H
SïetmAaaf
can den dag
De avonturen van Prof je en Struisje
i
I
c
Zoo'n Migraine?
|!ES, LIESBETH,
ELISABETH
VRIJDAG 22 OCTOBER 1937
V
li
Een soc.-democraat over
het leger
DE SOLDATEN”
F
„EEN MISDAAD JEGENS
I
1"-
I
I
VAN UNOX !S ALLES EV>
'RUJKl
Me
Fi
Vlieg demonstratie» op Ypenburg
r
UNOX FIJNSTE VLEESCHWAREN- EN CONSERVENFABRIEKEN - OSS
KATHOLIEKE ILLUSTRATIE
72e jaargang No. 3
L
4
r
Bi
T
a
K
M
IWordt varrolgdJ
Aï I r A RAMMF’Q "P d,t ^lad zUn 1"*eJ01ge d« ▼e«*kerlngsvoorwaarden tegen p 7^0 - blJ levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door 17 bij een ongeval met p
<1 /A.D1^1 Hl O ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen VFVJa verlies van beide armen, belde boenen of belde oogen T <JVFo“ doodelljken afloop
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIÏK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
FIJNSTE VLEESCHWAREN
ll
deze leverpastei is inderdaad bijzonder
smakelijk. Het schijnt een specialiteit
van de Unox Fabrieken te zijn.
En was die Geldersche Rookworst
L gisteren niet heerlijk?
M Ik gebruik nu reeds eenigen tijd
Unox vleeschwaren en.met succes,
W want wat men ook neemt uit de
k groote verscheidenheid van haar
producten, ik kan gerust zeggen:
i De tragedie van I
Dr. Melville i
f^oedkooper dan Koffie Hag,
dat kunnen wij ook! Onze coffeïne-
vrije Sanka-koffie kost slechts 44
ets. per pakje. Maar beter dan
Koffie Hag, dat bestaat niet! Bij
Hag doet het niet alleen de fijne
kwaliteit van uitgezochtt hoog-
landkoffie, maar vooral ook de
30-jarige bedrijfservaring en het
unieke werkprocédé. Dus Koffie
Hag, ook voor U!
I
A
I;
ons dit
offer
I
4
b
een
\UNOX
,1
De roman van een heldenleven, waarin
het
bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door
i
13
Be
K\1
i
Be
st<
sU
Of UNOX FABRIEKEN VERSTREK
KEN GAARNE RECEPTEN VAN ALLE
GEWENSCHTE VLEESCHSCHOTELS
OT
23 C
Ml
4ei
va
nu
Weest gerust, moeders van huwbare amen, de
pest Is van de baan.
hoogte
treffen.
Ik noemde expres Claude, want Ik wilde over
groote werk van pater Damlaan staat geteekend.
lost de gedane beloften wel in. Met iedere kolom
wint het verhaal aan belangwekkendheid. Be
halve enkele short stories en den vlotten roman
„De vreemde man op hek dorp" zijn er twee oor
spronkelijke verhalen: De cel, door H. Wolffen-
buttelvan Roojjen, een fjjn-gedachte schets, en
De neef uit Amerika, een pittig behandeld geval
door C. van Rospeynen.
De Narrenkap toont zich weer een geestlgen
confrater van het groote blad en Okki is weer
naar het hart van de jeugd. Zoo geeft dit num
mer een schat van lectuur en een rijkdom van
prenten zonder weerga.
mini
laten
glngi
In
midc
uur
Just
mini;
collei
treat
vemt
van
1
wi
ini
hel
va
Va
vai
Ma
In
mini
een
ware
geer!
zond
wein
Ee
men,
Zont
Ve
reedi
rega
Bt
den
vast»
same
tijen
Deze
beste
Het
den
voon
Part
De
Crln
nera
drid
soon
Zl) 1
aan
2—
7TSI
l
Wat nu? Profje boog Jammerend uit het
venster om te zien of hjj zijn vriendje nog
zag. En jawel, daar zweefde hU. een paar
n.eter van het vliegtuig af. Hjj had meteen
de vleugels uitgeslapen, en daar de vaart
van het vliegtuig niet zoo groot was, kon hij
het gemakkelljk bjjhouden.
Maar Profje was er niets gerust op. „Kom
er maar weer in." zet hij en daar Struisje
wel zag hoe ongerust de Professor was, zette
hjj zich bedaard op den rand van het raam
en stapte weer op zjjn plaats. De piloot en
Profje loosden beiden een zucht van verlicn-
ting.
Maar de medicus verloor geen oogenblik z’n
kalmte en nam den vreemden bezoeker bedaard
op. Het was een man, eenvoudig maar behoor
lijk gekleed, zonder hoed of pet en naar het
scheen, ten hoogste verbaasd, dat de genees
heer nog talmde. Hjj zag doodsbleek. Alles wees
er op dat hjj van uit z'n bed direct naar een
dokter was geloopen.
„Toe, schiet op, dokter!” riep hij met heesche
stem, ,jn’n kleine jongen sterft! Waarom komt
u niet?”
„Goed, ik ga mee,” zei dr. Melville, en ver
zocht den man te wachten, tot hy zijn Instru
mentenkoffer had gehaald. Waarom zou hfj niet
gaan? Het was toch z'n plicht. Wat zou die
man wel denken, als hij wist....
bij verlies van een hand,
een voet of een oog.
Ik ging zitten en met een soort ongegeneerd
heid, die ik slechts voorgaf, antwoordde ik: ,Jk
ben een wandeling in het bosch gun doen en
toen ik zag. dat ik niet ver van Neuilly was,
meende ik. dat ik toch wel sedert langen tfjd
u een visite schuldig was en zoo ben ik hier
gekomen. Ik hoop, dat ik goed heb gedaan.”
„Zeker heb je goed gedaan. Het is werkelijk
een menschllevende daad, als men zoo jong en
krachtig Is als JIJ, om een oude vrouw te be
zoeken en ik bedank je er wel voor.”
„Als u het permitteert, mevrouw, zal ik dik
wijls hier terugkomen. Claude zal mij wel op de
- 1 stellen, welke dagen Ik u thuis kan
Mijnheer de secretaris heeft zijn betrekking
niet verlaten, lederen morgen komt hjj met zijn
actenlasch vol papieren en zijn onaangenaam
gezicht. O, hij verlangt niet zjjn verloofde weer
te zien. Ik moet bet tot mijn vernedering be-
Stilte op alle fronten! De strijdenden blijven
achter hun versterkingen, er is geen offensief!
Papa en mama hebben ml) geen enkele beris
ping gegeven wat betreft mijn onberedeneerde
daad. Ik kan my voorstellen, dat zy in de inti
miteit tot elkaar gezegd hebben: „Lies is koppig,
als wjj haar onze ontevredenheid toonen. als wy
haar verwijten gaan doen, dan zal zij absoluut
niet toegeven, terwijl, als wy zwijgen, als wij
doen alsof het een kinderachtige streek van haar
was, zy vergeten zal. Wjj zijn zeker van Claude!”
Gisteren werd Claude verdacht, vandaag bezit
hl) alle mogelijke goede hoedanigheden, hy al
leen kan my in bedwang houden.
Dus weer een ellendige dag In het voor-
uitzicht. Heusch niet noodig I Neem een
"AKKERTJE" en binnen 'n kwartier voelt
Ge U weer frisch en opgewekt en zijt Ge
Uw hoofdpijn kwijt. aKKER-CACHETS
helpen verrassend snel bij Hoofdpijn, Kies
pijn, Zenuwpijn, Rheumatiek, Griep. Per
Dit nummer opent met een zeer mooie kleu
renplaat van den Lleve-Vrouwetoren te Amers
foort, naar een aquarel van F. Everbag, en
achterin vinden we een reproductie van Corn.
Brandenburg’s aquarel .Pollux” aan de De Ruy-
terkade te Amsterdam. Dat op gewoon lllustra-
tlepapicr zulke resultaten worden bereikt lokt
een pluim uit voor de techniek, die by de KL
wordt toegepast en die door het geheele blad
heen de aandacht trekt.
Zaterdag 23 October zullen op het vliegveld
Ypenburg in verband met het dertig-jarig be
staan van de Kon. Ned. Vereenlglng voor Lucht
vaart vllegdemonstratles worden gehouden,
welke om drie uur des middags beginnen.
In de stadsgevangenis lag een Jongeman In
z'n cel op bed en tuurde met wijd geopende
oogen in de duis
ternis. HU wist
niet dat in een
klein kamertje,
een paar honderd
meter van hem
vandaan, z’n va«
der met denzelf-
den vijand streed.
In het ziekenkamertje, waar de kleine jon
gen lag. lag op een divan, de oogen strak op
den dokter gevestigd, de moeder van den knaap.
Beneden liep de vader onrustig heen en weer,
totdat dr. Melville de vrouw verzocht, aan d'r
man te gaan zeggen, dat hij moest probeeren
te slapen, omdat hy 't kind stoorde. Nu en dan
klonk het Jammerlik kreunen van den kleine.
De geneesheer zat kalm naast het bedje, hield
de heete kinderhand in de zijne en sprak het
patiëntje nu en dan zacht en vriendelUk toe.
Eindelijk, toen het dag begon te worden, gat
hy een teeken aan de moeder. De oogen van
het kind hadden zich gesloten, het kreunen was
verstomd, de kleine was Ingeslapen. De crisis
was voorbij. Met een zachten kreet van biyd-
schap verliet de moeder op haar teenen het
kleine vertrek en liet den dokter bjj het bedje
van haar zoon achter.
Even later kwam ze weer terug, nu met hakr
man, wiens oogen rood zagen van gebrek aan
slaap. HU keek even naar z’n rustig slapend
zoontje en strekte toen z’n hand naar den ge
neesheer uit.
„Ik weet niet, dokter,” sprak hU met bewo
gen stem, „hoe ik u moet bedanken. De jongen
is.... ons alles.”
Werktulglyk schudde dr. Melville de hem
toegestoken hand en liep naar beneden, waar
hU s’n Jas aantrok en z’n hoed opzette.
„Ik kom gauw terug,” zei hjj toonloos.
De man liet hem uit, keek op z’n horloge
en zei:
„Ik ga met u mee tot aan den hoek. Ik moet
naar de gevangenis, waar om 7 uur een Jonge
man op den electrischen stoel wordt gezet, die
z’n verloofde heeft vermoord. V moet weten,
dat ik het vonnis moet voltrekken."
Uil het F ran ach vertaald door Christine Kamp
n den zachten rosen gloed van de leeslamp
naast z'n fauteuil, zat dr. George Melville
in z'n studeerkamer. Z'n gelaatstrekken Ier
ken verwrongen en z’n eene arm hing lusteloos
en slap over de stoelleuning. Rond z’n oogen
teekenden zich donkere kringen af. Zooals hy
daar roerloos zat, leek hU een beeld van droef
heid en ellende, een oude en afgeleefde man.
En toch was hy slechts tusschen de vUftlg en
zestig, voor in de vUftlg, en stond hy op de
hoogste sport van een eervolle geneeskundige
loopbaan.
Het was reeds na middernacht en met een
zucht nam hU een brief op, die al gerulmen tijd
op z'n knie lag. Voor de zooveelste maal las
hij het volgende:
„Het Is ons niet mogen gelukken, een andere
uitspraak voor Andrew Melville te verkrUgen.
Het doodvonnis zal onherroepelUk morgenoch
tend om 7 uur voltrokken worden.”
Op een tafeltje, vlak by de leeslamp, lagen
een paar kranten, waarin een bericht stond
In nauw verband met bovenstaand schrUven:
„Morgenochtend om 7 uur zal het doodvon
nis voltrokken worden over Andrew Melville.
Onze lezers zullen zich herinneren, dat Andrew
Melville In October van T vorig jaar ter dood
veroordeeld werd wegens moord op zUn ver
loofde Jessie Barton, in haar ouderlUk huls te
Brooklyn.”
Met een wanhopig gebaar duwde dr. George
Melville den brief van zich af. HU stond op en
liep rusteloos de kamer op en neer. Eindelijk
Kond hU stil voor een groot portret aan den
muur. Het was de beeltenis van een knappe
vrouw van middelbaren leeftijd, met rustige,
vriendelUke trekken. Dr. Melville keek er naar
en zei hardop:
.Dank den hemel, dat je dood bent, Irma.
Jou Is het ten minste bespaard gebleven onzen
zoon als moordenaar veroordeeld te zien.”
Op dit oogenblik scheen het hem toe, alsof
de oogen van ’t portret hem met diep mede
lijden aankeken.
„Houd u kalm, mevrouw,” zei de geneesheer,
„Ik kan uw hulp noodig hebben.”
De vrouw opende zenuwachtig de deur van
een klein slaapvertrek. Van achter een scherm
was het kreunen van een kind in hooge koorts
hoorbaar. De dokter ging naar het bed en on
derzocht den kleinen lijder, die zich rusteloos
heen en weer bewoog. Daarna dekte hy hem
weer toe.
„lis longontsteking,” verklaarde hü. „Geef
me direct wat warm water.”
De vrouw bracht het gevraagde en de dok
ter deed z'n hemdsmouwen in de hoogte. De
uren gingen voorbU, twee, drie vier..
hem spreken, het was om hem, dat ik gekomen
was.
„O, ik ga heel weinig uit Parijs met al dat
drukke verkeer maakt mU bang. Soms wandel ik
wat in den omtrek van mijn huls met myn kleins
Bretonsche, die je het hek geopend heeft Als
Claude vrij is, gaat hy met my mee, om ds
onvermijdelijke boodschappen te doen.”
„HU zal niet dlkwyis vrij hebben, want hU
de rechterhand van mijn vader, en papa kan
hem niet missen."
„Claude is daar blU om; uw vader is zoo goed
voor ons geweest, want wat zou er van ons
geworden zijn zonder hem? Dat zal mijn soon
nooit vergeten."
Claude! Hoe teeder was haar stem, als zU stf»
naam uitsprak! Om het gesprek gaande te hou
den. hetgeen my wel wat moeliyk leek, bad ik
slechts over myn verloofde te spreken.
„O," hernam ik. „wij weten, dat Claude een
trouwe vriend is en cSiewel hU altijd rich op
den achtergrond houdt, koester ik voor hem toch
veel vriendschap.”
,JEn je hebt geiyk, mijn zoon Is iemand, op
wlen men rekenen kan. HU houdt rich op den
achtergrond, hU is stil, maar hoewel ik zyn
dierbaar gezicht niet meer kan zien, begrijp lk
dat stllzwUgen. Ik weet het, wanneer zyn oogen,
waarvan ik de kleur zoo liefhad, droevig tsaan.
Een kleinigheid brengt my op de hoogte: ZU»
stem, die minder helder klinkt, gebaren, die ik voel,
dat vermoeid zUn, langzame schreden, zwaar
door een smartelijk verleden.
Toen de dokter weer bent&en kwam, nam de
bezoeker hem bjj den arm en liep zoo hard hy
maar kon.
„Ik kon geen taxi krügen!” hijgde hy.
De koude nachtwind werkte kalmeerend op
de hersens van den medicus. HU lachte bitter
om de ironie van t leven. HU. die letterlijk
niets voor z'n eigen zoon kon doen, haastte zich
nu om het kind van een ander te redden!
Intnsschen duwde de man, met de hand op
den arm van den dokter, hem als 1 ware door
de stille straten voort, zoodat een polltle-agent
hen nakeek.
Eensklaps kwamen ze In een nauwe, slecht
verlichte straat, waar de kleine hulzen alle op
elkaar geleken. De man verhaastte nu z’n schre
den en hield dan stil voor een huisje, dat in
tegenstelling met de andere, helder verlicht
was.
Toen de man het hek van "t kleine voor
tuintje openwierp, werd de deur geopend en
verscheen een vrouw op den drempel.
„Heb je een dokter meegebracht?” vroeg ze
angstig. „Gelukkig
Dr. Melville ontdeed zich van z’n hoed en jas
en volgde de vrouw naar boven.
,M’n jongen!” riep ze, „dokter, u moet hem
redden!” Ze zweeg en snikte.
UNOX
Toen hU het hoofd van Profje uit het
raam zag komen, vloog hU er gauw naar
toe. „Ga gauw zitten.” waarschuwde hU.
„als U er uit valt, kunt U vast het vliegtuig
niet zoo goed bUhouden als ik. Ik blijf hier
nog een beetje, het is wel leuk zoo hoog.” HU
wuifde naar Profje en lachte tegen den pi
loot, die hem ook had gezien.
„Het valt mU niet in om strateegje te gaan
spelen. Er is geen gescherm met kwasi-deskun-
digheid noodig. Ook de leek kan zich een oor
deel vormen. Wie dit ongemotoriseerde, lang
zame, kwalijk geoefende, uiterst gebrekkig ge
outilleerde, onvoldoende beschermde en to
taal verouderde leger op een modern toegerusten
vijand loslaat, begaat een misdaad jegens de
soldaten.
Wat wU aan up to date materiaal hebben,
kan hoogstens als bewijs dienen, dat de gene
rale staf wel weet, hoe t hoort. WU beschikken
over 1 beste luchtafweergeschut. Te weinig
Wl) hebben een autocolonne. Niet genoeg Wij
bezitten anti-tank-kanonnen uit de vorige
eeuw. Ongeveer tien procent van wat een
Duitsch regiment aan modern materiaal bezit
Onze machines snorren door de lucht. ZU kun
nen vliegen in de schaduw van de bommen, die
een vUandelUke luchtvloot kan uitwerpen. Als
een 30-eeuwsche Leonidas. En nu som ik met
eens op. wat we heelemaal niet hebben
Er zit waarlijk iets zieligs in, wanneer
batterlj-commandant je met ’n zekeren weemoe-
digen vaktrots zUn houwitser toont. De brave
kanonnen zien er vervaarlUk genoeg uit. Er
wordt alleen niet bU verteld, dat Engeland ons
die spullen in 1918 voor een prikje heeft ver
patst.
En selfs al laten wU onse defenslekansen hier
geheel buiten beschouwing, dan nog schrijft de
humaniteit ons voor, dat wu geen arbeiders-
jongens vrijwel weerloos In den dood mogen
jagen. Allmn ops .klawgevoel ware al edb ge
rechtvaardigd mptlef, qm geen enkele eenlgs-
alns betaalbare poging tot modemteeering van
het leger af te wU>en
i j
Maar ik moest alle bekoringen vluchten en het
bosch verlaten om mU te bevrijden van mijn ex-
gouvernante, die niet ophield mU de verschil
lende moorden in het geheugen te roepen, die
daar sedert tien jaren bedreven waren.
BU den uitgang bedankte ik haar voor haar
gezelschap en liet haar met de tram, die juist
daar stilhield, vertrekken. Ik had wel lust om
terug te gaan en mU te bedwelmen In dat
paradijs van bloeiende struiken, maar de streek,
die Ik ging uithalen, lokte mU aan, de blinde
moeder scheen my te roepen.
Ik liep de groote laan ten einde en sloeg een
zUlaantje in, waar grootere en kleine landhui
sen stonden midden in tuintjes. Voor een der
kleinere bleef ik staan en nu moet ik bekennen,
dat Ik mij verward gevoede. Als Lies verlegen
heid gekend had, zou ik denken, dat het dat
was.
Ik schelde aan met al de energie, die in mU
is. Een Jong dienstmeisje met een Bretonsche
muts op het hoofd, kwam mU opendoen.
Ja, mevrouw was thuis. Ik had ook geen
oogenblik gedacht, dat zU «r niet kon zijn.
Ik volgde de kleine Bretonsche. Een recht
laantje gevat in bloeiende struiken, leidde naar
een perk, waar al de bloemen van het voorjaar
verzameld waren: vergeetmünietjes. viooltjes,
muurbloemen. DichtbU zat een dame te breien.
De oogen, die mU niet konden zien, schenen mUn
komst af te wachten.
Sedert meer dan Uen jaren had ik mevrouw
Rendut niet gezien. Het geheugen van kinderen
is zoo nietig, dat ik haar niet herkende. Was
sU oud, heel oud, ik wist het niet, aooaeer leek-1
et blijft een kwalijk feit dat de so
ciaaldemocraten niet eerder steun
aan onze defensie hebben willen
geven dan nadat zij hadden begrepen dat
een inval der Duitsche nazi's speciaal voor
hun eigen gezondheid nadeelig kon zijn
Maar de ommezwaai Is dan toch een feit
geworden en de nieuwe dienstplicht-voor-
stellen der regeering zullen van die zijde
wel even weinig verzet ontmoeten als bt
de „burgerlijke” partijen. Een redacteur
▼an „Het Volk” die op uitnoodiging van
het legerbestuur de jongste manoeuvres
heeft gevolgd, heeft tenminste danig den
schrik te pakken gekregen en acht ons le
ger, zrxx-ls het nu is, nog niets waard. Toen
enkele jaren geleden generaal Snijders tn
een Engelsche courant een weinig opti
mistisch beeld gaf van onze weerkracht,
werd hem dit van verschillende zijden kwa
lijk genomen omdat hij zoo zeide men
daarbij een vreemde natie op onze
zwakheden opmerkzaam maakte. Nu is het
maar te hopen, dat geen Engelschman ooit
het nummer van de Sociaal-democraat in
handen krijgt waarin de heer Piet Bakker
zijn ontboezeming neerschreef, want daar
uit zou hij nog veel meer wetenswaardlgs
over onze oorlogs-toerustlng kunnen ver
nemen. Genoemde heer schrijft o.m.:
profiteeren van de verbeterde uitrusting
die de heer Bakker noodzakelijk acht.
,.WU staan” zoo schrijft hij verder ..naar
mijn bedeesden oordeel voor den zuren plicht,
om ons Ingeboren anti-mllltaristisch gevoel U
verdringen en geen oppositie te voeren tegen
de wetsonwerpen, welke ter verbetering van de
weermacht zijn ingediend.
Dat is een hard ding! Te harder, omdat de
regeering geen duit wenscht te geven voor bit
ter noodzakelijke sociale maatregelen. Ik ben
ml) -hiervan volkomen bewust. Maar het levens
behoud van onze eigen jongens, die, wie weet
wanneer, te velde moeten trekken, gebiedt ons
de gevraagde credletcn te verleenen. Ook al
bloedt ons hart.
Want hun hartebloed moet
waard zijn."
Moge het dan nu voorgoed uit zijn met
de afbrekende kritiek der sociaaldemo
craten op ons leger I
kennen, dat hij alle moeite doet om mij niet te
ontmoeten.
Gisteren, toen ik door de gang liep, kwam hij
uit het kantoor van papa, maar soodra hy mU
zag, Is hy teruggegaan en heeft de deur achter
zich gesloten, zonder my zelfs goeden dag te
zeggen. Dat is weinig voor een aanstaanden
echtgenoot! Maar ik vergeef het hem, hem zal
wel de les gelezen zyn door myn ouders en daar
hy my niet bemint, kan het hem niet schelen
Geduld maar, ik zal revanche nemen, hy zal
my eens beminnen, dat verklaar ikl
Vandaag heb ik een streek uitgehaaid en als
hy vanavond zal hooren, wat ik gedaan heb,
zal hy misschien spyt hebben, dat hU vanmorgen
zoo onbeleefd is geweest.
Het is de eerste dag van de maand Mei en
prachtig weer. De boulevard St. Germain leek
my echter somber en naargeestig en ik vertelde
aan mama, dat het bosch my lokte. Het Bosch
van Boulogne schynt een gevaariyke plek gronds
te syn, sedert er zooveel fatsoenlyke burgers
vermoord zyn. De huishoudster, myn vroegere
gouvernante, kreeg order met my mee te gaan.
De auto bracht ons tot aan den ingang van het
moordhol en wjj wandelden voort in het feest,
dat de lente ons elk Jaar bereidt. Ik beken, dat
ik eerst nergens aan dacht, ik vergat de som
bere dagen van den winter en werd weer Jong
Ik was enkel het kleine meisje,'dat overal opge
togen over is. De boomen en struiken, die een
nieuw kleedje hadden aangedaan, leken my
altaren, die de Almacht van den Schepper ver-
heeriykten. Ik voelde my gelukkig om de kleln-
mjj haar gelaat onstoffelyk. Sneeuwwit haar,
glanzend en soepel, omgaf een gelaat met seer
regelmatige trekken, de blauwe oogen deden aan
die van haar zoon denken en een bleeke, teere
tint deed haar lyken op die kloosterlingen, die
achter slot in beschouwing leven.
De kleine Bretonsche naderde haar en zei:
.Mevrouw, u krygt bezoek, maar Ik ken die
dame niet.”
„Vraag haar naam.” De stem was zooals het
gelaat, kalm en zacht Ik antwoordde zelf:
„Elisabeth Mayran.”
„Elisabeth, lief kind, wat heerlijk, dat Je eens
hier komt! Claude heeft my niet verteld, dat
ik je kon verwachten.”
Ik begreep het, Claude had zyn moeder niets
gezegd en had het feit van onze verloving voor
zich gehouden.
De heer Bakker is, zooals hy zelf erkent,
een leek ea hij ziet de dingen gelukkig te
zwart. Angst Is een slechte raadgeefster en
zij slaat haar discipelen thans evenver uit
het lood naar het pessimisme als zij enkele
jaren geleden de oorlogs-kansen te opti
mistisch beoordeelden. De 15 c.m. houwit
sers. waarop de schrijver doelt, zijn slechta
bij één regiment artillerie aanwezig; daar
naast hebben wij de uitstekende 10-veld
en de algemeen-gebrulkte 7-veldkanonnen
De 19e-eeuwsche anti-tankkanonnen
worden reeds vervangen door modern In-
fanterle-geschut. En vooral moet men tn
het oog houden, dat een tegenstander nooit
met zjjn geheele macht over ons heen
zal kunnen vallen, omdat hl) zijn hoofd
macht zeker op andere fronten noodig zal
hebben.
Maar in aanmerking nemend dat de
„Arbeiderspers” jarenlang onze weermacht
gesaboteerd en verdacht gemaakt heeft,
terwijl de soclaal-democratlsche fractie
zich tegen iedere uitbreiding of moderni-
seerlng verzette, in aanmerking nemend
dat „het Volk” in Juli 1036 voor generaals
nog slechts spot over had. is de omkeer in
de roode mentaliteit toch verheugend Het
is misschien wat bevreemdend dat het me
delijden van den schrijver ueperkt blijft tot
de soldaten, die uit arbeidersmilieu komen
maar gelukkig kunnen ook de midden
stands-, boeren- en werkgeverssoldaten
Daar klonk eensklaps de huisbel. De dokter,
die weer in z’n fauteuil zat, richtte zich op en
luisterde aandachtig. Wie zou die nactateiyke
bezoeker kunnen zyn? Een patiënt? Opnieuw
klonk de bel. hard en doordringend. Ontstemd
liep dr. Melville naar beneden, om de huisdeur
te openen. Hy had dien avond alleen willen
zyn. Nauweiyks had hy de deur geopend, of er
sprong iemand binnen, dta^riep:
„Om Gods wil, doktar, kom dlTBct. Het gaat
om leven en dood!"
De verluchte artikelen zijn weer vol verschei
denheid. Dr. A. de Vries levert een korte, klare
beschouwing over den Oostenrykschen troon
pretendent. dr. Otto von Habsburg; de weer
kundige licht in over windveeren; by fraaie
foto's wordt verteld van „het schoone spel van
de jacht” in Frankryk; de heilige van de week
is St. Hllarion; H. de Greeve pr. preekt over ,jAe
mooie kamers van de pastorie”; er wordt een
reisje door Limburg gemaakt; het statlonswerk
ter bescherming van alleen-relzende meisjes
wordt naar voren gehaald; als eerste van een
reeks merkwaardige fotoreportages zien we den
Mexicaanschen veerendans vertoond; een too-
neelstuk en een film worden behandeld; de
sport krygt haar deel en de opleiding van den
inlandschen priester in onze Odst wordt ge
schetst, en dan zyn et de vrouwenrubrieken nog
met tal van raadgevingen op velerlei gebied.
Waariyk, het is een rijke inhoud- en leder deel
ervan maakt een goeden Indruk. -*
N.V. KOFFIE HAG MIJ. - AMSTERDAM
regen, die zyn takken tot byna op de aarde
liet hangen, een hoekje van de lucht gezien
door de uitbottende takken, een eenzaam pad.
Opeens greep myn gezellin, die ik geheel ver
geten had, my by den arm en zei: „Elisabeth,
ik weet heelemaal niet waar wy ons bevinden;
me dunkt, dat het voorzichtig zou zyn een weg-
wyzer op te zoeken."
Het arme schepsel dacht, dat wy verdwaald
waren.
Wy zochten dus een wegwyzer op.
Was het toeval of noodlot: op den eersten,
dien wy zagen, stond vermeld: Weg naar
Neuilly.
Neuilly! Daar woonde Claude met zyn arme
moeder. Opeens kwam het Idee by my op, dat
ik aan zyn moeder, myn aanstaande schoon
moeder, een visite moest brengen. Zoo kon ik my
op een aardige manier wreken op de yskoude
houding van myn verloofde.
„Wees gerust.” zei ik tot myn ex-gouvernante,
.,wy zyn juist op den goeden weg Ik ga een
bezoek afleggen by een kennis in Neuilly. Als
wy bulten het bosch zyn, kunt u wel naar huis
teruggaan.”
Wy namen den weg, die naar Neuilly leidt.
Een vyver, klein in vergelijking met den groote-
ren in het bosch, hield eenige oogenblikken onze
aandacht gevangen. De lente is beslist een won
derbare sierkunstenares; zy had dat meertje
gehuld in het prachtigste groen en als ik niet
myn ongewenschte gezellin by my had gehad,
zou ik daar onder een bloeiende seringenstruik
zijn gaan zitten en uren lang dat water, die
ste dingen: een Woelenden meidoorn, een gouden bloemen, die blauwe lucht bewonderd hebben.
3T