Onze Ka merp la n ten
bend
^\DGt'
B
^ibk
Ulvenhout hee
z'nen eigen
RADOX
r
_4
-i-v-:--
Afwisseling
yan
genre en zwaarte
L'Tx!
Verzorging
D’n blauwe is lieder
van „Radjan
VETPUISTJES
in den overgangstijd
L :x|-'-[’st-'
ZATERDAG 16 OCTOBER 1937
Oplossing vorig raadsel
snijden
Het
Prijswinnaars
w.
z.
Het nieuwe raadsel
ONS PRIJSRAADSEL
x
over
w.
z.
Langer leven
Voor iedereen wat!
BRABANTSCHE BRIEVEN
z?
/J
7
s
4
Thana op zoek naar een
slagzin
- t -t-
I I
Vele puzzelaars bleken het eens
te zyn met de opmerking
ons beproefd systeem
X1 1 lX'
J. ix 1
lx' r
- 1 -4 ?4 -L -I
ix' i
Mwr TiWMrt Imiw> n 1 rmwr twt.
den Fielp heb ik op de hoogte gesteld....!
Jt
==5
27
West heeft het Am en Oost de
Vertikaal:
eens
even
het
Am. Vrouw
N.
o
9
SHAWL DIE EEN BLOUSE VERVANGT.
can-
I
i x
i
I X I
X,
i
N.
W.
O.
Z.
nu
Heer. Boer 7.
N.
O.
P. H. A. Tuin.
5.
onze
ons
Zuid
HEBBEL
Ulvenhout, 14 Oct. 37
Amico,
re
Is
oogske
naar
me,
DR£.
3
J
Sch h. 3
H. hr. 10 5
R10 7
KI. br 10 0 7
,3a! Zoo voortgaan
de afwisseling van puzzle-genre
zwaarte!”
kwartjes, dubbeltjes, stuivers, centen en n paar
halfkes, die Trui sjecuur op 'n rijke uittelde,
schèérde toen den boel op en zee: „veul be-
De oplossing van het kruiswoordraadsel vu:
Horizontaal:
Sch b. 10 7
H A. 9 0 4
R. 5 3 2
KI. A. hr. vr.
Tt vtnd 1 wei lekker zo’n bietje warmte langs
m’n beenen; als Ik van onderen warm ben, dan
slaap ik zóó, als ik In de bedstee kruip."
Nou ik laat ze maar betijen, 'n Vrouw
5.
6.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
1.
3.
Sch. A. vr 9
H. vr. 9 3'2
R. h. b. 6
Ki l I l
maakt,
boer of
De opvoeding bestaat In de verdeeling, ont
wikkeling en versterking van alle natuurlijke
zedelijke en godsdienstige vermogens.
Mgr. DUPANLOUP
Sch. SS 42
H. br. 7
R. A. vr. 9 4
KI. 5 32
Ie
3
/o
J
1 o
achter
„toe-
verwijdert U onmiddellijk en afdoende door deit
te betten met Radox. opgelost in warm water.
Bij apothekers en erkende drogisten f 0.90
per pak en f 0 15 per klein pakje.
Aan dit pakje valt bijzonder de bont
gekleurde shawl op, die zóó breed of
liever zoo geknipt is, dat ze den tndruk
maakt vdn een blouse. Met verschil
lende shawls zjjn dan ook verrassende
effecten te bereiken. Kiezen we een
diep donkergroene jersey, dit materiaal
voegt zich bijzonder goed en de kleur
past zoo in den herfst
sigaar, pufte zes manjefieke
malkaar den huls deur en
komst? We werken samen.”
We kregen de vorige week" on. te lezen:
„De wekelyksche puzzle In onze krant
Is niet alleen steeds zeer amusant.
Maar oefent en scherpt ook beslist ons
verstand”
„Waarde heer Puzzle-redacteur,
De winter staat nu weer voor de deur.
Onder uw leiding wordt met deze sport
Weer menig avondje ingekort.
Want waarlijk: uw nummertjes zijn heel fijn
Het is een genot, er mee bezig te zijn.”
waarmee men momenteel druk bezig ia.
degelijk blijvend.
vruchtboom.
Mahomedaan.
verzender van goederen, verhuizer.
schoonmaak-artlkel.
fout, wandaad.
oorlogsspel bij de manoeuvres
tapijtwerk, behangsel,
nijdig, kwaadgezlnd,
compleet.
kleurspeling in den regenboog.
methode.
wat de tamboer op zijn trom te hooren
geeft.
Hiermede dus op zoek naar onzen slagzin!
Onder de Inzenders van een goede oplos in g
worden weer zes fraaie prijzen verloot.
De uitgeloofde prijzen vielen ten deel aan
W. Ankone, Kruisstraat 15, Oldenzaal; mej. J
Corneliussen, da Costastraat 231, Amsterdam
(West); W. van Doorn. Bonlstraat 28, Utrecht;
mej H. Elbertsen. Kleine Houtweg 25. Haarlem:
H. C. Pennings, Hoogeweg C 112, Llmmen
(N. H.); Th. J. Schaminée, hoofd R.K. School.
Altforst (Old.)
DE HISTORISCHE COIFFURE schijnt
nog altijd een dankbaar onderwerp te
zijn voor kappers-wedstrijden. In
Berlijn is onlangs zoo’n internationale
tentoonstelling van prestaties gehouden,
waarbij 12 nationaliteiten vertegen
woordigd waren. Wij zien hier een der
deelnemers de laatste hand leggen aan
een monumentaal kapsel
Natuurlijk kwam ook deze week de voor
liefde voor de „cross” bij sommigen tot
uiting, terwijl we tenslotte met gerechtvaar
digde voldoening van verschillende zijden
de mededeellng ontvingen, dat men het met
opmerking inzake ons beproefd
systeem volkomen eens was:
kringen
zee dan:
Een van de meerdere uitlatingen, die onzen
slagzin te voorschijn brachten, welken we
thans vragen er was er dezer dagen een van
den volgenden inhoud:
u. b., met de verrassen-
en puzzle -
t u de rijkdom aan bloemen bulten begint
|\l af te nemen en we bovendien door het
-*■ soms al gure herfstwlndje er niet meer
joo gemakkeiyk toe komen, buiten de plan
ten en bloemen te gaan bewonderen, nu neemt
de kamerplant weer een belangryker plaats in
dan tijdens de voorgaande maanden. En het is
dan ook de hoogste tijd, dat deze planten onze
aandacht krijgen, want wie nog gewacht heelt
met het binnenshuis halen ervan moet zich nu
toch haasten. Reeds in September waren de
teerdere soorten aan de beurt, om in de kamer
gebracht te worden en al kan een heel sterke
plant ook nu nog wel op een beschutte plaats
wat buiten blijven vóór einde October moeten
we toch zorgen, dat alle veilig ondergebracht
lijn, om ze tegen de gevaarlijke nachtvorsten
te beschutten.
We moeten echter oppassen, dat de overgang
van buiten naar binnen niet te snel gaat, want
dit zou de planten kunnen schaden. Voor het
oppotten nemen we een pot, die vooral niet tc
groot en niet te klein mag zijn, maken dezen goed
schoon, zoodat de wanden en bodem poreus zijn
(dus ook geen geverfden of geglazuurden pot
nemen!), bedekken het loozingsgat met eenlge
potscherfjes en brengen nu de plant in den pot
over, terwijl we een flinke kluit aarde om de
wortels laten. De harde aardkorst, die den grond
meestal overdekt, verwijderen we en vervangen
we door versche, losse aarde, stampen het
heele zaakje aan (by zwakkere planten vooral
niet te sterk) en nu kunnen de planten in huls
gezet worden. Als overgang is het echter beter
ie hier alleen 's nachts te houden, want overdag
is de buitenlucht op beschutte plaatsen nog niet
schadelijk en dus alleen maar goed voor onze
planten. Na eenigen echter, als het kouder
wordt, kunnen d6*"|potten geheel binnenshuis
blijven. f
Voor de woonkamer, waar we natuurlijk graag
vroolljke bloemen in de raamkozijnen hebben,
kiezen we nu die planten, die het sterkste
bloeien, zooals cyclamens, begonia's, fuchsia's,
enz., terwijl de andere soorten, als cactussen,
slerbladplanten en andere, gerust in een vorst-
vrj) vertrek zoolang ondergebracht kunnen
worden. Voor sommige planten is het zelfs ge-
wenscht. dat ze in een onverwarmd vertrek
staan; dit is b.v. het geval bjj de chrysant, die
juist in dezen tijd zoo’n dankbare bloeier is.
En wanneer we dan alle kamerplanten veilig
en wel in huis hebben, komt de vraag op: ,JHoe
houd ik ze zoo lang mogelijk goed en in bloei?”
Want het gebeurt maar al te vaak, dat b.v. een
cyclamens, die overdadig bloeiend uit den bloe
menwinkel gehaald werd, na vrij korten tijd be
gint af te takelen en niet meer te bewegen is.
haar jongf knoppen tot de wonderlijk mooie
vlinderbloemen te ontplooien.
En heusch, wanneer u ze maar goed behan
delt, dan is het niet noodig, dat dit gebeurt;
maar om de plant in bloei te houden, moet
men weten, hoe men ze verzorgen moet! Welnu,
laat ik u over die verzorging nog het een en
ander vertellen.
In de eerste plaats moeten we weten, dat alle
planten, hoe verschillend ze verder ook behan
deld mogen worden, behoefte hebben asm: licht,
lucht, water, voeding en warmte.
Licht en lucht, dat is niet moeilijk om daar
voor te zorgen, wanneer men vensterbanken
heeft om de planten op te plaatsen ot anders
een bloementafel of -bak. Vergeet u echter niet,
ook werkelijk voor de frissche lucht te zor
gen, door dikwijls de ramen open te zetten,
althans nu nog, nu de buitenlucht niet nadeelig
is. Tocht is echter allesbehalve goed voor de
planten, dus laat niet ramen en deuren tegelijk
open staan.
En dan het water! Ja. nu komen we reeds aan
een iets moeiiyker onderwerp, want dit loopt
voor de verschillende soorten vrjj sterk uiteen;
maar eenige algemeene regels zijn er toch wel
vast te stellen. In lente en zomer hebben de
planten het meeste water noodlg, in verband
met hun groei en zaadvormlng. 's Winters daar
entegen hebben zij slechts aan zeer weinig be
hoefte, omdat de ontwikkeling dan vrijwel stil
staat. En de herfst is natuurlijk de overgangs
tijd; dat beteekent dus, dat we de hoeveelheid
water steeds moeten verminderen. Na het op
potten mag dit verminderen echter nog niet
direct beginnen, omdat de planten eerst moeten
wennen aan hun nieuwe omgeving. Misschien
denkt u. dat het altijd maar het veiligst is.
steeds wat ruim water te geven, omdat te veel
water wellicht minder erg is dan te weinig. Dit
is echter niet juist, want als de aarde te nat
is en dit eenlgen tijd blijft, begint ze zuur te
worden en gaan de wortels rotten; bent u er
dan niet gauw genoeg by, met de plant te ver
potten, dan sterft ze af. Het beste is. zorg te
dragen, dat een overvloed van water niet voor
komt; laat daarom nooit te lang water op het
schoteltje staan.
Wat de wijze van begieten betreft, heerscht
meestal nog de verkeerde meenlng, dat men het
water onderop geeft, terwijl het juist beter is
bovenop te gieten, aangezien dan de heele pot
van vocht doordrenkt wordt en het overtollige
water af vloeit. By het begieten van cyclamens
moet men er echter om denken, dat er niet op
den voet van den stengel gegoten wordt, doch
aan den rand van den pot, omdat anders de jonge
bloemknoppen, die aan dien stengelvoet ont
staan, zouden afrotten. Voor sommige planten is
het noodlg, dat men 's winters geen koud, maar
lauw water geeft (cyclamens, primula’s).
BU het begieten moet men ook aan de bla
deren denken, want al zou men dat misschien
niet zoo zeggen, deze spelen een zeer belangryke
rol bjj de planten. Zy moeten dan ook steeds
schoon zyn en daartoe is het noodlg, dat ze
van tyd tot tijd worden afgespoten of met een
penseel schoongemaakt aan boven- en onder-
zyde.
Maar nu genoeg over het begieten der plan
ten, want er is nog meer te doen, en wel
de afdeeling voeding! Een pot is n.l. een zeer
kleine voedingsbodem en daardoor niet in staat
de plant het geheele jaar door van voldoende
voedsel te voorzien. Nu zyn ook voor de be
mesting lente en zomer de belangrykste perio
den. terwyi men dit 's winters geheel kan na
laten. En wederom is de herfst dus een over
gangsperiode. waar we langzamerhand het toe
voegen van mest (natuuriyke of kunstmest)
verminderen. Wanneer u de juiste hoeveelheden
mest van dit jaargetyde wilt weten, doet u het
beste, uw bloemenleverancler hiernaar te vragen,
aangezien dit én van de mest èn van de plan
tensoort afhangt.
Men lette er echter op, hier nauwkeurig mee
te zyn, want te veel mest is zeer gevaariyk en
kan de wortels verbranden.
Ja, en nu is er nog heel wat te vertellen over
de manier van bemesten en de verschillende
mestsoorten. maar ook over het verpotten, het
stekken en nog vele andere dingen in verband
met kamerplanten, maar de hoofdzaken heb ik
u nu medegedeeld en wellicht komt de rest in
een volgend artikel weer eensj aan de beurt.
MARIJE
men: mee al z’n drukte was ie zynen gang-
naar-ons zo’n bietje verleerd. Tjah da’s zo'n
eigenschap van menschelyk gewoontedier.
X Eene moment ziet ge Jan, Plet of Klaas ei
ken dag 'n paar keer veur oew neus hangen,
■n ander ty ziet ge zoo-eenen in gin half jaar.
Zonder dat ook maar één kwaal woord, ja. gin
onplazlerige gedachte er geweest is. Maar deur
d'een of andere omstandigheid geraakt zo'nen
kwiebus uit z’nen vasten koers, leert zonder
dat ie t eigens weet ’nen anderen koers a&n
en ge ziet 'm in gin weken, soms in gin
jaren meer verom. De meeste dingen doet ’nen
mensch uit gewoonte daar zyn er duuzenden
die b.v. alty X zelfde eten, uit gewoonte;
kilo’s tabak wegsmoren (lyk ik!) uit ge
woonte; te weinig slapen, uit gewoonte, of
te veul maffen uit gewoonte. Denken aan oor
log is al ’n gewoonte van twintig jaren kla
gen over slechte tyen, idem! Zekers, zekers:
daar zyn duuzenden, die daar veul reden toe
hebben, maar daar zyn nog méér klagers, die
heelegüAr gin reden tpt murmereeren hebben.
(En mee ’n „bezorgd gezicht” ’nen ermen sloe
ber in de kou laten staan).
Maar om dan 'ns weer terug te komen op
den Blaauwe: Trui had by 'm besteld ’n wa-
geltje turf en ’n paar honderd sloffen. Bruln-
kool-briketten, als ge dat beter verstaat, 'n
Ouwerwetsch stuk stook, waar Trui nog alty
op gesteld is. „Ge kunt er zoo lekker de platte-
buis op laten zeuren, op zo’nen slof.” beweert
ze: „Wanneer X nog nie koud genogt is, om
fel te stoken.” Maar de hoofdzaak is, amico,
dat ze zoo geren 'n smeulend half slofke in de
stoof hee zitten. Net als nou, als we zoo
's avonds by malkaar zitten en mee die na-
jaarssturmen den wind onder de deuren zuigt,
dat ge 'm langs oewen voeten voelt gaan dlk-
kels, dan pakt Trui de stoof, vlscht mee de
tang 'nen halven slof uit X vuur, legt die in
de test en dan kan ze gerust zo’n paar uren
„bakken” mee d’r voeten op de stoof, die heele-
gaar onder heur wye rokken is verborgen.
Oplossingen worden tot Donderdagmiddag
12 uur Ingewacht by den heer G. M. A. Jansen,
Ruysdaelstraat «0, Utrecht.
De tegenwoordige generatie kan er prat op
gaan gemiddeld 13.68 jaar langer te leven dan
die van vyf en twintig jaar geleden. Volgens
een statistiek, die een New Yorksche levensver-
zekeringsmaatschappy kon aanleggen aan de
hand van het materiaal van 17 500 000 verze
kerden. bedraagt de gemiddelde leeftijd van
onzen tydgenoot 60.31 jaar. In de jaren 1911—
1912 wm dat cyfer beduidend lager en bedroeg
de gemiddeld bereikte ouderdom slechte 46.63
jaar Grootere hygiene, verbeterde veiligheids
maatregelen in fabrieken en bedryven hebben
er toe bygedragen den menschen van tegenwoor
dig by een verstandige levenswyze een langer
leven te waarborgen...
1. banketbakker; 2. si; 3. kei; 4. op; 5. poel;
6. peer; 7 en 8 som: 9. er; 10. schoollokaal; 16.
lip; 17. talisman; 18 emigrant; 19. net; 21. New
ton; 22. poliep; 23. ornaat; 24 laster; 30. Ew:
31. g.t.; 32. A P.; 33 es.; 37 kam; 39 ui; 42.
dop: 45. Turk; 46. eind; 49. Sau; 51. kou; 53
me; 54. t.w.; 56 ae; 57. om.
„Hoe is t mee Aantjes!” vroeg Trui bits.
.Prlmabest," lachte den Tiest: „maar ze
wordt te dik."
„Hoezoo te dikt"
„Ik heb gin plek meer in de bedstee Trui en
da’s veul ongerief," zee-t-ie droog.
„En de klnders.”
.Puik, Trui! Ze worden groot, ee. ze gaan
meetellen. Onzen Graad, die lyk ge wit, ge
trouwd is mee Mleneke van Jaane. stellen t
best, daar onder Notsel. We verwachten daar
allen dag 't derde al!”
.Bakske leut?”
.Beljot.”
„Ga toch zitten."
„Kost ik wel efkens doen, ja!"
„En den Jaan? Vindt die ’t gezellig, Tiest?"
„Watte?"
„Dat daar nommer drie op komst is."
„En of! Hy is er al!"
Hy is er al?
,4a. Hy bakert daar alty.”
’t Kwam er zoo komlek-droog uit, amico, dat
Trui en ik in den lach schoten.
,,’k Heb 'm vroeger, veur ie mee pensioen
was, veul genegerd, maar sinds we familie van
malkaar zyn geworden, kunnen we kolossaal
goed opschieten mee malkaar.”
„Sigaar, Tiest?"
„Ginnen kwajen vent as ge 'm beter kent,
merci Dré"; hy nam ’nen vorstenlander uit de
kist en beet er den punt af.
„Zoo is 't mee alle menschen. Blaauwe," zee
Trui wysgeerlg.
„Geloof ik ok wel, ja." antwoordde-n-ie, ter-
wyl ie de sigaar aanstak. ..De menschen plagen
malkaar ’t meest, omdat ze malkaar nie ken
nen
Trui knikte dikkels.
en als ze malkaar heel góed kennen.”
ging den Blaauwe verder en deur t vlammeke
van den lucifer keek ie naar Trui: „dan pesten
ze malkaar weer net zoo hard as vroeger.”
Dat droop Trui dus tusschen de vingers en
ze zweeg.
„En den Krist, oewen tweeden zeun,” vroeg
ik: „dat wordt ook al 'nen steuvigen kearel,
ee?”
„Ja! Die is in de muziek."
.Jlèèé.vroeg Trui. „Walter muziek??”
,X>uitsche pyp.”
„Duitsche.wa?"
.Baksefon” zee den Blaauwe en mee z’n han
den maakte-n-ie van z’nen mond tot z’n knieën
’n beweging, die t model van ’n groote pyp
teekende.
„Saksefonvroeg -Trui.
„Is da zoo gek?"
.Beeëja...., wamok daarop zeggen....,
gek? Gek? Maar daar zit gin toekomst in.”
In het vorige artikel heb ik eenige voor
beelden gegeven van snyden; meestal stelt
men zich echter een ander geval voor, maar
men dient dan wel in het oog te houden, dat
dit geval slechts een uitbreiding is van het
grondprincipe, zooals ik dit uitvoerig heb uit
eengezet.
We zullen het betreffende geval
gaan bekyken:
NZ spelen 3 Bans Atout, d.l. dus 9 slagen
zonder troef!
West komt uit met kl. boer. Hoe moet Zuid
spelen?
1. Boskoop; 6. Paeaens; 11. lep; 12. ode; 14.
nor; 15. n.l.; 17. te; 17a. Ee; 19. N H.; 20 kin;
22. Palermo; 24. Leo; 25. Epe; 26. O. L.;
Ir; 28. Ato; 29. welig; 32 Agnes; 34. twist; 35.
praat; 36. Ako; 38. Em 40 Aa; 41. Edo; 43.
kan; 44. patient; 47. rok; 48 KM.; 50 nu; 50a
it; 52. Pa; 53. mat; 55. ren; 56. zoo; 58. Reeu-
wyk; 59. Dreumel.
nade, sloffen, verkens, schietbogen, muziek en
aanverwanten
„Sjuust, Dré, maar speciaal in den muziek.”
„Wa spuit ie zooal?” vroeg Trui.
„Van alles!”
„En gy op den trekzak, natuuriyk, zee ik.
„Allicht"
We zwegen efkens. Moesten die leste nuuw-
kes van den Blaauwe ’n bietje verwerken. Ik
stak m’n pyp 'ns overnuuw aan. Trui keek ’ns
in de plattebuls. Toen vroeg ik„ennewat
tehoeIk kost er nie te best uitkomen
en maakte daarom mee vinger en duim 'n geld
lenend gebaar.
Den piaauwe ging er 'ns veur zitten. Klopte
den assie van de sigaar in t pookgat van de
kachel, keek scherp naar 1 vuureind. zee toen:
,,'k zal T oe uitleggen. Den trekzak is veul in
de mode gekomen, lyk ge misschien wit. Hy
de deftigste families
die t
Mocht ik 'm verlejen
week toevallig weer
*ns efkens naar veu-
ren schuiven, veur t
voetlicht van m’n brieven, zoodat m’n groote
zaal lezers den Blaauwe weer ’ns teruzag
in langen hebt ge toch nie veul van m ver
nomen en ik zal oe zeggen, hoe dat kwam. Wy
sagen m den lesten tyd zoo weinig! Oja "k
spreek ’m geregeld, eiken Zondag op de prop-
club. maar ik had oe ge weet t eigens
den lesten tyd over zóóveul andere dingen te
schryven dan over de „Gouwen Koel”, dat den
Blaauwe, zoo geruischloos meugeiyk, tusschen
de coulissen verdween.
Jalyk ik ai zee, we zien 'm weing de leste
tijen, by ons thuis. Want den Tiest heeft ’t
druk. Veul druk! Hoe beroerder de tyen zyn, hoe
harder ie werkt. En zeg nou nie „wiedes”, ami
co, want de meeste menschen werken T hardst,
sis ze den wind méé hebben. Ik zeg dat nie
*ls verwyt. t Is nou eenmaal plazieriger te
oogsten dan te zaaien, maar ik zeg t, om oe
"nen goeien kyk op den Blaauwe te geven. Hy
bezit 'n groot huishouwen en zoo maar ’n klein
boerderijke en dat zyn twee verschlljende din
gen, die nie zoo best balanceeren! En ’t is dus
veur den Tiest ’nen heelen hysch, om die schaal
in evenwicht te houwen. ’tLukt ’m! Vaneigens!
Ze moeten 't hum al héél eigenaardig veur z’n
neus draaien, als hy zou zeggen: „Onmeuge-
iyk". Maar daarmee is nog nie gezeed, dat ie
nie ’nen hoop last hebben zou mee z’nen eco-
nomischen bascule.
Zoo is nou eenmaal t leven. Ge krygt niks
veur niks. En menschen die zoo makkelyk kla
gen: „Ik mot alles zelf doen,” zulke tiepen
hebben van die groote waarheid nog maar
weinig deur! En menschen, die er zoo gemak-
kelyk over praten en huiliën jaloerschen aard
zoo makkelijk laten gaan, meugen wel verdik-
boppes goed beseffen dat zelfs vin fletskam-„'tHoucjt er den rimmeltiek uit," see ze:
pfoenst hap bjj oe thuisgebrocht wordt!
Veur alles mot op deuze weareld gevochten
Worden! Zelfs.... veur ’t by malkaar houwen
**n ’n.... erfenis!
komt teugenwoorlg in de deftigste
veur! Daar zyn zelfs mei.... dAmes,
leeren. Ze dansen er geren op. ziede!”
„Op zo'nen trekzak."
„Op de muziek die er uitkomt tenminste, ’t Is
eigeniyk zoo gelegen, Dré. 'nen trekzak, 'n Duit
sche pyp en ’n Turksche trom zyn in 'n mo
dem huishouwen minder te missen, dan ‘n
keukenfornuis en ’n Heilig Huishouwen op de
kast. En as ge 't myn vraagt, dan hebben me
datte veur 't grotste deel aan d’n radejoow te
wijten. De lui zyn nou versnotterd op 'n soor
tement van muzikaal lawyt mee ’n zoogenomd
refreintje. Hoe valscher den muziek en hoe
zouteloozer ’t liedeke, hoe liever! As ’t vrouw
volk z’n achteriyf zoo maar ’n bietje kan mee-
schudden op da maat- en muzieklooze gesteun,
dan is 't muzikaal genot volmokt!”
Den Blaauwe trok weer 'ns aan z’n sigaar,
pafte virtuoos weer kringen naar de lamp,
boorde toen z’nen pink in z’n oor en schudde
z’nen kop ’ns op.
Trui bekeek m heel seerjeus. Heur lippen
stonden van aandacht naar veuren. En ik pro
beerde ook 'n kringske te maken, maar ’t wlerd
alleen maar ’n hoestbui.
„Ge wit,” ging den Blaauwe toen deur: ,Jk
ben op den trekzak nogal 'nen pikeur al sek-
keizei vers.
Ik knikte. Trui knook ook.
..En onzen Krist is ok erg muzikaal!”
„Aartje naar z’n Vaartje," snapte Trui.
„Tuttut,” suste den Tiest: „onzen Krist
ginnen jongen van myn...."
„Ochja." schrok Trui: .nimme nie kwalyk,
Blaauwe."
„Kwalyk, Trulke? Waarom?"
k vergat dat ge mee n weduwenvrouwke
getrouwd zyt, ee.”
„Is toch gin schand."
.Bchand?? Mensch. t strekt oe tot eer dat
ge van Aantje’s klnders houdt of z'oew £igen-
\fSai«e"gëdiïlcfig óp de 'HJksdaaldere. guTdèns. Töén ttök’ «K -BIMUWF TW gteuvtg- asir -rn" zte zyn!”-------
..Schoon' aanspraak, Trulke, die ge daar
g'ouwen hebt. Jammer da 'k ginnen prikstoel
veur oe by d' hand had.”
-4 L
I lXI I |X;
Voor mede! yden heeft de natuur velen een
talent gegeven, voor mede-verblydên slechts
weinigen.
“"I
I
I I
- +--U
- -4 -
We moeten dus gaan aannemen, dat Zuid
aan slag is. en wanneer Noord soms aan slag
mocht zyn. dan moet Zuid eerst door een an
dere kleur te spelen trachten aan slag te ko
men.
Zuid speelt nu de 6 voor en gaat het sny-
prlnclpe toepassenn.l. probeeren om een la
gere kaart te maken, in de hoop, dat een an
dere (hoogere) kaart er vóór zit.
Die lagere kaart is dan in dit geval de vrouw,
terwyi die hoogere kaart dan natuuriyk de
heer is; Zuid hoopt dus. dat de heer vóór de
vrouw zit. dus by West. Is dit n.l. zoo. dan kan
zoowel de vrouw als het Aas van Noord ge-
maalft worden Indien n 1. West in den eersten
slag een kleine bijspeelt, wordt uit Noord de
Vrouw bygespeeld en wanneer West daarente
gen den heer by.speelt, wordt uit Noord
het Aas gespeeld en wordt daardoor de vrouw
dé hoogste kaart in die kleur en dus vanzelf
sprekend een slag.
Wanneer we hu de waarde van de combi
natie Aas. vrouw moeten taxeeren. kunnen we
"dat het beste als volgt doenals de heer by
West zit. n.l. in de helft van de gevallen, levert
die combinatie twee slagen op. als de heer
echter by Oost zit, kunnen NZ nooit meer
dan 1 slag maken.
De slotsom is dus, dat in de helft van de ge
vallen twee slagen gemaakt wordt en la de
andere helft een slag; de waarde van de bo
vengenoemde combinatie moet dus op het ge
middelde. d.l. 1*4 slag geschat worden.
In aansluiting hierop kunnen we nu een
eenigszins Ingewikkelder geval gaan behande
len, n.l. het volgende:
veur geworden....! "kKan evengoed ’n rede
voering teugen de mahoniekast afsteken. Zoo
heb ik 'n zwagerin, ’n zuster van Trui, die ’n
jaar of drie gelejen weduwvrouw is geworden.
Ze is ook al nie zoo piepjong meer, hee ’n groot
bedryf en mist natuuriyk in veul zaken den
steun van mannelyk inzicht. Dan komt ze naar
ons toe, ’n bietje in d'ren schulp. „Zeg, Dré,
nou moeste gy me 'ns 'nen goeien raad geven.
Zie. deus pampleren. ee, daar kan ’k nie mee
uU den weg. Den notaris zee zus-en-zoo; maar
dié soort kearels vertrouw ik nie. ziedeKunde
ge me nou nie 'ns zeggen, hoe dak deus zaak
vast mot pakken?"
Nou, wat doet ge dan, amico, als vent, als
zwager nogal! Ge spant oew eigen zooveul
meugpiyk in, om zo'n frummes ten beste te
raaien! ’t Is wel gebeurd, dak nie dalyk de
beste oplossing by de hand had en dak de
paperassen efkens 'n paar dagen by me hiew
om dan einde! yk de sjees in te spannen en t
mensch te gaan inlichten. En als ik ze dan
na 'n paar maanden, als ze weer om raad
kwam, 'ns vroeg hoe ’t mee die vorige zaak ge-
loopen was. danDan had ze sjuust dktte
gedaan, wa k heur fel had afgerajen!
Duuzend keer vroeg z' om raad, duuzend keer
dee ze d’r eigen zin. En als Ik dat lest ’ns zee,
dan begost ze ’ns te lachen en antwoordde:
4a och ja.... wa zak zeggen ee?"
Maar dat tusschen hokskes.
Ja sloffen „doet" den Blaauwe er teu-
genwoordlg ook by. Z’n bedryvigheid van
„bedryf” kan 'k mee den besten wil nie meer
spreken breidt geregeld nog uit. En 't is daar
over, dak oe deuze week ’ns schryven wou.
Gisterenavond, na zeuvenen nog, kwam ie mee
z’n wageltje den erf op.
wy keken malkaar 'ns aan....! k Had alles
al gesloten, 't was natuuriyk ieveraans stik
donker. Trul’s gezicht betrok 'n bietje, want
zy begreep al dalyk, da daar den Blaauwe was
mee de bestelling brandstof en ze bromde in
d’r eigen zooiets als: „Is ie nou effen bedu
veld.” In leder geval iets in die .kleur” om
trent.
Afyn! kLiet Trui maar foeteren, vroeg waar
ze den rommel hebben wou. stak m’n stallan-
teem aan en lichtte den Blaauwe by, als ie den
turf en de sloffen optastte in 1 kleine stalleke,
vlak neffen den mestkuil.
Als we gereed waren, kwam ie 'n oogenblikske
binnen, mee z’n „brlefke.”
..Navond. Tnjlke!” v
„As 'k jou wm, kwam ik de menschen uit de
bedstee halen, mee oewen turf!”
„Wa zyde snaauwerlg teugen me, Trulke?"
Trui zweeg en keek 't brlefke na. En terwyi
ze 'r beurs onder de rokken uitgoochelde, teugen
my: ,Js er alles?”
D’n Blaauwe knipte ’n
Geval 3:
vrouw!
Thans zou het spelen van den heer schyn-
baar voordeel geven. Immers men maakt dan
direct één slag, waarna men echter de twee
volgende slagen verliezen moet. Indien men
echter Inplaats van den heer in den eersten slag
den boer byspeelt, verliest men dien slag; hier
staat evenwel tegenover, dat Zuid nu succes
vol naar den heer toe kan snyden, aangezien
het Am er vóór zit!
NZ maken dus één slag in deze kleur!
Geval 4: West heeft de vrouw en Oost
Am! In dit geval geeft het spelen van den
boer schynbaar voordeel; Oost kan dezen slag
met het Am nemen, waarop de heer slag
wordt; Indien Oost echter den slag niet neemt,
hebben N—Z meteen al een slag gemaakt Als
echter de heer uit Noord wordt gespeeld in de
eerste ronde, maakt Oost dezen slag met het
Am. waarop echter de boer voor NZ nog een
slag oplevert, aangezien de vrouw er vóór zit.
NZ maken dus één slag in deze kleur!
Uit deze beschouwing kunnen we twee
clusles trekken, n.l.:
Ie dat het practisch geen verschil
of uit Noord in de eerste ronde de
de heer wordt bygespeeld. behalve in het eer
ste geval; door het spelen van den boer maakt
men n.l. een slag meer.
2e dat men tn H van de gevallen 0 slagen
maakt, in 4 van de gevallen 1 slag en in U
van de gevallen 2 slagen, zoodat de bedoelde
combinatie gemiddeld op 1 slag moet getaxeerd
worden
Het lykt allemaal wel erg ingewikkeld, maar
wanneer u het goed bestudeert, maakt u zich
van self de logische gedachte eigen, die er aan
ten grondslag ligt, zoodat het u ook gemak-
kelijker zal vallen self eens iets te beredenee-
ren.
Probeert u in leder geval eens zelf hoe in
het volgende voorbeeld zou snyden:
r--f-4-
'X I
L 4
I I
Ook hier hebben we niets anders dan een
combinatie van de gevallen, die we de vorige
maal hebben uitgelegd. Zuid moet dus een
kleine voorspelen en afwachten, wat West by
speelt: stel, dat dit ook een kleine is. dan moet
Zuid het volgende overwegen:
Er zyn 4 kansen, n 1. ten eerste: West heeft
Am en Vrouw; ten tweede: Oost heeft Am en
Vrouw; ten derde: West heeft het Am en Oost
de vrouw; ten vierde: West heeft de vrouw en
Oost het Am!
We zullen deze vier gevallen eens achtereen
volgens gaan bekyken:
Geval 1: West heeft Am en Vrouw. Het is
duldeiyk. dat uit Noord de Boer moet byge
speeld worden en Noord maakt dan ook dezen
slag! (Zooals reeds opgemerkt, hadden
en West leder een kleintje bygespeeld)
Daarna moet Zuid weer zorgen aan slag te
komen, om dan weer naar den heer toe te
gaan snyden. Ook deze snit lukt, want ’t Am
zit vóór den heerl!
NZ maken dus twee slagen in deze kleur!
Geval 2: Oost heeft Aas en vrouw! Wanneer
het aldus zit, is er voor NZ geen eer aan te
behalen, want als uit Noord de boer wordt by
gespeeld. neemt Oost dezen slag met de vrouw
en biyft met het Am achter den heer zitten;
indien uit Noord de heer wordt bygespeeld,
kan Oost dezen slag met het Am nemen en
biyft dan met de vrouw achter den boer zit
ten!
NZ maken dus 0 slagen in deze kleur!
i 1 X 1
Uit de herhaalde verklaringen van onze tal-
looze puzzelaars kwamen we tot het vormen van
een slagzin, die als zoodanig het eigendom van
de V. K. P.-bladen biyft. Men leest dien slag
zin op de plaats der kruisjes in de figuur, wan
neer het gelukt is, in de 14 horizontale rijen de
juiste woorden uit de volgende omschryvlngen
te plaatsen:
nie van hooren. Kommeke koffie, of....??” En
ze keek den Blaauwe zóó vriendeiyk aan, dat
't 'm mln of meer verraste Hy knipte mee z’n
oogen en zee toen: „nou, Trulke, veur de gan
zen is X nie gebrouwen, dus....!"
Terwyi Trui inschonk, zee den Blaauwe:
.afyn Dré. kort en goed: onzen Krist had 'nen
kameraad-slagwerker, zoo-eenen die mee han
den en voeten spuit en zoo hebben wy mee
z'n drieën ’nen bend opgertcht, lyk ae da noe
men. Ik ben om zoo te zeggen, volgens m*n
klanten, „d’n lieder of de bend.”
„En wat speulen jullie. Blaauwe?”
.Da’s 'n ingewikkeld-iets. Dré, om óe dat uit
mekaar te zetten. Luster!”
.Santjes, Tiest!”
„Santjes, Dré, Trulke!”
„Luster. Wy kennen mee heel onzen bend gin
noot zoo groot m *n koei. Da 's ok nie noodlg
veur deuzen soort muziek, m ge maar ont
houdt, da ge om de vyf toonen één toon zoo
valsch spuit dat oew bloed stolt, dan zijd’ al
half op weg. 't Tweede kunstje is. om alle drie
nou en dan op oew eigen houtje uit de maat
te kuieren en t leste kunstje: om toch alle
drie precies gelyk aan den finnes te komen,
mkAAr.... zoo valsch m 'n krolsche kat! En
m ge nou op so*n manier *n schoone ouverture
of opera naar z’n malle zus hebt geholpen, dan
is de zaak gekloft! En da doen we! As wij
speulen. dan draaien alle compenlsten d’r eigen
in d’r kist om; dan is er op gin kerkhof ter
weareld rust meer!”
.Enne.... is X plazlerig werk, Tiest?"
„Oem neeë. Wie werkt er nou veur z’n
lol? Maar of ik nou ’nen wagel turf en sloffen
kan leveren, of 'nen stamppot geschiften mu
ziek 1 is me éénen toetmem, Dré. X Gaat
om 'nen botram en dan zal X myn 'nen zurg
zyn. waar "k m’n handen aan vuilmaak.”
„En X gaat goed?" vroeg Trui.
„Gin plek meer in bed, Trulke,” schaterde
den Blaauwe.
„Dus Tiest, Ulvenhout hee z’n eigen hand?*
.Sjuust. Dré!”
.En hoe hlet-ie?”
.D’n Radjan."
„Hëéë?"
„Radjan. In de stad zeggen ze .Jtedjan",
vanweuges myn rooie haar, want ..Rad" spre
ken ze uit m .Red” in X Engelsch en Red be
teekent rood in X UlvenhoutschGe ziet
wel. Dré. in den Jazz klopt X alty!”
„En als X nie klopt, Tiest?”
.Roemen ze X Hctjazz. En da 's zóó erg, da
ge X best in X Ulvenhoutsch vertalen kunt als:
„rommel".
Amico, ik mot er afschelen. Jammer, want
we hebben nog ’n uur veul leut g’ad, veur den
Jazzbandleader weer opstapte mee z’n turf-
wageltje.
Veul groeten van Trui, Dré III en als alty
gin horke minder, van oewen tzuv.
i X i
ÏX I I
X I I IX
iXi i^l
r
I
I