eKctcctóaal can den day z De avonturen van Prof je en Struis je g3 F gai ndS gu 6 TWEE NICHTEN EN TWEE NEVEN RADOX 2g^23 26 2/ 15 22 Z2 EZ Z3 /633 Z 36 ALS NUTTIGE GEGEVENS HULP VERSCHAFFEN 3/ ^^6 35 ZATERDAG 2 OCTOBER 1937 Het nieuwe raad tel VOORBEELDEN! O plotting vorig raadtel w o Generaal zonder veldslag ONS PRIJSRAADSEL Prytwinnaart ENCELSCH I NAAR HET Het probleem voor deze week De bouwmeester i van den dom EEN VETTE.ONZUIVERE HUID kunt tl gemakkeltjk verbeteren door het gebruik van Radox. telkens wanneer ge Uw gezicht wascht Bij apothekers en erkende drogisten a f 0.90 per pak en f 0.15 per klein pakje. Een paardetprongpuzzle it een inter ettant-inget pannen bezigheid AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UIT ER LUK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL ui graveerd staat. VOORBEELD N P. H. A. TUIN. Z Banner", het Amerlkaansche (Nadruk verboden) bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door Dus trachtte zy langs HOOFDSTUK XVI IS er mee noodig?” klonk het tot De uitgeloofde prijzen zijn bij de loting toe gewezen aan: mej. A. Heling. Hoofdstraat 99, Velp (Old.); mej. M. A. Hou tbr aken, Westland- gracht Hl. Amsterdam-W.F. E. R. Lange, Pe- Het te vervullen contract is nu 2 in Schop pen en moeten NZ dus 8 slagen, met Schop pen als troef, maken De drie andere spelers bekennen allen d. w. z. zjj spelen allen een Harten bij. zoodat de slag voor West is. Deze trekt nu Harten-boer na, die Oost met de Vrouw, overneemt. HartenJieer wordt nu nog nagespeeld en daarna trekt Oost een kleine Klaveren! Zuid speelt de 7 bij en West maakt dezen slag met den Heer! West 2 Harten Pas Zuid 1 Schoppen Pas met witten baard zien zitten, daar, ongevoelig voor droomnacht op den hals gehaald had. Zijn testament was het document van een nederige. Dat hij de voltooiing van den dom niet beleven Noord Pas 2 Schoppen Noord hebben ge- wlnd, die den heelen dag sliep, waakt, doet de ruiten 1—- hagelkorrels tegen, 1—-- roffel klinkt. Oost 1 Harten Pas Sch. A. V. B, 8. H. 9, 8, X R. B, 8, 4, KI. A, V, V. zit hij oogen. Zuid wil nu In troef gaan snijden en speelt uit de blinde Schoppen-10 voor, waarop Oost een kleine Schoppen bijspeelt! Zuid speelt eveneens een kleine Schoppen bij (Sch. 6) en West kan dezen slag niet ne men! Vervolg! kleine Schopt eens een klei den Boer speelt. Ook nu kan West dezen slag a Maar Profje Jammerde, ook al in zijn eigen taal, dat hy niets kwaad in den zin had, en dat hij een eerzaam man was en verder wil de. En toen begrepen de agenten al gauw, dat dit kereltje er niets aan had kunnen doen, dat hij hun bevelen niet had opge volgd. want dat hjj er niets van had ver staan. Daarom werden ze al dadelijk wat vriéndelijker. Onder de inzenders van een goede oplossing worden weer zes fraaie prijzen verloot. Oplossingen worden tot Donderdagmiddag 12 uur ingewacht bij den heer G. M. A Jansen, Ruysdaélstraat 60, Utrecht. ns wordt uit Noord weer een m gespeeld, waarop Oost nog ie Schoppen bijspeelt en Zuid Bloedworst Loodgieter Dienstmeid Drenkeling Centimeter Volgen we de becijfering der paardesprongen van 1 naar 2 van 2 naar 3 enz. in boven staande figuur, en brengen we die overlnonze vorige opgave, dan krijgen we de 5 woorden: gasusstraat 28, Haarlem; L. M. 3. Maes, Pot- gieterstraat 38, Utrecht; mej. M. de Moei, Fo- restusstraat 18, Alkmaar; A B. van Waarden. Callfornl«Straat 40, Den Helder. Wat 's meesters hart verlangde, geest in jarenlange visioenen zijn handen op perkament hier vorm aangenomen. De meester zit aan het In de die mocht, was een zoenoffer, dat hij God bracht in gelouterde offervaardigheid. West komt uit met de hoogste kaart van de kleur door zijn partner geboden, d. L dus Harten-aas! Sch. 10, 8, 5, 3 H. 6, 4, 3. R. H V, 7. KI. B, 10. 2. Sch. H, 7, X H. H, V, 10, 5. R. A 10. 5. KL 9, 8, 4. Zuid heeft het eerst Schoppen geboden en wordt dus spelleider, zoodat West (links van den spelleider) moet uitkomen en Noord, nadat er uitgekomen is, zijn kaarten op tafel legt. m. a. w. blinde wordt! Sell. 9, 4. H. A B. 7. R. 9, 8, 3, X KL H, 8. 5, 3. Dokter speciale was niet de schuld van Mr. Rorke.” „HU heeft u naar bed gestuurd, is ’t niet?. Dat heeft de zuster tenminste aan dokter Peil verteld.” „Wat had die scherp. „Hij meende zeker, dat hij er wèl mee noodig Het allen menschen naar den zin te maken, is eenvoudig onmogelijk: eenige inzenders meenden althans een opmerking te moeten ma- Het is laat in den nacht als de meester zien voor een korten slaap ter ruste legt, kamer heerscht een zonderlinge onrust, hem onbewust bevangt. .Ludlow meent van wèl.” Minnie ging het geval nog eens bepraten met een paar noodhulpen uit het dorp en het kón niet anders, of ze moesten zich alle drie wel gewichtig voelen, dat ze in een huis waren, waar zulke gebeurtenissen voorvielen. Na een kwartier was het ’t meisje toch onmo gelijk, om zoo tè blijven zwijgen en ze begon: „Het lijkt wel, of hier de narigheid in huls niet ophoudt!.... Oude Mr. Gilchlst dood; Mrs George een zenuwbui en nu dit alles met dien armen, kleinen Master Charlie! Dat beduidt niet veel goeds voor Mr. Rorke. Jammer, dat u vannacht niet bij hem gewaakt heeft!" Dit was juist de gedachte, waar Janie steeds van vervuld was geweest. Met toonlooze, onvaste stem antwoordde zij: „Och. het kon immers tóch gebeurd zijn? Het Wil ik eens heel hard gaan loopen? vroeg Struisje. Dat is goed, zei Profje, en daar ging het, uit alle macht aan den haal. Maar dat zat hun heelemaal niet glad. De woe dende agent blies op een fluitje en In een ommezien waren er wel tien agenten bij el kaar, eenlge daarvan waren voorzien van motorfietsen en hadden het onfortulniijke paartje al gauw Ingehaald. Nu bielden ze den struisvogel bjj een tip welven oprijst den Gothischen dom, roemr'Jkste schepping van den meester, fundamenten, waarin het woord „eeuwig” ge graveerd staat. uit den rotslgen schoot der stad rijst dit machtig bouwwerk omhoog. Nog is de hooge toren, de kroon van het werk niet gebouwd, maar de onvoltooide romp, uit zand steen gevoegd, doet reeds verrassend aan. wat zijn uitdacht, wat teekenden, heeft van zijn vleugel vast en Struisje mocht niet In die vingers bijten, zei Profje, want deze vreesde nog meer moeilijkheden. Struisje had het anders graag gedaan en stond vraat, zuchtig naar de handen van de agenten te staren, trillend van verlangen om er in te "bijten. Een der agenten haalde intusschen zjjn opschrijfboekje uit zijn zak en vroeg Profje in zjjn eigen taal wie hij was en wat hij wilde. West speelt een kleine Ruiten na, waarop uit Noord de Vrouw wordt gezet; Oost neemt dezen slag met het Aas en trekt wederom een kleine Klaver na. Zuid neemt dezen slag met het Aas en brengt Noord met Ruiten-Heer aan slag. Na het 2 Schoppen-bod van er 3 spelers gepast en is dus het bieden sloten. Opeens schrikt een zucht van zijn vrouw hem uit den zachten sluimer. „Wat Is er. Anna?" HU krijgt geen antwoord. De wind die den heelen dag sliep, is ont- rinkelen en slingert er zoodat het als een tromge- Ze lag daar cc later binnenkwam ging: zitten. had. Ik was er niet, maar Ludlow heeft het ge hoord. Die zei, dat de dokter heel opgewonden was. toen hij Charlie zag. Het kind kon zich ónmogelijk zóó bewogen hebben, dat hjj zich dat leed kon hebben toegebracht. HU verklaarde ronduit, zóó. dat leder het hooren kon, hoe hij niet begreep, dat Mr. Rorke bij het kind op de kamer was gekomen en niets gemerkt had.” „Wat denkt hij dan?” „Wel. dat is nog al duidelijk: Mr. Gilchrist is vanmorgen gestorven, ziet u. Gisteren had hij den notaris bjj zich, om zijn testament te maken en het klad lag op de tafel in de kamer daar achter, waar Mr. Rorke heeft gewacht, toen hjj naar zjjn oom kwam kijken. Hjj moet er het papier dus hebben zien liggen. En Ludlow zegt, Rorke soms mocht tegenkomen. Het eenlge. wat hem redden kon, als de waarheid uitkwam. wis. dat hjj niet had afgeweten van hun verwant schap. Ze konden wel geen geloof slaan aan zijn onwetendheid In deze, maar hjj kon er toch een eed op doen, maar als zij hem nu sprak, dan zou ze het zeker niet voor hem verborgen kunnen houden. En als ze nu samen gezien werden Later op den dag trok een onweerstaanbaar verlangen haar naar Charlie’s kamer. Zjj was eerst stilletjes in den tuin gegaan en had daar enkele bloemen geplukt, want ze kon den armen, kleinen doode daar toch niet zóó laten liggen, zonder eenlge vriéndelijke gedachte van haar. Met trillende handen en half-verbllnd door tranen, strooide zy zacbt-geurende viooltjes, zijn lievelingsbloemen, op het dek. Met de donkere oogharen op het wasbleeke gezichtje was Charlie veel mooier, dan hy ooit by zijn leven geweest was. Hy lag daar zoo rustig en vreedzaam. „Hy zal zeker nü gelukkiger zyn,” was haar eenlge vertroostende gedachte. In de gang ontmoette ze Rorke. Gedurende een oogenblik stonden ze elkaar aan te kyken. Haar gelaat was kleurloos. Ze had diepe, blauwe kringen onder de behuilde oogen. Rorke was ook zee» bleek en betrokken. .Janie!” riep hy. ,Je bent ziek!” .Neen...., of Ja, eigeniyk wèl.... Maar laat my gaan. Rorke. spreek niet tegen myi” Ze voelde immers een vreeseiyken angst, dat de menschen ben samen zouden zien en hen ken, dat we het nummer wat te gemakkeiyk hadden gemaakt door de gegevens. De eene had zyn bezwaar tegen de hoofdletters, een ander tegen de plaatsing van enkele cyfers In de fi guur. een derde tegen de omschryving der vyf woorden. Op grond van onze ervaring In dezen werpen we hier tegen, dat zonder zulke gege vens zoo’n paardesprongprobleem zeer lastig wordt, en dat velen naar onze overtuiging den moed na lang tobben toch opgeven. Het zoeken wordt dan te zwaar nu was het volgens getuigenis van zeer vele puzzelaars een prettig zoeken. Juist door die .jsteunverlee- nlng" een .JUne puzzle, waarin het huppelen en springen, en juichen als men een volgende halte te pakken kreeg, een interessant-lnge- spanneh bezigheid verschafte.” ’t Klinkt ongeloofeiyk, en toch Is het waar dat onder de talryke puzzleschaar zich nog een tiental vrienden bevonden die maar een stukje oplossing zonden het vyftal woorden, dat was él een vreemd geval mag zoo iets een paardesprong- puzzle heeten? men kon het trouwens uit onze waarschuwing wetenofacht men zoo’n byschryvery doodbedaard de moeite van T lezen niet waard?.... dan zouden verdenken, hem te gaan. „Zóó hoefde je er toch niet uit te zien! Is er niemand, die eens wat voor je doen kan?” .Neen, niemand! O, het is verschiikkeiy k „Hield je dan.... zóóveel van hem?" .Dat weet je wel!.... Alsof hy myn eigen broertje was!” „Het was myn broertje! zei hy bitter. „Weet je, waar Peil op zinspeelt -Ken anderen? Ik geloof zelfs, dat ze het ronduit zeggen....” „Ja. Minnie zei zoo iets.Zy meende, dat et een verhoor zou plaats hebben?” „Ja. dat zal er zeker!” „Zal ik óók getuigen moeten?” „Vindt je het zoo naar?.... Je hebt immers niets slechts te zeggen, voor niemand? Je kon zelfs een goed woordje doen voor my! Je kon zeggen, dat. terwyi ik meer dan eens in de ge legenheid was geweest, myn broertje het leven te benemen, ik juist myn best heb gedaan, hem te sparen.' Janie stond er roerloos by en zei enkel: .Rorke, ik kón het niet!" „Wit kan je niet? Kan Je geen goed woordje voor my doen?” .Neen, dat spyt my zoo! Ik meen, dat ik geen getuigenis zal kunnen afleggen. Ik zou er enkel maar kwaad mee doen. Ik wil niet verschijnen op het verhoor. Er moet maar gezegd worden, dat ik ziek ben, dan kan ik vanzelf niet komen. Minnie, of een van de anderen kan dan wel vertellen, wat ik weet. Maar ik moet niet ge tuigen." (Wordt vervolgd) venster van zyn werkkamer, zyn blauwe oogen. waarin ver borgen vuur straalt, zyn op den ryzlgen dom De opgave is wel bekend: de figuur links boven, oorspronkeiyk gevuld met een vyftal woorden, die zpowel uit 1.2.3.4.5 vertikaal als uit 12.3.4.5 horizontaal gelezen werden. Is in 13 stukken verknipt, welke men naast en onder de genoemde figuur aantreft. En nu is ons probleem voor deze week: die 13 stukken zóódanig in de figuur te pas sen» dat deze er precies geluk aan het orlgi- neele ontwerp komt uit te zien. btj verlies van een hand, een voet of een oog. Een verhoot!.... Nieuwe verschrikkingen doemden op voor Janie! Het was niet alleen haar meisjesachtige schrik, om voor het eerst met de yzeren hand van de wet te moeten kennis maken. maar als zy onder eede getuigen moest, dan zou zy ook haar vollen naam moeten geven. En ze was zoo bang, dat haar heele ge schiedenis dan ook bekend zou worden. Toch kon het wezen, dat hóór getuigenis on misbaar was voor Rorke's onschuld. Als men nu ineens tot de ontdekking kwam, dat zy een nichtje van hem was en onder hetzelfde dak woonde, zou dit dan niet een biyvende smet werpen op haar goeden naam? Peil zou kunnen spreken van haar vriendschap met Rorke: zy kón niet ontkennen, dat er af en toe romantische ge sprekken tusschen hen gevoerd waren. Verbeeld je, dat er eens gedacht werd, dat zy beiden In het kwade hadden samengespannen! Het was afschuweiykMaar niets leek haar nu meer te verschrikkeiyk voor achterdochtlgen. Koortsachtig stond zy op en begon heen en weer te loopen, in ware wanhoop. Nog uren lang bleef zy op haar kamer; durfde zich niet naar buiten wagen, uit vrees, dat ae en geven de belde aangeduide kolommen de Fransche rivieren: Loire en Seine. Nu krygen onze raadsel-oplossers gelegenheid hun krachten te beproeven op de volgende leg- puzzle: gevestigd, die in de schemering als een lichte ark heen en weer deint. Het lawaai, de stem men der werklieden. alles is verstomd. De avond verlost de nyvere handen van houweel en kalk, van gesteente, dat zich ludelijk naar het beeld van den geest voegt. Het plein ver zinkt in het donker. Als vonken van een ver wereldvuur stralen de sterren in de geweldige schaduw van den dom. .Myn werk," dacht de eenzame oude man en zyn borst zwelt van rechtmatigen trots. Had men hem niet uitgelachen en medelij dend de schouders opgehaald, toen hy inder- tyd zyn geweldig plan ontvouwde? Had men hem geen dwazen droomer genoemd? Ja. maar hy had ze allen overweldigd, hy alleen! De jaren verliepen, zyn werk groeide en groeide naar den hemel en naarmate het zich ontplooide, erkende de wereld zyn verheven heid, die een weerspiegeling was van hem, die er zwygend. gryzend achter stond, vrouw en 1- Met ruwe vuisten sculpturen, de torentjes, n.at deze mathema- figuren en vor men. Als een stormwind overvallen deze tal- looze handen zyn werk en vernielen het stuk voor stuk, in ademlooze stilte. De meester drukt het aschvale gezicht tegen de ruit en kijkt met zonderling verlamden wil naar het vernielzuchtig gedoe. Is er dan nie mand die halt gebiedt aan deze razende af braak? Daar rukt de meester het venster open en zyn stem, hoog en schril van vertwyteling, dringt over het schemerige plein. „Houdt op! Wie gy ook zyt, die myn werk vernielt, houdt op!" En daar hy geen antwoord krugt niets dan de helle echo van zyn eigen stem klinkt terug verheft hy telkens en tel kens weer zyn stem, tot hy. met zweet bedekt, by het venster nederzinkt en slechts stom de handen wringt. Op dit moment echter dringt het besef met de helderheid van den bliksem tot hem door. Een stem, die van bulten komt en tegeiykertyd in zyn binnenste klinkt, spreekt tot hem: „Hoe kan dit huis, dat God toegewyd is, den Hemel welgevallig zyn, waar hoogmoed het bouwde? Niet tot lof en roem van den Heer hebt gy het ontworpen, maar om uw eerzucht te voldoen. Daarom is het goed, dat de Enge len het vernielen, dit werk van Lucifer, die in U woont." Steunend, door den arm van God getroffen, verneemt de meester deze woorden. En als hy den blik verheft, stoot hy een kreet van ont zetting uit. Op de plaats, waar de Dom zich machtig, heeriyk verhief, stapelen zich nu de ruïnes op.... een gryze chaotische berg van vernielend gesteente. Door zyn eigen kreet ontwaakt de meester. Hy vliegt van zyn legerstede omhoog, buiten zichzelf van ontzetting. En zóó fel was de wer- keiykheld van zyn droom, dat hy opspringt en door het venster naar bulten staart, of de dom er nog staat In zyn moeizaam uitgedachte en gevormde grootschheid. Een zucht van verlich ting ontsnapt zyn borst, als hy het werk onbe schadigd voor zich ziet. Een lichte hand raakt hem aan. zyn vrouw staat achter hem en kykt hem angstig be zorgd aan. „Wat scheelt er aan. Berthold?” vraagt zy zacht. De meester ziet verward in het kommervolle gezicht en stamelt: „Ik droomde, dat de dom vernietigd waseen nachtmerrieGod mag weten, hoe ik daar aan kom....” „Je bent overwerkt, Berthold" zegt de vrouw. En op haar zachte, nederige wyze maakt zy hem verwyten en smeekt hem, zich te ontzien. De meester strykt afwezig over het voorhoofd en mompelt: .Dat is het niet. Anna neen, dat is het niet.” herhaalt hy luid en ernstig, ontsteld door de waarheid, die hem onweer staanbaar aangegrepen heeft. Dan kleedt hy zich aan en verlaat het huls, zyn vrouw ziet vanuit het raam, hoe hy het totaal verlaten plein passeert en in het hooge portaal van den dom verdwynt. Wat de meester in het Godshuis dacht en<^ voelde, toen hy. eenzame boeteling, nederig voor het hoogaltaar knielde, heeft nooit iefnand vernomen. Toen hy in het schemerend mor genuur terugkeerde, was hy een ander mensch. zyn oogen stonden koortsachtig.... hy had ’s nachts een kou gevat. Hy moest het bed houden en was daar dankbaar voor, want hy gruwde thans voor het feest, dat dezen dag te zijner eer gevierd zou worden. Toen het uur naderde, waarop men hem in de schitterende feestvergadering wachtte, zond hy een van zyn zoons met de boodschap, dat de meester ziek was en zich liet verontschul digen. Ook voelde hy zich onwaardig, deze eer te aanvaarden voor een werk, waarvoor God alleen alle eer en dank toekwam. Eenige maanden later stierf de meester ten gevolge van de ziekte, welke hy zich in dien Ik weet niet, hoe lang het heeft geduurd, eer ik aan het bed trad en merkte, dat hy zich bewogen had en dat het naaisel van de wonde was losgegaan." „Maar waarom heb Je toen de zuster niet ge roepen, of Minnie naar den dokter gestuurd?” .Dat hèb ik ook gedaan, maar dat gaf niets meer. Zie je dan niet, dat.... hy dood Is?” .Dood?.... Is hy dood?.... O, Charlie, Char lie!...." Ze knielde by het bedje neer en verborg het telaat in het dek. Rorke liet haar enkele minuten snikken. Toen trad hy op haar toe en legde haar de hand op den schouder, terwyi hy overredend sprak: •■*-*a naar je kamer. Je kunt hier niets doen! Dit is te veel voor je. Ga nu, dan zal ik iemand by Je sturen.” Jsnle ging naar haar kamer en wierp zich ■nikkend op haar bed. Ze lag daar nog. toen Minnie eenlgen tyd en sUl aan het voeteneinde Noord heeft gegeven en begint dus te Me den: In Tcoortsachtigen kwellenden niemand in de borst van den stillen ascetlschen meester. Achter het mas ker van den harden werker verbergt hy zyn inneriyk. niet nemen! Ten slotte wordt door Zuid Troef aas uitgespeeld en nu valt de Heer van Oost. Vervolgens maken N-~Z nog Klaveren-vrouw en Ruiten-boer, terwyi tevens de laatste troef- slag nog gemaakt wordt. NZ hebben dus gehaald: 4 slagen in troef, 2 slagen in Ruiten en 2 slagen in Klaveren! Tezamen maakt dit 8 slagen, zoodat het con tract vervuld is! Wanneer u nu de bespreking van dit spel eens kalm doorgelezen hebt, is het best mo- geiyk, dat er onder u velen zyn, die teleurge steld zeggen: „Is dat nu bridgen? Nou. daar is ook niet veel aan; dat ken ik zoo wel!!” Maar, als u beseft, dat dit ongeveer het al- lereenvoudigste spelletje is, dat er te bedenken j is, dan zult u begrUpen, dat er nog heel wat meer komt kyken, voordat men het bridge spel beheerscht. Zooals reeds gezegd, levert het bieden en spelen van het bovengenoemde voorbeeld vry- wel geen moeiiykheden op. Het bieden wil ik nog even uitschakelen, omdat u eerst eenlgs. zins met het spelen op de hoogte moet zyn. alvorens u kunt gaan leeren, hoe te bieden. Immers, bieden beteekent een contract aan gaan voor een bepaald aantal slagen, dat men met zyn i>artner samen denkt te kunnen be halen, en het is dus noodzakeiyk, om eerst te behandelen, hoe men die slagen behalen kan!! Ons programma voor de volgende weken luidt dus als volgt: Eerst in het kort de voornaamste byzonder- heden, welke men met spelen absoluut moet weten. Vervolgens eenlge algemeene richtregels voor het bieden. Daarna bespreking van een serie interes sante spellen, waarin de twee vorige punten uitvoeriger worden toegelicht en ten slotte be spreking van enkele systemen, waarna we over kunnen gaan tot probleemspellen! blik verwachtte dat oorlog zou uitbreken tus schen Bulgarye destyds een vorstendom on der nominale suzerelnltelt van den Sultan en Turkye. Maar er kwam niets van. Later in 1904 ging hy naar Rusland als attache, by de Russische legers in den Russlsch-Japan- schen oorlog. Maar hy bereikte nooit het oor- lokstooneel in Mandsjoerye. M 1911 had hy een mooie kans iets te zien van den eersten Balkanoorlog. Toen deze uit brak immers bevond hy zich in Montenegro, welks leger den aanval op Turkye opende, t Was hem evenwel niet gegund ooit in de naby- heid van het front te komen. In 1914, toen de groote oorlog uitbrak, was hy attaché te Brussel Maar de Vereenlgde Staten waren neutraal, en toen de Duitschers in België oprukten, werd den waarnemers der onzydige landen verzocht de Belgische legers niet te ver gezellen. In 1916 dreigde oorlog tusschen de Vereenlgde Staten en Mexico. Generaal Falls werd uit Europa teruggeroepen, en naar de Mexicaan- sche grens gezonden. Daar wachtte hy zes maan den in de tropische hitte in de hoop dat ook voor hem de „jour de gloire” zou aanbreken, maar de Amerikaansch-Mexikaansche oorlog, waarover zooveel gesproken en geschreven was, bleef uit. Het volgende jaar evenwel verklaarden de Vereenlgde Staten den oorlog aan Duitschland. Op dit groote oog.giblik lag generaal Falls met longontsteking in een ziekenhuis. In 1918 was hy geheel hersteld. Hy werd in gedeeld by het eerstvolgende AmerikaartKche contingent dat tegen den winter naar Europa zou oversteken. Maar kort vóór het vertrek brak de wapenstilstand uit. Nu vertoefde hy sinds eenigen tyd in Engeland en had het plan opgevat naar China te gaan om zooals hy zelf verklaard had op zyn ouden dag eens te zien wat oorlog nu eigeniyk was. Maar ook die laatste kans miste hy, want hy stierf onverwacht, terwyi hy toebereidselen trof tot zyn reis naar het Verre Oosten. Een nevelachtige gestalte staat plotseling in de kamer, een gedaante, die den meester vaag aan zyn jongste dochter herinnert. .Ben jy daar. Mechtilde?" vraagt hy ver wonderd. In plaats van eenlg antwoord wijst de verschyning want dat is het zeker, denkt hy naar buiten. De meester begrUpt direct de beteekenis van het korte gebaar. Haastig staat hy op en gaat naar het venster. Ginds staat de dom in een schemering, die mat in grys de strenge peilers omspeelt. Op den grond, by het hooge portaal, op de duizelingwekkende stellingen wemelt het van menschen, waarin de meester terstond zyn arbeiders herkent. Weer staat hy verbaasd. „Waarom werken zy in dit nachtelyk uur? Niemand heeft het hun bevolen." zegt hy en keert zich om. maar de gestalte is ver dwenen. Hoofd schuddend kijkt hU naar den dom, maar op dit moment wordt hy aangegrepen door een schrik, die hem als een ijzige huive ring langs hoofd en hart vaart. Boven de nyvere schaar van zyn arbeiders ontdekt hy een leger vage, spookachtige we zens die bezig zijn den dom te vernielen. Zy rukken met toornige gebaren de steenen los en slingeren ze in de diepte, vernielen ze de teere i rozetten, steenery bloemen, tische. meesterlijk doordacl Hy had kinderen vergeten. Hy was dodf ge worden voor alles wat buiten zyn schepping stond. Hy leefde voor het oogenblik. het eenige uur. waarin hy, triomfator, wiens roem in onvérgankeiyke steen gehouwen was. van aangezicht tot aangezicht tegenover zyn schep ping zou staan, omjubeld door de menschen, met den lauwerkrans getooid. Een golf van -smarteiyk genot doet den mensch aan het raam beven. Hy denkt aan het feest, dat de stad morgen ter eere van zijn geboortedag viert en een Intense tevreden heid maakt zich van zUn roemzuchtig hart meester. Dezen hongëf. die onverzadigbaar hem woedt, dezen demon vermoedt tv rif tegen den avond, by het vallen der \A/ schemering, over het plein der oude stad wandelt, dat weergalmt van het hameren en zingen der arbeiders van den dom. kan aan het venster van een spltsgevellg huls in de’ Raadsheerenrtraat een mager man Onbeweeglijk nieuwsgierige den blik onafgewend op zyn werk ge richt, dat vóór hem met bogen, torens en ge- de Uit ooals ik reeds aangekondlgd heb, kom ik nu op de twee vorige rubrieken terug In deze twee rubrieken nJ. heb ik ach tereenvolgens de brldge-regels en de punten telling behandeld. TheoretlscB zou u nu In staat zyn, om een spelletje te gaan bridgen; immers u kent nu de regels, volgens welke u Meden en spelen moet en weet bovendten, hoe B het resultaat moet noteerenü Voordat het echter zoover is, zyn er nog wel eenlge voetangels en klemmen te ontwy- ken. want ten eerste zyn er onder u waar- schynlyk nog maar weinigen, die na de vori ge twee uiteenzettingen alles voor 100 pCt. in zich opgenomen hebben, en ten tweede is de theorie slechts een hulpmiddel om uit de practyk te kunnen leeren! Want, geachte lezers, jndien u werkeiyk bridgen wilt leeren, dan is het absoluut noodzakeluk. dat u de vorige twee rubrieken grondig bestudeert en alvast uw krachten eens op de practyk beproeft! Om u echter al een beetje wegwys te ma ken, zullen we een paar voorbeelden behande len, waardoor misschien enkele van uw moei iykheden opgelost worden! Al J.F ARONNF’S XevïnPan ^ra®kerlnKsvoofwaair^en ,U‘gen F 7S0 - bU levenslanKe geheele ongeschiktheid tot werken door IJ *7Cfk by een ongeval met ET - w 1 1 XL O ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeerlngen verlies van beide armen, belde boenen of belde oogen doodelljken afloop fciOVJ» dat al het geld werd vermaakt aan Master Charlie.” Janie ging recht overeind zitten in bed. „Beduidt dit, dat Mr. Rorke zyn broertje zou gedood hebben voor dat geld?Dat hy hem met opzet verlegd zou hebben, nadat hy toch zoo goed voor hem was geweest en alles had ge daan, om hem In het leven te houden, toen hy hem zoo gemakkeiyk had kunnen laten dood gaan?" ,Dat heb ik er ook tegen ingébracht, maar toen zei Ludlow weer, dat het toch niet geheel zeker was, dat Master Charlie de erfgenaam van zyn oom zou wezen. In ieder geval beweer ik niet dat Mr. Rorke het gedaan heeft; ik zeg enkel maar, dat het er niet mooi voorstaat voor hem. U moet denken: de menschen hebben dien dood van Master Alfred nog niet vergeten. Daarom ziet dit geval er niet best voor hem uit." ,Jk kan niet aannemen, dat de menschen zóó wreed en zóó dom zouden zyn!” riep Janie, met een stem, trillende van verontwaardiging. „Het was om der wille van Charlie zelf, dat hy er op stond, dat ik vannacht naar bed zou gaan, omdat hy meende, dat ik anders te moe zou zyn, om goed op het patiëntje te letten. Er was ons geen van belden gezegd, dat het noodzake- lyk was, den heelen nacht op te zitten. Althans dokter Peil heeft het nlèt gezegd.” Minnie ging naar de deur met de woorden .Nu, het Is te hopen, dat het u lukken zal. hen daarvan te overtuigen, als u verhoord wordt!" Janie hief een doodsbleek gezichtje op: „Komt er dan een verhoor?” eneraals. die nooit een veldslag gezien I T hebben, zyn misschien niet zoo heel zeld- zaam. Vóór 1914 moeten er zeer velen ge weest zyn, en ook thans zUn er nog verschei dene dozynen in die landen die het geluk ge had hebben buiten den wereldoorlog te biyven. De in een Londensch hotel op 73-jarigen leef- tyd gestorven Amerlkaansche brlgade-generaal De Witt Clinton Falls evenwel heeft de gele genheid gehad acht oorlogen óf te zien, óf actief mee te maken, maar het was zyn noodlot dat de gelegenheid hem steeds op het laatste oogen blik ontsnapte. Generaal Falls heeft een diensttyd van 53 jaren gehad in het Amerlkaansche leger en de Nationale Garde. In 1898, tydens den Amerikaansch-Spaanschen oorlog, ging hy naar Porto Rico, in West-Indië. De verdedigers verwelkomden hem met „The Star-Spangled Banner”, het Amerlkaansche volkslied. Maar nog vóór hy het tooneel van den strUd bereikt had, was de oorlog afge- loopen. De tweede maal w het de oorlog zélf die uitbleef. Dat was in l?04. De generaal vertoefde by het Turksche leger, toen men leder oogen-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1937 | | pagina 23