eKctu&Aaal winden dag Bommen op een Missie-statie De avonturen van Prof je en Struisje I Davis Miller F 750.- DE „TOTALE" OORLOG ZAALBERG deken i- 1 n DONDERDAG 9 DECEMBER 1937 O: o» Een échte ZAALBERG, deken kost f 10.4 i door lo De moderne oorlog verschoont menschen noch gebouwen „Fotograaf van koningen, pre sidenten, dictators en ministers” Van gedachten veranderd AT T C A D/^KTME1 >C! °P dlt b,ad z^n lnKeTolE* de verzekerlngsvoorwaarden tegen p blJ levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door p *7Ext") bij een ongeval met p -T~\ «I <|~l, rSlJlll I 11 r. ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen «-rVZa verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen doodelijken afloop AsUUs" AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERUES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL Aangrijpend relaas van een missie-zuster - j =3 en als een trekhond te ploeteren. Zelf was hy in den >TV (Nadruk verboden) Hü liet hen beloven, dat als ze aan boord Als het winderig of regenachtig was en ze 9 WILSDORF 1 5 5 volgende treffende passages: •n Hymne van dankbaarheid jegens grooter museum gebouwd worden. De materialen daarvan, o.a. een groots party fraaie mailbronner zandsteen, liggen nog ter plaatse ven en alle ballen die in het water kwamen op zouden happen eh dan aan- Struisje zou den teruggeven. Hy zou ze door een of ander venstertje van hen aannemen. En zoo hoefde Profje niet boos te worden, als Struisje een bal in het water sloeg. ’«mogen Xioet ik v^n lin, Bella negeerde zij; die scheen lucht voor haar te zijn. Ongemerkt gaf Pretorius het meisje een knipoogje en dan lepelden zy zwijgend hun soep. Na het eerste gerecht begon Pretorius over de reis te spreken. Zijn aanbod, om haar te be geleiden, sloeg zü af. Ook een gezelschapsdame wilde zij in geen geval. En den dag van haar vertrek bepalen, was niet mogelijk, zoolang zü zich nog zwak en slap voelde. Op die wijze werd hij dus aan den dijk gezet. Bella werd aan de telefoon geroepen en Vir- gillus bleef met Ollva alleen. „Morgen treedt Bella op in een première zou je niet kunnen besluiten, naar den schouw burg te gaan, Oliva?” vroeg hij en keek haar strak aan. Zü maakte een afwerende beweging alsof hij haar wilde slaan. Met hoogmoedlgen blik mat zij hem en wend de dan zonder een woord te spreken haar hoofd af. „Je Het toch blijken, dat je het prettig vond, toen Bella je over een opvoering van Maria Stuart sprak een gezworen vijandin van het tooneel kun je dus niet zijn,” betoogde hij ge moedelijk. Hij wist, wat het voor Bella zou oe- teekenen als hij nu overwinnaar bleef. Maar haar antwoord deed hem bijna omvervallen. ,Jk betaal mijn plaats en daarmede ook die de menschen, die de vertoonlng geven.” „Zooals je den orgeldraaier met zijn aapje betaalt?” vroeg hij, terwijl hij op z’n lippen beet. „Ja, precies zoo,” was het droge antwoord. Alsof hij door een wesp was gestoken, sprong Pretorius overeind. bij verlies van een hand, een voet ot een oog. werd in de gezellige kajuit gar.zebord ge speeld. Maar daarmee mocht Struisje niet meedoen, omdat hjj telkens alle cakejes opat en de dobbelsteenen bü het schudden in zjjn bek per vergissing ook doorslikte. Het duurde niet lang of alles was in orde voor de reis en nu werd het anker gelicht en de tocht begonnen. Maar Struisje was dat natuurlijk geen bezwaar. Zelf hield hij er niet van telkens in het, water te duiken. Maar toen hij den eersten keer een bad nam. ving hij twee visschen, die hij, omdat hij geen lust had ze op te eten, de vrijheid weergaf, maar op een voorwaarde. vertelt Davis Milter De Chineesche maar schalk liet zich fotografeeren aan de zijde van zijn vrouw. De woorden, die hjj bij de verfil ming moest uitspreken, had hü op een blad pa pier staan en langzaam en duidelijk begon hij ze voor te lezen. Maar plotseling werd de an ders zoo koele man door een geweldig pathos aangegrepen en begon te improviseeren. Hij schijnt zich daarbij niet alleen van diploma tieke bewoordingen bediend te hebben en na derhand heeft Miller heel wat moeten weg knippen, dat niet voor de ooren van het pu bliek geschikt was. Heel wat minder toeganke lijk was daarentegen de Mikado van Japan. Slechts met moeite kon de Amerlkaansche filmverslaggever verlof krijgen den „zoon der zon” bij een militaire parade te mogen fotogra feeren. Toen hjj evenwel aan den heerscher over het Japansche rijk, die een bekend on derzoeker op het gebied van biologie Is een filmliet overhandigen, die handelde over het leven in den bijenkorf, mocht hij als belooning toch met zijn camera in het paleis komen en daar eenlge opnamen maken. „Bij de uitnoodl- glng was als poëtisch passepartout een chry sant gevoegd, die ik bij den ingang slechts be hoefde te vertoonen, ten teeken, dat ik vrijen toegang verkregen had," zoo vertelt Miller. Zeer enthousiast voor de film zjjn volgens de voor je laten openen als je verkiest. De afre keningen ontvang je dan van nu af rechtstreeks. En als je van je reis terugkomt, ga je die soort geldzaken bestudeeren, om voortaan je perso neel te kunnen controleeren. Vind je dat goed?” ,Jk heb je niet willen krenken, Vlrgllius,” be gon zij eenlgszlns aarzelend; het was haar aan te zien, dat het haar meer dan zwaar viel, te bekennen, dat zij te ver was gegaan. ,Jk meende slechts, dat de tijd was gekomen, om mij zelf meer met mijn aangelegenheden te bemoeien," besloot zjj zacht. „Tijd? Dat geloof ik ook. Meer dan hoog tijd maar Je hebt nooit gewild. Dus, zooals ge zegd, wanneer je terugkomt, zullen wij die zaak nog eens bespreken en in die richting leiden. Nu echter, verzoek ik je op te staan en met ons mee te eten. De tafel staat gedekt ik heb honger als een paard,” voegde hij er gemoedelijk aan toe. „Ik dank je, ik eet niet!” „Goed dan eet ik in een restaurant en neem Bella mee.” „Ik voel me nog erg slap.” „Dan zal ik je dragen en reeds kwam hjj naar haar toe en strekte z’n armen uit, alsof hij haar wilde optillen. Met verrassende vlugheid was zij hem voor en zat rechtop. Dan glimlachte hjj vriendelijk aanmoedigend en bood haar zijn arm aan. Zoo ondersteund, liep zij die weinige passen inder daad met knikkende knieën naar de aangrenzen de kamer, waar zij in een leuningstoel zonk. Pretorius schoof haar met stoel en al tot voor de plaats waar haar couvert stond. T -w v-lliam Morton verliet de gevangenis. Het \A/ was twee jaar geleden, op dien kouden winterdag, dat hij no. 167 werd, en z’n dagen van welstand verwisselde voor de ellen dige sleur der opsluiting. Thans nu hij eenlge meters van de muren van het sombere gebouw verwijderd was. leek de wereld hem ’n hoopvol, nieuw gevonden land. Nu zou hij weer kunnen gaan waarheen hij wilde.... maar het zou wel een paar maanden duren, eer hjj er weer aan gewend was. Twee lange jaren: z’n vrienden en kennissen hadden hem vergeten. Hij liep den rijweg af, die uit de gevangenis leidde. Hij was vrij en had een beetje geld. Maar vrij, dit was het groote feit! Wat'deerde het hem dat de wereld hem vergeten had? Voorbij, de bocht aan den rijweg, aan den overkant, stond een donkergroene auto. Hij ook was in 't bezit geweest van zoo n soort wagen. Hij staarde naar het voertuig en naar het don kere meisje, dat achter t stuur zat. Hij staar de enz’n oogen werden grooter. ’t Kon niet zijn, dacht hij. Ze hadden hem allemaal ver geten. Niemand had hem ooit bezocht, niemand had hem ooit geschreven. Hjj keek nog eens naar ’t meisje en ze wuifde naar hem met haar gehandschoende hand. het geval voor hopeloos en heb er mij mede te vreden gesteld, een goede, belangelooze vriend voor je te zijn. Je kunt zelf beoordeelen, of het mfj is gelukt. Eerst sedert Je hier bent, sedert Je je, vlugger dan ik vermoedde, als 1 ware met het leven verzoende, eerst toen wist ik, dat Ik nog steeds van je hield. Maar daarmee is het nu uit. Zelfs al zou ik mijn heele leven eenzaam bljjven, zelf al zou ik daardoor ellendig worden, dan nog ban ik je uit mijn hart, Oliva von Be- lamy, als een slecht, onverbeterlijk, onverdraag lijk wezen. Ziezoo, dat is het. wat ik je moest zeggen. Wij zullen voortaan slechts zakelijke be sprekingen voeren, tot je je eigen bezittingen kunt bestieren.” Een paar maal scheen het, of zij hem In de rede wilde vallen. Zij was doodsbleek geworden en had haar oogen neergeslagen. Maar alle nuances van woede, hoogmoed, verbazing en tenslotte diepe schaamte teekenden zich af op haar gezicht, met de trillende neusvleugels en den vertrokken mond. HU keek echter niet meer naar haar. Nu was hU naar een zUtafeltje ge gaan. nam uit een doos een sigaret, stak ze aan en deed er drie zware trekken aan. Daarna scheen hü zich weer geheel meester. ..Bella mag niet weten, wat er is voorgevallen het arme kind heeft het toch al zwaar ge noeg.” Dan begon hU door de kamer te üsberen. ZU echter zweeg zweeg en zat met gebogen hoofd, alsof zy sliep. Tijdens déze zwoele stilte kwam Bella binnen ZU droeg een licht, ballonvormig voorwerp in haar handen, dat in vloeipapier gewikkeld was. i JBen bloemstuk 1 is zooeven bezorgd." zei ze glimlachend en vermoedde niet, wat zich hier had afgespeeld. ZU maakte het omhulsel van vloeipapier los en er kwam een prachtige bou quet lila en witte seringen voor den dag, het geen in dit jaargetUde een kostbaar geschenk Met een gilletje van verrukking beteekende.^^M hield zU de welriekende hulde omhoog en zag er toen een kaartje aanhangen. „O!” riep zU onmlddeUUk op verrasten toon, „het is voor u mama.” en zü overhandigde het kaartje aan haar moeder. Onverschillig. eigenlUk werktulg- lUk. greep Oliva er naar, terwUl zU haar oogen opsloeg, alsof zy zoo juist ontwaakte. Toen zy echter een blik op het kaartje had geworpen, deinsde zy terug. Bella stond achter haar en las halfluid: „Aan de gelukkige moeder van een begenadig de kunstenares, met beleefde groeten van pro fessor doctor Schleinz....” Dat was de zenuw- specialist, die haar had bezocht. Over het hoofd van haar moeder heen, keek Bella naar Pretorius. Wat zag hU er eigenaardig uit. Half boos, half glimlachend. HU kwam na- derbU, bekeek de bloemen en zei, terwUl hU zien tot Bella keerde: „Dat Is in leder geval een kunstkenner, waarmee je voor den dag kan ko men en die talent naar waarde weet te schatten. HU heeft zUn honorarium onmlddeUUk in de kostbaarste bloemen omgezet daar heb ik respect voor.” „O. Vlrgllius. je weet hoe onverdiend de men schen mU verwennen maar deze attentie ver slaat alles. VriendelUker en fyngevoeliger kan men iemand geen genoegen doen!” riep Bella. (Wordt vervolgd) en alles goed maken. Zooals je weet, heb ik op den verkeerden voet gestaan en. ben ik leeiyk uitgeglipt. Maar nu weet ik hoe ik gaan moet.” .Heb Je dan iets op 1 oog?” .Hoor eens, lieveling,” antwoordde Morton. ,Jk aarzelde tusschen twee dingen. Het eene is een baantje, een eerlUk baantje, hard werken en een behooriyk loon en een kans om verder te komen. Het andere” hu zweeg en keek om „Zie je dien grooten bruinen wagen? Nou. dat is het andere, dat ik op *t oog had. Dik geld te verdienen, maar op een slechte manier. Ik had een vriend in de gevangenis, die me graag mocht. HU heeft gezorgd, dat ik met z’n kameraden mee kon doen. Ik zou er in een paar maanden bovenop kunnen zün.” ..Maar William, dat doe Je toch niet?” riep het jonge meisje angstig. .Hu je eenmaal De ontslagen gevangene lachte heesch. ZU huiverde. „Och, ik weet t niet”, morde hü- .Je komt er uit en je hebt geen zin, van onderen af to beginnen Daar ginder maken ze je veel wys. Bart Ross heeft me op de hoogte gebracht ’t Kón heel goed, dacht ik, die bruine wagen daar, staat voor ons klaar. Ik zou ’m geinomen hebben, als ik jou niet getroffen had.” Paula beet op haar onderlip. ZU omklemde krampachtig z’n hand en keek een anderen kant op. „Toen ik zag dat je op me stond te wachten, werd alles in eens anders," hernam Morton. „Toen ik je zag, wist ik meteen wat ik doen ging. Ik neem den trein en ik ga naar de stad, naar James Colley. Die was een vriend van m’n vader. Ik kan op z’n laboratorium in Bir mingham komen. Daar zit ik dan weer voor een paar Jaar vast. Maar ik ga hard werken en ik zal er komen. Dat heb JU gedaan met je komst hier, Paula. Dat heb JU gedaan met Je trouw. Anders was ik denkeiyk met die vrienden van Bart Ross mee gaan doen, en dan was ik weer achter de tralies terechtgekomen. Maar dat nooit meer.- 't Leven is nu té mooi. Ik ga weg. maar ik zal steeds aan Je denken, en als ik terugkom, als.... als Je....” „Ik zal op je wachten. William,” onderbrak de hem zacht. „Schryf me! Ik woon nog altUd in Dartmoor. Dus schrUf me maar. En als je terugkomt, zal ikzal je me wel vinden.” HU legde zUn hand op haar schouders. In de verte floot een trein. „Ik zal dat paadje door *t veld nemen. Dat gaat gauwer. Dank je Paula, tot ziens.” „Tot ziens, George.” Ze wisselden een stevlgen handdruk. Toen sprong hy den wagen uit, Hep snel het veld door naar 1 station. HU wuifde. Een witte zak doek antwoordde. De trein kwam binnen en stopte even. Ze zag hem instappen. Weer wuif den beiden, toen reed de trein weg. Paula Roper ging weer achter t stuur zit ten. Ze glimlachte. In *t spiegeltje zag ze, dat d’r ooren rood waren' Ze maakte d’r tasch open en poederde haar neus en kin. In den spiegel zag ze, dat achter haar een man aankwam. HU droeg een groot blik; hU was heet en bestoft. Nadat hy het bUk achter den wagen gezet had, veegde hü z’n transpl- reerend voorhoofd af. .Hier ben ik,” zei hy. Daarna draaide hü den dop van den benzine-houder en goot er een tiental liters in. Nu liep hU om en kwam naast Paula zitten. „Verschrikkelijk hè, om hier zonder benzine te zitten! .Ja," zei ze, en keek naar d’r handen. HU keek er ook naar. „Waar is je ring?” vroeg hy misnoegd. De man was grof en kaalhoofdig. Hy had een werk plaats. een soort fabriek, waar auto's in elkaar gezet worden. „Den ring heb ik afgedaan," zei Paula. Ze haalde hem uit haar zak te Voorschün en gaf hem aan den man. „Ik heb je vooruit gezegd, dat ik misschien nog van gedachten zou veranderen. Dat is nu geschied. Ik houd niet van je. Een poosje heb ik gedacht, dat 1 wellicht nog komen zou, maar nu weet ik „Wat zeg je daar?” HU keek haar boos aan. „We zyn/aan *t toeren. Hier by de gevangenis heb ik geen benzine meer; ik ga wat halen en als ik terug kom, zeg je dat *t uit is. Waarom? Omdat ik geen benzine meer had?” ,4 a, omdat je geen benzine meer had,” be vestigde Paula. Z’n oogen stonden vreemd. Het was een stille weg. Verderop stond een groote bruine wagen, leeg. HU bracht haar hand aan z’n lippen. „Twee Jaar,” mompelde hU. „twee Jaar is 1 geleden, dat ik Je hand heb aangeraakt. Paula. Twee Jaar heb Je geduld gehad. En nu wacht Je op me! Nadat ik twee jaar over je getobd heb. me zelf verwenscht, dat ik Je verspeeld had.Ik tam T met gelooven, Paula.” HU keek in de donkere oogen van het meisje. Ze waren vochtig. Haar mond beefde. Ze haal de een zakdoek te voorschijn. Maar ze bleef hem aankUken. „Ik ben blU. dat ik je terug zie, William. Ik ben blU. dat je weer vrU bent. Kom bU me in den wagen zitten. Je ziet er zoo bleek en moe uit en toch ben je niet veranderd.” Paula Roper schoof achter het stupr. William kwam naast haar zitten. „Ik wilde aan - „Ik wilde aan t station den trein nemen.” lachte hU flauwtjes, „die komt over een minuut of tien.” „Wat ga je doen? Waar ga Je heen? vroeg ze Ze legde d’r hand op z’n schouder. „Wat ik ga doen?” En hü zag naar haar op. Jk ga werken, ik ga me door de wereld slaan hier bevonden, niemand verwond was. Na een vurige dankzegging zün we de gebouwen gaan bezien. Pater minister en twee andere Pakers Jezuïeten kwamen terstond, om met ons de ronde te doen tuschen de verwoestingen. Men begaf zich eerst naar de kanel. waar een der paters, oud-artillerlst, ons verzekerde, dat die bom de kapel en dus ook mün arme persoontje verbrijzeld zou moeten hebben. Doordat hü een balk geraakt heeft, is hU uit zün koers geraakt en onderste boven in den grond geslagen. Allen zagen er een wonderbare bescherming in. Te genover onze kapel, bü een hoek van onzen moestuin, een andere bom, die in de omhel- ningsmuur een geweldig gat geslagen had. In den tuin tien bommen, waarvan er meerdere niet ontploft waren. In het pensionaat zün twee bommen op de veranda gevallen, tegenover de ziekenzaal van de leerlingen, een groote met mellniet, die dit keer wèl gesprongen is en een kleinere, vlak er bü- De veranda, een deel van het dak en de zolderingen zün verbrüzeld, tien vensters en zes posten losgescheurd; de gebro ken vensters zün niet te tellen, niet alleen in den straal van 25 Meter, waarbinnen de bommen gevallen zün, maar ook in het gebouw aan den overkant. In de Jenn tcheu hiao, dat achteraan op de derde rij schoolgebouwen ligt, ‘is erheen bom op de ziekenzaal der leerlingen gevallen en heeft een zwaar drie persoons bed, dat achteraan stond, opgetild, de kast met genees middelen in de gemaakte opening geduwd en in gruizelen geslagen. Echter was daar geen enkel venster gebroken. Ik vergat nog te zeg gen, dat in de kamer van het pensionaat, die het ergst beschadigd is. drie leerlingen slapen, welke in een klas dertig meters verder geble ven waren, om Pransch te leeren. Geen een heeft er zelfs maar een schaafwondje van op- geloopen! De pastoor, die ons bü dat bezoek vergezelde, zei: „Dit alles is onderteekend Vrees niet. Ik ben het!” Voortgaande kwamen we aan de Grot. Maria is op Haar plaats ge bleven, maar de heele linkerkant, die een bom ontving, is erg beschadigd: alles moet herbouwd worden. Bü de Ingangsdeur is de muur, die de Jeun chon tang van de armen-apotheek af scheidt, ook verbrüzeld door een bom die ter zelfder tyd de spreekkamer van onzen catechist vernield heeft. Diens vrouw en haar twee doch ters waren in de kamer er naast en werden hevig geschud, maar zonder eenlg letsel, wy beëindigden juist onze ronde, toen de Z. E. Pa ter Overste (op ’t oogenblik R. P. Bornet) op zijn beurt kwam. Hü zei. dat hü aan den gezant en aan den Consul te Tien Tsin en Peking zou telegrafeeren, om in onzen naam en in dien van onze buren, de Canadeesche Zustcxo van het Kostbaar Bloed, te protesteeren. Dezen hebben rijf bommen gehad, waarvan er één büna de kapel voor het publiek verwoest heeft. De Zus ters waren in het koor, hebben er glasscherven gekregen, maar ook déar geen letsel van per sonen. By de Paters: bommen in den tuin, wat •shade aan de ziekenzaal, de rest op het veld uitspraak van Davis Miller de Fransche staats lieden. Toen Miller minister Herriot voor zün camera had, beleefde hü de verrassing, dat de populaire Fransche staatsman zelf de scènes wilde opstellen en eigenlük meer achter dan vóór het filmtoestel te vinden was. daar ieder technisch détail hem ifiteresseerde. Toen Mil ler een anderen keer de ministers Juist bü het verlaten van het stadhuis tegenkwam, en dus de kabinetszitting misliep, verzocht hü den hee- ren de scène nog eens over te spelen, wat zü gewillig deden. De moeiiykste taak van zün leven noemde Miller het filminterview met Zacharoff, den kanonnenkonlng, die onlangs overleden is. De zeer wantrouwige millionnalr weigerde alle vra gen en verzoeken van den Amerikaanschen filmregisseur en schroomde niet Miller met ’n bU onze muren. Het meeste is bewaard geble ven voor de kloosters vsm vrouwen. Er is dul- deiyk een vergissing in het spel, wü zün hier slechts met zusters, weeskinderen en enkele werkvrouwenMaar het beteekent voor ons groote onkgsten, om met zulke lieve dingetjes overladen te worden. In de kapel een nieuwe verrassing: geen en kel raam gebroken, noch een beeld. De Gods lamp is uitgegaan, een bank in gruizelementen, een gat in het dak en het plafond, en dat pro jectiel van 40 K.G. is heel braaf op zün plaats gebleven, wachtend, dat men het wegnam. De mandarijn heeft een fotograaf gestuurd, om den aanblik van de verschillende plaatsen op te nemen; zelf is hü gekomen met den pastoor, om zich van alles op de hoogte te stellen. Men had soldaten gevraagd, ot nog liever artilleris ten, om dien bom uit de kapel weg te halen, die erg gevaariyk bleef. Onze verwondering was niet gering, toen we vier paters en een broeder zagen komen met aan hun hoofd Pater Bu- rietz, een oud-artlllerist. Daar hü zulke pro jectielen gedurende den grooten oorlog in han den had gehad, wist hü „er mee om te gaan”, en vreesde, dat de soldaten de kapel zouden doen springen. Ik durfde het niet aannemen: vüf missionarissenals hun eens iets óver kwam! Maar de paters, met een zoo eenvoudige en overgroote goedheid, stuurden ons allen weg, haalden de beelden weg, uit vrees, dal hun iets zou overkomen, en kwamen een kwartier later bü ons terug. ,,’t Is gebeurd, maar U hebt 'n Engelbewaarder, die veel van U houdt, die bom is maar voor de helft gesprongen.” Inderdaad heeft men onder het puin een yzeren vleugeltje van 50 c.m. lang gevonden; die andere stukken üzer en de schroeven zün terecht gekomen aan den voet van het tabernakel. Alles is zóó goed afgeloopen, dat we de Al macht voelen van Dengene die zegt: „Tot hier toe, en niet verder!" Wü zün dan ook in een stemming van vreugde en groote dankbaarheid. Men heeft op de kerk en op ons dak de Fransche vlag geheschen, maar we voelen ons vooral onder „Goddelüke bescherming”, en dus in alle veiligheid. Ons bombardement maakt groot effect bü de christenen en ook bü de hei denen, zlie peggen: „Uw God is de ware God. dat HU V zoo beschermd heeft.” De vlakte is kalm, dank zü voor een deel de overstroomlng, die zich meer dan 40 K.M. ver uitstrekt Maar welk een armoede zal volgen op dezen volkomen verloren oogst! Woensdag 29 was de stad bezet, zonder dat er in de omstreken slag geleverd is. De Voor zienigheid heeft zich bediend van overstroo- mingen, om er ons van te vrüwaren. Op som mige plaatsen staat het water meer dan een meter hoog, men verdrinkt in de loopgraven, alleen onze omstreken zün droog. maar dat eilandje van vochtigen grond is te klein voor veldslagen. Kort na de bezetting kwam een generaal aan de paters zeggen, dat hü van de consuls (op de hoogte gesteld van ons bombar dement) bevel had gekregen, ons te bescher men. Tengevolge daarvan heeft men aan den ingang van de Missie biljetten aangebracht met t verbod hier binnen te treden: „Fransch Con cessie-gebied.” Wü zün in vrede, alles organi seert zich langzamerhand, maar we weten ab soluut niets van wat er gaat gebeuren. De goede God weet ’t, dat is voldoende. Gedurende een paar dagen hebben we meer dan 200 vluchtelingen gehad, nu blüven er nog slechts een 20-tal leerlingen, die een kleine dagorde volgen, waarin .het gebed een groote plaats inneemt. De paters Jezuïeten zün werkelük vol toe- wüding in deze moeliyke oogenblikken. Pater Cripler en Pater Mertens schreven ons onmld- deliyk na het bombardement, om ons hun me deleven te doen voelen. TUdens zün nieuwe reis door Europa heeft Miller het tot nu toe veel gemakkelyker gehad, dan destüds bü Sir Basil Zachsu-off. Zün film .Een dag bü Mussolini” was een waar genoegen voor hem. Hierop zullen meer dergelüke films volgen: over Hitler, Aga Khan, Chautemps, Le brun en Konlng George VI van Engeland. Ook deze films zullen beslist het noodlge opzien ba ren. Konlng George VI kent Miller nog uit den tüd. toen deze Hertog van York was, en als vlütig cameraman bü Miller om raad ging vragen. William Morton liep den weg over. Het meisje wm nu uit den wagen gestapt, ze was groot, slank, met donkerbruine oogen. Ze was mooi en hü herkende haar. .Paula,” zei hü schor. „Paula, JU hier? Heb je aan mü gedacht? Wat ben ik blü” en hü nam d’r hand tusschen z’n twee handen. stok te slaan, toen deze hem met een klein fototoestel tüdens zün dagelüksche wandeling op den Qua! des Anglais te Nice wilde opnemen. De fotograaf bedacht nu een truc, welke wel steeds in de annalen der fllmreportage bewaard zal blijven. Hü verkleedde zich als verkooper van frissche dranken aan het station te Nice, verborg zün automatisch filmtoestel tusschen de waren en filmde den geheimzlnnlgsten man van Europa* terwUl deze het een en ander koent en daarbü eenlge verontwaardigde op merkingen maakte over de hooge prü«en. -j—enige dagen geleden hield voor het Palaz- H zo Venezia, den regeeringszetel van Mus- solini, een grüze vrachtauto stil, die bliksemsnel ontladen werd. De weinige voorbü- gangers, die op dien tüd voorbükwamen, waren niet weinig verbaasd, toen zü stuk voor stuk de onderdeelen van een klankfllm-atelier uit den auto zagen komen, die alle in het Palazzo verdwenen. Een magere man, met een oude verregende jas aan, stond er bü toe te zien en gaf luide zün op- en aanmerkingen, alsmede zün waarschuwingen te kennen, terwUl hü af en toe in woede uit barst te, wanneer men met de toestellen niet voorzichtig genoeg te werk ging. Deze zenuwachtige, beweeglüke heer was niemand anders dan Davis Miller, _op wiens visitekaartje te lezen staat: .Eotograaf van koningen, presidenten, dictators en mi nisters". Met jupiterlampen, accumulators, snütafels, microfoons en fototoestellen trekt Miller van land naar land, van het eene werelddeel naar het andere, om de sterren van het politieke tooneel bü hun arbeid en in het particuliere leven te filmen. De Amerikaan is nu zün kor- te-film-serie begonnen met de opnamen voor de film .Een dag bü Mussolini". Gedurende eenlge uren regeerden onder Miller's comman do de filmtechnici in diet Palazzo Venezia. In de landkaartenzaal, de vorstelüke werkkamer van den Duce, werden llchtkabels aangelegd, geluiddempende kleeden neergelegd, .galgen” opgericht. waaraan de microfoons bevestigd werden, schünwerpers opgesteld en bevelen ge geven, totdat Mussolini, die de hoofdrol in de film vervulde, zün rol begon te spelen, zooals Miller hem dit voorschreef. Overigens ontmoetten Mussolini en de regis seur elkaar daar niet voor de eerste maal. Als chjef-fotograaf van een groote Amerlkaansche firma voor wekeiyksch wereldnieuws, heeft Da vis Miller de meeste heerschers van den te il Onwillekeurig was hü opgestaan en staarde verbüsterd aan. „Wil je zelfstandig be- «Mkken? Hoe stel je je dat voor? Heb ik Je it in je uitgaven belemmerd? Om zelfstandig Je kapitaal te beschikken, moet Je Jezelf ™«r alles van die zaken op de hoogte stellen. Dat WM maar niet in een vloek en een zucht. Je eet een boekhouder aanstellen en verder kan toorpersoneel •■Zoo bedoelde ik t niet,” zei ze haperend, bedoelde alleen, dat ik niet behoef te vragen, bii h ueld noodlk heb, doch van mün tegoed nu ‘>ank looveeI kan opnemen als ik zelf wil." I.»' j er eenl« Idee van, hoe groot je tegoed de bank is?" •^een bekende zü aarzelend. bl^°v'nd‘en is Bella er ook nog. Ik ben even- 1 oereld, mün functie als beheerder van je -1 neer te leggen alleen, met wien nu afrekenen? Maar ik wü je een ^oen. ik zal asm de Bank een rekening Zün gezicht was purperrood geworden en zün stem klonk heesch. Niettemin bedwong hü zich en na eenlge seconden van voorbereiding sprak hü halfluid en zoo nadrukkeiyk als men tegen een kind spreekt: sHoor mü aan, Oliva, en luis ter goed naar mü, want het is ’t laatste wat ik Je te zeggen heb. Ik heb van Je gehouden, Ollva. JU was de eenlge vrouw, die ik heb 'liefgehad. Ik heb het tot dusver nooit geweten. Maar nu. se dert je hier bent, sedert ik geloofde, dat Je wer kelük een vrouw ging worden, sedert dien rijd weet ik. dat ik Jou en Jou alleen heb bemind, zooals het een man slechts mogelQk is, een vrouw te beminnen. Ik dacht, dat Je op weg was, je eigen fouten te erkennen. En Je moet nu weten, dat ik destyds meer dan twee Jaar heb rondgezworven en dat ik toen vernam, dat je je zonder protest aan een onwaardige had laten verbinden. Ik wilde Je vergeten. Want toen was er iets in mü verwoest en dat was het geloof aan de reinheid van een vrouw. Ik, die je voor te jong gehouden had, om Je door een woord te wilfcn binden, toen weet je t nog toen bü Jullie in den tuin toen ik je voor de eerste en laatste maal in mün armen hield. Ik heb je daarna als slecht beschouwd, omdat ik je voor hebzuchtig hield. Je wilde den onmetelük rij ken, afgeleefden Belamy trouwen, dacht ik. Kon ik weten hoe geweltüg groot de Invloed van je familie was. hoe willoos Je zelf bent geweest? Dit alles vernam Ik eerst naderhand en bü ge deelten. Inmiddels heb je je eigenaardigheden asmgewend, die een man aan je süde slechts ongelukkig kunnen maken. Je achteriykheld en heerschzucht maakten belachelük. Ik hield e moderne oorlog, de „totale" oorlofc zoo- T als men dien llefelük noemt, verschoont VF niets. Dat blükt ook uit ’n brief, dien de Zusters Auxiliatricen te Amsterdam van een medezuster ontvingen uit Tsché-ly, waar de statie O. L. Vrouw de la Trellle is gevestigd. De brief is gedateerd 23 September en bevat de volgende treffende passages: •n Hymne van dankbaarheid jegens de Goddelüke Voorzienigheid en de Goede Hemel- rnoeder wil ik hier zingen over onze wonder bare bescherming. Eergisteren, 21 September, om half elf ’s morgens, hebben zes vliegmachi nes negen-en-veertig bommen aan de missie cadeau gedaan in drie minuten tijds. De slag is zóó plotseling geweest, het lawaai zóó ont zettend. dat iedereen, op de plaats waar men ach bevond, dacht, dat ef slechts enkele bom men vlak bü haar gevalled waren, zonder het aantal te vermoeden. Maar ik heb terstond de werkelükheid kunnen gewaar worden. Ik was juist in de kapel der leerlingen geknield op de derde bank aan den Epistelkant Ik hoorde de groote vogels komen, zonder him aantal te ver moeden, alleen een beetje verwonderd over het lawaai der motoren en het aanhoudend vliegen boven ons. Ik dacht er niet aan weg te gaan, want waar is men beter dan bü onzen goeden Meester, als er gevaar dreigt? Plotseling een vreeselüke ontploffing, de muren van de kapel schudden, een gefluit, lawaai van hout, van steenen die verbrüzeld worden en terzelfder tüd vult de kapel zich met een gele wol van me llniet Een bank valt op mün voeten. Ik trok me terug tot achter in de kapel en zag, dat eep bom door het dak heen gekomen was en ge vallen op de vierde bank aan den Epistelkant. die hü verbrüzeld had. grond geslagen. Daar het onweer maar drie minuten had ge duurd en de heele zwerm terstond daarna weer vertrokken was, hebben we alles nageteld en gezien, dat van de honderd menschen, die zich genwoordigen tüd reeds leeren kennen. ZUn camera-interviews met de toonaangevende po litici in alle deelen van de wereld bezorgden hem een grooten naam, zoodat men tenslotte be sloot, dezen fllnken filmverslaggever voortaan politieke reportage-films te laten maken. Daar om zullen over een paar maanden de namen n Ataturk, Mussolini, Hitler, Aga Khan, Sta- i, Hirohito en Tsjang Kai SJek in reusach- tige letters op het witte doek verschonen. Het gezegde van Napoleon, dat een groot man voor zün kamerdienaar geen geheimen heeft, geldt ook eenlgszlns voor Davis Miller, den filmverslaggever. In het schelle licht van de atelierlampen worden de kleinste byzonder- heden, eigenschappen en eigenaardigheden van den .grooten tooneelspeler op het wereldtoo- neel” waargenomen. Zoo bevindt zich onder de films, die Miller reeds gemaakt heeft, ook een opname, die tot titel heeft: ,J>e president lacht”. Men ziet, hoe Roosevelt begint te glimlachen, om tenslotte met zün bekenden schaterlach te eindigen, waarmee iedereen Instemt. Een andere anecdote over Tsjang Kal Sjek. weer balspeelden, zü in de buurt zouden blü- Het museum op de Hooge Veluwe nadert zijn voltooiing. Aanvankelijk zou een

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1937 | | pagina 17