Garnizoen in Amsterdam den dag van De avonturen van Prof je en Struis je I i SIROOP h: FAMEL F 250. F 750.- Gemeente en militaire uitgaven Hoofdpijn DINSDAG 21 DECEMBER 1937 Rome millioenenstad Het gebruik van eau de cologne O i i I door lo wilsdorf I ^fC)et is geen kunst, aan koffie- boonen de coffeïne te onttrekken. Wil men echter het kostelijke aroma en de krachtige smaak van fijne hooglandkoffie ten volle tot hun recht laten komen, dan zijn een vol maakt werkprocédé en veel ervaring noodig. Hag is deéénige coffeïnevrije koffie, die, volgens het vermaarde Hag- procédé bewerkt, zich gedurende 30 jaren een wereldreputatie heeft verworven. Ook de tweede soort, ,,Sanka~, is heel goed en kost slechts 44 ets. per pakje. i 1 t c Zweedsche meisjes in hun vrool(jke dracht „Trianon” Pausen”. compromis- Nadruk verboden) j hoogheid HOOFDSTUK IX vertrek van mevrouw Oliva von reeds eeuw 1937: Het was een hoogst alledaagsche onderbreking, die Ollva uit haar bijna verheven overpeinzin gen omlaag haalde. Een zilveren schaal werd haar voorgehouden; zij moest zich van visch bedienen. Het souper was begonnen. iter, die tenslotte zwicht- riomfeerde en zag er bij dan wellicht Toen er pauze werd gehouden, waren er al aardig wat dieren gevangen en aan hoo rnen vast gebonden. Het was een luid ge hinnik en Profje’s paard werd er zenuwach- tic van. Het begon een beetje te steigeren en Prof je was blij er af te mogen. De tenten werden opgezet, want de zon was al weer hoog aan den hemel én het was weer warm geworden Er werd een middagslaap gehou den, waarbij de kapitein Profje op het hart drukte, niet weg te gaan, maar Profje had er heelemaal geen zin In, want hij had een goede les gehad, die hij Met licht vergeten zou. lek voldoe- verwonde- tafel een gedachten Na het slapen was de middag voor een groot deel voorbij en daar het vroeg don ker wordt, werd besloten nog een gezamen lijke wandeling te maken, waarbij Profje dan nog wel iets te zien zou krijgen en den avond gezellig met elkaar door te brengen En zoo. gebeurde. Profje vond een schat van bloemen en grassen, die hij bü het kampvuur uitzocht en bekeek, terwijl de kapitein zijn PÜP rookte en de mannen wat zaten te pra ten. Struisje maakte een praatje met Prof- jes paard, dat vreedzaam aan het grazen was en vergat zijn verdriet om zijn achtergeble ven kind. Si '4r’ bij verlies van een hand, een voet et een oog. zat breikous bü oude, eerste ’den grooten staatsrechts-leeraar mr. J. F. Buys te clteeren: In de latere jaren zijn Amsterdam en andere groote gemeenten uitdrukkelijk in verzet gekomen tegen de bestaande practijk en hebben zij geweigerd verder op haar begrootlng aan deze en der gelijke uitgaven een plaats in te ruimen Buys wordt, terecht, in ons Parlement als uitlegger van de Grondwet hoog aange slagen. Ook de tegenwoordige regeering zal zijn autoriteit niet ontkennen. Welnu, het is alsof Buys de voordracht, welke gisteren is verschenen, heeft vooruit gezien. Immers, hij schrijft letterlijk: Zelfs vrijwillige over eenkomsten tusschen het Rijk en de ge meenten, waarbij deze laatste op zich nemen in een deel dier uitgaven te voor zien, welke de eerste zinsnede van dit ar tikel (boven aangehaald. Red. T.) bedoelt, zijn, dunkt mij, onbestaanbaar, omdat de Staat niet beschikken kan over een pu bliekrechtelijke verplichting hem door de Grondwet zelve opgelegd. Wij vestigen hierop de aandacht, omdat wij het in het hoogste belang achten, dat de regeering de Grondwet naleeft. Moet er dan geen garnizoen komen te Amsterdam en moet Schiphol, in welks nabijheid het oefenterrein ligt, dan niet worden be schermd? Natuurlijk wèl. maar de vraag of dit.... landsbelang militair behartigd zal worden mag.niet afhangen van de vraag of de gemeente 'de kosten kan en zal beta len, want: „al de kosten van de legers van het Rijk worden uit ’s Rijks kas voldaan Er zit aan deze kwestie nog een Andere kant. Men weet, hoe honderden gemeenten in financieele moeilijkheden verkeeren en hoe het Rijk die gemeenten moet bijstaan. In den volksmond heet het, dat dit alles de schuld is der gemeentebesturen zelf Doch zij die buitAi de politiek staan, doch ten deze deskundig zijn wij denken aan de voortreffelijke artikelen van den Schle- damschen gemeente-secretaris. mr. A. F. V. Sickenga, in de „Economist” weten, dat niet het Rijk de crediteur is van die gemeenten, doch omgekeerd, die gemeenten de crediteuren zijn van het Rijk; de reden hiervan is, dat het Rijk de mlllioenenult- gaven voor werkloozensteun eenvoudig heeft afgewenteld op de gemeenten. Men kon dit doen, zij het langs een zeer gewrongen redeneering, omdat er geen wetsbepaling bestaat, welke den werkloozensteun ten laste brengt van het Rijk. Inzake de militaire uitgaven schijnt men wederom de afwente- lings-theorie te willen toepassen: Echter thans is er wèl een wetsbepaling en nog wel een Grondwetsbepaling, waaraan ieder een en zeker de regeering gebonden is. En mocht de regeering van meening zijn, dat zij met de overeenkomst niet de Grondwet schendt, dan zouden we toch wel zeer gaar ne de redeneering vernemen, welke haar tot die opvatting heeft geleid. Wat voor Amsterdam geldt, geldt uiter aard ook voor de andere gemeenten, met welke militaire autoriteiten onderhande- lingen hebben gevoerd en overeenkomsten hebben gesloten betreffende kazernes en oefeningsterreinen. De Gedeputeerde Staten der verschillende provincies krijgen, als wij goed zien, werk aan den winkel! olgens de jongste statistieken telt Rome op het oogenbllk 1.240.000 inwoners. Sinds het laar 1914 (600.000) Is het zie lenaantal meer dan verdubbeld, en dat zonder noemenswaardige annexaties, daar Rome niet aan steden, maar aan landelijk gebied grensde. Zoo heeft Rome na tweeduizend Jaar weer het zielenaantal bereikt, dat het ten tijde van Christus' geboorte, onder de regeering van Kei zer Augustus, moet hebben gehad. Geen stad ter wereld heeft echter demographisch zulke sprongen gemaakt als Rome: eerst een land- bouwstad in de legendarische tyden van Ro mulus en Remus, een millioenenstad ten tijde der Romeinsche keizers, een stad met een ge middeld aantal inwoners rond het jaar 1000, een gemeente van herders en boeren tegen het der kazemeering te ontheffen. Vanaf 1860 zjjn dan ook de kazernes, welke het eigen dom .waren van het Rijk, door het Rijk zelf onderhouden of, wanneer zij eigendommen waren van de gemeenten, door het Rijk gehuurd. Maar niet alleen mr. de Sitter was tegen de verkeerde practijk van het Rijk *n verzet gekomen, ook.... de gemeente iri de Tweede Kamer aangenomen Amsterdam. Het is een weinig pikant hier Sedert meer dan 30 Jaar wordt Siroop Famel door doktoren gewaardeerd als een betroew- baar geneesmiddel ter bestrijding van HARDNEKKIGE HOEST, BRONCHITIS en andere aandoeningen der ademhalingsorganen KU»IC FLACON 1.1» GROOT» FLACON 1.VO einde der Middeleeuwen, honderdduizenden in woners bjj de Renaissance, weer een millioe nenstad onder Mussolini. De tjjd vóór Christus maakt gewag van 39 volkstellingen in het oude Rome, de eerste in 568 voor Christus onder den voorlaatsts ko rting Servius Tullius (84.000 burgers), jte'Maat- ste 51 Jaar voor Christus onder Caesar, xo«h de stad een mlllloen inwoners bereikt had. In de drie eeuwen van den keizerlijken bloeitijd, tot ongeveer 350 na Christus, bleef het aantal in woners dat onder Augustus 1300 000 bedroeg ongeveer gelijk. Hierop volgde de ineenstor ting van het rijk. Ongelooflijk snel ging Rome achteruit; toen de laatste titulaire keizer Ro mulus Augustulus werd afgezet (in 475) telde de stad nog slechts 100.000 zielen. Nu begon de tjjd van de .stad der Nog prijkten de vervallen oudheden en de nieu we basilieken in de stad, maar het werd steeds erger. Toen Paus Gregorius XI na het ver blijf der Pausen te Avignon weer naar de Italiaansche residentie terugkeerde, was Rome een stad van herders en boeren (ongeveer 17.000 in getal) geworden. Niemand woonde meer op de heuvels van het roemrijke Rome. De bevol king. ook de rijkere families, leefden onder aan de rivier, in wijken, die op kasteelen geleken. Van San Silvestro tot de latere Piazza del Popolo waren tuinen en moerassen, op den Pa- latijnschen heuvel (de residentie der keizers) graasden de geiten, op het Forum de koelen. Zelfs in den glanstijd der Pausen, tijdens de Renaissance, was het zielenaantal niet groot. Onder Paus Paulus IV (1555) was het aantal zelfs weer gedaald van 80.000 op 50.000. In de laatste jaren van het Pontificaat van Sixtus V, rond 1590, werd de honderdduizend weer be reikt. Paus Sixtus was het, die voor Rome een nieuw stadsplan opstelde en de stad met tal rijke schoone gebouwen verrijkte. Onder Paus Innocentius X. in 1650, toen de tjjd der groote Renaissance-pausen als Julius II en de Medici weer bijna afgeloopen was, was het aantal in woners niet meer dan 120.000, met 30.000 fa milies. Maar het voordeel was, dat de bevol king van toen Rome als haar vaste woonplaats bleef beschouwen, en niet na eenige jaren ver had haar op t hart gedrukt, vooral regelmatig voedsel tot zich te nemen, want zij wist maar al te goed, dat haar moeder in practische dingen zoo onnadenkend was als een kind. Met een, droomerlg glimlachje herinnerde Ollva zich dezen raad. Bella Eigenlijk had zij den heelen dag niét aan haar gedacht. Het ont aarde kind verdiende ook niets anders. Wer kelijk niet? Wat was het dan eigenlijk voor *n vreeseljjk kwaad dat Bella had gedaan? Zjj had haar eigen weg gekozen. Inplaats van aan den leiband te blijven loopen. zooals haar moeder had gedaanWat waren dat nu voor bespot telijke gedachten? peinsde Ollva en schrok van zichzelf. Had Lize Froheim haar op dat idee gebracht. En plotseling herinnerde zjj zich dwwoorden. die de oude dame vandaag had gesproken. Eigenaardige woorden voor een persoonlijk heid, die zoo n hoogen titel voerde. Hoogheid. Inderdaad eigenaardig, zooal niet bevreem dend. En zoo zeldzaam duidelijk. Indien men dat zou naleven, hoe eenvoudig zou dan ons onder- maansch bestaan zijn. Heelemaal zonder com plicaties. ZÜ vouwde haar banden samen als In gebed Van voren af aan moest zij beginnen, want zij kwam tot het besef, dat zij haar kind onrecht had aangedaan. Als een ander mensch wilde zij van deze reis terugkomen. Al haar achter lijkheid. haar eigenzinnigheid, trots, in één woord, alles, wat haar ontsierde, moest zij van zich afschudden, dat nam zij zich voor in dit ernstig uur van zelfinkeer, dat niet veel men- seben is gegeven. Er kan niet genoeg op gewezen worden, dat eau de cologne van meet af aan geen parfum, doch een uitgesproken verfrjssching is. en het zijn Juist haar verkwikkende eigenschappen, waardoor dit kostelijke, welriekende water de harten der beschaafde menschen over alle we- relddeelen veroverd heeft. Dit alom bekende Keulsche water, dat wij in 4711 Eau de Colgne bezitten, vermindert hoofd pijn en migraine. Het verfrischt, verkwikt en kalmeert de koorts, moeheid en uitputting. Toe gevoegd aan bad of wasèhwater, geeft het een gevoel van behaaglijkheid. Het leent zich voortreffelijk voor lichaams- massage na het baden, is voor scheerwater zeer geschikt en zuivert de lucht in overvolle ruim ten in onze ziekenkamer en m den trein. Zijn afkoelende, reinigende en anti-septische werking maakt het geliefd op het sportterrein of aan het strand. En thans een bijzondere aan wijzing voor dames: Eau de cologne harmo nieert met elk parfum, zoodot het nooit de bijzondere geur van het uitverkoren schoon- heidsmoraal storen kan. - Overigens kan eau de cologne ook als mond water gebruikt worden. Enkele druppels „4711” in een glas water werken verfrisschend, vooral bij dorst of koorts. t! ll ril lil dan maar dadelijk heeft te gehoorzamen?" En als hij haar nu eens van zich afstiet? Hetgeen toch zeer goed mogelijk was. Want had hij niet uitdrukkelijk verklaard, dat het X laat ste woord was, dat tusschen hen gesproken werd? Wie hielp haar in deze onontwarbare moeilijkheid? Hoe diep voelde zij het plotseling, dat zjj nooit een vriendin had gehad, nooit de van een vertrouwelijk gesprek had Ollva zat nu in den restauratiewagen die door den harmonicadoorgang aan haar rjjtuig was verbonden. Verbaasd keek zij in X rond. Zooiets had zij natuurlijk nog nooit gezien of zelfs voor mogelijk gehouden. Een elegante eetkamer op wielen, met een prachtig uitzicht naar buiten, dat leder oogenbllk iets anders te zien gaf. Ongeloofelijk gewoon! De betoovering van het reizen spon ook deze nuchtere vrouw al meer en meer in en zij werd er door beneveld. Doch weer stond daar, onwrikbaar en niet te ver drijven, de gedachte voor haar: „Wat ben ik nu reeds ver weg ver van hem. Waarom?” Maar wie kon haar per slot van rekening be letten. bü het volgende station uit te stappen en weer naar huis terug te reizen? Haar adem stokte.- toen zjj dat overdacht. Zij was toch baas over haar doen en laten en wan neer het haar in Weenen beter beviel „Neen!” sprak haar trots. „Neen duizend maal neen.” Hjj had haar bü hun laatste onderhoud hatelüke woorden toegevoegd. Hü was het. die moest komen. ZÜ kon zich niet zoo vernederen neen, dat kon zü niet! „Wat komt het er op aan, wie den eersten stap doet?” fluisterde de andere stem haar kalmee- rend toe. Wat kwam het er op aan. als zü eens een enkele maal toegaf? Als zü naar hem toeging en hem de hand reikte en zei: „Wees niet.lan ger boos.” Verschrikt en met plotselinge hartkloppin gen luisterde zü als X ware naar zün antwoord: „Zoo. denk je dat je slechts volgens je grillen je bevelen kunt uitdeelen, en dat ie4ereen je T -auwelijks is de Defensie-begrootlng N -- of er verschijnen berichten uit ver- schillende gemeenten, dat kazernes en an dere militaire inrichtingen zullen worden gebouwd, dat groote aantallen militairen zullen worden gelegerd, etc. etc. Blijkbaar hebben de militaire overheden reeds ge- ruimen tijd vóór de begrootlng werd be handeld met de gemeentelijke autoriteiten •besprekingen gevoerd en heeft men met publicatie gewacht totdat de Tweede Ka mer haar sanctie zou hebben verleend. Wij begrijpen dit volkomen en wij hebben daar op ook geen critlek. Ons land la, wat de defensie betreft, achter gebleven, het is de taak en ook de plicht der militaire autori teiten om, zoodra er redelijke zekerheid bestaat, dat in de benoodigde gelden door het Parlement zal worden bewilligd, haast te maken om den achterstand in te halen. Alleen maar.wij vragen ons af, of de militaire autoriteiten in de onderhande- lingen met de gemeentebesturen over den bouw van kazernes, den aanleg van oefen terreinen etc. niet een weinig de hand heb ben gelicht met zekere wettelijke bepalin gen of misschien moeten wij het zachter zeggen: zjjn zij bij de besprekingen wel evengoed op de hoogte geweest van aard en strekking van sommige wettelijke be palingen als van de krijgswetenschap. Wjj betwijfelen het. En daarom zouden wij het op prijs stellen, indien wat meer bekend werd omtrent de verplichtingen, welke de gemeenten hebben aangegaan of nog zul len aangaan teneinde soldaten of kanon- aen of beide in de veste te krijgen. Van de hoofdstad is dit ons, sedert giste ren, bekend: Amsterdam krijgt een sedert langen rijd gewenscht garnizoen! Wij ver heugen ons daarover en zijn er zeker van. dat het bericht bij de geheele bevolking van de hoofdstad voldoening heeft gewekt. Maar.... in de voordracht lazen wij met eenige bevreemding, dat bij de gevoerde on- derhandelingen van militaire zijde als on- afwijsbare voorwaarde van de legering van een garnizoen werd gesteld, dat in de on- middellijke omgeving van Amsterdam een oefeningsterrein van voldoende grootte en geschikt voor het oefenen met luchtdoel- artillerie ter beschikking zou komen. B. en W. stellen voor, hieraan te voldoen. De kos ten van het gereedmaken van dit militaire refeningsterrein met bijbehooren worden geraamd op één millioen twee ton! Te be talen door Amsterdam. Verschillende vragen kunnen hier gesteld worden. Vooreerst: zijn er nog meer gemeenten, welke op dergelijke voorwaarden met de militaire autoriteiten overeenkomsten heb ben gesloten? Wij stellen deze vraag, om dat men naar onze meening op een totaal verkeerden weg is beland. De secretaris van Maastricht, mr. P. J. M. Kallen, heeft te recht dezer dagen in het Arka-weekblad de aandacht gevestigd op art. 188 der Grond wet: Al de kosten van de legers van het Rijk worden uit ’s Rijks kas voldaan.... Deze bepaling is reeds te vinden in de Grondwet van 1848 (art. 187) en men heeft ook destijds getracht aan dezen eisch te ontkomen. De jurist mr. W. de Sitter heeft in woord en geschrift daartegen geoppo neerd met het gevolg, dat de regeering ein-« delijk besloot, de gemeenten van de kosten onverstoorbaar op los en zag er zóó oerkomisch uit. dat Ollva X had kunnen uitproesten van X lachen. Hare hoogheid leverde geen aesthetischen aanblik op. dat moet gezegd. Maar het een voudige en natuurlüke feit, dat zü zoo behaaglük snorkte, was niettemin zeer leerzaam voor hen. die willen leereir: „Wü zün allen slechts men schen." anderde. Als stad der Pausen werd Rome dan de hoofdstad der kerkelüke staten en in 1870 de hoofdstad van het nieuwe Vereenlgde Ko ninkrijk Italië. In haar compartiment teruggekeerd, zag Ollva. dat de toebereidselen voor de nachtrust daar reeds waren getroffen. De sneeuwwit ge dekte bedden noodden verlokkend tot rust. Het verheugde Oliva, dat haar réisgenoote nog in den restauratiewagen was en zü haastte zich, haar reiscostuum uit te trekken en in een pyama te glüden, vóór de oude dame terug kwam. Met een tevreden zuchtje strekte zü zich op een der beide bedden uit. nadat zü haar kleine luchtkussen te voorschün had gehaald, waarmede zü haar ligging aanmerkelük veraan genaamde. De lamp aan het plafond was ge temperd en dus niet hinderlük. Ollva herinnerde zich slechts zeer vaag, dat de deur werd open geschoven en Lize Froheim binnenkwam. Daarna was zü Ingeslapèn, ondanks de vreemde omge ving, het ongewone schudden en het feit, dat een tweede, geheel vreemde persoon zich bü haar in dit nauwe verblüf bevond. Het zal zoo ongeveer vüf uur in den morgen geweest zün, toen zü plotseling ontwaakte. Het duurde een oogenbllk vóór zü wist, waar zü was en eenlgszins verschrikt naar de eigenaardige geluiden luisterde, die haar hadden gewekt. Weldra waren haar oogen aan het halfduister gewend en onderscheidde ze Lize Froheim tegen over haar. Zü lag. met haar mond open, op haar rug en de vriendelüke oude dame snorkte er zoo 27 Toen zü het compartiment had verlaten, zei Ce oude heer tegen zün zuster: „Zeg. nu heb je toch sterk overdrevenzü ziet er zeer goed uit en heelemaal niet abnormaal.” „Laat ze eerst maar eens warm loopen, broer- Me; ze ik zoo achterlük, dat zelfs Jü uit Je vel •Pringt van de pret. Menschen. die op de hoogste sport van de Maatschappelüke ladder staan, zün in hun toanier van doen verrassend eenvoudig. Niet- togenstaande dat, hebben zü de kunst geleerd, °°zlchtbaar muren op te trekken, zoodat slechts degenen hen kunnen naderen, aan wie zü dat toestaan. Ollva echter was, ver van de groote wereld, •Heen op het voorbeeld van haar bekrompen tooeder aangewezen geweest en zoodoende ont stak haar ten eenenmale de pose van de waar- •chtige .grande dame.” Voornaam doen en voornaam zün zün name- dk twee absoluut verschillende dingen! a v v WW w VW oo dit blad zijn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen p 7^0 levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door L( 7^0 een on8eval met Al I |4 A |<f 1IMi^|4 ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen verlies van belde armen, belde beenen of beide oogen doodelijken afloop AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERUES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL opbeuring gekend. De tüd verstreek en het verglüdende land- schap werd in een diepen nevel gehuld. Nog steeds zat Ollva daar en rafelde haar gedach ten uit, zonder tot k^arheid te komen. „Wenscht u ook te soupeeren?" vroeg een mannenstem en toen zü opkeek, kwam zü tot de ontdekking, dat zü de eenige persoon in den restauratiewagen was. Alle tafeltjes, op het hare na. waren reeds voor het lichte souper gedekt. Zü vond het niet aangenaam, nu weer naar haar compartiment terug te gaan en daarom knikte zü bevestigend. In een oogwenk had de kellner nu ook haar tafeltje in orde gemaakt. Het duurde niet lang, of de restauratie wagen vulde zich met reizigers. Ook de broer en zuster uit haar coupé verschenen en Lize Froheim groette Oliva in X voorbügaan met een schertsende opmerking. Hun plaatsen waren aan het andere eind van den wagen en er kwam niemand bü haar aan X tafeltje zitten wat zü zeer prettig vond. De ongewone, lange reis had haar hoofdpün bezorgd. Zü had het diner overgeslagen en nu herinnerde zü zich, dat zü. behalve een kop thee, den gebeeien dag niets had gebruikt. Bella moest toch toegeven dat de oplossing nog zoo slecht niet was. Mevrouw Huber’s „geest” verweerde zich echt vrouwelük. Haar japon was allerminst passend voor een intiem diner in „Trianon” en dan het haar, X leek gewoonweg nergens op! Toen liet münheer Huber zich van een anderen kant kennen, een lawine zoete complimentjes over spoelde zün schoons te. Mijnheer Huber het vertrek meer verzorgd uit, ooit te voren. Ans droeg een roode roos. Het directe resultaat van eindeloos veel diners is altüd geweest, dat ,jnen” elkaar ysteeds beter begreep en ook meer waardeerde. Het trio, bestaande uit ..mevrouw Huber” en de heeren Listner en Huber maakte op dezen regel geen uitzondering. Zakelük bezien kwamen de firma Listaer en de firma Huber dichter tot elkaar, dan urenlange conferenties in nuch tere, kille kanto ren hadden kun? i' nen bewerkeik Van zakelük naaf* Mevrouw Huber zuchtte en zei alleen „Hoofd-M Privé is dan n<XT maar een klem stapje. En zoo is het dan ook niets verwonderlüks. dat münheer Listner zün tafel genoot eensklaps toefluisterde: „Je bent toch een gelukkig mensch. Huber! Jouw' vrouw is er een uit duizenden. Je mag den hemel dankbaar zün. dat ik haar eerst als je vrouw heb leeren kennen, andersListner presenteerde zün gouden cigarettenkoker. Aan het echtelük ontbüt voelde mevrouw Huber zich den volgenden morgen weer geheel de oude en informeerde met -groote belangstel ling naar het diner in „Trianon”. Münheer Huber was mededeelzamer dan ooit, over het zakelüke gedeelte kwam hü niet uitgesproken. Mevrouw bracht Ans' positie naar voren. Maar daar wist münheer Huber niet veel meer van te zeggen, dan dat hü vreesde, dat Listner verliefd was geraakt. „Op Ans.” constateerde mevrouw mef ning. ,,X Is ook eigenlük niet te v. renEen oogenbllk heerschte aan 1 diepe stilte; ieder was met zün eigen gi vervuld. „Karei." begon mevrouw opnieuw. Hü keek -onderzoekend op. Die zachte toon waarschuwde hem op zün hoede te zün. „Karei, Jü moet met Listner spreken, van man tot man. zooals Jullie dat noemen.” Münheer Huber stribbelde tegen, maar bleek tenslotte tegen de tactiek van zün vrouw niet opgewassen. „Listner zal er blü mee zün, als hü hoort, hoe we hem gisteren beetgenomen heb ben." schamperde hü. Listner was niet alleen blü, hü was dol-ge lukkig. Hü had zich onophoudelük beklaagd, dat het hem nu Juist moest gebeuren dat hij verliefd was geworden op een vrouw, wier hu- welüksgeluk talloozen ten voorbeeld kon worden gesteld. En nu, nu! Nadat münheer Listner des avonds met Ans Schmidt huize Huber verlaten had. kwam mün heer Huber met de argelooze opmerking: „Zeg eens. Willy, die hoofdpün van gisteren avond blükt achteraf toch wel goed van pas ge komen te zün!” „Vind je? Ik wil je wel zeggen, dat ik al lang „hoofdpün" had, over Ans. snap je. Toen Je me opbelde, om met Listner te gaan dineeren, kreeg ik een lumineus idee. Ik besloot op mijl) beurt Ans uit te noodlgen Eerst voelde ze er niet veel voor, maar tenslotte wilde ze dat „avontuurtje” toch wel eens wagen. En met welk een succes!" Van toen af aan ging het aantal inwoners met rassche schreden vooruit. In 1870 bedroeg het aantal inwoners 226.000, op het einde der negentiende 460.000, in 1914 600.000 en in October 1.240 000 Inwoners. Maar terwü! in het jaar 1858 nog 73 procent der bevolking zich erop beroemen kon, Romei nen te zün, waren in het jaar 1931 nog slechts 42.6 procent der bevolking geboren Romeinen. zwager trof. groette ze. en liet er meteen op vol gen. „Wat innig!” „Vind je?” meesmuilde münheer. „Allemachtig, wat een grafstem! Scheelt je wat Willy?” Toen volgde een zeer onvolledig verslag van wat tot dusver gepasseerd was, dat tenslotte eindigde met de verzuchting: „Wat nu?” Münheer Huber üsbeerde ongezellig, keek tel kens naar de klok en drong op een snelle be slissing aan. Mevrouw Huber voorstel. „Als Ans in mün plaats ging? Het is al min stens vüf Jaar geleden dat Listner mü ontmoet heeft, zoo precies kent hü me dus niet meer. Het eenigste, wat hem zou kunnen opvallen is dat .Jk” er, in verhouding tot .Jou" meteen stond münheer Huber stil en keek zün vrouw achterdochtig aan dat .ikf’ er Jong uitzie! Maar daar is alles voor, vind Je zelf ook niet?” Münheer Huber bromde wat onverstaanbaars, voelde zich geraakt door de opmerking, welke natuurlük zün haarloos hoofd betrof maar Luid rinkelde de telefoon en verschrikte de diepe geaachten waarin mevrouw Huber klaar- blükelük verzonken was. Dan ruischte haar slanke figuur door den weelderig ingeiichten salon en met een slag leek het leven er op nieuw zün intrede te hebben gedaan. .Jlallo Heb jü een verrassing voor meMag ik driemaal raden wie er 00 het oogenbllk op visite Is? Dat kan ik je meteen wel zeggen: Listner! Goed geraden, hé!Ik heb zoo even een bouquet roode ro zen ontvangen en dat Is een onfeilbare aanwü- zing, dat Listner in aantocht isOm half acht, zeg je? Goed hoor, tot dan!” Een uur later kwam het glunderende, volle gezicht van den heer Huber kwajongensachtig om den hoek van de deur Zijn kleine blauwe kraaloogjes zochten langs de meubelen, tot ze in het schemerig verlichte hoekje mevrouw Huber vonden. Toen verstarden ze en kwam de geweldige gestalte van den heer Huber te voorschün. „Dag vrouwtje", klonk het zacht. „Voel Je Je niet goed kind? Wat scheelt er aan?” Na het Belamy heerschte er in de kleine huishouding van de jonge kunstenares een weldadige rust. Niet, dat de gast zoo büzonder druk was ge weest. maar Iedereen weet, dat er menschen zün. wier aanwezigheid alleen al voldoende is. om de zenuwen van de omgeving te doen trillen. En tot die soort behoorde ook Ollva. Rest zat nu 's middags weer met haar het kamermeisje en verhaalde de oude, eeuwig-nleuwe geschiedenis van haar eerste en eenige liefde, waaraan op zoo dramatische wijze een einde was geko men. En Anny was een jong ding, dat graag naar liefdesgeschiedenissen, al waren zü dan ook reeds lang in rook opgegaan, luisterde, en ze met ademlooze aandacht volgde. De afschrik wekkende moraal, die Rest hieraan trachtte te verbinden namelük, dat men mannen over X algemeen niet mag vertrouwen kon het jonge meisje er niet in ontdekken. Den eenen, dien Anny op X oog had. o. die was heel anders. Dat js pdie eene" immers altüd! (Wordt vervolgd) Pün Münheer probeerde zün teleurstelling te verbergen, speelde met zün sleutelbos en be raadde zich, hoe hü het gesprek zou voort zetten. Zoo heel moeilijk was dat wel niet maar hü vreesde dat er vanavond „Ik vind het echt vervelend voor jou. Karei”, münheer Huber knikte al bü voorbaat, „maar ik kan onmogelük in „Trianon” gaan dineeren.” V „Stom vervelend”, ♦iel münheer uit. ,4a echt naar”, corrigeerde mevrouw ..List ner zal nu denken dat Ik een uitvluchtje ver zonnen heb. om vanavond van zün gezelschap bevrüd te zün. Maar dat is heusch niet waar", verzekerde ze met ongewonen nadruk. „Vrouwen hebben ook altüd wat anders. Den eenen keer hebben ze niets om aan te trekken, dan weer blüven ze thuis om zoon doodgewo ne hoofdpün waarvan wü mannen er min stens drie zonder blikken of blozen ver werken!” In de aangrenzende hall rinkelde füntjes de huisschel, een waarschuwing voor de dienstbode en tevens voor münheer. waaraan belden oogenblikkelük gevojg gaven. En zoo gebeurde het dan ook dat juffrouw Ans Schmidt haar zus en zwager poeslief naast elkaar op den divan t „Dag De andere mannen waren opeens vooruit gereden, want er was een heele troep paarden. Ze vlogen op hun eigen ros er op af en er tusschen en onder geroep en ge schreeuw gooiden ze hun lasso's uit. Maar het ging niet zoo gemakkelük als Profje dacht. De gevangen dieren verweerden zich én waren er niets op gesteld meegenomen te worden. Ze trokken en trokken en het scheelde af er toe niet veel of ze trokken hun jagers van hun paard af. Maar het waren sterke mannen, die zulk werk ge woon waren en ze bleven toch de baas. Profje vond het prachtig om te kien en bekeek alles door zün trouwen verreküker. waagde een ■b

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1937 | | pagina 9