u&fiaal uan den dag De avonturen van Prof je en Struis je 6 VERKADE-ZAANDAM I H F 250.- „VIA KOEK EN BESCHUIT DE NATUUR IN ZEGT DU. JAC F. THUSSi E deru'ertje - |IES, LIESBETH, ELISABETH HET OORDEEL cl WOENSDAG 17 NOVEMBER 1937 Kometen a Ml wengg TM MB lMn< De Engelsche krant En dan hebben deze ducten nóg o een voordeeldat ze alleen Uw huishoud-, maar ook boekenkast verrijken! In hoeveel gezin nen worden nu al niet eenige generaties lang de kleurige plaatjes verzameld, om ze daarna te plakken in de bekende Verkade-albums ---Tl i i Haar-tragedie Dicht aan de Zaan ligt het enorme complex van Verkade’s Koek-, Be schuit-, Biscuit-, Chocolade- en Waxine- lichtfabrieken. In den loop der laatste 50 jaren ontstaan, vertoonen deze vijf gebouwen uiterlijk vrij opvallende ver schillen, maar één ding hebben ze ge meen: wat er gemaakt en gebakken wordt, is van onovertroffen kwaliteit! Een kwa liteit, als *t ware geschapen voor de Hol landsche huisvrouw, die graag weet, wat ze koopt, die graag „waar voor haar geld” Inrijgt. Dèt dit *t geval is bij alles, wat deze fabriekspoorten verlaat, spreekt o.a. al uit een jaarlijksche verwerking van millioenen eieren, tienduizenden kilo's boter en suiker, de honing van duizen den korven, enz. enz. een (Nadruk verboden.) A .de buitenwijken, dat naast thee. ww be- dkt, op M (Wordt vervolgd.) a mai 3HUHI pro- ifiet Uw Natuurlijk gaf de portier een gil en een harde ook. Struisje aette al zijn veeren op en neen. Maar WU HANDHAVEN KWALITEIT een boel talen. Eki dus was Prof je nu gewa pend met een sleutel van een van de kamen uit het hotel en hij ging daar dus maar gauw naar toe, gevolgd door Struisje met jong en een bediende, die de bagage droeg. Het wns maar één trap op. maar ze gingen toch met de lift en Struis je klemde bijna zijn kop. toen de deurtjes net een ruk dicht werden ge schoven. Het was ook de eerste keer, dat hij to een lift kwam en hij werd er een beetje zeeziek van. Struisje, die zelf zijn kind zoo mooi vond dacht dat de vreemde meneer naar hem toe kwam om het jong beter te bekijken, maai dat was niet de bedoellr.g, want een gehand- schoende hand strekte zich er naar uit en greep het dier in zijn nekje. Struisje schrok geweldig en beet gauw in de brutale vingers die zjjn kind bedreigden. wordt in onze wereld gezegd, dat hij volmaakt is, maar ik ben bang, dat die volmaaktheid mij op den duur zal vervelen. Des te erger, dan zal ik probeeren pret te maken, mi) te amusee- ren, doen, wat andere jonge vrouwen doen. Ik zal mijn juweelen laten bewonderen en ik zal er heel mooie bezitten, ik zal uren doorbrengen bjj de eerste klas dames-kleermakers om toilet ten te comblneeren, die ik zal ten toon stellen bij de groote bals en de weelderige recepties van de OWeërs. Ik zal aan de bespottelijkste dansen doen. Het zal mijn trots zijn mijn naam in de kranten gedrukt te zien en te weten, dat ik een wedstrijd in elegantie hóud met dames van de hoogste kringen. Dat zal een bespotteljjk leven zijn, zooals zooveel anderen het leiden. Komaan, het lot ga zijn gang, weldra zal ik baron Rulli verlof geven aanzoek om mijn hand te doen. JEn denk Je dan, dat je gelukkiger zult zijn?" „WU loopen het gehik niet na" „Wat wil je dan?" „Vrij zijn!" „En wat zal Je met die vrijheid doen?” „Wat de mannen er mee gedaan hebben." hebben ze dikwijls genoeg slecht ge- cnocouos- m zoMMsaz k feestelijkheden en daar ik zijdelings aan de vriendin van mama heb doen w»ten. dat ik wenschte te trouwen, komen ds pretendenten toestroomen. blief In het meervoud, dan zou u rechtvaardig oordeelen." .Maar voor je binnen bent gekomen, was Claude heel vriéndelijk!" Ik stond op en woedend antwoordde ik: „Wel nu, ik laat u alleen en Claude zal weer aardig worden.” Ik was al bij de deur, toen mama mij deed stilstaan: ,XJes, je bent bespottelijk!" Inderdaad ik was bespottelijk en woedend, omdat anderen dat ook gemerkt'hadden. Claude kwam naar mjj toe en bood mij de hand. „Eli sabeth. ik bied je den vrede aan, vrede zonder voorwaarden. Wjj hebben ons allebei iets te ver wijten." Ik nam zjjn hand aan, ik kon zoo toch niet weggaan en dan, ik wist zelf niet eens waarom wij ruzie hadden gemaakt Ik bleef dus, maar mengde mij heel weinig in het gesprek, terwijl ik verwonderlijk goed mijn rol van welopgevoed Jong meisje speelde. Toen Claude afscheid nam, wenschte ik hem veel succes en voegde er aan toe, dat ik zeer verlan gend was mevr. Rendut terug te zien en dat ik daarom mama zou vergezellen, als zjj naar Marly-le-Roy ging. Claude is dus vertrokken, papa heeft een anderen, secretaris; die is bejaard, leeljjk. te be leefd. Als ik hem in huls ontmoet, buigt hij voor mij als voor een prinses. Ik gaf de voorkeur aan het meer dan eenvoudige Goedendag van Claude. Ik heb een hekel aan kruipende onder geschikten en mijn oude vriend was niet van dat soort Hat voorjaar la gekomen met zjjn gevolg van Hoe hebben deze boeken onze liefde op gewekt voor al wat er groeit en bloeit en ons aangespoord, er op uit te trekken, waarmee dr. Thijsse’s gevleugelde woord in vervulling ging: „via koek en beschuit de natuur in”! Ook hier het principe: *t beste van het beste. Uü het Fransch vertaald door Christine Kamp „Z|j brulkt." „Wij zullen ze beter gebruiken." „Trotskopje!" Wij waren slechts twee tegenstanders tegen over elkander: vragen, antwoorden, uitvallen, rake woorden, die een kwetsbare plaats zoch ten. blikken die braveerden, twee tegenstanders, bijna vijanden. Ik geloof, dat ik besluiten zal Voor een, die zich beter presenteert dan de anderen en die, zonder mjj heel en al te behagen, Mij toch niet mishaagt Hij is zoogenaamd baron, een adel zonder eenige waarde, zooals de echte aristocra ten zeggen, maar voor de levomneiers, de hotels, heeft die adeldom, dien zijn vader heeft gekocht, toch wel eemg belang. Madame de barones Rulli, ziedaar waartoe Lies, die meende verstandiger te zijn dan anderen, Is af gedaald. Mevrouw de Barones! Zou die titel m|j doen be sluiten? Oprecht geloof ik van niet, fcajr die baron Rulli heeft alle hoedanigheden, die men in een aanstaanden echtgenoot wenscht te vin den. Hij is zeer knap, dat kan ik niet ontkennen en h|j zou daardoor het recht hebben dom te zijn, maar hjj is het niet Zijn intelllgmtle Is middelmatig en voldoende om een post aan het ministerie te bekleeden, waar geen bevBdering te wachten staat. Dat veroorlooft hem zich diplomaat te betitelen en die diplomaat houdt zich bezig met de post te rangschikken m de bultenlandsche bezoekers te ontvangen. Hjj is zeer trotsch op zijn titel van baron. Hij heeft geen eerzucht, hij vindt, dat dit een ongmonde neiging van den geest is. die noodeloos het teven moeilijk maakt. Zjjn opinies zijn behoorlijk, hij bezit een mooi fortuin, is gezond; men zegt, dat hij pretmaker is, maar altijd correct zooals het met zjjn titel van diplomaat ca baron overeM- Mijn ouders schijnen Claude te vergeten, zij spreken nooit over hem en toen ik naar hem vroeg antwoordde papa kortaf: „Het gaat hem uitstekend. Hij bezit ook alle eigenschappen, die voor een directeur van een belangrijke fabriek noodlg zjjn: verstand, orde, energie, be slistheid. Zulke zouden wjj meer moeten heb ben.” Ik antwoordde: Dien indruk heeft hjj mjj nooit gegeven." Papa keek mjj streng aan en zei: .Het is ver keerd de menschen te beoordeelen naar nun uiterlijk. Daden, daar komt het op aan.” En wjj spraken alweer over iets anders. Dien middag ondervroeg ik mama. Hoe ging het met mevr. Rendut in dat nieuwe huis vlak bij de en der opvallendste verschijnselen in het Engelsche stadsbeeld is wel de dageljjk- scha parade der headlines. Tot elk krul- deerde hem niet wat voor ’n onmogelijke kleur zou laten veranderen! Rood haar, hetzij licht, middel of donker, duldde hij geen moment In zijn huis! Mama riep „den kleinen raad.” bestaande uit Leontine en Paul bjj elkaar en presideerde zelf. Afijn kinderen," riep ze vertwijfeld uit, ter wijl haar vingers onophoudelijk haar kleverlgen haardos beroerden, ,jiu staat mijn levensgeluk op het spel. Eerst heb ik het groote offer ge bracht, terwille van jullie gtluk mijn haren te laten om-verven, nul vraag ik jullie je goede hart voor mijn nooden niet te sluiten! Raad me eens; welke kleur ik nu zal nemen; papa komt. Geen adel van karakter maar men kan dat niet altijd veranderen. Familie, relaties, alles in orde, eigenlijk is er niets, waarom men hem zou afwijzen. Ik weet, dat hij m|j naar zijn smaak vindt, dal heeft hij mij zelf niet gezegd, want in 'dat opzicht is hij nog onmodern, maar hij heeft mij door vrienden, die ik ook ken, laten vrageiT, of het hem gepermitteerd was, te trachten mjj te be hagen. Ik heb verlof gegeven, er moet toch een eind aan komen en waar ik nu ga of kom, overal vind ik baron Rulli. Mama merkt wel. dat hij mij zoo discreet en correct het hof maakt; zij plaagt mij soms een beetje met hem, maar zij hecht volstrekt niet meer waarde aan hem dan aan de anderen, die ik geweigerd heb, toen ik oud genoeg was ge worden om tot een huwelijk over te gaan. Verlangt zij evenzeer als verleden Jaar om mij verloofd te zien? Neen, dat geloof Ik niet, want zij brengt mij niet meer in kennis met onge- wenschte bruldschatjagers. Mama denkt niet meer aan "n huwelijk voor mi), nu Jean-Plerre is vertrokken. Als Lies dan ook heengaat, zal het huls erg ledig worden. Is het uit vrees daarvoor, dat zij mij nog een tijd lang bij zich wil houden. Dat geloof ik niet, want mama heeft nooit een egoïstische gedachte gekoesterd Misschien vindt zij. dat Lies nog te dwaas is om te trouwen. En toch, ik ben niet meer excentriek; in een Jaar tijds ben ik zoo oud geworden, dat een huwelijk uit berekening mij niet meer afschrikt. Enkel berekening! Baron Rulli is een type, waarmee ik verleden Jaar om niets ter wereld zou hebben willen trouwen. Er Aï C A DMAIMU’C °P bUd ta*eTol«e O» verzekenngsvoorwaarden tegen p bij levenslange geneeie ongeschiktheid tot werken door p 7^0 bij een ongeval met /Al el «r« F1A JI Ti lil O ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen verlies van belde armen, beide beenen of belae oogen MVFe“ doodeljjken afloop AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERUES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL -j-x en der merkwaardigste kometen, welke rl ooit door het menschelijk oog zijn waar- genomen, was die van het Jaar 1811. Zij bezat een diameter van bijna een millloen kilo meter. Daar de doorsnee der aarde aan den Equator ongeveer 12.756 kilometer bedraagt, kon men dus aannemen, dat deze komeet een diameter bezat van tachtig maal dien der aar de. Volgens haar omvang belichaamde zij het vjjfhonderddulzendvoudlge der aarde. Twee en dertig jaar later baarde een ander kometen-unicum groot opzien in de wereld der astronomie. Hoewel de afstand der aarde naar deze komeet nog slechts ongeveer een millloen kilometers bedroeg, lag het einde van den ge weldigen staart nog ver onder het bereik der zonneprotuberance, dus daar, waar de gloeien de waterstof massa’s over den zonnerand wor den geslingerd. Het verschijnen van deze ko meet bracht schrik en vrees in de geleerde wereld. Nog nimmer hadden de astronomen een dergelijke groote komeet, zoo dicht bjj de zon, geobserveerd. De in 1858 ontdekte Donatlsche komeet be zat een buitengewoon lichtintensleven glans. De groote lichtsterkte van deze komeet maakte het mogelijk. dat het gesternte negen en dertig volle weken te zien bleef. Tal van groote kometen, die in vroeger Ja- ren op bepaalde tijden zichtbaar waren, heb ben den kringloop van het planetensysteem verlaten en schijnen voor altijd verdwenen te zijn. Als kenteekenend voorbeeld mag worden genoemd de Komeet Biela, die vroeger na een tijdsperiode van zes en een kwart jaar placht op te duiken. Voor de laatste maal werd deze komeet waargenomen in 1852. Sinds dien heeft zij zich niet meer laten, zien. Ook deze komeet wekte onrust bij de menschheid, n.l. in November 1832. In de astronomische we reld vreesde men namelijk voor een botsing tusschen Biela en onze oude Moeder Aarde. Reden tot dergelijke bezorgdheid had men evenwel niet, want de aarde had zich intus- schen ver genoeg van de komeet verwijderd, om een botsing te voorkomen. Toen de gevreesde komeet in het jaar 1845 opdook, had de geleerde wereld zich opnieuw te verwonderen: het gesternte was niet meer te herkennen, zóó intens was de verandering, welke het Intusschen had ondergaan. De ko meet Blela was gespleten, bezat dus twee ker nen, die slechts door een korten afstand ge scheiden, naast elkaar stonden. Ook in het jaar 1852 Het de komeet zich aldus zien. Tegen de verwachting der geleerden in bleef de ko meet in het jaar 1858 onzichtbaar. Daar mer haar sindsdien niet weer zag. nemen de astro nomen aan, dat zij zich heeft opgelost. Het bewijs voor deze veronderstelling kwam In No vember 1872. Op den 27sten van voornoemde maand zou het gesternte zeer dicht onze aar de moeten naderen. Maar Inplaats van de ko meet zag men een buitengewoon grooten ster renval. Een dergelijk verschijnsel herhaalde zich in de jaren 1885 en 1892. De veronderstelling, als zou er tusschen ko- legde een van zjjn vleugels beschermend over zijn kind en de n.an durfde niet meer ie grijpen, uit vrees voor dien scherpen snavel. Zijn hand bloedde zelfs. Prof je, die alles ge zien had, probeerde den portier uit te leg gen wie Struisje was, maar hjj kon zich met verstaanbaar maken, want zjjn taal was anders dan die van het vreemde land. Gelukkig had Prof je bjj een anderen me neer, die den gasten hun kamers wees, beter kunnen spreken, want die meneer verstond I Verbaasd luisterde mama naar ons. zjj be greep er niets van en ik geloof, dat wij zelf het niet begrepen. Claude ergerde mij en ik moest op hem wel hetzelfde effect maken. Mama kwam tusschenbeide: „Lies, kindje, hoe kom Je zoo slecht gehumeurd?' Ik verwachtte dat niet, want Claude was even ■chuldlg als ik en Ik riep uit: „Spreekt u alsje- En g' u tusschen hen bevond. Wat zou men dan van u zeggen? Zijn de kansen groot of klein Dat het nogal goed zou wezen. Zou het lof of schande zijn? Overigens 't is niet ’t voornaamste Wat de menschheid van u dacht, Maar wat u wanneer ge dood zijt. Voor de eeuwigheid toch wacht! HERMAN KRAMER RlllllllllllllllllllllllllllllllllllllIHMIlllllllllllllllUIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIII^ V^el zeer duidelijk zien we dit in de nieuwe 25ste uitgave „Onze groote ris leren”; dr. Thijsse vertelt hier van breede stroom en, bruggenbouw, dorpen en steden, waarvan het knappe schilders-trio weer prachtige aquarel len wist te maken. Wilt U er meer van weten? Laat Uw winkelier U dan het album bezorgen; neem regelmatig Verkade’s artikelen in huis en U zult be merken: zélfs al met een keus van drie per week krijgt U binnen *t jaar voldoen de bons bijeen om het boek wan de ge- heele platen-collectie te kunnen voorzien! cake, havwnmut en aanzichten ook nog kranten verkoopt, heeft voor de deur een rj) borden staan, die biet elkaar wedijveren om in dikke letters het laatste nieuws wereldkundig te ma ken. Het kan je het lezen der kranten zelf vaak bespaItn. al dit niet de bedoeling van hen die dele dikke letters laten drukken. Het systewn schijnt succes op te leveren! Want ofschoui de Engelsche bladen maar wei nig abonné’s hebben, wordt door lossen verkoop eiken dag daarvan een groot getal over de goede gemeente uitgestort. Een ware lawine van papier wat temeer geldt als men bedenkt, dat deze kranten veel dikker dan de Holland- sche zijn en oplagen behalen met zeven cij fers! Zoo bevatte de Daily Express van 5 No vember een zelfvoldane proclamatie van Lord Beaverbrook, wsarin deze aankondigt. dat in October van zfjn blad eiken dag 2.413.873 exem plaren werden verkocht Een geweldig cijfer, dat méér kan imponeeren dan de lof dien deze pers-magnaat aan zijn eigen werk toezwaait: ..het eerste dagblad ter wereld in formaat en kracht. En het eerote. dat elke klasse der maat schappij van dienst Is; rijk en arm. hoog en laag, barbaar, Scyth, gebonden en vrije men schen.” Het klinkt zoon beetje .Paulinisch", nietwaar... Maar, zooals werd gezegd, het cijfer kan im poneeren. Toch bestaat daarnaast een week blad als „News of the World”, dat In zijn kop aankondigt: „de gecontroleerde verhoop draagt meer dan 3 350,000 exemplaren.” Daar ga Je nou, Lord Beaverbrook! En terwijl het weekblad twee penny kost en de Daily Express voor sleets één penny aan den man wordt gebracht. In elk geval mag het Biit- tendom zich gelukkig prijzen met al dit goed- koope en zorgvuldig toebereide leesvoer, ook al zou het soms kunnen neuriën: .Alle dagen dik ke headlines.... Is ook ioo prettig niet!” Geef mij toch maar weer mijn Hollandsche krant, en dan liefst een sender Dally Express allures. Een gewone, goede krant, die er op be rekend is op de gewone, goede manier na het avondmaal te worden gesavoureerd. Met min der wereldschokkend nieuws, en een geringere oplage aan oud papier! meten en meteoren een nauwe verwantschap bestaan, is hierdoor ten volle bewezen. Men weet thans ongetwijfeld, dat het lichaam der kometen zich ook gescheiden als één zwevend lichaam in het heelal kan bewegen. Niet zelden hebben de astronomen kometen met meerdere staarten gezien. De komeet van het jaar 1744 bezat er een zestal. Precies veer tig jaar geladen werd een komeet met zeven staarten waargenomen. Zij hadden elk een lengte van zeventiggraden en bezaten den vorm van poliepen, terwijl zjj tenslotte van een soort van „vangarmen” voorzien waren. De grootste staartlengte, welke tot heden toe in de astronomische wereld werd waargenomen, beliep meer dan driehonderd millloen kilome ters. Daar de zon in het midden der aarde 150 millloen kilometer van deze planeet verwijderd is, maakt deie staartlengte dus den dubbelen afstand zon—aarde uit. Ongewone vrees ver oorzaakte ook de komeet In het jaar 1618 en wel door haar eigenaardlgen vorm. Den glgan- tischen vorm van den staart kenmerkt het dui delijkst het feit, dat in den uitersten hoek van den horizon het staarteinde van de komeet nog lang niet zichtbaar werd, ofschoon de kop van de komeet reeds tot aan het midden (zon aarde) was doorgedrongen. Door de ontdekking van den verrekijker en door de ontwikkeling der fotografie is het aan tal der zichtbare kometen aanmerkelijk geste- gea. In den tijd van 612 tot 500 v. Chr. bedroeg het aantal slechts 3, In de jaren 1 tot 99 n. Cht. was dit cijfer reeds gestegen tot 21, ter wijl men in 1925 108 belangrijke kometen ken de. De wegen, welke door de kometen worden afgelegd, zijn ellipsen, parabolen of hyperbolen. De bestanddeelen der kometenstaarten zijn gassen. Zij Zijn belangrijk dunner dan de at- mosfaische .lucht. De kometen stralen een eigen licht uit. fabriek en was de nieuwe directeur Inderdaad op de hoogte van zijn taak? De vraag was heel natuurlijk en het antwoord eveneens. Claude had de poeltie gevonden, die hij noodlg had; mevr. Rendut begon zich te oriënteeren in het huls; moeder en zoon waren gelukkig. A Nu ik wat ouder word, begin ik boosaardig te worden, want de laatste woorden van moeder deden mij volstrekt geen pleister, ik hernam echter toen: „Ik heb ook beloofd naar Marly te gaan; wilt u mjj meenemen als u er weer eens heengaat?” Mama aarzelde een oogenbllk om te antwoor den, ik merkte het. .Ja. als Je dat wilt, zal ik je meenemen." „Zonder er over verrukt te zijn!” ..Maar Lies, moet ik je om je hals vallen, omdat Je met mij een visite wilt maken?" Die opmerking was juist én lachend «el ik: ..Die wensch is zeldzaam en ik verwachtte er een compliment over." Mama glimlachte en ael: „Lies, je wordt wis pelturig!” Ja, t is waar, ik word wispelturig, ik weet niet meer waar ik van houd of wat Ik wil. Ik ben rijp voor het huwelijk, mijn droomen van geëmancipeerde jonge dame, trotsch op haar kundigheden, opgedaan door een mannelijke op voeding, loopen uit op een huwelijk met een baron RulU! ^Hjlinilllllll Eenige dagen pas geleden Kon u lezen in uw krant Een geval dat zich toen voordeed In het oude Engeland. Van den man, die naar een stad ging, Maar eerst aankwarg, toen hij pas, Diep betreurd door vele vrienden, Goed en wel begraven was! Z U begrijpt dat heel wat oogen Vreeslijk open zijn gesperd, Toen degeen daar aan kwam wand’len Die zoo juist begraven werd-. U begrijpt, 't was een vergissing, De gelijkenis was groot, 't Gaf een heele consternatie, Want wie was er nu dan dood! s Lezer, tracht u in te denken Dat g’er óók eens zoo voor stond, Dat de menschen u begroeven 2' duldt geen donkerrood!” De „kleine raad” kwam niet tot een oplossing, waarna papa ter conferentie werd ultgenoodigd en in „comité-generaal” het probltem opnieuw aan de orde werd gesteld. Papa sprak zich, na veel wikken en wegen uit voor platina-blond en hoewel dit nu niet bepaald het nieuwste was, zwichtten mama en Leontine. Na bniin, goud blond, asch-blond en donkerrood, bleef er eigen lijk ook niets anders over! Enkele dagen later kwam Leontlqegeheel over stuu^ thuis. Met een onmiskenbaar' talent trachtte mama haar te kalmeeren. Tben dit tenslotte gelukt was, hoorde zij het volgende relaas, afgebroken door korte, droge slikken: „Ik draag dit afschuwelijk platina-bload niet langer! Hoort u. geen dag langer! Overal denkt men, dat Ik spierwitte haren heb, overal! Zoo juist stapte ik In de tram en toen boot een meisje mij haar plaats aan.... Ze hlelé me voor een.... matrone!” De stemming ten huize van de familie C3alr- taux daalde met den dag. Mama en Leontine bespraken het hoognoodige, maar roerden de brandende kwestie niet aan. Bezoeken ontvki- gen ze, noch gingen ze zelf ergens op visite. Als ze nog eens een enkelen keer op straat kwamen, dan ging het haar geheel schuil in diept, breed-gerande hoeden. Dagelijks zaten ze uren lang tegenover elkaar aan tafel en zagen er uit als colibri’s. Na een half jaar hadden mama en Leontine hun natuurlijke haarkleur weer terug.' Leon tine was brunet, mama peper- en zoutkleurig grijs. et was moeder en dochter aan te zien, dat ze probeerden een moeilijk vraagstuk tot een behoorlijke oplossing te brengen. Mama zuchtte om de minuut diep en hoorbaar, de dochter keek verstoord. De weg naar compromis is dikwijls lang en moeilijk. ,Jk vind jlat goud-sch|jnende blond gewoon weg verrukkelijk!” „Ja!" zei Leontine en verder niets. „En wij dragen nog altijd dat aftandsche brunet,” zuchtte mama. ,Ja” „Dat goud-blond zou me onuitsprekelijk flat- teeren!” ,Dan laat u uw haren goud-blond verven, mama.” decideerde Leontine. „Dat kan toch niet. Moeder en dochter heb ben toch Jn den regel dezelfde kleur haar! Och, kindje-lief, als je voor Je moeder dat kleine of- tertje wilde brengen Leontine knikte resoluut van neen. Bruin stond haar verreweg het beste. Maar mama hield niet op en tenslotte zwichtte Leontine. Den volgenden dag pronkten in den overdadig gcmeublleerden salon van de familie Clalrtaux twee weelderig gekrulde, goud-blonde kopjes. Mijnheer Clalrtaux zei er niets van. Toen moe der en dochter hem naar zijn meening vroegen over hun metamorphose, volstond hij met een verachtelijk schouderophalen en nadrukkeiijk richtte hij zjjn wijsvinger op zijn voorhoofd. Den volgenden morgen, 't was pas 10 uur, snelde Leontine haar mama’s boudoir in. „Lees eens, mama!.... Verschrikkelijk...." kreunde ze en liet zich voor den kapspiegel op een stoel vallen. Gemelijk las mama den brief, welke van haar schoonzoon-ln-spe was. „O, Leontine, wat verlang ik er nu al naar je Heve, bruine kopje tegen me aan te vleien. Hier loopen sommige vrouwen met van die belachelijke goud-blonde haren. Ik weet waarlijk niet, waar dat op lijkt!” „Nu.... en?” vroeg mama. „Nu.... en? Nu.... en? Dacht u, dat ik wil hebben, dat Paul mij belachelijk vindt? Om uwentwil heb. ik gisteren dat offertje gebracht, maar over een half uur ben ik bij deu kapper terug om mijn haar weer bruin te laten verven." Mama bracht op haar beurt Leontine het groote offer van haar goud-blonde haar, haar „charme", zooals ze het noemde, en samen ste venden moeder en dochter eenigen tijd later weer naar den kapsalon. Hier wachtte hun echter een teleurstelling. Met veel omhaal van woor den, waarvan vele aan het geduldig luisterende duo voorbij gingen, omdat zij van haar-tech- nischen aard waren, verklaarde de figaro, dat het hem tot zjjn onnoemelijke spijt onmogelijk was aan het verzoek der dam:s te voldoen. Er zou zeker wel een half jaar voor noodlg zjjn, eer het haar van goud-blond weer tot zijn na tuurlijke kleur teruggebracht kon worden. Alle kleuren van den regenboog tegen binnen net bereik der kapkunst. Blauw, groen, rood, zelfs een aannemelijk asch-blond. Leontine dacht aan Paul's critiek en haar eigen toekomst en snikte zachtjes. Mama had haar leeftijd en dus ervaring mee en besliste voor asch-blond. Daar mede toch kon de natuurlijke bruine kleur het dichtst benaderd worden. Met zeer gemengde gevoelens werd de komst van Paul tegemoet gezien. Moeder en dochter waren allesbehalve gerust, terwijl mijn heer Clalrtaux hartgrondig wenschte, dat zijn schoonzoon datgene zou zeggen, waartoe hij den moed miste. Paul's komst was voor mijnheer Clalrtaux een gloriedag. Zijn gezicht straalde van vreug de. toen hij Paul in de hall hoorde foeteren: „Ik vind het afschuwelijk, in één woord af- gtUselijk!" .Maar je hebt toch zelf geschreven, dat...." verweerde zich Leontine. „Goud-blond vind Ik belachelijk. Maar dit is monstrueus!” Het weerzien van mama schiep een pijnlijke situatie, waaraan mijnheer Clalrtaux met zijn spreekwoordelijke, maar door zjjn hulsgenooten nameloos verachte bonhommie een einde maak te. door zijn schoonzoon Jubelend te begroeten met een „Hallo, hoe gaat het met Je. kerel!” Na de lunch wist mama met een weerga- loozen tact Paul te ontfutselen, dat hl) des noods donker-rood nog zou kunnen dulden, maar dan was hij ook absoluut aan het einde van zijn lankmoedigheid. Leontine had liefst op staanden voet aan dezen wensch voldaan, maar mama wist het diner stelde zulke hooge elschen uitstel tot den volgenden dag te be werkstelligen. Meer ontdaan dan Leontine haar moeder ooit gezien had, gingen mama en dochter den volgenden morgen opnieuw naar den kapper. „Vindt u het zóó vermoeiend, mama?” polste Leontine. .Ach, kind, vermoeiend Is het juiste woord niet. Ik heb mijn haar nu eenmaal onafschei delijk aan dat van jou verbonden. Maar,” suchtte ze, „als papa ons straks ziet....!” De voorgeschreven plichtplegingen nauw keurig opvolgend, bracht een kappersbediende de belde dames naar een box, zoodat het ge sprek abrupt werd afgebroken. Elk vervuld van haar eigen gedachten, welke diagonaal tegen over elkaar stonden, ondergingen beiden ge laten opnieuw de langdurige verf-tragedie. Paul toonde zich met het resultaat content en Leontine zelf orakelde, dat ze er meer ge flatteerd uitzag dan ooit. Paps daarentegen geraakte bij den aanblik van de nieuwe haarkleur zijner eega radicaal uit zijn gewone doen. De meest banale termen en de scherpste eischen gebruikte hij om mama te bezweren, dat zjj die „clowns-pruik” •taanden voet, maar dan ook meteen in het

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1937 | | pagina 15