PUROL zuivert - verzacht I Crisisheffing op vleesch De pantserauto van Mussert 1 1 Onzuivere huid? TWEEDE KAMER OVER DEFENSIEBEGROOTING „ONZE AARTSVADERS" I i 1 VAN WEEK TOT WEEK 25 ri z 5 5 N B J Feest aan de Leidsche Universiteit Werkloosheidssubsidie fonds Dienat weiger aar a Ruim drie ton bijeengebracht betalingen WIT Gaan de kosten boven onze draagkracht? Een verblijdend reaultaat. Bijna een halve ton voor het goede doel GROOTE GIFT VOOR DE VRIJE UNIVERSITEIT O nd ernemeraovereenkomat verbindend verklaard Voorloopig Verslag der Tweede Kamer h N De Regeering gaat terecht voort op den enkele jaren geleden ingealagen weg Koatenverdeeling Japonnen-confectie- bedrijf Driehonderd jaar klinisch onder- wjja „WEENEN AAN DE VECHT” Economiache weerbaarheid s Om het kampioenschap van Ruslamd Binnenkort afschaffing van de laatate vyf pet. Omzetbelasting Kamerleden dringen aan op af- •chaffing van de Omzet belaating xe i D. A ;n gaven t geneest zich zijnde het raam nancleele draagkracht r de regeering het tekort ▼oor 1938 op 113.345.6 6, kosten van de wjjzigin f 17512.000, te zamen t 0.757.656 Hierbij moeten worden opgeteld de i hterstallige Gevraagd werd. o< maatregelen zijn gene men. waardoor bü mobilisatie het personeel en hot materieel van de K.L.M. ter beschik king van de regeering worden gesteld. Naar uit Moskou wordt gemeld. 1* de tiende partij om het kampioenschap schaken van Rus land tusschen Loewen fisch en Botwinnik door eerstgenoemde gewonnen. u Men achtte het 'algemeen gewenscht, de ver- deeling der vlootkosten tusachen Nederland en Indlë zoowel bij dit hoofdstuk als bjj het 13de hoofdstuk der, rijksbegrooting te behandelen. Verscheidene leden maakten bezwaar tegen een zoodanige kostenverdeeiing, dat Nederland daarvan in vergelijking met 1937 een bate zal ondervinden van voorshands 65 millioen. Vele andere leden juichten een vaste kosten verdeeiing toe. Vele leden klaagden over de sobere toelich ting van het bedrag van f 157500.000, dat In de jaren 1938 tot en met 1941 benoodlgd zal zijn, ten einde „op bescheiden wijze” In de ver dere materieele behoeften van de weermacht te voorzien. aan fondsen, enz., ad f71.475.000, hetgeen het tekort doet stijgen tot f 103533.656. directe en de indirecte heffingen. De druk van de Indirecte, belastingen Is In verhou ding tot den druk der directe belastingen In zeer sterke mate toegenomen. I en «t re 1 Nu zoowel op den gewonen dienst als op den kapltaaldienst aanzienlijk hoogere be dragen worden uitgetrokken voor het ma terieel van de landmacht en van de zee macht. spraken vele leden den wensch uit. dat deze aanschaffingen zooveel mogelijk aan de NVderlandsche industrie ten goede sullen komen. i steeds aan de Waarom Tegenover de hierboven weergegeven be schouwingen stelden vele leden als hun mee- nlng, dat de regeering terecht voortgaat op den nieuwen weg, dien zij enkele jaren geleden insloeg. Binnenkort is, naar we vernemen, een beschikking van den minister van Economi sche Zaken te verwachten, waarbij de nog bestaande 5 pCt. crisisheffing op het ge slacht wordt afgeschaft. Sommige leden vestigden weder de aandacht op de economische en Industrjeele voorbereiding der verdediging. Aangedrongen werd op een innige samenwer king van het dep. van Defensie met dat van Economische Zaken, zoodat alle economische krachten In Nederland kunnen worden gemo biliseerd. Enkele leden drongen aan op Invoering van den burgerlijken dienstplicht. In de parochiekerk van *t Goirke te Tilburg is Z. H. Exc. Mgr. J. Pessers, Aposto- lisch-Vicaris in Ned. Timor, plechtig tot bisschop gewijd. Consecrator was Z. H. Exc. Mgr. A. F. Diepen, bisschop van Den Bosch, terwijl Z. H. Exc. Mgr. P. Hopmans, bisschop van Breda en Z. H. Exc. Mgr. Carton de Wiart, wij-bisschop van Me chelen, assisteerden. Boven: de bischoppcn bij het verlaten der kerk; onder: de huldiging der bisschoppen Volgens het Voorloopig Verslag over hoofdstuk 8 (Defensie) der Rijksbegrooting voor 1938 erkenden verscheidene Tweede Kamerleden, dat, vergeleken bjj de eerste jaren na den wereldoorlog, de omstandig heden, waarnaar de Defensiebegrooting moet worden beoordeeld, geheel veranderd zjjn. Vetwormpjei, pukkels en uitslag verdwijnen en de huid wordt jeug- dig-frisch, gezond en fluweelzacht door de huidzuiverende, huidge- nezende en huidvoedende krocht von^urol. Gebruik voor gelaatsver- zorging witte Purol. Deze is na in- wrijving onzichtbaar op de huid en daarom zeer geschikt voor ge bruik overdag. In doozen van 30 en 60 ct. Tube 45 ct. Bij Apothekers en Drogisten. Zooals bekend Is Donderdag aan het bestuur der Vrije Universiteit te Amsterdam een geld bedrag aangeboden als opbrengst van het vrou- wen-V. U. plan. Naar we nader vernemen, bedroeg de ge spaarde som ruim f 300.000. Hierin waren be- grepen bijdragen uit Indlë en Zuid-Afrika. De defensie-voorstellen leggen volledig beslag op ieder accres, dat in de eerste jaren in de rijkslnkomsten zou kunnen Intreden en beheerschen volkomen het flnancleele perspectief voor de eerstvolgende jaren. Sommige leden meenden, dat het capi^ulan- tenstelsel nog weinig gunstige resultaten op levert. Naar aanleiding van het antwoord van den minister op schriftelijke vragen van den heer Albarda in verband met het voornemen der regeering dienstweigeraars onder te brengen in een kamp op het eiland Rozenburg en betref fende den aard van den door hen aldaar te verrichten arbeid, werd nader gevraagd, hoe deze lieden In dat kamp gehuisvest zullen wor den, in welke mate zjj hun persoonlijke vrij heid zullen behouden, welke de kosten per man zullen zjjn in vergelijking met de tegenwoor dige regeling en of voldoende rekening zal worden gehouden met de studlebelangen van hen, die uitstel van arbeidsplicht hebben ge kregen. 1 blijft binden, over de eeuwen heen, onafschei- delijk. Ludendorff en zjjn huisvrouw betichten de Katholieke Kerk ervan een verkapt Jodendom te propageeren, dat onder den naam van Chris tendom het Dultsche volk naar het wezen be derft. Telkens wjjaen deze propagandisten van het nieuwe heidendom op het innige verband tusachen Oud en Nieuw Verbond, teneinde op grond hiervan de Christenkerk te kunnen be strijden. aldus gebruik makende van het offid- eele antisemietisme in Duitschland. Julius Streicher spuwt wekelijks Zijn gal uit over Jood en Katholiek als onverbreekbaar ver bonden in de geschiedenis der menschheid. Maar de Heiland, zoo werpt ons Hollandsch antisemietisme tegen, vervloekte toch het .ad derengebroed". Dit zijn de Joden. Neen, dit zijn niet de Joden, maar de huichel achtige pharlseers en schriftgeleerden. Door ▼Ün trouw is Abraham onze aartsvader, door rijn uitverkiezing is het Joodsche Volk de voor afbeelding van de Katholieke Kerk, maar ook de ontrouw van de Christenen werd vooraf ge heeld in de ontrouw van de Joden. Het woord „adderengebroed” is niet gesproken voor alle Joden, noch uitsluitend voor de Joden. Het is gesproken voor alle huichelaars en voor alle volksmlslelders. Het Is een waarschuwend woord voor allen, die de leer veonlnken uit baatzucht en eigenbelang. De parabel veroordeelt den phariseër, maar prfjst den tollenaar. Belden zijn joden, de pha riseër, die veroordeeld wordt, zoowel als de tol lenaar. die wordt geprezen. Zij vertegenwoordi gen niet hun ras of hun stam, maar zij verte genwoordigen de menschheid. Het .adderenge broed" is niet zoo genoemd, omdat het Joodsch |ls, maar omdat het huichelachtig is en be dorven van gemoed. De actie tegen de Joden, zooals die thans ooi. in Holland, helaas zelfs door katholieken, ge voerd wordt, tracht onder schijn van vader landsliefde een haat te zaaien, die naar het wezen volstrekt onvereenigbaar is met den ka tholieken godsdienst, en die dagelijks in de kerkeljjke liturgie haar krachtigste weerspre king vindt, wanneer wij bidden, dat ons offer aan God welgevallig moge wezen, zooals het offer van onzen aartsvader Abraham. Ontleend is aan het Voorloopig Verslag over de begroeting van het Werkloosheidssubeidie- fonds voor het dienstjaar 1938: Naar aanleiding van de mededeellng van den minister in de Memorie van Toelichting, dat de regeering meent met een voorloopig beschei den vermindering van de flnancleele nooden der gemeenten rekening te mogen houden, stel den enkele leden de vraag of voor deze ver wachting wel voldoende grond aanwezig is. Men zou het op prijs stellen van den minister ge gevens te ontvangen over: ie. Het aantal noodlijdende gemeenten en het aan de gemeenten in totaal toegekende be drag over de jaren 1934, 1935 en 1936 en de Yarning van deze gegevens voor de jaren 1937. en 1938; 3e Het totaal der gewone bijdragen uit het Werkloosheidssubsidiefonda. het totaal der extra-bijdragen en het totaal der belastingbe dragen. benevens de aantallen gemeenten, die de extra-bijdragen en belastingbedragen ont vingen. een en ander voor de jaren 1935 en 1936, en de raming van deze gegevens voor de jaren 1937 en 1938. Verscheidene leden drongen er op aan, de extra-bijdragen aan de gemeenten, waarvoor zij noodig blijken te zijn, voor het volle bedrag uit te keeren. Gewezen werd op het eigenaardig verschijn sel. dat voor de verleening van subsidie aan de gemeenten de regeering de kleine zelfstan digen ten aanzien van de werkverschaffing wel. maar ten aanzien van de steunverleening niet als werklooeen beschouwt. Dientengevolge wor den aan plattelandsgemeenten, waar men over betrekkelijk veel objecten voor werkverschaffing beschikt en men b.v. kleine boeren in hun eigen bedrijf te werk kan stellen, de uitgaven ten behoeve van de kleine zelfstandigen voor een groot deel uit het Werkloosheidssubsidiefonds vergoed, terwijl daarentegen groote stadsge meenten voorhaar uitgaven ten bate van de kleine zelfstandigen in het geheel geen ult- keering uit het werkloosheidssubsidiefonds ont vangen Door enkele leden werd nog de aandacht ge vestigd op de voortdurende toeneming der uit gaven voor armenzorg, waardoor de flnancleele positie van vele gemeenten onhoudbaar is ge worden Ondanks het feit, dat de werkloosheid afneemt, stijgen de uitgaven voor armenzorg. Deze leden achtten het noodzakelijk, dat aan de gemeenten ter bestrijding van deze uitgaven bijdragen uit het Werkloosheidssubsidiefonds worden verleend. Door andere leden werd dit denkbeeld be streden. Op 39 October is uitgegevenStaatsblad no. 659. Besluit van den 38sten October 1937, hou dende voorwaarden, waaronder bepalingen van een ondernemersovereenkomst in het japonnen- confectiebedrijf algemeen verbindend kunnen worden verklaard. (Dag van inwerkingtreding 31 October 1937). Verscheidene leden konden zich niet ver- eenigen met het voorstel, een vervangenden kruiser op stapel te zetten. Zij waren er allerminst van overtuigd, dat het kruiaer- vraagstuk opgelost is ten gunste van den kruiser en als een afgedane zaak dient te worden beschouwd. Toen bouwde men nog groote verwachtingen op den groet van de Volkenbondsgedachte, ter wijl men nog geen rekening behoefde te houden met het bestaan van krachtig bewapende fas cistische staten. De verbetering van de weermacht erkenden zij als een bittere noodzaak. Voor de hier aan het woord zijnde leden stond bjj de beoordeellng van het defensie- vraagstuk voorop: 1. Onze defensie moet worden gezien In het der collectieve veiligheid, omdat zoowel In Nederland als In Nederlandsch-Indlë zelf standige verdediging ónmogelijk Is; 3. De defensie-ultgaven moeten blijven bin nen zoodanige perken, dat behoorlijke verzor ging van cultureele en sociale belangen de» volks mogelfjk blijft; 3. De weermacht moet bet vertrouwen van het geheele volk kunnen genieten; trouw aau de democratische staatsinstellingen moet ver zekerd zijn. Wat de regeering nu voorstelt, gaat de fi nancieels draagkracht van ons volk verre te boven. Immers, blijkens de Millioenennota schat op den gewonen dienst waarbij komen de der Dienstplichtwet ad Vrijdag is in een plechtige bijeenkomst in de aula van het nieuw Academisch Zieken huis in het Boerhaavecomplex te Leiden het feit herdacht, dat voor driehonderd jaar voor het eerst klinisch onderwijs als onderdeel van het academisch onderwijs werd gegeven. Voor deze herdenking bestond zoowel uit het binnenland als uit het buitenland groote be langstelling. Onder de talrijke aanwezigen bevond De hier aan het woord zijnde leden achtten een herziening dringend noodzakelijk, waarbij zU niet uit het oog verloren, dat ook de directs heffingen zeer hoog zijn opgevoerd. Sommige leden waren van meerling, dat het belastingsysteem in velerlei opzichten anti sociaal is. Wederom wezen verschillende leden er op dat de personeele belasting een buitengewoon zwaren last op het koffiehuis- en restaurantbedrijf legt. Aan dezen aartsvader verwant, niet naar het bloed, maar door het geloof, dat hem de genade bezorgde, moeten wij bidden en offeren voor zijn lichamelijke afstammelingen, die wel verre van onze minachting, onze bijzondere liefde ver dienen. Sommige andere leden zagen eveneens een groot gevaar in de flnancleele gevolgen van de voorstellen der regeering op het gebied van de defensie. Daaruit vloeit voort een onjuiste ver houding tusschen de voorgestelde militaire uit gaven en de uitgaven voor andere niet minde: noodzakelljke doeleinden. Enkele leden waren van oordeel, dat de maat regelen ter versterking van dé weermacht te laat worden genomen en daaqpm te duur zijn. Enkele andere leden verklaarden zich voor standers van een weermacht, die ln staat is het land buiten den oorlog te houden en den vrede te handhaven. Verschillende leden drongen aan op afschaf fing van de omzetbelasting. Naar hun meening is geen belasting zoo onsympathiek als juist deze. Indlen echter tot afschaffing thans nog niet zou kunnen worden overgegaan, drongen de hier aan het woord zijnde leden met klem aan op een technische herziening van de omzet- belastlngwet- Opnieuw drongen verschillende leden aan op verlaging van den accijns op bet bier en het gedistilleerd. Vele leden hadden ernstige beswaren tegen verlaging van den accijns. Een vermeerdering van het verbruik zouden zij allerminst bevor derlijk achten voor het welzijn van het volk. Wederom werd aangedrongen op wijziging tan de Tabakswet. Met name een verlaging van den tabaksaccijns werd wenschelljk geacht. Vele midden- en kleinbedrijven in de sigaren en sigarettenindustrie verkeeren in een buiten gewoon slechten toestand. yj-et antisemietisme neemt ln Holland en I—ln Vlaanderen schrikbarend toe. Tot X X onze schande moeten wü bekennen dat de antisemletlsche „Ideeën" van Rosenberg Ludendorff en Schleicher ln onze taal hoofd- zakelljk worden gepropageerd door blaadjes waarvan de redactie geheel of grootendeete in de handen van katholieken berust Zü toonen een haat tegen de Joden en uiten een schimp die niet uitsluitend het karakter heeft van een polltieken, een socialen of een economische n Strijd tegen deze minderheid van de bevolking maar die pijnlijk raakt aan de godsdienstige verhoudingen, ja, die herhaaldelljk steun zoekt bjj den godsdienst self. Zoo ziet men tegen de Joden telkens dezelfde Bijbelteksten aangehaald, alsof het Nieuwe Testament, en met name het Evangelie van Jesus Christus, een handleiding Ware 'voor het verspreiden van den haat der volkeren! M».r men bepaalt zich niet tot den Bijbel. Hoorden wij onlangs den nationaal-socialistischen pastoor Leonards zich met meer hevigheid dan deskun digheid beroepen op het kerkelijk recht, dat hij klaarblijkelijk maar heel oppervlakkig kent, de Nederlandsche blaadjes komen onafgebroken roor den dag met de liturgie van de Katholieke Kerk en putten altijd maar weer een argument uit het gebed voor de Joden, dat op Goeden Vrijdag staande wordt gebeden. Om te beginnen is dit echter een gebed voor de Joden, en niet zooals men er van tracht te maken een gebed tegen de Joden. Het is een smeekgebed, waarin voor de Joden het hoogste geluk wordt gevraagd, dat de Katholieke Kerk iemand kan toewenschen. In wezen is het de uitdrukking van de katholieke liefde, die allen omvat, ook de Joden. Wie dus dit gebed wil aanhalen om te verkondigen, dat men als katho liek de Joden zou moeten haten en de Joden vervolging zou moeten goedkeuren, ja bevor deren, begrijpt al bitter weinig van den zin der kerkelüke liturgie, die ons leert, dat men ook voor de Joden moet bidden en hun het hoogste geluk toewenschen moet. Maar, zoo werpt men tegen, dit gebed wordt, taftegenstelling tot de andere liturgische ge beden van den kerkelljken dienst op Goeden Vrijdag, niet door een kniebuiging begeleid. Is dit niet een duidelijk teeken, waardoor de Kerk ens afkeer leert van de Joden? Weet men, wat het beteekent, dat hier niet geknield wordt? Men herinnert zich uit het Lijdensverhaal Onzes Herren, dat Jesus bespot werd als konlng der Joden. Hieromtrent ver haalt de evangelist Mattheus: „Toen namen de soldaten van den landvoogd Jesus mee in het rechthuis en verzamelden de geheele krijgsbende rondom Hem. En zij ont kleedden Hem en hingen Hem een schar] mantel om, en zij vlochten een kroon vary! nen en plaatsen die op Zijn hoofd. Zjj Hem een rietstok ln de rechterhand. En voor Hem nederknlefend, bespotten zjj Hem, zeggende: „Wees gegroet, konlng der Jo den.” En zij bespuwden Hem. Zjj namen den rietstok en sloegen Hem op het hoofd.” Welnu: omdat onze Verlosser op deze wijze door de nederknielende soldaten bespot werd als konlng der Joden, vermijdt de kerkeljjke liturgie bij het gebed voor de Joden de kniebuiging, om dat zü de herinnering aan dit verguizend gebaar wil ontwijken. De rechtstandige houding drukt bier dus geen antisemietisme uit. Verder beroept men zich op den tekst van het gebed, waarin gesproken wordt over de „trou- welooze Joden” perfides Judaeis hetgeen onze hedendaagsche antisemieten, om het maar hard genoeg te laten klinken, bjj voorkeur ver talen door „perfide Joden”. Nu beteekent het woord „trouweloos” hier geen algemeene karak teristiek van het Joodsche volk. Het wil niet zeggen, dat de Joden altjjd en overal trouweloos rijn, maar het herinnert aan de ontrouw van het uitverkoren volk ten opzichte van den Ge zondene des Heeren, den Messias, dien zjj niet wilden erkennen. „Hij kwam tot de Zijnen en de Zijnen erkenden Hem niet”, zegt Sint Jan. Het was Z jj n volk, het was het uitverkoren volk van den Allerhoogste, onder alle volkeren der aarde bevoorrecht en dit volk aanvaardde Hem niet. Vandaar dat het trouweloos genoemd wordt ln dit gebed. Leert het gebed ons echter, de Joden te haten en te achtervolgen? Men leze den tekst: „Bidden wij ook voor de trouwelooze Joden: dat onze God en Heer de blindheid wegneme van hun harten, en ook zjj onzen Heer Jesus Christus erkennen. Almachtige, eeuwige God, die ook de trouwelooze Joden niet wegneemt uit Uw erbarmen, verhoor onze gebeden, die wij storten voor de blindheid van dat volk, opdat <zij. erkennend het Licht uwer waarheid, dat Chris tos is, ontrukt mogen worden aan hun duisters nis.” Ziehier, wat de Kerk bidt De zijnen hebben Hem niet erkend. Neemt God nu wraak en ver stoot Hij ook de Joden, ons bevelend, hen even eens te verstoeten? Neen, God is Liefde. Ook de Joden neemt Hij niet weg uit Zjjn erbarmen. Wel verre van hen te leeren haten, leert dit gebed ons de Joden beschouwen als arme blin den. Zooals wjj in het dageljjksche leven de blinden met meer dan gewone voorkomendheid dienen te behandelen, omdat zü een der edelste gaven missen, waarvan wü zonder verdienste onzerzüds genieten, zoo moeten wü de Joden, die het Licht van Gods waarheid niet hebben aanvaard, behandelen met de voorkomendheid. Waarmede men blinden behandelt. Iemand kan <k»r eigen schuld verblind zün. Onvoorzichtig heid in een laboratorium, onachtzaamheid ten opzichte van de goede raadgevingen van den geneesheer kan oorzaak zün, dat iemand het licht der oogen verliest. Is hü minder beklagens- Waardlg dan de blindgeborenen? Zoo is het ook met de geestelüke blindheid. De Joden hebben het Licht niet aanvaard. Vallen zü daarom bui ten de blindenzorg der apostolische liefde? De Geschiedenis der Apostelen leert ons wel an ders! Het beroep van onze Roomsche antisemieten op dezen tekst beteekent dus niets. Zü verstaan de kerkelüke liturgie niet, en maken veel drukte met iets, waar ze heel weinig van begrüpen. Hun domme haat belet hun, rechtvaardig en ■onder vooroordeel den tekst te lezen, waarop «ich beroepen. Nu zeggen zü gewoonlük: .au dit is de eenlge tekst, dien de kerkelüke liturgie over de Joden kent!" Ze vergeten iets! Dagelüks ln de Heilige Mis. vlak na de Con secratie tn de huiverende stilte, die volgt op de opheffing van den Kelk met het Bloed des Heeren, bidt de Katholieke Kerk een aantal onveranderlüke gebeden van aangrijpende schoonheid en afgrondelüke diepte. Het derde van deze „offergebeden” luidt; „Gewaardig U op deze Offerande met gena- dlgen en goedertieren blik neder te zien en haar welwillend te aanvaarden, gelük Gü U gewaardlgd hebt te aanvaarden de gaven van Uwen rechtvaardigen dienaar Abel, het offer van onzen aartsvader Abraham, de vlekke- loose offerande^die u w hoogeprlester Melchi- sedech U heeft opgedragen." Is het niet opvallend, dat de Kerk, sprekend tot God, hier onderscheid maakt tusachen Gods dienaar Abel, Gods hoogeprlester Melchlsedech en onzen aartsvader Abraham? De stamvader van het Joodsche volk wordt door de katholieke liturgie „de onze” genoemd, terwül toch ook hier sprake had kunnen zün van „uw dienaar" of „uw gehoorzame”. Niet Abra ham’s verhouding tot God, maar Abraham’s verhouding tot ons. dus tot het katholieke volk, wordt hier uitdrukkelük naar den voorgrond gebracht, en zelfs met nadruk, door <}e tegen stelling tot Abel en tot Melchlsedech. Deze na druk legt een onverbreekbaren band, een mys tieken band tusschen het uitverkoren volk van het Oude Verbond en het uitverkoren volk van het Nieuwe Verbond. Hieraan herinnert de Katholieke Kerk haar geloovigen niet eenmaal per jaar, zooals aan de trouweloosheid van de Joden in de dagen van Christus, maar dage lijks. en op het 411erplechtigste oogenblik van lederen dag. vlak na de Consecratie herinnert de Kerk aan onze allerinnigste verwantschap met het volk, welks geschiedenis de onze voor afbeeldt. welks openbaring de onze is. welks ver langen ons heil voorbereidde. .Raakt niet aan de Joden, want gü raakt aan den appel van Gods oog,” schrüft de groote heilige Bernardus van Clalrvaux, wanneer ge durende de prediking van den tweeden kruis tocht een onverstandig monnik, broeder Robert, oen Jodenhaat ln Duitschland doet oplaaien. Zün waarschuwing is geheel tn overeenstemming met de heilige liturgie, die ons offer, het hei ligste dat op aarde gebracht wordt, aan God aanbeveelt met de herinnering aan Zün dier baren dienaar Abel, zün dierbaren hoogeprlester Melchlsedech en onzen aartsvader Abraham. De brief aan de Hebreeuwen leert ons, waar om Abraham onze aartsvader wordt genoemd. In zün geloof, in zün trouw, wanneer God hem het offer vraagt van zün eenigen zoon, ligt zün rechtvaardiging. Om dit geloof en om die trouw wordt hü de stamvader. Zün uitverkiezing dankt hü aan dit geloof en aan deze trouw. Spreekt men van trouwelooze Joden, meenen- de zich te mogen beroepen op de liturgie van de Katholieke Kerk, waarom ziet men deze dagelüksche herinnering voorbü i trouw en het geloof van Abraham? üoort men niet naar de lofprijzing van den Za ligmaker, die ln NathanaCl de eerlijkheid prijst van den oprechten Israëliet? Het is waar: de Zünen hebben Hem niet erkend, doch het is evenzeer waar: Hü kwam tot de Zünen en ons lecht is het niet, de Zünen te krenken of te kwetsen. Den stamvader van het Joodsche volk noemen wü in de Heilige Mis onzen aarts vader en hierdoor erkennen wü het verband, dat ook de Dultsche Jodenhaters leggen tusschen Jodendom en Christendom. Hun antisemietisme is in wezen antikatholi cisme en zü komen daar rond voor uit. Rosenberg verwüt aan Luther, dat hü bü de „zuivering" van de Kerk niet ver genoeg is ge gaan. Immers: Luther heeft de Kerk wel .ge zuiverd” van de „paapsche" elementen, maar niet van de .Joodsche" elementen. Hü heeft wel het verband met den Paus verbroken, maar niet het verband met het Oude Testament, niet het verband met onzen stamvader Abraham, dat het lot der geloovigen door den gehelmzln- nigen band van de Bljbelsche voorafbeelding met het lot van het uitverkoren volk bindt en De secretaris van het Comltó „Weenen aan de Vecht”, de heer J. A. Josephus Jltta, schrijft ons: Nu onder dankzegging voor het gevoerde be heer aan Mr. Ph. B. Llbourel te Delft, penning meester van hêt Comité ..Weenen aan de Vecht”, dat op 17 Juni 1937 in het park van kasteel Nüenrode een algemeen weldadigheidsfeest or ganiseerde, algemeen décharge is verleend voor zün beheer, kan met betrekking tot de resulta ten het volgende worden medegedeeld: In totaal werd ontvangen een bedrag van ƒ41531.10 in 364 büdragen die in overeenstem ming met de wenschen van de gevers ten goede kwamen aan 154 verschillende Instellingen. On der de ontvangsten bevindt zich een bedrag van ƒ2631.10, waarvoor geen Invitaties tot het feest werd gevraagd. Bü den secretaris kwamen tenslotte verschillende berichten binnen van vereeniglngen, dat zü er weliswaar niet in ge slaagd waren onder hun begunstigers deelne mers aan het feest te vinden, maar dat zü. als gevolg van dit beroep niettemin verschillende bedragen kleiner dan honderd gulden recht streeks mochten ontvangen. Hieruit valt dus af te lelden, dat als onmiddellük gevolg van .Weenen aan de Vecht” de weldadigheid ln Nederland een nog wel iets hooger bedrag dan bovengenoemde is toegevloeld. Vele andere leden stemden volledig in met de vlootplannen der regeering. Het had de aandacht getrokken, dat in de memorie van toelichting het personeelsvraag stuk vrijwel niet wordt besproken. Bü sommige leden bestond twüfel, of de minister in de materieel-voorzlenlng aan de luchtmacht wel de zeer belangrijke plaats in ruimt. welke haar, blükens de gebeurtenissen in bet buitenland, toekomt. o m de minister van Onderwüs, Kunsten en’ Wetenschappen, prof dr. J. R. Blotemaker de Bruine. Prof. dr. J. A. Barge, rector-magnificus der Leidsche Universiteit, hield de herdenkings rede. Na de rede van den rector-magnificus heeft de minister van Onderwijs, Kunsten en Weten schappen. prof. dr. J. R. Blotemaker de Bruine, gesproken. De minister noemde het een gelukkige ge dachte. dat men opeettelük wil herdenken, wat In het verleden als ontwikkeling van de we tenschap of haar toepassing verkregen is. Er is immer een gevaar dat wü, bet verleden ver getende, uitsluitend het tegenwoordige waar- deeren en dat wü dit aanvaarden als een na- tuurlük en vanzelfsprekend gegeven in plaats van als een gave, die ons geschonken wordt en die ons nieuwfe verplichtingen oplegt. Dit alge meene vindt ook toepassing, als het gaat over het klinisch onderzoek en zün Inschakeling ln het universitaire Instituut. Na den minister spraken de president-curator der Leidsche Universiteit, mr. A. van de Bande Bakhuyzen en vertegenwoordigers der Unlver- sitelten van Edinburgh en Weenen, reap, de hoogleeraren Logan Turner en Plek. Tenslotte werd gezamenlük een bezoek ge bracht aan het voormalige Caecilia-Gasthuis, waar het eerste klinische onderwüs werd ge geven. Kamer over de begrootlng van Financiën ▼oor 1938 hadden vele leden met verwonde ring kennis genomen van de tal verschillende dagbladen gepubliceerde, minlsterieele cir culaire, betreffende vergunning Inzake het gebruiken van een gepantserde automobiel door ir. Mussert, Het kwam dezen leden voor, dat de gevaren, welke de persoonlijke veiligheid van in den polltieken strijd op den vóórgrond tredende personen kunnen bedreigen, in ons land niet van dien aard zün, dat zü het noodig zouden kunnen maken, aan een dier personen vergun ning te verleenen. zich van een gepantserde automobiel te bedienen. Een ieder, die zich be- hoorlük gedraagt en anderen geen overlast aan doet. kan zich hier te lande overal en te allen tüde vrüelük bewegen. De hier aan het woord zünde leden zouden het op prijs stellen, indlen de regeering deze waarheid tot richtsnoer zou willen nemen en geen enkele uitzondering op den algemeenen regel zou willen toelaten. Eenlge dezer leden achtten het waarschünlük, dat het verzoek, hetwelk tot de hierboven ver melde circulaire aanleiding heeft gegeven, min der is voortgekomen uit gegronde bezorgdheid voor het leven van den persoon, te wiens be hoeve het verzoek werd gedaan, dan wel aan een zekere zucht tot sensatie of tot reclame valt toe te schrijven. Het ligt, naar het oordeel van deze leden, niet op den weg van de overheid, dergelüke sensatie of reclame te bevorderen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1937 | | pagina 5