uan den
I
De avonturen van Prof je en Struisje
I
F 250.-
Reserve-officieren
\Adel I
Economie voor
iedereen
arbeidt I
WOENSDAG 29 DECEMBER 1937
1
Therese Neumann
-Ballogg vertaald-
2
B
1
i
i
Niet te veel op de
regeeringsbureaux
Na den dood van Debuaty de
toonaangevende componist
in Frankrijk
Bij het overlijden vari
Maurice Ravel
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
-- - -- - - - - -----
iiiiiiiiiiiiA^/?5'7iW5’iiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiii^
MJ verlies van «en band,
•en voet et een oog.
‘I
de
Ze zochten en hebben gevonden....
Maar ’t „Gloria'
MR. WITTEMAN
DOOR LO WtLSDORF
HOOFDSTUK XII
(Wordt vervolgd.)
1
1
i
1
I
1
1
1
Oliva
nemen
Maurice Ravel was, na den dood van Debussy,
stellig de toonaangevende componist in Frank
rijk.
Hij zag het levenslicht in 1875 te Clbourc
nabij Saint-Jean de Luz. Al jong ging hij naar
Parus, waar hU studeerde aan het Conservatoire
bij Charles de Bénot (piano), bü Gedalge (con
trapunt) en bij Fauré (compositie).
Het waren Oabriel Fauré en Chabrier, die
een grooten Invloed hebben gehad op de vor-
I
diocees
lj«van den Bisschop.
tgllng van de „Msb."
BK
^-j-voont bi) de jaarlüksche inzameling
voor de katholieke Unlversiteit. dat
gil in Belde voor een der edelste
Cultuurgoederen, de wetenschap, bij nie
mand wilt ten achter blijven en dat gij
in geloofsijver allen wilt overtreffen.
Het Hoogwaardig Episcopaat bij bet
eerste lustrum der Kath. Unlversttelt.
i
1
1
I
1
1
1
1
de
be
1
dt
vo
ve
vo
bli
is
do
’ril
«e
tin<
15
Uit
ver-
na-
I
F*1
«P
he
bil
vo
na
he
C.
1
ws
tel
zü
we
be
1
mi
rii
Ht
1
ha
mi
Toen alle mannen waren afgestegen, gaf
het opperhoofd bevel den blanken man in de
gastentent te brengen en daar op een leger
van beestenvellen neer te leggen. Toen werd
de dokter geroepen om Profje te onderzoe
ken. De zoon van het opperhofd ging mee
in de tent en niemand kreeg verder toegang
dan Struisje, die natuurlijk moest weten vrat
er met zün heer verder gebeuren zou. Hij
was er niets gerust op, dat Profje steeds niets
zei.
Gods Zoon, daar zoo arm’lijk
geboren,
In ’n dorpke bij simpele Hén!
Komt, gaan we het Gloria hooren
Het goddelijk Kindje daar zien.
Daar lag in een donkeren stal
Een Kindeke, schamel omwonden,
In ‘t stroo van de krib dat was al.
Ze zouden het Ktndje gaan zoeken,
Die herders van Bethlehem:
Het borelingske in doeken,
Beduid door een hemelsche stem.
’t Moest zijn het te Bethlehem
verwachte:
Verlosser uit nameloos leed;
De Christus uit Davids geslachte.
Voorzegd bjj Gods grooten profeet.
„Bepaald is dat werMooze reserve-officieren
en de reserve-officieren. die een betrekking
bekleeden. welke met de positie, die zij in het
leger innemen niet in overeenstemming is, Ir
geval door hen gedongen wordt naar de ver
vulling van een betrekking in 's Rllks dienst,
bjj een plaatslngsbureau van het Departement
van Binnenlandsche Zaken op één lijn gesteld
worden met de wachtgelders."
di
vc
is
dc
ra
bl
H
P<
ac
«I
O
in
ev
dt
tM
bt
«k
Een^warm gevoel doorstroomde Oliva. Ooede,
oude vader dacht zü- En de sterren stonden
reeds aan den hemel, toen zü weer voor 't hotel
stilhielden.
„U gaat natuurlijk direct naar bed, nietwaar?"
vroeg hij en kuste haar hand als afscheids
groet. Zü knikte en fluisterde eenige woorden
van dank. Dan ging zü heen en keerde hjj
met zijn auto huiswaarts. Een diepe zucht ont
snapte onwillekeurig aan zijn lippen: „Waarom
ben ik nu niet jong?" beteekende die zucht.
Na een paar uur kwamen ze in het kamp
aan. Het waren allemaal tenten, waar Profje
en Struisje ook al vaak in hadden gekam
peerd. Alleen waren ook daarop een heeleboal
gen geschilderd. Er. waren een heeleboel
menschen, ook vrouwen- en kinderen, allen
met dezelfde bruine gelaatskleur en ieder
een kwam nieuwsgierig toeloopen, toen ze
zagen dat er iets vreemds in het kamp werd
gebracht. Maar ze durfden niet te dichtbij
komen, want ze hadden veel eerbied voor
het opperhoofd en ze mochten alleen in zün
buurt komen, als hij er toestemming voor
gaf.
S3
Haar gezicht scheen smaller, bleeker geworden,
met donkere schaduwplekken onder de oogen.
En dat in een paar uur. Zjj zag er nu uit als
iemand die zwaar ziek is. Als passend bij de
stemming waarin zij verkeerde, koos zij een
zwarte japon en aangezien zij. niettegenstaande
de warmte, huiverde, nam zjj haar vos en ging
de trap af. Na den brief in de bus gedaan te
hebben, wandelde zjj het terras op en liet haar
blik dwalen over de menschenzee, die op de
promenade slenterde. Neen, daarheen ging zjj in
geen geval. Besluiteloos keerde zjj zich om en
stond plotseling voor den man, over véiens leven
haar plannen strookten. Een gevoel van schaamte
overviel haar. Wat was zjj toch slecht, dacht zjj.
naar adem hjjgend. Hjj echter stond ontsteld
voor haar. „O, beste mevrouw, wat ziet u bleek!
Migraine? Nu. weest u maar gerust, ik zal u
niet lastig vallen, want ik kan mü indenken, dat
behoefte aan rust gevoelt Weet u wat? Wjj
maken een ritje naar bulten. Niet naar Cannes.
In den grooten salon rumoerden nog langen tijd
twee mannenstemmen; de een, opgewonden en
heesch, herkende Willy als die van haar vader;
de cynische, akellg-kalme was van mr. John
Scrange. Eerst toen Willy den bankier het huls
uit hoorde gaan, kwam ze beneden. Het ge
sprek tusschen vader en dochter was langdurig
en opgewonden, maar toch ook innig en ver
helderend.
,,'t Zal ons aan niets ontbreken!" beloofde
wüly tenslotte. „Ondanks mr. John Scrange!"
Ben maand later. Met den slaap nog in zjjn
oogen slofte John Scrange de badkamer In om
zich wat meer toonbaar te maken. Zachtjes
neuriede hjj een schlager-deun, welke hem nog
van de soos-fulf was bjjgebleven. Automatisch
nam hjj een tube crème en bemerkte aan den
bol-ronden vorm, dat er een nieuw was klaar
gelegd Het afgezaagde refrein bleef hem In de
keel steken, toen hjj de tube wat nauwkeurig
bekeek.
„Dat juffertje ken Ik!"
De trekken van de reclame-dame, die den
heelen tube-omvang besloegen, kwamen hem
eigenlijk meer dan bekend voor, vreeseljjk be
kend zelfs.
„Ah. Willy Hardly!"-
Die had dus haar bewonderd lachje verkocht!
Zeker om te probeeren hem een hak te zetten.
Willy Hardly.... een reclame-prinses? Recla
me-girl verbeterde hij zich meteen en legde de
tube terug. Als hij naar het parfum greep, lachte
Willy hem andermaal toe. Hoe nijdig John
Scrange het fleschje ook terugzette, zijn erger
nis was er niet voor op den loop gegaan. In
tegendeel! Kwaadaardige ochtendzlekten pro
beerde de bankier in den regel met een sigaret
te verdrijven, maar ook deze poging mislukte
jammerlijk, toen hij op het spiksplinternieuwe
merk al weer Willy's lachende kopje ontwaarde.
„Wat er' zoo al niet voor geld te koop la,”
schamperde John Scrange, maar deze opmer
king verlichtte hem allerminst. En nog was hjj
de gedachte aan Willy Hardly en haar beroep
niet kwijt, toen hij 's avonds afleiding probeerde
te vinden bjj een flesch whisky. Als de ober
hem'serveerdc. was het plotseling of hem een
glfdrankje bereid werd. „Weg met de flesch,"
schreeuwde hij den onthutsten kellner toe.
Op de etiquette stond'Willy Hardly en lach
te, decoratief en vinnig.
Baron Lionel Hardly had zich met zün ver
anderde situatie al'spoedig verzoend. Dat lag
zoo In zjjn aard. Iedereen immers moest in de-
-- f
een hoogstaand mensch als Ravel nimmer had
gewenscht.
De componist, een zeer gevoelige figuur, voel
de zich door de achteruitzetting gekwetst en
heeft later consequent alle officieele onder
scheidingen geweigerd, waarmee men hem wilde
rehabiliteeren.
Het is een eigenaardigheid van Ravel, dat
hij verscheidene malen een werk eerst voor
piano heeft geconcipieerd, en daarna uitgebreid
voor orkest. Zoo bijvoorbeeld de „Pavane pour
une Infante défunte” en de suite „Ma Mère
lOye". Dit laatste werk Is. naast de suggestieve
„Boléro" (die knappe evocatie en obsedeerende,
eindelooze herhaling van een 8paansch ritor
nel), naast „La Valse”, die met na-oorlogsche
herinneringen en Johann Strauss-sAema's ge
vulde compositie .naast zijn „Rhapsodie espag-
r.ole” en de Sonatine, in Halland het meest
bekend. Ravel heeft ook een opera gecompo
neerd, nl. .J’Heure espagnole”.
Hij mag geen componist zijn geweest van zoo
hoogen rang als Franck of Debussy (hij was
meer eclecticus), toch is het verlies voor de
Fransche muziek zeer groot, vooral nu ook pas
Albert Roussel Is overleden Op figuren als
Milhaud en Honegger is thans de hoop geves
tigd.
Waar eerst enkel herderkens gingen.
Ook koningen zijn daar gegaan:
Den hemelweg van de geringen
Ziet Jezus!.... Hij moedigt ons aan.
Th. A.
^IIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII^
Zij antwoordde niet, docK reikte hem een
voudig den brief over, die op tafel lag. Plotse
ling deed hU een stap achterwaarts, alsof de
grond onder zjjn voeten wegzonk. Met lijkbleek
gelaat liet hij den brief zakken: „Wat beteekent
dat?” hijgde hij, want zijn stem weigerde dienst
Radeloos keek Bella hem aan.
HU stond nog steeds hoofdschuddend voor
haar, nam den brief nogmaals op en las hem
van 't begin tot het eind weer door. Plotseling
bracht nü beide handen aan zUn hoofd en be
gon zóó uitbundig te lachen, dat Bella verschrikt
achteruit weet
„Nu, ik zou wel eens willen weten, wat er
voor onduidelijks Instaat? Waarom zou zij zich
niet nog eens verloven?" En hü haalde zjjn
schouders op, alsof hü niet begreep, waarom men
zich over zoo'n natuurlijke zaak zorgen maakte.
De hoofdzaak voor jou is de toestemming en
het moet gezegd worden, dat de bruidsschat
schitterend Is. Een waanzinnige had geen rijkere
schenking kunnen bedenken!" Dit alles zei
Pretorius op geforceerd-opgewekten toon, die
Bella diep deed ontstellen.
Want zU besefte, dat zijn woorden allerminst
met zjjn gevoelens overeenstemden. En zü Ron
het zich ook zeer goed Indenken. Virglllus hield
immers van haar moeder. Hoe zonderling het
ook mocht klinken, zü had het altUd geweten.
En zU was er steeds van overtuigd geweest, dat
het tusschen die twee nog wel ooit tot een be
vredigende oplossing zou komen. En zeker, sedert
haar moeder zich zoo gewillig liet leiden op
voeden, zooals zU het de laatste weken zoo dik-
wljls schertsend had genoemd. En nuf
ATT T~* A °P «Ut blad Zijn Ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen T7 *7^0 levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door p *7^fl bij een
I IT I w aj ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen **Ve doodelljken afloop
I
-j—5 enige malen werd den laatsten tUd bok
H onzerzijds de wensch uitgesproken naar
een nader onderzoek in de zaak van de
Konneursreuthsche gestigmatiseerde, Therese
Neumann, zulks naar aanleiding van bet feit,
dat de conclusies van de medici, die met name
haar, voedseldervtng controleardep. ernstig wa
ren aangevochten.
Over deze kwestie werd den lOen „(lezer in
het Amtsblatt voor het diocees Regensburg
een verklaring gepubliceen
welke verklaring in de ve»
als volgt luidt:
.In het jaar 1927 heeft Therese Neumarin
zich Ingevolge bisschoppelijke beschikking aan
een 14-daagsch medisch gecontroleerd onder
soek onderworpen. Het rapport over dit onder
zoek werd gepubliceerd.
Sindsdien zijn er tien jaren verloopen, ge
durende welke Therese Neumann, volgens haar
verklaringen, geen spijs en (sinds meerdere
jaren) ook geen drank taf zich heeft genomen.
Herhaaldelük werden twijfels -geuit of deze
verklaringen juist waren en niet misschien op
misleiding, of zelfmisleiding berustten.
De geschriften, die zich deels voor en deels
tegen de betrouwbaarheid der verklaringen
van Therese Neumann uit-spreken, kenden en
kunnen een laatste opbcldering^^gu-zekerheid
niet brengen.
Aan die twijfels en den strijd kan slechts een
nieuw medisch geleld en gecontroleerd onder
zoek-een einde maken, want het onderzoek van
het jaar 1927 kon weliswaar den toenmaligen
staat van zaken vaststellen, maar geen beves
tiging of weerlegging zijn voor wat betreft de
beweerde voedlngloosheld gedurende de vol
gende jaren.
Daarom heeft de bisschop van dit diocees
tegenover de familie Neumann herhaaldelijk
den wensch uitgesproken, dat zij haar toestem
ming tot zulk een onderzoek zou geven.
BU dezen wensch heeft zich het gezamenlijke
Beiersche episcopaat en d.d. 4 Augustus 1937
ook de H. Congregatie van het H. Officie aan
gesloten.
Therese Neumann heeft zich bereid verklaard
tot het ondergaan van een onderzoek, maar
haar vader heeft dit verzoek tot nu toe ge
weigerd, respectievelijk aan onvervulbare voor
waarden verbonden.
BU dezen staat van zaken kan de kerkelüke
overheid geen verantwoording op zich nemen
voor het werkelUk bestaan der beweerde voe
dlngloosheld en voor het karakter van ^ndere
buitengewone gebeurtenissen te Konnersreuth.
Zoo lang niet door een nieuw onderzoek
klaarheid verschaft is, zullen dus ook geen
schrittelUke vergunningen meer uitgereikt wor
den tot bezoeken bü Therese Neumann.
Een definitief oordeel over de gebeurtenissen
bedoelt hiermede niet gegeven te zün. De in
geschriften gevoerde strijd in deze zaak heeft
bU gebrek aan de noodzakelUke grondslagen
weinig zin en waarde en zou beter achterwege
kunnen blUven.
Nog meer geldt dit voor vele, van *n zucht
naar wonderen getuigende, en ongewaarborg
de berichten, zooals ze bUvoorbeeld vervat zUn
in het „Konnersreuth Jahrbuch." Voor deze
berichten is Therese Neumann niet verantwoor
delijk. daar rij veelal zonder haar weten ge
publiceerd worden.”
ming van Ravel als kunstenaar en ofschoon
hü als componist liet blijken verwant te zjjn
aan den grooten Debussy, is hij toch altijd een
onafhankelijk kunstenaar geweest, die, zijn eigen
weg volgend, mag worden beschouwd, als een
der belangrijkste onder de moderne Fransche
toonkunstenaars. ZUn overeenstemming met
Debussy berustte op een overeenstemming m
onafhankelükheid ten aanzien van datgene,
wat in de harmoniek afweek van het geukle.
Maar ZUn vormbewustzijn was anders dan dat
van Debussy. Hu was ook veel minder impressio
nist in zUn colorlet.
Toen hU 26 jaaroud was, dong Ravel naar
den „Prlx de Rome”, doch moest zich tevreden
stellen met den tweeden prUs Dat was in 1901
Vóór dien tUd had Ravel, ofschoon nog jong,
reeds verscheidene werken geschreven, o.a een
„Ouverture" naar Shéhéiazade en „Suites auri-
culalres" voor twee piano's, waarin de „Ha
banera” voorkomt, welke Ravel later in zUn
beroemd geworden „Rhapsodie espagnole" ge
bruikte.
Dingend naar den ..Prix de Rome” zond hU
zUn cantate „Myrrha" in, doch het werk van
den jongen Ravel viel „uit den toon", om de
eenvoudige reden, dat Ravel altijd een eigen
weg in de muziek had willen volgen en deze
cantate niet in den stijl was gebleven, welken
de toonkunstenaars van dien tUd eenparig
volgden.
Later dong Ravel nog verscheidene malen
naar den grooten prus. doch blUkbaar hielden
de Juryleden niet van die overmoedige vooruit
strevendheid van een nog jong componist, ten
minste. nooit behaalde Ravel den eersten prijs
dien hU altUd zoo vurig had gewenscht te bezit
ten. Zelfs Ravel’s beroemd strUkkwartet kon
de juryleden niet geestdriftig stemmen. Frank
rijk is conservatiever dan men denkt.’
Intusschen bleef de houding van het bestuur,
dat belast was met de uitdeeling der prUzen,
niet onopgemerkt. ZU veroorzaakte zelfs het
aftreden van Monsieur Dubois, directeur van
■het ParUsche Conservatorium. Fauré nam zUn
plaats in. Dubois was een vriend van den jon
gen Ravel en publiceerde in de groote pers de
geheele affaire. Dat was voor den componist
een goede reclame, ofschoon van een soort, die
t” klonk door de
luchten,
De hemel zag wit van het licht.
En ’t daalde in zoo blijde geruchten:
,,’t Rijk Gods van den vrede is
gesticht".
Dat raad ik vandaag niet aan maar heelemaal
naar buiten in de vrUe lucht, dat zal u goed
doen. Naar La Turbia Daar is u nog niet ge
weest, wel? Betooverepd mooi en heerlUk stil,
daar boven; het zal u goed doen. Mooi bluft u,
al voelt u zich onwel. En Like is niet meegeko
men en dat is maar goed ook.^ want zU kan
haar mond niet* houden. Ik zal 'echter zoo stil
zün als een muis, dat beloof Ik, want ik ben
al meer dan gelukkig, als ik maar naar u mag
kUken. Als men oud is, wordt men bescheiden,
ziet u." En zoo doorbabbelend, leidde hU hpiar
naar den kleinen auto, die bulten stond te
wachten en gaf den chauffeur zUn orders.
Deze stuurde den wagen vlug uit de men-
schendrukte en weldra vloog het lichte voertuigje
langs de bochtige rivieroevers opwaarts, waar het
op dit uur tameluk stil was.
De oude prins hield woord: hü sprak geen
woord, doch vergenoegde er zich mede, zacht
haar hand te vatten en te streelen. Eerst wilde
ze terugtrekken, dan liet zU dat voor
varen. Oeleldelük ging er iets kalmee-
rends van deze füngevormde rimpelige hand op
naar over. Hü was als een vader, die zün
moegeechreid kind troost. Hü moest zeker wel
een goed mensch zün, dat hü zóóveel meegevoel
toonde. En daarbü meende hü slechts, dat zü
een weinig hoofdpün had! Wat was hü toch
hartelük. wat was hü bezorgd, alsof haar iets
heel ernstigs was overkomen!
Prins Xllo was büna zeventig jaar. Een leef-
tüd waarop alle stormen «wügen of soms
nog eenmaal, één enkele maal, een oogenblik
opbrulsen, eer de levenszon ondergaat...*
In beginsel moet deze poging om de
„Atandlr.g” der res.-officieren te handha
ven, worden toegejuicht, maar niettemin is
aan deze regeling één bezwaar verbonden
waartegen wij zouden willen waarschuwer
Indien nl. de regeerlngsbureau4 al te zeer
met res.-officieren bezet zouden worden
aou men kans loopen dat deze bureaux bij
mobilisatie plotseling al hun personeel zou
den zien verdwijnen, hetgeen een op dat
tijdstip» zeer ongewenschte verwarring aou
kunnen veroorzaken.
Intusschen Is dit een zaak, waarvan men
eerst den omvang zou moeten kennen al
vorens men er een oordeel over kan uit
spreken. Mogelijk loopt het met het aantal
res.-officieren, die op deze wijze op eer
regeerlngsbureau geplaatst worden, nog a;
los. Alleen zouden wij er op willen wijzen
dat de regeering. Indien zij iets speciaals
voor de werklooze reserve-officieren wil
doen hetgeen in beginsel volkomen ge
rechtvaardigd is toch goed zou doen met
tevens om te zien naar plaatsingsmogelijk
heden in het particuliere bedrijfsleven en
de werkgevers via hun organisaties aan te
sporen om speciale aandacht te wijden aan
RSeva^^asse van sollicitanten.
Er zijn gelukkig, juist onder de Reorga
niseerden, sociaal- en nationaal-vóelende
werkgevers genoeg, die aan dit verzoete ge
volg zouden geven.
Terwül de indianendokter hem onder
zocht en wat vloeistof tusschen de tanden
liet loopen wat hem zou kunnen opknappen,
kwam Profje bü en sloeg de oogen op. HU
begreep niet waar hü was en was veel te
ziek om er zich veel van aan te trekken.
Toen hü Struisje zag, kwam er een lachje
van tevredenheid op zün gezicht, want bü
Btrulsje voelde hü zich» veilig. En toen sliep
hü in. De dokter zei tot den zoon van het
opperhoofd, die „Gouden Hart” genoemd
werd, dat dit de eenlgste manier voor den
blanken man w^s om beter te worden, maar
Btrulsje verstond daarvan natuurlük niets.
sSX'P
daarbü beboerende bezittingen, zooals zü schrijft,
als bruidsschat. Ik begrüp er niets van.”
Eenige seconden van aarzeling: ,Jk ook niet,”
klonk het dan gedrukt „ZU zal toch niet ziek
zün?"
Zoo’n uitermate toegeeflüke Oliva bestond er
niet. Zoo diepgaand kon haar verandering nog
niet zün, wanneer alles in den haak was. Zoo
dachten de twee menschen, die haar zoo goed
kenden, allebei. Pretorius beloofde zoo spoedig
moge!Uk te zullen vertrekken.
„Ben je vanavond thuis?”
,4a ik blüf thuis en wacht op je.”
„Tot ziens dan!”
„Zoo gauw mogelük hè?"
Het gesprek was afgeloopen en Bella zat nog
steeds aan de schrüftafel. ZU steunde haar
hoofd op haar hand_en staarde naar den brief,
welken zü uit Nlzza £iad ontvangen. Iets scheen
haar te hebben weefhouden, Pretorius per tele
foon mededeellng te" doen van de voorgenomen
verloving van haar moeder. Dat was het voor
name! Uk Immers, wat haar zoo ongerust maakte
die droge, onpersoonlüke mededeellng.
Steeds grooter werd die onrust en ieder oogen
blik tuurde Bella naar de klok. Vroeger echter
dan zü had verwacht klonk bulten de huisbel
op de karakteristieke manier, waarop Virglllus
er gewoonlük op drukte. Zü rukte haar huis
kamerdeur open en vloog hem tegemoet. Hü had
nauwelüks tüd, om zich van zün Jas te ontdoen.
„Wat ben Je opgewonden en toch zie je er
niet zoo vroolük uit, als jé eigenlük onder deze
omstandigheden moest zün," vond hü, en keek
haar onthutst aan.
„Vreemd, dat zü geen woord over haar
haar verloofde schrüft," fluisterde Bellk schuch
ter. .En geep enkel woordje aan Robby!”
Virglllus antwoordde niet. Als gehypnotiseerd
staarde hU naar het papier, dat hü nog steeds
tusschen zün vingers hield.
„Weet Robert al iets van dezen brief?” Infor
meerde hü-
Bella schudde ontkennend haar hoofd. .Neen,
ik wilde er niet met hem over spreken, vóór Ik
Jouw meenlng wist. Er moest Iets niet In den
haak zün. dacht Ik bü müzelf. En dat is toch
ook jouw opinie, nietwaar?"
Pretorius scheen nu volkomen kalm. „Goed
beschouwd wat hebben we er mee te maken?"
zei hü vluchtig.
Bella ging voor hem staan, legde haar beide
handen op zün schouders en keek met haar
groote oogen naar hem op. „Vlrgilius, speel nu
geen verstoppertje. Jü houdt van haar rij
houdt van Jou en.”
Met een heftig gebaar schudde hU haar van
zich af.
„Van mü houden? Die koelbloedige, aanstel
lerige steenen pop? Neem mü niet kwalük. Bella,
maar heb je ooit een bewijs van een gevoelig hart
bü haar ontdekt? Was zü voor jou een moeder,
zooals zü moest zün? Is zü een vrouw?" Bitter,
ÜUh* hatelük kwam het er uit
-|—r zün „menschen, wier doen en laten vol-
H komen door het geld in zün meest wan-
staltigen vorm wordt beheerscht. Met een
ongedachten üver, een veel betere zaak waar
dig. bewaren en vermeerderen ze het als het
kostbaarste, dat ze hier op dit ondermqansche
te beheeren hebben gekregen. Er zün ook men
schen. die zich aan het aardsche slük niet meer
gelegen laten liggen, dan dat het er is om uit
te geven. Tot deze vaak benüde categorie be
hoorde Willy Hardly, de twintigjarige, eenig-
ste dochter van baron Lionel Hardly, bon-
vivant in groot formaat. Hier is dus een geval
meer, dat het gangbare spraakgebruik van een
niet ver van den boom gevallen appel, komt be
vestigen.
In haar verrukkelüke Bledermeier-kamer ver
deed Willy haar tüd met het doorbladeren van
een boek, dat haar maar matig scheen te kun
nen bekoren. Verschillende malen had ze het
al terzüde gelegd, een keurcollectle, aan den
wand geprikte fllm-artlsten latt^i gissen noe
groot ze precies was als ze haar armen lood
recht langs haar hoofd hield en luid geeuwde,
en dan maar weer aan het bladeren geslagen.
Een bescheiden klopje op de deur beant
woordde ze met een abrupt .Ja!”
Een kaalhoofdig, donker-gebrild heertje, dat
zijn nietig figuurtje In een veel te wüde jacquet-
jas had gehuld, verscheen in de deur-opening
en loerde naar binnen.
Willy kende hem niet en hoorde evenmlh.dat
hü zich als „taxateur" aandiende. Maar des te
beter kende ze de forsche gestalte, welke hem
op den voet volgde. n.l. mr. John Scrange, ban
kier en trouwlustig. Willy wist het bü onder
vinding.
„Hoe komt u hier?" vroegen haar oogen. En
waar de bankier de kunst verstond in vrouwen-
oogen te kunnen lezen, antwoordde hü vlug: „Ik
heb zoo juist dit prachtige slot gekocht. En
daar hoort natuurlük ook deze charmante
Biedenneierkamer bü!”
Willy verbleekte, maar begreep, dat hü de
waarheid gesproken had. Als hü niet voor over
macht had moeten zwichten, zou haar vader
dezen man zeker niet tot haar compartimenten
hebben toegelaten.
„Weest u maar gerust U behoeft deze kamer
niet vaarwel te zeggen I Na onze huwelüksreis
komen we hier weer terug,” stevende John
Scrange recht op zün doel af.
Willy verwaardigde hem geen blik. Zenuw-
achtlg-gejaagd begon ze snulsterüen, die ver
spreid stonden, bü elkaar op de tafel te zetten,
gereed, om ze zóó in een koffer te deponeeren.
Plotseling keek ze op en riep den afwachten-
den Scrange toe: „Ik weet, dat u een geid-
mensch bent. Ik heb u echter al eerder gezegd,
dat de meest waardevolle dingen op deze arm
zalige wereld niet met geld te koop zün. mUn-
heer Scrange!” Ongewoon ernstig stonden haar
blauwe oogen.
„Dat ligt er maar aan, wat je er voor over
hebt!” verweerde deze zich.
„Voor geen goud!” gilde Willy.
.Jdeallste,” probeerde Scrange haar te kal-
meeren. .Dat zeggen kleine, lieve meisjes, maar
realisten straffen zulke leugens!"
reeds een deel van een ander inkomen vormen'
doordat zü zelf niet uit economische productie
voortkomen; er Wordt m.a.w. dlkwüls dubbel
gerekend. Zoo büv. als het inkomen van den
zoon, die door zijn vader wordt onderhouden,
naast dat van zün vader wordt gesteld. Zeer
belangwekkend is ook het hoofdstuk over de
sociale waarde van het geld, waarin de koop
kracht van het geld met twee geheel nieuwe
factoren wordt bepaald, aan de hand van het
voorbeeld van de confiscatie eener abdü door
Hendrik VIII.
Het boekje, ruim 200 bladzüden groot, ver
dient een ruime verspreiding. Het is door dr.
Th. Schllchting bewerkt op een wijze, die hel
der inzicht en fijn taalgevoel verraadt, en daar
om allen lof verdient. Ten behoeve van den Ne-
derlandschen lezer is op menige plaats een Ne
derlandsen voorbeeld gekozen, en zün hier en
daar Nederlandsche statistische gegevens
werkt. Deze zün voor zoover wü konden
gaan, hoew'el niet diepgaand, toch zuiver en
verantwoord.
De ultgeverü „De Toorts” te Heemstede
zorgde voor een keurig verzorgd boekje, wat
band, papier en druk betreft, zoodat vorm en
Inhoud in harmonie zün. De prüs is matig. Wat
wil men meer?
-w—w ij de schriftelijke behandeling van
rS Defensle-begrootlng is ook het vraag-
stuk van de hulp aan werklooze re
•erve-officleren aan de orde gekomen. De
Memorie van ontwoord schreef er het vol
gende over:
„Virglllus ben jü zelf aan de telefoon, ja?
Goddank, dat ik je tref. Wil je onmlddellük
naar Weenen komen?” Met doodsbleeke lippen
stond Bella voor de telefoon met een open brief
in haar rechter- en de microfoon in haar linker
hand.
Pretorius bevond zich op dat oogenblik
bulten de stad. Hü had verschillende confe
renties en zaken af te handelen en Inspecteerde
tevens zün eigen bezittingen, waarover hü per-
soonlük toezicht hield. Dan was hü ook voor
nemens op de bezittingen van Oliva te gaan
zien, of alles goed marcheerde, om daarna
weer naar Weenen terug te gaan. Nu overviel
hem het telefoontje van Bella.
„Wat is er dan aan de hand, meisje; je
stem klinkt zoo opgewonden?” vroeg hjj be
zorgd.
,Dr Is bericht van mama gekomen en zü
geeft onvoorwaardalük haar zegen. Ja meer
nog dan dat. ZU schenkt mü ons huls met de
zen vermaledüden tud, net deeu er niet toe in
welken vorm, concessies doen. Maar dat zün
kleine, flinke, dochter voor hem moest zorgen,
zat hem toch wel een beetje dwars. Hü pro-’
beerde zich te verstrooien en keerde, als zün
karig zakgeld het hem maar even toeliet, tot
zün oude liefde terug: kaartspelen. Dat som
mige spellen van maison .Made" waren en
dus Willy's beeltenis droegen, was wel wat on-
kiegch, maar nuchter bezien, vaak een finan
cieel voordeel. En daar ging het toch maar om
Op zekeren dag hoorde Willy voor de een
voudige flat, welke ze bewoonde, een auto stop
pen. Nieuwsgierig' als alle vrouwen nu eenmaal
zün, gluurde ze
achter het gor-
dün naar bene
den. Tot haar
schrik bemerkte
ze, dat haar va
der uit dien
prachtigen wagen
stapte en hem doodleuk afsloot.
pnp„, riep ze hem op de trap al te
gen. .Hoe komt u in 's hemelsnaam aan zoo'n
car?”
Baron Hardly lachte geheimzinnig, duwde
zün dochter voorzichtig, als was ze van teer
porcelein, naar binnen en ontdeed zich eerst
van hoed en jas, alvorens te antwoorden.
„Tamelijk eenvoudig, kindlief,” begon papa.
„1 Is heden ten dage zóó, dat ouders aan hun
kinderen een voorbeeld nemen. Dus heb ik een
reclame-auto. Ik geef toe. dat het een vrü bur-
gerlüke onderneming is. waarmede ik me neb
verbonden. Maar ze gaan er prat op, dat baron
Leonel Hardly zün naam aan hun wagen ver
bonden heeft. Zelfs de benzine was er niet te
slecht voor! Tja. wat zal ik er eigenlük méér
van zeggen. Het oude spreekwoord: „Arbeid
adelt” heeft ook zün draal moeten maken, *tis
nu „Adel arbeidt.” 't Doet, er eigenlük ook niet
zooveel toe, hoofdzaak is dat wü onbekommerd
verder kunnen gaan, vind je ook niet, Willy?”
Toen lachte Willy Hardly, luid en zacht, dus
onverkoopbaar!
ndlen het waar is, dat men een tak van
wetenschap moet beheerschen, wil men In
staat zün de begrippen voor leeken duide
lijk te ontvouwen, dan is Belloc naast een
knappen historicus ook een knappe economist.
Want in dit boekje, waarvan de oorspronkelüke
titel „Economics for Helen” (een meisje van
18 Jaar) schilderachtiger is dan het ietwat
banale .Economie voor iedereen,” vindt de lezer
een glasheldere uiteenzetting van de grond
begrippen der economie, die voor menschen van
het vak nog zeer lezenswaard is, en voor leeken
een soort openbaring moet zün. Wü aün dan
ook van oordeel (in zooverre is de titel Juist!)
dat iedereen, die zich vedktout over economische
zaken te spreken of (erger!) te schrüven, dit
boekje moet hebben gelezen. Dat het hier en
daar een tendenz vertoont, vooral in het tweede
deel: „politieke toepassingen,” waarmede eco
nomische politiek is bedoeld, kan geen kwaad,
in zooverre de tendenz goed is. Men kan dit
zeker zeggen van het afkeurend oordeel over
het kapitalistische en het socialistische stelsel,
en de voorkeur, die de schr. toont voor den dls-
tributleven staat, dl. die staat waarin bezit
van productiemiddelen en arbeidskracht zoo
veel mogelük ssunengaat. Deze voorkeur moet
na Quadragesimo Anno elke Katholiek wel heb
ben. Of men bü het rentevraagstuk zoover moet
gaan als de schr., die woeker noemt elke rente
van nlet-productieve leeningen (o.a. oorlogs-
leenlngen) zal voor velen een vraag blüven.
Verrassend is soms door haar eenvoud een stel
ling als deze, dat e«n volk alleen rüker wordt
door een overschot van Import boven export,
of deze: dat rente (niet te verwarren -met in
trest) steeds een surplus is boven arbeidsloon
en kapitaalintrest, wisselend met de meerdere
economische werking der onderneming, afwezig
derhalve bü de minst economisch werkende on
dernemingen. Men zoude zoo kunnen doorgaan;
büna op iedere blad^üde treft men oorspronkelüke
gedachten, wat vorm of Inhoud betreft. Zeer
oorspronkelük is vooral het laatste hoofdstuk
over imaginaire grootheden in de economie,
waarvan de schr. zelf zegt dat het totaal
nieuw is. De hoofdgedachte hiervan is deze, dat
tot het volksinkomen tal van Imaginaire in
komens worden gerekend, die in werkelükheld
Twee, die elkaar verstaan