De nieuwe dienstplichtwet De avonturen van Prof je en Struis je De wtfoal aan den dag R F 250.- F 750.- TWEE NICHTEN ■1 EN TWEE NEVEN I i DE MICROFOON Steenen gooien DONDERDAG 7 OCTOBER 1937 ENCELSCH j NAAR HET Onze mannen te weinig geoefend Felix Mendelssohn Bartholdy Weer een standbeeld verwijderd nmiinmg «wwi *1*11 ÜWP MJE flgtUjdjUaLJMLbeste eerste gezicht -AuJ AT T 17 A ’Q op «Ut blad ZUn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen p *7 bü levenslange geheele ongeschikte /Al «I <r, IV 1^1 Ie ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen A verlies van belde armen, belde bee AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UIT ER LIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL ammmim juffrouw het over een paar uur HERMAN KRAMER i een oorzaken Het glazen hui» was i -regimenten gevormd, bestaan^ infanterie HOOFDSTUK XVIII (Besluit) 23 best, zoo goed mogelük over hem te denken." zijn verlangen uit, om je te vriéndelijk en menschllevend. „Er is geen sprake van vergiffenis tus- - (Slot volgt.) «Je doet mjj pijn, Betty 1“ i gunstig staande gezien aan vriendschap in welken vorm dan ook, is vertrouwen in elkaar en je weet, dat dit juist onder ons verloren is gegaan." leid tot werken door beenen of beiae oogen nu ouden vriend mee naar rechts. od beproeft het zwaarst dien M| het moest bemint deze juist en koud zei: .Je denkt zeker, dat het iets heel moois in je karakter is. om zoo onvergevensgezind te wezen; bQ verhes van een hand, een voet at een oog u I Maar toen ze allemaal goed en wel gezeten waren, voelde mevrouw' steeds een koude lange teen van struisje in de buurt van haar rokken, wat haar erg zenuwachtig maakte en ze verzocht hem zijn voeten op een voeten bankje te plaatsen, wat hij dadelijk deed. Maar zijn lange beenen pasten niet onder tafel en deze kreeg daardoor een stoot, zoo dot alles de andere kant opviel en slechts echter hebben, met moeite nog iets gered kon worden Prof je kreeg een bord soep, dat juist gebracht was op zijn knieën, en jammerde van pijn, want de soep was erg heet. Iedereen was een beetje ontdaan van het geval en Struisje werd onmlddelljjk wegge zonden om een droge broek voor Profje te halen op het stadhuis. Tot zoolang moest deze dan maar het tafelkleed omslaan. lijk gevonden is! Maar de behoorde dat? Aan het moordenaar? En hoe- dlt merk en Welke kleur?” vroeg Renée ^Y^s^waA dat heid in plichtigen trachten nemen. In de waarlijk heel kleine broertje. trokken. In de tweede plaats de sterkte der onder- deelen. Teneinde met onderdeden van vol doende sterkte te kunnen oefenen waren manoeuvre- de uit officieren, onderofficieren en dienst plichtigen van verschillende regimenten. Daardoor kent men elkaar niet, kennen de commandanten zelfs hun naaste medewer kers niet. De sterkte was hier en daar bepaald on voldoende en dat gaf aanleiding tot allerlei verkeerde voorstellingen. De taak die aan de verschillende onder deden wordt opgedragen in de reglemen ten en voorschriften gaat uit van een be paalde sterkte van het betrokken onder deel. Wordt deze sterkte lang niet bereikt, dan komen op een zekere breedte en diep te te weinig menschen en krijgt o.a. de tegenpartij een onjuisten indruk van het geen hij tegenover zich heeft, voor de eigen partij is het niet mogelijk den aanval of de verdediging op de juiste wijze te organl- •eeren. Slechts een grooter contingent kan hier in verbetering brengen. Nu hetbelangrijkste, de geoefendheid. Zoolang het gaat om eenvoudige bewegin gen met kleine onderdeelen is de toestand niet bepaald ongunstig, doch bij deze leger- oefeningen waar troepen in grooter ver band optreden, is de geoefendheid bepaald onvoldoende gebleken. Dit moet iedereen, zelfs nlet-deskundigen, opvallen De wijze b.v. waarop verschillende malen de terugtocht geschiedde ondet' vuur van de tegenpartij is in werkelijkheid ónmoge lijk. Zoo komt geen man terug. Men stond op, trok naar de wegen en daarlangs had Er is elders ook al de aandacht op ge vestigd: de roomsch-katholieke staatkunde biedt op het oogenblik een eigenaardig aspect. Vier jaren lang zijn de drie room- sche ministers uit het vorige kabinet-Colijn bij hun partij in ongenade geweest. En niet zuinig ook. Wanneer de drié heeren eens in een boekje verzameld hadden, wat er in die jaren al zoo tegen en over hen is ge zegd, nu, dan zouden ze voorlooplg hun pret op kunnen. En nu? De heer Oellssen, die er schoon genoeg van had, is naar zijn getrouwe Maastricht teruggekeerd. Maar de heer Deckers zit met stralend aangezicht op de banken der fractie in de Tweede Kamer en wordt er blijkbaar als een ooilam gekoesterd. Nog merkwaardiger de heer van Schalk: die is van banneling tot leider gepromoveerd: hij is voorzitter der fractie geworden, en knuffelt zich in de veilige warmte van zijn groep als een kind aan moeders borst. Ondertusschen werden andere partij- genooten minister. En één daarvan, mr. Romme, ligt thans zij het incidenteel in blakende ongenade bij zijn vrienden van wege zijn werkloozen-circulaire, die met allerlei ongezellige woorden en onder „da verend applaus” is veroordeeld. Naast hem als minister zit de vorige fractle-voorzitter, mr. Ooseling, die het sociale beleid van het derde kabinet-Colijn zoo scherp veroor deelde, en op wien nu toch ook wel wat druppeltjes vallen van de bui-van-critiek, die over zijn vriend Romme neerplenst. Misschien zullen we het straks, bij de be groeting, nog beleven, dat mr. Van Schalk het vorige kabinet gaat verdedigen. eerste plaats het gevaar uit de lucht. De opstopping van de vele voertui- - gen vóór de pontonbrug bij Olst als gevolg van het onvoldoende doorrijden door Olst van de gepasseerde voertuigen was in wer kelijkheid noodlottig geworden. Een betere organisatie had veel kunnen voorkomen, - men moet niet meer voertuigen aanvoeren dan verwerkt kunnen worden. Een en an der is een gevolg van de weinige ervaring met dit soort, toch voor ons land zoo be langrijke, oefeningen. Voor de betrokken commandanten is deze oefening zeer leer rijk geweest en zij zullen zeker bij volgen de gelegenheden passende maatregelen ne men om opstoppingen en stremmingen te voorkomen. Echter dient niet te worden vergeten dat In dezen oorlog in verband met het gevaar uit de lucht tenzij afboende Huchtverdedlglng aanwezig is slechts 's nachts verkeer over een pontonbrug plaats heeft, deze wordt over dag uit el kaar genomen en gedekt opgeborgen, het verkeer geschiedt dan met veren en vlot ten. Vermoedelijk in verband met vredes- omstandigheden veiligheid en onvol doende oefening van een deel der ponton niers werd deze terug over dag geslagen en overgei Zooiets is dan wel hegl geschikt Om 'n spreekwoord weer te staven, V weet wel.svan dien kuil, die voor Een ander werd gegraven...,l Struisje was gauw terug. HU kon erg hard loopen en ook had hij erge honger en was een beetje bang, dat er niets van het eten over zou blijven, als hij niet gauw terug was. Daar stond hü alweer in de kamer. de broek triomfantelijk voor zich uit. Profje vond dat •rg akelig en kreeg er een kleur van. „Als je eens wist, Renée." ging hij voort, „hoe Ik naar dit weerzien verlangd heb!” HU hielp haar de stoelen op zü duwen, die haar bU t uitgaan in den weg stonden. Renée beefde over haar geheele lichaam en had moeite zich staande te houden, toen in de hall der lunchroom twee handen zich op de schouders van den jongeman legden. .Politie, wilt u ons maar volgen?” karakter is. om zoo onvergevensgezind te wezen; maar ik vind het afschuwelfyk!.Ik kan veel beter hebben, dat iemand wat oppervlakkig is en luchthartig, maar dan toch in leder geval „U schijnt niet zooveel belang te stellen in geschiedenis?” vroeg Teddy, die haar verslag deed van een Jachtexpeditle In Zuld-Afrika. „Zal ik maar ophouden?" .Neen, natuurlijk niet." protesteerde zU. „Ik ben dol verlangend om het verder te hooren.” Maar er drong niet veel van het verhaal tot haar door. Ze was geheel verdiept In den man. die heel kalm en bedaard met Mrs. Warrener en haar zuster stond te praten. Niets van zUn ulterljjk ontging haar en naast andere gevoelens schonk het haar vol doening, dat hjj nu een verschijning was, die gezien mocht worden; zelfs naast Dick! HU was magerder geworden in het gelaat en ook ouder, alsof hü niet veel geluk had gekend. Ook na het diner kwam hü geen enkelen keer bjj haar. Zouden zUn woorden dan enkel in letterlozen zin waar geweest zUn en had hit voor zaken In Londen moeten wezen?Was hU van plan, „dien avond weer te vertrekken, dus alles zóó te laten, als het geweest was?.... Neen, dat kon toch niet. Dat mocht zü niet zoo laten! Ze zorgde nu. dat Teddy aan de piano kwam te zitten en zelf trad zij op Rorke toe, die enkele foto's bekeek. „Ik zou zoo graag het laatste nieuws van Chatbeck hooren?’ begon ze ultnoodlgend. „Er is niets voorgevallen, dat je interesseeren zou," antwoordde hü droog. «Alles uit Chatbeck interesseert mü" gelUkmoedig-opgewekt te blUven. Want Rorke's bedreiging, die hü eens had uitgesproken, was bewaarheid: wélke de gevoelens dan ook waren, die ze jegens hem koesterde, ze kon hem niet vergeten. Ze was boos op hem; ze maakte zichzelf wUs, dat ze hem haatte; dat ze nooit een man zou getrouwd hebben van zulk een hard, haatdragend karakter; maar ze kon hem niet uit haar gedachten bannen. Geen nieuws bereikte haar uit Chatbeck. Mrs. Warrener en Dick schenen nooit wat te hooren van Rorke; Mrs. Carpmael was nog uit logeeren en Janie was te trotsch, oré openlijk navraag te doen. Ze wist niet, of Rorke nog aan haar dacht, of hjj haar vergeten, of soms iemand ontmoet had, voor wie hü waarlijk voelde; of hU ook in kwade gewoonten verval len was en misschien een huwelUk had geslo ten éls zijn vader. Ééns schreef ze hem en lichtte hem volledig toe de reden, waarom ze naar „The Grange" gekomen was; ze sprak ook van de vriend schap. die er tusschen hen had bestaan en had hem gevraagd, haar de misleiding te vergeven. waardoor ze intusschen toch maar met el kaar in kennis gekomen waren! Ze kreeg een kort, officieel schrUven terug, dat haar ergernis en onultsprekelUke teleur stelling bezorgde. oefentijd gewoekerd wordt, in belangrijke mate te wenschen overlaat. Wat gold voor de oefeningen in 1936, kan eveneens gezegd worden van de legeroefeningen, gehouden in September 1937. Wij zullen thans niet nogmaals alle ar gumenten aangeven, die een langeren eer sten oefentijd noodig maken, doch wijzen erop dat ook de lagere commandanten en ook de dienstplichtigen zelf het gevoel hebben onvoldoende te zijn geoefend. De wil om goed te handelen is overal aanwezig, doch men weet .niet hoe, men heeft het onvoldoende geleerd wegens ge brek aan tijd. Komt men dan na eenige jaren terug voor herhalingsoefeningen, dan is het duidelijk dat er van geoefend heid weinig is overgebleven. Op deze wijze krijgt de Nederlandsche soldaat het gevoel de minderwaardige te zijn tegenover een tegenstander. Allen zjjn het eens over den uitstekenden geest bjj de troepen, men zou kunnen zeg gen dat de dienstplichtigen ernstiger zijn geworden, dat zij het groote belang van goede militaire oefening inzien, dat zij de oefeningen niet meer beschouwen als een „soldaatje spelen”, zooals vroeger wel eens het geval was, doch dat zij begrijpen ge roepen te kunnen worden om huis en haard tegen een indringer te verdedigen. Maar dan is het ook een dure plicht dat gezorgd wordt deze mannen uitstekend te oefenen, opdat zij niet door onvoldoende geoefendheid door het vijandelijk vuur worden weggemaaid. Deze geoefendheid is slechts te verkrij gen door een verlenging van den eërsten oefentijd. Haar werkzaamheden op het. admlnlstratie- bureau der politie brachten mede, dat ze dage lijks een en ander van de gesprekken over mis- da Dien moordenaar zullen we niet gauw te nakken krügen," zei een der Inspecteurs tot zn collega. „HU zet z'n plannen te schrander op. Ken je z n methode? HU bezoekt café s en res taurants. spreekt daar jonge. aUeen-zUnde da mes aan. waarvan hU denkt dat ze wat geld op zak hebben en stelt haar dan echt roman- ttech een autotochtje voor. Meestal heeft het voor de jonge dame vreeselUke gevolgen_ Be roofd en vermoord; meestal gewurgd. En de dader'’is, ondanks al onzen speurzin baar; geen enkele getuige, «een enkel spoor .Nu," meende de andere inspecteur, ,J»U heeft het potlood....” „O, dat bU het vraag is, van wien slachtoffer of aan den veel potlooden zijn er niet van die kleur!" eensklaps, die opgewonden had zitten luisteren. bU een ongeval met doodelijken afloop En zou dat zoo vreemd zijn, indien mr. v. Schalk een goed woord sprak voor het vorige Kabinet, dat onder andere omstan digheden sommige doeleinden nastreefde dan het huidige? Men moet de dingen zien zooals ze zijn: de devaluatie verdeelt niet langer partijen, die door hun positieve chris telijke basis Üij. ilkknddr hoorei! De vraag- stükken zij rf Verschoven. Op een Végeërings- programma, dat een goed geluid in de Troonrede Het hooren, beginnen de chris telijke partijen eensgezind een nieuwen aan- „En wat dunkt u nu van een autotochtje met dit prachtige weer? Ik zou het heerlUk vinden, naast u gezeten, van de mooie natuur te ge nieten.". HU had zich geheel gegeven aan z’n vreugde van het weerzien en merkte niet op hoe ze nuwachtig ze was. sociaal-democratische en liberale bladen blijven hakken op de R.K. Staatspartij. Men durft niet ont kennen, dat haar eenheid *s lands macht is. maar misschien juist omdat men in de niet-christelljke partijen sukkelt met de eigen eenheid, kittelt men de Katholieken met doornen en netelen. Het Volk schrijft een ironisch artikel over „Gosellng en Van Schalk” onder den titel .Stuivertje wisselen”. Het is een stukje roode propagapda tegen „de jonge heiden ministers, nog onlangs met fanfares be groet”, die de millloenennota voor hun re kening dorsten nemen het blad laat de millioenen-nota van het Plan van den Ar beid maar liever weg en den terugkeer der heeren Van Schalk en Deckers in het politieke leven der Staatspartij. Maar ook Het Volk moet ten slotte toegeven, dat deze partij, sterk door haar eenheid, „verheven itagen.’** 2 De liberale Avondpost secundeert zijn sociaal-democratischen collega en probeert de Katholieken te prikkelen met dit steke lige stukske: Nadat in November 1934 van het StedelUk Theater te Düsseldorf het gedenkteeken ter herinnering aan Felix Mendelssohn-Bartholdy werd verwUderd. en in November 1936 het standbeeld van Mendelssohn voor het Gewand- haus te Leipzig van zUn voetstuk is gehaald en vernietigd, blUkt thans wederom een gedenk teeken voor dezen componist te zUn verwUderd. In het Neue Tagebuch van. 2 Oct. J.L deelt Emil Ludwig mede, dat in het mooie bad plaatsje Relnerz in Silezië. waar de oom van Felix Mendelssohn Bartholdy woonde en dlk- wUls *ijn grooten neef ontving, destijds onder een oude linde een gedenkteeken voor den mu sicus werd opgericht. Vóór dit gedenkteeken aldus Ludwig floten wü als kinderen Men delssohn'S melodieën. Thans echter draagt het voetstuk nog slechts een üzeren staaf, het borstbeeld ontbreekt, doch daaronder staat nog in onvernielde gouden letters de inscriptie: .Felix Mendelssohn-Bartholdy. 1623.” Aan de andere zijde van de linde is een bord bevestigd: .Joden ongewenscht.... 1“ HU klemde de lippen op elkaar en beant woordde afgebeten een paar vragen. Opzettelijk laschte ze ook den naam van dokter Peil m. ofschoon het haar niets schelen kon, wat er van hem geworden was. Rorke kon haar niets vertellen, dan dat Peil uit de streek was weggetrokken. „En je hebt het hem niet vergeven?” hield zU aan. .Neen.” „Zeg eens even: vergeef Je nóóit iémand iéts?" HU zweeg een minuut lang en toen hU sprak, klonk zijn stem extra hard en stroef; ,Ja. Ik heb zelf te veel vergiffenis noodig. dan dat ik niet vergeven zou. Maar ik vergéét nooit iets." „Dat komt in sommige gevallen op hetzelfde neer." .Dat kan wel; in gevallen, waarin volko men vertrouwen het eenlg verlangde is.” HU was meedoogenloos; weergaloos hard! Janle was dan ook heel bleek, toen zü opstond u de wijziging van de Dienstplicht- |XI wet en de daarbij behoorende Me- morle van Toelichting juist zijn ver schenen, is het niet ondienstig de gehou den manoeuvres eens te beschouwen in verband met de aanhangig gemaakte wij- tigingen in de Dienstplichtwet. WU willen dan beginnen met te vermel den dat wU vele verbeteringen hebben be speurd sinds verleden jaar. Er werd meer gedacht aan luchtgevaar, al waren door omstandigheden de genomen maatregelen dikwUls onvoldoende. Het pantserwagen gevaar kwam tot uiting tn de vele aange brachte ^versperringen, al werd hier wel eens overdreven, want men vergete niet, dat een versperring, die den doprgang be let aan vUandelUke pantserwagens, ook voor eigen voertuigen niet te doorschrUden is. De pantserwagens zelf hielden dikwijls onvoldoende rekening met vuur en ver sperringen, zü reden overal doorheen. Over de goede stemming bjj de troepen, niettegenstaande minder gunstige weers omstandigheden en vermoeiende diensten, heeft de speciale verslaggever reeds oordeel uitgesproken. Niettegen- het vele goede dat wU is het noodig en leerrijk ook het minder goede aan te geven om te de oorzaken daarvan weg te gehouden legeroefenlncsn afdoende aafe, is boven. persoónlU den dag is getreden; -4a t de gpoefencf- de eerste plaats voor de dienst- i van het hoofdwapen de i - hoewel met den beschikbaren s ?lllllllltllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllUIIIIUIIHIIIIIIIIIIIIIim „Lieveling,”’ zei Renée Mongelas een maand of vUf later tot haar echtgenoot, „herinner je je nog den dag, toen ik Je voor een moordenaar hield, omdat je dat potlood, had laten vallen en verloren, dat een onbekende blUkbaar heeft opgeraapt? Een onbekende, die de echte moor- denaar was en die, door een gelukkig toeval. spoedig gearresteerd werd? Jou liet men al heel gauw weer vrU met excuses voor mijn domheid en voorbarigheid. WerkelUk, ik kon niet begrijpen, dat je mU nog lief kon hebben; ik begreep er niets van. Maar gelukkig drong ■wijs was. dat Je eeht vantaa WslS. rftt was je HeMe Op 1 eerste gezicht." i „En de Jouwe,” antwoorde hü. haar glim lachend in de oogen ziend. „Doe dus maar Je Liefkoozend legde ze haar hand op die van haar zuster; maar Janle trok die vrü heftig terug, terwül ze zei: Betty was in den eersten geluksroes van haar verloving. Dat haar zuster er nog zoo slecht uitzag. schreef ze hoofdzakelük toe aan de doorstane ziekte en dan aan het feit, dat zü niet Dick Warrener zou trouwen. Ze had name lijk meelüden met leder ander, die niet zoo gelukkig was als zü; maar misschien was ze ook te zeer verdiept in haar eigen gevoelens om zoo scherp op te merken als anders, boven dien was de Indruk, dien züzelf van Rorke had gekregen, van dién aard geweest, dat ze er zich onfnogelük in zou kunnen verplaatsen, hoe eenlg meisje ooit voor zoo iemand had linnen voelen. Toen ze terugkeerde van de huwelüksreis, vond ze Janie schünbaar weer de oude in ulterlük en opgewektheid. Toch lag er dikwUls een schaduw over het nu weer zoo frissene gezichtje en de opgewektheid was misschien wel eens wat geforceerd. Maar niemand, die dit merkte. f Janle had gedurende Betty's afwezigheid haar plaats Ingenomen bü Mrs. Warrener en als secretaresse had ze misschien niet zoozeer voldaan, maar als gezelschapsdame wél. Ze scheen zich heel gelukkig te voelen in het huls van haar zwager. Niemand vermoedde, wat een moeite het haar soms kostte, om zoo ZU voelde dat ze bleek zag en was er boos om. Kon ze nu het woord potlood niet meer hooren, zander te denken aan een klein, hou ten buisje, dat tusschen de «nuwachtige vin gers van een jongen man. die haarzn liefde verklaard had. heen en „Groen,... een groen potlood, antwoordd de inspecteur op haar vra^- .4n ^7 ters staat er tweemaal H. H, op, waarvan één H. met den nagel is afgekrabd." .Xoek maar eens,” lachte een der polltle-beambten. „Geloof me. Je krügt den ke rel niet te pakken.” Peinzend keek Renée naar den wand heer blikken dwaalden naar den kalender, waa p met groote letters stond: Donderdag. Eensklaps stond ze op en zei met klem. schien kan Ik hem vinden.” Verbaasd keken allen haar aan. „Wat beteekent die aardigheid, Mongelas?" vroeg de fcommlssaris. „Het Is geen aardigheid,” antwoordde l jonge meisje. .Misschien was 1-- - mijn beurt geweest." „Och, Ja, dat wil ik wel. Janle zegt, dat hü zorgzaam is geweest voor het Maar mü Hikt hU onmogelük en al is hü dan ook honderdmaal een neef van ons beiden, ik hoop maar, dat wü in het ver volg niet veel meer van hem merken zullen. Ik hoop, dat Janle hem ook maar gauw vergeet, en, trouwens, haar heele ervaren daar op »nie Grange!” drukte zien.” Een oogehblik later introduceerde hü Teddy Langworthy. Maanden-lang had ze dien geen gedachte meer gegund, maar Dick had hem in Londen ontmoet en hem mee naar huis gebracht. Even later kwam hü echter nog met een anderen gast binnen, dien hü Elizabeth voorstelde als: „onze neef. Rorke Gilchrist." t Alles in het vertrek scheen met Janle in het rond te draaien, toen ze eerst den nAam van schen ons. Het eeaige, wat waarde verleent Rorke en daarop diens stem hoorde. de terugtocht plaats in stede van behoed zaam en gedekt door het terrein zich te be wegen tot men buiten het directe vuur van de tegenpartij waa. De aanvalsformatie en het innemen van de opstelling voor den aanval waren In vele gevallen niet goed. Het op de juiste wüze gebruik maken van het terrein, zoowel bü aanval als verdediging, was onvoldoende. Het overtrekken van de Schipbeek met drafzakken was bepaald een drama en ontlokte een glimlach aan de aanwezige militaire attaché’s. Evenals het vorige jaar Tiet overtrekken van het Wilhelmlnakanaal bij Dongen mislukte, evenzoo was dit thans bü de Schipbeek het geval. In óns waterrük land had men toch beter mogen verwach ten. Doch wü willen hiervan niemand een ver wijt .maken, noch den dienstplichtigen, noch den lageren commandanten. Er Is geen t d om dergelüke oefeningen te houden en juist deze oefeningen moeten eenige malen worden gehouden om ze behoorüjk en snel te kunnen uitvoeren. Zoodra Iets büzonders moet geschieden en de omstandigheden zün In werkeUjk- heid alUjd anders dan op het oefenterrein nabü het garnizoen blükt dat én den dienstplichtigen én het kader én den lage ren commandanten de ervaring ontbreekt om op de juiste wüze op te treden. Wü we zen er reeds meer op dat In vredestüd de gelegenheid moet bestaan alle soorten oefeningen vele malen onder verschillende omstandigheden en in verschillende ter reinen te houden. Eerst dan kan men eenige zekerheid hebben dat ook de enkele man, die, meer dan vroeger, in het gevecht aan zichzelf is overgelaten, weet hoe hü moet handelen; dan kunnen ook de com mandanten over de noodlge ervaring be schikken om de juiste bevelen te geven. Daarvoor Is verlenging van den eersten oefentijd .absoluut noodig. Het is ons dan ook een raadsel hoe in een deel der pers geageerd wordt tegen een verlenging van den eersten oefentijd, llebben deze schrijvers de manoeuvres bü- gewoond en zün zü bekend hoe in den modernen oorlog door de troepen moet worden opgetreden? Kunnen deze schrij vers beoordeelen of onze dienstplichtigen gedurende deze oefeningen op de Juiste wüze en In de juiste formatie zün opgetre den zooals het moderne gevecht dat nu eenmaal noodig maakt? Indien dat zoo Was, zouden zü zeker ,de geoefendheid on voldoende hebben gevonden en gepleit hebben voor langere oefentüden. Wat heeft men aan de mooiste en meest moderne machines, indien het personeel onvoldoen de is geoefend er mede om te -gaan. In de memorie van toelichting staat aangegeven dat bü de in September 1936 enée Mongelas zat in gesprek met een jongen man. in een lunchroom in Parijs:' De Jongeman zat tegenover haar en rol de in z'n van zenuwachtigheid bevende vingers een potlood om en om, zoodat het achtercen- volgens de zes kanten van z'n lichtgroen om hulsel toonde. Renée keek naar de kleine gou den letters van het fabrieksmerk en zag dat hü é«n oogenblik later, in z'n zenuwachtig heid, het vernis van de letter H afkrabde. .Dus.” vroeg de Jongeman beleefd, maar met iets ernstigs In z'n stem, „u blüft er bü: u wilt me uw adres niet opgeven? Ik zou u zoo graag terugzien. Mag Ik dat?" „O. Jawel.” antwoordde Renée onverschillig. .Daten we zeggen: Donderdag a.s. tusschen vier en vUf uur, hier in deze lunchroom.” ,Jn zult u dan heusch komen?” „Vast en zeker.” De Jongeman schreef Iets in z n notitie boekje op. keek haar aan en vroeg met aan drang: Mag ik u naar huls brengen? M'n wagen staat hier voor de deur." Het jonge meisje glimlachte niet onvriende- lük, maar weigerde: .Neen. Maar luister eens. münheer. Wanneer u zich over een week nog herinnert dat mijn persoontje bestaat en u terugkomt, dan zal dit voor mü een klein bewüs wezen, dat u niet heelemaal onwaarheid sprak, toen u tegen me zei .Dat mü zelf is overkomen, waaraan ik nooit geloofd heb. n.l. aan liefde op het eerste ge zicht en dat u, en u alleen, de vrouw mijner droomen bent.” viel hü haar in de rede. Renée Mongelas hoorde deze met overtui ging uitgesproken liefdesverklaring geheel on bewogen aan. Geen spier vertrok zich in haar schoon gelaat. „Genoeg, münheer." .zei ze, en stond op. Zij gaf hem de hand en verliet met vasten tred de luchroom. Renée was een intelligent, werkzaam Jong meisje. Haar chefs zeiden van haar onder elkander. .Die Juffrouw Mongelas zal er wel komen.” Eenige dagen later zat ze voor haar schrijf machine in t groote kantoor en onderbrak plotseling haar werk, door op vüf te tellen, terwül »e mompelde. .Donder- dag.” En hoe dichter het bü Donderdag kwam, des te ongeduldiger trok Renée de bladen van haar kalender af. ElndelUk was de Donderdag aangebroken. Toen Janle dit las. besloot zü. dat ze eerder sterven zou. dan dat ze tot eenige verdere toe nadering zou overgaan. Intusschen was zü mooier dan ooit, al zag ze er dan ook wel teerder uit. Dick bracht nogal eens jongelui mee. tot Janle op een goeden dag verklaarde, dat zü nu meer dan genoeg vreemden had ontmoet. .Het is Je eigen schuld, als ze vreemden blüven,” had hü schertsend geantwoord. Maar ééns op een keer zei hü. dat hü niet een vreemde, maar een gebracht had. „Zelfs een heel goéden ouden vriend!" voegde hü er ondeugend bü- „Tenminste, hü speciaal Renée zat met twee Inspecteurs van politie in een taxi. Ze had Impulsief gehandeld, als bU^eTu ’X. ï~dt rne^evl^t te weer over," zei ze tegen de heeren. Maar z» dacht: „Ik was op het punt van hem te [^jgfde OP t gaan houden. En J nu. bü ik het. die hem gaat over- leveren. Had ik j niet beter kun nen zwügen?” Haar verstand zei echter van: neen. Was het niet haar plicht aan die misdaden een einde te maken? Ze stapte uit de taxi en trad de lunchroom binnen Daar was hü met z’n hartelüken glim lach. HU stond op. Ze keek naar z'n zak, waar een zilveren potlood uitstak. ,Hé," vroeg ze. ..heeft u een nieuw potlood?" .Ja. dat andere heb ik verloren.” Hü straalde van blüdschap. Een microfoon, dat is een ding g Waardoor je wat kunt hooren, g Soms komt er zoo'n lawaai uit voort, Dan tuiten bei je ooren! Een kleine trilling is genoeg. Dan gaat het ding al werken. En weet het ook het kleinst geluid Geweldig te versterken. Zoo n truling blijft niet dicht bü huis, Die gaat zich verder planten. Die gaat naar links, die gaat Die gaat naar alle kanten. Zoo'n microfoon zal meestal wel H ’n Onschuldig dingske wezen, H Maar somtijds is ie erger dan Een helsch machten te vreezen! g Alléén doordat- zoo'n ding er is Gebeuren ongelukken, Dan springt er iets met veel lawaai 3 In grulzels en in .stukken. 3 Het is een nuttig instrument 3 Om dingen af te hooren, Maar kan somtijds het zaakje ook Finaal den grond in boren I. loop. Ze laten de rancunes over aan Volkr Avondpost en N. Rott. Crt.. welk blad even eens bezig is tegenstellingen tusschen de christelüke partüen uit te spelen. Gelukkig plegen Katholieken in de kennis van zlch-zelf te worden opgevoed. Dat maakt hen niet liefdeloos In de beoordee- llng van anderer fouten. Geen pers is zoo vrümoedlg in de openbare kritiek op eigen voormannen als de katholieke. In plaats dat de rood^ en liberale pers dit in de kri tiek op Minister Romme waardeert, tracht zü er een vuurtje van te maken. Laat zü liever kijken naar de S. D. A. F., waar Zon dag jl. honderd afgevaardigden woedend waren over de behandeling van Paul Kies en dreigden zich af te scheuren. En naar de Liberale Staatspartij, die zoo hopeloos verdeeld is. dat dezelfde Avondpost, die niet berusten kan in de soepele eenheid van de Katholieken, over het verdeelde liberalisme schrüft: Wü vreezen, dat het te laat is voor het liberalisme want keert het niet terug tot geloof en democratie, dan zal het volledig ondergaan. Die in een glazen huls wónen werpen met steenen terwül hun eigen ruiten breken!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1937 | | pagina 17