De nieuwe dienstplichtwet De avonturen van Prof je en Struis je I Aï.l.E ABONNÉ’S F 750.- F 750.- sjaaras F 250.- TWEE NICHTEN EN TWEE NEVEN D’ DE MICROFOON Steenen gooien i F DONDERDAG 7 OCTOBER 1937 Felix Mendelssohn Bartholdy Onze mannen te weinig geoefend NAAR HET ENCELSCH~j -iW AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERUES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UIT ER LIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL ------ Liefde op ’t eerste gezicht a r. juffrouw HERMAN KRAMER t Gaat zoo I een oorzaken Het glazen hui» tegen hebben Weer een atandbeeld verwijderd Theater 1in HOOFDSTUK XVIII (Besluit) zag best, zoo goed mogeiyk over hem te denken.” speciaal dat haar zuster; ■Je doet my pyn, Betty 1“ (Slot volgt.) té D L 9 B 9 9 Liefkoozend legde ze haar hand op die van maar Janie trok die vrü heftig nu zoo ,JCr is geen sprake van vergiffenis tus schen ons. Het eenige, wat waarde verleent i i. r zorgzaam is geweest voor het Maar mij lijkt hij onmogelUk Langworthy. Maanden-lahg od beproeft Let zwaarst dien Hl) het meeat bemint. SmilllfflN MJ verilee van een band, een voet of een oog. met moeite nog lets gered kon worden Profje kreeg een bord soep, dat juist gebracht was op zijn knieën. en jammerde van pijn, want de soep was erg heet. Iedereen was een beetje ontdaan van het geval en Struisje werd onmiddellijk wegge zonden om een droge broek voor Profje te halen op het stadhuis. Tot zoolang moest deze dan maar het tafelkleed omslaan. i Struisje was gauw terug. Hij kon erg hard loopen en ook had hij erge honger en was een beetje bang, dat er niets van het eten over zou blijven, als hij niet gauw terug was. Daar stond hij alweer in de kamer, de broek trlomfantelijk voor zich uit. Profje vond dat ïrg akelig en kreeg er een kleur van. echter hebben, nogal eens jongelui mee. tot j nu eerste plaats het gevaar uit de lucht. De opstopping van de vele voertui gen vóór de pontonbrug bij Olst als gevolg millllllllg ze ze Maar toen ze allemaal .goed en wel gezeten waren, voelde mevrouw steeds een koude lange teen van struisje in de buurt van haar rokken, wat haar erg zenuwachtig maakte en ze verzocht hem zijn voeten op een voeten bankje te plaatsen, wat hij dadelijk deed. Maar zijn lange beenen pasten niet onder tafel en deze kreeg daardoor een stoot, zoo- dat alles de andere kant opviel en slechts van het onvoldoende doorrjjden door Olst van de gepasseerde voertuigen was in wer kelijkheid noodlottig geworden. Een betere organisatie had veel kunnen voorkomen, men moet niet meer voertuigen aanvoeren dan verwerkt kunnen worden. Een en an der is een gevolg van de weinige ervaring met dit soort, toch voor ons land zoo be langrijke, oefeningen. Voor de betrokken commandanten is deze oefening zeer leer rijk geweest en zij zullen zeker bij volgen de gelegenheden passende maatregelen ne men om opstoppingen en stremmingen te voorkomen. Echter dient niet te worden vergeten dat in dezen oorlog in verband met het gevaar uit de lucht tenzij afdoende luchtverdediging aanwezig is slechts 's nachts verkeer over een pontonbrug plaats heeft, deze wordt over dag uit el kaar genomen en gedekt opgeborgen, het verkeer geschiedt dan met veren en vlot ten. Vermoedelijk in verband met vredes- omstandigheden veiligheid en onvol doende oefening van een deel der ponton niers werd deze brug over dag geslagen en overgetrokken. In de tweede plaats de sterkte der onder deden. Teneinde met onderdeelen van vol doende sterkte te kunnen oefenen waren manoeuvre-regimenten gevormd, bestaan de uit officieren, onderofficieren en dienst plichtigen van verschillende regimenten. Daardoor kent men elkaar niet, kennen de commandanten zelfs hun naaste medewer kers niet. De sterkte was hier en daar bepaald on voldoende en dat gaf aanleiding tot allerlei verkeerde voorstellingen. De taak die aan de verschillende onder deelen wordt opgedragen in de reglemen ten en voorschriften gaat uit van een be paalde sterkte van het betrokken onder deel. Wordt deze sterkte lang niet bereikt, dan komen op een zekere breedte jn diep te te weinig menschen en krijgt o.a. de tegenpartij een onjuisten indruk van het geen hij tegenover zich heeft, voor de eigen party is het niet mogelijk den aanval of de verdediging op de juiste wijze te organl- •eeren. Slechts een grooter contingent kan hier in verbetering brengen. Nu- het belangrijkste, de geoefendheid. Zoolang het gaat om eenvoudige bewegin gen met kleine onderdeelen is de toestand niet bepaald ongunstig, doch bij deze leger- oefeningen waar troepen in grooter ver band optreden, is de geoefendheid bepaald onvoldoende gebleken. Dit moet iedereen, zelfs niet-deskundigen, opvallen De wijze b.v. waarop verschillende malen de terugtocht geschiedde onder vuur van de tegenpartij is in werkelijkheid ónmoge lijk. Zoo komt geen man terug. Men stond op, trok naar de wegen en daarlangs had aan vriendschap in welken vorm dan ook. is vertrouwen in elkaar en je weet, dat dit juist onder ons verloren is gegaan." de jouwe,” antwoorde hij, haar glim lachend in de oogen ziend. „Doe dus maar je Er is elders ook al de aandacht op ge vestigd: de roomsch-katholieke staatkunde biedt op het oogenbllk een eigenaardig aspect. Vier jaren lang zijn de drie room- sche ministers uit het vorige kablnet-Colijn bij hun partij in ongenade geweest. En niet zuinig ook. Wanneer de drie heeren eens in een boekje verzameld hadden, wat er In die jaren al zoo tegen en over hen Is ge zegd, nu, dan zouden ze voorloopig hun pret op kunnen. En nu? De heer Oellssen, die er schoon genoeg van had, Is naar zijn getrouwe Maastricht teruggekeerd. Maar de heer Deckers zit met stralend aangezicht op de banken der fractie in de Tweede Kamer en wordt er blijkbaar als een ooilam gekoesterd. Nog merkwaardiger de heer van Schalk: die ..Lieveling,zei Renée Mongelas een maand of vijf later tot haar echtgenoot, .herinner je je nog den dag. toen ik je voor een moordenaar hield, omdat je dat potlood had laten vallen en verloren, dat een onbekende blijkbaar heeft opgeraapt? Een onbekende, die de echte moor denaar was en die, door een gelukkig toeval. spoedig gearresteerd werd? Jou Het men al heel gauw weer vry met excuses voor mijn domheid en voorbarigheid. Werkelijk, ik kon niet begrijpen, dat je mij nog Hef kon hebben; ik begreep er niets van. Maar gelukkig drong het toen tot me door, dat juist dAt het beste bewijs was, dat je echt van me hield. Het was je liefde op t eerste gezicht.” 1 bij een ongeval met doodelijken afloop de terugtocht plaats In stede van behoed zaam en gedekt door het terrein zich te be wegen tot men buiten het directe vuur van de tegenpartij was. De aanvalsformatie en het innemen van de opstelling voor den aanval waren In vele gevallen niet goed. Het op de juiste wijze gebruik maken van het terrein, zoowel bij aanval als verdediging, was onvoldoende. Het overtrekken van de Schipbeek met drijfzakken was bepaald een drama en ontlokte een glimlach aan de aanwezige militaire attaché’s. Evenals het vorige jaar het overtrekken van het Wilhelmlnakanaal bij Dongen mislukte, evenzoo was dit thans bij de Schipbeek het geval. In ons waterrijk land had men toch beter mogen verwach ten. Doch wij willen hiervan niemand een ver wijt maken, noch den dienstplichtigen, noch den lageren commandanten. Er is geen t ij d om dergelijke oefeningen te houden en juist deze oefeningen moeten eenige malen worden gehouden om ze behoorlijk en snel te kunnen uitvoeren. Zoodra iets bijzonders moet geschieden en de omstandigheden zijn in werkelijk heid altijd anders dan op het oefenterrein nabij het garnizoen blijkt dat èn den dienstplichtigen èn het kader èn den lage ren commandanten de ervaring ontbreekt om op de juiste wijze op te treden. Wij we zen er reeds meer op dat in vredestijd de gelegenheid moet bestaan alle soorten oefeningen vele malen onder verschillende omstandigheden en in verschillende ter reinen te houden. Eerst dan kan men eenige zekerheid hebben dat ook de enkele man, die, meer dan vroeger, in het gevecht aan zichzelf Is overgelaten, weat hoe hij moet handelen; dan kunnen ook de com- be- geven. Hij klemde de Uppen op elkaar en beant woordde afgebeten een paar vragen. Opzettelijk laschte ze ook den naam van dokter Peil in. ofschoon het haar niets schelen kon, wat er van hem geworden was. Rorke kon haar niets vertellen, dan dat Peil uit de streek was weggetrokken. ..En je hebt het hem niet vergeven?” hield zij aan. .Neen.” ..Zeg eens even: vergeef je nóóit iémand iéts?" HU zweeg een minuut lang en toen hjj sprak. hij Is voorzitter der fractie geworden, en knuffelt zich In de veilige warmte van zijn groep als een kind aan moeders borst. Ondertusschen werden andere partij- genooten minister. En één daarvan, mr. Romme, ligt thans zij het Incidenteel In blakende ongenade bij zijn vrienden van wege zijn werkloozen-circulalre, die met allerlei ongezellige woorden en onder „da verend applaus” Is veroordeeld. Naast hem als minister zit de vorige fractle-voorzitter, mr. Gosellng, die het sociale beleid van het derde kablnet-Colijn zoo scherp veroor deelde. en op wien nu toch ook wel wat druppeltjes vallen van de bul-van-critlek, die over zijn vriend Romme neerplenst. Misschien zullen we het straks, bij de be groeting, nog beleven, dat mr. Van Schalk het vorige kabinet gaat verdedigen. „Och, ja. dat wil ik wel. Janie zegt, dathy waarlijk heel kleine broertje. en al is hij dan ook honderdmaal een neef van ons beiden, ik hoop maar, dat wij in het ver volg niet veel meer van hem merken zullen. Ik hoop, dat Janie hem ook maar gauw vergeet. en, trouwens, haar heele ervaren daar op ■The Orange!” bij levenslange geneele ongeschiktheid tot werken door verlies van belde armen, beide beenen of belae oogen Een microfoon, dat is een ding Waardoor je wat kunt hoeren. Soms komt er zoo’n lawaai uit voort, Dan tuiten bei je oorenf Een kleine trilling is genoeg. Dan gaat het ding al werken. En weet het ook het kleinst geluid Geweldig te versterken. Zoo’n trilling blijft niet dicht bij huis. Die gaat zich verder planten. Die gaat naar links, die gaat naar rechts. Die gaat naar alle kanten. Zoo’n microfoon zal meestal wel 'n Onschuldig dingske wezen. Maar somtijds is ie erger dan Een helsch machten te vreezen! Alléén doordat zoo’n ding er is Gebeuren ongelukken, Dan springt er iets met veel lawaai In gruizels en in stukken. Het is een nuttig instrument Om dingen af te hooren, Maar kan somtijds het zaakje ook Finaal den grond in boren Zooiets is dan wel heel geschikt Om 'n spreekwoord weer te staven, U weet wel, van dien kuil, die voor Een ander werd gegraven deze oefeningen op de juiste wijze en in de juiste formatie zijn opgetre den zooals het moderne gevecht dat eenmaal noodlg maakt? Indien dat was, zouden zij zeker de geoefendheid on voldoende hebben gevonden en gepleit hebben voor langere oefentijden. Wat heeft men aan de mooiste en meest moderne machines, Indien het personeel onvoldoen de Is geoefend er mede om te gaan. In de memorie van toelichting staat aangegeven dat bij de in September 1936 gehouden legeroefepingen afdoende aan den dag is getreden, dat de geoefend heid in de eerste plaats voor de dienst plichtigen van het hoofdwapen de infanterie hoewel met den beschikbaren drukte zien.” Een oogenbHk later Introduceerde hij Teddy niiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiHiiiiiiiiiiiiiiiiii^ had ze dien geen gedachte meer gegund, maar Dick had hem In Londen ontmoet en hem mee naar huls gebracht Even later kwam hij echter nog met een anderen gast binnen, dien h(j Elizabeth voorstelde als: ,X>nse neef. Rorke Gilchrist. Alles In het vertrek scheen met Janie In het rond te draaien, toen ze eerst den nAAm van Rorke en daarop diens stèm hoorde. ben dol verlangend om het verder te hooren.” Maar er drong niet veel van het verhaal tot haar door. Ze was geheel verdiept in den man. die heel kalm en bedaard met Mrs. Warrener en haar zuster stond te praten. Niets van zijn ulteriyk ontging haar en naast andere gevoelens schonk het haar vol doening, dat hy nu een verschijning was, die gezien mocht worden; zelfs naast Dick! Hij was magerder geworden In het gelaat en ook ouder, alsof hij niet veel geluk had gekend. Ook na het diner kwam hy geen enkelen keer b(j haar. Zouden zijn woorden dan enkel In letterlijken zin waar geweest zijn en had hij voor zaken in Londen moeten wezen?...* Was hjj van plan, dien avond weer te vertrekken, dus alles zóó te laten, als het geweest was?.... Neen, dat kon toch niet Dat mocht zij niet zoo laten! Ze zorgde nu. dat Teddy aan de piano kwam te zitten en zelf trad zij op Rorke toe, die enkele foto's bekeek. e „Ik sou zoo graag het laatste nieuws van Chatbeck hooren?' begon ze ultnoodlgend. „Er Is niets voorgevallen, dat je interesseeren zou.” antwoordde hij droog. .Alles uit Chatbeck Interesseert mij.” sociaal-democratlsche en liberale bladen blijven hakken op de R.K. Staatspartij. Men durft niet ont kennen, dat haar eenheid 's lands macht is, maar misschien juist omdat men in de niet-christelijke partijen sukkelt met de eigen eenheid, kittelt men de Katholieken met doornen en netelen. Het Volk schrijft een ironisch artikel over „Goseling en Van Schalk” onder den titel „Stuivertje wisselen”. Het is een stukje roode propaganda tegen „de jonge heiden ministers, nog onlangs met fanfares be groet”, die de millioenennota voor hun re kening dorsten nemen het blad laat de millioenen-nota van het Plan van den Ar beid maar liever weg en den terugkeer der heeren Van Schalk en Deckers in het politieke leven der Staatspartij. Maar ook Het Volk moet ten slotte toegeven, dat deze partij, sterk door haar eenheid, „verheven is boven persoonlijke wraaknemingen.” De liberale Avondpost secondeert zijn tociaal-democratischen collega en probeert de Katholieken te prikkelen met dit steke lige stukske: klonk zijn stem extra hard en stroef: „Ja. Ik heb zelf te veel vergiffenis noodlg, dan dat ik niet vergeven zou. Maar ik vergéét nooit iets.” „Dat komt in sommige gevallen op hetzelfde neer.” ..Dat kan wel; in gevallen, waarin volko men vertrouwen het eenlg verlangde ia” Hij was meedoogenloos; weergaloos hard! Janie was dan ook heel bleek, toen zU opstond en koud zei: „Je denkt zeker, dat het iets heel moois in je karakter is. om zoo on vergevensgezind te wezen: maar ik vind het afschuwelijk!.... Ik kan veel beter hebben, dat iemand wat oppervlakkig M en luchthartig, maar dan toch in ieder geval vrlendelUk en menschUevend. mandanten over de noodige ervaring schikken Vom de juiste bevelen te Daarvoor is verlenging van den eersten oefentijd absoluut noodig. Het is ons dan ook een raadsel hoe in een deel der pers geageerd wordt een verlenging van den eersten oefentijd. Hebben deze schrijvers de manoeuvres bij- gewoond en zijn zij bekend hoe in den modernen oorlog door de troepen moet worden opgetreden? Kunnen deze schrij vers beoordeelen of onze dienstplichtigen gedurende haar schrtjf- en onderbrak -- haar vingen tot vyf te tellen, terwyi ze mompelde: .Donder dag.” En hoe dichter het bU Donderdag kwam, des te ongeduldiger trok Renée de bladen van haar kalender af. Eindelijk was de Donderdag aangebroken. Haar werkzaamheden op het adminlstratle- bureau der politie brachten mede, dat ze dage lijks een en ander van de gesprekken over mis daden hoorde. .Dien moordenaar zullen we niet gauw te pakken krUgen,” zei een der inspecteurs tot z'n collega. .HU zet z'n plannen te schrander op. Ken je z'n methode? HU bezoekt café's en res taurants. spreekt daar jonge. alleen-zUnde da mes aan, waarvan hU denkt dat ze wat geld op zak hebben en stelt haar dan echt roman tisch een autotochtje voor. Meestal heeft het voor de jonge dame vreeselUke gevolgen: Be roofd en vermoord; meestal gewurgd. En de dader is. ondanks al onzen speurzin, onvlnd- enkelc getuige, geen enkel spoor.” andere inspecteur. ,hU heeft baar; geen „Nu,” meende de het potlood „O, dat bU het vraag slachtoffer of aan veel potlooden zjjn die kleur!” „Welk merk? Welke kleur?” vroeg Renée eensklaps, die opgewonden* had zitten luisteren. oefentijd gewoekerd wordt, in belangrijke mate te wenschen overlaat. Wat gold voor de oefeningen in 1936, kan eveneens gezega worden van de legeroefenlngen, gehouden in September 1937. Wij zullen thans niet nogmaals alle ar gumenten aangeven, die een langeren eer sten oefentijd noodig maken, doch wijzen erop dat ook de lagere commandanten en ook de dienstplichtigen zelf het gevoel hebben onvoldoende te zijn geoefend. De wil om goed te handelen is overal aanwezig, doch men weet niet hoe, men heeft het onvoldoende geleerd wegens ge brek aan tijd. Komt men dan na eenige jaren terug voor herhalingsoefeningen, dan is het duidelijk dat er van geoefend heid weinig is overgebleven. Op deze wijze krijgt de Nederlandsche soldaat het gevoel de minderwaardige te zijn tegenover een tegenstander. Allen zijn het eens over den uitstekenden geest bij de troepen, men zou kunnen zeg gen dat de dienstplichtigen ernstiger zijn geworden, dat zij het groote belang van goede militaire oefening inzien, dat zij de oefeningen niet meer beschouwen als een „soldaatje spelen”, zooals vroeger wel eens het geval was, doch dat zij begrijpen ge roepen te kunnen worden om huls en haard tegen een indringer te verdedigen. Maar dan is het ook een dure plicht da* gezorgd wordt deze mannen uitstekend te oefenen, opdat zij niet door onvoldoende geoefendheid door het vijandelijk vuur worden weggemaaid. Deze geoefendheid is slechts te verkrij gen door een verlenging van den eersten oefentijd. -pj enée Mongelas zat in gesprek met een IV jongen man. In een lunchroom in ParUs De jongeman zat tegenover haar en rol de in z'n van zenuwachtigheid bevende vingers een potlood om en om, zoodat het achtereen volgens de zes kanten van z'n lichtgroen om hulsel toonde. Renée keek naar de kleine gou den letters van het fabrieksmerk en zag dat hU een oogenbllk later, in z'n zenuwachtig heid. het vernis van de letter H afkrabde. .Dus." vroeg de jongeman beleefd, maar met Iets ernstigs in z'n stem, „u blyft er bU: u wilt me uw adres niet opgeven? Ik zou u zoo graag terugzien. Mag ik dat?" „O. jawel,” antwoordde Renée onverschillig. ..Laten we zeggen: Donderdag as. tusschen vier en vyf uur, hier in deze lunchroom.” „En zult u dt^. heusch komen?” „Vast en zeker.” De jongeman schreef iets in z'n notitie boekje op. keek haar aan en vroeg met aan drang: terugkeerde vit» (je huweiyksrels. Janle schynbaar weer de oude in ulterlUk en opgewektheid. Toch lag er dikwUls een schaduw over het nu weer zoo frissene gezichtje en de opgewektheid was misschien wel eens wat geforceerd. Maar niemand, die dit merkte. Janie had gedurende Betty's afwezigheid haar plaats ingenomen bU Mrs. Warrener en als secretaresse had ze misschien niet zoozeer voldaan, maar als gezelschapsdame wèL Ze „Lscheen zich heel gelukkig te voelen in het Thuis van haar zwager. Niemand vermoedde, Iwat een moeite het haar soms kostte, om zoo „U schijnt niet zooveel belang te stellen in deze geschiedenis?" vroeg Teddy, die haar juist verslag deed van een Jachtexpeditle in Zuid-Afrika. „Zal Ik maar ophouden?” .Neen, natuurlUk niet.’* protesteerde zU- „Ik Betty was in den eersten geluksroes van haar verloving. Dat haar zuster er nog zoo slecht uitzag, schreef ze hoofdzakeiyk toe aan de doorstane ziekte en dan aan het feit, dat zU niet Dick Warrener zou trouwen. Ze had name- lük meeiyden met leder ander, die niet zoo gelukkig was als zU; maar misschien was ze ook te zeer verdiept in haar eigen gevoelens, om zoo scherp op te merken als anders, boven dien was de indruk, dien zUzelf van Rorke had gekregen, van dién aard geweest, dat ze er zich onmogeiyk in zou kunnen verplaatsen, hoe eenlg meisje ooit voor zoo iemand had kunnen voelen. Toen vond ■Uk gevonden Is! Maar de is. van wlen behoorde dat? Aan het den moordenaar? En hoe- er niet van dit merk en „Mag ik u naar huls brengen? M'n wagen staat hier voor de deur." Het jonge meisje glimlachte niet onvrlende- lUk. maar weigerde: .Neen. Maar luister eens, mUnheer. Wanneer u zich over een week nog herinnert dat myn persoontje bestaat en u terugkomt, dan zal dit voor mU een klein bewijs wezen, dat u niet heelemaal onwaarheid sprak, toen u tegen me zei .Dat mij zelf is overkomen, waaraan ik nooit geloofd heb. n.l. aan liefde op het eerste ge zicht en dat u. en u alleen, de vrouw mijner droomen bent.” viel hU haar in de rede. Renée Mongelas hoorde deze met overtui ging uitgesproken liefdesverklaring geheel on bewogen aan. Geen spier vertrok zich in haar schoon gelaat. „Genoeg. mUnheer.'' zei ze. en stond op. ZU gaf hem de hand en verliet met vasten tred de luchroom. Renée was een intelligent, werkzaam Jong meisje. Haar chefs zeiden van haar onder elkander. .Die juffrouw Mongelas zal er wel komen.” Eenige dagen later zat ze voor - -machine in t groote kantoor is van banneling tot leider gepromoveerd: [plotseling haar werk, door op 1 Nadat in November 1934 van het Stedeiyk te Düsseldorf het gedenkteeken ter .herinnering aan Felix Mendelssohn-Bartholdy werd verwUderd, en in November 1936 het standbeeld van Mendelssohn voor het Gewand- haus te Leipzig van zUn voetstuk is gehaald en vernietigd, biykt thans wederom een gedenk teeken voor dezen componist te zUn verwijderd. In het Neue Tagebuch van 3 Oct. jl. deelt Emil Ludwig mede, dat in het mooie bad plaatsje Relnerz In Sllezië, waar de oom van Felix Mendelssohn Bartholdy woonde en dik wUls zUn grooten neef ontving, destUds onder een oude linde een gedenkteeken voor pen mu sicus werd opgericht. Vóór dit gedenkteeken aldus Ludwlg floten wU als kinderen Men delssohn's melodieën. Thans echter draagt het voetstuk nog slechts een Uzeren staaf, het borstbeeld ontbreekt, dooh daaronder staat nog i onvemielde gouden letten de inscriptie: MHx Mendelssohn-Bartholdy. 1833.” tAan de andere zyde van de linde is een bord ^vestlgd: „Joden onge we nacht. ...1” Toen Janie dit las, besloot zij, dat ze eerder sterven zou, dan dat ze tot eenige vérdere toe nadering zou overgaan. Intusschen was zU mooier dan ooit, al ze er dan ook wel teerder uit. Dick bracht i Janle op een goeden dag verklaarde, dat zU meer dan genoeg vreemden had ontmoet .Het Is je eigen schuld, als ze vreemden blUven," had hy schertsend geantwoord. Maar ééns op een keer zei hy, dat hU nu niet een vreemde, maar een ouden vriend mee gebracht had. „Zelfs een heel goéden ouden vriend!” voegde hU er ondeugend bU. „Tenminste, hy zyn verlangen uit, om je te loop. Ze laten de rancunes over aan Volk, Avondpost en N. Rott. Crt., welk blad even eens bezig is tegenstellingen tusschen de christelijke partijen uit te spelen. Gelukkig plegen Katholieken in de kennis van zlch-zelf te worden opgevoed. Dal maakt hen niet liefdeloos In de beoordee- ling van anderer fouten. Geen pers is zoo vrijmoedig in de openbare kritiek op eigen voormannen als de katholieke. In plaats dat de roode en liberale pers dit in de krl-( tlek op Minister Romme waardeert, tracht zij er een vuurtje van te maken. Laat zij liever kijken naar de 8. D. A. P., waar Zop- dag j.l. honderd afgevaardigden woedend waren over de behandeling van Paul Kies en dreigden zich af te scheuren. En naar de Liberale Staatspartij, die zoo hopeloos verdeeld is, dat dezelfde Avondpost, die niet berusten kan in de soepele eenheid van de Katholieken, over het verdeelde liberalisme schrijft: Wij vreezen, dat het te laat is voor het liberalisme want Keert het niet terug tot geloof en democratie, dan zal het volledig ondergaan. Die in een glazen huls wonen werpen met steenen terwijl hun eigen ruiten brekep! - u de wijziging van de Dienstplicht ig] wet en de daarbij behoorende Me- I* morie van Toelichting juist zijn ver schenen, is het niet ondienstig de gehou den manoeuvres eens te beschouwen in verband met de aanhangig gemaakte wjj- ■igMkgi In de Dienstplichtwet. Wij willen dan beginnen met te vermel den dat wU vele verbeteringen hebben be speurd sinds verleden Jaar. Er werd meer gedacht aan luchtgevaar, al waren door omstandigheden de genomen maatregelen dikwijls onvoldoende. Het pantserwagen gevaar kwam tot uiting in de vele aange brachte versperringen, al werd hier we’, eens overdreven, want men vergete niet, dat een versperring, die den doorgang be let aan vijandelijke pantserwagens, ook voor eigen voertuigen niet te doorschrijden is. De pantserwagens zelf hielden dikwijls onvoldoende rekening met vuur en ver sperringen, zij reden overal doorheen. Over de goede stemming bij de troepen, niettegenstaande minder gunstige weers omstandigheden en vermoeiende diensten, heeft de speciale verslaggever reeds oordeel uitgesproken. Niettegen- het vele goede dat wij is het noodig en leerrijk Renée zat met twee inspecteurs van politie in een taxi. Ze had Impulsief gehandeld, als by ingeving. Maar in de taxi schreide ze. .Ach. 1 is niets. Laat me even. IGaat zoo weer over," zei ze tegen de heeren. Maar ze dacht. „Ik was op het f gelUkmoedig-opgewekt te blUven. Want Rorke’s bedreiging, die hy eens had uitgesproken, was bewaarheid: wélke de gevoelens dan ook waren, die ze jegens hem koesterde, ze kon hem niet vergeten. Ze was boos op hem; ze maakte zichzelf wijs, dat ze hem haatte; dat ze nooit een man zou getrouwd hebben van zulk een hard, haatdragend karakter; maar ze kon hem niet uit haar gedachten bannen. Geen nieuws bereikte haar uit Chatbeck. Mrs. Warrener en Dick schenen nooit wat te hooren van Rorke; Mrs. Carpmael Was nog uit logeeren en Janle was te trotsch, om openiyk navraag te doen. Ze wist niet, of Rorke nog aan haar dacht, of hU haar vergeten, of soms iemand ontmoet had, voor wie hy waorlUk voelde; of hy ook in kwade gewoonten verval len was en misschien een huweiyk had geflo ten Als zyn vader. Ééns schreef ze hem en lichtte hem volledig toe de reden, waarom ze naar „The Grange” gekomen was; ze sprak ook van de vriend schap. die er tusschen hen had bestaan en had hem gevraagd, haar de misleiding te vergeven, waardoor ze intusschen toch maar met el kaar in kennis gekomen waren! Ze kreeg een kort, officieel schrijven terug, haar ergernis en onultsprekelUke teleur stelling bezorgde. En zou dat zoo vreemd zijn. Indien mr. v. ScMiik een goed woord sprak voor het vorige Kabinet, dat onder andere omstan digheden sommige doeleinden nastreefde dan het huidige? Men moet de dingen zien zooals ze zijn: de devaluatie verdeelt niet langer partijen, die door hun positieve chris telijke basis bij elkander hooren. De vraag stukken zjjn verschoven. Op een regeerings- programma, dat een goed geluid in de Troonrede liet hooren, beginnen de chris telijke partijen eensgezind een nieuwen aan- gunstig staande gezien ook het minder goede aan te geven om te trachten de oorzaken daarvan weg te nemen. In de punt van hem te j gaan houden. En nu bU ik het. die hem gaat over- s leveren. Had ik niet beter kun- nen zwygen?" Haar verstand zei echter van: neen. Was het niet haar plicht aan die misdaden een einde te maken? Ze stapte uit de taxi en trad de lunchroom binnen Daar was hy met z'n harteiyken glim lach. HU stond op. Ze keek naar z'n zak, waar een zilveren potlood uitstak. .Hé." vroeg ze. „heeft u een nieuw potlood?" .Ja, dat andere heb ik verloren" HU straalde van blUdschap. „En wat dunkt u nu van een autotochtje met dit prachtige weer? Ik zou het heeriyk vinden, naast u gezeten, van de mooie natuur te ge nieten.” HU had zich geheel gegeven aan z'n vreugde van het weerzien en merkte niet op hoe ze nuwachtig ze was. „Als Je eens wist. Renée,” ging hU voort, „hoe ik naar dit weerzien verlangd heb!" HU hielp haar de stoelen op zy duwen, die haar by t uitgaan in den weg stonden. Renée beefde over haar geheele lichaam en had moeite zich staande te houden, toen in de hall der lunchroom twee handen zich op de schouders van den jongeman legden. „PoUtle, wilt u ons maar volgen?" ZU voelde dat ze bleek zag en was er boos om. Kon ze nu het woord potlood niet meer hooren. zonder te denken aan een klein, hou ten buisje, dat tusschen de zenuwachtige vin gers van een jongen man, die haar z’n liefde verklaard had. heen en weer werd bewogen?" „Groen.... een groen potlood,” antwoordde de Inspecteur op haar vraag. Jn gouden let ters staat er tweemaal H. H. op, waarvan één H. met den nagel is af gekrabd.” ..Zoek maar eens.” lachte een der aanwezige poUtle-beambten. „Geloof me, je krijgt den ke rel niet te pakken.” Peinzend keek Renée naar den wand; haar blikken dwaalden naar den kalender, waarop met groote letters stond: Donderdag. Eensklaps stond ze Op en zei met klem: „Mis schien kan ik hem vinden." Verbaasd keken allen haar aan „Wat beteekent die aardigheid. Mongelas?" vroeg de commissaris. .Het is geen aardigheid," antwoordde 1 Jonge meisje. „Misschien was het over een paar uur mUn beurt geweest.”

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1937 | | pagina 13