PUROL
zuivert - verzacht
I
Crisisheffing op
vleesch
De pantserauto
van Mussert
1 1
Onzuivere huid?
TWEEDE KAMER OVER
DEFENSIEBEGROOTING
„ONZE AARTSVADERS"
I
i 1
VAN WEEK TOT WEEK
25
ri
z
5
5
N
B
J
Feest aan de Leidsche
Universiteit
Werkloosheidssubsidie
fonds
Dienat weiger aar a
Ruim drie ton bijeengebracht
betalingen
WIT
Gaan de kosten boven
onze draagkracht?
Een verblijdend reaultaat. Bijna
een halve ton voor het
goede doel
GROOTE GIFT VOOR DE
VRIJE UNIVERSITEIT
O nd ernemeraovereenkomat
verbindend verklaard
Voorloopig Verslag der Tweede
Kamer
h
N
De Regeering gaat terecht voort
op den enkele jaren geleden
ingealagen weg
Koatenverdeeling
Japonnen-confectie-
bedrijf
Driehonderd jaar klinisch onder-
wjja
„WEENEN AAN DE VECHT”
Economiache weerbaarheid
s
Om het kampioenschap van
Ruslamd
Binnenkort afschaffing van de
laatate vyf pet.
Omzetbelasting
Kamerleden dringen aan op af-
•chaffing van de Omzet
belaating
xe
i
D.
A
;n
gaven
t
geneest
zich
zijnde
het
raam
nancleele draagkracht
r
de regeering het tekort
▼oor 1938 op 113.345.6 6,
kosten van de wjjzigin
f 17512.000, te zamen t 0.757.656 Hierbij moeten
worden opgeteld de i hterstallige
Gevraagd werd. o< maatregelen zijn gene
men. waardoor bü mobilisatie het personeel
en hot materieel van de K.L.M. ter beschik
king van de regeering worden gesteld.
Naar uit Moskou wordt gemeld. 1* de tiende
partij om het kampioenschap schaken van Rus
land tusschen Loewen fisch en Botwinnik door
eerstgenoemde gewonnen.
u
Men achtte het 'algemeen gewenscht, de ver-
deeling der vlootkosten tusachen Nederland en
Indlë zoowel bij dit hoofdstuk als bjj het 13de
hoofdstuk der, rijksbegrooting te behandelen.
Verscheidene leden maakten bezwaar tegen
een zoodanige kostenverdeeiing, dat Nederland
daarvan in vergelijking met 1937 een bate
zal ondervinden van voorshands 65 millioen.
Vele andere leden juichten een vaste kosten
verdeeiing toe.
Vele leden klaagden over de sobere toelich
ting van het bedrag van f 157500.000, dat In
de jaren 1938 tot en met 1941 benoodlgd zal
zijn, ten einde „op bescheiden wijze” In de ver
dere materieele behoeften van de weermacht
te voorzien.
aan fondsen, enz., ad f71.475.000, hetgeen het
tekort doet stijgen tot f 103533.656.
directe en de indirecte heffingen. De druk
van de Indirecte, belastingen Is In verhou
ding tot den druk der directe belastingen
In zeer sterke mate toegenomen.
I
en
«t
re
1
Nu zoowel op den gewonen dienst als op
den kapltaaldienst aanzienlijk hoogere be
dragen worden uitgetrokken voor het ma
terieel van de landmacht en van de zee
macht. spraken vele leden den wensch uit.
dat deze aanschaffingen zooveel mogelijk
aan de NVderlandsche industrie ten goede
sullen komen.
i steeds
aan de
Waarom
Tegenover de hierboven weergegeven be
schouwingen stelden vele leden als hun mee-
nlng, dat de regeering terecht voortgaat op
den nieuwen weg, dien zij enkele jaren
geleden insloeg.
Binnenkort is, naar we vernemen, een
beschikking van den minister van Economi
sche Zaken te verwachten, waarbij de nog
bestaande 5 pCt. crisisheffing op het ge
slacht wordt afgeschaft.
Sommige leden vestigden weder de aandacht
op de economische en Industrjeele voorbereiding
der verdediging.
Aangedrongen werd op een innige samenwer
king van het dep. van Defensie met dat van
Economische Zaken, zoodat alle economische
krachten In Nederland kunnen worden gemo
biliseerd.
Enkele leden drongen aan op Invoering van
den burgerlijken dienstplicht.
In de parochiekerk van *t Goirke te Tilburg is Z. H. Exc. Mgr. J. Pessers, Aposto-
lisch-Vicaris in Ned. Timor, plechtig tot bisschop gewijd. Consecrator was Z. H.
Exc. Mgr. A. F. Diepen, bisschop van Den Bosch, terwijl Z. H. Exc. Mgr. P. Hopmans,
bisschop van Breda en Z. H. Exc. Mgr. Carton de Wiart, wij-bisschop van Me
chelen, assisteerden. Boven: de bischoppcn bij het verlaten der kerk; onder: de
huldiging der bisschoppen
Volgens het Voorloopig Verslag over
hoofdstuk 8 (Defensie) der Rijksbegrooting
voor 1938 erkenden verscheidene Tweede
Kamerleden, dat, vergeleken bjj de eerste
jaren na den wereldoorlog, de omstandig
heden, waarnaar de Defensiebegrooting
moet worden beoordeeld, geheel veranderd
zjjn.
Vetwormpjei, pukkels en uitslag
verdwijnen en de huid wordt jeug-
dig-frisch, gezond en fluweelzacht
door de huidzuiverende, huidge-
nezende en huidvoedende krocht
von^urol. Gebruik voor gelaatsver-
zorging witte Purol. Deze is na in-
wrijving onzichtbaar op de huid
en daarom zeer geschikt voor ge
bruik overdag.
In doozen van 30 en 60 ct. Tube 45 ct.
Bij Apothekers en Drogisten.
Zooals bekend Is Donderdag aan het bestuur
der Vrije Universiteit te Amsterdam een geld
bedrag aangeboden als opbrengst van het vrou-
wen-V. U. plan.
Naar we nader vernemen, bedroeg de ge
spaarde som ruim f 300.000. Hierin waren be-
grepen bijdragen uit Indlë en Zuid-Afrika.
De defensie-voorstellen leggen volledig
beslag op ieder accres, dat in de eerste jaren
in de rijkslnkomsten zou kunnen Intreden
en beheerschen volkomen het flnancleele
perspectief voor de eerstvolgende jaren.
Sommige leden meenden, dat het capi^ulan-
tenstelsel nog weinig gunstige resultaten op
levert.
Naar aanleiding van het antwoord van den
minister op schriftelijke vragen van den heer
Albarda in verband met het voornemen der
regeering dienstweigeraars onder te brengen in
een kamp op het eiland Rozenburg en betref
fende den aard van den door hen aldaar te
verrichten arbeid, werd nader gevraagd, hoe
deze lieden In dat kamp gehuisvest zullen wor
den, in welke mate zjj hun persoonlijke vrij
heid zullen behouden, welke de kosten per man
zullen zjjn in vergelijking met de tegenwoor
dige regeling en of voldoende rekening zal
worden gehouden met de studlebelangen van
hen, die uitstel van arbeidsplicht hebben ge
kregen.
1 blijft binden, over de eeuwen heen, onafschei-
delijk.
Ludendorff en zjjn huisvrouw betichten de
Katholieke Kerk ervan een verkapt Jodendom
te propageeren, dat onder den naam van Chris
tendom het Dultsche volk naar het wezen be
derft. Telkens wjjaen deze propagandisten van
het nieuwe heidendom op het innige verband
tusachen Oud en Nieuw Verbond, teneinde op
grond hiervan de Christenkerk te kunnen be
strijden. aldus gebruik makende van het offid-
eele antisemietisme in Duitschland.
Julius Streicher spuwt wekelijks Zijn gal uit
over Jood en Katholiek als onverbreekbaar ver
bonden in de geschiedenis der menschheid.
Maar de Heiland, zoo werpt ons Hollandsch
antisemietisme tegen, vervloekte toch het .ad
derengebroed". Dit zijn de Joden.
Neen, dit zijn niet de Joden, maar de huichel
achtige pharlseers en schriftgeleerden. Door
▼Ün trouw is Abraham onze aartsvader, door
rijn uitverkiezing is het Joodsche Volk de voor
afbeelding van de Katholieke Kerk, maar ook
de ontrouw van de Christenen werd vooraf ge
heeld in de ontrouw van de Joden. Het woord
„adderengebroed” is niet gesproken voor alle
Joden, noch uitsluitend voor de Joden. Het is
gesproken voor alle huichelaars en voor alle
volksmlslelders. Het Is een waarschuwend woord
voor allen, die de leer veonlnken uit baatzucht
en eigenbelang.
De parabel veroordeelt den phariseër, maar
prfjst den tollenaar. Belden zijn joden, de pha
riseër, die veroordeeld wordt, zoowel als de tol
lenaar. die wordt geprezen. Zij vertegenwoordi
gen niet hun ras of hun stam, maar zij verte
genwoordigen de menschheid. Het .adderenge
broed" is niet zoo genoemd, omdat het Joodsch
|ls, maar omdat het huichelachtig is en be
dorven van gemoed.
De actie tegen de Joden, zooals die thans ooi.
in Holland, helaas zelfs door katholieken, ge
voerd wordt, tracht onder schijn van vader
landsliefde een haat te zaaien, die naar het
wezen volstrekt onvereenigbaar is met den ka
tholieken godsdienst, en die dagelijks in de
kerkeljjke liturgie haar krachtigste weerspre
king vindt, wanneer wij bidden, dat ons offer
aan God welgevallig moge wezen, zooals het
offer van onzen aartsvader Abraham.
Ontleend is aan het Voorloopig Verslag over
de begroeting van het Werkloosheidssubeidie-
fonds voor het dienstjaar 1938:
Naar aanleiding van de mededeellng van den
minister in de Memorie van Toelichting, dat
de regeering meent met een voorloopig beschei
den vermindering van de flnancleele nooden
der gemeenten rekening te mogen houden, stel
den enkele leden de vraag of voor deze ver
wachting wel voldoende grond aanwezig is. Men
zou het op prijs stellen van den minister ge
gevens te ontvangen over:
ie. Het aantal noodlijdende gemeenten en
het aan de gemeenten in totaal toegekende be
drag over de jaren 1934, 1935 en 1936 en de
Yarning van deze gegevens voor de jaren 1937.
en 1938;
3e Het totaal der gewone bijdragen uit het
Werkloosheidssubsidiefonda. het totaal der
extra-bijdragen en het totaal der belastingbe
dragen. benevens de aantallen gemeenten, die
de extra-bijdragen en belastingbedragen ont
vingen. een en ander voor de jaren 1935 en 1936,
en de raming van deze gegevens voor de jaren
1937 en 1938.
Verscheidene leden drongen er op aan, de
extra-bijdragen aan de gemeenten, waarvoor
zij noodig blijken te zijn, voor het volle bedrag
uit te keeren.
Gewezen werd op het eigenaardig verschijn
sel. dat voor de verleening van subsidie aan
de gemeenten de regeering de kleine zelfstan
digen ten aanzien van de werkverschaffing wel.
maar ten aanzien van de steunverleening niet
als werklooeen beschouwt. Dientengevolge wor
den aan plattelandsgemeenten, waar men over
betrekkelijk veel objecten voor werkverschaffing
beschikt en men b.v. kleine boeren in hun eigen
bedrijf te werk kan stellen, de uitgaven ten
behoeve van de kleine zelfstandigen voor een
groot deel uit het Werkloosheidssubsidiefonds
vergoed, terwijl daarentegen groote stadsge
meenten voorhaar uitgaven ten bate van de
kleine zelfstandigen in het geheel geen ult-
keering uit het werkloosheidssubsidiefonds ont
vangen
Door enkele leden werd nog de aandacht ge
vestigd op de voortdurende toeneming der uit
gaven voor armenzorg, waardoor de flnancleele
positie van vele gemeenten onhoudbaar is ge
worden Ondanks het feit, dat de werkloosheid
afneemt, stijgen de uitgaven voor armenzorg.
Deze leden achtten het noodzakelijk, dat aan
de gemeenten ter bestrijding van deze uitgaven
bijdragen uit het Werkloosheidssubsidiefonds
worden verleend.
Door andere leden werd dit denkbeeld be
streden.
Op 39 October is uitgegevenStaatsblad no.
659. Besluit van den 38sten October 1937, hou
dende voorwaarden, waaronder bepalingen van
een ondernemersovereenkomst in het japonnen-
confectiebedrijf algemeen verbindend kunnen
worden verklaard. (Dag van inwerkingtreding
31 October 1937).
Verscheidene leden konden zich niet ver-
eenigen met het voorstel, een vervangenden
kruiser op stapel te zetten. Zij waren er
allerminst van overtuigd, dat het kruiaer-
vraagstuk opgelost is ten gunste van den
kruiser en als een afgedane zaak dient te
worden beschouwd.
Toen bouwde men nog groote verwachtingen
op den groet van de Volkenbondsgedachte, ter
wijl men nog geen rekening behoefde te houden
met het bestaan van krachtig bewapende fas
cistische staten.
De verbetering van de weermacht erkenden
zij als een bittere noodzaak.
Voor de hier aan het woord zijnde leden
stond bjj de beoordeellng van het defensie-
vraagstuk voorop:
1. Onze defensie moet worden gezien In het
der collectieve veiligheid, omdat zoowel
In Nederland als In Nederlandsch-Indlë zelf
standige verdediging ónmogelijk Is;
3. De defensie-ultgaven moeten blijven bin
nen zoodanige perken, dat behoorlijke verzor
ging van cultureele en sociale belangen de»
volks mogelfjk blijft;
3. De weermacht moet bet vertrouwen van
het geheele volk kunnen genieten; trouw aau
de democratische staatsinstellingen moet ver
zekerd zijn.
Wat de regeering nu voorstelt, gaat de fi
nancieels draagkracht van ons volk verre te
boven. Immers, blijkens de Millioenennota schat
op den gewonen dienst
waarbij komen de
der Dienstplichtwet ad
Vrijdag is in een plechtige bijeenkomst
in de aula van het nieuw Academisch Zieken
huis in het Boerhaavecomplex te Leiden het
feit herdacht, dat voor driehonderd jaar voor
het eerst klinisch onderwijs als onderdeel van
het academisch onderwijs werd gegeven.
Voor deze herdenking bestond zoowel uit het
binnenland als uit het buitenland groote be
langstelling.
Onder de talrijke aanwezigen bevond
De hier aan het woord zijnde leden achtten
een herziening dringend noodzakelijk, waarbij
zU niet uit het oog verloren, dat ook de directs
heffingen zeer hoog zijn opgevoerd.
Sommige leden waren van meerling, dat het
belastingsysteem in velerlei opzichten anti
sociaal is.
Wederom wezen verschillende leden er op dat
de personeele belasting een buitengewoon zwaren
last op het koffiehuis- en restaurantbedrijf legt.
Aan dezen aartsvader verwant, niet naar het
bloed, maar door het geloof, dat hem de genade
bezorgde, moeten wij bidden en offeren voor zijn
lichamelijke afstammelingen, die wel verre van
onze minachting, onze bijzondere liefde ver
dienen.
Sommige andere leden zagen eveneens een
groot gevaar in de flnancleele gevolgen van de
voorstellen der regeering op het gebied van de
defensie. Daaruit vloeit voort een onjuiste ver
houding tusschen de voorgestelde militaire uit
gaven en de uitgaven voor andere niet minde:
noodzakelljke doeleinden.
Enkele leden waren van oordeel, dat de maat
regelen ter versterking van dé weermacht te
laat worden genomen en daaqpm te duur zijn.
Enkele andere leden verklaarden zich voor
standers van een weermacht, die ln staat is
het land buiten den oorlog te houden en den
vrede te handhaven.
Verschillende leden drongen aan op afschaf
fing van de omzetbelasting. Naar hun meening
is geen belasting zoo onsympathiek als juist
deze.
Indlen echter tot afschaffing thans nog niet
zou kunnen worden overgegaan, drongen de
hier aan het woord zijnde leden met klem aan
op een technische herziening van de omzet-
belastlngwet-
Opnieuw drongen verschillende leden aan op
verlaging van den accijns op bet bier en het
gedistilleerd.
Vele leden hadden ernstige beswaren tegen
verlaging van den accijns. Een vermeerdering
van het verbruik zouden zij allerminst bevor
derlijk achten voor het welzijn van het volk.
Wederom werd aangedrongen op wijziging
tan de Tabakswet. Met name een verlaging van
den tabaksaccijns werd wenschelljk geacht.
Vele midden- en kleinbedrijven in de sigaren
en sigarettenindustrie verkeeren in een buiten
gewoon slechten toestand.
yj-et antisemietisme neemt ln Holland en
I—ln Vlaanderen schrikbarend toe. Tot
X X onze schande moeten wü bekennen dat
de antisemletlsche „Ideeën" van Rosenberg
Ludendorff en Schleicher ln onze taal hoofd-
zakelljk worden gepropageerd door blaadjes
waarvan de redactie geheel of grootendeete in
de handen van katholieken berust Zü toonen
een haat tegen de Joden en uiten een schimp
die niet uitsluitend het karakter heeft van een
polltieken, een socialen of een economische n
Strijd tegen deze minderheid van de bevolking
maar die pijnlijk raakt aan de godsdienstige
verhoudingen, ja, die herhaaldelljk steun zoekt
bjj den godsdienst self.
Zoo ziet men tegen de Joden telkens dezelfde
Bijbelteksten aangehaald, alsof het Nieuwe
Testament, en met name het Evangelie van
Jesus Christus, een handleiding Ware 'voor het
verspreiden van den haat der volkeren! M».r
men bepaalt zich niet tot den Bijbel. Hoorden
wij onlangs den nationaal-socialistischen pastoor
Leonards zich met meer hevigheid dan deskun
digheid beroepen op het kerkelijk recht, dat hij
klaarblijkelijk maar heel oppervlakkig kent, de
Nederlandsche blaadjes komen onafgebroken
roor den dag met de liturgie van de Katholieke
Kerk en putten altijd maar weer een argument
uit het gebed voor de Joden, dat op Goeden
Vrijdag staande wordt gebeden.
Om te beginnen is dit echter een gebed voor
de Joden, en niet zooals men er van tracht te
maken een gebed tegen de Joden. Het is een
smeekgebed, waarin voor de Joden het hoogste
geluk wordt gevraagd, dat de Katholieke Kerk
iemand kan toewenschen. In wezen is het de
uitdrukking van de katholieke liefde, die allen
omvat, ook de Joden. Wie dus dit gebed wil
aanhalen om te verkondigen, dat men als katho
liek de Joden zou moeten haten en de Joden
vervolging zou moeten goedkeuren, ja bevor
deren, begrijpt al bitter weinig van den zin
der kerkelüke liturgie, die ons leert, dat men
ook voor de Joden moet bidden en hun het
hoogste geluk toewenschen moet.
Maar, zoo werpt men tegen, dit gebed wordt,
taftegenstelling tot de andere liturgische ge
beden van den kerkelljken dienst op Goeden
Vrijdag, niet door een kniebuiging begeleid. Is
dit niet een duidelijk teeken, waardoor de Kerk
ens afkeer leert van de Joden?
Weet men, wat het beteekent, dat hier niet
geknield wordt? Men herinnert zich uit het
Lijdensverhaal Onzes Herren, dat Jesus bespot
werd als konlng der Joden. Hieromtrent ver
haalt de evangelist Mattheus:
„Toen namen de soldaten van den landvoogd
Jesus mee in het rechthuis en verzamelden de
geheele krijgsbende rondom Hem. En zij ont
kleedden Hem en hingen Hem een schar]
mantel om, en zij vlochten een kroon vary!
nen en plaatsen die op Zijn hoofd. Zjj
Hem een rietstok ln de rechterhand. En voor
Hem nederknlefend, bespotten zjj
Hem, zeggende: „Wees gegroet, konlng der Jo
den.” En zij bespuwden Hem. Zjj namen den
rietstok en sloegen Hem op het hoofd.”
Welnu: omdat onze Verlosser op deze wijze
door de nederknielende soldaten bespot werd als
konlng der Joden, vermijdt de kerkeljjke liturgie
bij het gebed voor de Joden de kniebuiging, om
dat zü de herinnering aan dit verguizend gebaar
wil ontwijken. De rechtstandige houding drukt
bier dus geen antisemietisme uit.
Verder beroept men zich op den tekst van het
gebed, waarin gesproken wordt over de „trou-
welooze Joden” perfides Judaeis hetgeen
onze hedendaagsche antisemieten, om het maar
hard genoeg te laten klinken, bjj voorkeur ver
talen door „perfide Joden”. Nu beteekent het
woord „trouweloos” hier geen algemeene karak
teristiek van het Joodsche volk. Het wil niet
zeggen, dat de Joden altjjd en overal trouweloos
rijn, maar het herinnert aan de ontrouw van
het uitverkoren volk ten opzichte van den Ge
zondene des Heeren, den Messias, dien zjj niet
wilden erkennen. „Hij kwam tot de Zijnen en de
Zijnen erkenden Hem niet”, zegt Sint Jan. Het
was Z jj n volk, het was het uitverkoren volk
van den Allerhoogste, onder alle volkeren der
aarde bevoorrecht en dit volk aanvaardde Hem
niet. Vandaar dat het trouweloos genoemd wordt
ln dit gebed.
Leert het gebed ons echter, de Joden te haten
en te achtervolgen? Men leze den tekst:
„Bidden wij ook voor de trouwelooze Joden:
dat onze God en Heer de blindheid wegneme
van hun harten, en ook zjj onzen Heer Jesus
Christus erkennen. Almachtige, eeuwige God,
die ook de trouwelooze Joden niet wegneemt uit
Uw erbarmen, verhoor onze gebeden, die wij
storten voor de blindheid van dat volk, opdat <zij.
erkennend het Licht uwer waarheid, dat Chris
tos is, ontrukt mogen worden aan hun duisters
nis.”
Ziehier, wat de Kerk bidt De zijnen hebben
Hem niet erkend. Neemt God nu wraak en ver
stoot Hij ook de Joden, ons bevelend, hen even
eens te verstoeten? Neen, God is Liefde. Ook de
Joden neemt Hij niet weg uit Zjjn erbarmen.
Wel verre van hen te leeren haten, leert dit
gebed ons de Joden beschouwen als arme blin
den. Zooals wjj in het dageljjksche leven de
blinden met meer dan gewone voorkomendheid
dienen te behandelen, omdat zü een der edelste
gaven missen, waarvan wü zonder verdienste
onzerzüds genieten, zoo moeten wü de Joden,
die het Licht van Gods waarheid niet hebben
aanvaard, behandelen met de voorkomendheid.
Waarmede men blinden behandelt. Iemand kan
<k»r eigen schuld verblind zün. Onvoorzichtig
heid in een laboratorium, onachtzaamheid ten
opzichte van de goede raadgevingen van den
geneesheer kan oorzaak zün, dat iemand het
licht der oogen verliest. Is hü minder beklagens-
Waardlg dan de blindgeborenen? Zoo is het ook
met de geestelüke blindheid. De Joden hebben
het Licht niet aanvaard. Vallen zü daarom bui
ten de blindenzorg der apostolische liefde? De
Geschiedenis der Apostelen leert ons wel an
ders!
Het beroep van onze Roomsche antisemieten
op dezen tekst beteekent dus niets. Zü verstaan
de kerkelüke liturgie niet, en maken veel drukte
met iets, waar ze heel weinig van begrüpen.
Hun domme haat belet hun, rechtvaardig en
■onder vooroordeel den tekst te lezen, waarop
«ich beroepen.
Nu zeggen zü gewoonlük: .au dit is de eenlge
tekst, dien de kerkelüke liturgie over de Joden
kent!"
Ze vergeten iets!
Dagelüks ln de Heilige Mis. vlak na de Con
secratie tn de huiverende stilte, die volgt op de
opheffing van den Kelk met het Bloed des
Heeren, bidt de Katholieke Kerk een aantal
onveranderlüke gebeden van aangrijpende
schoonheid en afgrondelüke diepte. Het derde
van deze „offergebeden” luidt;
„Gewaardig U op deze Offerande met gena-
dlgen en goedertieren blik neder te zien en
haar welwillend te aanvaarden, gelük Gü U
gewaardlgd hebt te aanvaarden de gaven van
Uwen rechtvaardigen dienaar Abel, het offer
van onzen aartsvader Abraham, de vlekke-
loose offerande^die u w hoogeprlester Melchi-
sedech U heeft opgedragen."
Is het niet opvallend, dat de Kerk, sprekend
tot God, hier onderscheid maakt tusachen Gods
dienaar Abel, Gods hoogeprlester Melchlsedech
en onzen aartsvader Abraham?
De stamvader van het Joodsche volk wordt
door de katholieke liturgie „de onze” genoemd,
terwül toch ook hier sprake had kunnen zün van
„uw dienaar" of „uw gehoorzame”. Niet Abra
ham’s verhouding tot God, maar Abraham’s
verhouding tot ons. dus tot het katholieke volk,
wordt hier uitdrukkelük naar den voorgrond
gebracht, en zelfs met nadruk, door <}e tegen
stelling tot Abel en tot Melchlsedech. Deze na
druk legt een onverbreekbaren band, een mys
tieken band tusschen het uitverkoren volk van
het Oude Verbond en het uitverkoren volk van
het Nieuwe Verbond. Hieraan herinnert de
Katholieke Kerk haar geloovigen niet eenmaal
per jaar, zooals aan de trouweloosheid van de
Joden in de dagen van Christus, maar dage
lijks. en op het 411erplechtigste oogenblik van
lederen dag. vlak na de Consecratie herinnert
de Kerk aan onze allerinnigste verwantschap
met het volk, welks geschiedenis de onze voor
afbeeldt. welks openbaring de onze is. welks ver
langen ons heil voorbereidde.
.Raakt niet aan de Joden, want gü raakt aan
den appel van Gods oog,” schrüft de groote
heilige Bernardus van Clalrvaux, wanneer ge
durende de prediking van den tweeden kruis
tocht een onverstandig monnik, broeder Robert,
oen Jodenhaat ln Duitschland doet oplaaien.
Zün waarschuwing is geheel tn overeenstemming
met de heilige liturgie, die ons offer, het hei
ligste dat op aarde gebracht wordt, aan God
aanbeveelt met de herinnering aan Zün dier
baren dienaar Abel, zün dierbaren hoogeprlester
Melchlsedech en onzen aartsvader Abraham.
De brief aan de Hebreeuwen leert ons, waar
om Abraham onze aartsvader wordt genoemd.
In zün geloof, in zün trouw, wanneer God hem
het offer vraagt van zün eenigen zoon, ligt zün
rechtvaardiging. Om dit geloof en om die trouw
wordt hü de stamvader. Zün uitverkiezing dankt
hü aan dit geloof en aan deze trouw.
Spreekt men van trouwelooze Joden, meenen-
de zich te mogen beroepen op de liturgie van
de Katholieke Kerk, waarom ziet men
deze dagelüksche herinnering voorbü i
trouw en het geloof van Abraham?
üoort men niet naar de lofprijzing van den Za
ligmaker, die ln NathanaCl de eerlijkheid prijst
van den oprechten Israëliet? Het is waar: de
Zünen hebben Hem niet erkend, doch het is
evenzeer waar: Hü kwam tot de Zünen en ons
lecht is het niet, de Zünen te krenken of te
kwetsen. Den stamvader van het Joodsche volk
noemen wü in de Heilige Mis onzen aarts
vader en hierdoor erkennen wü het verband, dat
ook de Dultsche Jodenhaters leggen tusschen
Jodendom en Christendom.
Hun antisemietisme is in wezen antikatholi
cisme en zü komen daar rond voor uit.
Rosenberg verwüt aan Luther, dat hü bü de
„zuivering" van de Kerk niet ver genoeg is ge
gaan. Immers: Luther heeft de Kerk wel .ge
zuiverd” van de „paapsche" elementen, maar
niet van de .Joodsche" elementen. Hü heeft wel
het verband met den Paus verbroken, maar niet
het verband met het Oude Testament, niet het
verband met onzen stamvader Abraham,
dat het lot der geloovigen door den gehelmzln-
nigen band van de Bljbelsche voorafbeelding
met het lot van het uitverkoren volk bindt en
De secretaris van het Comltó „Weenen aan
de Vecht”, de heer J. A. Josephus Jltta, schrijft
ons:
Nu onder dankzegging voor het gevoerde be
heer aan Mr. Ph. B. Llbourel te Delft, penning
meester van hêt Comité ..Weenen aan de Vecht”,
dat op 17 Juni 1937 in het park van kasteel
Nüenrode een algemeen weldadigheidsfeest or
ganiseerde, algemeen décharge is verleend voor
zün beheer, kan met betrekking tot de resulta
ten het volgende worden medegedeeld:
In totaal werd ontvangen een bedrag van
ƒ41531.10 in 364 büdragen die in overeenstem
ming met de wenschen van de gevers ten goede
kwamen aan 154 verschillende Instellingen. On
der de ontvangsten bevindt zich een bedrag
van ƒ2631.10, waarvoor geen Invitaties tot het
feest werd gevraagd. Bü den secretaris kwamen
tenslotte verschillende berichten binnen van
vereeniglngen, dat zü er weliswaar niet in ge
slaagd waren onder hun begunstigers deelne
mers aan het feest te vinden, maar dat zü. als
gevolg van dit beroep niettemin verschillende
bedragen kleiner dan honderd gulden recht
streeks mochten ontvangen. Hieruit valt dus
af te lelden, dat als onmiddellük gevolg van
.Weenen aan de Vecht” de weldadigheid ln
Nederland een nog wel iets hooger bedrag dan
bovengenoemde is toegevloeld.
Vele andere leden stemden volledig in met
de vlootplannen der regeering.
Het had de aandacht getrokken, dat in de
memorie van toelichting het personeelsvraag
stuk vrijwel niet wordt besproken.
Bü sommige leden bestond twüfel, of de
minister in de materieel-voorzlenlng aan de
luchtmacht wel de zeer belangrijke plaats in
ruimt. welke haar, blükens de gebeurtenissen
in bet buitenland, toekomt.
o m de minister van Onderwüs, Kunsten en’
Wetenschappen, prof dr. J. R. Blotemaker de
Bruine. Prof. dr. J. A. Barge, rector-magnificus
der Leidsche Universiteit, hield de herdenkings
rede.
Na de rede van den rector-magnificus heeft
de minister van Onderwijs, Kunsten en Weten
schappen. prof. dr. J. R. Blotemaker de Bruine,
gesproken.
De minister noemde het een gelukkige ge
dachte. dat men opeettelük wil herdenken, wat
In het verleden als ontwikkeling van de we
tenschap of haar toepassing verkregen is. Er
is immer een gevaar dat wü, bet verleden ver
getende, uitsluitend het tegenwoordige waar-
deeren en dat wü dit aanvaarden als een na-
tuurlük en vanzelfsprekend gegeven in plaats
van als een gave, die ons geschonken wordt en
die ons nieuwfe verplichtingen oplegt. Dit alge
meene vindt ook toepassing, als het gaat over
het klinisch onderzoek en zün Inschakeling ln
het universitaire Instituut.
Na den minister spraken de president-curator
der Leidsche Universiteit, mr. A. van de Bande
Bakhuyzen en vertegenwoordigers der Unlver-
sitelten van Edinburgh en Weenen, reap, de
hoogleeraren Logan Turner en Plek.
Tenslotte werd gezamenlük een bezoek ge
bracht aan het voormalige Caecilia-Gasthuis,
waar het eerste klinische onderwüs werd ge
geven.
Kamer over de begrootlng van Financiën
▼oor 1938 hadden vele leden met verwonde
ring kennis genomen van de tal verschillende
dagbladen gepubliceerde, minlsterieele cir
culaire, betreffende vergunning Inzake het
gebruiken van een gepantserde automobiel
door ir. Mussert,
Het kwam dezen leden voor, dat de gevaren,
welke de persoonlijke veiligheid van in den
polltieken strijd op den vóórgrond tredende
personen kunnen bedreigen, in ons land niet
van dien aard zün, dat zü het noodig zouden
kunnen maken, aan een dier personen vergun
ning te verleenen. zich van een gepantserde
automobiel te bedienen. Een ieder, die zich be-
hoorlük gedraagt en anderen geen overlast aan
doet. kan zich hier te lande overal en te allen
tüde vrüelük bewegen. De hier aan het woord
zünde leden zouden het op prijs stellen, indlen
de regeering deze waarheid tot richtsnoer zou
willen nemen en geen enkele uitzondering op
den algemeenen regel zou willen toelaten.
Eenlge dezer leden achtten het waarschünlük,
dat het verzoek, hetwelk tot de hierboven ver
melde circulaire aanleiding heeft gegeven, min
der is voortgekomen uit gegronde bezorgdheid
voor het leven van den persoon, te wiens be
hoeve het verzoek werd gedaan, dan wel aan
een zekere zucht tot sensatie of tot reclame valt
toe te schrijven. Het ligt, naar het oordeel van
deze leden, niet op den weg van de overheid,
dergelüke sensatie of reclame te bevorderen.