen
en springen, en juichen als men een volgende
halte te pakken kreeg, een interessant-lnge-
spanneh bezigheid verschafte.”
’t Klinkt ongeloofeiyk, en toch Is het waar
dat onder de talryke puzzleschaar zich nog
een tiental vrienden bevonden die maar een
stukje oplossing zonden
het vyftal woorden, dat was él een vreemd
geval mag zoo iets een paardesprong-
puzzle heeten? men kon het trouwens uit
onze waarschuwing wetenofacht men
zoo’n byschryvery doodbedaard de moeite
van T lezen niet waard?....
dan zouden verdenken,
hem te gaan.
„Zóó hoefde je er toch niet uit te zien! Is
er niemand, die eens wat voor je doen kan?”
.Neen, niemand! O, het is verschiikkeiy k
„Hield je dan.... zóóveel van hem?"
.Dat weet je wel!.... Alsof hy myn eigen
broertje was!”
„Het was myn broertje! zei hy bitter. „Weet
je, waar Peil op zinspeelt -Ken anderen? Ik
geloof zelfs, dat ze het ronduit zeggen....”
„Ja. Minnie zei zoo iets.Zy meende, dat et
een verhoor zou plaats hebben?”
„Ja. dat zal er zeker!”
„Zal ik óók getuigen moeten?”
„Vindt je het zoo naar?.... Je hebt immers
niets slechts te zeggen, voor niemand? Je kon
zelfs een goed woordje doen voor my! Je kon
zeggen, dat. terwyi ik meer dan eens in de ge
legenheid was geweest, myn broertje het leven
te benemen, ik juist myn best heb gedaan, hem
te sparen.'
Janie stond er roerloos by en zei enkel:
.Rorke, ik kón het niet!"
„Wit kan je niet? Kan Je geen goed woordje
voor my doen?”
.Neen, dat spyt my zoo! Ik meen, dat ik geen
getuigenis zal kunnen afleggen. Ik zou er enkel
maar kwaad mee doen. Ik wil niet verschijnen
op het verhoor. Er moet maar gezegd worden,
dat ik ziek ben, dan kan ik vanzelf niet komen.
Minnie, of een van de anderen kan dan wel
vertellen, wat ik weet. Maar ik moet niet ge
tuigen."
(Wordt vervolgd)
venster van zyn
werkkamer, zyn blauwe oogen. waarin ver
borgen vuur straalt, zyn op den ryzlgen dom
De opgave is wel bekend:
de figuur links boven, oorspronkeiyk gevuld
met een vyftal woorden, die zpowel uit 1.2.3.4.5
vertikaal als uit 12.3.4.5 horizontaal gelezen
werden. Is in 13 stukken verknipt, welke men
naast en onder de genoemde figuur aantreft.
En nu is ons probleem voor deze week:
die 13 stukken zóódanig in de figuur te pas
sen» dat deze er precies geluk aan het orlgi-
neele ontwerp komt uit te zien.
btj verlies van een hand,
een voet of een oog.
Een verhoot!.... Nieuwe verschrikkingen
doemden op voor Janie! Het was niet alleen haar
meisjesachtige schrik, om voor het eerst met
de yzeren hand van de wet te moeten kennis
maken. maar als zy onder eede getuigen
moest, dan zou zy ook haar vollen naam moeten
geven. En ze was zoo bang, dat haar heele ge
schiedenis dan ook bekend zou worden.
Toch kon het wezen, dat hóór getuigenis on
misbaar was voor Rorke's onschuld. Als men nu
ineens tot de ontdekking kwam, dat zy een
nichtje van hem was en onder hetzelfde dak
woonde, zou dit dan niet een biyvende smet
werpen op haar goeden naam?
Peil zou kunnen spreken van haar
vriendschap met Rorke: zy kón niet
ontkennen, dat er af en toe romantische ge
sprekken tusschen hen gevoerd waren. Verbeeld
je, dat er eens gedacht werd, dat zy beiden In
het kwade hadden samengespannen! Het was
afschuweiykMaar niets leek haar nu meer
te verschrikkeiyk voor achterdochtlgen.
Koortsachtig stond zy op en begon heen en
weer te loopen, in ware wanhoop.
Nog uren lang bleef zy op haar kamer; durfde
zich niet naar buiten wagen, uit vrees, dat ae
en geven de belde aangeduide kolommen de
Fransche rivieren: Loire en Seine.
Nu krygen onze raadsel-oplossers gelegenheid
hun krachten te beproeven op de volgende leg-
puzzle:
gevestigd, die in de schemering als een lichte
ark heen en weer deint. Het lawaai, de stem
men der werklieden. alles is verstomd. De
avond verlost de nyvere handen van houweel
en kalk, van gesteente, dat zich ludelijk naar
het beeld van den geest voegt. Het plein ver
zinkt in het donker. Als vonken van een ver
wereldvuur stralen de sterren in de geweldige
schaduw van den dom.
.Myn werk," dacht de eenzame oude man
en zyn borst zwelt van rechtmatigen trots.
Had men hem niet uitgelachen en medelij
dend de schouders opgehaald, toen hy inder-
tyd zyn geweldig plan ontvouwde? Had men
hem geen dwazen droomer genoemd? Ja. maar
hy had ze allen overweldigd, hy alleen!
De jaren verliepen, zyn werk groeide en
groeide naar den hemel en naarmate het zich
ontplooide, erkende de wereld zyn verheven
heid, die een weerspiegeling was van hem, die
er zwygend. gryzend achter stond,
vrouw en 1-
Met ruwe vuisten
sculpturen, de torentjes,
n.at deze mathema-
figuren en vor
men. Als een stormwind overvallen deze tal-
looze handen zyn werk en vernielen het stuk
voor stuk, in ademlooze stilte.
De meester drukt het aschvale gezicht tegen
de ruit en kijkt met zonderling verlamden wil
naar het vernielzuchtig gedoe. Is er dan nie
mand die halt gebiedt aan deze razende af
braak?
Daar rukt de meester het venster open en
zyn stem, hoog en schril van vertwyteling,
dringt over het schemerige plein.
„Houdt op! Wie gy ook zyt, die myn werk
vernielt, houdt op!" En daar hy geen antwoord
krugt niets dan de helle echo van zyn eigen
stem klinkt terug verheft hy telkens en tel
kens weer zyn stem, tot hy. met zweet bedekt,
by het venster nederzinkt en slechts stom de
handen wringt.
Op dit moment echter dringt het besef met
de helderheid van den bliksem tot hem door.
Een stem, die van bulten komt en tegeiykertyd
in zyn binnenste klinkt, spreekt tot hem:
„Hoe kan dit huis, dat God toegewyd is, den
Hemel welgevallig zyn, waar hoogmoed het
bouwde? Niet tot lof en roem van den Heer
hebt gy het ontworpen, maar om uw eerzucht
te voldoen. Daarom is het goed, dat de Enge
len het vernielen, dit werk van Lucifer, die in
U woont."
Steunend, door den arm van God getroffen,
verneemt de meester deze woorden. En als hy
den blik verheft, stoot hy een kreet van ont
zetting uit. Op de plaats, waar de Dom zich
machtig, heeriyk verhief, stapelen zich nu de
ruïnes op.... een gryze chaotische berg van
vernielend gesteente.
Door zyn eigen kreet ontwaakt de meester.
Hy vliegt van zyn legerstede omhoog, buiten
zichzelf van ontzetting. En zóó fel was de wer-
keiykheld van zyn droom, dat hy opspringt en
door het venster naar bulten staart, of de dom
er nog staat In zyn moeizaam uitgedachte en
gevormde grootschheid. Een zucht van verlich
ting ontsnapt zyn borst, als hy het werk onbe
schadigd voor zich ziet.
Een lichte hand raakt hem aan. zyn vrouw
staat achter hem en kykt hem angstig be
zorgd aan.
„Wat scheelt er aan. Berthold?” vraagt zy
zacht.
De meester ziet verward in het kommervolle
gezicht en stamelt: „Ik droomde, dat de dom
vernietigd waseen nachtmerrieGod
mag weten, hoe ik daar aan kom....”
„Je bent overwerkt, Berthold" zegt de vrouw.
En op haar zachte, nederige wyze maakt zy
hem verwyten en smeekt hem, zich te ontzien.
De meester strykt afwezig over het voorhoofd
en mompelt: .Dat is het niet. Anna neen,
dat is het niet.” herhaalt hy luid en ernstig,
ontsteld door de waarheid, die hem onweer
staanbaar aangegrepen heeft. Dan kleedt hy
zich aan en verlaat het huls, zyn vrouw ziet
vanuit het raam, hoe hy het totaal verlaten
plein passeert en in het hooge portaal van den
dom verdwynt.
Wat de meester in het Godshuis dacht en<^
voelde, toen hy. eenzame boeteling, nederig
voor het hoogaltaar knielde, heeft nooit iefnand
vernomen. Toen hy in het schemerend mor
genuur terugkeerde, was hy een ander mensch.
zyn oogen stonden koortsachtig.... hy had
’s nachts een kou gevat. Hy moest het bed
houden en was daar dankbaar voor, want hy
gruwde thans voor het feest, dat dezen dag te
zijner eer gevierd zou worden.
Toen het uur naderde, waarop men hem in
de schitterende feestvergadering wachtte, zond
hy een van zyn zoons met de boodschap, dat
de meester ziek was en zich liet verontschul
digen. Ook voelde hy zich onwaardig, deze eer
te aanvaarden voor een werk, waarvoor God
alleen alle eer en dank toekwam.
Eenige maanden later stierf de meester ten
gevolge van de ziekte, welke hy zich in dien
Ik weet niet, hoe lang het heeft geduurd,
eer ik aan het bed trad en merkte, dat hy zich
bewogen had en dat het naaisel van de wonde
was losgegaan."
„Maar waarom heb Je toen de zuster niet ge
roepen, of Minnie naar den dokter gestuurd?”
.Dat hèb ik ook gedaan, maar dat gaf niets
meer. Zie je dan niet, dat.... hy dood Is?”
.Dood?.... Is hy dood?.... O, Charlie, Char
lie!...."
Ze knielde by het bedje neer en verborg het
telaat in het dek.
Rorke liet haar enkele minuten snikken. Toen
trad hy op haar toe en legde haar de hand op
den schouder, terwyi hy overredend sprak:
•■*-*a naar je kamer. Je kunt hier niets doen!
Dit is te veel voor je. Ga nu, dan zal ik iemand
by Je sturen.”
Jsnle ging naar haar kamer en wierp zich
■nikkend op haar bed.
Ze lag daar nog. toen Minnie eenlgen tyd
en sUl aan het voeteneinde
Noord heeft gegeven en begint dus te Me
den:
In
Tcoortsachtigen kwellenden
niemand in de borst van den
stillen ascetlschen meester. Achter het mas
ker van den harden werker verbergt hy zyn
inneriyk.
niet nemen! Ten slotte wordt door Zuid Troef
aas uitgespeeld en nu valt de Heer van Oost.
Vervolgens maken N-~Z nog Klaveren-vrouw
en Ruiten-boer, terwyi tevens de laatste troef-
slag nog gemaakt wordt.
NZ hebben dus gehaald: 4 slagen in troef,
2 slagen in Ruiten en 2 slagen in Klaveren!
Tezamen maakt dit 8 slagen, zoodat het con
tract vervuld is!
Wanneer u nu de bespreking van dit spel
eens kalm doorgelezen hebt, is het best mo-
geiyk, dat er onder u velen zyn, die teleurge
steld zeggen: „Is dat nu bridgen? Nou. daar
is ook niet veel aan; dat ken ik zoo wel!!”
Maar, als u beseft, dat dit ongeveer het al-
lereenvoudigste spelletje is, dat er te bedenken j
is, dan zult u begrUpen, dat er nog heel wat
meer komt kyken, voordat men het bridge
spel beheerscht.
Zooals reeds gezegd, levert het bieden en
spelen van het bovengenoemde voorbeeld vry-
wel geen moeiiykheden op. Het bieden wil ik
nog even uitschakelen, omdat u eerst eenlgs.
zins met het spelen op de hoogte moet zyn.
alvorens u kunt gaan leeren, hoe te bieden.
Immers, bieden beteekent een contract aan
gaan voor een bepaald aantal slagen, dat men
met zyn i>artner samen denkt te kunnen be
halen, en het is dus noodzakeiyk, om eerst te
behandelen, hoe men die slagen behalen kan!!
Ons programma voor de volgende weken luidt
dus als volgt:
Eerst in het kort de voornaamste byzonder-
heden, welke men met spelen absoluut moet
weten.
Vervolgens eenlge algemeene richtregels voor
het bieden.
Daarna bespreking van een serie interes
sante spellen, waarin de twee vorige punten
uitvoeriger worden toegelicht en ten slotte be
spreking van enkele systemen, waarna we over
kunnen gaan tot probleemspellen!
blik verwachtte dat oorlog zou uitbreken tus
schen Bulgarye destyds een vorstendom on
der nominale suzerelnltelt van den Sultan en
Turkye. Maar er kwam niets van.
Later in 1904 ging hy naar Rusland als attache,
by de Russische legers in den Russlsch-Japan-
schen oorlog. Maar hy bereikte nooit het oor-
lokstooneel in Mandsjoerye.
M 1911 had hy een mooie kans iets te zien
van den eersten Balkanoorlog. Toen deze uit
brak immers bevond hy zich in Montenegro,
welks leger den aanval op Turkye opende, t
Was hem evenwel niet gegund ooit in de naby-
heid van het front te komen.
In 1914, toen de groote oorlog uitbrak, was hy
attaché te Brussel Maar de Vereenlgde Staten
waren neutraal, en toen de Duitschers in België
oprukten, werd den waarnemers der onzydige
landen verzocht de Belgische legers niet te ver
gezellen.
In 1916 dreigde oorlog tusschen de Vereenlgde
Staten en Mexico. Generaal Falls werd uit
Europa teruggeroepen, en naar de Mexicaan-
sche grens gezonden. Daar wachtte hy zes maan
den in de tropische hitte in de hoop dat ook
voor hem de „jour de gloire” zou aanbreken,
maar de Amerikaansch-Mexikaansche oorlog,
waarover zooveel gesproken en geschreven was,
bleef uit.
Het volgende jaar evenwel verklaarden de
Vereenlgde Staten den oorlog aan Duitschland.
Op dit groote oog.giblik lag generaal Falls met
longontsteking in een ziekenhuis.
In 1918 was hy geheel hersteld. Hy werd in
gedeeld by het eerstvolgende AmerikaartKche
contingent dat tegen den winter naar Europa
zou oversteken. Maar kort vóór het vertrek brak
de wapenstilstand uit.
Nu vertoefde hy sinds eenigen tyd in Engeland
en had het plan opgevat naar China te gaan
om zooals hy zelf verklaard had op zyn
ouden dag eens te zien wat oorlog nu eigeniyk
was. Maar ook die laatste kans miste hy, want
hy stierf onverwacht, terwyi hy toebereidselen
trof tot zyn reis naar het Verre Oosten.
Een nevelachtige gestalte staat plotseling in
de kamer, een gedaante, die den meester vaag
aan zyn jongste dochter herinnert.
.Ben jy daar. Mechtilde?" vraagt hy ver
wonderd. In plaats van eenlg antwoord wijst
de verschyning want dat is het zeker, denkt
hy naar buiten. De meester begrUpt direct
de beteekenis van het korte gebaar. Haastig
staat hy op en gaat naar het venster. Ginds
staat de dom in een schemering, die mat in
grys de strenge peilers omspeelt. Op den grond,
by het hooge portaal, op de duizelingwekkende
stellingen wemelt het van menschen, waarin
de meester terstond zyn arbeiders herkent.
Weer staat hy verbaasd.
„Waarom werken zy in dit nachtelyk uur?
Niemand heeft
het hun bevolen."
zegt hy en keert
zich om. maar de
gestalte is ver
dwenen. Hoofd
schuddend kijkt
hU naar den dom,
maar op dit moment wordt hy aangegrepen
door een schrik, die hem als een ijzige huive
ring langs hoofd en hart vaart.
Boven de nyvere schaar van zyn arbeiders
ontdekt hy een leger vage, spookachtige we
zens die bezig zijn den dom te vernielen. Zy
rukken met toornige gebaren de steenen los en
slingeren ze in de diepte,
vernielen ze de teere i
rozetten, steenery bloemen,
tische. meesterlijk doordacl
Hy had
kinderen vergeten. Hy was dodf ge
worden voor alles wat buiten zyn schepping
stond. Hy leefde voor het oogenblik. het eenige
uur. waarin hy, triomfator, wiens roem in
onvérgankeiyke steen gehouwen was. van
aangezicht tot aangezicht tegenover zyn schep
ping zou staan, omjubeld door de menschen,
met den lauwerkrans getooid.
Een golf van -smarteiyk genot doet den
mensch aan het raam beven. Hy denkt aan
het feest, dat de stad morgen ter eere van zijn
geboortedag viert en een Intense tevreden
heid maakt zich van zUn roemzuchtig hart
meester. Dezen hongëf. die onverzadigbaar
hem woedt, dezen
demon vermoedt
tv rif tegen den avond, by het vallen der
\A/ schemering, over het plein der oude
stad wandelt, dat weergalmt van het
hameren en zingen der arbeiders van den
dom. kan aan het venster van een spltsgevellg
huls in de’ Raadsheerenrtraat een mager man
Onbeweeglijk
nieuwsgierige
den blik onafgewend op zyn werk ge
richt, dat vóór hem met bogen, torens en ge-
de
Uit
ooals ik reeds aangekondlgd heb, kom ik
nu op de twee vorige rubrieken terug
In deze twee rubrieken nJ. heb ik ach
tereenvolgens de brldge-regels en de punten
telling behandeld. TheoretlscB zou u nu In
staat zyn, om een spelletje te gaan bridgen;
immers u kent nu de regels, volgens welke u
Meden en spelen moet en weet bovendten, hoe
B het resultaat moet noteerenü
Voordat het echter zoover is, zyn er nog
wel eenlge voetangels en klemmen te ontwy-
ken. want ten eerste zyn er onder u waar-
schynlyk nog maar weinigen, die na de vori
ge twee uiteenzettingen alles voor 100 pCt. in
zich opgenomen hebben, en ten tweede is de
theorie slechts een hulpmiddel om uit de
practyk te kunnen leeren! Want, geachte lezers,
jndien u werkeiyk bridgen wilt leeren, dan is
het absoluut noodzakeluk. dat u de vorige
twee rubrieken grondig bestudeert en alvast uw
krachten eens op de practyk beproeft!
Om u echter al een beetje wegwys te ma
ken, zullen we een paar voorbeelden behande
len, waardoor misschien enkele van uw moei
iykheden opgelost worden!
Al J.F ARONNF’S XevïnPan ^ra®kerlnKsvoofwaair^en ,U‘gen F 7S0 - bU levenslanKe geheele ongeschiktheid tot werken door IJ *7Cfk by een ongeval met ET -
w 1 1 XL O ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeerlngen verlies van beide armen, belde boenen of belde oogen doodelljken afloop fciOVJ»
dat al het geld werd vermaakt aan Master
Charlie.”
Janie ging recht overeind zitten in bed.
„Beduidt dit, dat Mr. Rorke zyn broertje zou
gedood hebben voor dat geld?Dat hy hem
met opzet verlegd zou hebben, nadat hy toch
zoo goed voor hem was geweest en alles had ge
daan, om hem In het leven te houden, toen hy
hem zoo gemakkeiyk had kunnen laten dood
gaan?"
,Dat heb ik er ook tegen ingébracht, maar
toen zei Ludlow weer, dat het toch niet geheel
zeker was, dat Master Charlie de erfgenaam van
zyn oom zou wezen. In ieder geval beweer ik
niet dat Mr. Rorke het gedaan heeft; ik zeg
enkel maar, dat het er niet mooi voorstaat voor
hem. U moet denken: de menschen hebben dien
dood van Master Alfred nog niet vergeten.
Daarom ziet dit geval er niet best voor hem uit."
,Jk kan niet aannemen, dat de menschen zóó
wreed en zóó dom zouden zyn!” riep Janie, met
een stem, trillende van verontwaardiging. „Het
was om der wille van Charlie zelf, dat hy er
op stond, dat ik vannacht naar bed zou gaan,
omdat hy meende, dat ik anders te moe zou
zyn, om goed op het patiëntje te letten. Er was
ons geen van belden gezegd, dat het noodzake-
lyk was, den heelen nacht op te zitten. Althans
dokter Peil heeft het nlèt gezegd.”
Minnie ging naar de deur met de woorden
.Nu, het Is te hopen, dat het u lukken zal.
hen daarvan te overtuigen, als u verhoord
wordt!"
Janie hief een doodsbleek gezichtje op:
„Komt er dan een verhoor?”
eneraals. die nooit een veldslag gezien
I T hebben, zyn misschien niet zoo heel zeld-
zaam. Vóór 1914 moeten er zeer velen ge
weest zyn, en ook thans zUn er nog verschei
dene dozynen in die landen die het geluk ge
had hebben buiten den wereldoorlog te biyven.
De in een Londensch hotel op 73-jarigen leef-
tyd gestorven Amerlkaansche brlgade-generaal
De Witt Clinton Falls evenwel heeft de gele
genheid gehad acht oorlogen óf te zien, óf actief
mee te maken, maar het was zyn noodlot dat
de gelegenheid hem steeds op het laatste oogen
blik ontsnapte.
Generaal Falls heeft een diensttyd van 53
jaren gehad in het Amerlkaansche leger en de
Nationale Garde.
In 1898, tydens den Amerikaansch-Spaanschen
oorlog, ging hy naar Porto Rico, in West-Indië.
De verdedigers verwelkomden hem met „The
Star-Spangled Banner”, het Amerlkaansche
volkslied. Maar nog vóór hy het tooneel van
den strUd bereikt had, was de oorlog afge-
loopen.
De tweede maal w het de oorlog zélf die
uitbleef. Dat was in l?04. De generaal vertoefde
by het Turksche leger, toen men leder oogen-