3ïet c&faal aan den dag De stofmotor De avonturen van Prof je en Struis je H ^2^ u T F 250. F 750.- I [ES, LIESBETH, ELISABETH I 'n ZAALBERG deken Op jacht naar schandalen 'OOK AL „ORDENING"? DONDERDAG 11 NOVEMBER 1937 De noodlottige naam voor I Een échte ZAALBERG deken Lost f MM AANGIFTE MOET. OP STRAFFE VAN VERUES VAN ALLE RECHTEN. GESCHIEDEN UÏTERL1JK DRIE M. MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL Als val h eleganten koffer. Nadruk verboden) ▼raagt of u hem Ik geworden? (Wordt vervolgd) I men d< moeilül Geen nieuwe vinding, doch thana volkomen bruikbaar de techniek' MET EEN PAKJE DOE anderhalf uur de WAS VAN s PERSONEN l tot werki beenen of I st. dat Ik er niet toch heeft zü het men voor chtelüke üet den td heeft, is ik Hjd. Ml wküm van hand. mb voet et een een- Uit het Fransch vertaald door Christine Kamp et Katbohatane kan zQn goddelijke ■ending in deae wereld met voi- ledig ontplooien aonder Univenz- tettan. Het Ie daarom plicht van lederen katholiek aQn eigen Uhtventtelt naar ver mogen te steunen. 'EN JE MOET EENS HEN HOE PRACHTIG M'JM GEKLEURDE GOED BLUFT INEEN RINKO SOP., meer op dat van vroeger. Het is een onrustig leven. zoo weinig bestendig, dat alles ons doet schrikken: een brief, het schelletje van.de tele foon, een bezoek. Wij vreezen een slechte tijding, die haar sou aangrijpen, omdat zij na haar vreeseüjke wonde zoo teer ie geworden. Hij viel meteen neer op den bodem van de kajuit, die hier heel wat grooter was dan in het vliegtuig. Alle passagiers beijverden zich om hem «later te geven en hem te aaien en te streelen en te prijzen. Al die goede zor gen brachten hem gauw weer op de been. open riep op scherpen, ontevreden toon „Hallo 1 Wat is dat hier toch voor een hotel Al kwart over acht en prompt 8 uur zou ik m'n costuum boven krijgen....! Wat zegt u? Geen excuses av.p., dat is maar tijdverlies. Stuur den knecht dadelijk met m'n kleerenl" Weer verbrak mijnheer Moreton de verbirr- dlng, ging in een lagen fauteuil zitten en stak een sigaar op. HU zat nog geen 4 minuten of weer rinkelde de telefoon. „Wélk costuum, vraagt u? Maar man. m'n pak. dat ik aan dat jongmensch gegeven heb, dat me m'n kamer weesdonkerbruin «net een rood streepje er in. t Zou afgeborsteld en opgeperst worden, en ik zou t precies om 8 uur terug krijgen. Een mooie boel is t hier. Schiet op met m'n costuum, anders mis ik m'n trein.” En weer ging de bankier uit Glasgow in den fauteuil zitten rooken. En weer na nog geen volle 8 minuten rinkelde de bel van de telefoon. Een oogenblik dacht hu na; toen klonk het .paraat: „Wat zegt u daar? Is die jongen er niet? Vindt u zoon costuum niet? Wel alle machtig....” s*n stem klonk luider en schel ler. .Maar ik moet dien trein halen; Tc heb dlrecteursvergadering. en heb niets bU me dan een smoking. Ik.... stuurt u den gérant naar boven, of den directeur, maar direct!” Er klonk een beleefd klopje op de deur. De logeergast rukte de deur open. 38 Ik ging heen zonder nog iets te zeggen. Jean- Pierre had mama gemarteld, hü was de oorzaak van al ons lUden en ik had zoo juist hem ge dreigd in woorden, die hU nooit zou vergeten. HU had geluk te zeggen, dat tusschen ons alles uit was. Wat vader en mU betreft, wat er met Jean- Pierre gebeurt, kan niets -Ais meer raken, dat is gedaan. Dikwijls herinner ik mU zijn laatste woorden, die zoo goed mijn zielstoestand uit drukken: het is uit! Ik wil niet meer aan hem denken en toch jaagt hij mij nog angst aan. Ik zal pas gerust zijn als hü ver weg is. Waar hU heen gaat? Het kan mU niet schelen. Ik bekommer mij niet om zijn plannen. In het buitenland zUn er plaatsen genoeg, waar zonen van fatsoenlUke families, die den verkeer den weg zijn opgegaan, nog hun brood kunnen verdienen. Jean-Pierre zal welke betrekking ook moeten aanvaarden en tevreden zijn met alles En dan, in sommige klimaten waart de dood rond voor de vreemdelingen. Des te erger, het is beter te sterven, dan een leven van losban digheid te leiden. Ik heb verleden Jaar woorden gehoord, die ik nooit zal vergeten. In een vergadering heeft men mü een dame gewezen, die den rouw droeg voor haar drie zonen, allen in den oorlog ge<- sneuveld. ZU wilde niet beklaagd worden, zoo trotsch was zU op haar smart. Anne mama, nooit zal zU zulk een trots leeren kennen. Alles wat wü hopen, dat is, dat zü geen schurk te beweenen krügt. Wat zal er van Jffgp-l wil geen belang méér in I niet, want ik weet, dat alles wat hem overkomt, een terugslag zal hebben op mama. Is hü onge lukkig. zU zal het ook zijn, als hü nog dieper valt, dan zal zU trachten hem op te heffen. Dat is een bedreiging, die ons geluk erg bros maakt en papa belet om gelukkig te zün. Ja, zijn vrouw is teruggekeerd naar de woning, maar zUn liefde kan haar zoon doen vergeten, dien hü weggeja HU voelt dit evenals ik en hij lijdt, not WU spreken nooit over het verleden, maar als een poos van /ruste harten 'aart om ons iit uitspreken van die nacht- i voormalig ge-; wat tijd en moeite. Moer een werkelijk volmeakt resultaat bereikt U. wanneer U de ..overvette" Rinso In de wesmachlne gebruikt Rlnso werkt veel vlugger en tuMger den gewone aeep- pooders en meakt Uw wasgoed veel witter Aanmaken is met Rlnso niet meer nodig en door de speciale eigen- scheppen, die gewone zeeppoe ders niet bezitten, kan hei volmaakt reinigende Rlnso sop 1 zeHs nseerdere malen echter- B een worden gebruikt. Rlnso R wasdeg Is de Ideelo wasdag. wU drieën bUeen zün en er komt stilte, dan ondervragen onze ong elkander zwügend. Jean-Pierre heen en zUn naam, dien wU n» komt op onze lippen. Wie zal merrie bevrUden, wie zal ons luk teruggeven? Maria komt binnen; zU wi van houd, gestoord te worden consigne getrotseerd. .Juffrouw, mUnheer ClatwH kunt ontvangen." Qlaude, die mU komt bezoeken! Dat is de ge legenheid om onze verloving té verbreken. „Laat hu binnenkomen!" HU is er. O. hU komt Juist van pas. die arme Claude! Ik geloof, dat sedert maanden ik ml) niet zoo zenuwachtig heb gevoeld en als ik dat ben, dan word ik boosaardig. „Goeden dag, Elisabeth." „Goeden dag.” Ik stond op. bood hem een stoei aan en zette my op den divan te midden van mijn kussens Ik kreeg lust om té bijten ais een jonge horrf--- ,De reden van je bezoek?" Claude veroorloofde zich ironisch te zün. „Wel. het pleizler van je te zien.” .Je berooft Je dlkwüta genoeg van dat plei ster.” Uk heb veel te <tosta" Opnieuw ontwUkt Claude mU- Ik zie hem niet meer. HU voelt wel, dat hü schuldig is, of Jean-Pierre heeft hem verteld, wat ik gezegd heb en hü keurt dat af. Wat kan het mü schelen, nu ik toch niet meer van plan ben met hem te trouwen! Ik wacht een gelegenheid af, een gesprek onder vier oogen, om hem uit te leggen, dat zün bewonderenswaardige ziel mUn duivelsch wezen angst aanjaagt. AltUd naar den hemel te zien, dat zou mü hier op aarde ver- ▼eJCP Ik hoop er een* te komen na mijn drnrl -- - maar niet dien hemel vol vergevensgezindheid. Jdat lUden duurt vóórt, ons léven gelükt niét waarheen Claude mü wil meevoeren. Vergeven. altUd vergeven, de hand reiken aan ellendelin gen, die op den een of anderen dag je een moordend schot toebrengen! Neen, dat kan ik Met. ;l.! Ik aal dus weldra die eigenaardige verloving x nlangs Is in technische kringen opzien 1 gebaard door het bericht, dat men in Dultschland een stofmotor had uitge vonden. Een van onze BerlUnsche medewerkers had in verband hiermede een onderhoud met Dr. Wahl, te Elbing, die de experimenten met stof motoren leidt Deze expert heeft zich uitgela ten omtrent de resultaten, welke op het gebied der drUfstoffen te bereiken zün en waarnaar Dultschland momenteel streeft „Gaat het bü den stofmotor om een geheel nieuwe soort van machine, Dr. Wahl?" ,Ja en neen! De stofmotor is een explosie motor, welke werkt volgens het Dlesel-principe. Het princlpleele onderscheid tegenover Diesel motor, benzinemotor en gasmotor ligt in het feit, dat hier inplaats van een vloeibare of gas vormige brandstof vaste stofkorrels tot explo sie worden gebracht” „Wat meent u met het woord „explosie?” Het gaat toch niet om explosiestoffen, welke als drUfmlddel dienen?” .Heen, het principe van het drUven der mo toren met explosiepoeder of andere spring stoffen heeft men al lang opgegeven. Doch ook onschadelUke stoffen, zooals kool, meel, suiker, zün in poedervormlgen toestand nog explosief. Zooals bekend behooren de koolstof-explosles paal en perk te regime van het het economische T t it het verlangen I I stellen aan het naakte geweld in leven is de ordeningsgedachte geboren. Zij tracht het geweld te keeren in lederen vorm, die dit na anderhalve eeuw libera lisme heeft aangenomen; in den vorm van concurrentie nn klassenstrijd, evenzeer als in dien van kartelleerlng en monopolie misbruik. Een gemakkelijk taak stellen de orde naars zich daarmee geenszins. Wat ander halve eeuw lang in het wilde weg groeide, laat zich in enkele jaren niet snoeien en in de juiste banen leiden. Waar ander halve eeuw het vuistrecht heerschte, vindt men een-twee-drie geen bereidwilligheid tot overleg. Het zal nog héél vaak ge beuren, dat, wanneer men hier of daar meent in een of ander bedrijf een goede orde tot stand te hebben gebracht, toch nog een groot en een leelljk stuk van den ouden toestand naar buiten barst, dat de wilde stroom tóch nog de dijken dóór- breekt, tóch nog rampen brengt.^ Het ge tuigt echter ófwel van volkomen onbegrip van wat de ordening wil, ófwel van even volkomen kwade trouw, wanneer men zulke uitbarstingen, wanneer men de gevolgen van zulke stukken economisch geweld aan de ordening toeschrijft. In dien geest nochtans meent de liberale N-R.Crt. haar lezers te moeten voorlichten. Breedvoerig wijdt zij uit over wat zij de „zegeningen van de ordening” in den steen kolenhandel noemt. Haar klacht komt hier op neer: In het bedrijf van de kolen voor ziening kan men onderscheiden, de „eerste hand” dat zijn de producenten hier te lande en zij die de kolen van elders in voeren en de wederverkoopers dat zijn de groothandelaren, kleinhandelaren en coöperaties. Binnen de eerste hand nu overheerscht een kartel van Nederlandsche en Duitsche mijnen, die samen de „kolen conventie” vormen. Welnu: deze kolencon ventie wil niets weten van een bindende bedrijfsregeling, waarin den importeurs, den groot- en kleinhandelaars en den coöpe raties nagenoeg evenveel zeggensmacht wordt verleend als haarzelf; zij wil den toestand op eigen houtje saneeren. afbreken. En dan zal ik op zoek gaan naar een echtgenoot, want niet waar, Elisabeth Mayran moet toch trouwen! Ik zal geen spUt gevoelen, neen, want Claude is te hoogstaand, dat ik hem zou kunnen be- grUpen en misschien ook ben ik hem niet waard. Ik zal dus vrU zün en daarna zal ik trach ten iemand te vinden, dien ik wel waard zal zUn, maar te voren moet ik zeker zün, dat Jean- Pierre geen kwaad meer kan doen en dat mUn twee oude tortelduifjes met elkaar gelukkig zUn. Ja, er zün nog wolkjes, het verleden is niet vergeten, de schuldige zoon staat nog tusschen hen. Mama' is een en al nederigheid, men zou zeg gen, dat zU voortdurend om vergiffenis vraagt, omdat zU haar man en dochter verlaten heeft, maar zU denkt er aldoor aan. Ik heb vernomen, dat zU Maria, onze oude dienstbode ondervraagd heeft en dat die babbelachtige ziel haar verteld heeft, hoe wanhopig ik geweest ben, toen ik moeder's slaapkamer ledig vond. Het blUkt. dat zU geschreid heeft. terwUl zU zei: .Arme Lies, als ik dat geweten had....!” Inderdaad is de redding, die zü ondernam, niet gelukt; enkele weken van normaal gedrag en toen is de dier bare zoon teruggevallen in zUn zonden. Het was Hu moeite niet nrw znn te doen lilden want veiligheid te brengen en dat werd dan ook toegestaan. Toen volgde Profje en de derde vlucht bracht den piloot aan boord. ElndelUk werd ook nog de bagage gehaald, maar toen was Struis Je zoo moe geworden, dat hjj zelf haast niet meer aan boord kon komen. „Zoo gebeurde het,” aldus de N R.Crt„ ,,dat importeurs dezer dagen van de kolenconventie ontvingen een „regeling van den verkoop van hulsbrandstoffen in Nederland”. In den bege leidenden brief werden zü ultgenoodigd op kor ten termUn mede te deelen, of zü bereid zUn deze regeling te onderteekenen, In welk geval ■U als samenwerkende importeurs worden be schouwd. Gaan zU niet accoord discussie Is uitgesloten, want de kolenconventie meent met alle belangen, voorzoover dat haar mogelUk was, rekening te hebben gehouden dan wordt de samenwerking verbroken. De importeur heeft de beslissing dus in eigen hand, zal men zeggen. Maar dit is slechts schUn. Want wordt hU niet als .samenwerkend” beschouwd, dan mag aan hem niet geleverd worden, terwUl de erkende handel op straffe van boete of intrek king der erkenning van hem niet mag koopen. En waar de kolenconventie van verschillende artikelen practisch een monopolie heeft, is de erkenning voor den handelaar van groote be- teekenls, vormt zU zoo te zeggen de basis, waarop hU zun zaak kan drUvei\, Zoo staat de Importeur reeds a priori in een soort dwang positie. a De kolenconventie zegt dus aan den impor teur: „Volgens deze regeling willen wU u als samenwerkend beschouwen, hetgeen beteekent, dat aan u geleverd mag worden en de handel van u mag koopen. WU zullen daarom regels opstellen, waaraan u gebonden bent en wU zullen beoordeelen, of u zich daaraan naar onze meening houdt.” Zoo zien wU dan ook, dat de kolenconventle een orgaan Instelt, dat met de uitvoering van deze regeling is belast. Deze z.g. hulsbrand commissie wordt door haar benoemd. In dit or gaan beslist de kolenconventie, want wU lezen in de regeling: Wordt ten aanzien van eenig voorstel, de uitvoering van deze regeling be treffende, geen eenstemmigheid bereikt, dan heeft de kolenconventie de beslissing, welke be slissing dan als rechtsgeldig besluit van de H. C. zal worden beschouwd.” Maar er is nog meer. Aan de regeling is een boetebeding verbonden. HU, die naar het oor deel der kolenconventie de regeling overtreedt, zal worden 'beboet of met hem zal de samen werking worden verbroken. Eenig werkelUk be- wUs voor die overtreding is nochtans niet van noode. „De kolenconventie en de H. C. zullen bU het némen van hare bovenbedoelde be sluiten,” zoo leest men in de regeling, „niet gebonden zUn aan wettelUke bewUsmlddelen.” Nu had het departement van oeconomlsche zaken reeds bU vroegere gelegenheden ver klaard, dat een beroepsinstantie noodzakelUk was. Maar ziet, hoe deze geconstrueerd wordt. A v w a TC? °P t*1* blad 8Un ingevolge de veraekenngzvoorwaarden tegen levenslange geneele ongeschiktheid ,r*. r»t>_|j| vi I w r< ongevallep venekerd voor een.der volgende uitkeeringen wVe verlies van beide armen, belde beenei werkeh door E* ^7 bij een ongeval met belo/ oogen A. ff VV« doodeüjken afloop „Dat weet ik, je bent de rechterhand van mijnheer Mayran, dén vertrouwden vriend van mevrouw. Dat maakt je tot een gewichtig per- sonnage.” ,Jk ben ook jouw vriend. Elisabeth." Ik antwoordde driftig: „O, zoo weinig.” De blauwe oogen wendde zich af. ik had hem gekwetst en ik ging voort: „WU begrUpen niet de vriendschap op dezelfde wU®e, evenmin als de liefde.” De liefde! Ik wist heel goed, dat dit woord Claude tot zwUgen bracht en ik profiteerde er van. .De vriendschap, beste Claude, bestaat voor mU In iets, dat vóór al het andere moet gaan: het vertrouwen. Een vriend, die mij verbergt wat hU doet.een vriend, die mU ontwUkt om niet ondervraagd te worden, is voor mU geen vriend meer. Geveinsdheid In de vriendschap is bUna een leugen." Leugen, dat woord weid niet aangenomen. Claude antwoordde: „Elisabeth, ik heb je nooit belogen." .Misschien, maar je hebt mU nooit iets ge- „Wat sou ik je he*bben moeten zeggen?" „Wlen Je in Je huls in Neuilly verborg en waar je moeder bracht, toen ik haar aan jé toever- En al mUn wrok laaide op en ik toonde mUn ziel, geheel naakt en waarlUk niet mooi op dien dag. ,Jk moet je eerst fellclteerenje bezit, beste vriend, een apostelzlel en zooals in het Evange lie staak reik je de band aan den schuldige zonder je te bekommeren over hetgeen hlf mis deed. In Rouaan ben je heengegaan om je te bemoeien met Jean-Pierre, want hü was, niet waar, de ongelukkigste van ons tweeën. Ik ben alleen gebleven met mun stervende moeder, maar dat kon je niet schelen, want je hield je bezig met hem. die oorzaak was van al die ellende. Niet tevreden met hem moreel te on dersteunen, heb je hem meegenomen naar je huls, er niet aan denkende hoe leelUk het was een dronkaard, bUna een misdadiger bU je moeder te brengen. Daar ga ik over heen, het was je goed recht, maar hetgeen ik niet begrijp, dat is, dat Je mama medeneemt om haar zoon te bezoeken. Je weet, dat vader en ik alles tn het werk stellen om te maken, dat mama hem zal vergeten en JU. met een volharding, die ik niet kan begrUpen, kom je, eiken dag bU haar om haar te spreken over dien ellendeling. Je begfUpt het niet en ik zal je wel een monster lUken, dat er dagen zUn, waarop ik den dood van mUn broer wensch, want alleen zUn dood zal mama den vrede teruggeven. Ziedaar, boe ik gestemd ben. Nu kun Je beseffen hoezeer ik het je kwalUk neem, dat je Jean-Pierre in Je huis verbergt en voor hem die bezoeken ver- gemakkelUkt, die papa je nooit zou vergeven, als hjj er van in kennis werd gesteld. Trotsch antwoordde C'taudey.Je moogt het hem zeggen, Elisabeth, ik verloochen mUn daden niet.’ .De directeur, hé?" snauwde hU. „Wilt u me een* uitleggen, wat dat te? Ik kom bier voor t eerst. Men heeft me verteld, dat t hier een vertrouwd hotel te....” HU zweeg en keek den directeur uit de hoogte en kwaad aan. Deze, die z'n gast even met z'n scherpen be- roepsblik had aangekeken, was waarschünlUk tot dezelfde conclusie gekomen als z'n nacht portier den vorigen avond. .MUnheer Moreton," klonk het vleiend uit z'n mond, .niemand ter wereld kan dit geval dieper betreuren dan ik en ik geef u de ver se kering. dat er hier nog nooit zoo iets gebeurd is. 1 Is waarschUnlUk een fout van dien knecht, die vandaag vrUaf heeft. Maar ik zal iemand naar z'n huis sturen. Als u een beetje geduld hebt, komt het heusch in orde. „Geduld?" riep mUnheer More ton, rood van woede. „Houdt u me voor den gek, mUnheerf Heb ik u niet gezegd, dat ik dien trein moet halen? En dat ik....” ..Een oogenblik, mUnheer Moreton! Ik zal probeeren?” .Drobeeren? brulde de andere. .Maar Tc zai t u inpeperen. Ik zal u vervolgen. Ik vertel t aan al m'n vrienden, ik zet *t in de krant...." De hotelhouder, die diep onder den Indruk was. begreep, hoeveel schade zifn hotel zou lUden! Giles Moreton. de bekende bankier uit Glasgow! .Misschien weet ik er iets op, mUnheer,” zei hU. „Ik zal direct Iemand naar een kleedlng- magazUn sturen, om een goed costuum en...." „Ben confectlepakje." smaalde de financier: „ik ben gewend me goed te kleeden en voor die directeuren-vergadering „Toe mynheer." smeekte de hotelhouder; ,Jk zal m'n best doen. Ik zal een collectie laten ko men en wU zullen u natuurlUk graag verder schadeloos stellen ,Jk ga door voor den best gekleeden man in Glasgow." foeterde de gast. „11 Heb nog nooit een costuum onder de 25 pond gehad ElndelUk liet de voorname man zich verbid den en de costuums, die binnen zeer korten t(jd werden gebracht, vielen mee. Het donker grUaa, dat hU koos, paste hem goed, en toen de direc teur hem met een buiging 30 pond overhandig de om daarmee de fout van t hotel te herstel len. keek hU al veel minder kwaad. Eenlge minuten later zat de voorname logeer gast achterover in *t zachte leer van de taxi, en de chauffeur nam z'n plaats in en wilde gas geven, om naar t station te ribden. Op dit oogenblik werd het portier eensklaps opengerukt en een num met donkere, stekende oogen stapte In. ging naast den bankier zitten en sloeg het portier dicht. .Dent u mUnheer Giles Moreton uit Glas gow?" vroeg hU. „Inderdaad." zei de ander. „Wat een geluk dan. dat ik Juist in 1 hotel kwam, en uw naam hoorde noemen.” .Maar wat wilt u?” vroeg de voorname heer. .Dat weet u wel," zei de Indringer, „de buit zit zeker in dien koffer. Maar heel slim hebt u t niet aangelegd om met t geld van uw klan ten er van door te gaan en dan op uw eigen naam te reizen." .Maar ik bén....” De pseudo-bankier Moreton liet den zin on voltooid. HU was zeer vlug van begrip; dat elschte z’n beroep. Uit het telefoonboek Imd hu den naam gehaald van een bekenden bankier en nu bleek, dat juist d 1 e bankier zich met de kas uit de voeten gemaakt had. t Hielp hem nu niets, te beweéen. dat hQ Giles Moreton niet was. HU had t nu een maal zelf toegegeven. In leder geval zou hu nu mee moeten naar t politiebureau. En dan zou binnen een paar minuten de waarheid voor den dag komen. Het spelletje van het costuum, dat hU nu al 3 Jaar in le klas hotels had gespeeld, zou voor goed uit zUn. Met een moedeloos ge baar wendde hU zich naar den man met de donkere, stekende oogen en zei: .Ja. Tt heb het slecht getroffen, met dien noodlottlgen naam Gaat de Importeur niet accoord met de beslis sing, dan kan hU in beroep komen bU een com missie, wier leden worden gekozen uit een daar toe door de kolenconventie opgestelde lUst. Wie zich dus over de beslissingen der kolenconven tie wil beklagen, kan bU door haar aangeweze nen in beroep komen.” Dat gelieft nu de N.R.Crt. de „zegenin gen van de ordening” te noemen. Terwijl zU zélf duidelijk uiteenzet, dat het de kolenconventie er om gaat een or dening In de juiste, door de wet op de verbindendverklaring vastgelegde banen tegen te houden! Ziet zij dan niet, dat zulke „regelingen” juist en zelfs alléén In het zoogenaamde „vrije” bedrijfsleven kunnen voorkomen, omdat zjj niet uit een ordenend ingrijpen van de overheid, nóch uit een ordenend samenwerken van*' de bedrijfsgenooten doch eenvoudig uit de economische over macht van één der betrokkenen van één kartel voorkomen dat 80 pCt. van de markt beheerscht? Ziet zij niet, dat. zulke uitwassen slechts het volmaakt logische resultaat vormen van de liberale grond gedachte, die In economicls de macht en het recht toewijst aan den sterkste? Ziet zij niet, dat haar betoog den ver- maledljden ordenaars slechts nieuwe wape nen In de hand drukt, nieuwe argumenten In de pen geeft vóór den strijd tegen het gewelds-régime In de economie? Ziet zij niet hoezeer zij zich in de kaart Iaat kij ken door zulk een jacht op schandalen, die a tort et i travers de ordeningsgedachte In de schoenen worden geschoven? kubieke meter onverbrandbare asch af. leng cUfers kent, kan men zich ook de IkHeden voorstellen, welke zich bU het geheele proces voordoen. De asch bestaat bo vendien uit de hardste slUpmlddelen, welke w(i kennen, uit klei, zand. Uzeroxyd, gips enz. Wanneer het grootste deel der asch met de gebruikte gassen uit den cylinder wordt ge spoeld, dan dringt toch een klein deel tusschen cylinder en kolven en werkt daar als een slUP- machlne. Daardoor kwam het, dat bU vroeger gedane onderzoekingen de cylinderbus niet zel den reeds na ^50 uren met rond 7 millimeter was uitgesleten, dus al spoedig onbruikbaar was." ..Heeft men deze moeüUkheden thans o^r- wonnen?” .Ja. en het is de verdienste van de Schlchau- Werf N.V., die na langen tUd van gestagen ar beid op dit gebied een werkstof heeft ontwik keld. welke zelfs de meest gevaarlUke aanval len weerstaan kan. Deze werkstof Is zoo voor- treffelUk. dat de slUtage in de daarmee uitge ruste stofmotorencylinders slechts ongeveer even groot is als in een gewonen automotor, welke door benzine wordt gedreven. Het is de wetenschap gelukt de slUtage in den stofmotor op een honderdste deel terug te voeren. En dat wil veel zeggen, als men met het bedrijf van den stofmotor eenlgszlns op de hoogte is.” „Welke stofsoorten kunnen in den stofmotor worden aangewend?” .Men kan practisch alle soorten poedervor mige brandstoffen gebruiken, maar in de eerste plaats bruinkolen, steenkolen, turf, houtmeel. En verder afvalpulver en fUngemalen produc ten. zooals koren, grondnoten, copra, cacaopoe der en zelfs.... sprinkhanen. WU houden ons echter voorlooplg aan de betrouwbare brand stoffen, steenkolen en turf, waarvan Dultsch land nog ruime voorraden bezit, zoodat ons land met recht een „luilekkerland” den nieuwen stofmotor kan noemen!” „Hoe fUn moeten de kolen worden gemalen?” .DrUfstof voor stof motoren wordt zoo fUn gemalen, dat de meeste korrels een doorsnede hjd>ben van minder dan een dulzendsten milli meter. Dat is noodlg, wUl de verbranding in den stofmotor in den ondeelbaar korten tUd van een honderdste seconde geschied moet zUn.” .Dn heeft de stofmotor werkelUk algemeene, economische beteekenis?” .Zeker! HU gaat zelfs een groote toekomst tegemoet, wanneer de technici op den eenmaal ingeslagen weg blUven voortgaan en men het zelfde succes mag blUven oogsten!" Struisje werd nu teruggezonden met een briefje voor Profje en den piloot, waarin stond, dat ze welkom waren, maar dat ze tn de lucht aan boord moesten zien te komen, want landen kon bet luchtschip hier niet. Besloten werd, dat Struisje alles zou over brengen. HU stond er op, om eerst zUn el in jot over z'n ooren in een pracht van een bontjas gestoken, stapte een heer van on geveer 45 jaar uit een taxi, en beval den chauffeur hem z'n koffer na te brengen. Het was midden in den nacht, over tweeën, en in de hall van het le klas Edlnburgsche hotel, dat hU betrad, was geen sterveling. Direct echter kwam de nachtportier te voor- sehUn. ,Deker mUnheer. We hebben uitstekende ka mers. Twee pond...." „Vroeg ik soms naar den prUs, zeg?” „Pardon, mUnheer,” en de nachtportier boog diep. Maar terwUl de late gast z'n naam In t boek schreef, bekeek hü hem nauwkeurig. De prachtige, dure bontjas, die bUna tot z'n schoenen reikte, de zware gouden bril, de keurig geknipte puntbaard, de doordringende, gebie dende oogopslag, dit alles kenmerkte hem als een man van gewicht. .Dezen kant uit s.v.p„ mUnheer Moreton.” zei de portier, weer met een buiging. „Ik wensch om 8 uur geroepen te worden," riep de logeergast, den Uftjongen. die z'n Kof fer droeg, volgend. „Ik moet persé den trein van 9 aur halen. Denk er aan.” De portier boog weer voor de sooveelste maal. HU wist nu. dat deze heer zich zelf ingeschre ven had onder den naam van Giles Moreton. den bekenden bankier uit Glasgow. Toen deze geldmagnaat den Uftjongen een royale fooi gegeven en de deur van z'n kamer achter zich gesloten had. speelde een sarcas tisch en tevreden lachje over zün in den regel streng en gebiedend gelaat. HU ging voor den grooten spiegel staan, knoopte z'n lange bont jas los en trok die uit. En daaronder het Is haast niet te gelooven droeg hü geen costuum; juister gesproken, een zeer eigenaar dig costuum: een sneeuwwit overhemd met dito boord en een onberispelUk gestrikte moderne, maar donkere das. Ondey *t overhemd droeg mUnheer Moreton Jaeger-onderkleeding. HU droeg fraaie sokken en een paar nieuwe, fijne schoenen. Wanneer dit nu alles geweest was, wat hU droeg, dan had men omtrent dien heer verschillende dingen kunnen onderstellen; büv. dat hU een buitengewoon verstrooid mensch was, die vergeten had. z'n bovenkleeren aan te trekken; of dat hem z'n costuum ontstolen was; of ook. dat hü een dwaze of grappige wedden schap had aangegaan. Echter.... vlak boven z'n knieën hing, aan elastieken, de beneden ste helft van twee broekspUpen. zoodat hü. met z'n bontjas aan, volledig en normaal gekleed scheen. Zelf scheen hü nog al vermaak te scheppen In z’n meer dan zonderling voorkomen, en het was niet zonder een zeker welbehagen, dat hü de broekspUpen uittrok. Daarna borg hü ze zorgvuldig op In een dun geheim vakje van z'n Vervolgens schikte hü z'n toilet-artlkelen op de toilettafel, trok z'n züden pyama aan, legde zich te bed. klikte het licht uit en viel weldra in een rustlgen slaap. Om 8 uur precies rinkelde de telefoon om mUnheer Giles Moreton uit Glasgow, volgens z’n orders, te dekken. HU ontwaakte, keek on bezorgd, maar foeterde met barsche stem „Twee minuten te laat.” Waama hü de ver binding verbrak. HU maakte op z'n gemak tollet: tot en met de sokken, de schoenen, overhemd en boord en das. Toen liep hü vlug^naar de telefoon, belde tot de grootste gevaren, die het leven van den mllnwerker kunnen bedreigen; meelstof heeft In molens, sulkerstof in rafflnaderüen heel wat catastrophen gebracht. Dat bracht het men- schelük vernuft op de gedachte, de bU de stof explosies verloren gaande ongebruikte energieën nuttig te maken.” .Het bedrüf der stofmotoren Is dus gevaar- lUk?” „WU hebben in het laboratorium in elk ge reeds eenlge ernstige ongevallen te boeken gehad. Waarbij' één assistent om het leven Is gekomen. Tenslotte gaat Iedere nieuwe stap op het gebied der techniek gepaard met offers. Heden ten dage kunnen wü. wUl wü op dit ge bied meer bekendheid hebben verworven, de oorzaak van ongevallen vermüden. Het ge bruik van een stofmotor is thans niet gevaar- lüker dan het besturen van een automobiel in drukke stadsstraten!” „Is de stofmotor een nieuwe uitvinding?” .IntegendeelDe gedachte is büna honderd jaar oud, zooals wü uit de „Patentlltteratuur” hebben kunnen opmaken. Ook Dr. Diesel, de uitvinder der Dieselmotoren, heeft zich in de negentiger Jaren bezig gehouden met experi menten op het gebied der stofmotoren, doch ook hü, zooals zooveel anderen, had te kampen met geldgebrek. Aan geld kon hü niet komen, omdat de menschheid weinig vertrouwen in dezen man had en men In dien tüd reeds bü voorbaat vüandig stond tegenover alles wat de techniek betrof. Het Is een verdienste van Pavlikovski, een vroegeren assistent van Diesel, dat hü na den oorlog, ondanks algemeene vooroordeelen, Die sel's werk op het gebied der stofmotoren heeft opgenomen. Ook de chemische industrie hield zich In de jaren 1925*30 met onderzoekingen bezig. Intusschen ontwikkelde de stofmotor zich tot een machine met capaciteiten, welke bruikbaar zün voor onze techniek. Doch het einddoel werd eerst in onze dagen bereikt!” „Waarin liggen dan feltelük de technische moeilükheden bü den stofmotor?" „Vooreerst is stof veel moellüker te vervoeren dan vloeibare drüfstof; stof kan ook niet wor den gepompt, niet gespoten, het vult geen ruimte, zooals een vloeibare stof dit doet. Onze grootste vüand bü den ontwikkelingsarbeid was echter de asch. Men dient te bedenken, dat bruinkolen 3 tot 10 v.H. asch, steenkolen 2 tot 15 v.H. asch bezit, terwUl gasolle slechts een uiterst gering percentage asch (0.01 v.H.) be zit In een stofmotoreneylinder van 200 pk. vallen dus in een werktüd van duizend uren niet minder dan pl.m. 6000 kilo, ongeveer 6 K UK CE NS ANNIE WAT GEEFT DIE NIEUWE \pvtRvtnt v RINSO UwKk 'een schitterend^?^» --sop/Jf* AIS u IN 08^-- i WASMACHINE RINSO GEBRUIKT- GAAT UW OOtO 'VyWEEL LANGER Nl«l O> W o» W

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1937 | | pagina 17