eKctucïAaal
uanden dag
De avonturen van Prof je en Struis je
I
Cj-e&Le/iJc&e,
H
”4711
KOFFIE HAG
|IES, LIESBETH,
ELISABETH
VRIJDAG 12 NOVEMBER 1937
Katholieke actie
Wannet* dapelatnfieid en
hoe ge Ueeddhuk fiunwaoA-
jcfauvtnde item (alen fatten
dan:
Weer onprettig?
In Afrika
BOEK EN BLAD
Grootste toeristenschip
UNOX/
“4711”
Matt-Creme
maakt de huid zacht
en mat. De beste on
derlaag voor poeder
De klassi ek e
Schoonheids-Crèm e
v. o.
i Wat de haag te
vertellen heeft
o
i
I o
over het Legioen, die deze brief bevat, aan te
blijf ik
onze Afrlkaansche
uit over
Na de lunch.
werd
(Wordt verrei**
AKKER.CACHETS
ANT. RIBERI.
Aartsbisschop van Dara,
Apostolisch Delegaat.
Ek werd uit dekentjes en lappen een r.est
voor hem genaakt, waarin voorzichtig zijn ei
werd gelegd en waarop hy toen rustig kon
gaan zitten. De lekkerste hapjes werden voor
hem neergezet. Hy had echt vacantie.
de
de
door de
Star
resstts tijden het
enk niet, dat te-
het
de reis i
jwei^rg
^chr ijver
'ergetende
ging,
maar
Uwe
ver-
tJ*id.
hij objectief tus-
en den lezer was
Maar de piloot dacht er anders over, lie
wilde terug naar zijn vaderland en liefst aoo
gauw mogelijk. Ook stond hij er op, dat zijn
vliegmachine werd vergoed. Hjj maakte er
hevige ruzie over met Prof je, die er niet aan
dacht zoo n groote som te betalen. Bijna
waren, ze elkaar te lijf gegaan.
25 Juli 1.1. van
Delegatie aan
Apostolische prefecten en vicarll en luidt:
Uit hst Fransch vertaald door Christina Kamp
vullen.
Terwijl ik uitzie naar het genoegen
Excellentie weer spoedig te ontmoeten.
■Welnu, vertel hem dan zelf, welk een groote
vriendschap je koestert voor zijn zoon en voeg
er dan bjj, dat dank aan jou, mama niet kan
het hart van mama bezitten; papa en ik krijgen
de rest, en dat is niet veel.
Ik ben jaloersch en vandaag ben ik be-
schaamd dat gevoel te koesteren. Mama ia bjj
Jean-Plerre. zij moet wel denken dat de uren snel
voorbij gaan. Vijf jaren. dat is lang, heel lang.
Oinds kan hij allerlei gevaren loopen. mama
zal denken, dat zij misschien nooit haar zoon
zal weerzien en om toch hem toe te lachen, daar
behoort moed toe. Arme mama! Het statlon.de
trein, die vertrekt voor een onbekend land, dat
alles zal haar smart veroorzaken Claude zal
bij haar zijn, hij is het. die troostende woorden
zal spreken, van die woorden, die men verneemt
ondanks de tranen, woorden, die men nooit ver
geet. Daar moest mijn plaats zijn, hjj heeft die
ingenomen en daar ben ik boos om.
Ik voel, dat ik boosaardig en eigenzinnig word.
Ik ben het toch, die geweigerd heb om naar
het station te gaan. Ik ben er verantwoordelijk
voor, dat mama in haar smart zich vastgrijpt
aan den vriend, die bij haar zal zijn. Ik zie haar
in den geest, zij spreekt liefderijk tot haar
zoon, zij bemoedigt hem zijn plicht te doen.
Zij is aoo moedig! Zij heeft ons verlaten, omdat
zij oordeelde, dat haar moederlijke plicht haar
de taak oplegde haar zoon te gaan redden, die
door zijn familie was overgeleverd aan zijn
ondeugden. Misschien zal zij ons weer verlaten,
als er een telegram uit een ver land komt, met
dende. dat Jean-Plerre haar noodig heeft.
Haar plicht, voor alles haar plicht!
Vele vrouwen zijn op
slachtoffer van pijnen.
gen dit lijden weinig te doen is, went
de vele vrouwen die geleerd hebben
“AKKERTJES" te gebruiken, weten beten
“AKKERTJES" bestrijden vrouwenpijnen
en zijn een uitkomst in de donkere dagen
der vrouw. In plaats van neerslachtig
zult Ge U opgewekt en rustig voelen.
“AKKERTJES" zijn een nieuwe zeer werk
zame vinding van Apotheker Dumont. Ze
hebben geen enkele nadeelige werking.
De cachet-vorm is do meest ideale manier
van innemen. “AKKERTJES" hebben in
korten tijd bewezen een geneesmiddel bij
uitnemendheid te zijn. Haal nog heden
een doosje. Ook U zult tevreden zijnl
Overal verkrijgbaar. Per 12 stuks 52 cent,
AKKERTJES
Volgens recept Apotheker Dumont
T”5 en toeristenschip Is, In het technisch bar
fly goensch der scheepvaart wereld, een boot
zonder eerste klasse, of althans zonder
eerste-klasse-tarieven. De prijzen zijn uniform
of bijna uniform: alle passagiers zijn dus .ge
lijk”, en er zijn geen reizigers, die In een la
gere klasse den overtocht maken, en dus slechts
tot een klein deel van de boot toegang heb
ben.
Dit „toeristen-systeem”, toegepast
Canadian Pacific en_da^Cunard White
Line, heeft de laatste jaren groot succes ge
had. Tienduizenden Engelschen. die het anders
waarschijnlijk nooit veel verder gebracht zou
den hebben dan Frankrijk, hebben de wolken
krabbers van New York, de wonderen der Nia
gara, de onvolprezen oevers van den St. Lau
rence. en zelfs het Canadeesche Rotsgebergte
aanschouwd. De toeristenschepen varen van het
voorjaar tot het najaar. Meestal volgt de „toe
rist” een der plannen, door de stoomvaartmaat
schappij opgemaakt, en hij betaalt vooruit, niet
alleen voor de zeereis, maar ook voor het ver
voer te land, het verblijf In hotels, maaltijden,
enz., zoodat hij, afgezien van kleine uitgaven,
precies weet, „wat hij kwijt is”.
De kortste dier uitstapjes duren drie weken,
met Inbegrip van de reis heen en terug. De
toerist is dan natuurlijk slechts weinige dagen
aan land, maar daar de heele toer .georgani
seerd” is. ziet hjj in die weinige dagen veel:
Quebec. Montreal, Ottawa, de Niagara en, In-
dlen hij wil, New York. Deze reisjes zijn spe
ciaal opgemaakt voor diegenen, die niet meer
dan drie weken vrij kunnen nemen, en dus
vooral voor personen, die ondergeschikte betrek
kingen vervullen en de lengte hunner vacan-
ductle bij al die Ordinarii van Oost-Afrika te
geven. Ik doe het met de vertrouwvolle hoop,
dat Ik Iets aanbeveel dat zeer krachtig zal
blijken voor de bevordering van waarachtig
Christendom In onze Afrlkaansche streken.
Daarvandaan Is mijn aanbeveling een ern
stige.
Ik verneem dat miss Quinn, die nog In
het vicariaat van Zanzibar werkt, geneigd en
bereid is haar organisatie-actie te leenen
overal waar die gevraagd zal worden. Indien
Uwe Excellentie verdere Inlichtingen om
trent haar werk wenscht, gelieve U te schrij
ven aan Mgr. Hefferman, Nairobi. Ik rele
veer, dat al haar uitgaven bestreden worden
door het hoofdkwartier van het Legioen.
Intusschen zal Ik miss Qulnn vragen U een
exemplaar van het Handboek van het Le
gioen te zenden ten einde de karige gegevens
„Ja. Jean-Plerre vertrekt naar Canada. Hij
komt bjj een mijner vrienden aldaar; deze heeft
er een groote onderneming in het houtbedrijf.
HU zal voortdurend in het boech leven met
enkele jonge Canadezen en werklieden. HU
vertrekt voor vyf jaren en gisteren heeft hu
het contract geteekend."
„Goed. Weet mama het?”
„Ja, mevrouw Mayran keurt dat vertrek goed
en ziet vol moed die scheiding tegemoet.”
Ik loosde een zucht van verlichting en vrien-
delUk zei ik tot Claude: „Wy moeten je dank
baar zUn.”
„Niet noodig!”
„Wat ben je hoogmoedig! Wil je niet, dat wU
je dankbaar zyn?"
„Elisabeth, ik heb je nog iets te vragen.”
„Vraag en gU zult verkrügen. Ik kan niets
weigeren aan hem, die my zoon goede tijding
brengt.”
Myn eigenaardige vriend keek my eenlge
oogenblikken zwijgend aan, dan greep hy mUn
hand, die nog met het kussen speelde en hield
die vast in de zyne. Zich naar mij toebuigend zei
hy: ..Elisabeth, je moet luisteren met je hart,
spreefc. my niet meer met die harde stem, die
Je zoo vreemd Is. Jean-Plerre vertrekt voor vyf
jaren; daar ginds, dat verheel Ik je niet, kan
er allerlei gebeuren. Het is mogelUk. dat hy
nooit terugkomt! Zul je nu weigeren hem
voor zUn vertrek te zien, weiger je hem de
hand toe te reiken? O. ik voel al, dat je in
opstand komt, je hand, die ik je vraag aan den
schuldige toe te steken, zou de myne willen
rekenschap gaf van myn verlegenheid, verborg
Ik myn gezicht in de knssens en onverschillig
antwoordde ik: ,Jk luister."
J „Jean-Plerre gaat vertrekken, ik geloof, dat
dit je vurigste wensch was, ik weet zelfs, dat je
dat geëlscht hebt.”
,3e bent goed op de hoogte.”
,3a, maar nu denk Ik er over zooals JU; ik
beschouw dat vertrek als noodzakelyk."
,3e hebt er lang over gedaan om die meenlng
te verkrygen.”
„Vertrekken, dat zegt men zoo gauw, maar de
uitvoering is soms zoo moeiiyk. Jean-Plerre heeft
geen speciale kundigheden en zyn gezondheid,
verwoest door zyn losbandigheden, zou niet elk
klimaat kunnen verdragen."
Ik wilde den Indruk van onverschilligheid nog
overdrijven en met de kwasten van een kussen
spelend, zei Ik: „Dat heeft voor mUn vader en
mU niets te beteekenen.”
De blauwe oogen keken my aan en hoe be
droefd keken zy.
,Jk heb aan je moeder gedacht, Elisabeth. Wat
ik heb gedaan, het is voor haar gedaan.”
Triomfantelljk riep Ik uit: ..Dat begrijp ik,
niemand kan zich voor Jean-Plerre interes-
seeren."
Verlegen antwoordde Claude: „Dat heb ik niet
willen zeggen."
,3a, maar toch heb Je het gezegd."
Trotsch over die gevolgtrekking, wilde ik wel
helpen het gesprek te vervolgen. „Dus Je
hebt voor hem een betrekking gevonden, waarby
geen bijzondere kundigheden vereischt worden
„HET GETIJ VERLOOPT" door
K. Norel. Vitg.: G. F. CaHen-
bach NV. Nijkerk.
Alweer een boek van een protestantsch schrij
ver, waarin de drooglegging van de Zuiderzee
behandeld wordt met alle actie en-tragiek, daar
mee verband houdend.
Het gaat hier speciaal om de beschryvlng van
een stadje als Enkhuizen, waar de vlsschery ten
doode gedoemd werd door de verdryving van het
water en de bevolking, voorzoover betrokken by
de-'haring- en ansjovisvangst, zonder middelen
van bestaan komt.
Novel hééft- een uitgebreide r studie gemaakt
van heel het leven op zee. en aan den kant, van
heel het bedryf der drooglegging ook. HU be
gint zUn verhaal in de laatste jaren vóór den
wereldoorlog en besluit het ongeveer in het
midden der heerschende crisis. Een roman is
zyn boek niet geworden, ondanks het aanbren
gen van verschillende romantische effecten in
de verhaalstof. Om een roman te schrijven moet
men geesteiyk vryer staan, dan de auteur van
dft boek doet. Hy kan soms een aardige situatie
schets maken, niet heelemaal origineel maar
toch wel leesbaar, doch hy kon zich niet uit
den morallseerdwang bevrijden, die een verstan-
deiyken geest als den zUnen overheerscht.
Het fatsoen wordt beloond en het onfatsoen,
alsmede de lichtzinnigheid worden
zwaar gestraft. Met plezier vervuild
de rol van wrekende gerechi
dat hy beter rechter ware, al
schenpersoon voor zUn fUmrsi
gebleven.
Merkwaardig is bU vele protestantsche schry-
vers en ook weder by Norel, het gebrek aan
juiste kennis van het Roomsch-Katlfolicisme
merkwaardig ook weder de vrUmoedlgheld. waar
mede hy over dit hem onbekende gebied des
levens verklaringen loslaat. Zoo op blz. TI, waar
hy een jong onderwyzer .met Paulus" (nie
mand minder!) laat beweren: dat de Roomschen
verwachten dat de goede werken hen In den
hemel zullen brengen, hetgeen tengevolge zou
hebben dat dan: .....de genade geen genade
meer (is), zeg ik met Paulus".
BU ervaring de schier occulte vereerihg ken
nende, door protestanten aan de dogmatische
beschouwingen van hun dominees en onderwy-
zers gehecht, geloof ik niet, dat hier spoedig
kans op helderder inzicht bU de Jonge schryvers
in die kringen is.
Het boek heeft geen letterkundige beteekenis.
Zonder op antwoord te wachten, ging hy
heen, nauweiyks mU een groet waardig keurend.
Claude is heengegaan.... Wy zyn gebrouilleerd
en daar ben ik biy om. nu ik toch niet met
hem zou willen trouwen, maar in hem verlies
ik een vriend, die mU lief was. Na my mama
ontroofd te hebben, neemt Jean-Plerre my myn
vriend af en men durft my vragen hem te ver
geven...
•w- n naam van bet belang van onze volks-
I gemeenschap vraag ik U voort te
gaan met in uw kringen gelegenheid
te bieden tot beginselvaste, godvreezende
scholing en vorming.
Jhr. Ruya de Beerenbroock bQ bet
gouden feest der Vrije Unlversttelt 1930.
et tijdschrift .Maria Leglonis”, orgaan
van het Maria-Legloen, publiceert in zUn
laatste aflevering een brief vol lof van
aartsbisschop Mgr. Riberi, gericht tot zyn suf
fragaanbisschoppen van Zuid-Afrika.
In dezen brief zegt de Apostolische Delegaat.
dat hij het vaste vertrouwen heeft, in het Ma
ria-Legloen „iets aan te bevelen dat zal blU-
ken een krachtig middel te zyn tot bevordering
van waar Christendom in
streken".
De brief werd verzonden
Afrlkaansche Apostolische
Uwer Excellentie’s oprecht in Christus
toegewijde
-j—v e haag was van een voornaam geslacht.
1 Ze kon op een lang verleden terugbllk-
ken. Ze beschermde den akker, die een
beetje hooger lag dan de weg, met een stevigen
wal tegen alle ongewenschte gasten. Deze be-
schermingswal bestond uit struiken en heesters,
die men nu Juist niet tot de gewone planten
kan rekenen, maar alles behoorde tot het betere
genre in de haag-bevolklng.
Niet altyd behoorde de haag aan het „vloek-
beest”. Deze had haar pas sedert eenige Jaren
in bezit. Voordien was ze met den akker, wel
ken ze zoo trouw beschermde, erfgoed in de
rykste familie van het dorp. Zoover zy zich kon
herinneren en ze is ver over de honderdmaal
kaal en weer groen geworden in dezen tyd
stonden haar meesters aan het hoofd van het
dorp. Van den vader ging de hoogste waardig
heid in den Raad over op den zoon, evenals
de akker en de welden. Met drie krachtige paar
den kwamen ze steeds, om den akker te ploe
gen. Een waardige figuur was de eerste eige
naar. dien zy zich herinneren kon. Styf en
ernstig liep hy achter den ploeg, keek naar zyn
werk en dacht hieraan of aan het Jot van zyn
gemeente. Menigmaal kon de haag vernemen,
wat er in het dorp gebeurde, als hy met zyn
■zoon over de huis- en dorps-voorvallen sprak.
Als de oude zaaide, was het werkeiyk plechtig
om aan te zien. Die wist het zaaisel te eeren.
Daarom was zyn huis ook by knechten en mel
den. daglooners en handwerkslieden als een
goed kosthuis bekend. De zoon werd zyn waar
dige opvolger in huls en ambt, toen de vader
zich niet sterk genoeg meer voelde. Dan kwam
onverwacht het ongeluk. Een paard trof den
ploegenden boer zoo ongelukkig, dat het hem
het leven kostte. Alleen met een huivering kon
de haag nog aan dien ongeluksdag denken, toen
zy het mede moest aanzien, hoe het dolle dier
den sterken man den noodlottlgen slag gaf.
Toen moest de ..oude" weer mee aanpakken en
hy had zyn rust toch zoo noodig gehad. En
vrouwvolk verstaat de kunst niet, het bedryf
te leiden; de kleinzoon was toen nog een half
kind. De haag herinnert zich nog goed, hoe de
oude boer de laatste maal op den akker stond.
Het regende. Maar de herfstzaai moest tegen
lederen prys geschieden. De „oude” wilde er
zelf nog eenmaal by zyn en zyn kleinzoon on
derricht geven in het zaaien. Die was heel on
handig en het sneed den ouden grootvader door
de ziel, dat de jongen zoo weinig aanleg voor
een werkeiyken boer toonde. Op dien vochtigen,
kouden herfstdag haalde de grysaard zich een
longontsteking op den hals. Na een kort ziek
bed werd hy begraven op het dorpskerkhof,
waar zoovelen van zyn geslacht in de schaduw
van de oude kapel rustten.
Nu was de goede tyd voor den akker voorby.
Vrouwenregeering! En de Jonge boer was niet
geiyk zyn voorvaderen. De landarbeid werd
aan de knechts, de haag aan zichzelf overge
laten. Ze verwilderde geheel en al. De jonge
boer trok weg naar de verre stad, had ook daar
geen geluk en ging er tenonder. Dan nam een
..Hoogwaardige Excellentie, veroorloof me
U te spreken over een onderwerp dat voor
U van belang kan zUn. Ik bedoel die organi
satie voor ontwikkeling van Katholieke Ac
tie, bekend als het „Legioen van Maria", dat
voor 15 Jaar in Ierland geboren, zich over
veel landen uitbreidde, ja, over al de wereld-
deelen en niet het minst in de Mlssle-lan-
den. Wellicht kent U het reeds.
Kort gezegd, het Maria-Legioen, dat open
staat voor iedereen, jongens en meisjes, man
nen en vrouwen, is georganiseerd en houdt
zyn vergaderingen mln of meer zooals de
conferenties van St. Vincentius a Paulo. Ter-
wyi deze zich echter uitsluitend bezighouden
met charitatief werk, heeft het Legioen de
oneindige verscheidenheden van Katholieke
Actie tot arbeidsveld.
De uitbreiding en de aard van
ondernomen werk
het aldus
maken tot gebiedenden
elsch een strenge organisatie en een onmid-
deliyke afhankelijkheid van het kerkeiyk ge
zag. Deze belde eischen zUn inderdaad twee
der voornaamste kenmerken van het Legioen.
Doch dit zyn de eenlge niet. Van aller
eerst belang Is de geesteiyke en zedeiyke
vorming, die de Leglonalren zelf veronder
steld worden te ontvangen in hun wekeiyk-
sche vergaderingen. De fundamenteele strek
king van dit doel zal men zich ten volle ver-
wezeniyken indien men de noodzakelUkheid
bedenkt van een byzondere training in gees
telijke Idealen en actie-methodes voor elk die
zich wenscht In te lyven in Katholieke Actie,
meer nog voor jonge Afrlkaansche christenen.
De werking van de Leglonalren, als een
leger opgesteld In slagorde onder leiding van
Maria, onze Koningin, is zoo insplreerend en
zoo sterkend, dat we ons nauweiyks iets be
ters kunnen indenken.
Uw Excellentie is zich bewust van de moel-
lykheden die de Bisschoppen ondervinden van
alle kanten, zoodra zy beproeven een wefk-
basis te geven aan dat ideaal van Katholieke
Actie waar onze geliefde Heilige Vader, de
Mlssiepaus, zoo op aandrong en dat Hem zoo
dierbaar is. Ten einde de invoering van Ka
tholieke Actie te vergemakkeiyken in onze
Missies en tegeiykertyd, zoo ver mogelijk,
eenheid van methode en doel te verzekeren,
zyn enkele schema's opgesteld, die vrijheid
toelaten in uitwerking der détails.
Ik weet niet hoever de organisatie van Ka
tholieke Actie gevorderd is in de landstreek
onder Uw jurisdictie. Wat ook daarvan zU,
het zal strooken met Uw pogingen het Le
gioen van Maria aan te nemen als een sche
ma om de Katholieke Actie uit te werken. In
zooverre denk ik gaarne dat 't het ideaal van
Katholieke Actie, gelUk de Heilige Vader dat
koestert, het dichtst benadert.
Verschelden motieven dwingen mU het aan
te bevelen aan Uw Excellentie’s zorgvuldige
en vriendelijke aandacht. Ik wil niet meer
de wonderiyke verspreiding en troostende re
sultaten van het Legioen in veel landen ver
melden. Wel wensch ik nochtans de ernstige
aanbeveling van het Legioen te vermelden, die
twee en een half jaar geleden gegeven werd
door myn ijverigen collega, den tegenwoordi-
gen Apostolischen Delegaat van Zuid-Afrika,
Aartsbisschop van GUlswUk. Heden is geheel
Zuid-Afrika, dank zij het Legioen van Maria
de wondervolle voedingsbodem van een voor
spoedige Katholieke Actie. Dit is bereikt
doordat de hoofdkwartieren van het Legioen
een spéciale propagandiste zonden, miss Ruby
Dennison.
Verleden zomer besloot het Concilium Le
glonis. dat zyn hoofdkwartier te Dublin heeft,
op uitdrukkeiyk verzoek van Mgr. Hefferman,
Apostolisch Vicaris van Zanzibar, een tweede
propagandiste te zenden in de persoon van
miss Edel Quinn. Ik werd gevraagd haar een
aanbevelingsbrief en introductie by de Ordi
narii van Oost-Afrika te geven.
Terwyi ik het initiatief van naar Kenya te
gaan warm aanmoedlgde, stelde ik het geven
van zulke aanbeveling uit totdat ik zelf be
ter kennis had genomen van het werken van
het Legioen in Missielanden. Dit heb ik kun
nen zien in West-Afrika, waar ik in onmid-
deiyk contact kwam met het succesvol werk
van het Legioen. Nu kan ik vaststellen, dat
de Ordinarii van de Goudkust en van Nige
ria op hun laatste conferentie het Legioen
hebben aangenomen als het middel om Ka
tholieke Actie te ontwikkelen.
Inmiddels ontving ik van Z. H. Excel!. Mgr.
Hefferman een verslag van het werk van het
Legioen van Maria in zyn Vicariaat. Wat hU
me vertelt is uiterst aanmoedigend. De tyd is
derhalve gekomen voor mU om aan miss
Qulnn de gewenschte aanbeveling en tntro-
»erg^ten.”
»Een moeder kan haar kind niet vergeten en
*1» je werkeiyk denkt zooals je spreekt, dan
beklaag ik je."
De woorden prikkelden my tot het uiterste.
•J» heb je medeiyden niet noodig, bewaar die
zy wordt boosaardig en ik zou haar zoo goed
willen hebben. VUf jaren van eenzaamheid, dat
is lang, vyf jaren ver van zyn vaderland, vyf
jaren zonder iemand van zyn naastbestaanden te
zien, dat is een groote bladzyde van het leven.
Zou je niet willen, dat hy moedig die balling
schap zal beleven, die ballingschap noodzakelyk
door zyn misdry ven; zou je hem niet willen
helpen in zyn wensch om zich te beteren?....
Lies, kleine Lies, ik kan niet-gelooven, dat je
zult weigeren.”
MUn hand was niet meer in opstand, zy lag
als verlamd in de handen, die haar vasthielden,
ik heb mUn zwakheid bekend.
„Claude, het is onmogeiyk. Mama had kunnen
sterven.... ik.... kan niet vergeten, dat hy er
de oorzaak van is. Neen, ik kan niet ver
geten...."
MUn vriend is opgestaan en hy zag er zoo
bedroefd uit, dat ik medelyden met hem kreeg.
„Claude, als ik kon, dan zou ik naar hem
toe zyn gegaan, ter wille van Jou. maar mama
staat tusschen ons. Rouaan, dat bed, waar ik
haar zag liggen, stervende, de uren, die ik by
haar heb doorgebracht..,, neen, ik kan hem
niet vergeven, die daarvan de oorzaak is.”
Hy drong niet meer aan, hy begreep dat ik
niet zou toegeven.
„Tot ziens. Elisabeth.”
,3a. tot ziens, want je moet hier terugkomen;
ik heb iets met je te bespreken en dat zal tyd
vergen, maar het gaat over heel iets anders.”
Met verachting in zyn stem, antwoordde hU:
„Ik geloof, dat wy niets meer saigen te be-
Van den kapitein het luchtschip
hoorde Prof Je. dat de reis naar Zuld-
Amerika ging. Dat was nu wel niet zyn
richting, maar dat kon hem niet zooveel
schelen. Overal zou wel wat belangrijks voor
hemtke vinden zyn, dus hy besloot om maar
mee te gaan.
Vanavond om half zeven uur vertrekt Jean-
Pierre; mama brengt de laatste pren by hem
door; zy is moedig, zy doet mij verwonderd
staan, nooit zou ik hebben kunnen denken, dat
zy zooveel energie bezatDat vertrek is zeer
pïjniyk voor haar, maar omdat het moet dienen
om haar zoon te redden, onderwerpt zy zich
er aan. zonder te klagen. Welk een voorbeeld!'
die geweest was zooals die van
lederen dag, zei mama: „Lies, ik zal waarschyn-
lyk wat laat thuis komen. Maak je maar niet
ongerust. Ik ga een reiziger naar den trein bren
gen. De trein vertrekt om half zeven; ik zal by
hem biyven tot de laatste minuut.”
Ik wist, wie die reiziger was, maar ik deed
alsof ik het niet begreep. Om toch iets te
antwoorden, zei ik: „Vermoei u niet en pas op
geen kou te vatten, de lucht ziet er zoo dreigend
uit”
„Ik vrees noch vermoeienis, noch koude.
Claude gaat met mU mee. hy zal vanavond
hier by ons djneeren. Zul je vriendelyk voor
hem zyn? Hy is zoo goed!”
?oor hem, dien Je in je huls ontvangen heb.”
ben juist gekomen om over hem te
■Preken.”
.JXar dank ik voor en ik verzoek je het niet
te doen. Jean-Plerre. altyd Jean-Plerre! Men zou
■rggen. dat je geen ander onderwerp voor het
Besprek kunt vinden!”
Met een autoriteit, die my verwonderde, want
«e bloodaard werd moedig, hernam Claude:
«Toch moet je naar my luisteren. Wat ik te
■eggen heb, is gewichtig en zal misschien aan
ie moeder den vrede geven, dien je voor haar
•^«cht: de dood van haar zoon!”
werd vuurrood, zooeven waren my die
tie niet zelf bepalen kunnen, zy kosten ruim
50 pond. Het genot, dat men van zulk een uit
stapje heeft, zal voor een groot deel hiervan
afhangen, of men eenlgszlns vriendschappeiyke
betrekkingen onderhoudt met de zee.
Andere reisplannen strekken zich
vier of meer weken en omvatten ook het wes
ten van Canada, de Groote Meren, Chicago en
enkele andere steden der Vereenlgde Staten.
Het hoogste tarief bedraagt ongeveer 90 pond
Thans is op de beroemde Cammell Lalrd-
werf te Birkenhead, tegenover Liverpool, het
grootste „toeristenschip" in aanbouw, dat ooit
in de vaart gebracht is. Het is van de Cunard
White Star Co., die niet op Canada, doch op
New York vaart. Zy werkt «venwel, wat de toe-
risten-uitstapjes aangaat, met de Canadian Pa
cific samen.- en wie met een boot van laatstge
noemde maatschappU te Quebec is aangekomen
en zyn reis te New York besluit, kan vandaar
per Cunard White Star Line huiswaarts kee-
ren en omgekeerd. Het nieuwe schip, dat tot
zUn „doop” bekend staat als No. 1.029. is niet
alleen het grootste toeristenschip, maar ook de
grootste boot die ooit in Engeland gebouwd
werd. De Queen Mary en eenige andere boo
ten van grooteren inhoud kwamen van de
Clyde-werven in Schotland. De bruto tonnage
van No. 1.029, die in Mei op stapel gezet werd,
en den volgenden zomer voltooid zal zyn. wordt
nog geheim gehouden, maar zU zal aanmerke-
lyk grooter zyn dan de befaamde Mauretania,
de trots eener vorige generatie, die eveneens te
Birkenhead gebouwd werd, en 30.896 ton mat.
Haar lengte zal meer dan 225 meter bedragen
en zy zal een snelheid hebben van minstens 22
knoopen.
De No. 552. die thans aan de Clyde gebouwd
wordt, is haar zusterschip, en komt uiteriyk
met haar overeen, doch heeft grootere afme
tingen. ZU behoort evenwel niet tot de toe
ristenklasse. Het plan bestaat echter het vol
gend jaar de kiel te leggen van een tweede
toeristenschip van ongeveer denzelfden inhoud
als de No. 1 029. die geheel ingericht is op hut-,
toerist- en derde klasse-passagiers. Dezen zul
len allen op het nieuwe schip „behuisd" en ver
zorgd worden op veel grootscher schaal dan tot
nu toe op toeristen-schepen mogelUk was. Er
zullen tien decks zUn, hetgeen slechts drie min
der is dan de Queen Mary, met een ruim twee
maal zoo grooten inhoud, heeft.
Vastgehouden wordt niet aan het beginsel van
uniform tarief, maar de toeristen- en derde
klasse-afdeelingen zullen grootendeels dezelfde
hutten krUgen als de cabine-afdeeling. en een
eerste klasse, die steeds zoo evenredig veel
ruimte opelscht ten koste van de vaak dichter
bevolkte lagere klassen, ontbreekt.
De Georgic en Britannic zUn ook als toe
ristenschepen in gebruik, maar zü en de prach
tige booten der Canadian Pacific zyn ternau
wernood in staat geweest te voldoen aan de
voortdurend toenemende vraag naar goedkoope
en goede reisgelegenheid voor personen, die
eenlge vacantieweken of zelfs maar vacantie-
dagen willen doorbrengen in de Nieuwe We
reld. No. 1.029 zal, als zU over *n maand of
acht gedoopt, van stapel gelaten en in de vaart
gebracht is, een machtigen stoot geven aan
een vorm van toerisme, die vooral de laatste
jaren groote aantrekkingskracht uitgeoefend
heeft op het Engelsche publiek.
schoonzoon het beheer over. Die bracht da
drankflesch mee aan den ploeg. Om de paar
vorertnam hU een slok, en de knecht deed het
zelfde. Ze vloekten en scholden om het hardst.
Als de akkerkruim er maar donkerbruin uitzag.
waren belden al tevreden; of het zaad in diep
omgeploegden. lossen bodem viel of niet, deerde
hun niets en het minst nog den meester. Zoo
ging dat een reeks jaren. Steeds magerder wer
den de paarden, steeds dunner strooide men den
mest uit, steeds
minder bracht de
akker op. Tot op
een mooien, neen,
treurlgen dag.
alles onder den
hamer kwam.
Toen ging de ak
ker en met hem de haag in andere handen over.
De nieuwe eigenaar beviel de haag nog veel
minder dan de nakomeling van het oude ge
slacht. Het was een vreemdeling. Waar hy van
daan kwam, wist niemand precies. Zyn spraak
klonk vreemd; zyn heele manier van doen had
weinig vertrouwen. Maar hy had geld, biyk-
baar veel geld; waarvandaan wist niemand.
Weldra werd hy in het dorp het „vloekbeest”
genoemd.
Zooveel vloekwoorden had de haag in hon
derd jaar niet gehoord als in den korten tyd,
dat het „vloekbeest" den akker bebouwde. Ter-
wyi hy den mest voor de ploegschaar gooide,
vertelde hy den ploegenden knecht allerlei on-
geloofeiyke geschiedenissen, die hy in den oor
log en in de groote steden beleefd zou hebben.
De knecht liep rustig achter den ploeg, spoor
de de paarden krachtig aan. spuwde eens,
bracht ook wel eens een woord, waaruit twy-
fel sprak, in het midden, waarop het „vloek
beest" weer een nieuwe sport op de leugenlad-
der besteeg, 's Middags had hy zyn zoontje bij
zich, dat ook goed opsnyden kon. Dan schold
vader hem uit. „Ik weet niet, van wlen de jon
gen dat liegen heeft,” meende hy tot slot. Neen,
op dezen eigenaar was de haag niet trotsch.
hoewel hU haar beter behandelde dan zyn voor
ganger. HU droeg ook zorg voor de weinige
boomen, maar dat kon de haag er toch niet toe
brengen, het „vloekbeest" te achten.
Zoo zou ik nog meer van de haag kunnen
vertellen en van den akker, want beide zyn ten
nauwste aan elkaar verbonden. Dat de eigenaar
geen beter mensch is. daaraan kunnen wjj.
de haag en ik, nu eenmaal niets veranderen.
(Nadruk verboden)
!St
60en
90 ct