H <wwi den daq De avonturen van Prof je en Struis je LI i Zoo'n Migraine? r I |IES, LIESBETH, ELISABETH DE SOLDATEN” i’4 I F „EEN MISDAAD JEGENS d VRIJDAG 22 OCTOBER 1937 V a Een soc.-democraat over O# UNOX IS ALLES EV, 'SLIJK! UNOX FIJNSTE VLEESCHWAREN- EN CONSERVENFABRIEKEN - OSS If KATHOLIEKE ILLUSTRATIE 1 5 H 1 ’"t |S FIJNSTE VLEESCHWAREN 4 A J I ons dlt offer Vliegdemonstraties op Ypenburg I i een I 99 UNOX 72e jaargang No. 3 ter! De roman van een heldenleven, waarin het bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door 13 1 d Weest gerust, moeders van huwbare zonen, de pest is van de b**n. De Narrenkap toont zich weer een geestlgen confrater van het groote blad en Okki is weer naar bet hart van de jeugd. Zoo geeft dit num mer een schat van lectuur en een rijkdom van prenten zonder weerga. DE UHOX FABRIEKEN VERSTREK. KEN GAARNE RECEPTEN VAN ALLE GEWENSCHTE VLEESCHSCHOTELS at s< P b di d b groote werk van pater Damiaan staat geteekend, lost de gedane beloften wel in. Met iedere kolom wint het verhaal aan belangwekkendheid. Be halve enkele Short stories en den vlotten roman JJe vreemde man op het dorp** zijn er twee oor spronkelijke verhalen: De cel, door H. Wolffen- buttelvan Rooljen, een fljn-gedachte schets, en De neef uit Amerika, een pittig behandeld geval door C. van Rospeünen. E de luis Kat von in i ran rid O te F d< di H Oeli met De Ker H ben leer N ten tanl mis I I B doe K T dat telt wel Uit hat Fratwch vertaald door Christina Kamp O *n at et U vi eeeaeieieieeseeseeeeeeeeeeMeeaeiieeeeeeeetseseeeeese^ \De tragedie van i Dr. Melville Stilte op Rlle fronten! De strijdenden blijven achter hun versterkingen, er is geen offensief! Papa en mama hebben mij geen enkele beris ping gegeven wat betreft mjjn onberedeneerde daad. Ik kan mij voorstellen, dat zü in de inti miteit tot elkaar gezegd hebben: „Lies te koppig, als wjj haar onze ontevredenheid toonen, als wij haar verwijten gaan doen, dan zal zjj absoluut niet toegeven, terwijl, als wjj zwijgen, als wij doen alsof het een klnderachtlge streek van haar was, zij vergeten zal. Wij zijn zeker van Claude!" Gisteren werd Claude verdacht, vandaag bezit hij alle mogelijke goede hoedanigheden, hij al leen kan mij In bedwang houden. Wat nu? Profje boog jammerend uit het venster om te zien of hij zijn vriendje nog zag. En jawel, daar zweefde hij, een paar meter van het vliegtuig af. HU had meteen de vleugels uitgeslagen, en daar de vaart van het vliegtuig niet zoo groot was, kon hü het gemakkelUk bijhouden. n den zachten rosen gloed van de leeslamp naast z’n fauteuil, zat dr. George Melville in z'a studeerkamer. Z’n gelaatstrekken le ken verwrongen en z’n eene arm hing lusteloos en slap over de stoelleuning. Rond z'n oogen teekenden zich donkere kringen af. Zooals hü daar roerloos zat, leek hü een beeld van droef heid en ellende, een oude en afgeleefde man. En toch was hij slechts tusschen de vUftig en zestig, voor in de vUftig. en stond hU op de hoogste sport van een eervolle geneeskundige loopbaan. liet was reeds na middernacht en met een zucht nam hU een brief op, die al geruimen tijd op z’n knie lag. Voor de zooveelste maal las hij het volgende: .het is ons niet mogen gelukken, een andere uitspraak voor Andrew Melville te verkrügen. Het doodvonnis zal onherroepelijk morgenoch tend om 7 uur voltrokken worden.” Op een tafeltje, vlak bU de leeslamp. lagen een paar kranten, waarin een bericht stond in nauw verband met bovenstaand schrüven: „Morgenochtend om 7 uur zal het doodvon nis voltrokken worden over Andrew Melville. Onze lezers zullen zich herinneren, dat Andrew Melville in October van *t vorig Jaar ter dood veroordeeld werd wegens moord op zUn ver loofde Jessie-Barton, in haar ouderlUk huls te Brooklyn.” Met een wanhopig gebaar duwde dr. George Melville den brief van zich af. HU stond op en liep rusteloos de kamer op en neer. EindelUk >nd hU stil voor een groot portret aan den muur. Het was de beeltenis van een knappe vrouw van middelbaren leeftud, met rustige, vriendelijke trekken. Dr. Melville keek er naar en zei hardop: .Dank den hemel, dat je dood bent, Irma. Jou is het ten minste bespaard gebleven onzen zoon als moordenaar veroordeeld te zien.” Op dit oogenblik scheen het hem toe, alsof de oogen van *t portret hem met diep mede lijden aankeken. MUnheer de secretaris heeft zün betrekking niet verlaten, lederen morgen komt hü met zün actentasch vol papieren en zUn onaangenaam gezicht. O, hU verlangt niet zün verloofde weer te teen. Ik moet het tot mijn vernedering be- Daar klonk eensklaps de huisbel. De dokter, die weer in z’n fauteuil zat, richtte zich op en luisterde aandachtig. Wie zou die nachtelUke bezoeker kunnen zUn? Een patiënt? Opnieuw klonk de bel, hard en doordringend. Ontstemd Hep dr. Melville naar beneden, om de huisdeur te openen. HU had dien avond alleen willen zün. Nauwelijks had hU de deur geopend, of er sprong iemand binnen, die riep: „Om Gods wil, dokter, kom direct. Het gaat om leven en dood!” Maar Profje was er niets gerust op. „Kom er maar weer In,* zei hü en daar Struisje wel zgg hoe ongerust de Professor was, zette hU zich bedaard op den rand van het raam en stapte weer op zjjn plaats. De piloot en Profje lojjpden beiden een zucht van verilcn- tlng. ..Houd u kalm, mevrouw." zei de geneesheer, „ik kan uw hulp noodig hebben.” De vrouw opende zenuwachtig de deur van een klein slaapvertrek. Vap achter een scherm was het kreunen van een kind in hooge koorts hoorbaar. De dokter ging naar het bed en on derzocht den kleinen lUder, die zich rusteloos heen en weer bewoog. Daarna dekte hü hem weer toe. „tls longontsteking." verklaarde hU. „Geef me direct wat warm water.” De vrouw bracht het gevraagde en de dok ter deed z’n hemdsmouwen in de hoogte. De uren gingen voorbU, twee, drie vier.... Zaterdag 23 October zullen op het vliegveld Ypenburg in verband met het dertig-jarlg be staan van de Kon. N'ed. Vereeniging voor Lucht vaart vliègdemonstratles worden gehouden, welke om drie uur des middags beginnen. met tal van raadgevingen op Waarlijk, het is een rijke inhoud ervan maakt een góeden indruk. ur zoo liefhad, droevig tsaan. engt mU op de hoqgte: ZUn Ider klinkt, gebaren, die ik voel, zwaar Maar de medicus verloor geen oogenblik z’n kalmte en nam den vreemden bezoeker bedaard op. Het was een man, eenvoudig maar behoor lijk gekleed, zonder hoed of pet en naar het scheen, ten hoogste verbaasd, dat de genees heer nog talmde. HU zag doodsbleek. Alles wees er op dat hU van uit z’n bed direct naar een dokter was geloopen. „Toe, schiet op, dokter!” riep hU met heesche stem, „m’n kleine jongen sterft! Waarom komt u niet?” „Goed, ik ga mee," zei dr. Melville, en ver zocht den man te wachten, tot hij zijn instru mentenkoffer had gehaald. Waarom zou hij niet gaan? Het was toch z’n plicht. Wat zou die man wel denken, als hü wist.... Toen de dokter weer beneden kwam, nam de bezoeker hem bij den arm en liep zoo hard hü maar kon. „Ik kon geen taxi krijgen!” hUgde hü- De koude nachtwind werkte kalmeerend op de hersens van den medicus. HU lachte bitter om de ironie van *t leven. HU, die letter!Uk niets voor z’n eigen zoon kon doen, haastte zich nu om het kind van een ander te redden! Intusschen duwde de man, met de hand op den arm van den dokter, hem als 1 ware door de stille straten voort, zoodat een polltie-agent hen nakeek. Eensklaps kwamen ze in een nauwe, slecht verlichte straat, waar de kleine huizen alle op elkaar geleken. De man verhaastte nu z’n schre den en hield dan stil voor een huisje, dat in tegenstelling met de andere, helder verlicht was. Toen de man het hek van ’t kleine voor tuintje openwierp, werd de deur geopend en verscheen een vrouw op den drempel. „Heb je een dokter meegebracht?” vroeg ze angstig. „Gelukkig!" Dr. Melville ontdeed zich van z’n hoed en jas en volgde de vrouw naar boven. ,M’n jongen!” riep ze, „dokter, u moet hem redden!” Ze zweeg en snikte. Dus weer een ellendige dag in hel voor uitzicht. Heusch niet noodig I Neem een “AKKERTJE” en binnen 'n kwartier voelt Ge U weer frisch en opgewekt en znt Ge Uw hooidpijn kwijt. AKKER-CAGHETS helpen verrassend snel hij Hoofdpijn, Kies pijn, Zenuwpijn, Rheumatiek, Griep. Per IS stu^s slechts 52 cent. Overal verkrijgbaar. ATT E* A ROMMK’Q op dlt ,t!lad z^n ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen bü levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door IT *7^0 bü een ongeval met Ï7 I «I iT' /A.JD V/1 V LN Ut O ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen verlies van beide armen, beide boenen of beide oogen v9Vs“ doodelljken afloop AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL hem spreken, het was om hem, dat ik gekomen was. „O, ik ga heel weinig uit Parijs met al dat drukke verkeer maakt mü bang. Soms wandel ik wat in den omtrek van mün huis met mün kleine Bretonsche, die je het hek geopend heeft Als Claude vrU is, gaat hU met mU mee, om de onvermUdelUke boodschappen te doen.” „HU zal niet dlkwUls vrij hebben, want hU i» de rechterhand van mün vader, en papa kan hem niet missen." „Claude is daar blü om; uw vader is zoo goed voor ons geweest, want wat zou er van ons geworden zün zonder hem? Dat zal mün zoon nooit vergeten.” Claude! Hoe teeder was haar stem, als zü zU» naam uitsprak! Om het gesprek gaande te hou den, hetgeen mü wel wat moeilijk leek, had ik slechts over mün verloofde te spreken. „O,” hernam ik. „wU weten, dat Claude een trouwe vriend is en «Siewel hü altijd zich op den achtergrond houdt, koester ik voor hem toch veel vriendschap.” .Dn je hebt geluk, mün zoon is iemand, op wien men rekenen kan. HU houdt zich op den achtergrond, hU is stil, maar hoewel ik zUn dierbaar gezicht niet meer kan zien, begrijp ik dat stllzwUgen. Ik weet het, wanneer zUn oogen, waarvan ik de 1 Een kleinigheid stem, die minder dat vermoeid zUn, langzame schreden, door een smartelUk verleden. (Wordt vervolgd.) profiteeren van de verbeterde uitrusting die de heer Bakker noodzakelijk acht. „WU staan” zoo schrUft hU verder „naar mUn bedeesden oordeel voor den zuren plicht, om ons Ingeboren anti-militaristlsch gevoel te verdringen en geen oppositie te voeren tegen de wetsonwerpen. welke ter verbetering van de weermacht zUn ingediend. Dat is een hard ding! Te harder, omdat de regeering geen duit wenscht te geven voor bit ter noodzakelUke sociale maatregelen. Ik ben mU hiervan volkomen bewust. Maar het levens behoud van onze eigen jongens, die. wie weet wanneer, te velde moeten trekken, gebiedt ons de gevraagde credieten te verleenen. Ook al bloedt ons hart. Want hun hartebloed moet waard »Un."„ Moge het dan nu voorgoed uit zjjn met de afbrekende kritiek der soclaal-demo- craten op ons leger! Toen hU het hoofd van Profje uit het raam zag komen, vloog hu er gauw naar toe. „Ga gauw zitten,” waarschuwde hU, „als U er uit valt, kunt U vast het vliegtuig niet zoo goed bUhouden als ik. Ik blUf hier nog een beetje, het is wel leuk zoo hoog." HU wuifde naar Profje en lachte tegen den pi loot, die hem ook had gezien. Ik ging zitten en met-een soort ongegeneerd heid, die ik slechts voorgaf, antwoordde ik: ,Jk ben een wandeling in het bosch gaan doen en toen ik zag, dat ik niet ver van Neuilly was, meende ik, dat ik toch wel sedert langen tijd u een visite schuldig was en zoo ben ik hier gekomen. Ik hoop, dat ik goed heb gedaan.” „Zeker heb je goed gedaan. Het te werkelUk een menschlievende daad, als men zoo jong en krachtig is als JU. om een oude vrouw te be zoeken en ik bedank je er wel voor.” ,Als u het permitteert, mevrouw, zal ik dlk wUls hier terugkonen. Claude zal mU wel op de hoogte stellen, welke dagen ik u thuis kan treffen. Ik noemde expres Claude, want ik wilde over Maar ik moest alle bekoringen vluchten en het bosch verlaten om mU te bevrijden van mUn ex- gouvernante, die niet ophield mU de verschil lende moorden in het geheugen te roepen, die daar sedert tien jaren bedreven waren. BU den uitgang bedankte ik haar voor haar gezelschap en liet haar met de tram, die juist daar stilhield, vertrekken. Ik had wel lust om terug te gaan en mU te bedwelmen in dat paradUs van bloeiende struiken, maar de streek, die ik ging uithalen, lokte mU aan, de blinde moeder scheen mü te roepen. Ik liep de groote laan ten einde en sloeg een zülaantje in, waar grootere en kleine landhui zen stonden midden in tuintjes. Voor een der kleinere bleef ik staan en nu moet ik bekennen, dat ik mü verward gevoede, Als Lies verlegen heid gekend had, zou ik denken, dat het dat was. Ik schelde aan met al de energie, die in mü is. Een jong dienstmeisje met een Bretonsche nfuts op het hoofd, kwam mü opendoen. Ja, mevrouw was thuis. Ik had ook geen oogenblik gedacht, dat zU er niet kon zün. Ik volgde de kleine Bretonsche. Een recht laantje gevat in bloeiende struiken, leidde naar een perk, waar al de bloemen van het voorjaar verzameld waren: vergeetmünletjes, viooltjes, muurbloemen. Dlchtbü zat een dame te breien. De oogen. die mü niet konden zien, schenen mün komst af te wachten. Sedert meer dan tien jaren had ik mevrouw Rendut niet gezien. Het geheugen van kinderen is zoo nietig, dat ik haar niet herkende. Was zü oud, heel oud, ik wist het niet, zoozeer leek bij verlies van een band, een voet of een oog. et blijft een kwalijk feit dat de so- claal-democraten niet eerder steun aan onze defensie hebben willen geven dan nadat zij hadden begrepen dat een inval der Duitsche nazi’s speciaal- voor hun eigen gezondheid nadeelig kon zijn Maar de ommezwaai is dan toch een feit geworden en de nieuwe dlenstplicht-voor- stellen der regeering zullen van die zijde wel even weinig verzet ontmoeten als bt de „burgerlijke” partijen. Een redacteur van „Het Volk” die op uitnoodiglng van het legerbestuur de jongste manoeuvres heeft gevolgd, heeft tenminste danig den schrik te pakken gekregen en acht ons le ger, zooals het nu is, nog niets waard. Toen enkele jaren geleden generaal Snijders in een Engelsche coura4t een weinig opti mistisch beeld gaf van onze weerkracht, werd hem dit van verschillende zijden kwa lijk genomen omdat hij zoo zeide men daarbij een vreemde natie op onze zwakheden opmerkzaam maakte. Nu is het maar te hopen, dat geen Engelschman ooit het nummer van de Sociaal-democraat in handen krijgt waarin de heer Piet Bakker zijn ontboezeming neerschreef, want daar uit zou hij nog veel meer wetenswaardigs over onze oorlogs-toerusting kunnen ver nemen. Genoemde heer schrijft o.m.: In de stadsgevangenis lag een jongeman in z’n cel op bed en tuurde met wüd geopende oogen In de duis ternis. HU (wist niet dat In een klein kamertje, een paar honderd meter van hem vandaan, z’n va der met denzelf- den vijand streed. In het ziekenkamertje, waar de kleine jon gen lag. lag op een divan, de oogen strak op den dokter gevestigd, de moeder van den knaap. Beneden liep de vader onrustig heen en weer, totdat dr. Melville de vrouw verzocht, aan d’r man te gaan zeggen, dat hü moest probeeren te slapen, omdat hü ’t kind stoorde. Nu en dan klonk het jammerlük kreunen van den kleine. De geneesheer zat kalm naast het bedje, hield de heete kinderhand in de züne en sprak het patiëntje nu en dan zacht en vriéndelijk toe. EindelUk, toen het dag begon te worden, gaf hü een teeken aan de moeder. De oogen van het kind hadden zich gesloten, het kreunen was verstomd, de kleine was ingeslapen. De crisis was voorbU- Met een zachten kreet van blüd- schap verliet de moeder op haar teenen het kleine vertrek en liet den dokter bU het bedje van haar zoon achter. Even later kwam ze weer terug, nu met haar man, wiens oogen rood zagen van gebrek aan slaap. Hü keek even naar z’n rustjg slapend zoontje en strekte toen z’n hand naar den ge neesheer uit. „Ik weet niet, dokter,” sprak hü met bewo gen stem. ..hoe ik u moet bedanken. De jongen i». ons alles.” Werktuiglük schudde dr. Melville de hem toegestoken hand en liep naar beneden, waar hU z’n Jas aantrok en z’n hoed opzette. „Ik kom gauw terug,” zei hU toonloos. De man Het hem uit, keek op z’n horloge en zei: ,Jk ga met u mee tot aan den hoek. Ik moet naar de gevangenis, waar om 7 uur een jonge man op den- electrischen stoel wordt gezet, die z’n verloofde heeft vermoord. U moet weten, dat ik het vonnis moet voltrekken." kennen, dat hü alle moeite doet om mü niet te ontmoeten. Gisteren, toen ik door de gang liep, kwam hij uit het kantoor «van papa, maar zoodra hü mü zag, is hü teruggegaan en heeft de deur achter zich gesloten, zonder mü zelfs goeden dag tc zeggen. Dat is weinig voor een aanstaanden echtgenoot! Maar ik vergeef het hem, hem zal wel de les gelezen zün door mün ouders en daar hü mü niet bemint, kan het hem niet schelen. Geduld maar, ik zal revanche nemen, hü zal mü eens beminnen, dat verklaar ik! Vandaag heb ik een streek uitgehaald en als hü vanavond zal hooren, wat ik gedaan heb, zal hü misschien spüt hebben, dat hü'vanmorgen zoo onbeleefd is geweest. Het Is de eerste dag van de maand Mei en prachtig weer. De boulevard St. Germain leek mü echter somber en naargeestig en ik vertelde aan mama, dat het bosch mü lokte. Het Bosch van Boulogne schünt een gevaarlüke plek gronds te zün, sedert er zooveel fatsoenlüke burgers vermoord zün. De huishoudster, mün vroegere gouvernante, kreeg order me( mü mee te gaan. De auto bracht ons tot aan den Ingang van het moordhol en wü wandelden voort in het feest, dat de lente ons elk jaar bereidt. Ik beken, dat Ik eerst nergens aan dacht, ik vergat de som bere dagen van den winter en werd weer Jong.' Ikrwas enkel het kleine meisje, dat overal opge togen over is. De boomën en struiken, die een nieuw kleedje hadden aangedaan, leken mü altaren, die de Almacht van den Schepper ver heerlijkten. Ik voelde mü gelukkig om de klein ste dingen: een bloeienden meidoorn, een gouden mü haar gelaat onstoffelük. Sneeuwwit haar, glanzend en soepel, omgaf een gelaat met zeer regelmatige trekken, de blauwe oogen deden aan die van haar zoon denken en een bleeke. teere tint deed haar lüken op die kloosterlingen, die achter slot in beschouwing leven. De kleine Bretonsche naderde haar en zei: „Mevrouw, u krügt bezoek, maar ik ken die dame niet.” „Vraag haar naam.” De stem was zooals het gelaat, kalm en zacht Ik antwoordde zelf: „Elisabeth Mayran." .DHsabeth, Hef kind, wat heerlük, dat je eens hier komt! Claude heeft mü niet verteld, dat ik Je kon verwachten.” Ik begreep het, Claude had zün moeder niets gezegd en had het feit van onze verloving voor zich gehouden. UNOX deze leverpastei is inderdaad bijzonder smakelijk. Het schijnt een specialiteit van de Unox Fabrieken te zijn. En was die Geldersche Rookworst k gisteren niet heerlijk? Ik' gebruik nu reeds eenigen Itijd m Unox vleeschwaren en .met suqpes,1 W want wat men ook neemt uit de - S groote verscheidenheid van haar r producten, ik kan gerust zeggen; ■Cj^oedkooper dan Koffie Hag, dat kunnen wij ook! Onze coffeïne- vrije Sanka-koffie kost slechts 44 ets. per pakje. Maar beter dan Koffie Hag, dat bestaat niet! Bij Hag doet het niet alleen de fijne kwaliteit van uitgezóchte hoog- landkoffie, maar vooral ook de 30-jarige bedrijfservaring en het unieke werkprocédé. Dus Koffie Hag, ook voor U! N V. KOFFIE HAG MIJ. - AMSTERDAM regen, die zün takken tot büna op dé aarde Het hangen, een hoekje van de lucht gezien door de uitbottende takken, een eenzaam pad. Opeens greep mün gezellin, die ik geheel ver geten had, mü bü den arm en zei: Elisabeth, Ik weet heelemaal niet waar wü ons bevinden; me dunkt, dat het voorzichtig zou zün een weg- wüzer op te zoeken.” Het arme schepsel dacht, dat wü verdwaald waren. Wü zochten dus een wegwüzer op. Was het toeval of noodlot: op den eersten, dien wü zagen, stond vermeld: Weg naar Neuilly. NeuUly! Daar woonde Claude met zün arme moeder. Opeens kwam het idee bü mü op, dat Ik aan zün moeder, mün aanstaande schoon moeder, een visite moest brengëh. Zoo kon ik mü op een aardige manier wreken op de üskoude houding van mün verloofde. „Wees gerust,” zei ik tot mün ex-gouvernante, „wü rijn juist op den goeden weg. Ik ga een bezoek afleggen bü een kennis in Neuilly. Als wü buiten het bosch zün, kunt u wel naar huls teruggaan." Wü namen den weg, die naar NeulUy leidt. Een vüver, klein in vergelüklng met den groote- ren in het bosch, hield eenlge oogenbllkken onze aandacht gevangen. De leute is beslist een won derbare slerkunstenares; zü had dat meertje gehuld in het prachtigste groen en als ik niet mün ongewenschte gezellin bü mü had gehad, zou ik daar onder een bloeiende seringenstruik zün gaan zitten en uren lang dat water die bloemen, die blauwe lucht bewonderd hebben. Dit nummer opent met een zeer mooie kleu renplaat van den Lieve-Vrouwetoren te Amers foort, naar een aquarel van F. Everbag, en achterin vinden we een reproductie van Corn. Brandenburg's aquarel „Pollux” aan de De Ruy- le te Amsterdam. Dat op gewoon Hlustra- tiepapier zulke resultaten worden bereikt lokt een pluim uit voor de techniek, die bü de K.T. wordt toegepast en die door het geheele blad heen de aandacht trekt. De verluchte artikelen zün weer vol verschei denheid. Dr. A. de Vries levert een korte, klare beschouwing over den Oostenrijkschen troon pretendent. dr. Otto von Habsburg; de weer kundige licht In over wlndveeren; bü fraaie foto’s wordt verteld van „het schoone spel van de Jacht” in Frankrijk; de heilige van de week is St. Hllarion; H. de Greeve pr. preekt over „de mooie kamers van de pastorie”; er wordt een reisje door Limburg gemaakt; het statlonswerk ter bescherming van alleen-relzende meisjes wordt naar voren gehaald; als eerste van een reeks merkwaardige fotoreportages zien we den Mexicaanschen veerendans vertoond; een too- neelstuk en een film worden behandeld; de sport krügt haar.deel en de opleiding van den inlandschen priester in onze Oost wordt ge schetst. en dan zün er de vrouwenrubrieken nog velerlei gebied. I en ieder deel „Het valt mü niet jn om strateegje te gaan spelen. Er is geen gescherm met kwasi-déskun- digheid noodig. Ook de leek kan zich een oor deel vormen. Wie dit ongemotoriseerde, lang zame, kwalük geoefende, uiterst gebrekkig ge outilleerde, onvoldoende beschermde en to taal verouderde leger op een modern toegerusten vüand loslaat, begaat een misdaad jegens de soldaten. Wat wü aan up to date materiaal hebben, kan hoogstens als bewüs dienen, dat de gene- rale staf wel weet, hoe t hoort. Wü beschikken over t beste luchtafweergeschut. Te weinig Wü hebben een autocolonne. Niet genoeg Wij bezitten anti-tank-kanonnenuit de vorige eeuw. Ongeveer tien procent van wat een Duitsch regiment aan modern materiaal bezit Onze machines snorren door de lucht. Zü kun nen vUegen in de schaduw van de bommen, die een vüandelüke luchtvloot kan^ritwarpen.’ Als een W-eeuwsche Leonidas. En im feiri ik met eens op, wat we heelemaal niet hebben. Er zit waarlük iets zieligs in, wanneer batterij-commandant je met 'n zekeren weemoe- digen vaktrots zün houwitser toont. De crave kanonnen zien er vervaarlük genoeg uit. Er wordt alleen niet bü verteld, dat Engeland ons die spullen in 1918 voor een prikje heeft ver patst. En zelfs al laten wü onze defensiekansen hier geheel buiten beschouwing, dan nog schrüft de humaniteit ons voor, dat wü geen arbeiders- jongens vrüwel weerloos in den dood mogen Jagen. Alleen ons klassegevoel ware al een ge rechtvaardigd motief, om geen enkele eenigs- zins betaalbare poging tot moderniseering van het leger af te wüzen. De heer Bakker is, zooals hij zelf erkent, een leek en hij ziet de dingen gelukkig te zwart. Angst is een slechte raadgeefster en zij slaat haar discipelen thans evenver uit het lood naar het pessimisme als zij enkele Jaren geleden Me oorlogs-kansen te opti mistisch beoordeelden. De 15 cm. houwit sers, waarop de schrijver doelt, zijn slechte bij één regiment artillerie aanwezig; daar naast hebben wij de uitstekende 10-veld en de algemeen-gebrulkte 7-veldkanonnen De 19e-eeuwsche anti-tankkanonnen worden reeds vervangen door modem in- fanterie-geschut. En vooral moet men in het oog houden, dat een tegenstander nooit met zjjn geheele macht over ons been zal kunnen vallen, omdat hij zijn hoofd macht zeker op andere fronten noodig zal hebben. Maar in aanmerking nemend dat de „Arbeiderspers” jarenlang onze weermacht gesaboteerd en verdacht gemaakt heeft, terwijl de* soclaal-democratlsche fractie zich tegen iedere uitbreiding of moderni- seering verzette, in aanmerking nemend dat „het Volk” in Juli 1936 voor generaals nog slechts spot over had, is de omkeer in de roode mentaliteit toch verheugend Het is misschien wat bevreemdend dat het me delijden van den schrijver ueperkt blijft tot de soldaten, die uit arbeidersmilieu komen maar gelukkig kunnen ook de midden stands-, boeren- en werkgeverssoldaten

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1937 | | pagina 12