eKctucïAaal uanden dag De avonturen van Prof je en Struis je I Cj-e&Le/iJc&e, H ”4711 KOFFIE HAG |IES, LIESBETH, ELISABETH VRIJDAG 12 NOVEMBER 1937 Katholieke actie Wannet* dapelatnfieid en hoe ge Ueeddhuk fiunwaoA- jcfauvtnde item (alen fatten dan: Weer onprettig? In Afrika BOEK EN BLAD Grootste toeristenschip UNOX/ “4711” Matt-Creme maakt de huid zacht en mat. De beste on derlaag voor poeder De klassi ek e Schoonheids-Crèm e v. o. i Wat de haag te vertellen heeft o i I o over het Legioen, die deze brief bevat, aan te blijf ik onze Afrlkaansche uit over Na de lunch. werd (Wordt verrei** AKKER.CACHETS ANT. RIBERI. Aartsbisschop van Dara, Apostolisch Delegaat. Ek werd uit dekentjes en lappen een r.est voor hem genaakt, waarin voorzichtig zijn ei werd gelegd en waarop hy toen rustig kon gaan zitten. De lekkerste hapjes werden voor hem neergezet. Hy had echt vacantie. de de door de Star resstts tijden het enk niet, dat te- het de reis i jwei^rg ^chr ijver 'ergetende ging, maar Uwe ver- tJ*id. hij objectief tus- en den lezer was Maar de piloot dacht er anders over, lie wilde terug naar zijn vaderland en liefst aoo gauw mogelijk. Ook stond hij er op, dat zijn vliegmachine werd vergoed. Hjj maakte er hevige ruzie over met Prof je, die er niet aan dacht zoo n groote som te betalen. Bijna waren, ze elkaar te lijf gegaan. 25 Juli 1.1. van Delegatie aan Apostolische prefecten en vicarll en luidt: Uit hst Fransch vertaald door Christina Kamp vullen. Terwijl ik uitzie naar het genoegen Excellentie weer spoedig te ontmoeten. ■Welnu, vertel hem dan zelf, welk een groote vriendschap je koestert voor zijn zoon en voeg er dan bjj, dat dank aan jou, mama niet kan het hart van mama bezitten; papa en ik krijgen de rest, en dat is niet veel. Ik ben jaloersch en vandaag ben ik be- schaamd dat gevoel te koesteren. Mama ia bjj Jean-Plerre. zij moet wel denken dat de uren snel voorbij gaan. Vijf jaren. dat is lang, heel lang. Oinds kan hij allerlei gevaren loopen. mama zal denken, dat zij misschien nooit haar zoon zal weerzien en om toch hem toe te lachen, daar behoort moed toe. Arme mama! Het statlon.de trein, die vertrekt voor een onbekend land, dat alles zal haar smart veroorzaken Claude zal bij haar zijn, hij is het. die troostende woorden zal spreken, van die woorden, die men verneemt ondanks de tranen, woorden, die men nooit ver geet. Daar moest mijn plaats zijn, hjj heeft die ingenomen en daar ben ik boos om. Ik voel, dat ik boosaardig en eigenzinnig word. Ik ben het toch, die geweigerd heb om naar het station te gaan. Ik ben er verantwoordelijk voor, dat mama in haar smart zich vastgrijpt aan den vriend, die bij haar zal zijn. Ik zie haar in den geest, zij spreekt liefderijk tot haar zoon, zij bemoedigt hem zijn plicht te doen. Zij is aoo moedig! Zij heeft ons verlaten, omdat zij oordeelde, dat haar moederlijke plicht haar de taak oplegde haar zoon te gaan redden, die door zijn familie was overgeleverd aan zijn ondeugden. Misschien zal zij ons weer verlaten, als er een telegram uit een ver land komt, met dende. dat Jean-Plerre haar noodig heeft. Haar plicht, voor alles haar plicht! Vele vrouwen zijn op slachtoffer van pijnen. gen dit lijden weinig te doen is, went de vele vrouwen die geleerd hebben “AKKERTJES" te gebruiken, weten beten “AKKERTJES" bestrijden vrouwenpijnen en zijn een uitkomst in de donkere dagen der vrouw. In plaats van neerslachtig zult Ge U opgewekt en rustig voelen. “AKKERTJES" zijn een nieuwe zeer werk zame vinding van Apotheker Dumont. Ze hebben geen enkele nadeelige werking. De cachet-vorm is do meest ideale manier van innemen. “AKKERTJES" hebben in korten tijd bewezen een geneesmiddel bij uitnemendheid te zijn. Haal nog heden een doosje. Ook U zult tevreden zijnl Overal verkrijgbaar. Per 12 stuks 52 cent, AKKERTJES Volgens recept Apotheker Dumont T”5 en toeristenschip Is, In het technisch bar fly goensch der scheepvaart wereld, een boot zonder eerste klasse, of althans zonder eerste-klasse-tarieven. De prijzen zijn uniform of bijna uniform: alle passagiers zijn dus .ge lijk”, en er zijn geen reizigers, die In een la gere klasse den overtocht maken, en dus slechts tot een klein deel van de boot toegang heb ben. Dit „toeristen-systeem”, toegepast Canadian Pacific en_da^Cunard White Line, heeft de laatste jaren groot succes ge had. Tienduizenden Engelschen. die het anders waarschijnlijk nooit veel verder gebracht zou den hebben dan Frankrijk, hebben de wolken krabbers van New York, de wonderen der Nia gara, de onvolprezen oevers van den St. Lau rence. en zelfs het Canadeesche Rotsgebergte aanschouwd. De toeristenschepen varen van het voorjaar tot het najaar. Meestal volgt de „toe rist” een der plannen, door de stoomvaartmaat schappij opgemaakt, en hij betaalt vooruit, niet alleen voor de zeereis, maar ook voor het ver voer te land, het verblijf In hotels, maaltijden, enz., zoodat hij, afgezien van kleine uitgaven, precies weet, „wat hij kwijt is”. De kortste dier uitstapjes duren drie weken, met Inbegrip van de reis heen en terug. De toerist is dan natuurlijk slechts weinige dagen aan land, maar daar de heele toer .georgani seerd” is. ziet hjj in die weinige dagen veel: Quebec. Montreal, Ottawa, de Niagara en, In- dlen hij wil, New York. Deze reisjes zijn spe ciaal opgemaakt voor diegenen, die niet meer dan drie weken vrij kunnen nemen, en dus vooral voor personen, die ondergeschikte betrek kingen vervullen en de lengte hunner vacan- ductle bij al die Ordinarii van Oost-Afrika te geven. Ik doe het met de vertrouwvolle hoop, dat Ik Iets aanbeveel dat zeer krachtig zal blijken voor de bevordering van waarachtig Christendom In onze Afrlkaansche streken. Daarvandaan Is mijn aanbeveling een ern stige. Ik verneem dat miss Quinn, die nog In het vicariaat van Zanzibar werkt, geneigd en bereid is haar organisatie-actie te leenen overal waar die gevraagd zal worden. Indien Uwe Excellentie verdere Inlichtingen om trent haar werk wenscht, gelieve U te schrij ven aan Mgr. Hefferman, Nairobi. Ik rele veer, dat al haar uitgaven bestreden worden door het hoofdkwartier van het Legioen. Intusschen zal Ik miss Qulnn vragen U een exemplaar van het Handboek van het Le gioen te zenden ten einde de karige gegevens „Ja. Jean-Plerre vertrekt naar Canada. Hij komt bjj een mijner vrienden aldaar; deze heeft er een groote onderneming in het houtbedrijf. HU zal voortdurend in het boech leven met enkele jonge Canadezen en werklieden. HU vertrekt voor vyf jaren en gisteren heeft hu het contract geteekend." „Goed. Weet mama het?” „Ja, mevrouw Mayran keurt dat vertrek goed en ziet vol moed die scheiding tegemoet.” Ik loosde een zucht van verlichting en vrien- delUk zei ik tot Claude: „Wy moeten je dank baar zUn.” „Niet noodig!” „Wat ben je hoogmoedig! Wil je niet, dat wU je dankbaar zyn?" „Elisabeth, ik heb je nog iets te vragen.” „Vraag en gU zult verkrügen. Ik kan niets weigeren aan hem, die my zoon goede tijding brengt.” Myn eigenaardige vriend keek my eenlge oogenblikken zwijgend aan, dan greep hy mUn hand, die nog met het kussen speelde en hield die vast in de zyne. Zich naar mij toebuigend zei hy: ..Elisabeth, je moet luisteren met je hart, spreefc. my niet meer met die harde stem, die Je zoo vreemd Is. Jean-Plerre vertrekt voor vyf jaren; daar ginds, dat verheel Ik je niet, kan er allerlei gebeuren. Het is mogelUk. dat hy nooit terugkomt! Zul je nu weigeren hem voor zUn vertrek te zien, weiger je hem de hand toe te reiken? O. ik voel al, dat je in opstand komt, je hand, die ik je vraag aan den schuldige toe te steken, zou de myne willen rekenschap gaf van myn verlegenheid, verborg Ik myn gezicht in de knssens en onverschillig antwoordde ik: ,Jk luister." J „Jean-Plerre gaat vertrekken, ik geloof, dat dit je vurigste wensch was, ik weet zelfs, dat je dat geëlscht hebt.” ,3e bent goed op de hoogte.” ,3a, maar nu denk Ik er over zooals JU; ik beschouw dat vertrek als noodzakelyk." ,3e hebt er lang over gedaan om die meenlng te verkrygen.” „Vertrekken, dat zegt men zoo gauw, maar de uitvoering is soms zoo moeiiyk. Jean-Plerre heeft geen speciale kundigheden en zyn gezondheid, verwoest door zyn losbandigheden, zou niet elk klimaat kunnen verdragen." Ik wilde den Indruk van onverschilligheid nog overdrijven en met de kwasten van een kussen spelend, zei Ik: „Dat heeft voor mUn vader en mU niets te beteekenen.” De blauwe oogen keken my aan en hoe be droefd keken zy. ,Jk heb aan je moeder gedacht, Elisabeth. Wat ik heb gedaan, het is voor haar gedaan.” Triomfantelljk riep Ik uit: ..Dat begrijp ik, niemand kan zich voor Jean-Plerre interes- seeren." Verlegen antwoordde Claude: „Dat heb ik niet willen zeggen." ,3a, maar toch heb Je het gezegd." Trotsch over die gevolgtrekking, wilde ik wel helpen het gesprek te vervolgen. „Dus Je hebt voor hem een betrekking gevonden, waarby geen bijzondere kundigheden vereischt worden „HET GETIJ VERLOOPT" door K. Norel. Vitg.: G. F. CaHen- bach NV. Nijkerk. Alweer een boek van een protestantsch schrij ver, waarin de drooglegging van de Zuiderzee behandeld wordt met alle actie en-tragiek, daar mee verband houdend. Het gaat hier speciaal om de beschryvlng van een stadje als Enkhuizen, waar de vlsschery ten doode gedoemd werd door de verdryving van het water en de bevolking, voorzoover betrokken by de-'haring- en ansjovisvangst, zonder middelen van bestaan komt. Novel hééft- een uitgebreide r studie gemaakt van heel het leven op zee. en aan den kant, van heel het bedryf der drooglegging ook. HU be gint zUn verhaal in de laatste jaren vóór den wereldoorlog en besluit het ongeveer in het midden der heerschende crisis. Een roman is zyn boek niet geworden, ondanks het aanbren gen van verschillende romantische effecten in de verhaalstof. Om een roman te schrijven moet men geesteiyk vryer staan, dan de auteur van dft boek doet. Hy kan soms een aardige situatie schets maken, niet heelemaal origineel maar toch wel leesbaar, doch hy kon zich niet uit den morallseerdwang bevrijden, die een verstan- deiyken geest als den zUnen overheerscht. Het fatsoen wordt beloond en het onfatsoen, alsmede de lichtzinnigheid worden zwaar gestraft. Met plezier vervuild de rol van wrekende gerechi dat hy beter rechter ware, al schenpersoon voor zUn fUmrsi gebleven. Merkwaardig is bU vele protestantsche schry- vers en ook weder by Norel, het gebrek aan juiste kennis van het Roomsch-Katlfolicisme merkwaardig ook weder de vrUmoedlgheld. waar mede hy over dit hem onbekende gebied des levens verklaringen loslaat. Zoo op blz. TI, waar hy een jong onderwyzer .met Paulus" (nie mand minder!) laat beweren: dat de Roomschen verwachten dat de goede werken hen In den hemel zullen brengen, hetgeen tengevolge zou hebben dat dan: .....de genade geen genade meer (is), zeg ik met Paulus". BU ervaring de schier occulte vereerihg ken nende, door protestanten aan de dogmatische beschouwingen van hun dominees en onderwy- zers gehecht, geloof ik niet, dat hier spoedig kans op helderder inzicht bU de Jonge schryvers in die kringen is. Het boek heeft geen letterkundige beteekenis. Zonder op antwoord te wachten, ging hy heen, nauweiyks mU een groet waardig keurend. Claude is heengegaan.... Wy zyn gebrouilleerd en daar ben ik biy om. nu ik toch niet met hem zou willen trouwen, maar in hem verlies ik een vriend, die mU lief was. Na my mama ontroofd te hebben, neemt Jean-Plerre my myn vriend af en men durft my vragen hem te ver geven... •w- n naam van bet belang van onze volks- I gemeenschap vraag ik U voort te gaan met in uw kringen gelegenheid te bieden tot beginselvaste, godvreezende scholing en vorming. Jhr. Ruya de Beerenbroock bQ bet gouden feest der Vrije Unlversttelt 1930. et tijdschrift .Maria Leglonis”, orgaan van het Maria-Legloen, publiceert in zUn laatste aflevering een brief vol lof van aartsbisschop Mgr. Riberi, gericht tot zyn suf fragaanbisschoppen van Zuid-Afrika. In dezen brief zegt de Apostolische Delegaat. dat hij het vaste vertrouwen heeft, in het Ma ria-Legloen „iets aan te bevelen dat zal blU- ken een krachtig middel te zyn tot bevordering van waar Christendom in streken". De brief werd verzonden Afrlkaansche Apostolische Uwer Excellentie’s oprecht in Christus toegewijde -j—v e haag was van een voornaam geslacht. 1 Ze kon op een lang verleden terugbllk- ken. Ze beschermde den akker, die een beetje hooger lag dan de weg, met een stevigen wal tegen alle ongewenschte gasten. Deze be- schermingswal bestond uit struiken en heesters, die men nu Juist niet tot de gewone planten kan rekenen, maar alles behoorde tot het betere genre in de haag-bevolklng. Niet altyd behoorde de haag aan het „vloek- beest”. Deze had haar pas sedert eenige Jaren in bezit. Voordien was ze met den akker, wel ken ze zoo trouw beschermde, erfgoed in de rykste familie van het dorp. Zoover zy zich kon herinneren en ze is ver over de honderdmaal kaal en weer groen geworden in dezen tyd stonden haar meesters aan het hoofd van het dorp. Van den vader ging de hoogste waardig heid in den Raad over op den zoon, evenals de akker en de welden. Met drie krachtige paar den kwamen ze steeds, om den akker te ploe gen. Een waardige figuur was de eerste eige naar. dien zy zich herinneren kon. Styf en ernstig liep hy achter den ploeg, keek naar zyn werk en dacht hieraan of aan het Jot van zyn gemeente. Menigmaal kon de haag vernemen, wat er in het dorp gebeurde, als hy met zyn ■zoon over de huis- en dorps-voorvallen sprak. Als de oude zaaide, was het werkeiyk plechtig om aan te zien. Die wist het zaaisel te eeren. Daarom was zyn huis ook by knechten en mel den. daglooners en handwerkslieden als een goed kosthuis bekend. De zoon werd zyn waar dige opvolger in huls en ambt, toen de vader zich niet sterk genoeg meer voelde. Dan kwam onverwacht het ongeluk. Een paard trof den ploegenden boer zoo ongelukkig, dat het hem het leven kostte. Alleen met een huivering kon de haag nog aan dien ongeluksdag denken, toen zy het mede moest aanzien, hoe het dolle dier den sterken man den noodlottlgen slag gaf. Toen moest de ..oude" weer mee aanpakken en hy had zyn rust toch zoo noodig gehad. En vrouwvolk verstaat de kunst niet, het bedryf te leiden; de kleinzoon was toen nog een half kind. De haag herinnert zich nog goed, hoe de oude boer de laatste maal op den akker stond. Het regende. Maar de herfstzaai moest tegen lederen prys geschieden. De „oude” wilde er zelf nog eenmaal by zyn en zyn kleinzoon on derricht geven in het zaaien. Die was heel on handig en het sneed den ouden grootvader door de ziel, dat de jongen zoo weinig aanleg voor een werkeiyken boer toonde. Op dien vochtigen, kouden herfstdag haalde de grysaard zich een longontsteking op den hals. Na een kort ziek bed werd hy begraven op het dorpskerkhof, waar zoovelen van zyn geslacht in de schaduw van de oude kapel rustten. Nu was de goede tyd voor den akker voorby. Vrouwenregeering! En de Jonge boer was niet geiyk zyn voorvaderen. De landarbeid werd aan de knechts, de haag aan zichzelf overge laten. Ze verwilderde geheel en al. De jonge boer trok weg naar de verre stad, had ook daar geen geluk en ging er tenonder. Dan nam een ..Hoogwaardige Excellentie, veroorloof me U te spreken over een onderwerp dat voor U van belang kan zUn. Ik bedoel die organi satie voor ontwikkeling van Katholieke Ac tie, bekend als het „Legioen van Maria", dat voor 15 Jaar in Ierland geboren, zich over veel landen uitbreidde, ja, over al de wereld- deelen en niet het minst in de Mlssle-lan- den. Wellicht kent U het reeds. Kort gezegd, het Maria-Legioen, dat open staat voor iedereen, jongens en meisjes, man nen en vrouwen, is georganiseerd en houdt zyn vergaderingen mln of meer zooals de conferenties van St. Vincentius a Paulo. Ter- wyi deze zich echter uitsluitend bezighouden met charitatief werk, heeft het Legioen de oneindige verscheidenheden van Katholieke Actie tot arbeidsveld. De uitbreiding en de aard van ondernomen werk het aldus maken tot gebiedenden elsch een strenge organisatie en een onmid- deliyke afhankelijkheid van het kerkeiyk ge zag. Deze belde eischen zUn inderdaad twee der voornaamste kenmerken van het Legioen. Doch dit zyn de eenlge niet. Van aller eerst belang Is de geesteiyke en zedeiyke vorming, die de Leglonalren zelf veronder steld worden te ontvangen in hun wekeiyk- sche vergaderingen. De fundamenteele strek king van dit doel zal men zich ten volle ver- wezeniyken indien men de noodzakelUkheid bedenkt van een byzondere training in gees telijke Idealen en actie-methodes voor elk die zich wenscht In te lyven in Katholieke Actie, meer nog voor jonge Afrlkaansche christenen. De werking van de Leglonalren, als een leger opgesteld In slagorde onder leiding van Maria, onze Koningin, is zoo insplreerend en zoo sterkend, dat we ons nauweiyks iets be ters kunnen indenken. Uw Excellentie is zich bewust van de moel- lykheden die de Bisschoppen ondervinden van alle kanten, zoodra zy beproeven een wefk- basis te geven aan dat ideaal van Katholieke Actie waar onze geliefde Heilige Vader, de Mlssiepaus, zoo op aandrong en dat Hem zoo dierbaar is. Ten einde de invoering van Ka tholieke Actie te vergemakkeiyken in onze Missies en tegeiykertyd, zoo ver mogelijk, eenheid van methode en doel te verzekeren, zyn enkele schema's opgesteld, die vrijheid toelaten in uitwerking der détails. Ik weet niet hoever de organisatie van Ka tholieke Actie gevorderd is in de landstreek onder Uw jurisdictie. Wat ook daarvan zU, het zal strooken met Uw pogingen het Le gioen van Maria aan te nemen als een sche ma om de Katholieke Actie uit te werken. In zooverre denk ik gaarne dat 't het ideaal van Katholieke Actie, gelUk de Heilige Vader dat koestert, het dichtst benadert. Verschelden motieven dwingen mU het aan te bevelen aan Uw Excellentie’s zorgvuldige en vriendelijke aandacht. Ik wil niet meer de wonderiyke verspreiding en troostende re sultaten van het Legioen in veel landen ver melden. Wel wensch ik nochtans de ernstige aanbeveling van het Legioen te vermelden, die twee en een half jaar geleden gegeven werd door myn ijverigen collega, den tegenwoordi- gen Apostolischen Delegaat van Zuid-Afrika, Aartsbisschop van GUlswUk. Heden is geheel Zuid-Afrika, dank zij het Legioen van Maria de wondervolle voedingsbodem van een voor spoedige Katholieke Actie. Dit is bereikt doordat de hoofdkwartieren van het Legioen een spéciale propagandiste zonden, miss Ruby Dennison. Verleden zomer besloot het Concilium Le glonis. dat zyn hoofdkwartier te Dublin heeft, op uitdrukkeiyk verzoek van Mgr. Hefferman, Apostolisch Vicaris van Zanzibar, een tweede propagandiste te zenden in de persoon van miss Edel Quinn. Ik werd gevraagd haar een aanbevelingsbrief en introductie by de Ordi narii van Oost-Afrika te geven. Terwyi ik het initiatief van naar Kenya te gaan warm aanmoedlgde, stelde ik het geven van zulke aanbeveling uit totdat ik zelf be ter kennis had genomen van het werken van het Legioen in Missielanden. Dit heb ik kun nen zien in West-Afrika, waar ik in onmid- deiyk contact kwam met het succesvol werk van het Legioen. Nu kan ik vaststellen, dat de Ordinarii van de Goudkust en van Nige ria op hun laatste conferentie het Legioen hebben aangenomen als het middel om Ka tholieke Actie te ontwikkelen. Inmiddels ontving ik van Z. H. Excel!. Mgr. Hefferman een verslag van het werk van het Legioen van Maria in zyn Vicariaat. Wat hU me vertelt is uiterst aanmoedigend. De tyd is derhalve gekomen voor mU om aan miss Qulnn de gewenschte aanbeveling en tntro- »erg^ten.” »Een moeder kan haar kind niet vergeten en *1» je werkeiyk denkt zooals je spreekt, dan beklaag ik je." De woorden prikkelden my tot het uiterste. •J» heb je medeiyden niet noodig, bewaar die zy wordt boosaardig en ik zou haar zoo goed willen hebben. VUf jaren van eenzaamheid, dat is lang, vyf jaren ver van zyn vaderland, vyf jaren zonder iemand van zyn naastbestaanden te zien, dat is een groote bladzyde van het leven. Zou je niet willen, dat hy moedig die balling schap zal beleven, die ballingschap noodzakelyk door zyn misdry ven; zou je hem niet willen helpen in zyn wensch om zich te beteren?.... Lies, kleine Lies, ik kan niet-gelooven, dat je zult weigeren.” MUn hand was niet meer in opstand, zy lag als verlamd in de handen, die haar vasthielden, ik heb mUn zwakheid bekend. „Claude, het is onmogeiyk. Mama had kunnen sterven.... ik.... kan niet vergeten, dat hy er de oorzaak van is. Neen, ik kan niet ver geten...." MUn vriend is opgestaan en hy zag er zoo bedroefd uit, dat ik medelyden met hem kreeg. „Claude, als ik kon, dan zou ik naar hem toe zyn gegaan, ter wille van Jou. maar mama staat tusschen ons. Rouaan, dat bed, waar ik haar zag liggen, stervende, de uren, die ik by haar heb doorgebracht..,, neen, ik kan hem niet vergeven, die daarvan de oorzaak is.” Hy drong niet meer aan, hy begreep dat ik niet zou toegeven. „Tot ziens. Elisabeth.” ,3a. tot ziens, want je moet hier terugkomen; ik heb iets met je te bespreken en dat zal tyd vergen, maar het gaat over heel iets anders.” Met verachting in zyn stem, antwoordde hU: „Ik geloof, dat wy niets meer saigen te be- Van den kapitein het luchtschip hoorde Prof Je. dat de reis naar Zuld- Amerika ging. Dat was nu wel niet zyn richting, maar dat kon hem niet zooveel schelen. Overal zou wel wat belangrijks voor hemtke vinden zyn, dus hy besloot om maar mee te gaan. Vanavond om half zeven uur vertrekt Jean- Pierre; mama brengt de laatste pren by hem door; zy is moedig, zy doet mij verwonderd staan, nooit zou ik hebben kunnen denken, dat zy zooveel energie bezatDat vertrek is zeer pïjniyk voor haar, maar omdat het moet dienen om haar zoon te redden, onderwerpt zy zich er aan. zonder te klagen. Welk een voorbeeld!' die geweest was zooals die van lederen dag, zei mama: „Lies, ik zal waarschyn- lyk wat laat thuis komen. Maak je maar niet ongerust. Ik ga een reiziger naar den trein bren gen. De trein vertrekt om half zeven; ik zal by hem biyven tot de laatste minuut.” Ik wist, wie die reiziger was, maar ik deed alsof ik het niet begreep. Om toch iets te antwoorden, zei ik: „Vermoei u niet en pas op geen kou te vatten, de lucht ziet er zoo dreigend uit” „Ik vrees noch vermoeienis, noch koude. Claude gaat met mU mee. hy zal vanavond hier by ons djneeren. Zul je vriendelyk voor hem zyn? Hy is zoo goed!” ?oor hem, dien Je in je huls ontvangen heb.” ben juist gekomen om over hem te ■Preken.” .JXar dank ik voor en ik verzoek je het niet te doen. Jean-Plerre. altyd Jean-Plerre! Men zou ■rggen. dat je geen ander onderwerp voor het Besprek kunt vinden!” Met een autoriteit, die my verwonderde, want «e bloodaard werd moedig, hernam Claude: «Toch moet je naar my luisteren. Wat ik te ■eggen heb, is gewichtig en zal misschien aan ie moeder den vrede geven, dien je voor haar •^«cht: de dood van haar zoon!” werd vuurrood, zooeven waren my die tie niet zelf bepalen kunnen, zy kosten ruim 50 pond. Het genot, dat men van zulk een uit stapje heeft, zal voor een groot deel hiervan afhangen, of men eenlgszlns vriendschappeiyke betrekkingen onderhoudt met de zee. Andere reisplannen strekken zich vier of meer weken en omvatten ook het wes ten van Canada, de Groote Meren, Chicago en enkele andere steden der Vereenlgde Staten. Het hoogste tarief bedraagt ongeveer 90 pond Thans is op de beroemde Cammell Lalrd- werf te Birkenhead, tegenover Liverpool, het grootste „toeristenschip" in aanbouw, dat ooit in de vaart gebracht is. Het is van de Cunard White Star Co., die niet op Canada, doch op New York vaart. Zy werkt «venwel, wat de toe- risten-uitstapjes aangaat, met de Canadian Pa cific samen.- en wie met een boot van laatstge noemde maatschappU te Quebec is aangekomen en zyn reis te New York besluit, kan vandaar per Cunard White Star Line huiswaarts kee- ren en omgekeerd. Het nieuwe schip, dat tot zUn „doop” bekend staat als No. 1.029. is niet alleen het grootste toeristenschip, maar ook de grootste boot die ooit in Engeland gebouwd werd. De Queen Mary en eenige andere boo ten van grooteren inhoud kwamen van de Clyde-werven in Schotland. De bruto tonnage van No. 1.029, die in Mei op stapel gezet werd, en den volgenden zomer voltooid zal zyn. wordt nog geheim gehouden, maar zU zal aanmerke- lyk grooter zyn dan de befaamde Mauretania, de trots eener vorige generatie, die eveneens te Birkenhead gebouwd werd, en 30.896 ton mat. Haar lengte zal meer dan 225 meter bedragen en zy zal een snelheid hebben van minstens 22 knoopen. De No. 552. die thans aan de Clyde gebouwd wordt, is haar zusterschip, en komt uiteriyk met haar overeen, doch heeft grootere afme tingen. ZU behoort evenwel niet tot de toe ristenklasse. Het plan bestaat echter het vol gend jaar de kiel te leggen van een tweede toeristenschip van ongeveer denzelfden inhoud als de No. 1 029. die geheel ingericht is op hut-, toerist- en derde klasse-passagiers. Dezen zul len allen op het nieuwe schip „behuisd" en ver zorgd worden op veel grootscher schaal dan tot nu toe op toeristen-schepen mogelUk was. Er zullen tien decks zUn, hetgeen slechts drie min der is dan de Queen Mary, met een ruim twee maal zoo grooten inhoud, heeft. Vastgehouden wordt niet aan het beginsel van uniform tarief, maar de toeristen- en derde klasse-afdeelingen zullen grootendeels dezelfde hutten krUgen als de cabine-afdeeling. en een eerste klasse, die steeds zoo evenredig veel ruimte opelscht ten koste van de vaak dichter bevolkte lagere klassen, ontbreekt. De Georgic en Britannic zUn ook als toe ristenschepen in gebruik, maar zü en de prach tige booten der Canadian Pacific zyn ternau wernood in staat geweest te voldoen aan de voortdurend toenemende vraag naar goedkoope en goede reisgelegenheid voor personen, die eenlge vacantieweken of zelfs maar vacantie- dagen willen doorbrengen in de Nieuwe We reld. No. 1.029 zal, als zU over *n maand of acht gedoopt, van stapel gelaten en in de vaart gebracht is, een machtigen stoot geven aan een vorm van toerisme, die vooral de laatste jaren groote aantrekkingskracht uitgeoefend heeft op het Engelsche publiek. schoonzoon het beheer over. Die bracht da drankflesch mee aan den ploeg. Om de paar vorertnam hU een slok, en de knecht deed het zelfde. Ze vloekten en scholden om het hardst. Als de akkerkruim er maar donkerbruin uitzag. waren belden al tevreden; of het zaad in diep omgeploegden. lossen bodem viel of niet, deerde hun niets en het minst nog den meester. Zoo ging dat een reeks jaren. Steeds magerder wer den de paarden, steeds dunner strooide men den mest uit, steeds minder bracht de akker op. Tot op een mooien, neen, treurlgen dag. alles onder den hamer kwam. Toen ging de ak ker en met hem de haag in andere handen over. De nieuwe eigenaar beviel de haag nog veel minder dan de nakomeling van het oude ge slacht. Het was een vreemdeling. Waar hy van daan kwam, wist niemand precies. Zyn spraak klonk vreemd; zyn heele manier van doen had weinig vertrouwen. Maar hy had geld, biyk- baar veel geld; waarvandaan wist niemand. Weldra werd hy in het dorp het „vloekbeest” genoemd. Zooveel vloekwoorden had de haag in hon derd jaar niet gehoord als in den korten tyd, dat het „vloekbeest" den akker bebouwde. Ter- wyi hy den mest voor de ploegschaar gooide, vertelde hy den ploegenden knecht allerlei on- geloofeiyke geschiedenissen, die hy in den oor log en in de groote steden beleefd zou hebben. De knecht liep rustig achter den ploeg, spoor de de paarden krachtig aan. spuwde eens, bracht ook wel eens een woord, waaruit twy- fel sprak, in het midden, waarop het „vloek beest" weer een nieuwe sport op de leugenlad- der besteeg, 's Middags had hy zyn zoontje bij zich, dat ook goed opsnyden kon. Dan schold vader hem uit. „Ik weet niet, van wlen de jon gen dat liegen heeft,” meende hy tot slot. Neen, op dezen eigenaar was de haag niet trotsch. hoewel hU haar beter behandelde dan zyn voor ganger. HU droeg ook zorg voor de weinige boomen, maar dat kon de haag er toch niet toe brengen, het „vloekbeest" te achten. Zoo zou ik nog meer van de haag kunnen vertellen en van den akker, want beide zyn ten nauwste aan elkaar verbonden. Dat de eigenaar geen beter mensch is. daaraan kunnen wjj. de haag en ik, nu eenmaal niets veranderen. (Nadruk verboden) !St 60en 90 ct

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1937 | | pagina 19