H
<wwi den daq
De avonturen van Prof je en Struis je
LI
i
Zoo'n Migraine?
r
I
|IES, LIESBETH,
ELISABETH
DE SOLDATEN”
i’4
I
F
„EEN MISDAAD JEGENS
d
VRIJDAG 22 OCTOBER 1937
V
a
Een soc.-democraat
over
O# UNOX IS ALLES EV,
'SLIJK!
UNOX FIJNSTE VLEESCHWAREN- EN CONSERVENFABRIEKEN - OSS
If
KATHOLIEKE ILLUSTRATIE
1
5
H
1
’"t |S
FIJNSTE VLEESCHWAREN
4
A
J
I
ons dlt
offer
Vliegdemonstraties op Ypenburg
I i
een
I
99
UNOX
72e jaargang No. 3
ter!
De roman van een heldenleven, waarin
het
bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door
13
1
d
Weest gerust, moeders van huwbare zonen, de
pest is van de b**n.
De Narrenkap toont zich weer een geestlgen
confrater van het groote blad en Okki is weer
naar bet hart van de jeugd. Zoo geeft dit num
mer een schat van lectuur en een rijkdom van
prenten zonder weerga.
DE UHOX FABRIEKEN VERSTREK.
KEN GAARNE RECEPTEN VAN ALLE
GEWENSCHTE VLEESCHSCHOTELS
at
s<
P
b
di
d
b
groote werk van pater Damiaan staat geteekend,
lost de gedane beloften wel in. Met iedere kolom
wint het verhaal aan belangwekkendheid. Be
halve enkele Short stories en den vlotten roman
JJe vreemde man op het dorp** zijn er twee oor
spronkelijke verhalen: De cel, door H. Wolffen-
buttelvan Rooljen, een fljn-gedachte schets, en
De neef uit Amerika, een pittig behandeld geval
door C. van Rospeünen.
E
de
luis
Kat
von
in i
ran
rid
O
te
F
d<
di
H
Oeli
met
De
Ker
H
ben
leer
N
ten
tanl
mis
I
I
B
doe
K
T
dat
telt
wel
Uit hat Fratwch vertaald door Christina Kamp
O
*n
at
et
U
vi
eeeaeieieieeseeseeeeeeeeeeMeeaeiieeeeeeeetseseeeeese^
\De tragedie van i
Dr. Melville
Stilte op Rlle fronten! De strijdenden blijven
achter hun versterkingen, er is geen offensief!
Papa en mama hebben mij geen enkele beris
ping gegeven wat betreft mjjn onberedeneerde
daad. Ik kan mij voorstellen, dat zü in de inti
miteit tot elkaar gezegd hebben: „Lies te koppig,
als wjj haar onze ontevredenheid toonen, als wij
haar verwijten gaan doen, dan zal zjj absoluut
niet toegeven, terwijl, als wjj zwijgen, als wij
doen alsof het een klnderachtlge streek van haar
was, zij vergeten zal. Wij zijn zeker van Claude!"
Gisteren werd Claude verdacht, vandaag bezit
hij alle mogelijke goede hoedanigheden, hij al
leen kan mij In bedwang houden.
Wat nu? Profje boog jammerend uit het
venster om te zien of hij zijn vriendje nog
zag. En jawel, daar zweefde hij, een paar
meter van het vliegtuig af. HU had meteen
de vleugels uitgeslagen, en daar de vaart
van het vliegtuig niet zoo groot was, kon hü
het gemakkelUk bijhouden.
n den zachten rosen gloed van de leeslamp
naast z’n fauteuil, zat dr. George Melville
in z'a studeerkamer. Z’n gelaatstrekken le
ken verwrongen en z’n eene arm hing lusteloos
en slap over de stoelleuning. Rond z'n oogen
teekenden zich donkere kringen af. Zooals hü
daar roerloos zat, leek hü een beeld van droef
heid en ellende, een oude en afgeleefde man.
En toch was hij slechts tusschen de vUftig en
zestig, voor in de vUftig. en stond hU op de
hoogste sport van een eervolle geneeskundige
loopbaan.
liet was reeds na middernacht en met een
zucht nam hU een brief op, die al geruimen tijd
op z’n knie lag. Voor de zooveelste maal las
hij het volgende:
.het is ons niet mogen gelukken, een andere
uitspraak voor Andrew Melville te verkrügen.
Het doodvonnis zal onherroepelijk morgenoch
tend om 7 uur voltrokken worden.”
Op een tafeltje, vlak bU de leeslamp. lagen
een paar kranten, waarin een bericht stond
in nauw verband met bovenstaand schrüven:
„Morgenochtend om 7 uur zal het doodvon
nis voltrokken worden over Andrew Melville.
Onze lezers zullen zich herinneren, dat Andrew
Melville in October van *t vorig Jaar ter dood
veroordeeld werd wegens moord op zUn ver
loofde Jessie-Barton, in haar ouderlUk huls te
Brooklyn.”
Met een wanhopig gebaar duwde dr. George
Melville den brief van zich af. HU stond op en
liep rusteloos de kamer op en neer. EindelUk
>nd hU stil voor een groot portret aan den
muur. Het was de beeltenis van een knappe
vrouw van middelbaren leeftud, met rustige,
vriendelijke trekken. Dr. Melville keek er naar
en zei hardop:
.Dank den hemel, dat je dood bent, Irma.
Jou is het ten minste bespaard gebleven onzen
zoon als moordenaar veroordeeld te zien.”
Op dit oogenblik scheen het hem toe, alsof
de oogen van *t portret hem met diep mede
lijden aankeken.
MUnheer de secretaris heeft zün betrekking
niet verlaten, lederen morgen komt hü met zün
actentasch vol papieren en zUn onaangenaam
gezicht. O, hU verlangt niet zün verloofde weer
te teen. Ik moet het tot mijn vernedering be-
Daar klonk eensklaps de huisbel. De dokter,
die weer in z’n fauteuil zat, richtte zich op en
luisterde aandachtig. Wie zou die nachtelUke
bezoeker kunnen zUn? Een patiënt? Opnieuw
klonk de bel, hard en doordringend. Ontstemd
Hep dr. Melville naar beneden, om de huisdeur
te openen. HU had dien avond alleen willen
zün. Nauwelijks had hU de deur geopend, of er
sprong iemand binnen, die riep:
„Om Gods wil, dokter, kom direct. Het gaat
om leven en dood!”
Maar Profje was er niets gerust op. „Kom
er maar weer In,* zei hü en daar Struisje
wel zgg hoe ongerust de Professor was, zette
hU zich bedaard op den rand van het raam
en stapte weer op zjjn plaats. De piloot en
Profje lojjpden beiden een zucht van verilcn-
tlng.
..Houd u kalm, mevrouw." zei de geneesheer,
„ik kan uw hulp noodig hebben.”
De vrouw opende zenuwachtig de deur van
een klein slaapvertrek. Vap achter een scherm
was het kreunen van een kind in hooge koorts
hoorbaar. De dokter ging naar het bed en on
derzocht den kleinen lUder, die zich rusteloos
heen en weer bewoog. Daarna dekte hü hem
weer toe.
„tls longontsteking." verklaarde hU. „Geef
me direct wat warm water.”
De vrouw bracht het gevraagde en de dok
ter deed z’n hemdsmouwen in de hoogte. De
uren gingen voorbU, twee, drie vier....
Zaterdag 23 October zullen op het vliegveld
Ypenburg in verband met het dertig-jarlg be
staan van de Kon. N'ed. Vereeniging voor Lucht
vaart vliègdemonstratles worden gehouden,
welke om drie uur des middags beginnen.
met tal van raadgevingen op
Waarlijk, het is een rijke inhoud
ervan maakt een góeden indruk.
ur zoo liefhad, droevig tsaan.
engt mU op de hoqgte: ZUn
Ider klinkt, gebaren, die ik voel,
zwaar
Maar de medicus verloor geen oogenblik z’n
kalmte en nam den vreemden bezoeker bedaard
op. Het was een man, eenvoudig maar behoor
lijk gekleed, zonder hoed of pet en naar het
scheen, ten hoogste verbaasd, dat de genees
heer nog talmde. HU zag doodsbleek. Alles wees
er op dat hU van uit z’n bed direct naar een
dokter was geloopen.
„Toe, schiet op, dokter!” riep hU met heesche
stem, „m’n kleine jongen sterft! Waarom komt
u niet?”
„Goed, ik ga mee," zei dr. Melville, en ver
zocht den man te wachten, tot hij zijn instru
mentenkoffer had gehaald. Waarom zou hij niet
gaan? Het was toch z’n plicht. Wat zou die
man wel denken, als hü wist....
Toen de dokter weer beneden kwam, nam de
bezoeker hem bij den arm en liep zoo hard hü
maar kon.
„Ik kon geen taxi krijgen!” hUgde hü-
De koude nachtwind werkte kalmeerend op
de hersens van den medicus. HU lachte bitter
om de ironie van *t leven. HU, die letter!Uk
niets voor z’n eigen zoon kon doen, haastte zich
nu om het kind van een ander te redden!
Intusschen duwde de man, met de hand op
den arm van den dokter, hem als 1 ware door
de stille straten voort, zoodat een polltie-agent
hen nakeek.
Eensklaps kwamen ze in een nauwe, slecht
verlichte straat, waar de kleine huizen alle op
elkaar geleken. De man verhaastte nu z’n schre
den en hield dan stil voor een huisje, dat in
tegenstelling met de andere, helder verlicht
was.
Toen de man het hek van ’t kleine voor
tuintje openwierp, werd de deur geopend en
verscheen een vrouw op den drempel.
„Heb je een dokter meegebracht?” vroeg ze
angstig. „Gelukkig!"
Dr. Melville ontdeed zich van z’n hoed en jas
en volgde de vrouw naar boven.
,M’n jongen!” riep ze, „dokter, u moet hem
redden!” Ze zweeg en snikte.
Dus weer een ellendige dag in hel voor
uitzicht. Heusch niet noodig I Neem een
“AKKERTJE” en binnen 'n kwartier voelt
Ge U weer frisch en opgewekt en znt Ge
Uw hooidpijn kwijt. AKKER-CAGHETS
helpen verrassend snel hij Hoofdpijn, Kies
pijn, Zenuwpijn, Rheumatiek, Griep. Per
IS stu^s slechts 52 cent. Overal verkrijgbaar.
ATT E* A ROMMK’Q op dlt ,t!lad z^n ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen bü levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door IT *7^0 bü een ongeval met Ï7
I «I iT' /A.JD V/1 V LN Ut O ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen verlies van beide armen, beide boenen of beide oogen v9Vs“ doodelljken afloop
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
hem spreken, het was om hem, dat ik gekomen
was.
„O, ik ga heel weinig uit Parijs met al dat
drukke verkeer maakt mü bang. Soms wandel ik
wat in den omtrek van mün huis met mün kleine
Bretonsche, die je het hek geopend heeft Als
Claude vrU is, gaat hU met mU mee, om de
onvermUdelUke boodschappen te doen.”
„HU zal niet dlkwUls vrij hebben, want hU i»
de rechterhand van mün vader, en papa kan
hem niet missen."
„Claude is daar blü om; uw vader is zoo goed
voor ons geweest, want wat zou er van ons
geworden zün zonder hem? Dat zal mün zoon
nooit vergeten.”
Claude! Hoe teeder was haar stem, als zü zU»
naam uitsprak! Om het gesprek gaande te hou
den, hetgeen mü wel wat moeilijk leek, had ik
slechts over mün verloofde te spreken.
„O,” hernam ik. „wU weten, dat Claude een
trouwe vriend is en «Siewel hü altijd zich op
den achtergrond houdt, koester ik voor hem toch
veel vriendschap.”
.Dn je hebt geluk, mün zoon is iemand, op
wien men rekenen kan. HU houdt zich op den
achtergrond, hU is stil, maar hoewel ik zUn
dierbaar gezicht niet meer kan zien, begrijp ik
dat stllzwUgen. Ik weet het, wanneer zUn oogen,
waarvan ik de 1
Een kleinigheid
stem, die minder
dat vermoeid zUn, langzame schreden,
door een smartelUk verleden.
(Wordt vervolgd.)
profiteeren van de verbeterde uitrusting
die de heer Bakker noodzakelijk acht.
„WU staan” zoo schrUft hU verder „naar
mUn bedeesden oordeel voor den zuren plicht,
om ons Ingeboren anti-militaristlsch gevoel te
verdringen en geen oppositie te voeren tegen
de wetsonwerpen. welke ter verbetering van de
weermacht zUn ingediend.
Dat is een hard ding! Te harder, omdat de
regeering geen duit wenscht te geven voor bit
ter noodzakelUke sociale maatregelen. Ik ben
mU hiervan volkomen bewust. Maar het levens
behoud van onze eigen jongens, die. wie weet
wanneer, te velde moeten trekken, gebiedt ons
de gevraagde credieten te verleenen. Ook al
bloedt ons hart.
Want hun hartebloed moet
waard »Un."„
Moge het dan nu voorgoed uit zjjn met
de afbrekende kritiek der soclaal-demo-
craten op ons leger!
Toen hU het hoofd van Profje uit het
raam zag komen, vloog hu er gauw naar
toe. „Ga gauw zitten,” waarschuwde hU,
„als U er uit valt, kunt U vast het vliegtuig
niet zoo goed bUhouden als ik. Ik blUf hier
nog een beetje, het is wel leuk zoo hoog." HU
wuifde naar Profje en lachte tegen den pi
loot, die hem ook had gezien.
Ik ging zitten en met-een soort ongegeneerd
heid, die ik slechts voorgaf, antwoordde ik: ,Jk
ben een wandeling in het bosch gaan doen en
toen ik zag, dat ik niet ver van Neuilly was,
meende ik, dat ik toch wel sedert langen tijd
u een visite schuldig was en zoo ben ik hier
gekomen. Ik hoop, dat ik goed heb gedaan.”
„Zeker heb je goed gedaan. Het te werkelUk
een menschlievende daad, als men zoo jong en
krachtig is als JU. om een oude vrouw te be
zoeken en ik bedank je er wel voor.”
,Als u het permitteert, mevrouw, zal ik dlk
wUls hier terugkonen. Claude zal mU wel op de
hoogte stellen, welke dagen ik u thuis kan
treffen.
Ik noemde expres Claude, want ik wilde over
Maar ik moest alle bekoringen vluchten en het
bosch verlaten om mU te bevrijden van mUn ex-
gouvernante, die niet ophield mU de verschil
lende moorden in het geheugen te roepen, die
daar sedert tien jaren bedreven waren.
BU den uitgang bedankte ik haar voor haar
gezelschap en liet haar met de tram, die juist
daar stilhield, vertrekken. Ik had wel lust om
terug te gaan en mU te bedwelmen in dat
paradUs van bloeiende struiken, maar de streek,
die ik ging uithalen, lokte mU aan, de blinde
moeder scheen mü te roepen.
Ik liep de groote laan ten einde en sloeg een
zülaantje in, waar grootere en kleine landhui
zen stonden midden in tuintjes. Voor een der
kleinere bleef ik staan en nu moet ik bekennen,
dat ik mü verward gevoede, Als Lies verlegen
heid gekend had, zou ik denken, dat het dat
was.
Ik schelde aan met al de energie, die in mü
is. Een jong dienstmeisje met een Bretonsche
nfuts op het hoofd, kwam mü opendoen.
Ja, mevrouw was thuis. Ik had ook geen
oogenblik gedacht, dat zU er niet kon zün.
Ik volgde de kleine Bretonsche. Een recht
laantje gevat in bloeiende struiken, leidde naar
een perk, waar al de bloemen van het voorjaar
verzameld waren: vergeetmünletjes, viooltjes,
muurbloemen. Dlchtbü zat een dame te breien.
De oogen. die mü niet konden zien, schenen mün
komst af te wachten.
Sedert meer dan tien jaren had ik mevrouw
Rendut niet gezien. Het geheugen van kinderen
is zoo nietig, dat ik haar niet herkende. Was
zü oud, heel oud, ik wist het niet, zoozeer leek
bij verlies van een band,
een voet of een oog.
et blijft een kwalijk feit dat de so-
claal-democraten niet eerder steun
aan onze defensie hebben willen
geven dan nadat zij hadden begrepen dat
een inval der Duitsche nazi’s speciaal- voor
hun eigen gezondheid nadeelig kon zijn
Maar de ommezwaai is dan toch een feit
geworden en de nieuwe dlenstplicht-voor-
stellen der regeering zullen van die zijde
wel even weinig verzet ontmoeten als bt
de „burgerlijke” partijen. Een redacteur
van „Het Volk” die op uitnoodiglng van
het legerbestuur de jongste manoeuvres
heeft gevolgd, heeft tenminste danig den
schrik te pakken gekregen en acht ons le
ger, zooals het nu is, nog niets waard. Toen
enkele jaren geleden generaal Snijders in
een Engelsche coura4t een weinig opti
mistisch beeld gaf van onze weerkracht,
werd hem dit van verschillende zijden kwa
lijk genomen omdat hij zoo zeide men
daarbij een vreemde natie op onze
zwakheden opmerkzaam maakte. Nu is het
maar te hopen, dat geen Engelschman ooit
het nummer van de Sociaal-democraat in
handen krijgt waarin de heer Piet Bakker
zijn ontboezeming neerschreef, want daar
uit zou hij nog veel meer wetenswaardigs
over onze oorlogs-toerusting kunnen ver
nemen. Genoemde heer schrijft o.m.:
In de stadsgevangenis lag een jongeman in
z’n cel op bed en tuurde met wüd geopende
oogen In de duis
ternis. HU (wist
niet dat In een
klein kamertje,
een paar honderd
meter van hem
vandaan, z’n va
der met denzelf-
den vijand streed.
In het ziekenkamertje, waar de kleine jon
gen lag. lag op een divan, de oogen strak op
den dokter gevestigd, de moeder van den knaap.
Beneden liep de vader onrustig heen en weer,
totdat dr. Melville de vrouw verzocht, aan d’r
man te gaan zeggen, dat hü moest probeeren
te slapen, omdat hü ’t kind stoorde. Nu en dan
klonk het jammerlük kreunen van den kleine.
De geneesheer zat kalm naast het bedje, hield
de heete kinderhand in de züne en sprak het
patiëntje nu en dan zacht en vriéndelijk toe.
EindelUk, toen het dag begon te worden, gaf
hü een teeken aan de moeder. De oogen van
het kind hadden zich gesloten, het kreunen was
verstomd, de kleine was ingeslapen. De crisis
was voorbU- Met een zachten kreet van blüd-
schap verliet de moeder op haar teenen het
kleine vertrek en liet den dokter bU het bedje
van haar zoon achter.
Even later kwam ze weer terug, nu met haar
man, wiens oogen rood zagen van gebrek aan
slaap. Hü keek even naar z’n rustjg slapend
zoontje en strekte toen z’n hand naar den ge
neesheer uit.
„Ik weet niet, dokter,” sprak hü met bewo
gen stem. ..hoe ik u moet bedanken. De jongen
i». ons alles.”
Werktuiglük schudde dr. Melville de hem
toegestoken hand en liep naar beneden, waar
hU z’n Jas aantrok en z’n hoed opzette.
„Ik kom gauw terug,” zei hU toonloos.
De man Het hem uit, keek op z’n horloge
en zei:
,Jk ga met u mee tot aan den hoek. Ik moet
naar de gevangenis, waar om 7 uur een jonge
man op den- electrischen stoel wordt gezet, die
z’n verloofde heeft vermoord. U moet weten,
dat ik het vonnis moet voltrekken."
kennen, dat hü alle moeite doet om mü niet te
ontmoeten.
Gisteren, toen ik door de gang liep, kwam hij
uit het kantoor «van papa, maar zoodra hü mü
zag, is hü teruggegaan en heeft de deur achter
zich gesloten, zonder mü zelfs goeden dag tc
zeggen. Dat is weinig voor een aanstaanden
echtgenoot! Maar ik vergeef het hem, hem zal
wel de les gelezen zün door mün ouders en daar
hü mü niet bemint, kan het hem niet schelen.
Geduld maar, ik zal revanche nemen, hü zal
mü eens beminnen, dat verklaar ik!
Vandaag heb ik een streek uitgehaald en als
hü vanavond zal hooren, wat ik gedaan heb,
zal hü misschien spüt hebben, dat hü'vanmorgen
zoo onbeleefd is geweest.
Het Is de eerste dag van de maand Mei en
prachtig weer. De boulevard St. Germain leek
mü echter somber en naargeestig en ik vertelde
aan mama, dat het bosch mü lokte. Het Bosch
van Boulogne schünt een gevaarlüke plek gronds
te zün, sedert er zooveel fatsoenlüke burgers
vermoord zün. De huishoudster, mün vroegere
gouvernante, kreeg order me( mü mee te gaan.
De auto bracht ons tot aan den Ingang van het
moordhol en wü wandelden voort in het feest,
dat de lente ons elk jaar bereidt. Ik beken, dat
Ik eerst nergens aan dacht, ik vergat de som
bere dagen van den winter en werd weer Jong.'
Ikrwas enkel het kleine meisje, dat overal opge
togen over is. De boomën en struiken, die een
nieuw kleedje hadden aangedaan, leken mü
altaren, die de Almacht van den Schepper ver
heerlijkten. Ik voelde mü gelukkig om de klein
ste dingen: een bloeienden meidoorn, een gouden
mü haar gelaat onstoffelük. Sneeuwwit haar,
glanzend en soepel, omgaf een gelaat met zeer
regelmatige trekken, de blauwe oogen deden aan
die van haar zoon denken en een bleeke. teere
tint deed haar lüken op die kloosterlingen, die
achter slot in beschouwing leven.
De kleine Bretonsche naderde haar en zei:
„Mevrouw, u krügt bezoek, maar ik ken die
dame niet.”
„Vraag haar naam.” De stem was zooals het
gelaat, kalm en zacht Ik antwoordde zelf:
„Elisabeth Mayran."
.DHsabeth, Hef kind, wat heerlük, dat je eens
hier komt! Claude heeft mü niet verteld, dat
ik Je kon verwachten.”
Ik begreep het, Claude had zün moeder niets
gezegd en had het feit van onze verloving voor
zich gehouden.
UNOX
deze leverpastei is inderdaad bijzonder
smakelijk. Het schijnt een specialiteit
van de Unox Fabrieken te zijn.
En was die Geldersche Rookworst
k gisteren niet heerlijk?
Ik' gebruik nu reeds eenigen Itijd
m Unox vleeschwaren en .met suqpes,1
W want wat men ook neemt uit de
- S groote verscheidenheid van haar
r producten, ik kan gerust zeggen;
■Cj^oedkooper dan Koffie Hag,
dat kunnen wij ook! Onze coffeïne-
vrije Sanka-koffie kost slechts 44
ets. per pakje. Maar beter dan
Koffie Hag, dat bestaat niet! Bij
Hag doet het niet alleen de fijne
kwaliteit van uitgezóchte hoog-
landkoffie, maar vooral ook de
30-jarige bedrijfservaring en het
unieke werkprocédé. Dus Koffie
Hag, ook voor U!
N V. KOFFIE HAG MIJ. - AMSTERDAM
regen, die zün takken tot büna op dé aarde
Het hangen, een hoekje van de lucht gezien
door de uitbottende takken, een eenzaam pad.
Opeens greep mün gezellin, die ik geheel ver
geten had, mü bü den arm en zei: Elisabeth,
Ik weet heelemaal niet waar wü ons bevinden;
me dunkt, dat het voorzichtig zou zün een weg-
wüzer op te zoeken.”
Het arme schepsel dacht, dat wü verdwaald
waren.
Wü zochten dus een wegwüzer op.
Was het toeval of noodlot: op den eersten,
dien wü zagen, stond vermeld: Weg naar
Neuilly.
NeuUly! Daar woonde Claude met zün arme
moeder. Opeens kwam het idee bü mü op, dat
Ik aan zün moeder, mün aanstaande schoon
moeder, een visite moest brengëh. Zoo kon ik mü
op een aardige manier wreken op de üskoude
houding van mün verloofde.
„Wees gerust,” zei ik tot mün ex-gouvernante,
„wü rijn juist op den goeden weg. Ik ga een
bezoek afleggen bü een kennis in Neuilly. Als
wü buiten het bosch zün, kunt u wel naar huls
teruggaan."
Wü namen den weg, die naar NeulUy leidt.
Een vüver, klein in vergelüklng met den groote-
ren in het bosch, hield eenlge oogenbllkken onze
aandacht gevangen. De leute is beslist een won
derbare slerkunstenares; zü had dat meertje
gehuld in het prachtigste groen en als ik niet
mün ongewenschte gezellin bü mü had gehad,
zou ik daar onder een bloeiende seringenstruik
zün gaan zitten en uren lang dat water die
bloemen, die blauwe lucht bewonderd hebben.
Dit nummer opent met een zeer mooie kleu
renplaat van den Lieve-Vrouwetoren te Amers
foort, naar een aquarel van F. Everbag, en
achterin vinden we een reproductie van Corn.
Brandenburg's aquarel „Pollux” aan de De Ruy-
le te Amsterdam. Dat op gewoon Hlustra-
tiepapier zulke resultaten worden bereikt lokt
een pluim uit voor de techniek, die bü de K.T.
wordt toegepast en die door het geheele blad
heen de aandacht trekt.
De verluchte artikelen zün weer vol verschei
denheid. Dr. A. de Vries levert een korte, klare
beschouwing over den Oostenrijkschen troon
pretendent. dr. Otto von Habsburg; de weer
kundige licht In over wlndveeren; bü fraaie
foto’s wordt verteld van „het schoone spel van
de Jacht” in Frankrijk; de heilige van de week
is St. Hllarion; H. de Greeve pr. preekt over „de
mooie kamers van de pastorie”; er wordt een
reisje door Limburg gemaakt; het statlonswerk
ter bescherming van alleen-relzende meisjes
wordt naar voren gehaald; als eerste van een
reeks merkwaardige fotoreportages zien we den
Mexicaanschen veerendans vertoond; een too-
neelstuk en een film worden behandeld; de
sport krügt haar.deel en de opleiding van den
inlandschen priester in onze Oost wordt ge
schetst. en dan zün er de vrouwenrubrieken nog
velerlei gebied.
I en ieder deel
„Het valt mü niet jn om strateegje te gaan
spelen. Er is geen gescherm met kwasi-déskun-
digheid noodig. Ook de leek kan zich een oor
deel vormen. Wie dit ongemotoriseerde, lang
zame, kwalük geoefende, uiterst gebrekkig ge
outilleerde, onvoldoende beschermde en to
taal verouderde leger op een modern toegerusten
vüand loslaat, begaat een misdaad jegens de
soldaten.
Wat wü aan up to date materiaal hebben,
kan hoogstens als bewüs dienen, dat de gene-
rale staf wel weet, hoe t hoort. Wü beschikken
over t beste luchtafweergeschut. Te weinig
Wü hebben een autocolonne. Niet genoeg Wij
bezitten anti-tank-kanonnenuit de vorige
eeuw. Ongeveer tien procent van wat een
Duitsch regiment aan modern materiaal bezit
Onze machines snorren door de lucht. Zü kun
nen vUegen in de schaduw van de bommen, die
een vüandelüke luchtvloot kan^ritwarpen.’ Als
een W-eeuwsche Leonidas. En im feiri ik met
eens op, wat we heelemaal niet hebben.
Er zit waarlük iets zieligs in, wanneer
batterij-commandant je met 'n zekeren weemoe-
digen vaktrots zün houwitser toont. De crave
kanonnen zien er vervaarlük genoeg uit. Er
wordt alleen niet bü verteld, dat Engeland ons
die spullen in 1918 voor een prikje heeft ver
patst.
En zelfs al laten wü onze defensiekansen hier
geheel buiten beschouwing, dan nog schrüft de
humaniteit ons voor, dat wü geen arbeiders-
jongens vrüwel weerloos in den dood mogen
Jagen. Alleen ons klassegevoel ware al een ge
rechtvaardigd motief, om geen enkele eenigs-
zins betaalbare poging tot moderniseering van
het leger af te wüzen.
De heer Bakker is, zooals hij zelf erkent,
een leek en hij ziet de dingen gelukkig te
zwart. Angst is een slechte raadgeefster en
zij slaat haar discipelen thans evenver uit
het lood naar het pessimisme als zij enkele
Jaren geleden Me oorlogs-kansen te opti
mistisch beoordeelden. De 15 cm. houwit
sers, waarop de schrijver doelt, zijn slechte
bij één regiment artillerie aanwezig; daar
naast hebben wij de uitstekende 10-veld
en de algemeen-gebrulkte 7-veldkanonnen
De 19e-eeuwsche anti-tankkanonnen
worden reeds vervangen door modem in-
fanterie-geschut. En vooral moet men in
het oog houden, dat een tegenstander nooit
met zjjn geheele macht over ons been
zal kunnen vallen, omdat hij zijn hoofd
macht zeker op andere fronten noodig zal
hebben.
Maar in aanmerking nemend dat de
„Arbeiderspers” jarenlang onze weermacht
gesaboteerd en verdacht gemaakt heeft,
terwijl de* soclaal-democratlsche fractie
zich tegen iedere uitbreiding of moderni-
seering verzette, in aanmerking nemend
dat „het Volk” in Juli 1936 voor generaals
nog slechts spot over had, is de omkeer in
de roode mentaliteit toch verheugend Het
is misschien wat bevreemdend dat het me
delijden van den schrijver ueperkt blijft tot
de soldaten, die uit arbeidersmilieu komen
maar gelukkig kunnen ook de midden
stands-, boeren- en werkgeverssoldaten