De nieuwe dienstplichtwet
De avonturen van Prof je en Struis je
De
wtfoal aan den dag
R
F 250.-
F 750.-
TWEE NICHTEN
■1 EN TWEE NEVEN
I
i
DE MICROFOON
Steenen gooien
DONDERDAG 7 OCTOBER 1937
ENCELSCH j
NAAR HET
Onze mannen te weinig
geoefend
Felix Mendelssohn
Bartholdy
Weer een standbeeld verwijderd
nmiinmg
«wwi *1*11 ÜWP MJE
flgtUjdjUaLJMLbeste
eerste gezicht
-AuJ
AT T 17 A ’Q op «Ut blad ZUn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen p *7 bü levenslange geheele ongeschikte
/Al «I <r, IV 1^1 Ie ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen A verlies van belde armen, belde bee
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UIT ER LIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
ammmim
juffrouw
het over een paar uur
HERMAN KRAMER
i
een
oorzaken
Het glazen hui»
was
i
-regimenten gevormd, bestaan^ infanterie
HOOFDSTUK XVIII
(Besluit)
23
best, zoo goed mogelük over hem te denken."
zijn verlangen uit, om je te
vriéndelijk en menschllevend.
„Er is geen sprake van vergiffenis tus-
- (Slot volgt.)
«Je doet mjj pijn, Betty 1“
i
gunstig
staande
gezien
aan vriendschap in welken vorm dan ook,
is vertrouwen in elkaar en je weet, dat
dit juist onder ons verloren is gegaan."
leid tot werken door
beenen of beiae oogen
nu
ouden vriend mee
naar
rechts.
od beproeft het zwaarst dien M|
het moest bemint
deze
juist
en koud zei:
.Je denkt zeker, dat het iets heel moois in je
karakter is. om zoo onvergevensgezind te wezen;
bQ verhes van een hand,
een voet at een oog
u
I
Maar toen ze allemaal goed en wel gezeten
waren, voelde mevrouw' steeds een koude
lange teen van struisje in de buurt van haar
rokken, wat haar erg zenuwachtig maakte en
ze verzocht hem zijn voeten op een voeten
bankje te plaatsen, wat hij dadelijk deed.
Maar zijn lange beenen pasten niet onder
tafel en deze kreeg daardoor een stoot, zoo
dot alles de andere kant opviel en slechts
echter
hebben,
met moeite nog iets gered kon worden Prof je
kreeg een bord soep, dat juist gebracht was
op zijn knieën, en jammerde van pijn, want
de soep was erg heet.
Iedereen was een beetje ontdaan van het
geval en Struisje werd onmlddelljjk wegge
zonden om een droge broek voor Profje te
halen op het stadhuis. Tot zoolang moest
deze dan maar het tafelkleed omslaan.
lijk gevonden is! Maar de
behoorde dat? Aan het
moordenaar? En hoe-
dlt merk en
Welke kleur?” vroeg Renée ^Y^s^waA dat
heid in
plichtigen
trachten
nemen.
In de
waarlijk heel
kleine broertje.
trokken.
In de tweede plaats de sterkte der onder-
deelen. Teneinde met onderdeden van vol
doende sterkte te kunnen oefenen waren
manoeuvre-
de uit officieren, onderofficieren en dienst
plichtigen van verschillende regimenten.
Daardoor kent men elkaar niet, kennen de
commandanten zelfs hun naaste medewer
kers niet.
De sterkte was hier en daar bepaald on
voldoende en dat gaf aanleiding tot allerlei
verkeerde voorstellingen.
De taak die aan de verschillende onder
deden wordt opgedragen in de reglemen
ten en voorschriften gaat uit van een be
paalde sterkte van het betrokken onder
deel. Wordt deze sterkte lang niet bereikt,
dan komen op een zekere breedte en diep
te te weinig menschen en krijgt o.a. de
tegenpartij een onjuisten indruk van het
geen hij tegenover zich heeft, voor de eigen
partij is het niet mogelijk den aanval of de
verdediging op de juiste wijze te organl-
•eeren.
Slechts een grooter contingent kan hier
in verbetering brengen.
Nu hetbelangrijkste, de geoefendheid.
Zoolang het gaat om eenvoudige bewegin
gen met kleine onderdeelen is de toestand
niet bepaald ongunstig, doch bij deze leger-
oefeningen waar troepen in grooter ver
band optreden, is de geoefendheid bepaald
onvoldoende gebleken. Dit moet
iedereen, zelfs nlet-deskundigen, opvallen
De wijze b.v. waarop verschillende malen
de terugtocht geschiedde ondet' vuur van
de tegenpartij is in werkelijkheid ónmoge
lijk. Zoo komt geen man terug. Men stond
op, trok naar de wegen en daarlangs had
Er is elders ook al de aandacht op ge
vestigd: de roomsch-katholieke staatkunde
biedt op het oogenblik een eigenaardig
aspect. Vier jaren lang zijn de drie room-
sche ministers uit het vorige kabinet-Colijn
bij hun partij in ongenade geweest. En niet
zuinig ook. Wanneer de drié heeren eens
in een boekje verzameld hadden, wat er in
die jaren al zoo tegen en over hen is ge
zegd, nu, dan zouden ze voorlooplg hun pret
op kunnen.
En nu? De heer Oellssen, die er schoon
genoeg van had, is naar zijn getrouwe
Maastricht teruggekeerd. Maar de heer
Deckers zit met stralend aangezicht op de
banken der fractie in de Tweede Kamer en
wordt er blijkbaar als een ooilam gekoesterd.
Nog merkwaardiger de heer van Schalk: die
is van banneling tot leider gepromoveerd:
hij is voorzitter der fractie geworden, en
knuffelt zich in de veilige warmte van zijn
groep als een kind aan moeders borst.
Ondertusschen werden andere partij-
genooten minister. En één daarvan, mr.
Romme, ligt thans zij het incidenteel
in blakende ongenade bij zijn vrienden van
wege zijn werkloozen-circulaire, die met
allerlei ongezellige woorden en onder „da
verend applaus” is veroordeeld. Naast hem
als minister zit de vorige fractle-voorzitter,
mr. Ooseling, die het sociale beleid van het
derde kabinet-Colijn zoo scherp veroor
deelde, en op wien nu toch ook wel wat
druppeltjes vallen van de bui-van-critiek,
die over zijn vriend Romme neerplenst.
Misschien zullen we het straks, bij de be
groeting, nog beleven, dat mr. Van Schalk
het vorige kabinet gaat verdedigen.
eerste plaats het gevaar uit de
lucht. De opstopping van de vele voertui-
- gen vóór de pontonbrug bij Olst als gevolg
van het onvoldoende doorrijden door Olst
van de gepasseerde voertuigen was in wer
kelijkheid noodlottig geworden. Een betere
organisatie had veel kunnen voorkomen,
- men moet niet meer voertuigen aanvoeren
dan verwerkt kunnen worden. Een en an
der is een gevolg van de weinige ervaring
met dit soort, toch voor ons land zoo be
langrijke, oefeningen. Voor de betrokken
commandanten is deze oefening zeer leer
rijk geweest en zij zullen zeker bij volgen
de gelegenheden passende maatregelen ne
men om opstoppingen en stremmingen te
voorkomen. Echter dient niet te worden
vergeten dat In dezen oorlog in verband met
het gevaar uit de lucht tenzij afboende
Huchtverdedlglng aanwezig is slechts
's nachts verkeer over een pontonbrug
plaats heeft, deze wordt over dag uit el
kaar genomen en gedekt opgeborgen, het
verkeer geschiedt dan met veren en vlot
ten. Vermoedelijk in verband met vredes-
omstandigheden veiligheid en onvol
doende oefening van een deel der ponton
niers werd deze terug over dag geslagen
en overgei
Zooiets is dan wel hegl geschikt
Om 'n spreekwoord weer te staven,
V weet wel.svan dien kuil, die voor
Een ander werd gegraven...,l
Struisje was gauw terug. HU kon erg hard
loopen en ook had hij erge honger en was een
beetje bang, dat er niets van het eten over
zou blijven, als hij niet gauw terug was.
Daar stond hü alweer in de kamer. de broek
triomfantelijk voor zich uit. Profje vond dat
•rg akelig en kreeg er een kleur van.
„Als je eens wist, Renée." ging hij voort, „hoe
Ik naar dit weerzien verlangd heb!”
HU hielp haar de stoelen op zü duwen, die
haar bU t uitgaan in den weg stonden.
Renée beefde over haar geheele lichaam en
had moeite zich staande te houden, toen in de
hall der lunchroom twee handen zich op de
schouders van den jongeman legden.
.Politie, wilt u ons maar volgen?”
karakter is. om zoo onvergevensgezind te wezen;
maar ik vind het afschuwelfyk!.Ik kan veel
beter hebben, dat iemand wat oppervlakkig is
en luchthartig, maar dan toch in leder geval
„U schijnt niet zooveel belang te stellen in
geschiedenis?” vroeg Teddy, die haar
verslag deed van een Jachtexpeditle In
Zuld-Afrika. „Zal ik maar ophouden?"
.Neen, natuurlijk niet." protesteerde zU. „Ik
ben dol verlangend om het verder te hooren.”
Maar er drong niet veel van het verhaal tot
haar door. Ze was geheel verdiept In den man.
die heel kalm en bedaard met Mrs. Warrener
en haar zuster stond te praten.
Niets van zUn ulterljjk ontging haar en
naast andere gevoelens schonk het haar vol
doening, dat hjj nu een verschijning was, die
gezien mocht worden; zelfs naast Dick!
HU was magerder geworden in het gelaat en
ook ouder, alsof hü niet veel geluk had gekend.
Ook na het diner kwam hü geen enkelen keer
bjj haar. Zouden zUn woorden dan enkel in
letterlozen zin waar geweest zUn en had hit
voor zaken In Londen moeten wezen?Was
hU van plan, „dien avond weer te vertrekken,
dus alles zóó te laten, als het geweest was?....
Neen, dat kon toch niet. Dat mocht zü niet zoo
laten!
Ze zorgde nu. dat Teddy aan de piano kwam
te zitten en zelf trad zij op Rorke toe, die
enkele foto's bekeek.
„Ik zou zoo graag het laatste nieuws van
Chatbeck hooren?’ begon ze ultnoodlgend.
„Er is niets voorgevallen, dat je interesseeren
zou," antwoordde hü droog.
«Alles uit Chatbeck interesseert mü"
gelUkmoedig-opgewekt te blUven. Want Rorke's
bedreiging, die hü eens had uitgesproken, was
bewaarheid: wélke de gevoelens dan ook waren,
die ze jegens hem koesterde, ze kon hem
niet vergeten. Ze was boos op hem; ze maakte
zichzelf wUs, dat ze hem haatte; dat ze nooit
een man zou getrouwd hebben van zulk een
hard, haatdragend karakter; maar ze kon
hem niet uit haar gedachten bannen.
Geen nieuws bereikte haar uit Chatbeck.
Mrs. Warrener en Dick schenen nooit wat te
hooren van Rorke; Mrs. Carpmael was nog uit
logeeren en Janie was te trotsch, oré openlijk
navraag te doen. Ze wist niet, of Rorke nog
aan haar dacht, of hjj haar vergeten, of soms
iemand ontmoet had, voor wie hü waarlijk
voelde; of hU ook in kwade gewoonten verval
len was en misschien een huwelUk had geslo
ten éls zijn vader.
Ééns schreef ze hem en lichtte hem volledig
toe de reden, waarom ze naar „The Grange"
gekomen was; ze sprak ook van de vriend
schap. die er tusschen hen had bestaan en had
hem gevraagd, haar de misleiding te vergeven.
waardoor ze intusschen toch maar met el
kaar in kennis gekomen waren!
Ze kreeg een kort, officieel schrUven terug,
dat haar ergernis en onultsprekelUke teleur
stelling bezorgde.
oefentijd gewoekerd wordt, in belangrijke
mate te wenschen overlaat. Wat gold voor
de oefeningen in 1936, kan eveneens gezegd
worden van de legeroefeningen, gehouden
in September 1937.
Wij zullen thans niet nogmaals alle ar
gumenten aangeven, die een langeren eer
sten oefentijd noodig maken, doch wijzen
erop dat ook de lagere commandanten en
ook de dienstplichtigen zelf het gevoel
hebben onvoldoende te zijn geoefend.
De wil om goed te handelen is overal
aanwezig, doch men weet .niet hoe, men
heeft het onvoldoende geleerd wegens ge
brek aan tijd. Komt men dan na eenige
jaren terug voor herhalingsoefeningen,
dan is het duidelijk dat er van geoefend
heid weinig is overgebleven. Op deze wijze
krijgt de Nederlandsche soldaat het gevoel
de minderwaardige te zijn tegenover een
tegenstander.
Allen zjjn het eens over den uitstekenden
geest bjj de troepen, men zou kunnen zeg
gen dat de dienstplichtigen ernstiger zijn
geworden, dat zij het groote belang van
goede militaire oefening inzien, dat zij de
oefeningen niet meer beschouwen als een
„soldaatje spelen”, zooals vroeger wel eens
het geval was, doch dat zij begrijpen ge
roepen te kunnen worden om huis en
haard tegen een indringer te verdedigen.
Maar dan is het ook een dure plicht dat
gezorgd wordt deze mannen uitstekend te
oefenen, opdat zij niet door onvoldoende
geoefendheid door het vijandelijk vuur
worden weggemaaid.
Deze geoefendheid is slechts te verkrij
gen door een verlenging van den eërsten
oefentijd.
Haar werkzaamheden op het. admlnlstratie-
bureau der politie brachten mede, dat ze dage
lijks een en ander van de gesprekken over mis-
da Dien moordenaar zullen we niet gauw te
nakken krügen," zei een der Inspecteurs tot zn
collega. „HU zet z'n plannen te schrander op.
Ken je z n methode? HU bezoekt café s en res
taurants. spreekt daar jonge. aUeen-zUnde da
mes aan. waarvan hU denkt dat ze wat geld
op zak hebben en stelt haar dan echt roman-
ttech een autotochtje voor. Meestal heeft het
voor de jonge dame vreeselUke gevolgen_ Be
roofd en vermoord; meestal gewurgd. En de
dader'’is, ondanks al onzen speurzin
baar; geen enkele getuige, «een enkel spoor
.Nu," meende de andere inspecteur, ,J»U heeft
het potlood....”
„O, dat bU het
vraag is, van wien
slachtoffer of aan den
veel potlooden zijn er niet van
die kleur!"
eensklaps, die opgewonden had zitten luisteren.
bU een ongeval met
doodelijken afloop
En zou dat zoo vreemd zijn, indien mr.
v. Schalk een goed woord sprak voor het
vorige Kabinet, dat onder andere omstan
digheden sommige doeleinden nastreefde
dan het huidige? Men moet de dingen zien
zooals ze zijn: de devaluatie verdeelt niet
langer partijen, die door hun positieve chris
telijke basis Üij. ilkknddr hoorei! De vraag-
stükken zij rf Verschoven. Op een Végeërings-
programma, dat een goed geluid in de
Troonrede Het hooren, beginnen de chris
telijke partijen eensgezind een nieuwen aan-
„En wat dunkt u nu van een autotochtje met
dit prachtige weer? Ik zou het heerlUk vinden,
naast u gezeten, van de mooie natuur te ge
nieten.".
HU had zich geheel gegeven aan z’n vreugde
van het weerzien en merkte niet op hoe ze
nuwachtig ze was.
sociaal-democratische en liberale
bladen blijven hakken op de R.K.
Staatspartij. Men durft niet ont
kennen, dat haar eenheid *s lands macht
is. maar misschien juist omdat men in de
niet-christelljke partijen sukkelt met de
eigen eenheid, kittelt men de Katholieken
met doornen en netelen.
Het Volk schrijft een ironisch artikel over
„Gosellng en Van Schalk” onder den titel
.Stuivertje wisselen”. Het is een stukje
roode propagapda tegen „de jonge heiden
ministers, nog onlangs met fanfares be
groet”, die de millloenennota voor hun re
kening dorsten nemen het blad laat de
millioenen-nota van het Plan van den Ar
beid maar liever weg en den terugkeer
der heeren Van Schalk en Deckers in het
politieke leven der Staatspartij. Maar ook
Het Volk moet ten slotte toegeven, dat deze
partij, sterk door haar eenheid, „verheven
itagen.’** 2
De liberale Avondpost secundeert zijn
sociaal-democratischen collega en probeert
de Katholieken te prikkelen met dit steke
lige stukske:
Nadat in November 1934 van het StedelUk
Theater te Düsseldorf het gedenkteeken ter
herinnering aan Felix Mendelssohn-Bartholdy
werd verwUderd. en in November 1936 het
standbeeld van Mendelssohn voor het Gewand-
haus te Leipzig van zUn voetstuk is gehaald en
vernietigd, blUkt thans wederom een gedenk
teeken voor dezen componist te zUn verwUderd.
In het Neue Tagebuch van. 2 Oct. J.L deelt
Emil Ludwig mede, dat in het mooie bad
plaatsje Relnerz in Silezië. waar de oom van
Felix Mendelssohn Bartholdy woonde en dlk-
wUls *ijn grooten neef ontving, destijds onder
een oude linde een gedenkteeken voor den mu
sicus werd opgericht. Vóór dit gedenkteeken
aldus Ludwig floten wü als kinderen Men
delssohn'S melodieën. Thans echter draagt het
voetstuk nog slechts een üzeren staaf, het
borstbeeld ontbreekt, doch daaronder staat nog
in onvernielde gouden letters de inscriptie:
.Felix Mendelssohn-Bartholdy. 1623.”
Aan de andere zijde van de linde is een bord
bevestigd: .Joden ongewenscht.... 1“
HU klemde de lippen op elkaar en beant
woordde afgebeten een paar vragen. Opzettelijk
laschte ze ook den naam van dokter Peil m.
ofschoon het haar niets schelen kon, wat er
van hem geworden was.
Rorke kon haar niets vertellen, dan dat
Peil uit de streek was weggetrokken.
„En je hebt het hem niet vergeven?” hield
zU aan.
.Neen.”
„Zeg eens even: vergeef Je nóóit iémand iéts?"
HU zweeg een minuut lang en toen hU sprak,
klonk zijn stem extra hard en stroef;
,Ja. Ik heb zelf te veel vergiffenis noodig.
dan dat ik niet vergeven zou. Maar ik vergéét
nooit iets."
„Dat komt in sommige gevallen op hetzelfde
neer."
.Dat kan wel; in gevallen, waarin volko
men vertrouwen het eenlg verlangde is.”
HU was meedoogenloos; weergaloos hard!
Janle was dan ook heel bleek, toen zü opstond
u de wijziging van de Dienstplicht-
|XI wet en de daarbij behoorende Me-
morle van Toelichting juist zijn ver
schenen, is het niet ondienstig de gehou
den manoeuvres eens te beschouwen in
verband met de aanhangig gemaakte wij-
tigingen in de Dienstplichtwet.
WU willen dan beginnen met te vermel
den dat wU vele verbeteringen hebben be
speurd sinds verleden jaar. Er werd meer
gedacht aan luchtgevaar, al waren door
omstandigheden de genomen maatregelen
dikwUls onvoldoende. Het pantserwagen
gevaar kwam tot uiting tn de vele aange
brachte ^versperringen, al werd hier wel
eens overdreven, want men vergete niet,
dat een versperring, die den doprgang be
let aan vUandelUke pantserwagens, ook
voor eigen voertuigen niet te doorschrUden
is. De pantserwagens zelf hielden dikwijls
onvoldoende rekening met vuur en ver
sperringen, zü reden overal doorheen.
Over de goede stemming bjj de troepen,
niettegenstaande minder gunstige weers
omstandigheden en vermoeiende diensten,
heeft de speciale verslaggever reeds
oordeel uitgesproken. Niettegen-
het vele goede dat wU
is het noodig en leerrijk
ook het minder goede aan te geven om te
de oorzaken daarvan weg te
gehouden legeroefenlncsn afdoende aafe, is boven. persoónlU
den dag is getreden; -4a t de gpoefencf-
de eerste plaats voor de dienst- i
van het hoofdwapen de i
- hoewel met den beschikbaren
s
?lllllllltllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllUIIIIUIIHIIIIIIIIIIIIIim
„Lieveling,”’ zei Renée Mongelas een maand
of vUf later tot haar echtgenoot, „herinner je
je nog den dag, toen ik Je voor een moordenaar
hield, omdat je dat potlood, had laten vallen
en verloren, dat een onbekende blUkbaar heeft
opgeraapt? Een onbekende, die de echte moor-
denaar was en die, door een gelukkig toeval.
spoedig gearresteerd werd? Jou liet men al
heel gauw weer vrU met excuses voor mijn
domheid en voorbarigheid. WerkelUk, ik kon
niet begrijpen, dat je mU nog lief kon hebben;
ik begreep er niets van. Maar gelukkig drong
■wijs was. dat Je eeht vantaa WslS. rftt was
je HeMe Op 1 eerste gezicht." i
„En de Jouwe,” antwoorde hü. haar glim
lachend in de oogen ziend. „Doe dus maar Je
Liefkoozend legde ze haar hand op die van
haar zuster; maar Janle trok die vrü heftig
terug, terwül ze zei:
Betty was in den eersten geluksroes van haar
verloving. Dat haar zuster er nog zoo slecht
uitzag. schreef ze hoofdzakelük toe aan de
doorstane ziekte en dan aan het feit, dat zü
niet Dick Warrener zou trouwen. Ze had name
lijk meelüden met leder ander, die niet zoo
gelukkig was als zü; maar misschien was ze
ook te zeer verdiept in haar eigen gevoelens
om zoo scherp op te merken als anders, boven
dien was de Indruk, dien züzelf van Rorke had
gekregen, van dién aard geweest, dat ze er zich
onfnogelük in zou kunnen verplaatsen, hoe
eenlg meisje ooit voor zoo iemand had linnen
voelen.
Toen ze terugkeerde van de huwelüksreis,
vond ze Janie schünbaar weer de oude in
ulterlük en opgewektheid. Toch lag er dikwUls
een schaduw over het nu weer zoo frissene
gezichtje en de opgewektheid was misschien
wel eens wat geforceerd. Maar niemand, die
dit merkte. f
Janle had gedurende Betty's afwezigheid
haar plaats Ingenomen bü Mrs. Warrener en
als secretaresse had ze misschien niet zoozeer
voldaan, maar als gezelschapsdame wél. Ze
scheen zich heel gelukkig te voelen in het
huls van haar zwager. Niemand vermoedde,
wat een moeite het haar soms kostte, om zoo
ZU voelde dat ze bleek zag en was er boos
om. Kon ze nu het woord potlood niet meer
hooren, zander te denken aan een klein, hou
ten buisje, dat tusschen de «nuwachtige vin
gers van een jongen man. die haarzn liefde
verklaard had. heen en
„Groen,... een groen potlood, antwoordd
de inspecteur op haar vra^- .4n ^7
ters staat er tweemaal H. H, op, waarvan één
H. met den nagel is afgekrabd."
.Xoek maar eens,” lachte een der
polltle-beambten. „Geloof me. Je krügt den ke
rel niet te pakken.”
Peinzend keek Renée naar den wand heer
blikken dwaalden naar den kalender, waa p
met groote letters stond: Donderdag.
Eensklaps stond ze op en zei met klem.
schien kan Ik hem vinden.”
Verbaasd keken allen haar aan.
„Wat beteekent die aardigheid,
Mongelas?" vroeg de fcommlssaris.
„Het Is geen aardigheid,” antwoordde l jonge
meisje. .Misschien was 1-- -
mijn beurt geweest."
„Och, Ja, dat wil ik wel. Janle zegt, dat hü
zorgzaam is geweest voor het
Maar mü Hikt hU onmogelük
en al is hü dan ook honderdmaal een neef van
ons beiden, ik hoop maar, dat wü in het ver
volg niet veel meer van hem merken zullen. Ik
hoop, dat Janle hem ook maar gauw vergeet,
en, trouwens, haar heele ervaren daar op
»nie Grange!”
drukte
zien.”
Een oogehblik later introduceerde hü Teddy
Langworthy.
Maanden-lang had ze dien geen gedachte
meer gegund, maar Dick had hem in Londen
ontmoet en hem mee naar huis gebracht. Even
later kwam hü echter nog met een anderen
gast binnen, dien hü Elizabeth voorstelde als:
„onze neef. Rorke Gilchrist." t
Alles in het vertrek scheen met Janle in het
rond te draaien, toen ze eerst den nAam van
schen ons. Het eeaige, wat waarde verleent Rorke en daarop diens stem hoorde.
de terugtocht plaats in stede van behoed
zaam en gedekt door het terrein zich te be
wegen tot men buiten het directe vuur van
de tegenpartij waa.
De aanvalsformatie en het innemen van
de opstelling voor den aanval waren In vele
gevallen niet goed. Het op de juiste wüze
gebruik maken van het terrein, zoowel bü
aanval als verdediging, was onvoldoende.
Het overtrekken van de Schipbeek met
drafzakken was bepaald een drama en
ontlokte een glimlach aan de aanwezige
militaire attaché’s. Evenals het vorige jaar
Tiet overtrekken van het Wilhelmlnakanaal
bij Dongen mislukte, evenzoo was dit thans
bü de Schipbeek het geval. In óns waterrük
land had men toch beter mogen verwach
ten.
Doch wü willen hiervan niemand een ver
wijt .maken, noch den dienstplichtigen, noch
den lageren commandanten. Er Is geen
t d om dergelüke oefeningen te houden
en juist deze oefeningen moeten eenige
malen worden gehouden om ze behoorüjk
en snel te kunnen uitvoeren.
Zoodra Iets büzonders moet geschieden
en de omstandigheden zün In werkeUjk-
heid alUjd anders dan op het oefenterrein
nabü het garnizoen blükt dat én den
dienstplichtigen én het kader én den lage
ren commandanten de ervaring ontbreekt
om op de juiste wüze op te treden. Wü we
zen er reeds meer op dat In vredestüd de
gelegenheid moet bestaan alle soorten
oefeningen vele malen onder verschillende
omstandigheden en in verschillende ter
reinen te houden. Eerst dan kan men
eenige zekerheid hebben dat ook de enkele
man, die, meer dan vroeger, in het gevecht
aan zichzelf is overgelaten, weet hoe hü
moet handelen; dan kunnen ook de com
mandanten over de noodlge ervaring be
schikken om de juiste bevelen te geven.
Daarvoor Is verlenging van den eersten
oefentijd .absoluut noodig.
Het is ons dan ook een raadsel hoe in
een deel der pers geageerd wordt tegen
een verlenging van den eersten oefentijd,
llebben deze schrijvers de manoeuvres bü-
gewoond en zün zü bekend hoe in den
modernen oorlog door de troepen moet
worden opgetreden? Kunnen deze schrij
vers beoordeelen of onze dienstplichtigen
gedurende deze oefeningen op de Juiste
wüze en In de juiste formatie zün opgetre
den zooals het moderne gevecht dat nu
eenmaal noodig maakt? Indien dat zoo
Was, zouden zü zeker ,de geoefendheid on
voldoende hebben gevonden en gepleit
hebben voor langere oefentüden. Wat heeft
men aan de mooiste en meest moderne
machines, indien het personeel onvoldoen
de is geoefend er mede om te -gaan.
In de memorie van toelichting staat
aangegeven dat bü de in September 1936
enée Mongelas zat in gesprek met een
jongen man. in een lunchroom in Parijs:'
De Jongeman zat tegenover haar en rol
de in z'n van zenuwachtigheid bevende vingers
een potlood om en om, zoodat het achtercen-
volgens de zes kanten van z'n lichtgroen om
hulsel toonde. Renée keek naar de kleine gou
den letters van het fabrieksmerk en zag dat
hü é«n oogenblik later, in z'n zenuwachtig
heid, het vernis van de letter H afkrabde.
.Dus.” vroeg de Jongeman beleefd, maar met
iets ernstigs In z'n stem, „u blüft er bü: u wilt
me uw adres niet opgeven? Ik zou u zoo graag
terugzien. Mag Ik dat?"
„O. Jawel.” antwoordde Renée onverschillig.
.Daten we zeggen: Donderdag a.s. tusschen
vier en vUf uur, hier in deze lunchroom.”
,Jn zult u dan heusch komen?”
„Vast en zeker.”
De Jongeman schreef Iets in z n notitie
boekje op. keek haar aan en vroeg met aan
drang:
Mag ik u naar huls brengen? M'n wagen
staat hier voor de deur."
Het jonge meisje glimlachte niet onvriende-
lük, maar weigerde:
.Neen. Maar luister eens. münheer. Wanneer
u zich over een week nog herinnert dat mijn
persoontje bestaat en u terugkomt, dan zal dit
voor mü een klein bewüs wezen, dat u niet
heelemaal onwaarheid sprak, toen u tegen me
zei
.Dat mü zelf is overkomen, waaraan ik nooit
geloofd heb. n.l. aan liefde op het eerste ge
zicht en dat u, en u alleen, de vrouw mijner
droomen bent.” viel hü haar in de rede.
Renée Mongelas hoorde deze met overtui
ging uitgesproken liefdesverklaring geheel on
bewogen aan. Geen spier vertrok zich in haar
schoon gelaat.
„Genoeg, münheer." .zei ze, en stond op.
Zij gaf hem de hand en verliet met vasten
tred de luchroom. Renée was een intelligent,
werkzaam Jong meisje. Haar chefs zeiden van
haar onder elkander. .Die Juffrouw Mongelas
zal er wel komen.”
Eenige dagen later zat ze voor haar schrijf
machine in t groote kantoor en onderbrak
plotseling haar werk, door op
vüf te tellen, terwül »e mompelde. .Donder-
dag.”
En hoe dichter het bü Donderdag kwam,
des te ongeduldiger trok Renée de bladen van
haar kalender af.
ElndelUk was de Donderdag aangebroken.
Toen Janle dit las. besloot zü. dat ze eerder
sterven zou. dan dat ze tot eenige verdere toe
nadering zou overgaan.
Intusschen was zü mooier dan ooit, al zag
ze er dan ook wel teerder uit.
Dick bracht nogal eens jongelui mee. tot
Janle op een goeden dag verklaarde, dat zü nu
meer dan genoeg vreemden had ontmoet.
.Het is Je eigen schuld, als ze vreemden
blüven,” had hü schertsend geantwoord.
Maar ééns op een keer zei hü. dat hü
niet een vreemde, maar een
gebracht had.
„Zelfs een heel goéden ouden vriend!"
voegde hü er ondeugend bü- „Tenminste, hü
speciaal
Renée zat met twee Inspecteurs van politie
in een taxi. Ze had Impulsief gehandeld, als
bU^eTu ’X. ï~dt rne^evl^t te
weer over," zei ze tegen de heeren.
Maar z» dacht:
„Ik was op het
punt van hem te [^jgfde OP t
gaan houden. En J
nu. bü ik het. die
hem gaat over-
leveren. Had ik j
niet beter kun
nen zwügen?”
Haar verstand zei echter van: neen. Was het
niet haar plicht aan die misdaden een einde
te maken?
Ze stapte uit de taxi en trad de lunchroom
binnen Daar was hü met z’n hartelüken glim
lach. HU stond op. Ze keek naar z'n zak, waar
een zilveren potlood uitstak.
,Hé," vroeg ze. ..heeft u een nieuw potlood?"
.Ja. dat andere heb ik verloren.”
Hü straalde van blüdschap.
Een microfoon, dat is een ding
g Waardoor je wat kunt hooren,
g Soms komt er zoo'n lawaai uit voort,
Dan tuiten bei je ooren!
Een kleine trilling is genoeg.
Dan gaat het ding al werken.
En weet het ook het kleinst geluid
Geweldig te versterken.
Zoo n truling blijft niet dicht bü huis,
Die gaat zich verder planten.
Die gaat naar links, die gaat
Die gaat naar alle kanten.
Zoo'n microfoon zal meestal wel
H ’n Onschuldig dingske wezen,
H Maar somtijds is ie erger dan
Een helsch machten te vreezen!
g Alléén doordat- zoo'n ding er is
Gebeuren ongelukken,
Dan springt er iets met veel lawaai
3 In grulzels en in .stukken.
3 Het is een nuttig instrument
3 Om dingen af te hooren,
Maar kan somtijds het zaakje ook
Finaal den grond in boren
I.
loop. Ze laten de rancunes over aan Volkr
Avondpost en N. Rott. Crt.. welk blad even
eens bezig is tegenstellingen tusschen de
christelüke partüen uit te spelen.
Gelukkig plegen Katholieken in de kennis
van zlch-zelf te worden opgevoed. Dat
maakt hen niet liefdeloos In de beoordee-
llng van anderer fouten. Geen pers is zoo
vrümoedlg in de openbare kritiek op eigen
voormannen als de katholieke. In plaats
dat de rood^ en liberale pers dit in de kri
tiek op Minister Romme waardeert, tracht
zü er een vuurtje van te maken. Laat zü
liever kijken naar de S. D. A. F., waar Zon
dag jl. honderd afgevaardigden woedend
waren over de behandeling van Paul Kies
en dreigden zich af te scheuren. En naar de
Liberale Staatspartij, die zoo hopeloos
verdeeld is. dat dezelfde Avondpost, die
niet berusten kan in de soepele eenheid
van de Katholieken, over het verdeelde
liberalisme schrüft: Wü vreezen, dat het te
laat is voor het liberalisme want keert het
niet terug tot geloof en democratie, dan
zal het volledig ondergaan.
Die in een glazen huls wónen werpen met
steenen terwül hun eigen ruiten breken!