Onze Ka merp la n ten bend ^\DGt' B ^ibk Ulvenhout hee z'nen eigen RADOX r _4 -i-v-:-- Afwisseling yan genre en zwaarte L'Tx! Verzorging D’n blauwe is lieder van „Radjan VETPUISTJES in den overgangstijd L :x|-'-[’st-' ZATERDAG 16 OCTOBER 1937 Oplossing vorig raadsel snijden Het Prijswinnaars w. z. Het nieuwe raadsel ONS PRIJSRAADSEL x over w. z. Langer leven Voor iedereen wat! BRABANTSCHE BRIEVEN z? /J 7 s 4 Thana op zoek naar een slagzin - t -t- I I Vele puzzelaars bleken het eens te zyn met de opmerking ons beproefd systeem X1 1 lX' J. ix 1 lx' r - 1 -4 ?4 -L -I ix' i Mwr TiWMrt Imiw> n 1 rmwr twt. den Fielp heb ik op de hoogte gesteld....! Jt ==5 27 West heeft het Am en Oost de Vertikaal: eens even het Am. Vrouw N. o 9 SHAWL DIE EEN BLOUSE VERVANGT. can- I i x i I X I X, i N. W. O. Z. nu Heer. Boer 7. N. O. P. H. A. Tuin. 5. onze ons Zuid HEBBEL Ulvenhout, 14 Oct. 37 Amico, re Is oogske naar me, DR£. 3 J Sch h. 3 H. hr. 10 5 R10 7 KI. br 10 0 7 ,3a! Zoo voortgaan de afwisseling van puzzle-genre zwaarte!” kwartjes, dubbeltjes, stuivers, centen en n paar halfkes, die Trui sjecuur op 'n rijke uittelde, schèérde toen den boel op en zee: „veul be- De oplossing van het kruiswoordraadsel vu: Horizontaal: Sch b. 10 7 H A. 9 0 4 R. 5 3 2 KI. A. hr. vr. Tt vtnd 1 wei lekker zo’n bietje warmte langs m’n beenen; als Ik van onderen warm ben, dan slaap ik zóó, als ik In de bedstee kruip." Nou ik laat ze maar betijen, 'n Vrouw 5. 6. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 1. 3. Sch. A. vr 9 H. vr. 9 3'2 R. h. b. 6 Ki l I l maakt, boer of De opvoeding bestaat In de verdeeling, ont wikkeling en versterking van alle natuurlijke zedelijke en godsdienstige vermogens. Mgr. DUPANLOUP Sch. SS 42 H. br. 7 R. A. vr. 9 4 KI. 5 32 Ie 3 /o J 1 o achter „toe- verwijdert U onmiddellijk en afdoende door deit te betten met Radox. opgelost in warm water. Bij apothekers en erkende drogisten f 0.90 per pak en f 0 15 per klein pakje. Aan dit pakje valt bijzonder de bont gekleurde shawl op, die zóó breed of liever zoo geknipt is, dat ze den tndruk maakt vdn een blouse. Met verschil lende shawls zjjn dan ook verrassende effecten te bereiken. Kiezen we een diep donkergroene jersey, dit materiaal voegt zich bijzonder goed en de kleur past zoo in den herfst sigaar, pufte zes manjefieke malkaar den huls deur en komst? We werken samen.” We kregen de vorige week" on. te lezen: „De wekelyksche puzzle In onze krant Is niet alleen steeds zeer amusant. Maar oefent en scherpt ook beslist ons verstand” „Waarde heer Puzzle-redacteur, De winter staat nu weer voor de deur. Onder uw leiding wordt met deze sport Weer menig avondje ingekort. Want waarlijk: uw nummertjes zijn heel fijn Het is een genot, er mee bezig te zijn.” waarmee men momenteel druk bezig ia. degelijk blijvend. vruchtboom. Mahomedaan. verzender van goederen, verhuizer. schoonmaak-artlkel. fout, wandaad. oorlogsspel bij de manoeuvres tapijtwerk, behangsel, nijdig, kwaadgezlnd, compleet. kleurspeling in den regenboog. methode. wat de tamboer op zijn trom te hooren geeft. Hiermede dus op zoek naar onzen slagzin! Onder de Inzenders van een goede oplos in g worden weer zes fraaie prijzen verloot. De uitgeloofde prijzen vielen ten deel aan W. Ankone, Kruisstraat 15, Oldenzaal; mej. J Corneliussen, da Costastraat 231, Amsterdam (West); W. van Doorn. Bonlstraat 28, Utrecht; mej H. Elbertsen. Kleine Houtweg 25. Haarlem: H. C. Pennings, Hoogeweg C 112, Llmmen (N. H.); Th. J. Schaminée, hoofd R.K. School. Altforst (Old.) DE HISTORISCHE COIFFURE schijnt nog altijd een dankbaar onderwerp te zijn voor kappers-wedstrijden. In Berlijn is onlangs zoo’n internationale tentoonstelling van prestaties gehouden, waarbij 12 nationaliteiten vertegen woordigd waren. Wij zien hier een der deelnemers de laatste hand leggen aan een monumentaal kapsel Natuurlijk kwam ook deze week de voor liefde voor de „cross” bij sommigen tot uiting, terwijl we tenslotte met gerechtvaar digde voldoening van verschillende zijden de mededeellng ontvingen, dat men het met opmerking inzake ons beproefd systeem volkomen eens was: kringen zee dan: Een van de meerdere uitlatingen, die onzen slagzin te voorschijn brachten, welken we thans vragen er was er dezer dagen een van den volgenden inhoud: u. b., met de verrassen- en puzzle - t u de rijkdom aan bloemen bulten begint |\l af te nemen en we bovendien door het -*■ soms al gure herfstwlndje er niet meer joo gemakkeiyk toe komen, buiten de plan ten en bloemen te gaan bewonderen, nu neemt de kamerplant weer een belangryker plaats in dan tijdens de voorgaande maanden. En het is dan ook de hoogste tijd, dat deze planten onze aandacht krijgen, want wie nog gewacht heelt met het binnenshuis halen ervan moet zich nu toch haasten. Reeds in September waren de teerdere soorten aan de beurt, om in de kamer gebracht te worden en al kan een heel sterke plant ook nu nog wel op een beschutte plaats wat buiten blijven vóór einde October moeten we toch zorgen, dat alle veilig ondergebracht lijn, om ze tegen de gevaarlijke nachtvorsten te beschutten. We moeten echter oppassen, dat de overgang van buiten naar binnen niet te snel gaat, want dit zou de planten kunnen schaden. Voor het oppotten nemen we een pot, die vooral niet tc groot en niet te klein mag zijn, maken dezen goed schoon, zoodat de wanden en bodem poreus zijn (dus ook geen geverfden of geglazuurden pot nemen!), bedekken het loozingsgat met eenlge potscherfjes en brengen nu de plant in den pot over, terwijl we een flinke kluit aarde om de wortels laten. De harde aardkorst, die den grond meestal overdekt, verwijderen we en vervangen we door versche, losse aarde, stampen het heele zaakje aan (by zwakkere planten vooral niet te sterk) en nu kunnen de planten in huls gezet worden. Als overgang is het echter beter ie hier alleen 's nachts te houden, want overdag is de buitenlucht op beschutte plaatsen nog niet schadelijk en dus alleen maar goed voor onze planten. Na eenigen echter, als het kouder wordt, kunnen d6*"|potten geheel binnenshuis blijven. f Voor de woonkamer, waar we natuurlijk graag vroolljke bloemen in de raamkozijnen hebben, kiezen we nu die planten, die het sterkste bloeien, zooals cyclamens, begonia's, fuchsia's, enz., terwijl de andere soorten, als cactussen, slerbladplanten en andere, gerust in een vorst- vrj) vertrek zoolang ondergebracht kunnen worden. Voor sommige planten is het zelfs ge- wenscht. dat ze in een onverwarmd vertrek staan; dit is b.v. het geval bjj de chrysant, die juist in dezen tijd zoo’n dankbare bloeier is. En wanneer we dan alle kamerplanten veilig en wel in huis hebben, komt de vraag op: ,JHoe houd ik ze zoo lang mogelijk goed en in bloei?” Want het gebeurt maar al te vaak, dat b.v. een cyclamens, die overdadig bloeiend uit den bloe menwinkel gehaald werd, na vrij korten tijd be gint af te takelen en niet meer te bewegen is. haar jongf knoppen tot de wonderlijk mooie vlinderbloemen te ontplooien. En heusch, wanneer u ze maar goed behan delt, dan is het niet noodig, dat dit gebeurt; maar om de plant in bloei te houden, moet men weten, hoe men ze verzorgen moet! Welnu, laat ik u over die verzorging nog het een en ander vertellen. In de eerste plaats moeten we weten, dat alle planten, hoe verschillend ze verder ook behan deld mogen worden, behoefte hebben asm: licht, lucht, water, voeding en warmte. Licht en lucht, dat is niet moeilijk om daar voor te zorgen, wanneer men vensterbanken heeft om de planten op te plaatsen ot anders een bloementafel of -bak. Vergeet u echter niet, ook werkelijk voor de frissche lucht te zor gen, door dikwijls de ramen open te zetten, althans nu nog, nu de buitenlucht niet nadeelig is. Tocht is echter allesbehalve goed voor de planten, dus laat niet ramen en deuren tegelijk open staan. En dan het water! Ja. nu komen we reeds aan een iets moeiiyker onderwerp, want dit loopt voor de verschillende soorten vrjj sterk uiteen; maar eenige algemeene regels zijn er toch wel vast te stellen. In lente en zomer hebben de planten het meeste water noodlg, in verband met hun groei en zaadvormlng. 's Winters daar entegen hebben zij slechts aan zeer weinig be hoefte, omdat de ontwikkeling dan vrijwel stil staat. En de herfst is natuurlijk de overgangs tijd; dat beteekent dus, dat we de hoeveelheid water steeds moeten verminderen. Na het op potten mag dit verminderen echter nog niet direct beginnen, omdat de planten eerst moeten wennen aan hun nieuwe omgeving. Misschien denkt u. dat het altijd maar het veiligst is. steeds wat ruim water te geven, omdat te veel water wellicht minder erg is dan te weinig. Dit is echter niet juist, want als de aarde te nat is en dit eenlgen tijd blijft, begint ze zuur te worden en gaan de wortels rotten; bent u er dan niet gauw genoeg by, met de plant te ver potten, dan sterft ze af. Het beste is. zorg te dragen, dat een overvloed van water niet voor komt; laat daarom nooit te lang water op het schoteltje staan. Wat de wijze van begieten betreft, heerscht meestal nog de verkeerde meenlng, dat men het water onderop geeft, terwijl het juist beter is bovenop te gieten, aangezien dan de heele pot van vocht doordrenkt wordt en het overtollige water af vloeit. By het begieten van cyclamens moet men er echter om denken, dat er niet op den voet van den stengel gegoten wordt, doch aan den rand van den pot, omdat anders de jonge bloemknoppen, die aan dien stengelvoet ont staan, zouden afrotten. Voor sommige planten is het noodlg, dat men 's winters geen koud, maar lauw water geeft (cyclamens, primula’s). BU het begieten moet men ook aan de bla deren denken, want al zou men dat misschien niet zoo zeggen, deze spelen een zeer belangryke rol bjj de planten. Zy moeten dan ook steeds schoon zyn en daartoe is het noodlg, dat ze van tyd tot tijd worden afgespoten of met een penseel schoongemaakt aan boven- en onder- zyde. Maar nu genoeg over het begieten der plan ten, want er is nog meer te doen, en wel de afdeeling voeding! Een pot is n.l. een zeer kleine voedingsbodem en daardoor niet in staat de plant het geheele jaar door van voldoende voedsel te voorzien. Nu zyn ook voor de be mesting lente en zomer de belangrykste perio den. terwyi men dit 's winters geheel kan na laten. En wederom is de herfst dus een over gangsperiode. waar we langzamerhand het toe voegen van mest (natuuriyke of kunstmest) verminderen. Wanneer u de juiste hoeveelheden mest van dit jaargetyde wilt weten, doet u het beste, uw bloemenleverancler hiernaar te vragen, aangezien dit én van de mest èn van de plan tensoort afhangt. Men lette er echter op, hier nauwkeurig mee te zyn, want te veel mest is zeer gevaariyk en kan de wortels verbranden. Ja, en nu is er nog heel wat te vertellen over de manier van bemesten en de verschillende mestsoorten. maar ook over het verpotten, het stekken en nog vele andere dingen in verband met kamerplanten, maar de hoofdzaken heb ik u nu medegedeeld en wellicht komt de rest in een volgend artikel weer eensj aan de beurt. MARIJE men: mee al z’n drukte was ie zynen gang- naar-ons zo’n bietje verleerd. Tjah da’s zo'n eigenschap van menschelyk gewoontedier. X Eene moment ziet ge Jan, Plet of Klaas ei ken dag 'n paar keer veur oew neus hangen, ■n ander ty ziet ge zoo-eenen in gin half jaar. Zonder dat ook maar één kwaal woord, ja. gin onplazlerige gedachte er geweest is. Maar deur d'een of andere omstandigheid geraakt zo'nen kwiebus uit z’nen vasten koers, leert zonder dat ie t eigens weet ’nen anderen koers a&n en ge ziet 'm in gin weken, soms in gin jaren meer verom. De meeste dingen doet ’nen mensch uit gewoonte daar zyn er duuzenden die b.v. alty X zelfde eten, uit gewoonte; kilo’s tabak wegsmoren (lyk ik!) uit ge woonte; te weinig slapen, uit gewoonte, of te veul maffen uit gewoonte. Denken aan oor log is al ’n gewoonte van twintig jaren kla gen over slechte tyen, idem! Zekers, zekers: daar zyn duuzenden, die daar veul reden toe hebben, maar daar zyn nog méér klagers, die heelegüAr gin reden tpt murmereeren hebben. (En mee ’n „bezorgd gezicht” ’nen ermen sloe ber in de kou laten staan). Maar om dan 'ns weer terug te komen op den Blaauwe: Trui had by 'm besteld ’n wa- geltje turf en ’n paar honderd sloffen. Bruln- kool-briketten, als ge dat beter verstaat, 'n Ouwerwetsch stuk stook, waar Trui nog alty op gesteld is. „Ge kunt er zoo lekker de platte- buis op laten zeuren, op zo’nen slof.” beweert ze: „Wanneer X nog nie koud genogt is, om fel te stoken.” Maar de hoofdzaak is, amico, dat ze zoo geren 'n smeulend half slofke in de stoof hee zitten. Net als nou, als we zoo 's avonds by malkaar zitten en mee die na- jaarssturmen den wind onder de deuren zuigt, dat ge 'm langs oewen voeten voelt gaan dlk- kels, dan pakt Trui de stoof, vlscht mee de tang 'nen halven slof uit X vuur, legt die in de test en dan kan ze gerust zo’n paar uren „bakken” mee d’r voeten op de stoof, die heele- gaar onder heur wye rokken is verborgen. Oplossingen worden tot Donderdagmiddag 12 uur Ingewacht by den heer G. M. A. Jansen, Ruysdaelstraat «0, Utrecht. De tegenwoordige generatie kan er prat op gaan gemiddeld 13.68 jaar langer te leven dan die van vyf en twintig jaar geleden. Volgens een statistiek, die een New Yorksche levensver- zekeringsmaatschappy kon aanleggen aan de hand van het materiaal van 17 500 000 verze kerden. bedraagt de gemiddelde leeftijd van onzen tydgenoot 60.31 jaar. In de jaren 1911— 1912 wm dat cyfer beduidend lager en bedroeg de gemiddeld bereikte ouderdom slechte 46.63 jaar Grootere hygiene, verbeterde veiligheids maatregelen in fabrieken en bedryven hebben er toe bygedragen den menschen van tegenwoor dig by een verstandige levenswyze een langer leven te waarborgen... 1. banketbakker; 2. si; 3. kei; 4. op; 5. poel; 6. peer; 7 en 8 som: 9. er; 10. schoollokaal; 16. lip; 17. talisman; 18 emigrant; 19. net; 21. New ton; 22. poliep; 23. ornaat; 24 laster; 30. Ew: 31. g.t.; 32. A P.; 33 es.; 37 kam; 39 ui; 42. dop: 45. Turk; 46. eind; 49. Sau; 51. kou; 53 me; 54. t.w.; 56 ae; 57. om. „Hoe is t mee Aantjes!” vroeg Trui bits. .Prlmabest," lachte den Tiest: „maar ze wordt te dik." „Hoezoo te dikt" „Ik heb gin plek meer in de bedstee Trui en da’s veul ongerief," zee-t-ie droog. „En de klnders.” .Puik, Trui! Ze worden groot, ee. ze gaan meetellen. Onzen Graad, die lyk ge wit, ge trouwd is mee Mleneke van Jaane. stellen t best, daar onder Notsel. We verwachten daar allen dag 't derde al!” .Bakske leut?” .Beljot.” „Ga toch zitten." „Kost ik wel efkens doen, ja!" „En den Jaan? Vindt die ’t gezellig, Tiest?" „Watte?" „Dat daar nommer drie op komst is." „En of! Hy is er al!" Hy is er al? ,4a. Hy bakert daar alty.” ’t Kwam er zoo komlek-droog uit, amico, dat Trui en ik in den lach schoten. ,,’k Heb 'm vroeger, veur ie mee pensioen was, veul genegerd, maar sinds we familie van malkaar zyn geworden, kunnen we kolossaal goed opschieten mee malkaar.” „Sigaar, Tiest?" „Ginnen kwajen vent as ge 'm beter kent, merci Dré"; hy nam ’nen vorstenlander uit de kist en beet er den punt af. „Zoo is 't mee alle menschen. Blaauwe," zee Trui wysgeerlg. „Geloof ik ok wel, ja." antwoordde-n-ie, ter- wyl ie de sigaar aanstak. ..De menschen plagen malkaar ’t meest, omdat ze malkaar nie ken nen Trui knikte dikkels. en als ze malkaar heel góed kennen.” ging den Blaauwe verder en deur t vlammeke van den lucifer keek ie naar Trui: „dan pesten ze malkaar weer net zoo hard as vroeger.” Dat droop Trui dus tusschen de vingers en ze zweeg. „En den Krist, oewen tweeden zeun,” vroeg ik: „dat wordt ook al 'nen steuvigen kearel, ee?” „Ja! Die is in de muziek." .Jlèèé.vroeg Trui. „Walter muziek??” ,X>uitsche pyp.” „Duitsche.wa?" .Baksefon” zee den Blaauwe en mee z’n han den maakte-n-ie van z’nen mond tot z’n knieën ’n beweging, die t model van ’n groote pyp teekende. „Saksefonvroeg -Trui. „Is da zoo gek?" .Beeëja...., wamok daarop zeggen...., gek? Gek? Maar daar zit gin toekomst in.” In het vorige artikel heb ik eenige voor beelden gegeven van snyden; meestal stelt men zich echter een ander geval voor, maar men dient dan wel in het oog te houden, dat dit geval slechts een uitbreiding is van het grondprincipe, zooals ik dit uitvoerig heb uit eengezet. We zullen het betreffende geval gaan bekyken: NZ spelen 3 Bans Atout, d.l. dus 9 slagen zonder troef! West komt uit met kl. boer. Hoe moet Zuid spelen? 1. Boskoop; 6. Paeaens; 11. lep; 12. ode; 14. nor; 15. n.l.; 17. te; 17a. Ee; 19. N H.; 20 kin; 22. Palermo; 24. Leo; 25. Epe; 26. O. L.; Ir; 28. Ato; 29. welig; 32 Agnes; 34. twist; 35. praat; 36. Ako; 38. Em 40 Aa; 41. Edo; 43. kan; 44. patient; 47. rok; 48 KM.; 50 nu; 50a it; 52. Pa; 53. mat; 55. ren; 56. zoo; 58. Reeu- wyk; 59. Dreumel. nade, sloffen, verkens, schietbogen, muziek en aanverwanten „Sjuust, Dré, maar speciaal in den muziek.” „Wa spuit ie zooal?” vroeg Trui. „Van alles!” „En gy op den trekzak, natuuriyk, zee ik. „Allicht" We zwegen efkens. Moesten die leste nuuw- kes van den Blaauwe ’n bietje verwerken. Ik stak m’n pyp 'ns overnuuw aan. Trui keek ’ns in de plattebuls. Toen vroeg ik„ennewat tehoeIk kost er nie te best uitkomen en maakte daarom mee vinger en duim 'n geld lenend gebaar. Den piaauwe ging er 'ns veur zitten. Klopte den assie van de sigaar in t pookgat van de kachel, keek scherp naar 1 vuureind. zee toen: ,,'k zal T oe uitleggen. Den trekzak is veul in de mode gekomen, lyk ge misschien wit. Hy de deftigste families die t Mocht ik 'm verlejen week toevallig weer *ns efkens naar veu- ren schuiven, veur t voetlicht van m’n brieven, zoodat m’n groote zaal lezers den Blaauwe weer ’ns teruzag in langen hebt ge toch nie veul van m ver nomen en ik zal oe zeggen, hoe dat kwam. Wy sagen m den lesten tyd zoo weinig! Oja "k spreek ’m geregeld, eiken Zondag op de prop- club. maar ik had oe ge weet t eigens den lesten tyd over zóóveul andere dingen te schryven dan over de „Gouwen Koel”, dat den Blaauwe, zoo geruischloos meugeiyk, tusschen de coulissen verdween. Jalyk ik ai zee, we zien 'm weing de leste tijen, by ons thuis. Want den Tiest heeft ’t druk. Veul druk! Hoe beroerder de tyen zyn, hoe harder ie werkt. En zeg nou nie „wiedes”, ami co, want de meeste menschen werken T hardst, sis ze den wind méé hebben. Ik zeg dat nie *ls verwyt. t Is nou eenmaal plazieriger te oogsten dan te zaaien, maar ik zeg t, om oe "nen goeien kyk op den Blaauwe te geven. Hy bezit 'n groot huishouwen en zoo maar ’n klein boerderijke en dat zyn twee verschlljende din gen, die nie zoo best balanceeren! En ’t is dus veur den Tiest ’nen heelen hysch, om die schaal in evenwicht te houwen. ’tLukt ’m! Vaneigens! Ze moeten 't hum al héél eigenaardig veur z’n neus draaien, als hy zou zeggen: „Onmeuge- iyk". Maar daarmee is nog nie gezeed, dat ie nie ’nen hoop last hebben zou mee z’nen eco- nomischen bascule. Zoo is nou eenmaal t leven. Ge krygt niks veur niks. En menschen die zoo makkelyk kla gen: „Ik mot alles zelf doen,” zulke tiepen hebben van die groote waarheid nog maar weinig deur! En menschen, die er zoo gemak- kelyk over praten en huiliën jaloerschen aard zoo makkelijk laten gaan, meugen wel verdik- boppes goed beseffen dat zelfs vin fletskam-„'tHoucjt er den rimmeltiek uit," see ze: pfoenst hap bjj oe thuisgebrocht wordt! Veur alles mot op deuze weareld gevochten Worden! Zelfs.... veur ’t by malkaar houwen **n ’n.... erfenis! komt teugenwoorlg in de deftigste veur! Daar zyn zelfs mei.... dAmes, leeren. Ze dansen er geren op. ziede!” „Op zo'nen trekzak." „Op de muziek die er uitkomt tenminste, ’t Is eigeniyk zoo gelegen, Dré. 'nen trekzak, 'n Duit sche pyp en ’n Turksche trom zyn in 'n mo dem huishouwen minder te missen, dan ‘n keukenfornuis en ’n Heilig Huishouwen op de kast. En as ge 't myn vraagt, dan hebben me datte veur 't grotste deel aan d’n radejoow te wijten. De lui zyn nou versnotterd op 'n soor tement van muzikaal lawyt mee ’n zoogenomd refreintje. Hoe valscher den muziek en hoe zouteloozer ’t liedeke, hoe liever! As ’t vrouw volk z’n achteriyf zoo maar ’n bietje kan mee- schudden op da maat- en muzieklooze gesteun, dan is 't muzikaal genot volmokt!” Den Blaauwe trok weer 'ns aan z’n sigaar, pafte virtuoos weer kringen naar de lamp, boorde toen z’nen pink in z’n oor en schudde z’nen kop ’ns op. Trui bekeek m heel seerjeus. Heur lippen stonden van aandacht naar veuren. En ik pro beerde ook 'n kringske te maken, maar ’t wlerd alleen maar ’n hoestbui. „Ge wit,” ging den Blaauwe toen deur: ,Jk ben op den trekzak nogal 'nen pikeur al sek- keizei vers. Ik knikte. Trui knook ook. ..En onzen Krist is ok erg muzikaal!” „Aartje naar z’n Vaartje," snapte Trui. „Tuttut,” suste den Tiest: „onzen Krist ginnen jongen van myn...." „Ochja." schrok Trui: .nimme nie kwalyk, Blaauwe." „Kwalyk, Trulke? Waarom?" k vergat dat ge mee n weduwenvrouwke getrouwd zyt, ee.” „Is toch gin schand." .Bchand?? Mensch. t strekt oe tot eer dat ge van Aantje’s klnders houdt of z'oew £igen- \fSai«e"gëdiïlcfig óp de 'HJksdaaldere. guTdèns. Töén ttök’ «K -BIMUWF TW gteuvtg- asir -rn" zte zyn!”------- ..Schoon' aanspraak, Trulke, die ge daar g'ouwen hebt. Jammer da 'k ginnen prikstoel veur oe by d' hand had.” -4 L I lXI I |X; Voor mede! yden heeft de natuur velen een talent gegeven, voor mede-verblydên slechts weinigen. “"I I I I - +--U - -4 - We moeten dus gaan aannemen, dat Zuid aan slag is. en wanneer Noord soms aan slag mocht zyn. dan moet Zuid eerst door een an dere kleur te spelen trachten aan slag te ko men. Zuid speelt nu de 6 voor en gaat het sny- prlnclpe toepassenn.l. probeeren om een la gere kaart te maken, in de hoop, dat een an dere (hoogere) kaart er vóór zit. Die lagere kaart is dan in dit geval de vrouw, terwyi die hoogere kaart dan natuuriyk de heer is; Zuid hoopt dus. dat de heer vóór de vrouw zit. dus by West. Is dit n.l. zoo. dan kan zoowel de vrouw als het Aas van Noord ge- maalft worden Indien n 1. West in den eersten slag een kleine bijspeelt, wordt uit Noord de Vrouw bygespeeld en wanneer West daarente gen den heer by.speelt, wordt uit Noord het Aas gespeeld en wordt daardoor de vrouw dé hoogste kaart in die kleur en dus vanzelf sprekend een slag. Wanneer we hu de waarde van de combi natie Aas. vrouw moeten taxeeren. kunnen we "dat het beste als volgt doenals de heer by West zit. n.l. in de helft van de gevallen, levert die combinatie twee slagen op. als de heer echter by Oost zit, kunnen NZ nooit meer dan 1 slag maken. De slotsom is dus, dat in de helft van de ge vallen twee slagen gemaakt wordt en la de andere helft een slag; de waarde van de bo vengenoemde combinatie moet dus op het ge middelde. d.l. 1*4 slag geschat worden. In aansluiting hierop kunnen we nu een eenigszins Ingewikkelder geval gaan behande len, n.l. het volgende: veur geworden....! "kKan evengoed ’n rede voering teugen de mahoniekast afsteken. Zoo heb ik 'n zwagerin, ’n zuster van Trui, die ’n jaar of drie gelejen weduwvrouw is geworden. Ze is ook al nie zoo piepjong meer, hee ’n groot bedryf en mist natuuriyk in veul zaken den steun van mannelyk inzicht. Dan komt ze naar ons toe, ’n bietje in d'ren schulp. „Zeg, Dré, nou moeste gy me 'ns 'nen goeien raad geven. Zie. deus pampleren. ee, daar kan ’k nie mee uU den weg. Den notaris zee zus-en-zoo; maar dié soort kearels vertrouw ik nie. ziedeKunde ge me nou nie 'ns zeggen, hoe dak deus zaak vast mot pakken?" Nou, wat doet ge dan, amico, als vent, als zwager nogal! Ge spant oew eigen zooveul meugpiyk in, om zo'n frummes ten beste te raaien! ’t Is wel gebeurd, dak nie dalyk de beste oplossing by de hand had en dak de paperassen efkens 'n paar dagen by me hiew om dan einde! yk de sjees in te spannen en t mensch te gaan inlichten. En als ik ze dan na 'n paar maanden, als ze weer om raad kwam, 'ns vroeg hoe ’t mee die vorige zaak ge- loopen was. danDan had ze sjuust dktte gedaan, wa k heur fel had afgerajen! Duuzend keer vroeg z' om raad, duuzend keer dee ze d’r eigen zin. En als Ik dat lest ’ns zee, dan begost ze ’ns te lachen en antwoordde: 4a och ja.... wa zak zeggen ee?" Maar dat tusschen hokskes. Ja sloffen „doet" den Blaauwe er teu- genwoordlg ook by. Z’n bedryvigheid van „bedryf” kan 'k mee den besten wil nie meer spreken breidt geregeld nog uit. En 't is daar over, dak oe deuze week ’ns schryven wou. Gisterenavond, na zeuvenen nog, kwam ie mee z’n wageltje den erf op. wy keken malkaar 'ns aan....! k Had alles al gesloten, 't was natuuriyk ieveraans stik donker. Trul’s gezicht betrok 'n bietje, want zy begreep al dalyk, da daar den Blaauwe was mee de bestelling brandstof en ze bromde in d’r eigen zooiets als: „Is ie nou effen bedu veld.” In leder geval iets in die .kleur” om trent. Afyn! kLiet Trui maar foeteren, vroeg waar ze den rommel hebben wou. stak m’n stallan- teem aan en lichtte den Blaauwe by, als ie den turf en de sloffen optastte in 1 kleine stalleke, vlak neffen den mestkuil. Als we gereed waren, kwam ie 'n oogenblikske binnen, mee z’n „brlefke.” ..Navond. Tnjlke!” v „As 'k jou wm, kwam ik de menschen uit de bedstee halen, mee oewen turf!” „Wa zyde snaauwerlg teugen me, Trulke?" Trui zweeg en keek 't brlefke na. En terwyi ze 'r beurs onder de rokken uitgoochelde, teugen my: ,Js er alles?” D’n Blaauwe knipte ’n Geval 3: vrouw! Thans zou het spelen van den heer schyn- baar voordeel geven. Immers men maakt dan direct één slag, waarna men echter de twee volgende slagen verliezen moet. Indien men echter Inplaats van den heer in den eersten slag den boer byspeelt, verliest men dien slag; hier staat evenwel tegenover, dat Zuid nu succes vol naar den heer toe kan snyden, aangezien het Am er vóór zit! NZ maken dus één slag in deze kleur! Geval 4: West heeft de vrouw en Oost Am! In dit geval geeft het spelen van den boer schynbaar voordeel; Oost kan dezen slag met het Am nemen, waarop de heer slag wordt; Indien Oost echter den slag niet neemt, hebben N—Z meteen al een slag gemaakt Als echter de heer uit Noord wordt gespeeld in de eerste ronde, maakt Oost dezen slag met het Am. waarop echter de boer voor NZ nog een slag oplevert, aangezien de vrouw er vóór zit. NZ maken dus één slag in deze kleur! Uit deze beschouwing kunnen we twee clusles trekken, n.l.: Ie dat het practisch geen verschil of uit Noord in de eerste ronde de de heer wordt bygespeeld. behalve in het eer ste geval; door het spelen van den boer maakt men n.l. een slag meer. 2e dat men tn H van de gevallen 0 slagen maakt, in 4 van de gevallen 1 slag en in U van de gevallen 2 slagen, zoodat de bedoelde combinatie gemiddeld op 1 slag moet getaxeerd worden Het lykt allemaal wel erg ingewikkeld, maar wanneer u het goed bestudeert, maakt u zich van self de logische gedachte eigen, die er aan ten grondslag ligt, zoodat het u ook gemak- kelijker zal vallen self eens iets te beredenee- ren. Probeert u in leder geval eens zelf hoe in het volgende voorbeeld zou snyden: r--f-4- 'X I L 4 I I Ook hier hebben we niets anders dan een combinatie van de gevallen, die we de vorige maal hebben uitgelegd. Zuid moet dus een kleine voorspelen en afwachten, wat West by speelt: stel, dat dit ook een kleine is. dan moet Zuid het volgende overwegen: Er zyn 4 kansen, n 1. ten eerste: West heeft Am en Vrouw; ten tweede: Oost heeft Am en Vrouw; ten derde: West heeft het Am en Oost de vrouw; ten vierde: West heeft de vrouw en Oost het Am! We zullen deze vier gevallen eens achtereen volgens gaan bekyken: Geval 1: West heeft Am en Vrouw. Het is duldeiyk. dat uit Noord de Boer moet byge speeld worden en Noord maakt dan ook dezen slag! (Zooals reeds opgemerkt, hadden en West leder een kleintje bygespeeld) Daarna moet Zuid weer zorgen aan slag te komen, om dan weer naar den heer toe te gaan snyden. Ook deze snit lukt, want ’t Am zit vóór den heerl! NZ maken dus twee slagen in deze kleur! Geval 2: Oost heeft Aas en vrouw! Wanneer het aldus zit, is er voor NZ geen eer aan te behalen, want als uit Noord de boer wordt by gespeeld. neemt Oost dezen slag met de vrouw en biyft met het Am achter den heer zitten; indien uit Noord de heer wordt bygespeeld, kan Oost dezen slag met het Am nemen en biyft dan met de vrouw achter den boer zit ten! NZ maken dus 0 slagen in deze kleur! i 1 X 1 Uit de herhaalde verklaringen van onze tal- looze puzzelaars kwamen we tot het vormen van een slagzin, die als zoodanig het eigendom van de V. K. P.-bladen biyft. Men leest dien slag zin op de plaats der kruisjes in de figuur, wan neer het gelukt is, in de 14 horizontale rijen de juiste woorden uit de volgende omschryvlngen te plaatsen: nie van hooren. Kommeke koffie, of....??” En ze keek den Blaauwe zóó vriendeiyk aan, dat 't 'm mln of meer verraste Hy knipte mee z’n oogen en zee toen: „nou, Trulke, veur de gan zen is X nie gebrouwen, dus....!" Terwyi Trui inschonk, zee den Blaauwe: .afyn Dré. kort en goed: onzen Krist had 'nen kameraad-slagwerker, zoo-eenen die mee han den en voeten spuit en zoo hebben wy mee z'n drieën ’nen bend opgertcht, lyk ae da noe men. Ik ben om zoo te zeggen, volgens m*n klanten, „d’n lieder of de bend.” „En wat speulen jullie. Blaauwe?” .Da’s 'n ingewikkeld-iets. Dré, om óe dat uit mekaar te zetten. Luster!” .Santjes, Tiest!” „Santjes, Dré, Trulke!” „Luster. Wy kennen mee heel onzen bend gin noot zoo groot m *n koei. Da 's ok nie noodlg veur deuzen soort muziek, m ge maar ont houdt, da ge om de vyf toonen één toon zoo valsch spuit dat oew bloed stolt, dan zijd’ al half op weg. 't Tweede kunstje is. om alle drie nou en dan op oew eigen houtje uit de maat te kuieren en t leste kunstje: om toch alle drie precies gelyk aan den finnes te komen, mkAAr.... zoo valsch m 'n krolsche kat! En m ge nou op so*n manier *n schoone ouverture of opera naar z’n malle zus hebt geholpen, dan is de zaak gekloft! En da doen we! As wij speulen. dan draaien alle compenlsten d’r eigen in d’r kist om; dan is er op gin kerkhof ter weareld rust meer!” .Enne.... is X plazlerig werk, Tiest?" „Oem neeë. Wie werkt er nou veur z’n lol? Maar of ik nou ’nen wagel turf en sloffen kan leveren, of 'nen stamppot geschiften mu ziek 1 is me éénen toetmem, Dré. X Gaat om 'nen botram en dan zal X myn 'nen zurg zyn. waar "k m’n handen aan vuilmaak.” „En X gaat goed?" vroeg Trui. „Gin plek meer in bed, Trulke,” schaterde den Blaauwe. „Dus Tiest, Ulvenhout hee z’n eigen hand?* .Sjuust. Dré!” .En hoe hlet-ie?” .D’n Radjan." „Hëéë?" „Radjan. In de stad zeggen ze .Jtedjan", vanweuges myn rooie haar, want ..Rad" spre ken ze uit m .Red” in X Engelsch en Red be teekent rood in X UlvenhoutschGe ziet wel. Dré. in den Jazz klopt X alty!” „En als X nie klopt, Tiest?” .Roemen ze X Hctjazz. En da 's zóó erg, da ge X best in X Ulvenhoutsch vertalen kunt als: „rommel". Amico, ik mot er afschelen. Jammer, want we hebben nog ’n uur veul leut g’ad, veur den Jazzbandleader weer opstapte mee z’n turf- wageltje. Veul groeten van Trui, Dré III en als alty gin horke minder, van oewen tzuv. i X i ÏX I I X I I IX iXi i^l r I I

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1937 | | pagina 21