S’Cet ociAaal aan den dag
I
De avonturen van Prof je en Struis je
ZAALBERG-DEKEN
-I
™.i was gegra-
veerd. Op dezen
dag begon de?-----
De Westminster Abbey heropend
F 750.-
F 250.-
IES, LIESBETH,
i ELISABETH
Voor en na de kroning
maandenlang gesloten
DONDERDAG 14 OCTOBER 1937
Tot inkeer
Een Ravachol-tijdpefk
Een goeJe
Lost f 1O
Steen en marmer glanst
als nieuw
Het kerkconflict in
Duitschland
AANGIFTE MOET. OP STRAFFE VAN VERUES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
sir Philip Sassoon van de gelegenheid gebruik
zoozeer
niet.
(Van onzen Londenschen correspondent)
niet
voegde zü
een
den
ge-
den
en
o
1
(Wordt vervolgd)
Het interieur van de beroemde
abdy ie thane nog mooier dan
acht maanden geleden
bfj levenslange geneeie c:
verlies van belde armen.
Bomaanelagen te Parye in de jaren
1892 tot 1894
Uil het Fransch vertaald door Christine Kamp
wat, maar daar wü volgens onze vaste gewoonte
geen kwaad wilden spreken over onze even
naasten, hebben wü gesproken over schilder-
M) vertlee van een hand,
een voet of een ooc.
Den 15en Maart 1894, *s middags om half drie,
sprong er een bom in de Madeleine. De kerk
was leeg, maar om 4 uur zou P. Oardet. een
Dominicaan, er een preek houden. De anarchist,
die de bom onder zijn jas droeg, had, bü het
willen binnengaan van het kerkgebouw, een
vleugel van de deur in de volle borst gekregen,
met het gevolg dat de bom vóórtljdig ontplofte
en de ongelukkige letterlijk aan stukjes werd
gereten.
goed den toegang weigeren als tot hun
huizen,
met
In Januari werd de Westminster Abbey
voor het publiek gesloten om ingericht te
worden voor de kroningsplechtigheid op 6
Mei.
nog een hartig woordje worden gesproken
Struisje. die van den prins geen kwaad
wist, had zich al verbaasd over de strenge
gezichten, die hij om zich heen zag. En toen
de burgemeester hem wenkte, klopte zijn hart
opeens erg vlug, 't Liefst was hjj hard weg-
geloopen, maar dat durfde hij niet. Hij
volgde het gezelschap schoorvoetend tot bü
het vertrapte perk.
Men moet tot het einde der vorige eeuw
teruggaan om in de Fransche geschiedenis een
tijdperk aan te treffen, waarin bomaanslagen,
als die welke onlangs Parijs opschrikten, als het
ware aan de orde van den dag waren. Deze
periode liep van 1892 tot 1894 en de namen der
anarchisten, die er aan zijn verbonden, zijn
Ravachol, Henry en Valliant.
Zij zijn uiterst praktisch en willen dus niet
de vergaarde kennis enkel als aangenamen bal
last door het leven slepen, maar stellen zich voor
daarmede geld te verdienen. De revoluties heb
ben ons geleerd, dat het kapitaal aan kunde en
wetenschap het eenigste Is. dat de bolsjewie
ken je niet kunnen ontrooven. Ik bewonder ze.
Als mijn broer niet zoo'n mislukkeling was ge
weest, zou ik hun voorbeeld hebben nagevolgd,
maar daarmee zou ik moeder verdriet hebben
aangedaan, zij kon het niet verdragen, dat haar
dochter meer hersens van betere kwaliteit bezat
dan haar zoon. Ik stel mij dus tevreden met
op mijn eigen houtje te werken. Ik leer alles, wat
er te leeren is,- (felle die onbegrüpelüko KUi-
heitsrelativiteitsleer en ik wacht zonder onge
rustheid de gebeurtenissen af. Wat er ook ge
schiedt, ik zal mjj er wel weten door te slaan.
De twee andere vriendinnen zijn heel anders.
loopt.
valt,”
zakelijke
Prenslaul)
waardelijk partij kiezen, geen verbittering
stichten. Ook zakenmenschen, zegt de pas
toor, doen zoo: een verschil van meenlng
over prijs of kwaliteit onderwerpen zij aan
een scheidsgerecht, maar intusschen blij
ven zij als goede vrienden „zaken doen”.
Regeeringen doen, waar mogelijk, hetzelf
de. Welnu, waarom dan Kerk en Staat in
Duitschland niet?
gedaan hebben, zijn in de kerk gebleven, zco
dat de stem van den predikant voortaan door
het geheele gebouw hoorbaar zal zijn.
ongeschiktheid tot werken door F 750.bij een omgeval met
Profje hielp ook nr.ee. Hij liep met zijn
korte dikke beentjes achter een groote zwarte
kip aan, maar telkens als hij haar wilde
pakken, greep hij er Juist naast. De profes
sor hijgde van inspanning en veegde al hol
lende het voorhoofd met zijn zakdoek af. De
kip keek smalend achterom en hupte behen
dig verder.
Sedert meer dan 30 jaar wordt
Siroop Farnel door doktoren
gewaardeerd als een botrouw-
baar geneesmiddel Ier
bestrijding van
HARDNEKKIGE HOEST,
BRONCHITIS
en andere aandoeningen
der ademhalingsorganen
RAM EL
KLfMS FLACON 1.1 S GROOTE FLACON f 1.00
Norfolk zal het ternauwernood merken of hij
b(j al zijn reusachtige kasteelen en stadspalei
zen een tijdlang ook nog een abbey onder zijn
bezittingen heeft.
De Abbey is thans nog mooier dan acht
maanden geleden. Het steen en het marmer
glanst alsof het nieuw is. Muurschilderingen,
die sinds lang niet meer zichtbaar waren, zijn
aan het licht gebracht en alles ziet er fraaier
uit dan wij het ooit gekend hebben. Alleen zou
den wij er geen spijt van gehad hebben indien
Moet men het „localieeeren”
Maar daar opeens verscheen Struisje. Toen
hij zag wat er aan de hand was, had hij het
voortvluchtige beest al gauw te plekken, want
tegen zijn lange beenen was niemand opge
wassen. Nu lachte het brutaaltje niet meer,
maar kermde afgrijselijk, net zoolang tot
Struisje haar in het hok gezet had.
Het duurde niet lang meer of alle kippen
waren gevangen. Maar met Struisje moest
Zjucsnay de Beaurepaire en de jury-leden tal
van dreigbrieven. Toen Quesnay de Beaurepaire
aan het einde van zijn requisitoir was gekomen,
spoorde hij de jury aan niet bang te zijn en
verklaarde hij:
Straks zal ik alleen naar huis gaan, te
voet, en er zal me niets gebeuren.
Er gebeurde hem ook niets.
Van de lange reeks aanslagen, die de anar
chisten Henry, Valliant en hun vrienden op
hun geweten hebben, had die van 8 November
1892 op het oude huls Liancourt. een fraai
bouwwerk uit de zeventiende eeuw, en waarin
het commissariaat van politie van het Palate-
Royal ondergebracht was. de wreedste gevolgen.
Vijf personen vonden den dood. Een dagblad
uit die dagen resumeerde het geval in dit plak
kende opschrift: Tien kilo dynamiet Vijf
weduwen Tien weezen.
De meest beroemde der aanslagen was echter
die van Valliant, die op 9 December 1893, toen
de Kamerzitting in vollen gang was; een bom
in de zaal wierp Dupuy. die de vergadering
voorzat, bezwoor de paniek. met de zeer kalm
uitgesproken woorden: „Mijne heeren. de ver
gadering wordt voortgezet."
Op het spreekgestoelte bevond zich de afge
vaardigde Mirman. HU werd niet getroffen,
maar eenlge jaren later, toen hij zitting had
als regeerlngscommissarte, zou hij getroffen
worden door een revolverschot, dat vanaf een
der tribunes werd gelost en dat voor Aristide
Beland bestemd was.
Het orgaan van Léon Blum, de socialistische
„Populaire" schreef dezer dagen, nu al die aan
slagen van het einde der vorige eeuw en de
namen hunner daders door de bladen weer eens
worden opgediept, dat „men niet het recht beeft
een vlek te werpen op het Ideaal waaraan Vall
iant gemeend had te moeten gehoorzamen.”
Valliant was echter, voor zün „Ideaal" hem
er toe dreef een bom te werpen naar de af
gevaardigden, al meerdere malen veroordeeld
geweest wegens diefstal tot gevangenisstraffen
varleerende van een tot drie maanden.
de „localiseerlng”
Duitschland. De
meent hij, ja
dat
lijk
het
ren
Ik heb vandaag in mijn Oostersche salonnetje
vUf vriendinnen ontvangen; net zUn zij. die
ik boven al de anderen stel. Twee hebben een
zeer mooi gezichtje, de anderen zullen door het
leven gaan, zonder de aandacht te trekken.
Drie van haar hebben rUke ouders, die gepro
beerd hebben hun dochters voor het gewone
wereldsche leven op te voeden, door ze van
alles iets te laten leeren, maar niets grondig.
Maar vanal hun prille jeugd hebben zij zich
van die opvoeding afgewend, de cene is muzies
gaan studeeren. piano en compositie, de tweede
is aan de kunstacademie en de derde, aange
trokken door de Chemie, droomt over ontdek
kingen en uitvindingen.
„In zake de verhouding tusschen Kerk
en Staat In Duitschland moeten wij ook
het geschil trachten te localiseeren, zoo
mogelijk te verkleinen. Wij moeten er ons
dus eerst rekenschap van geven, over welke
punten het geschil loopt. Het zijn er niet
zoovele.
Wij hebben de schoolkwestie, die echter
niet in alle deelen van Duitschland in ge
lijke mate bestaat. Dan is er de kwestie der
jeugdorganisatie. Wanneer men een goede
loupe voor het oog houdt, zal men mis-
•schlen nog enkele andere punten ontdek
ken. De hoofdzaak is natuurlijk het vraag-
Maar er was zoo'n volte, zü kon den heer niet
ontdekken, dien zü zocht. Zü bewoog zich on
rustig, keek rechts, links, sprak met mama, ging
weer zitten, stond op en eindelük besloot zü de
personen, die op onze rü zaten, te doen opstaan
om de zaal door te loopen.
Met een zoogenaamden onschuldigen glimlach
vroeg ik haar, of zü ongesteld was; haar ge
zondheid had mü nooit zooveel belangstelling
ingeboezemd.
Achter in de zaal stond een raam open, mis
schien wilde zü een beetje frissche lucht in
ademen.
Het leek, dat ik haar verveelde, zü gaf
nauwelüks antwoord en begon haar onderzoe
kingstocht. Ik volgde haar met de oogen. O.
Wat amuseerde ik müEerst richtte zü zich
naar de rüen, waar de officieren zaten; zou
dus hü. dien zü mü toedacht, in het leger zün?
Er waren daar heel wat borsten met eerekrulsen
behangen, maar zü bleef nergens staan; met
haar face-A-main voor de oogen zocht zü maar
•teeds. Zü was eenvoudig bespottelük; het leek
spelletje schuilevinkje. Ik had haar willen
vervolgen, op
huls. Het leek
zakelijke aangelegenheden pleegt de Vatl-
caansche diplomatie niet minder soepel te
zijn dan de wereldlijke, en tegenover een
partner van goede trouw staat de H. Stoel
doorgaans In tegemoetkomendheid niet
achter. Maar de heer Leonards verzuimt te
vermelden, dat In Duitschland het Christen
dom In zijn heiligste waarheden en zijn
verheven zedeleer onder meer of minder
actieve instemming van het Regime voort
durend wordt bestreden en aangetast, dat
de Kerk in de partijpers wordt verguisd als
zelden te voren en dat daartegenover, al
weer met meer of minder actieve begun
stiging van het Regime, een soort van po
sitief heidendom aan de jeugd en de vol
wassenen wordt gepredikt. Dit Is lets van
andere orde dan een meenlngsverschil over
den prijs van aardappelen. Hier Is de Paus
geei)t „zakenman”, die concessies kan doen,
maar de hoeder van de geopenbaarde
waarheden, waarvoor de martelaren
storven zijn.
Niet zonder reden was de encycliek „Mit
brennender Sorge” voor een groot deel een
stuk katechismus.
Dit conflict ligt op het gebied van
Geest en den Godsdienst en geen dijk kan
om slechts enkele splinters te laten zien. In I het localiseeren.
Zü zün tweelingen en gelüken sprekend op
elkaar, tenminste wat het uiterlüke betreft.
Maar verder gaat die gelükenis niet. De een is
uiterst praktisch, de andere romanesk, de een
zou in de huishouding een soort sovjetrepullek
willen stichten, de andere verschuilt zich in de
rokken van haar moeder. Daar de ouders geen
fortuin bezitten, kunnen zü niet op een bruids
schat rekenen en toch zü verlangen naar en
hebben slechts een doeltrouwen. De eene
wacht op een Prins charmant, zü zoekt hem
overal, op het bal, op straat, in de tram, het
komt er niet op aan waar, maar hü moet
verschünen, hü zal toch wel eens te voorschün
komen I De ander wenscht een man met fortuin,
heel veel geld, maar zulke zün gewoonlük niet
jong meer. Iemand van geposeerden leeftüd.
met een flinke positie, dat is haar ideaal.
Ondanks dat verlangen om te trouwen, zün mü
de tweelingen het liefst. Dat komt, omdat ik
hen van kinds af aan ken en ik mü altüd er mee
amuseerde, dat niemand hen uit elkaar kon
houden en dan omdat zü werkelük verstandig en
goedaardig zün.
Met z’n zessen hebben wü een zeer prettlgen
middag doorgebracht, die toch niet zoo plelzle-
rig eindigde. Ik had al mün kussens over den
grond voor den open haard uitgespreid en wü
zaten en lagen er op, terwül zü geurige siga
retten rookten en naar het dansen van de vlam-
Voor het eerst sinds Januari is de Abbey we
der in het bezit van den Dean (Proost) en hei
kapittel van Westminster. Deze Anglikaansche
kerk, die tevens nationaal Pantheon is, is in
den loop dier acht maanden achtereenvolgens
nominaal in het bezit geweest van een Pro
testant, een katholiek en een Jood. Toen zü in
Januari gesloten werd, kwam zü in het bezit
van den First Commissioner of Works, een lid
van het kabinet, en wel Graaf Stanhope, wiens
departement verantwoordelük was voor de
werkzaamheden. Enkele dagen vóór de kroning
ging de Abbey over in 't bezit van den katholie
ken Hertog van Norfolk, die als graaf maar
schalk de kroningsplechtigheid leidde. Zün be-
gemaakt had. de verzameling beelden van groote
mannen, welke het heerlijke gebouw
ontsiert, in een museum onder te brengen. Maar
zbó ver ging zün bezitterschap waarschünlük
De loudspeakers, die tüdens de kroning dienst
gedaan hebben, zün in de kerk gebleven, zoo
lt unst, over literatuur, over de uitvinding van
een product, dat een heelen ommekeer zou
teweeg brengen bü de chemische ververüen.
Toen kwam de thee met gebakjes en biscuits en
wü hadden het nu over vroolüke dingen. De
tweelingen met hun openhartigheid, die een
hunner grootste charmes is. spraken over hun
vooruitzichten in de liefde, die er niet goed
voorstaan. Lachende, hoewel het onderwerp toch
treurig was. hebben zü ons de jongelieden van
den tegenwoordigen tüd geschetst, dat is te
zeggen, de Jongelieden van na den oorlog. (De
lezer gelieve zich te herinneren, dat deze roman
in 1923 is geschreven). De jongelieden zün sol
daat moeten worden, toen zü pas hun studies
hadden aangevangen, zü hebben de klassieke
letteren, die het verstand ontwikkelen en het
karakter doen rüpen. moeten vaarwel zeggen,
wat zou men er ook mee doen, nu er toen alleen
sprake was van vechten? Toen dc vrede getee-
kend was, moesten zü een positie zoeken. Het
geld was de god der wereld en zü wilden cr
heel veel van bezitten. Twee middelen waren
er om aan dat verlangen te voldoen: hard wer
ken of een rüke erfdochter ontdekken. Dat laat
ste middel wordt wel het meeste gebruikt. En
zoo komt het, dat de tweelingen, die toch zoo
mooi zün en zoo betninnelük. nog nooit een
huwelijksaanzoek hebben gekregen. Als zü op
bal verschünen. worden zü door al de Jongelieden
een uur hadden wü gebabbeld over alles en nog dan maken de heeren ren bulging en gaan de
erfdochters opzoeken. Dus geen Prins Charmant,
geen heer op geposeerden leeftüd in zicht.
Terwül wü de tweelingen beklaagden en met
ATT f A °P 4111 blad z^n lnkevolKe d® verzekenngsvoorwaarden tegen
/A I «I .F*, A 1 M IT I1* O ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen
stuk van de grens: waar eindigt het ge
bied van den staat; waar begint het gebied
van de Kerk?
Om deze grens moeten wij een stevlgen
dük opwerpen: tot zóóver gaat het con
flict; verder er harmonie!”
Aldus het betoog van pastoor Leonards,
dat naïef zou zijn. Indien het niet zoo be
drieglijk was.
Op het eerste gezicht zien wij al
goed, hoe de pastoor zün „dük wil opwer
pen om een grens”, waarvan, naar zür.
eigen woorden, de ligging juist onzeker en
omstreden is. Hij zal met zijn vredelievende
spade maar wat in de ruimte pionieren.
Maar het misleidende van pastoor Leo
nards’ voorstelling ligt elders. Hij stelt' het
voor, alsof er slechts enkele zakelijke mee-
ningsverschillen zijn over de positie van de
confessioneele school en de jeugdorganisa
ties, een kwestie van loven en bieden, die den
zakenman Pius XI niet zou moeten hinde
ren, met den zakenman Hitler „zaken te
blijven doen”. Ervan afgezien, dat het
kwaad geschillen slechten is met iemand,
die zijn eigen scheidsrechter pleegt te zijn,
tracht de heer Leonards hier met zijn spe
ciale loupe den balk onzichtbaar te maken
om slechts enkele splinters te laten zien. In
Ravachol opende de reeks aanslagen-ragt het
plaatsen van een bom op nummer 136 van den
boulevard Saint CWrmain, welker ontploffing
het huis nagenoeg verwoestte. Vier dagen later
had weer een ontploffing plaats, ditmaal in de
kazerne Lobau. Den 27 Maart, om 8 uur in den
morgen, was een huis In de Rue de Clichy, num
mer 39, aan de beurt. Het spatte als het ware
uit elkaar. Vüf personen werden gewond.
Ravachol werd door een restaurant-eigenaar,
Véry, als den dader herkend, dank zü den
eenigszlns versleten Imogen hoed waarmede de
anarchist zich het hoofd placht te dekken.
U doet uw werk dus altüd met een hoogen
hoed op? vroeg hem de Officier van Justitie.
Precies, antwoordde Ravachol.-Net als de
beult
Den 25en April, ’s avonds om half tien, lieten
de vrienden van Ravachol het restaurant van
Valéry in de. lucht vliegen. De zaak ging in
puin en Véry, wlen een been werd afgerukt,
overleed op 9 Mei aan de gevolgen.
Ravachol werd den 11 Juli 1892 te Montbrteon
terecht gesteld. Hü kleedde zich zonder hulp
aan en abbé Claret, die hem zün geestelüke hulp
aanbood, kreeg voor zün zachte woorden slechts
godslasteringen terug. Hü stapte op dc guillotine
af onder het brallen van eenlge verzen uit een
grof lied van haat tegen de kerken en de
pastoors.
In den loop van het proces ontvingen de
magistraat, die als Officier van Justitie optrad,
en bevond zich in een rük met vlaggen ver
sierde zaal, waar honderden vrouwen met blü-
heid haar beurt afwachtten. Zü sloot zich aan
btj/fle rü. en deed den handschoen van haar
Unkeïhand. Allen hielden de linkerhand een
weinlkoAar voren en het zonlicht flonkerde
op de gouden sieraden.
En toen nam voor de tafel, die een altaar
leek, een nieuwe Emma sidderend en jui
chend den trouwring van haar vinger, en
Het hem vallen, tusschen honderden en dui
zenden andere, in den boordenvollen helm.
Wat leek haar hand nu Ucht en kaal! Zü
had een gevoel, alsof haar een ader was afge
sneden. die naar haar hart voerde. Doch haar
siddering .bedaarde bü de aanraking van een
anderen ring
harder van kleur,
met blauwen
weerglans
waarin een
turn was
toeroepen: „Warm, heet, neen, koud, üskoud,
u bevriest, u verbrandt!’ Helaas, zü kwam on-
verrichterzake terug; de candidaat was niet
gevonden. Men had dat wanhopig gezicht van
haar moeten zien, toen zü mama aankeek!
,Jk heb tevergeefs mevrouw Noirin gezocht,”
zei zü, „ik had haar aan u willen voorstellen;
haar zoon is erg bezet, och Ja. drukke dienst!’’
Ik begreep, het was een oflicicr, daarvoor voel
ik niets buiten den oorlog. Ik vroeg haar lief
jes: „Is mevrouw Noirin een vriendin van u?”
„Ja, een allerliefste vriendin.”
„Mag zü niet alleen uitgaan, als haar zoon
dienst heeft, of hebben zü allebei dienst?”
Mama werd kwaad. .Elizabeth, je bent be
spottelük, je let hoegenaamd niet op hetgeen er
gezegd wordt en stelt de onmogelükste vragen."
Maar Lies antwoordde berouwvol: „Ik vraag
u pardon, mama, ik meende heel goed begrepen
te hebben.”
Stilte, de twee samenzweersters keken elkan
der aan.
Nooit had ik mü zoo geamuseerd. Toen het
concert ten einde was, kwamen verschHlende
hooggeplaatste officieren mama begroeten, ook
twee vliegeniers, die mün broer kenden. Mama
was allerbeminnelükst, en Lies, die de zooge
naamde vriendin op haar plaats had gezet, was
Hef. De heeren zouden graag het gesprek hebben
voortgezet, maar mama verzocht ons door te
laten, het werd laat.
„Heeren," zei zü. „Zondagsavonds ontvang ik.
er wordt gebabbeld, soms gedanst, maar bridge
is verboden, want ik ontvang alleen verstandige
menschen en charmante causeurs.”
n het „Nationale Dagblad"^ noudt de
bekende semi-Nederlandsche pastoor
Leonards te Prenslau een pleidooi voor
van den Kerkstrijd in
ware vredelievendheid,
de christenplicht elscht,
men dit conflict zooveel tnoge-
beperkt tot de punten, waarover
„Wanneer er iets te critisee-
zegt hü, „kunnen wij gerust
critiek leveren." (Maar niet in
Doch men mag niet onvoor-
wonderbare liefde, die iedere vrouw aan het
Italiaansche vaderland verbond, als nooit wel
licht tevoren.
Emma ging naar bulten. In de sneeuw, die
flonkerde In het zonlicht. En zondér het wel
licht te weten, zonder er bü te denken, keerde
zü. inplaats van haar weg te
haar schreden terug naar
haar niet anders dan natuurlük.
De zwarigheid, die haar wereld had verduis
terd. was gefteel en al weggenomen. Een nieu
we wereld, die zü nooit vermoed had. een we
reld van liefde, grootmoedigheid en zelfbeheer-
sching doemde voor haar op. Zü voelde zich
overweldigd door schaamte, bü de gedachte aan
wat geweest was aan welk een kinderachtig
heden en rancunes zü zich verzadigd had.
Thans zong in haar slechts één verlangen
I.ang duurde haar het wachten thuis, waar
zü juichend al datgene terugvond, wat ze ge
meend had. voor altüd te moeten verlaten.
Eerst laat kwam Philip terug nog altüd
ontstemd. Hij zag haar aan, zonder te spreken;
maar zü ging achter hem aan, naar zün ka
mer. glimlachend en gedwee.
„Nu?” vroeg hü. zich omdraaiend. „Wat is
er?"
Zü trad op hem toe. hield haar kleine hand,
met den stalen ring, omhoog, en vroeg hem.
mét neergeslagen oogen. terwül zü op leder
woord den nadruk legde:
„Verwensch Je ook dezen dag nog?”
Philip staarde, en stond verplet. Dan greep
hü haar hand, bracht ze aan zün lippen, en
kuste den ring.
„Philip.” zei Emma, „vandaag zün we pos
getrouwd. Vandaag begint onze liefde een nieuw
leven!”
En zich tegen hem aanvleiend,
erbü
„Vandaag heb ik pas begrepen, wat
trouwring eigenlük te...."
(Nadruk verboden)
haar lachten, werd opeens de deur geopend en
trad mama binnen, vergezeld van mün broer.
Dadelijk sprongen wü op, gooiden de kussens
op den divan en gingen als nette jonge dames
op de stoelen zitten. Mama, die altüd bang te
om de Jeugd te storen, verontschuldigde haar
komst zoo lief, dat wü haar vroegen om te
blüven.
„O." antwoordde zü.” het te niet voor mü.
dat ik een vriendelüke ontvangst vraag. Jean-
Pierre, dien jelui, lieve meisjes, allen kennen,
verveelde zich en wilde uitgaan. Ik heb hem
verteld, dat zün zuster eenlge allerUefste jonge
dames bü zich op bezoek had en ik heb hem
verzekerd, dat jullie hem wel zullen willen ver
oorloven, eenlge oogenblikken hier door te bren
gen.”
Het knappe. verwaande gezicht van mün
broer maakte mü woedend en zonder er aan
te denken, dat ik misschien kwetsen kon, riep ik
uit: .Verveelt hü zich? Heeft hü dan niets te
doen?"
Dadelük had ik berouw over mün woorden:
het gezicht van mama werd zoo vreemd en haar
oogen zoo treurig.... Jean-Pierre. door mün
vriendinnen omringd, antwoordde mü niet en
mama probeerde het mü uit te leggen: .leve
ling. begrüp het toch eens.... help mü; een
Jongeman van twee en twintig jaar, die zich
verveelt, dat te onrustbarend....!"
Tegen het Noordwestelüke deel van den gevel
werd de Gothlsche uitbouw aangebracht, waar
door de souverefnen en hun stoet de kerk zou
den binnentreden en weder verlaten een uit
bouw, die bü geen der kroningen sinds die van
koningin Victoria ontbroken heeft. Geweldige
tribunes werden tegen heel den Noordelijken
gevel opgericht, en maanden lang ging Londen?
schoonste middeleeuwsche bouwwerk schuil ach
ter een reusachtig, steeds grooter en dichter
wordend spinneweb van stalen balken, die ein
delük. kort vóór den dag der kroning, gedra
peerd en versierd werden, en aldus ten minsts
een feestelük ulterlük kregen.
Nog ingrijpender waren de veranderingen,
welke In het Interieur plaats hadden, maar
hiervan merkte het publiek niets tot het, na de
Kroning, dagen achtereen toegelaten werd in de
Abbey om zich ervan te vergewissen hoe alles
er op den grooten dag ongeveer had uitgezien.
Onder de Gothlsche gewelven waren enorme
tribunes en loges opgericht. Honderden tonnen
staal en duizenden meters hout waren hiervoor
gebruikt, en dit alles moest zoo geconstrueerd
worden, dat niet één steen of beeld van de
venerabele abdükerk erdoor beschadigd kon
worden. Het heeft maanden geduurd alvorens
al die constructies in en om de kerk geheel
onttakeld waren, en dezer dagen te het histori
sche bouwwerk opnieuw voor den eeredienst
opengesteld.
»-en weet, hoe het gaat met groote woor-
|X/| den: het eene woord lokt het andere
uit Hü keek „haar vlak In de oogen, en
zag. hoe ze fonkelden van trelterzucht.
,Je bent Idioot,” barstte Philip eindelük uit,
„en je grootste lust te het, me tegen te spreken
en datgene te doen, waar ik een hekel aan heb.
Dat komt, omdat je geen opvoeding hebt gé-
had. en er schik in hebt, om altüd dwars te
trezen.
„Waarom zeg je me niet ronduit, dat Je ge
noeg van me hebt? Dat je me haat?” riposteer
de Emma, met een ingehouden snik van woede.
.Noch het een. noch het ander. Maar ik ver
wensch uit den grond van mün hart den dag.
dat Ik je getrótiwd heb! Ik was gek. Ik had
beter mün kop tegen een muur te pletter kun
nen loopen.”
„Ah. staat het zóó? Verwensch Je dien dag!
Zeg dat nóg eens. asjeblieft."
,4a. dat wil Ik wel honderdmaal overzeggen.”
.Prachtig. Maak Je dan verder maar niet
druk meer. Ik zal je niet langer in den weg
zitten, en als je vanavond thuiskomt, zul je me
hier niet meer vinden."
Ze sloeg de deur van zün kamer dicht, en een
oogenblik later schoot Philip als een opgeblazen
pompoen de gang door, en smakte de huisdeur
achter zich dicht.
Het was één van de veelvuldige kibbelarijen,
die tusschen hen plaats hadden, en die hem het
leven onmogelük maakten. Altüd volgde dan
weer een verzoening, maar telkens had hü dan
het gevoel, alsof wéér iets/van hun eertijds zoo
groote liefde was afgebrokkeld
Emma wendde zich naar het venster, en
drukte haar voorhoofd tegen de koude ruit.
Bulten was alles wit van de sneeuw. Ze moest
gaan, want dat had ze gezegd. Haar moeder
zou haar niet afwüzen. Ze zou weer bü haar
gaan wonen zü tweetjes begrepen elkaar,
en hielden van elkaar! Maar toch, wat voelde
ze zich alléén! Kwam het (door de. doodsche
stilte daarbuiten?
Om zich aan die gedachte te onttrekken,
kleedde zü zich koorteachtig aan, pakte wat
bezittingen in een handtasch, en verliet het
huls. Naarmate zü het plein naderde, zag zü
de donkere gedaanten over het sneeuwvlak zich
vermeerderen alsof al die vrouwen zich op
maakten naar een geheimzinnige samenkomst.
Waar gingen ze, zoo vroeg in den morgen, heen
in dit weer? En allen hadden een blos op de
wangen, en een floers voor de oogen, maar niet
alleen van de koude.
Een dame trad op Emma toe. en vroeg haar
zachtjes:
„Gaat u ook naar onze afdeellng? Vindt u
goed, dat ik zoover meega? Ik ben vergeten,
Waar het precies te."
Emma had willen zeggen, dat z haaf haar
moeder gléig. Maar de ander begon geestdriftig
te spreken, en onwillekeurig luisterde zü toe.
Zoodra zü ter plaatse waren, namen zü af
scheid.
Langzaam ging Emma de weinige treden op.
--par
ticulier huis of particuUere huizen, want
beiden zün buitengewoon rük met aardsche
goederen gezegend, en vooral de Hertog van
i of hü
»CÏ
den dag na de kroning droeg hü het weder over
aan Lord Stanhope, maar deze werd enkele
weken later, toen Mr. Neville Chamberlain het
Eerste-Ministerschap aanvaardde, als First
Commissioner opgevolgd door sir Philips Sas
soon, die een Israëliet is, en de laatste vier
maanden de Anglikaansche Abbey in zün bezit
gehad heeft.
Wü gebruiken het woord „bezit" hier niet
„bü wüze van spreken”; Graaf Stanhope, de
Hertog van Norfolk en sir Philip Sassoon zün
elk op zün beurt de feltelüke en wettige bezit
ters, doch niet de eigenaars der kerk geweest.
De Dean en het kapittel zün trouwens even
min eigenaars, doch slechts bezitters. Eigenaar
te de Staat; vandaar dat de bezitter der kerk
niet „vervreemden" kan. De Hertog van Norfolk
kon er geen katholieke kathedraal en sir Philip
Sassoon kon er geen synagoge van maken. Maar
waren heer en meester van de kerk, en kon
den er den aartsbisschop van Canterbury even-
Interieur van de Westminster abdij