3ïet c&faal aan den dag
De stofmotor
De avonturen van Prof je en Struis je
H
^2^ u
T
F 250.
F 750.-
I
[ES, LIESBETH,
ELISABETH
I
'n ZAALBERG deken
Op jacht naar schandalen
'OOK AL „ORDENING"?
DONDERDAG 11 NOVEMBER 1937
De noodlottige
naam
voor
I
Een échte ZAALBERG deken Lost f MM
AANGIFTE MOET. OP STRAFFE VAN VERUES VAN ALLE RECHTEN. GESCHIEDEN UÏTERL1JK DRIE M.
MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
Als
val
h
eleganten koffer.
Nadruk verboden)
▼raagt of u hem
Ik
geworden?
(Wordt vervolgd)
I
men d<
moeilül
Geen nieuwe vinding, doch thana
volkomen bruikbaar
de techniek'
MET EEN PAKJE DOE
anderhalf uur de
WAS VAN s PERSONEN
l tot werki
beenen of I
st. dat Ik er niet
toch heeft zü het
men
voor
chtelüke
üet den
td heeft,
is ik Hjd.
Ml wküm van hand.
mb voet et een een-
Uit het Fransch vertaald door Christine Kamp
et Katbohatane kan zQn goddelijke
■ending in deae wereld met voi-
ledig ontplooien aonder Univenz-
tettan. Het Ie daarom plicht van lederen
katholiek aQn eigen Uhtventtelt naar ver
mogen te steunen.
'EN JE MOET EENS
HEN HOE PRACHTIG
M'JM GEKLEURDE
GOED BLUFT INEEN
RINKO SOP.,
meer op dat van vroeger. Het is een onrustig
leven. zoo weinig bestendig, dat alles ons doet
schrikken: een brief, het schelletje van.de tele
foon, een bezoek. Wij vreezen een slechte tijding,
die haar sou aangrijpen, omdat zij na haar
vreeseüjke wonde zoo teer ie geworden.
Hij viel meteen neer op den bodem van
de kajuit, die hier heel wat grooter was dan
in het vliegtuig. Alle passagiers beijverden
zich om hem «later te geven en hem te aaien
en te streelen en te prijzen. Al die goede zor
gen brachten hem gauw weer op de been.
open riep op scherpen, ontevreden toon
„Hallo 1 Wat is dat hier toch voor een hotel
Al kwart over acht en prompt 8 uur zou ik
m'n costuum boven krijgen....! Wat zegt u?
Geen excuses av.p., dat is maar tijdverlies.
Stuur den knecht dadelijk met m'n kleerenl"
Weer verbrak mijnheer Moreton de verbirr-
dlng, ging in een lagen fauteuil zitten en stak
een sigaar op. HU zat nog geen 4 minuten of
weer rinkelde de telefoon.
„Wélk costuum, vraagt u? Maar man. m'n
pak. dat ik aan dat jongmensch gegeven heb,
dat me m'n kamer weesdonkerbruin «net
een rood streepje er in. t Zou afgeborsteld en
opgeperst worden, en ik zou t precies om 8 uur
terug krijgen. Een mooie boel is t hier. Schiet
op met m'n costuum, anders mis ik m'n trein.”
En weer ging de bankier uit Glasgow in den
fauteuil zitten rooken. En weer na nog geen
volle 8 minuten rinkelde de bel van de telefoon.
Een oogenblik dacht hu na; toen klonk het
.paraat: „Wat zegt u daar? Is die jongen er
niet? Vindt u zoon costuum niet? Wel alle
machtig....” s*n stem klonk luider en schel
ler. .Maar ik moet dien trein halen; Tc heb
dlrecteursvergadering. en heb niets bU me dan
een smoking. Ik.... stuurt u den gérant naar
boven, of den directeur, maar direct!”
Er klonk een beleefd klopje op de deur. De
logeergast rukte de deur open.
38
Ik ging heen zonder nog iets te zeggen. Jean-
Pierre had mama gemarteld, hü was de oorzaak
van al ons lUden en ik had zoo juist hem ge
dreigd in woorden, die hU nooit zou vergeten.
HU had geluk te zeggen, dat tusschen ons alles
uit was.
Wat vader en mU betreft, wat er met Jean-
Pierre gebeurt, kan niets -Ais meer raken, dat
is gedaan. Dikwijls herinner ik mU zijn laatste
woorden, die zoo goed mijn zielstoestand uit
drukken: het is uit! Ik wil niet meer aan hem
denken en toch jaagt hij mij nog angst aan. Ik
zal pas gerust zijn als hü ver weg is.
Waar hU heen gaat? Het kan mU niet
schelen. Ik bekommer mij niet om zijn plannen.
In het buitenland zUn er plaatsen genoeg, waar
zonen van fatsoenlUke families, die den verkeer
den weg zijn opgegaan, nog hun brood kunnen
verdienen. Jean-Pierre zal welke betrekking ook
moeten aanvaarden en tevreden zijn met alles
En dan, in sommige klimaten waart de dood
rond voor de vreemdelingen. Des te erger, het
is beter te sterven, dan een leven van losban
digheid te leiden.
Ik heb verleden Jaar woorden gehoord, die
ik nooit zal vergeten. In een vergadering heeft
men mü een dame gewezen, die den rouw droeg
voor haar drie zonen, allen in den oorlog ge<-
sneuveld. ZU wilde niet beklaagd worden, zoo
trotsch was zU op haar smart. Anne mama,
nooit zal zU zulk een trots leeren kennen. Alles
wat wü hopen, dat is, dat zü geen schurk te
beweenen krügt.
Wat zal er van Jffgp-l
wil geen belang méér in I
niet, want ik weet, dat alles wat hem overkomt,
een terugslag zal hebben op mama. Is hü onge
lukkig. zU zal het ook zijn, als hü nog dieper
valt, dan zal zU trachten hem op te heffen.
Dat is een bedreiging, die ons geluk erg bros
maakt en papa belet om gelukkig te zün. Ja,
zijn vrouw is teruggekeerd naar de
woning, maar zUn liefde kan haar
zoon doen vergeten, dien hü weggeja
HU voelt dit evenals ik en hij lijdt, not
WU spreken nooit over het verleden, maar als
een poos van
/ruste harten
'aart om ons
iit uitspreken
van die nacht-
i voormalig ge-;
wat tijd en moeite. Moer een werkelijk volmeakt
resultaat bereikt U. wanneer U de ..overvette"
Rinso In de wesmachlne gebruikt Rlnso werkt
veel vlugger en tuMger den gewone aeep-
pooders en meakt Uw wasgoed veel witter
Aanmaken is met Rlnso niet meer
nodig en door de speciale eigen-
scheppen, die gewone zeeppoe
ders niet bezitten, kan hei
volmaakt reinigende Rlnso sop 1
zeHs nseerdere malen echter- B
een worden gebruikt. Rlnso R
wasdeg Is de Ideelo wasdag.
wU drieën bUeen zün en er komt
stilte, dan ondervragen onze ong
elkander zwügend. Jean-Pierre
heen en zUn naam, dien wU n»
komt op onze lippen. Wie zal
merrie bevrUden, wie zal ons
luk teruggeven?
Maria komt binnen; zU wi
van houd, gestoord te worden
consigne getrotseerd.
.Juffrouw, mUnheer ClatwH
kunt ontvangen."
Qlaude, die mU komt bezoeken! Dat is de ge
legenheid om onze verloving té verbreken.
„Laat hu binnenkomen!"
HU is er. O. hU komt Juist van pas. die arme
Claude! Ik geloof, dat sedert maanden ik ml)
niet zoo zenuwachtig heb gevoeld en als ik dat
ben, dan word ik boosaardig.
„Goeden dag, Elisabeth."
„Goeden dag.”
Ik stond op. bood hem een stoei aan en zette
my op den divan te midden van mijn kussens
Ik kreeg lust om té bijten ais een jonge horrf---
,De reden van je bezoek?"
Claude veroorloofde zich ironisch te zün. „Wel.
het pleizler van je te zien.”
.Je berooft Je dlkwüta genoeg van dat plei
ster.”
Uk heb veel te <tosta"
Opnieuw ontwUkt Claude mU- Ik zie hem
niet meer. HU voelt wel, dat hü schuldig is, of
Jean-Pierre heeft hem verteld, wat ik gezegd
heb en hü keurt dat af. Wat kan het mü
schelen, nu ik toch niet meer van plan ben met
hem te trouwen! Ik wacht een gelegenheid af,
een gesprek onder vier oogen, om hem uit te
leggen, dat zün bewonderenswaardige ziel mUn
duivelsch wezen angst aanjaagt. AltUd naar den
hemel te zien, dat zou mü hier op aarde ver-
▼eJCP Ik hoop er een* te komen na mijn drnrl -- -
maar niet dien hemel vol vergevensgezindheid. Jdat lUden duurt vóórt, ons léven gelükt niét
waarheen Claude mü wil meevoeren. Vergeven.
altUd vergeven, de hand reiken aan ellendelin
gen, die op den een of anderen dag je een
moordend schot toebrengen! Neen, dat kan ik
Met. ;l.!
Ik aal dus weldra die eigenaardige verloving
x nlangs Is in technische kringen opzien
1 gebaard door het bericht, dat men in
Dultschland een stofmotor had uitge
vonden.
Een van onze BerlUnsche medewerkers had
in verband hiermede een onderhoud met Dr.
Wahl, te Elbing, die de experimenten met stof
motoren leidt Deze expert heeft zich uitgela
ten omtrent de resultaten, welke op het gebied
der drUfstoffen te bereiken zün en waarnaar
Dultschland momenteel streeft
„Gaat het bü den stofmotor om een geheel
nieuwe soort van machine, Dr. Wahl?"
,Ja en neen! De stofmotor is een explosie
motor, welke werkt volgens het Dlesel-principe.
Het princlpleele onderscheid tegenover Diesel
motor, benzinemotor en gasmotor ligt in het
feit, dat hier inplaats van een vloeibare of gas
vormige brandstof vaste stofkorrels tot explo
sie worden gebracht”
„Wat meent u met het woord „explosie?”
Het gaat toch niet om explosiestoffen, welke
als drUfmlddel dienen?”
.Heen, het principe van het drUven der mo
toren met explosiepoeder of andere spring
stoffen heeft men al lang opgegeven. Doch ook
onschadelUke stoffen, zooals kool, meel, suiker,
zün in poedervormlgen toestand nog explosief.
Zooals bekend behooren de koolstof-explosles
paal en perk te
regime van het
het economische
T t it het verlangen
I I stellen aan het
naakte geweld in
leven is de ordeningsgedachte geboren. Zij
tracht het geweld te keeren in lederen
vorm, die dit na anderhalve eeuw libera
lisme heeft aangenomen; in den vorm van
concurrentie nn klassenstrijd, evenzeer als
in dien van kartelleerlng en monopolie
misbruik.
Een gemakkelijk taak stellen de orde
naars zich daarmee geenszins. Wat ander
halve eeuw lang in het wilde weg groeide,
laat zich in enkele jaren niet snoeien en
in de juiste banen leiden. Waar ander
halve eeuw het vuistrecht heerschte, vindt
men een-twee-drie geen bereidwilligheid
tot overleg. Het zal nog héél vaak ge
beuren, dat, wanneer men hier of daar
meent in een of ander bedrijf een goede
orde tot stand te hebben gebracht, toch
nog een groot en een leelljk stuk van den
ouden toestand naar buiten barst, dat de
wilde stroom tóch nog de dijken dóór-
breekt, tóch nog rampen brengt.^ Het ge
tuigt echter ófwel van volkomen onbegrip
van wat de ordening wil, ófwel van even
volkomen kwade trouw, wanneer men zulke
uitbarstingen, wanneer men de gevolgen
van zulke stukken economisch geweld aan
de ordening toeschrijft.
In dien geest nochtans meent de liberale
N-R.Crt. haar lezers te moeten voorlichten.
Breedvoerig wijdt zij uit over wat zij de
„zegeningen van de ordening” in den steen
kolenhandel noemt. Haar klacht komt hier
op neer: In het bedrijf van de kolen voor
ziening kan men onderscheiden, de „eerste
hand” dat zijn de producenten hier te
lande en zij die de kolen van elders in
voeren en de wederverkoopers dat
zijn de groothandelaren, kleinhandelaren
en coöperaties. Binnen de eerste hand nu
overheerscht een kartel van Nederlandsche
en Duitsche mijnen, die samen de „kolen
conventie” vormen. Welnu: deze kolencon
ventie wil niets weten van een bindende
bedrijfsregeling, waarin den importeurs, den
groot- en kleinhandelaars en den coöpe
raties nagenoeg evenveel zeggensmacht
wordt verleend als haarzelf; zij wil den
toestand op eigen houtje saneeren.
afbreken. En dan zal ik op zoek gaan naar een
echtgenoot, want niet waar, Elisabeth Mayran
moet toch trouwen!
Ik zal geen spUt gevoelen, neen, want Claude
is te hoogstaand, dat ik hem zou kunnen be-
grUpen en misschien ook ben ik hem niet
waard.
Ik zal dus vrU zün en daarna zal ik trach
ten iemand te vinden, dien ik wel waard zal
zUn, maar te voren moet ik zeker zün, dat Jean-
Pierre geen kwaad meer kan doen en dat mUn
twee oude tortelduifjes met elkaar gelukkig zUn.
Ja, er zün nog wolkjes, het verleden is niet
vergeten, de schuldige zoon staat nog tusschen
hen. Mama' is een en al nederigheid, men zou zeg
gen, dat zU voortdurend om vergiffenis vraagt,
omdat zU haar man en dochter verlaten heeft,
maar zU denkt er aldoor aan. Ik heb vernomen,
dat zU Maria, onze oude dienstbode ondervraagd
heeft en dat die babbelachtige ziel haar verteld
heeft, hoe wanhopig ik geweest ben, toen ik
moeder's slaapkamer ledig vond. Het blUkt. dat
zU geschreid heeft. terwUl zU zei: .Arme Lies,
als ik dat geweten had....!” Inderdaad is de
redding, die zü ondernam, niet gelukt; enkele
weken van normaal gedrag en toen is de dier
bare zoon teruggevallen in zUn zonden. Het was
Hu moeite niet nrw znn te doen lilden want
veiligheid te brengen en dat werd dan ook
toegestaan.
Toen volgde Profje en de derde vlucht
bracht den piloot aan boord. ElndelUk werd
ook nog de bagage gehaald, maar toen was
Struis Je zoo moe geworden, dat hjj zelf haast
niet meer aan boord kon komen.
„Zoo gebeurde het,” aldus de N R.Crt„ ,,dat
importeurs dezer dagen van de kolenconventie
ontvingen een „regeling van den verkoop van
hulsbrandstoffen in Nederland”. In den bege
leidenden brief werden zü ultgenoodigd op kor
ten termUn mede te deelen, of zü bereid zUn
deze regeling te onderteekenen, In welk geval
■U als samenwerkende importeurs worden be
schouwd. Gaan zU niet accoord discussie Is
uitgesloten, want de kolenconventie meent met
alle belangen, voorzoover dat haar mogelUk
was, rekening te hebben gehouden dan
wordt de samenwerking verbroken. De importeur
heeft de beslissing dus in eigen hand, zal men
zeggen. Maar dit is slechts schUn. Want wordt
hU niet als .samenwerkend” beschouwd, dan
mag aan hem niet geleverd worden, terwUl de
erkende handel op straffe van boete of intrek
king der erkenning van hem niet mag koopen.
En waar de kolenconventie van verschillende
artikelen practisch een monopolie heeft, is de
erkenning voor den handelaar van groote be-
teekenls, vormt zU zoo te zeggen de basis,
waarop hU zun zaak kan drUvei\, Zoo staat de
Importeur reeds a priori in een soort dwang
positie. a
De kolenconventie zegt dus aan den impor
teur: „Volgens deze regeling willen wU u als
samenwerkend beschouwen, hetgeen beteekent,
dat aan u geleverd mag worden en de handel
van u mag koopen. WU zullen daarom regels
opstellen, waaraan u gebonden bent en wU
zullen beoordeelen, of u zich daaraan naar onze
meening houdt.”
Zoo zien wU dan ook, dat de kolenconventle
een orgaan Instelt, dat met de uitvoering van
deze regeling is belast. Deze z.g. hulsbrand
commissie wordt door haar benoemd. In dit or
gaan beslist de kolenconventie, want wU lezen
in de regeling: Wordt ten aanzien van eenig
voorstel, de uitvoering van deze regeling be
treffende, geen eenstemmigheid bereikt, dan
heeft de kolenconventie de beslissing, welke be
slissing dan als rechtsgeldig besluit van de
H. C. zal worden beschouwd.”
Maar er is nog meer. Aan de regeling is een
boetebeding verbonden. HU, die naar het oor
deel der kolenconventie de regeling overtreedt,
zal worden 'beboet of met hem zal de samen
werking worden verbroken. Eenig werkelUk be-
wUs voor die overtreding is nochtans niet van
noode. „De kolenconventie en de H. C. zullen
bU het némen van hare bovenbedoelde be
sluiten,” zoo leest men in de regeling, „niet
gebonden zUn aan wettelUke bewUsmlddelen.”
Nu had het departement van oeconomlsche
zaken reeds bU vroegere gelegenheden ver
klaard, dat een beroepsinstantie noodzakelUk
was. Maar ziet, hoe deze geconstrueerd wordt.
A v w a TC? °P t*1* blad 8Un ingevolge de veraekenngzvoorwaarden tegen levenslange geneele ongeschiktheid
,r*. r»t>_|j| vi I w r< ongevallep venekerd voor een.der volgende uitkeeringen wVe verlies van beide armen, belde beenei
werkeh door E* ^7 bij een ongeval met
belo/ oogen A. ff VV« doodeüjken afloop
„Dat weet ik, je bent de rechterhand van
mijnheer Mayran, dén vertrouwden vriend van
mevrouw. Dat maakt je tot een gewichtig per-
sonnage.”
,Jk ben ook jouw vriend. Elisabeth."
Ik antwoordde driftig: „O, zoo weinig.”
De blauwe oogen wendde zich af. ik had hem
gekwetst en ik ging voort: „WU begrUpen niet
de vriendschap op dezelfde wU®e, evenmin als
de liefde.”
De liefde! Ik wist heel goed, dat dit woord
Claude tot zwUgen bracht en ik profiteerde er
van.
.De vriendschap, beste Claude, bestaat voor
mU In iets, dat vóór al het andere moet gaan:
het vertrouwen. Een vriend, die mij verbergt wat
hU doet.een vriend, die mU ontwUkt om niet
ondervraagd te worden, is voor mU geen vriend
meer. Geveinsdheid In de vriendschap is bUna
een leugen."
Leugen, dat woord weid niet aangenomen.
Claude antwoordde: „Elisabeth, ik heb je nooit
belogen."
.Misschien, maar je hebt mU nooit iets ge-
„Wat sou ik je he*bben moeten zeggen?"
„Wlen Je in Je huls in Neuilly verborg en waar
je moeder bracht, toen ik haar aan jé toever-
En al mUn wrok laaide op en ik toonde mUn
ziel, geheel naakt en waarlUk niet mooi op dien
dag.
,Jk moet je eerst fellclteerenje bezit, beste
vriend, een apostelzlel en zooals in het Evange
lie staak reik je de band aan den schuldige
zonder je te bekommeren over hetgeen hlf mis
deed. In Rouaan ben je heengegaan om je te
bemoeien met Jean-Pierre, want hü was, niet
waar, de ongelukkigste van ons tweeën. Ik ben
alleen gebleven met mun stervende moeder,
maar dat kon je niet schelen, want je hield je
bezig met hem. die oorzaak was van al die
ellende. Niet tevreden met hem moreel te on
dersteunen, heb je hem meegenomen naar je
huls, er niet aan denkende hoe leelUk het was
een dronkaard, bUna een misdadiger bU je
moeder te brengen. Daar ga ik over heen, het
was je goed recht, maar hetgeen ik niet begrijp,
dat is, dat Je mama medeneemt om haar zoon
te bezoeken. Je weet, dat vader en ik alles tn
het werk stellen om te maken, dat mama hem
zal vergeten en JU. met een volharding, die
ik niet kan begrUpen, kom je, eiken dag bU haar
om haar te spreken over dien ellendeling. Je
begfUpt het niet en ik zal je wel een monster
lUken, dat er dagen zUn, waarop ik den dood
van mUn broer wensch, want alleen zUn dood
zal mama den vrede teruggeven. Ziedaar, boe
ik gestemd ben. Nu kun Je beseffen hoezeer
ik het je kwalUk neem, dat je Jean-Pierre in
Je huis verbergt en voor hem die bezoeken ver-
gemakkelUkt, die papa je nooit zou vergeven, als
hjj er van in kennis werd gesteld.
Trotsch antwoordde C'taudey.Je moogt het hem
zeggen, Elisabeth, ik verloochen mUn daden
niet.’
.De directeur, hé?" snauwde hU. „Wilt u me
een* uitleggen, wat dat te? Ik kom bier voor t
eerst. Men heeft me verteld, dat t hier een
vertrouwd hotel te....” HU zweeg en keek den
directeur uit de hoogte en kwaad aan.
Deze, die z'n gast even met z'n scherpen be-
roepsblik had aangekeken, was waarschünlUk
tot dezelfde conclusie gekomen als z'n nacht
portier den vorigen avond.
.MUnheer Moreton," klonk het vleiend uit
z'n mond, .niemand ter wereld kan dit geval
dieper betreuren dan ik en ik geef u de ver
se kering. dat er hier nog nooit zoo iets gebeurd
is. 1 Is waarschUnlUk een fout van dien knecht,
die vandaag vrUaf heeft. Maar ik zal iemand
naar z'n huis
sturen. Als u een
beetje geduld
hebt, komt het
heusch in orde.
„Geduld?" riep
mUnheer More
ton, rood van
woede. „Houdt u me voor den gek, mUnheerf
Heb ik u niet gezegd, dat ik dien trein moet
halen? En dat ik....”
..Een oogenblik, mUnheer Moreton! Ik zal
probeeren?”
.Drobeeren? brulde de andere. .Maar Tc zai
t u inpeperen. Ik zal u vervolgen. Ik vertel t
aan al m'n vrienden, ik zet *t in de krant...."
De hotelhouder, die diep onder den Indruk
was. begreep, hoeveel schade zifn hotel zou
lUden! Giles Moreton. de bekende bankier
uit Glasgow!
.Misschien weet ik er iets op, mUnheer,” zei
hU. „Ik zal direct Iemand naar een kleedlng-
magazUn sturen, om een goed costuum en...."
„Ben confectlepakje." smaalde de financier:
„ik ben gewend me goed te kleeden en voor
die directeuren-vergadering
„Toe mynheer." smeekte de hotelhouder; ,Jk
zal m'n best doen. Ik zal een collectie laten ko
men en wU zullen u natuurlUk graag verder
schadeloos stellen
,Jk ga door voor den best gekleeden man in
Glasgow." foeterde de gast. „11 Heb nog nooit
een costuum onder de 25 pond gehad
ElndelUk liet de voorname man zich verbid
den en de costuums, die binnen zeer korten t(jd
werden gebracht, vielen mee. Het donker grUaa,
dat hU koos, paste hem goed, en toen de direc
teur hem met een buiging 30 pond overhandig
de om daarmee de fout van t hotel te herstel
len. keek hU al veel minder kwaad.
Eenlge minuten later zat de voorname logeer
gast achterover in *t zachte leer van de taxi, en
de chauffeur nam z'n plaats in en wilde gas
geven, om naar t station te ribden.
Op dit oogenblik werd het portier eensklaps
opengerukt en een num met donkere, stekende
oogen stapte In. ging naast den bankier zitten
en sloeg het portier dicht.
.Dent u mUnheer Giles Moreton uit Glas
gow?" vroeg hU.
„Inderdaad." zei de ander.
„Wat een geluk dan. dat ik Juist in 1 hotel
kwam, en uw naam hoorde noemen.”
.Maar wat wilt u?” vroeg de voorname heer.
.Dat weet u wel," zei de Indringer, „de buit
zit zeker in dien koffer. Maar heel slim hebt
u t niet aangelegd om met t geld van uw klan
ten er van door te gaan en dan op uw eigen
naam te reizen."
.Maar ik bén....”
De pseudo-bankier Moreton liet den zin on
voltooid. HU was zeer vlug van begrip; dat
elschte z’n beroep. Uit het telefoonboek Imd hu
den naam gehaald van een bekenden bankier
en nu bleek, dat juist d 1 e bankier zich met de
kas uit de voeten gemaakt had.
t Hielp hem nu niets, te beweéen. dat hQ
Giles Moreton niet was. HU had t nu een
maal zelf toegegeven. In leder geval zou hu nu
mee moeten naar t politiebureau. En dan zou
binnen een paar minuten de waarheid voor den
dag komen. Het spelletje van het costuum, dat
hU nu al 3 Jaar in le klas hotels had gespeeld,
zou voor goed uit zUn. Met een moedeloos ge
baar wendde hU zich naar den man met de
donkere, stekende oogen en zei:
.Ja. Tt heb het slecht getroffen, met dien
noodlottlgen naam
Gaat de Importeur niet accoord met de beslis
sing, dan kan hU in beroep komen bU een com
missie, wier leden worden gekozen uit een daar
toe door de kolenconventie opgestelde lUst. Wie
zich dus over de beslissingen der kolenconven
tie wil beklagen, kan bU door haar aangeweze
nen in beroep komen.”
Dat gelieft nu de N.R.Crt. de „zegenin
gen van de ordening” te noemen.
Terwijl zU zélf duidelijk uiteenzet, dat
het de kolenconventie er om gaat een or
dening In de juiste, door de wet op de
verbindendverklaring vastgelegde banen
tegen te houden!
Ziet zij dan niet, dat zulke „regelingen”
juist en zelfs alléén In het zoogenaamde
„vrije” bedrijfsleven kunnen voorkomen,
omdat zjj niet uit een ordenend ingrijpen
van de overheid, nóch uit een ordenend
samenwerken van*' de bedrijfsgenooten
doch eenvoudig uit de economische over
macht van één der betrokkenen van één
kartel voorkomen dat 80 pCt. van de
markt beheerscht? Ziet zij niet, dat. zulke
uitwassen slechts het volmaakt logische
resultaat vormen van de liberale grond
gedachte, die In economicls de macht en
het recht toewijst aan den sterkste?
Ziet zij niet, dat haar betoog den ver-
maledljden ordenaars slechts nieuwe wape
nen In de hand drukt, nieuwe argumenten
In de pen geeft vóór den strijd tegen het
gewelds-régime In de economie? Ziet zij
niet hoezeer zij zich in de kaart Iaat kij
ken door zulk een jacht op schandalen, die
a tort et i travers de ordeningsgedachte
In de schoenen worden geschoven?
kubieke meter onverbrandbare asch af.
leng cUfers kent, kan men zich ook de
IkHeden voorstellen, welke zich bU het
geheele proces voordoen. De asch bestaat bo
vendien uit de hardste slUpmlddelen, welke w(i
kennen, uit klei, zand. Uzeroxyd, gips enz.
Wanneer het grootste deel der asch met de
gebruikte gassen uit den cylinder wordt ge
spoeld, dan dringt toch een klein deel tusschen
cylinder en kolven en werkt daar als een slUP-
machlne. Daardoor kwam het, dat bU vroeger
gedane onderzoekingen de cylinderbus niet zel
den reeds na ^50 uren met rond 7 millimeter
was uitgesleten, dus al spoedig onbruikbaar
was."
..Heeft men deze moeüUkheden thans o^r-
wonnen?”
.Ja. en het is de verdienste van de Schlchau-
Werf N.V., die na langen tUd van gestagen ar
beid op dit gebied een werkstof heeft ontwik
keld. welke zelfs de meest gevaarlUke aanval
len weerstaan kan. Deze werkstof Is zoo voor-
treffelUk. dat de slUtage in de daarmee uitge
ruste stofmotorencylinders slechts ongeveer
even groot is als in een gewonen automotor,
welke door benzine wordt gedreven. Het is de
wetenschap gelukt de slUtage in den stofmotor
op een honderdste deel terug te voeren. En dat
wil veel zeggen, als men met het bedrijf van
den stofmotor eenlgszlns op de hoogte is.”
„Welke stofsoorten kunnen in den stofmotor
worden aangewend?”
.Men kan practisch alle soorten poedervor
mige brandstoffen gebruiken, maar in de eerste
plaats bruinkolen, steenkolen, turf, houtmeel.
En verder afvalpulver en fUngemalen produc
ten. zooals koren, grondnoten, copra, cacaopoe
der en zelfs.... sprinkhanen. WU houden ons
echter voorlooplg aan de betrouwbare brand
stoffen, steenkolen en turf, waarvan Dultsch
land nog ruime voorraden bezit, zoodat
ons land met recht een „luilekkerland”
den nieuwen stofmotor kan noemen!”
„Hoe fUn moeten de kolen worden gemalen?”
.DrUfstof voor stof motoren wordt zoo fUn
gemalen, dat de meeste korrels een doorsnede
hjd>ben van minder dan een dulzendsten milli
meter. Dat is noodlg, wUl de verbranding in
den stofmotor in den ondeelbaar korten tUd
van een honderdste seconde geschied moet
zUn.”
.Dn heeft de stofmotor werkelUk algemeene,
economische beteekenis?”
.Zeker! HU gaat zelfs een groote toekomst
tegemoet, wanneer de technici op den eenmaal
ingeslagen weg blUven voortgaan en men het
zelfde succes mag blUven oogsten!"
Struisje werd nu teruggezonden met een
briefje voor Profje en den piloot, waarin
stond, dat ze welkom waren, maar dat ze tn
de lucht aan boord moesten zien te komen,
want landen kon bet luchtschip hier niet.
Besloten werd, dat Struisje alles zou over
brengen. HU stond er op, om eerst zUn el in
jot over z'n ooren in een pracht van een
bontjas gestoken, stapte een heer van on
geveer 45 jaar uit een taxi, en beval den
chauffeur hem z'n koffer na te brengen. Het
was midden in den nacht, over tweeën, en in
de hall van het le klas Edlnburgsche hotel,
dat hU betrad, was geen sterveling.
Direct echter kwam de nachtportier te voor-
sehUn.
,Deker mUnheer. We hebben uitstekende ka
mers. Twee pond...."
„Vroeg ik soms naar den prUs, zeg?”
„Pardon, mUnheer,” en de nachtportier boog
diep.
Maar terwUl de late gast z'n naam In t boek
schreef, bekeek hü hem nauwkeurig.
De prachtige, dure bontjas, die bUna tot z'n
schoenen reikte, de zware gouden bril, de keurig
geknipte puntbaard, de doordringende, gebie
dende oogopslag, dit alles kenmerkte hem als
een man van gewicht.
.Dezen kant uit s.v.p„ mUnheer Moreton.”
zei de portier, weer met een buiging.
„Ik wensch om 8 uur geroepen te worden,"
riep de logeergast, den Uftjongen. die z'n Kof
fer droeg, volgend. „Ik moet persé den trein
van 9 aur halen. Denk er aan.”
De portier boog weer voor de sooveelste maal.
HU wist nu. dat deze heer zich zelf ingeschre
ven had onder den naam van Giles Moreton.
den bekenden bankier uit Glasgow.
Toen deze geldmagnaat den Uftjongen een
royale fooi gegeven en de deur van z'n kamer
achter zich gesloten had. speelde een sarcas
tisch en tevreden lachje over zün in den regel
streng en gebiedend gelaat. HU ging voor den
grooten spiegel staan, knoopte z'n lange bont
jas los en trok die uit. En daaronder het Is
haast niet te gelooven droeg hü geen
costuum; juister gesproken, een zeer eigenaar
dig costuum: een sneeuwwit overhemd met dito
boord en een onberispelUk gestrikte moderne,
maar donkere das. Ondey *t overhemd droeg
mUnheer Moreton Jaeger-onderkleeding. HU
droeg fraaie sokken en een paar nieuwe, fijne
schoenen. Wanneer dit nu alles geweest was,
wat hU droeg, dan had men omtrent dien heer
verschillende dingen kunnen onderstellen; büv.
dat hU een buitengewoon verstrooid mensch
was, die vergeten had. z'n bovenkleeren aan te
trekken; of dat hem z'n costuum ontstolen was;
of ook. dat hü een dwaze of grappige wedden
schap had aangegaan. Echter.... vlak boven
z'n knieën hing, aan elastieken, de beneden
ste helft van twee broekspUpen. zoodat hü. met
z'n bontjas aan, volledig en normaal gekleed
scheen.
Zelf scheen hü nog al vermaak te scheppen
In z’n meer dan zonderling voorkomen, en het
was niet zonder een zeker welbehagen, dat hü
de broekspUpen uittrok. Daarna borg hü ze
zorgvuldig op In een dun geheim vakje van z'n
Vervolgens schikte hü z'n
toilet-artlkelen op de toilettafel, trok z'n züden
pyama aan, legde zich te bed. klikte het licht
uit en viel weldra in een rustlgen slaap.
Om 8 uur precies rinkelde de telefoon om
mUnheer Giles Moreton uit Glasgow, volgens
z’n orders, te dekken. HU ontwaakte, keek on
bezorgd, maar foeterde met barsche stem
„Twee minuten te laat.” Waama hü de ver
binding verbrak.
HU maakte op z'n gemak tollet: tot en met
de sokken, de schoenen, overhemd en boord en
das. Toen liep hü vlug^naar de telefoon, belde
tot de grootste gevaren, die het leven van den
mllnwerker kunnen bedreigen; meelstof heeft
In molens, sulkerstof in rafflnaderüen heel wat
catastrophen gebracht. Dat bracht het men-
schelük vernuft op de gedachte, de bU de stof
explosies verloren gaande ongebruikte energieën
nuttig te maken.”
.Het bedrüf der stofmotoren Is dus gevaar-
lUk?”
„WU hebben in het laboratorium in elk ge
reeds eenlge ernstige ongevallen te boeken
gehad. Waarbij' één assistent om het leven Is
gekomen. Tenslotte gaat Iedere nieuwe stap op
het gebied der techniek gepaard met offers.
Heden ten dage kunnen wü. wUl wü op dit ge
bied meer bekendheid hebben verworven, de
oorzaak van ongevallen vermüden. Het ge
bruik van een stofmotor is thans niet gevaar-
lüker dan het besturen van een automobiel in
drukke stadsstraten!”
„Is de stofmotor een nieuwe uitvinding?”
.IntegendeelDe gedachte is büna honderd
jaar oud, zooals wü uit de „Patentlltteratuur”
hebben kunnen opmaken. Ook Dr. Diesel, de
uitvinder der Dieselmotoren, heeft zich in de
negentiger Jaren bezig gehouden met experi
menten op het gebied der stofmotoren, doch
ook hü, zooals zooveel anderen, had te kampen
met geldgebrek. Aan geld kon hü niet komen,
omdat de menschheid weinig vertrouwen in
dezen man had en men In dien tüd reeds bü
voorbaat vüandig stond tegenover alles wat de
techniek betrof.
Het Is een verdienste van Pavlikovski, een
vroegeren assistent van Diesel, dat hü na den
oorlog, ondanks algemeene vooroordeelen, Die
sel's werk op het gebied der stofmotoren heeft
opgenomen. Ook de chemische industrie hield
zich In de jaren 1925*30 met onderzoekingen
bezig. Intusschen ontwikkelde de stofmotor
zich tot een machine met capaciteiten, welke
bruikbaar zün voor onze techniek. Doch het
einddoel werd eerst in onze dagen bereikt!”
„Waarin liggen dan feltelük de technische
moeilükheden bü den stofmotor?"
„Vooreerst is stof veel moellüker te vervoeren
dan vloeibare drüfstof; stof kan ook niet wor
den gepompt, niet gespoten, het vult geen
ruimte, zooals een vloeibare stof dit doet. Onze
grootste vüand bü den ontwikkelingsarbeid was
echter de asch. Men dient te bedenken, dat
bruinkolen 3 tot 10 v.H. asch, steenkolen 2 tot
15 v.H. asch bezit, terwUl gasolle slechts een
uiterst gering percentage asch (0.01 v.H.) be
zit In een stofmotoreneylinder van 200 pk.
vallen dus in een werktüd van duizend uren
niet minder dan pl.m. 6000 kilo, ongeveer 6
K UK CE NS ANNIE
WAT GEEFT DIE NIEUWE
\pvtRvtnt v
RINSO UwKk
'een schitterend^?^»
--sop/Jf*
AIS u IN 08^--
i WASMACHINE
RINSO GEBRUIKT-
GAAT UW OOtO
'VyWEEL LANGER Nl«l
O> W
o» W