eKctu&Aaal winden dag
Bommen op een Missie-statie
De avonturen van Prof je en Struisje
I
Davis Miller
F 750.-
DE „TOTALE" OORLOG
ZAALBERG deken
i-
1
n
DONDERDAG 9 DECEMBER 1937
O:
o»
Een échte ZAALBERG, deken kost f 10.4
i
door lo
De moderne oorlog verschoont
menschen noch gebouwen
„Fotograaf van koningen, pre
sidenten, dictators en
ministers”
Van gedachten
veranderd
AT T C A D/^KTME1 >C! °P dlt b,ad z^n lnKeTolE* de verzekerlngsvoorwaarden tegen p blJ levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door p *7Ext") bij een ongeval met p
-T~\ «I <|~l, rSlJlll I 11 r. ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen «-rVZa verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen doodelijken afloop AsUUs"
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERUES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
Aangrijpend relaas van
een missie-zuster
- j
=3
en als een trekhond te ploeteren.
Zelf was hy in den
>TV
(Nadruk verboden)
Hü liet hen beloven, dat als ze aan boord
Als het winderig of regenachtig was en ze
9
WILSDORF
1
5
5
volgende treffende passages:
•n Hymne van dankbaarheid jegens
grooter museum gebouwd worden. De materialen daarvan, o.a. een groots party
fraaie mailbronner zandsteen, liggen nog ter plaatse
ven en alle ballen die in het water kwamen
op zouden happen eh dan aan- Struisje zou
den teruggeven. Hy zou ze door een of ander
venstertje van hen aannemen. En zoo hoefde
Profje niet boos te worden, als Struisje een
bal in het water sloeg.
’«mogen
Xioet ik
v^n
lin,
Bella negeerde zij; die scheen lucht voor haar
te zijn. Ongemerkt gaf Pretorius het meisje een
knipoogje en dan lepelden zy zwijgend hun
soep.
Na het eerste gerecht begon Pretorius over
de reis te spreken. Zijn aanbod, om haar te be
geleiden, sloeg zü af. Ook een gezelschapsdame
wilde zij in geen geval. En den dag van haar
vertrek bepalen, was niet mogelijk, zoolang zü
zich nog zwak en slap voelde. Op die wijze werd
hij dus aan den dijk gezet.
Bella werd aan de telefoon geroepen en Vir-
gillus bleef met Ollva alleen.
„Morgen treedt Bella op in een première
zou je niet kunnen besluiten, naar den schouw
burg te gaan, Oliva?” vroeg hij en keek haar
strak aan. Zü maakte een afwerende beweging
alsof hij haar wilde slaan.
Met hoogmoedlgen blik mat zij hem en wend
de dan zonder een woord te spreken haar hoofd
af.
„Je Het toch blijken, dat je het prettig vond,
toen Bella je over een opvoering van Maria
Stuart sprak een gezworen vijandin van het
tooneel kun je dus niet zijn,” betoogde hij ge
moedelijk. Hij wist, wat het voor Bella zou oe-
teekenen als hij nu overwinnaar bleef. Maar
haar antwoord deed hem bijna omvervallen.
,Jk betaal mijn plaats en daarmede ook die
de menschen, die de vertoonlng geven.”
„Zooals je den orgeldraaier met zijn aapje
betaalt?” vroeg hij, terwijl hij op z’n lippen beet.
„Ja, precies zoo,” was het droge antwoord.
Alsof hij door een wesp was gestoken, sprong
Pretorius overeind.
bij verlies van een hand,
een voet ot een oog.
werd in de gezellige kajuit gar.zebord ge
speeld. Maar daarmee mocht Struisje niet
meedoen, omdat hjj telkens alle cakejes opat
en de dobbelsteenen bü het schudden in zjjn
bek per vergissing ook doorslikte. Het
duurde niet lang of alles was in orde voor
de reis en nu werd het anker gelicht en de
tocht begonnen.
Maar
Struisje was dat natuurlijk geen bezwaar.
Zelf hield hij er niet van telkens in het,
water te duiken. Maar toen hij den eersten
keer een bad nam. ving hij twee visschen, die
hij, omdat hij geen lust had ze op te eten, de
vrijheid weergaf, maar op een voorwaarde.
vertelt Davis Milter
De Chineesche maar
schalk liet zich fotografeeren aan de zijde van
zijn vrouw. De woorden, die hjj bij de verfil
ming moest uitspreken, had hü op een blad pa
pier staan en langzaam en duidelijk begon hij
ze voor te lezen. Maar plotseling werd de an
ders zoo koele man door een geweldig pathos
aangegrepen en begon te improviseeren. Hij
schijnt zich daarbij niet alleen van diploma
tieke bewoordingen bediend te hebben en na
derhand heeft Miller heel wat moeten weg
knippen, dat niet voor de ooren van het pu
bliek geschikt was. Heel wat minder toeganke
lijk was daarentegen de Mikado van Japan.
Slechts met moeite kon de Amerlkaansche
filmverslaggever verlof krijgen den „zoon der
zon” bij een militaire parade te mogen fotogra
feeren. Toen hjj evenwel aan den heerscher
over het Japansche rijk, die een bekend on
derzoeker op het gebied van biologie Is een
filmliet overhandigen, die handelde over het
leven in den bijenkorf, mocht hij als belooning
toch met zijn camera in het paleis komen en
daar eenlge opnamen maken. „Bij de uitnoodl-
glng was als poëtisch passepartout een chry
sant gevoegd, die ik bij den ingang slechts be
hoefde te vertoonen, ten teeken, dat ik vrijen
toegang verkregen had," zoo vertelt Miller.
Zeer enthousiast voor de film zjjn volgens de
voor je laten openen als je verkiest. De afre
keningen ontvang je dan van nu af rechtstreeks.
En als je van je reis terugkomt, ga je die soort
geldzaken bestudeeren, om voortaan je perso
neel te kunnen controleeren. Vind je dat goed?”
,Jk heb je niet willen krenken, Vlrgllius,” be
gon zij eenlgszlns aarzelend; het was haar aan
te zien, dat het haar meer dan zwaar viel, te
bekennen, dat zij te ver was gegaan. ,Jk meende
slechts, dat de tijd was gekomen, om mij zelf
meer met mijn aangelegenheden te bemoeien,"
besloot zjj zacht.
„Tijd? Dat geloof ik ook. Meer dan hoog tijd
maar Je hebt nooit gewild. Dus, zooals ge
zegd, wanneer je terugkomt, zullen wij die zaak
nog eens bespreken en in die richting leiden.
Nu echter, verzoek ik je op te staan en met ons
mee te eten. De tafel staat gedekt ik heb
honger als een paard,” voegde hij er gemoedelijk
aan toe.
„Ik dank je, ik eet niet!”
„Goed dan eet ik in een restaurant en neem
Bella mee.”
„Ik voel me nog erg slap.”
„Dan zal ik je dragen en reeds kwam hjj
naar haar toe en strekte z’n armen uit, alsof hij
haar wilde optillen.
Met verrassende vlugheid was zij hem voor
en zat rechtop. Dan glimlachte hjj vriendelijk
aanmoedigend en bood haar zijn arm aan. Zoo
ondersteund, liep zij die weinige passen inder
daad met knikkende knieën naar de aangrenzen
de kamer, waar zij in een leuningstoel zonk.
Pretorius schoof haar met stoel en al tot voor
de plaats waar haar couvert stond.
T -w v-lliam Morton verliet de gevangenis. Het
\A/ was twee jaar geleden, op dien kouden
winterdag, dat hij no. 167 werd, en z’n
dagen van welstand verwisselde voor de ellen
dige sleur der opsluiting.
Thans nu hij eenlge meters van de muren
van het sombere gebouw verwijderd was. leek
de wereld hem ’n hoopvol, nieuw gevonden land.
Nu zou hij weer kunnen gaan waarheen hij
wilde.... maar het zou wel een paar maanden
duren, eer hjj er weer aan gewend was.
Twee lange jaren: z’n vrienden en kennissen
hadden hem vergeten. Hij liep den rijweg af,
die uit de gevangenis leidde. Hij was vrij en
had een beetje geld. Maar vrij, dit was het
groote feit! Wat'deerde het hem dat de wereld
hem vergeten had?
Voorbij, de bocht aan den rijweg, aan den
overkant, stond een donkergroene auto. Hij ook
was in 't bezit geweest van zoo n soort wagen.
Hij staarde naar het voertuig en naar het don
kere meisje, dat achter t stuur zat. Hij staar
de enz’n oogen werden grooter. ’t Kon niet
zijn, dacht hij. Ze hadden hem allemaal ver
geten. Niemand had hem ooit bezocht, niemand
had hem ooit geschreven. Hjj keek nog eens
naar ’t meisje en ze wuifde naar hem met haar
gehandschoende hand.
het geval voor hopeloos en heb er mij mede te
vreden gesteld, een goede, belangelooze vriend
voor je te zijn. Je kunt zelf beoordeelen, of het
mfj is gelukt. Eerst sedert Je hier bent, sedert Je
je, vlugger dan ik vermoedde, als 1 ware met
het leven verzoende, eerst toen wist ik, dat Ik
nog steeds van je hield. Maar daarmee is het
nu uit. Zelfs al zou ik mijn heele leven eenzaam
bljjven, zelf al zou ik daardoor ellendig worden,
dan nog ban ik je uit mijn hart, Oliva von Be-
lamy, als een slecht, onverbeterlijk, onverdraag
lijk wezen. Ziezoo, dat is het. wat ik je moest
zeggen. Wij zullen voortaan slechts zakelijke be
sprekingen voeren, tot je je eigen bezittingen
kunt bestieren.”
Een paar maal scheen het, of zij hem In de
rede wilde vallen. Zij was doodsbleek geworden
en had haar oogen neergeslagen. Maar alle
nuances van woede, hoogmoed, verbazing en
tenslotte diepe schaamte teekenden zich af op
haar gezicht, met de trillende neusvleugels en
den vertrokken mond. HU keek echter niet meer
naar haar. Nu was hU naar een zUtafeltje ge
gaan. nam uit een doos een sigaret, stak ze aan
en deed er drie zware trekken aan. Daarna
scheen hü zich weer geheel meester.
..Bella mag niet weten, wat er is voorgevallen
het arme kind heeft het toch al zwaar ge
noeg.” Dan begon hU door de kamer te üsberen.
ZU echter zweeg zweeg en zat met gebogen
hoofd, alsof zy sliep.
Tijdens déze zwoele stilte kwam Bella binnen
ZU droeg een licht, ballonvormig voorwerp in
haar handen, dat in vloeipapier gewikkeld was.
i JBen bloemstuk 1 is zooeven bezorgd." zei
ze glimlachend en vermoedde niet, wat zich hier
had afgespeeld. ZU maakte het omhulsel van
vloeipapier los en er kwam een prachtige bou
quet lila en witte seringen voor den dag, het
geen in dit jaargetUde een kostbaar geschenk
Met een gilletje van verrukking
beteekende.^^M
hield zU de welriekende hulde omhoog en zag
er toen een kaartje aanhangen. „O!” riep zU
onmlddeUUk op verrasten toon, „het is voor u
mama.” en zü overhandigde het kaartje aan
haar moeder. Onverschillig. eigenlUk werktulg-
lUk. greep Oliva er naar, terwUl zU haar oogen
opsloeg, alsof zy zoo juist ontwaakte. Toen zy
echter een blik op het kaartje had geworpen,
deinsde zy terug. Bella stond achter haar en las
halfluid:
„Aan de gelukkige moeder van een begenadig
de kunstenares, met beleefde groeten van pro
fessor doctor Schleinz....” Dat was de zenuw-
specialist, die haar had bezocht.
Over het hoofd van haar moeder heen, keek
Bella naar Pretorius. Wat zag hU er eigenaardig
uit. Half boos, half glimlachend. HU kwam na-
derbU, bekeek de bloemen en zei, terwUl hU zien
tot Bella keerde: „Dat Is in leder geval een
kunstkenner, waarmee je voor den dag kan ko
men en die talent naar waarde weet te schatten.
HU heeft zUn honorarium onmlddeUUk in de
kostbaarste bloemen omgezet daar heb ik
respect voor.”
„O. Vlrgllius. je weet hoe onverdiend de men
schen mU verwennen maar deze attentie ver
slaat alles. VriendelUker en fyngevoeliger kan
men iemand geen genoegen doen!” riep Bella.
(Wordt vervolgd)
en alles goed maken. Zooals je weet, heb ik op
den verkeerden voet gestaan en. ben ik leeiyk
uitgeglipt. Maar nu weet ik hoe ik gaan moet.”
.Heb Je dan iets op 1 oog?”
.Hoor eens, lieveling,” antwoordde Morton.
,Jk aarzelde tusschen twee dingen. Het eene is
een baantje, een eerlUk baantje, hard werken
en een behooriyk loon en een kans om verder
te komen. Het andere” hu zweeg en keek
om „Zie je dien grooten bruinen wagen?
Nou. dat is het
andere, dat ik op
*t oog had. Dik
geld te verdienen,
maar op een
slechte manier. Ik
had een vriend
in de gevangenis,
die me graag mocht. HU heeft gezorgd, dat ik
met z’n kameraden mee kon doen. Ik zou er
in een paar maanden bovenop kunnen zün.”
..Maar William, dat doe Je toch niet?” riep
het jonge meisje angstig. .Hu je eenmaal
De ontslagen gevangene lachte heesch. ZU
huiverde.
„Och, ik weet t niet”, morde hü- .Je komt er
uit en je hebt geen zin, van onderen af to
beginnen
Daar ginder maken ze je veel wys. Bart Ross
heeft me op de hoogte gebracht ’t Kón heel
goed, dacht ik, die bruine wagen daar, staat
voor ons klaar. Ik zou ’m geinomen hebben,
als ik jou niet getroffen had.”
Paula beet op haar onderlip. ZU omklemde
krampachtig z’n hand en keek een anderen
kant op.
„Toen ik zag dat je op me stond te wachten,
werd alles in eens anders," hernam Morton.
„Toen ik je zag, wist ik meteen wat ik doen
ging. Ik neem den trein en ik ga naar de stad,
naar James Colley. Die was een vriend van
m’n vader. Ik kan op z’n laboratorium in Bir
mingham komen. Daar zit ik dan weer voor een
paar Jaar vast. Maar ik ga hard werken en ik
zal er komen. Dat heb JU gedaan met je komst
hier, Paula. Dat heb JU gedaan met Je trouw.
Anders was ik denkeiyk met die vrienden van
Bart Ross mee gaan doen, en dan was ik weer
achter de tralies terechtgekomen. Maar dat
nooit meer.- 't Leven is nu té mooi. Ik ga weg.
maar ik zal steeds aan Je denken, en als ik
terugkom, als.... als Je....”
„Ik zal op je wachten. William,” onderbrak de
hem zacht. „Schryf me! Ik woon nog altUd in
Dartmoor. Dus schrUf me maar. En als je
terugkomt, zal ikzal je me wel vinden.”
HU legde zUn hand op haar schouders. In
de verte floot een trein.
„Ik zal dat paadje door *t veld nemen. Dat
gaat gauwer. Dank je Paula, tot ziens.”
„Tot ziens, George.”
Ze wisselden een stevlgen handdruk. Toen
sprong hy den wagen uit, Hep snel het veld
door naar 1 station. HU wuifde. Een witte zak
doek antwoordde. De trein kwam binnen en
stopte even. Ze zag hem instappen. Weer wuif
den beiden, toen reed de trein weg.
Paula Roper ging weer achter t stuur zit
ten. Ze glimlachte. In *t spiegeltje zag ze, dat
d’r ooren rood waren' Ze maakte d’r tasch open
en poederde haar neus en kin.
In den spiegel zag ze, dat achter haar een
man aankwam. HU droeg een groot blik; hU
was heet en bestoft. Nadat hy het bUk achter
den wagen gezet had, veegde hü z’n transpl-
reerend voorhoofd af.
.Hier ben ik,” zei hy. Daarna draaide hü den
dop van den benzine-houder en goot er een
tiental liters in. Nu liep hU om en kwam naast
Paula zitten.
„Verschrikkelijk hè, om hier zonder benzine
te zitten!
.Ja," zei ze, en keek naar d’r handen. HU
keek er ook naar.
„Waar is je ring?” vroeg hy misnoegd. De
man was grof en kaalhoofdig. Hy had een werk
plaats. een soort fabriek, waar auto's in elkaar
gezet worden.
„Den ring heb ik afgedaan," zei Paula. Ze
haalde hem uit haar zak te Voorschün en gaf
hem aan den man.
„Ik heb je vooruit gezegd, dat ik misschien
nog van gedachten zou veranderen. Dat is nu
geschied. Ik houd niet van je. Een poosje heb
ik gedacht, dat 1 wellicht nog komen zou, maar
nu weet ik
„Wat zeg je daar?” HU keek haar boos aan.
„We zyn/aan *t toeren. Hier by de gevangenis
heb ik geen benzine meer; ik ga wat halen en
als ik terug kom, zeg je dat *t uit is. Waarom?
Omdat ik geen benzine meer had?”
,4 a, omdat je geen benzine meer had,” be
vestigde Paula.
Z’n oogen stonden vreemd. Het was een stille
weg. Verderop stond een groote bruine wagen,
leeg. HU bracht haar hand aan z’n lippen.
„Twee Jaar,” mompelde hU. „twee Jaar is 1
geleden, dat ik Je hand heb aangeraakt. Paula.
Twee Jaar heb Je geduld gehad. En nu wacht
Je op me! Nadat ik twee jaar over je getobd
heb. me zelf verwenscht, dat ik Je verspeeld
had.Ik tam T met gelooven, Paula.”
HU keek in de donkere oogen van het meisje.
Ze waren vochtig. Haar mond beefde. Ze haal
de een zakdoek te voorschijn. Maar ze bleef
hem aankUken.
„Ik ben blU. dat ik je terug zie, William. Ik
ben blU. dat je weer vrU bent. Kom bU me in
den wagen zitten. Je ziet er zoo bleek en moe
uit en toch ben je niet veranderd.”
Paula Roper schoof achter het stupr. William
kwam naast haar zitten.
„Ik wilde aan -
„Ik wilde aan t station den trein nemen.”
lachte hU flauwtjes, „die komt over een minuut
of tien.”
„Wat ga je doen? Waar ga Je heen? vroeg
ze Ze legde d’r hand op z’n schouder.
„Wat ik ga doen?” En hü zag naar haar op.
Jk ga werken, ik ga me door de wereld slaan
hier bevonden, niemand verwond was. Na een
vurige dankzegging zün we de gebouwen gaan
bezien. Pater minister en twee andere Pakers
Jezuïeten kwamen terstond, om met ons de
ronde te doen tuschen de verwoestingen. Men
begaf zich eerst naar de kanel. waar een der
paters, oud-artillerlst, ons verzekerde, dat die
bom de kapel en dus ook mün arme persoontje
verbrijzeld zou moeten hebben. Doordat hü een
balk geraakt heeft, is hU uit zün koers geraakt
en onderste boven in den grond geslagen. Allen
zagen er een wonderbare bescherming in. Te
genover onze kapel, bü een hoek van onzen
moestuin, een andere bom, die in de omhel-
ningsmuur een geweldig gat geslagen had. In
den tuin tien bommen, waarvan er meerdere
niet ontploft waren. In het pensionaat zün twee
bommen op de veranda gevallen, tegenover de
ziekenzaal van de leerlingen, een groote met
mellniet, die dit keer wèl gesprongen is en een
kleinere, vlak er bü- De veranda, een deel van
het dak en de zolderingen zün verbrüzeld, tien
vensters en zes posten losgescheurd; de gebro
ken vensters zün niet te tellen, niet alleen in den
straal van 25 Meter, waarbinnen de bommen
gevallen zün, maar ook in het gebouw aan den
overkant. In de Jenn tcheu hiao, dat achteraan
op de derde rij schoolgebouwen ligt, ‘is erheen
bom op de ziekenzaal der leerlingen gevallen
en heeft een zwaar drie persoons bed, dat
achteraan stond, opgetild, de kast met genees
middelen in de gemaakte opening geduwd en
in gruizelen geslagen. Echter was daar geen
enkel venster gebroken. Ik vergat nog te zeg
gen, dat in de kamer van het pensionaat, die
het ergst beschadigd is. drie leerlingen slapen,
welke in een klas dertig meters verder geble
ven waren, om Pransch te leeren. Geen een
heeft er zelfs maar een schaafwondje van op-
geloopen! De pastoor, die ons bü dat bezoek
vergezelde, zei: „Dit alles is onderteekend
Vrees niet. Ik ben het!” Voortgaande kwamen
we aan de Grot. Maria is op Haar plaats ge
bleven, maar de heele linkerkant, die een bom
ontving, is erg beschadigd: alles moet herbouwd
worden. Bü de Ingangsdeur is de muur, die de
Jeun chon tang van de armen-apotheek af
scheidt, ook verbrüzeld door een bom die ter
zelfder tyd de spreekkamer van onzen catechist
vernield heeft. Diens vrouw en haar twee doch
ters waren in de kamer er naast en werden
hevig geschud, maar zonder eenlg letsel, wy
beëindigden juist onze ronde, toen de Z. E. Pa
ter Overste (op ’t oogenblik R. P. Bornet) op
zijn beurt kwam. Hü zei. dat hü aan den gezant
en aan den Consul te Tien Tsin en Peking zou
telegrafeeren, om in onzen naam en in dien van
onze buren, de Canadeesche Zustcxo van het
Kostbaar Bloed, te protesteeren. Dezen hebben
rijf bommen gehad, waarvan er één büna de
kapel voor het publiek verwoest heeft. De Zus
ters waren in het koor, hebben er glasscherven
gekregen, maar ook déar geen letsel van per
sonen.
By de Paters: bommen in den tuin, wat
•shade aan de ziekenzaal, de rest op het veld
uitspraak van Davis Miller de Fransche staats
lieden. Toen Miller minister Herriot voor zün
camera had, beleefde hü de verrassing, dat de
populaire Fransche staatsman zelf de scènes
wilde opstellen en eigenlük meer achter dan
vóór het filmtoestel te vinden was. daar ieder
technisch détail hem ifiteresseerde. Toen Mil
ler een anderen keer de ministers Juist bü het
verlaten van het stadhuis tegenkwam, en dus
de kabinetszitting misliep, verzocht hü den hee-
ren de scène nog eens over te spelen, wat zü
gewillig deden.
De moeiiykste taak van zün leven noemde
Miller het filminterview met Zacharoff, den
kanonnenkonlng, die onlangs overleden is. De
zeer wantrouwige millionnalr weigerde alle vra
gen en verzoeken van den Amerikaanschen
filmregisseur en schroomde niet Miller met ’n
bU onze muren. Het meeste is bewaard geble
ven voor de kloosters vsm vrouwen. Er is dul-
deiyk een vergissing in het spel, wü zün hier
slechts met zusters, weeskinderen en enkele
werkvrouwenMaar het beteekent voor ons
groote onkgsten, om met zulke lieve dingetjes
overladen te worden.
In de kapel een nieuwe verrassing: geen en
kel raam gebroken, noch een beeld. De Gods
lamp is uitgegaan, een bank in gruizelementen,
een gat in het dak en het plafond, en dat pro
jectiel van 40 K.G. is heel braaf op zün plaats
gebleven, wachtend, dat men het wegnam. De
mandarijn heeft een fotograaf gestuurd, om
den aanblik van de verschillende plaatsen op te
nemen; zelf is hü gekomen met den pastoor,
om zich van alles op de hoogte te stellen. Men
had soldaten gevraagd, ot nog liever artilleris
ten, om dien bom uit de kapel weg te halen,
die erg gevaariyk bleef. Onze verwondering was
niet gering, toen we vier paters en een broeder
zagen komen met aan hun hoofd Pater Bu-
rietz, een oud-artlllerist. Daar hü zulke pro
jectielen gedurende den grooten oorlog in han
den had gehad, wist hü „er mee om te gaan”,
en vreesde, dat de soldaten de kapel zouden
doen springen. Ik durfde het niet aannemen:
vüf missionarissenals hun eens iets óver
kwam! Maar de paters, met een zoo eenvoudige
en overgroote goedheid, stuurden ons allen
weg, haalden de beelden weg, uit vrees, dal hun
iets zou overkomen, en kwamen een kwartier
later bü ons terug.
,,’t Is gebeurd, maar U hebt 'n Engelbewaarder,
die veel van U houdt, die bom is maar voor de
helft gesprongen.” Inderdaad heeft men onder
het puin een yzeren vleugeltje van 50 c.m. lang
gevonden; die andere stukken üzer en de
schroeven zün terecht gekomen aan den voet
van het tabernakel.
Alles is zóó goed afgeloopen, dat we de Al
macht voelen van Dengene die zegt: „Tot hier
toe, en niet verder!" Wü zün dan ook in een
stemming van vreugde en groote dankbaarheid.
Men heeft op de kerk en op ons dak de
Fransche vlag geheschen, maar we voelen ons
vooral onder „Goddelüke bescherming”, en dus
in alle veiligheid. Ons bombardement maakt
groot effect bü de christenen en ook bü de hei
denen, zlie peggen: „Uw God is de ware God.
dat HU V zoo beschermd heeft.”
De vlakte is kalm, dank zü voor een deel de
overstroomlng, die zich meer dan 40 K.M. ver
uitstrekt Maar welk een armoede zal volgen
op dezen volkomen verloren oogst!
Woensdag 29 was de stad bezet, zonder dat
er in de omstreken slag geleverd is. De Voor
zienigheid heeft zich bediend van overstroo-
mingen, om er ons van te vrüwaren. Op som
mige plaatsen staat het water meer dan een
meter hoog, men verdrinkt in de loopgraven,
alleen onze omstreken zün droog. maar dat
eilandje van vochtigen grond is te klein voor
veldslagen. Kort na de bezetting kwam een
generaal aan de paters zeggen, dat hü van de
consuls (op de hoogte gesteld van ons bombar
dement) bevel had gekregen, ons te bescher
men. Tengevolge daarvan heeft men aan den
ingang van de Missie biljetten aangebracht met
t verbod hier binnen te treden: „Fransch Con
cessie-gebied.” Wü zün in vrede, alles organi
seert zich langzamerhand, maar we weten ab
soluut niets van wat er gaat gebeuren. De goede
God weet ’t, dat is voldoende.
Gedurende een paar dagen hebben we meer
dan 200 vluchtelingen gehad, nu blüven er nog
slechts een 20-tal leerlingen, die een kleine
dagorde volgen, waarin .het gebed een groote
plaats inneemt.
De paters Jezuïeten zün werkelük vol toe-
wüding in deze moeliyke oogenblikken. Pater
Cripler en Pater Mertens schreven ons onmld-
deliyk na het bombardement, om ons hun me
deleven te doen voelen.
TUdens zün nieuwe reis door Europa heeft
Miller het tot nu toe veel gemakkelyker gehad,
dan destüds bü Sir Basil Zachsu-off. Zün film
.Een dag bü Mussolini” was een waar genoegen
voor hem. Hierop zullen meer dergelüke films
volgen: over Hitler, Aga Khan, Chautemps, Le
brun en Konlng George VI van Engeland. Ook
deze films zullen beslist het noodlge opzien ba
ren. Konlng George VI kent Miller nog uit den
tüd. toen deze Hertog van York was, en als
vlütig cameraman bü Miller om raad ging
vragen.
William Morton liep den weg over. Het meisje
wm nu uit den wagen gestapt, ze was groot,
slank, met donkerbruine oogen. Ze was mooi
en hü herkende haar.
.Paula,” zei hü schor. „Paula, JU hier? Heb
je aan mü gedacht? Wat ben ik blü” en
hü nam d’r hand tusschen z’n twee handen.
stok te slaan, toen deze hem met een klein
fototoestel tüdens zün dagelüksche wandeling
op den Qua! des Anglais te Nice wilde opnemen.
De fotograaf bedacht nu een truc, welke wel
steeds in de annalen der fllmreportage bewaard
zal blijven. Hü verkleedde zich als verkooper
van frissche dranken aan het station te Nice,
verborg zün automatisch filmtoestel tusschen
de waren en filmde den geheimzlnnlgsten man
van Europa* terwUl deze het een en ander
koent en daarbü eenlge verontwaardigde op
merkingen maakte over de hooge prü«en.
-j—enige dagen geleden hield voor het Palaz-
H zo Venezia, den regeeringszetel van Mus-
solini, een grüze vrachtauto stil, die
bliksemsnel ontladen werd. De weinige voorbü-
gangers, die op dien tüd voorbükwamen, waren
niet weinig verbaasd, toen zü stuk voor stuk
de onderdeelen van een klankfllm-atelier uit
den auto zagen komen, die alle in het Palazzo
verdwenen. Een magere man, met een oude
verregende jas aan, stond er bü toe te zien en
gaf luide zün op- en aanmerkingen, alsmede
zün waarschuwingen te kennen, terwUl hü af
en toe in woede uit barst te, wanneer men met
de toestellen niet voorzichtig genoeg te werk
ging. Deze zenuwachtige, beweeglüke heer was
niemand anders dan Davis Miller, _op
wiens visitekaartje te lezen staat: .Eotograaf
van koningen, presidenten, dictators en mi
nisters".
Met jupiterlampen, accumulators, snütafels,
microfoons en fototoestellen trekt Miller van
land naar land, van het eene werelddeel naar
het andere, om de sterren van het politieke
tooneel bü hun arbeid en in het particuliere
leven te filmen. De Amerikaan is nu zün kor-
te-film-serie begonnen met de opnamen voor
de film .Een dag bü Mussolini". Gedurende
eenlge uren regeerden onder Miller's comman
do de filmtechnici in diet Palazzo Venezia. In
de landkaartenzaal, de vorstelüke werkkamer
van den Duce, werden llchtkabels aangelegd,
geluiddempende kleeden neergelegd, .galgen”
opgericht. waaraan de microfoons bevestigd
werden, schünwerpers opgesteld en bevelen ge
geven, totdat Mussolini, die de hoofdrol in de
film vervulde, zün rol begon te spelen, zooals
Miller hem dit voorschreef.
Overigens ontmoetten Mussolini en de regis
seur elkaar daar niet voor de eerste maal. Als
chjef-fotograaf van een groote Amerlkaansche
firma voor wekeiyksch wereldnieuws, heeft Da
vis Miller de meeste heerschers van den te
il
Onwillekeurig was hü opgestaan en staarde
verbüsterd aan. „Wil je zelfstandig be-
«Mkken? Hoe stel je je dat voor? Heb ik Je
it in je uitgaven belemmerd? Om zelfstandig
Je kapitaal te beschikken, moet Je Jezelf
™«r alles van die zaken op de hoogte stellen. Dat
WM maar niet in een vloek en een zucht. Je
eet een boekhouder aanstellen en verder kan
toorpersoneel
•■Zoo bedoelde ik t niet,” zei ze haperend,
bedoelde alleen, dat ik niet behoef te vragen,
bii h ueld noodlk heb, doch van mün tegoed
nu ‘>ank looveeI kan opnemen als ik zelf wil."
I.»' j er eenl« Idee van, hoe groot je tegoed
de bank is?"
•^een bekende zü aarzelend.
bl^°v'nd‘en is Bella er ook nog. Ik ben even-
1 oereld, mün functie als beheerder van je
-1 neer te leggen alleen, met wien
nu afrekenen? Maar ik wü je een
^oen. ik zal asm de Bank een rekening
Zün gezicht was purperrood geworden en zün
stem klonk heesch. Niettemin bedwong hü zich
en na eenlge seconden van voorbereiding sprak
hü halfluid en zoo nadrukkeiyk als men tegen
een kind spreekt: sHoor mü aan, Oliva, en luis
ter goed naar mü, want het is ’t laatste wat ik Je
te zeggen heb. Ik heb van Je gehouden, Ollva. JU
was de eenlge vrouw, die ik heb 'liefgehad. Ik
heb het tot dusver nooit geweten. Maar nu. se
dert je hier bent, sedert ik geloofde, dat Je wer
kelük een vrouw ging worden, sedert dien rijd
weet ik. dat ik Jou en Jou alleen heb bemind,
zooals het een man slechts mogelQk is, een
vrouw te beminnen. Ik dacht, dat Je op weg was,
je eigen fouten te erkennen. En Je moet nu
weten, dat ik destyds meer dan twee Jaar heb
rondgezworven en dat ik toen vernam, dat je je
zonder protest aan een onwaardige had laten
verbinden. Ik wilde Je vergeten. Want toen was
er iets in mü verwoest en dat was het geloof aan
de reinheid van een vrouw. Ik, die je voor te
jong gehouden had, om Je door een woord te
wilfcn binden, toen weet je t nog toen
bü Jullie in den tuin toen ik je voor de eerste
en laatste maal in mün armen hield. Ik heb je
daarna als slecht beschouwd, omdat ik je voor
hebzuchtig hield. Je wilde den onmetelük rij
ken, afgeleefden Belamy trouwen, dacht ik. Kon
ik weten hoe geweltüg groot de Invloed van je
familie was. hoe willoos Je zelf bent geweest?
Dit alles vernam Ik eerst naderhand en bü ge
deelten. Inmiddels heb je je eigenaardigheden
asmgewend, die een man aan je süde slechts
ongelukkig kunnen maken. Je achteriykheld en
heerschzucht maakten belachelük. Ik hield
e moderne oorlog, de „totale" oorlofc zoo-
T als men dien llefelük noemt, verschoont
VF niets. Dat blükt ook uit ’n brief, dien de
Zusters Auxiliatricen te Amsterdam van een
medezuster ontvingen uit Tsché-ly, waar de
statie O. L. Vrouw de la Trellle is gevestigd. De
brief is gedateerd 23 September en bevat de
volgende treffende passages:
•n Hymne van dankbaarheid jegens de
Goddelüke Voorzienigheid en de Goede Hemel-
rnoeder wil ik hier zingen over onze wonder
bare bescherming. Eergisteren, 21 September,
om half elf ’s morgens, hebben zes vliegmachi
nes negen-en-veertig bommen aan de missie
cadeau gedaan in drie minuten tijds. De slag
is zóó plotseling geweest, het lawaai zóó ont
zettend. dat iedereen, op de plaats waar men
ach bevond, dacht, dat ef slechts enkele bom
men vlak bü haar gevalled waren, zonder het
aantal te vermoeden. Maar ik heb terstond de
werkelükheid kunnen gewaar worden. Ik was
juist in de kapel der leerlingen geknield op de
derde bank aan den Epistelkant Ik hoorde de
groote vogels komen, zonder him aantal te ver
moeden, alleen een beetje verwonderd over het
lawaai der motoren en het aanhoudend vliegen
boven ons. Ik dacht er niet aan weg te gaan,
want waar is men beter dan bü onzen goeden
Meester, als er gevaar dreigt? Plotseling een
vreeselüke ontploffing, de muren van de kapel
schudden, een gefluit, lawaai van hout, van
steenen die verbrüzeld worden en terzelfder tüd
vult de kapel zich met een gele wol van me
llniet Een bank valt op mün voeten. Ik trok
me terug tot achter in de kapel en zag, dat eep
bom door het dak heen gekomen was en ge
vallen op de vierde bank aan den Epistelkant.
die hü verbrüzeld had.
grond geslagen.
Daar het onweer maar drie minuten had ge
duurd en de heele zwerm terstond daarna weer
vertrokken was, hebben we alles nageteld en
gezien, dat van de honderd menschen, die zich
genwoordigen tüd reeds leeren kennen. ZUn
camera-interviews met de toonaangevende po
litici in alle deelen van de wereld bezorgden hem
een grooten naam, zoodat men tenslotte be
sloot, dezen fllnken filmverslaggever voortaan
politieke reportage-films te laten maken. Daar
om zullen over een paar maanden de namen
n Ataturk, Mussolini, Hitler, Aga Khan, Sta-
i, Hirohito en Tsjang Kai SJek in reusach-
tige letters op het witte doek verschonen.
Het gezegde van Napoleon, dat een groot
man voor zün kamerdienaar geen geheimen
heeft, geldt ook eenlgszlns voor Davis Miller,
den filmverslaggever. In het schelle licht van
de atelierlampen worden de kleinste byzonder-
heden, eigenschappen en eigenaardigheden van
den .grooten tooneelspeler op het wereldtoo-
neel” waargenomen.
Zoo bevindt zich onder de films, die Miller
reeds gemaakt heeft, ook een opname, die tot
titel heeft: ,J>e president lacht”. Men ziet, hoe
Roosevelt begint te glimlachen, om tenslotte
met zün bekenden schaterlach te eindigen,
waarmee iedereen Instemt.
Een andere anecdote
over Tsjang Kal Sjek.
weer balspeelden, zü in de buurt zouden blü-
Het museum op de Hooge Veluwe nadert zijn voltooiing. Aanvankelijk zou een