Sovjet-landbouw-politrek De avonturen van een verkeersagentje wuiden daq okter Paracelsus was naast een groot ge- F 750.- SHFA Van geweld tot eigenbelang F 250. KATHOLI€K€N VOLTOOIT UW CIGCN UNIVCRGITGIT van de lersche Brigade ZATERDAG 29 JANUARI 1938 1 Voor het katholieke volksboek PARRISH RANDALL DOOR Poirtersprüsvraag 1938 1 -) wc dagei voora voora door tnuni St. J huisg Zjjn staat AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL \De heilzame kuur i Ml wcSm van Ma band, een voet M een eog. 29 cent er zich UchamelUken chosen. de weifelende leven Z«5 (Nadruk verboden) III WAT IK AFLU18TERDE het te moeten overlaten ha. 1 hier neer. Ik moet er en belang, door den boeren binnen de kolcho- sen weer een eigen stuk grond te laten, waaruit zij op het oogenblik het grootste deel van hun levensonderhoud putten, door hun éigen vee te verschaffen, dat zich snel- der voortplant dan alle kolchosvee, door bij levenslange geheele verlies van belde armen, „Er bestaat geen enkele reden, waarom Ik het een van u belden zou vertellen,” gaf zij kort ten antwoord, ,,’t Is geen misdaad, een Fran^aise te zjjn en X is ook geen misdaad om over de wegen te rijden. Uw mannen hebben mij onderzocht en niets van beteekenis gevonden, en als gij mij hier hebt laten komen," en zij keek min- □rwaarden tegen ide ultkeerlngen d r d a ui k de doch hun eigen bezit toe te staan, dat bij de staatsbank hooger verzekerd is dan alle kol- chos-eigendommen te zamen en door hun geld te geven, door hun evenals allen 8ta- chanov-arbelders méér te geven, dan hun kameraden, die minder hard werken, die geringere resultaten bereiken. Door de me- de-lnvoering dus van *t eertijds gevloekte beginsel van het stukloon, dat de arbeiders tot inspanning boven hun krachten aan zet, dat hen in den waren zin des woord? „uitbuit”. De landbouw-politiek van de Sovjet-Uni» heeft met communisme niets meer uit staande. Zij is een politiek van ontgooche ling gebleven. Van ontgoocheling over hex falen der communistische beginselen. 2 gen mis der mlr lof N Joa D biet Vro W ultr dan de 1 dlnf berli knie kaai het doet H. I (dus naai teru och! loop, loop bran wel. kaar houd en i In d de H voor Op d staat steils offer De g Wijde k kaarsen «ten: ie tens te tvangel WC Rozer DO Blasli van d en vs >15 e ren o Kwi leden ding i crame tot ns uur b biddln VRI aan d Te Mis. 1 van h Biec 's As Wüdlni ZAT •chaps nam. heid e flesch, geweest, een moet deze is noodzake- Ik moet om de con- ongeschlktheid tot werken door p L“_.T:2 “1* i, beide beenen of belde oogen doodelijken afloop Met i speldje! laat aa «ninlcus Uua fj Woen Kerkho. gij het meeste recht hebt Wij zijn natuurlijk verplicht u vast te houden. Maar als uw verhaal waar blijkt, dan zou het blaadje wel eens dan is dat eenvoudig tijdverlies. Ik zal noch u, nóch uw hertog van Cumberland antwoord geven.” De kapitein begon te lachen. .Laat dat zjjn zooals het wil,” antwoordde hjj oogenschijnlijk goed gehumeurd. „U wordt hier niet ondervraagd, en de hertog kan voor zich zelf zorgen. Ik zelf ben maar een ruw soldaat, beu van het eeuwige kampeeren en heel blij weer eens naar zoo'n knap gezichtje nis het uwe te kunnen kijken. X Was om samen te soupeer en, dat ik u hier Het komen, gezellig met drieën. Kom. Mademoiselle, de stoel |s voor u, wij zullen de bank deelen.” Zjj bewoog zich niet, al scheen haar tengere gestalte zich een weinig op te richten. Zone Maai na i Dins Trldi tregati Woei Uur de Dus Congre Maar 1 aanbid. Zond kerk vi loose l leefd a Maar de 8t. av. Door de directie van .Het Poirtersfonds” te ziekelUke Eindhoven is een prijsvraag uitgeschreven voor manuscripten van katholieke auteurs, ter uit gave in dit fonds. De voorwaarden voor deel name bevatten oa. de volgende condities: In zendingen moeten vóór 1 Juni 1938 onder motto geschieden aan N.V. „Het Poirtersfonds”, Ga- gelstraat 3, Eindhoven, terwijl notaris mr. H. Pb. M. J. Janssen, Ten Hagestraat 11, Eind hoven, onder gesloten envelop moet worden be kend gemaakt met naam en woonplaats van den schrijver, die het manuscript onder motto heeft ingezonden. Indien de auteur wenscht, dat zijn naam ook bij toekenning van een prijs geheim zal blijven en dus zijn werk onder pseudoniem moet wor den uitgegeven, zoo dient hfj dit kenbaar te maken. De schrijver of schrijfster moet Roomsch Katholiek zijn. De ingezonden werken mogen niet zuiver wetenschappelijk zijn (wel populair-weten schappelijk) en mogen niet zijn uitgegeven of op eenlge wijze zijn gepubliceerd. De jury bestaat uit den Zeereerw. heer H. de Greeve, Haarlem, en de heeren AU. Timmer mans, Weert en A. J. D. van Oosten, Rijswijk. vrienden van"de boeren. De regeering van het proletariaat verklaarde theoretisch den heelen Russlschen bodem tot gemeenschap pelijk eigendom en stelde practisch de boe ren in de gelegenheid hun ouden wenscb te vervullen, de staats- en kroondomeinen, den grond van de landheeren en van de Kerk onder elkaar te verdeelen. Aan den anderen kant meende zij van de boeren te mogen verwachten dat deze uit pure dank baarheid leder verzoek om hun overtollig graan ten behoeve van de arbeiders lit de steden af te staan, gereedelijk zouden in willigen. Dit gebeurde echter niet. Ten deele omdat de boeren het niet kon den en ten deele omdat zij-het niet wilden. Zij |conden het niet omdat hun over schotten steeds geringer werden. Reeds In den Tsarentijd kwamen graanoverschotten niet uit het klein-, uit het grootbedrijf. De kleine boer ver bruikte met zijn gezin zijn heele productie zelf en hield er nauwelijks iets van over om te verkoopen, om zijn pacht hiee te betalen of om bij te dragen in den export Tegen den zin van Lenin, die de be staande groote landerijen wel wilde ont eigenen, doch ze verder als model-bedrij- ven intact wenschte te houden, werd tij dens en na de revolutie de grond in steeds meer en steeds kleinere stukjes verdeeld. In 1917 telde Rusland 18 millioen kleine boerenbedrijven. Tien jaar later 27 mill Het overschot van den landbouw werd op die manier steeds geringer. De politiek van Stalin echter kreeg steeds meer belang bij het kweeken van over schotten. De Sovjet-Unie genoot geen cre- diet in de kapitalistische landen; wilde slj machines invoeren, en zij moest ma chines invoeren om niet economisch en strategisch geheel van de kapitalistische landen te blijven afhangen, dan moesten deze op korten termijn in bultenlandsche valuta worden betaald. Bultenlandsche va luta kon zij alleen in handen krijgen door een geforceerden uitvoer, door o.a. met alle nHIflHIlHIHIHmiUmilINNimillI De dame ging het eerst den drempel over, terwijl de man, Dom ongetwijfeld, te oordeelen naar zjjn officiersuniform, de deur sloot. Gewik keld als zU was In een lange, grjjzo rjjeape met den capuchon op. viel er aan haar niet veel anders waar te nemen dan haar luchtigen en toch vastberaden voetstap en de trotsche hou ding van een oogenschljnljjk tengere, meisjes achtige gestalte. Maar toen ze in den vollen glans van het haardvuur bleef staan, recht tegenover den man aan tafel, die nog maar steeds bleef zitten, maakte zij het lint onder haar kin los en duwde den beschermen den hoed met een witte hand achteruit. Ik voelde mij hevig geschokt in het plotseling be wustzijn. dat ik haar eerder had gezien. Maar waar had ik dat gezicht vroeger gezien, die donkere, minachtende oogen. dien mond, die selfs in toorn scheen te glimlachen? Het moest toch ergens zjjn geweest. Maar hoe ik mij ook Inspande, ik kon er niet achter komen. Ik bleef haar maar aanstaren, op gevaar af, dat ik mjjn verblijf zou verraden en ik ging opnieuw het verleden na. Ik kon mjj niet herinneren, dat ik het meisje eerder gezien had en ik kon ook niet aannemen dat ik, na haar eenmaal te hebben gesproken, weet nog niet op welke van de twee benamingen haar weer zou hebben vergeten. En toch had zjj iets zóó bekends over zich, dat het mjj geen rust Het en mjj telkens opnieuw plaagde. Be- <toiMl hot silecn smut Id wd wmfr eon tlsche landbouwpolitiek digen," zei Awlright lachend, „want juist zoo lang zijn wij op marsch geweest, zonder dat zich één enkele bloode Franschman heeft laten zien. Mademoiselle, misschien zou u ons kun nen vertellen, waar ze dekking hebben ge zocht?” „Ik zou het misschien kunnen, maar ik ben het niet van plan. X Is mijn idee, dat gij op eigen risico zuit handelen.” .Mogen de góden ons genadig zijn! Het heeft tot nu toe veel van een vossenjacht gehad en ik ben zelfs vergeten, dat ik een soldaat ben.” „Dat Is nog niet alles, wat gij vergeten hebt. Monsieur.” „OU ts y óch de dictatuur van het proletari- aat, nóch de vorming van soclaltatl- x sche collectiviteiten bleek in staal den Russlschen landbouw op een bevredi gend. peil te brengen. Tegen het lijdelijk verzet van de boeren liep alle geweld te pletter en tegen hun onverschilligheid je gens het collectief bezit vermocht de pre diking van een socialistisch gemeenschaps- besef piëta. De propaganda moest de plaats innemen van het geweld en het eigenbelang, het geldelijk voordeel moest den arbeldsprik- kel verschaffen, dien de collectieve gedach te niet vermocht te geven. Door middel van propaganda moeten thans de tijdige repa- tarie der tractoren en het spoedig en gron dig reinigen van hèt zaaikoren worden ver-. ,Mün verhaal?” zeide zjj vol verbazing. ,Jk heb geen verhaal gedaan.” „Dat weet ik zelf al te goed, maar toch zult gij wel een verhaal hebben, dat de moeite van het aanhooren waard Is. X Is toch geen ge woonte van een dame van uw stand, om zonder doel alleen langs de Vlaamsche wegen te rijden. En het zal u veel gemakkelijker vallen om het mij te vertellen dan Cumberland hjj is een ruwe, oude zeehond.” dumpingmlddelen de oude plaats van Rus land als graanschuur van Europa te her overen. Van de graanoverschotten hing dus mede het welslagen der industrialiseerings- politiek af. Om dus die overschotten te vormen nam Stalin zijn toevlucht tot het vereenlgen van de boeren in collectieve groot-bedrlj ven, die de rol van de tsaristische grond heeren-landerijen moesten ovememen. Zij kregen den grond en het vee en eventueel de tractoren van de koelakken, die met millioenen in overvol gepropte treinen naar Siberië werden gevoerd om daar in de bos- schen te werken aan het kappen en trans- porteeren van hout óók een exportartikel Een export-qverschot werd op die manier inderdaad bereikt, doch slechts gedurend** enkele jaren. De boeren wilden hun overschot niet afstaan of wilden er geen meer vormen In den eersten tijd van het bolsfehewis- tisch bewind poogde de regeering dezen i onwil met geweld te breken. Afdeelingen van het Roode Leger stroopten het land af om het noodzakelijke voedsel voor de stedeljjke bevolking met wapengeweld los te krijgen. Tevergeefs. De boeren ant- 1 woordden met lijdelijk verzet. Zij verborgen hun graan of beperkten den uitzaai tot het strikt voor hen zelf noodzakelijke kwan tum. Tijdens de Nieuwe Economische Politiek, die aan de graan-confiscaties een eind maakte en tot zekere hoogtere vrije markt herstelde, schepten de boeren weer eenl- gen moed. Doch nauwelijks werden zij ge dwongen om tot de kolchosen toe te tre den of zij kwamen weer in verzet. Eerst tegen het toetreden zelf. Zij profiteerden, eer het zoover kwam, zooveel mogelijk van het prlvaat-elgendbm, dat zij nog bezaten. Zij slachtten het vee en aten het op voordat zij het aan de kolchos moesten afstaan. Binnen enkele jaren verminderde de vee stapel van de Sovjet-Unie. met do helft. De autoriteiten, vooral de lagere, stelden een zoo onbegrensd vertrouwen op den, tractor, die de rol van het paard zou over nemen, dat zij bij deze verwoesting cynisch toezagen inplaats van in te grijpen. Een maal in de kolchos, dachten de boeren er niet aan zich overmatig in te spannen ten behoeve van hun .medeleden of van de overschotten voor den Staat. Deze kocht hun producten wel, doch tegen een prijs, die allesbehalve aanmoedigde. Een pond brood kostte In de Staatswin kels evenveel als de boeren kregen voor 1000 K G. graan. Terwijl de boeren voor een liter melk 15 kopeken ontvingen, vroeg de Staat er in de stad 4 roebel voor terug, zekerd. En door den prikkel van het elgen- Voor de aardappels kregen de boeren 2,5 tot 5 roebel per 1000 K.G., terwijl de Staat ze verkocht voor 1 roebel de 4 stuks! Opnieuw trachtte de Staat den onwil van de boeren met geweld den kop in te druk ken. Hij zond de zoogenaamde „pollto- „U vergist u, Monsieur, ik kies mijn eigen ge zelschap." „Ha! Maar zoudt ge dan een betere keus kunnen doen! Al ben ik dan slechte een kapi tein van de Garde, in Engeland ben ik Lord Dalhousie, en Dom hier heeft een bezitting in Kent met een kasteel er bij, waar zelfs eens een vorst te gast is geweest.” Bij deze woorden keek zij van den een naar den ander. „Gij staat in uw eigen land dus als heeren van aanzienlijken stand bekend?" De kapitein boog. „Zonder twijfel.” „Maar waarom dan niet hier eveneoo gehan deld? Ik ben een vrouw zonder geleide, ik zeg niet, dat ik van adel ben, maar toch van goeden stand. Ik ben niet een vrouw uit het kamp, die achtend om zich heen, „om mij te ondervragen, men op beleedigingen onthaalt. Ik verzoek u het in overweging te nemen eer het te laat is, er zijn er, die voor mij het zwaard uit de acheede zouden willen trekken." .Daar twijfelen wij niet aan! Ik zelf zou er geen oogenblik voor aarzelen, maar het is niet heel waarschijnlijk dat de bedreiging van een zwaard iemand, die voor den oorlog is opge voed, grootelijks zal afschrikken. Hoe denk je erover. Dom?" ,Jk zou wel schik hebben in een dergelijke vertooning,” gaf de luitenant ten antwoord, een dapper jongmensch, dat zich behaaglijk op de bank Het neervallen. „Het is al een week gele den, dat ik mijn swaard met een ander kruiste." .Daar behoef je je niet over te verontechul- hier te verschijnen.” I J neesheer een menschenkenner. Dit was in Hohenheim algemeen bekend. Het di recte gevolg van deze faam was. dat adspi- rant-patiënten zich wel tweemaal over nun kwaal bedachten, voor zij het waagden, hun lichamelijke stoornissen aan den dokter te open baren. Ingebeelde zieken haatte dokter Paracel sus meer dan zijn grootsten vijand. Maar van de laatsten bestonden er nu juist niet zoo erg veel. Op zekeren dag meldde zich de bediende van den rijken en hoogmogenden raadsheer Ochser bij Paracelsus en bracht dezen een brief, waarin de meester aan het bed van den zieken heer geroepen werd. Met eenige verwondering las de dokter het schrijven, vouwde het daarna dicht en legde de vlakke hand tegen het -voorhoofd boven de oogen, die in nadenken gesloten waren. Plotseling steeg de herinnering en een beeld uit gelukzalige jeugd rees voor hem op. Zoet en groot was dat liefdegeluk geweest en toch had net een treurigen afloop gevonden. Dearme, nauwelijks bekende dokter had voor den zwa- ren geldbuidel van den rijken koopman moeten wijken. Gehoorzamend aan de ouders, onder- I wierp de geHefde zich aan haar lot om met Peter Ochser in het huwelijk te treden Onverwijld reed Paracelsus ni" van den gierigen, cholerisch humeurigen Och- i ser. In het halfdonker van het' ruime trappen- I huls ontmoette de dokter de vrouw op dit ander? En als dat zoo was, met wie dan? Elke, tot de kleinste beweging, die zij maakte, droeg er toe bij mijn verwarring nog te ver- grooten maar kon toch niet mijn sluimerend geheugen wakker schudden. Als ik haar eerder had ontmoet, dan moest het jaren zijn geleden, maar dat kon loch ook niet, want het meisje was nog heel jong, twintig jaar volgens mijn schatting. Datzelfde bekende merkte ik ook op in haar stem, een volle, heldere stem, trillend van verontwaardiging, terwijl zij het woord tot den op de bank llggenden kapitein richtte. „Welke nieuwe beleediging wordt mij nu weer aangedaan, Monsieur?" vroeg zi) in het Fransch, en notitie nemend van Dom, die grinnikend naast haar stond. „Geen enkele,” en alsof de officier zich plot- seling zijn weinig gracieuze houding bewust werd, nam hij zijn bemodderde laarzen van de bank en ging overeind staan, met een schijn van beleefdheid een buiging makend. „In het kamp leven doet zich daarentegen zelden een gelegen heid voor om eenlge hoffelijkheid te betoonen. Dank den oorlogsgoden zijn wij in bezit geko men van voedsel, van drank, van een knap pend vuur en van een dak. En het zou ons een gj-oot genoegen zijn, dit met onze schoone gast te deelen....” „Uw gevangene wilt gjj zeggen.” „Om de waarheid te zeggen, Mademoiselle, ik „Op een dag wandelde het meisje, dat b(j ons, kabouters, was gebleven, door het woud en plukte hier en daar een bloem, die in het wild groeide. Want U weet, meneer Keesie, dat de wilde bloemen heel mooi kunnen zijn. En toen ze zoo dwaalde door het bosch. zag ze niet, dat achter een boom de heks op haar loerde.” ..Hoe kon ook zoo'n onschuldig kind weten, dat iemand naar haar keek om haar kwaad te doen,” zei het verkeers- agentje, „de onschuld kent geen gevaar.” an den oorsprong van de communls- staat een ontgoocheling. In de revolutie van *1017 wierpen de bolschewikl zich op als „Gjj doelt zeker op het heer-zün. Op mijn woord, dit is niet meer dan een gezichtspunt. Volgens mij hebt gij niet veel reden om te klagen. Natuurlijk staat gij onder toezicht. Ik kan toch onmogelijk anders doen ten opzichte van iemand, die in het geheim onze linie tracht te doorbreken. Mijn orders laten aan duidelijk heid niets te wenschen over en Lord Hay is niet iemand, bij wlen men-met verontschuldi gingen moet aankomen. Ik ken mijn lesje. Madam. Toch zult gij moeten toegeven, dat ik u behoorlijk heb behandeld en dat geen enkele mijner mannen ruw tegen u is opge treden. Is het niet zoo? Waarover beklaagt gü u dan? Misschien omdat ik u gevraagd heb ons gezelschap te houden bfj het beste maal, dat ons sinds een maand is te beurt gevallen?” „OU hebt mU niet gevraagd, Monsieur, gU hebt mU gedwongen. Toen ik verontschuldiging vroeg, dreigde men mij en werd ik gedwongen (Wordt vervolgd.) a w w r* A OAX'K.T'NT'Ó’>C? <>P blad zlJn ingevolge de verzekering Al J ,r, ADOININiIi «5 ongevallen verzekerd voor een der vol Y~) ezorgdheid voor den voorjaars-uit- «aai begint zich af te teekenen in de Sovjet-pers. Al heet het, dat „in geen land van de wereld een technisch zóó goed uitgeruste landbouw bestaat als in de Sovjet-Unie”, al staan 450.000 tractoren, 121.000 combines en eenige honderdduizen den andere agrotechnische machines ter beschikking én al heeft het bewind van Stalin „heerlijke kaders van prachtig ge trainde menscheh” gevormd, die in sow kolchosen en tractorenstatiom triomfen van den arbeid vieren en record oogsten binnenhalen, heelemaal gerust leven de leiders er blijkbaar niet op. Reeds een maand geleden openden alle Russische kranten een campagne voor een goede voorbereiding van den komenden zaal-tijd. De tractoren moesten grondig worden nagezien en het zaaikoren zorgvul dig worden gezift. Het „plan van de trac- toren-reparatle”, dat uiteraard altijd aan loopt achter de planloosheid, waarmee de boeren de machines stuk maken, mag niet, gelijk in het tractor-station Sawinka slechts voor 2.5 pCt„ gelijk in het station Huck slechts voor 3.5 pCt. of, zooals in verschil lende zeer groote stations, slechts voor een derde, doch moet voor volle honderd pro cent, voor méér dan dat zelfs worden ver vuld. Aan het begin van deze maand bleek nog slechts drie vierde van het benoodigde zaaikoren te zijn uitgeschud, terwijl van dit drie vierde slechts 18 pCt. was gerei nigd en dus gereed om te worden uitge- saaid. Die achterstand moest worden in- geloopen! De kaders moesten nóg ,heer- Hjker en prachtiger” worden. Trotzklsten zullen den Stachanov-arbelder niet meer verhinderen zijn handen iïlt de mouwen te steken. De uitzaai moet op tijd en in den julsten omvang geschieden; de landbouw politiek moet slagen! I dien alle ingrediënten. Alleen ontbreekt me het allervoornaamste, n.I. drie gram bloed.” „Wel, als het anders niet is! Neem het dan, van wien het noodig is!” .Dat is juist de kwestie. Het moet zUn van I hem, die haar liefheeft en haar echtgenoot o I wordt.” ,Dat is al hyel eenvoudig, alleen de heer I Amtor komt daarvoor in aanmerking!” „Goed. Maar er is één voorwaarde. Het bloed moet ik twee vingerbreedten onder het hart I aftappen, anders heeft de mixture geen uitwer- I king. En dan kan het leven gevaar I nopen Spreekt u met den man en stuurt hem dan mij!” Maar de heer Amtor wilde zich niet aan le- I vensgevaar bloot stellen. Een aderlating, nu, dat I wilde hjj zich dan nog wel laten welgevallen. I Maar precies onder het hart? Neen, dat was toch zacht uitgedrukt al te gevaarlijk. Daar- i vrouw toch elgen- |HJk ook een weinig benUdensWaardige partU! Neen, hu zag er maar van af. Wanhoop en onmacht plaagden staatsraad Ochser dag en nacht. „Als ik maar eens wist. pijnigde hU zUn hersenen. Op den avond voor den dag, dat dokter Pa racelsus de zieke weer zou komen bezoeken, maakte staatsraad Ochser den zwaren gang naar magister Maedlcius. Dat was de derde, maar tevens ook de bitterste, pil, welke de dok ter hem liet slikken. De jongeman verklaarde zich aanstonds en onvoorwaardelijk bereid tot wat men hem vroeg. HU besefte terdege welk gevaar hU liep. Maar een man, die liefheeft en weet bemind te woorden, Is tot alles bereid. Zoo ook magister Maedlcius. En toen de dokter zUn gevaarlijke operatie gedaan had en het meisje met een prikkelend drankje dep lang ontbeerden slaap hergaf; met dreigende stem verordonneerde, dat degene, die zUn bloed afgestaan had, lederen dag een poosje aan het bed der zieke moest toe ven, toen verHet hU de woning van staats raad Ochser voor goed, mét de vreugdevolle ge dachte, dat hU het meisje tenminste had kun nen besparen, wat haar moeder' en hem, dok ter Paracelsus, zoo onuitsprekelijk had ver droten. Par^tauseedne WneVn Paracelsus de fUne, smalle hand in de zijne en I haar lanR en haast ontroerd in het ge- - -----1 van de moe- der terugvond. Voor hjj zUn diagnose gesteld had, verliepen er vele minuten, maar toen stond het voor dokter Paracelsus onomstootelUk vast dat zioh aan lichamelijke zwakte een geestelijke* ziekte paarde. I Dokter Paracelsus zou dokter Paracelsus niet zUn geweest, als hU er niet achter was geko- men, dat Ochser besloten had, zijn dochter met den rijken specerljen-handelaar Amtor te laten trouwen. Het meisje daarentegen beminde den magister Carolus Maedlcius- vurig. Z ,De geschiedenis herhaalt zich” zegt hét spreekwoord, „maar het zou me een Hef ding waard zUn het nu eens te logenstraffen". Dit was de Redachtengang van den geneesheer In kamer. De patiënt lag in het breede, diepe bed, d.e 1«°,nende weken. En wie de beslistheid en de kreunde, steunde, proestte en jammerde.... I ster“e pemoonlUkheld van den dokter kende, ..Een half jaar al lig ik in dit bed en ik heb I twUfeIde er nauwelUks aan, dat hU in zUn op- nog zooveel te doen!” I zou slagen. ZUn eerste overwinning was de „U bent wel te helpen, als u mijn raad ter al8eheele gene- harte neemt en getrouw slikt, wat ik u voor- schrijf!” De patiënt vertrok zijn gezicht tot een gri mas. „Tien jaar lang word ik nu met ziekte geplaagd en nu komt gU me daar in een om mezien de genezing beloven.... Ik ken uw kwakzalverijen.... Maar behandel me gerust! Heeft het succes, dan zal ik u betalen, eer niet!” „Goed,” was het prompte antwoord, „maar de rekening bepaal ik.” De zieke werd aandachtig, diepe rimpels kwa men er in zUn voorhoofd. „En hoeveel vraagt u?” was vraag vol argwaan. „Voor u 300 gulden!” klonk het beslist. Als door een adder gebeten, vloog de patiënt in zjjn bed omhoog. .Bent u gek? 300.— verdienen zes raads- I beschikking!” heeren nauwelUks samen in 6 weken!” ,Jk heb u niet noodig,” was het ontnuchte- „Zes raadsheeren te zamen zullen u ook niet I rende antwoord. „Ik bezit een recept.boven genezen! Laat ze anders maar gerust eens pro- beeren!” 300.is een vermogen.” .juist groot genoeg om uw houden.” ,DU anderen doet u het toch goedkooper.... Zelfs wel voor niets, naar ik hoorde....'* „Ga maar met ons mee,” zei een van de kabouters, „en geef ons maar een arm, dan brengen we je wel naar ons huis en daar zul je het goed hebben.” En het meisje gaf hun een arm en zoo Hepen ze door het bosch naar huis. „Dat vind ik nou mooi”, zei Keesie, „men is nu eenmaal in de wereld om elkaar te helpen.” Een der olifanten van het circus Barley, dat te. Weenen vertoeft, beschadigde een slagtand. De dikhuid went geketeyd, waarna de tand kon worden verzorgd Nog een flesch, Saunders, Zóó goed geweest, dat ik lUk nóg een moet hebben, toch in geschikte conditie zUn versatle met de dame te voeren! Lieve hemel, wat is het een trotsche heks, en wat een in beelding! X Is toch jammer haar aan de ge nade van Lord Hay te moet zet de glazen en de Bbrden zeggen een mooie kan is het brouwsel waard. Kampeeren ih Vlaanderen zou geen kwaad werk zUn, als wU lederen avond zoo gelukkig waren een herberg als deze te bemachtigen. Ziezoo, de tafel is klaar, zie ik; zeg luitenant Dom de schoone dame hier te brengen.” De soldaat verdween en Het de buitendeur op een kier staan. In de schamele Uchtatralen, die van binnen uit vielen, kon ik den schildwacht zien op en neer loopen. Ik kon zUn ledematen vaag onderscheiden en ik zag duldelUker schitteren van zUn sabel, en ergens ver weg in de duisternis zong een tenorstem een Engelsch lied. Toen Ineens bleef de man staan en een man en een vrouw verschenen tegelyk in de deur. deli”, groepjes trouwe i>artUleden uit de steden, het land op ter contróie over de boeren. Een waar schrikbewind voerden deze, politieke comité's. Ofschoon de oog sten enkele Jaren achtereen mislukten, of schoon in de Oekraïne de menschen op straat stierven, zetten zij den eisch der re geering van graanleverantle tegen door haar vastgestelde prUzen, met alle midde len van de terreur dóór. Ook dat schrik bewind is prijsgegeven.»Uit den moord op Kirov bleek, dat de communistische partij zelf onbetrouwbare elementen bevatte. Een broeiende stemming van verzet op het land kon de Regeering daarnaast niet ge bruiken. ZU aanvaardde den weg terug. te bc- I „Kan best sUn, maar nu doe ik er geen van af.” Na lang lamenteeren legde de patiënt tenslotte bU neer. Dat was de eerste bittere n? welke de oude egoïst te slikken kreeg. P“’ Wat de ziekte zelf betreft. Paracelsus had direct geconstateerd, dat alleen veel te over vloedig eten, traagheid en arbeldsvrees daarvan de oorzaak waren. HU gaf den zieke eenige pil ten uit zUn medicUnkist en schreef hem voor zich geheel te onthouden van wUn, en inplaata daarvan kruidenthee te drinken, matig te leven ‘n en llchamelUken arbeid te verrichten. -vw» De raadsheer spuwde gal en venUn. .Duivelsche kerel...." tierde hU.... Joon naar de hel.” .Als Ik er niet van overtuigd was, dat u - I een ernstige ziekte laboreert, zou ik u beleeM uitnoodigen mU te vergezellen.” En zonder den man verder een blik waardlz te keuren. verHet dokter Paracelsus het vertrek. Voor de deur van de ziekenkamer greep me vrouw Ochser de hand van den meester We hebben nog een zieke in huls,” fluisterde „Volg me alsjeblieft.” Het eenlgste kind was al maanden bedleve- a WjTa4- aam KUlw am - Paracelsus de fUne, smalte hand, in de zUne - van den «Icht, waarin hU de edele trekken raadsheer. Paracelsus was op dit oogenblik 1 - voorbereid en reikte haar, zonder verlegenheid, de hand. „Vergun mU, edele vrouw, u bU dit wederzien hartelUk te begroeten en als oude kennis u te vragen, hoe het u sindsdien ging.” De - slanke, nog altUd knappe vrouw beant woordde den blik van zUn vorschende oogen vast en hartelUk. „Ik ben gelukkig u gezond en wel In den zegen van uw arbeid terug te zien,” antwoordde ze eenvoudig. Ên zacht voegde ze er aan toe: „Vaak dacht ik aan u, al die Jaren.. altUd.. Zonderling is het nu, dat mUn man Juist u roept, ik had het nooit gedurfd.” ZU bracht den heelmeester In de zleken- twUfelde er nauwelUks aan, dat hU In zUn algeheele Izing van staats, raad Ochser, die hem met een zuurzoet gezicht en enkele scham pere opmerkin gen de overeenge komen 300— betaalde. Van pfhten komt praten ep toen de slepende ziekte van het meisje te berde kwam, was dok ter Paracelsus eensklaps een en al actie. Is één middel, om haar te genezen! Daar enboven kost het niets.... Ik bedoel, er zal slechts durf voor noodig zUn," liet hU er fUn- tjes op volgen. Staatsraad Ochser glunderde. „Spreek dokter, sprefek! Ik sta geheel te uwer 30

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1938 | | pagina 20