Sovjet-landbouw-politrek
De avonturen van een verkeersagentje
wuiden daq
okter Paracelsus was naast een groot ge-
F 750.-
SHFA
Van geweld tot
eigenbelang
F 250.
KATHOLI€K€N
VOLTOOIT
UW CIGCN
UNIVCRGITGIT
van de lersche Brigade
ZATERDAG 29 JANUARI 1938
1
Voor het katholieke volksboek
PARRISH
RANDALL
DOOR
Poirtersprüsvraag
1938
1
-)
wc
dagei
voora
voora
door
tnuni
St. J
huisg
Zjjn
staat
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
\De heilzame
kuur i
Ml wcSm van Ma band,
een voet M een eog.
29
cent
er zich
UchamelUken
chosen.
de
weifelende
leven
Z«5
(Nadruk verboden)
III
WAT IK AFLU18TERDE
het
te moeten overlaten ha.
1 hier neer. Ik moet
er
en
belang, door den boeren binnen de kolcho-
sen weer een eigen stuk grond te laten,
waaruit zij op het oogenblik het grootste
deel van hun levensonderhoud putten, door
hun éigen vee te verschaffen, dat zich snel-
der voortplant dan alle kolchosvee, door
bij levenslange geheele
verlies van belde armen,
„Er bestaat geen enkele reden, waarom Ik het
een van u belden zou vertellen,” gaf zij kort ten
antwoord, ,,’t Is geen misdaad, een Fran^aise te
zjjn en X is ook geen misdaad om over de wegen
te rijden. Uw mannen hebben mij onderzocht
en niets van beteekenis gevonden, en als gij
mij hier hebt laten komen," en zij keek min-
□rwaarden tegen
ide ultkeerlngen
d
r
d
a
ui
k
de
doch
hun eigen bezit toe te staan, dat bij de
staatsbank hooger verzekerd is dan alle kol-
chos-eigendommen te zamen en door hun
geld te geven, door hun evenals allen 8ta-
chanov-arbelders méér te geven, dan hun
kameraden, die minder hard werken, die
geringere resultaten bereiken. Door de me-
de-lnvoering dus van *t eertijds gevloekte
beginsel van het stukloon, dat de arbeiders
tot inspanning boven hun krachten aan
zet, dat hen in den waren zin des woord?
„uitbuit”.
De landbouw-politiek van de Sovjet-Uni»
heeft met communisme niets meer uit
staande. Zij is een politiek van ontgooche
ling gebleven. Van ontgoocheling over hex
falen der communistische beginselen.
2
gen
mis
der
mlr
lof
N
Joa
D
biet
Vro
W
ultr
dan
de 1
dlnf
berli
knie
kaai
het
doet
H. I
(dus
naai
teru
och!
loop,
loop
bran
wel.
kaar
houd
en i
In d
de H
voor
Op d
staat
steils
offer
De g
Wijde k
kaarsen
«ten: ie
tens te
tvangel
WC
Rozer
DO
Blasli
van d
en vs
>15 e
ren o
Kwi
leden
ding i
crame
tot ns
uur b
biddln
VRI
aan d
Te
Mis. 1
van h
Biec
's As
Wüdlni
ZAT
•chaps
nam.
heid e
flesch,
geweest,
een moet
deze is
noodzake-
Ik moet
om de con-
ongeschlktheid tot werken door p L“_.T:2 “1*
i, beide beenen of belde oogen doodelijken afloop
Met i
speldje!
laat aa
«ninlcus
Uua fj
Woen
Kerkho.
gij het meeste recht hebt Wij zijn natuurlijk
verplicht u vast te houden. Maar als uw verhaal
waar blijkt, dan zou het blaadje wel eens
dan is dat eenvoudig tijdverlies. Ik zal noch u,
nóch uw hertog van Cumberland antwoord
geven.”
De kapitein begon te lachen.
.Laat dat zjjn zooals het wil,” antwoordde
hjj oogenschijnlijk goed gehumeurd. „U wordt
hier niet ondervraagd, en de hertog kan voor
zich zelf zorgen. Ik zelf ben maar een ruw
soldaat, beu van het eeuwige kampeeren en heel
blij weer eens naar zoo'n knap gezichtje nis
het uwe te kunnen kijken. X Was om samen te
soupeer en, dat ik u hier Het komen, gezellig met
drieën. Kom. Mademoiselle, de stoel |s voor u,
wij zullen de bank deelen.”
Zjj bewoog zich niet, al scheen haar tengere
gestalte zich een weinig op te richten.
Zone
Maai
na i
Dins
Trldi
tregati
Woei
Uur de
Dus
Congre
Maar 1
aanbid.
Zond
kerk vi
loose l
leefd a
Maar
de 8t.
av.
Door de directie van .Het Poirtersfonds” te ziekelUke
Eindhoven is een prijsvraag uitgeschreven voor
manuscripten van katholieke auteurs, ter uit
gave in dit fonds. De voorwaarden voor deel
name bevatten oa. de volgende condities: In
zendingen moeten vóór 1 Juni 1938 onder motto
geschieden aan N.V. „Het Poirtersfonds”, Ga-
gelstraat 3, Eindhoven, terwijl notaris mr. H.
Pb. M. J. Janssen, Ten Hagestraat 11, Eind
hoven, onder gesloten envelop moet worden be
kend gemaakt met naam en woonplaats van den
schrijver, die het manuscript onder motto heeft
ingezonden.
Indien de auteur wenscht, dat zijn naam ook
bij toekenning van een prijs geheim zal blijven
en dus zijn werk onder pseudoniem moet wor
den uitgegeven, zoo dient hfj dit kenbaar te
maken.
De schrijver of schrijfster moet Roomsch
Katholiek zijn.
De ingezonden werken mogen niet zuiver
wetenschappelijk zijn (wel populair-weten
schappelijk) en mogen niet zijn uitgegeven of
op eenlge wijze zijn gepubliceerd.
De jury bestaat uit den Zeereerw. heer H. de
Greeve, Haarlem, en de heeren AU. Timmer
mans, Weert en A. J. D. van Oosten, Rijswijk.
vrienden van"de boeren. De regeering van
het proletariaat verklaarde theoretisch den
heelen Russlschen bodem tot gemeenschap
pelijk eigendom en stelde practisch de boe
ren in de gelegenheid hun ouden wenscb
te vervullen, de staats- en kroondomeinen,
den grond van de landheeren en van de
Kerk onder elkaar te verdeelen. Aan den
anderen kant meende zij van de boeren te
mogen verwachten dat deze uit pure dank
baarheid leder verzoek om hun overtollig
graan ten behoeve van de arbeiders lit de
steden af te staan, gereedelijk zouden in
willigen.
Dit gebeurde echter niet.
Ten deele omdat de boeren het niet kon
den en ten deele omdat zij-het niet wilden.
Zij |conden het niet omdat hun over
schotten steeds geringer werden.
Reeds In den Tsarentijd kwamen
graanoverschotten niet uit het klein-,
uit het grootbedrijf. De kleine boer ver
bruikte met zijn gezin zijn heele productie
zelf en hield er nauwelijks iets van over
om te verkoopen, om zijn pacht hiee te
betalen of om bij te dragen in den export
Tegen den zin van Lenin, die de be
staande groote landerijen wel wilde ont
eigenen, doch ze verder als model-bedrij-
ven intact wenschte te houden, werd tij
dens en na de revolutie de grond in steeds
meer en steeds kleinere stukjes verdeeld.
In 1917 telde Rusland 18 millioen kleine
boerenbedrijven. Tien jaar later 27 mill
Het overschot van den landbouw werd op
die manier steeds geringer.
De politiek van Stalin echter kreeg steeds
meer belang bij het kweeken van over
schotten. De Sovjet-Unie genoot geen cre-
diet in de kapitalistische landen; wilde
slj machines invoeren, en zij moest ma
chines invoeren om niet economisch en
strategisch geheel van de kapitalistische
landen te blijven afhangen, dan moesten
deze op korten termijn in bultenlandsche
valuta worden betaald. Bultenlandsche va
luta kon zij alleen in handen krijgen door
een geforceerden uitvoer, door o.a. met alle
nHIflHIlHIHIHmiUmilINNimillI
De dame ging het eerst den drempel over,
terwijl de man, Dom ongetwijfeld, te oordeelen
naar zjjn officiersuniform, de deur sloot. Gewik
keld als zU was In een lange, grjjzo rjjeape met
den capuchon op. viel er aan haar niet veel
anders waar te nemen dan haar luchtigen en
toch vastberaden voetstap en de trotsche hou
ding van een oogenschljnljjk tengere, meisjes
achtige gestalte. Maar toen ze in den vollen
glans van het haardvuur bleef staan, recht
tegenover den man aan tafel, die nog
maar steeds bleef zitten, maakte zij het lint
onder haar kin los en duwde den beschermen
den hoed met een witte hand achteruit. Ik
voelde mij hevig geschokt in het plotseling be
wustzijn. dat ik haar eerder had gezien.
Maar waar had ik dat gezicht vroeger gezien,
die donkere, minachtende oogen. dien mond,
die selfs in toorn scheen te glimlachen? Het
moest toch ergens zjjn geweest. Maar hoe ik mij
ook Inspande, ik kon er niet achter komen.
Ik bleef haar maar aanstaren, op gevaar af,
dat ik mjjn verblijf zou verraden en ik ging
opnieuw het verleden na.
Ik kon mjj niet herinneren, dat ik het meisje
eerder gezien had en ik kon ook niet aannemen
dat ik, na haar eenmaal te hebben gesproken, weet nog niet op welke van de twee benamingen
haar weer zou hebben vergeten. En toch had zjj
iets zóó bekends over zich, dat het mjj geen
rust Het en mjj telkens opnieuw plaagde. Be-
<toiMl hot silecn smut Id wd wmfr eon
tlsche landbouwpolitiek
digen," zei Awlright lachend, „want juist zoo
lang zijn wij op marsch geweest, zonder dat
zich één enkele bloode Franschman heeft laten
zien. Mademoiselle, misschien zou u ons kun
nen vertellen, waar ze dekking hebben ge
zocht?”
„Ik zou het misschien kunnen, maar ik ben
het niet van plan. X Is mijn idee, dat gij op
eigen risico zuit handelen.”
.Mogen de góden ons genadig zijn! Het heeft
tot nu toe veel van een vossenjacht gehad en
ik ben zelfs vergeten, dat ik een soldaat ben.”
„Dat Is nog niet alles, wat gij vergeten hebt.
Monsieur.”
„OU
ts y óch de dictatuur van het proletari-
aat, nóch de vorming van soclaltatl-
x sche collectiviteiten bleek in staal
den Russlschen landbouw op een bevredi
gend. peil te brengen. Tegen het lijdelijk
verzet van de boeren liep alle geweld te
pletter en tegen hun onverschilligheid je
gens het collectief bezit vermocht de pre
diking van een socialistisch gemeenschaps-
besef piëta.
De propaganda moest de plaats innemen
van het geweld en het eigenbelang, het
geldelijk voordeel moest den arbeldsprik-
kel verschaffen, dien de collectieve gedach
te niet vermocht te geven. Door middel van
propaganda moeten thans de tijdige repa-
tarie der tractoren en het spoedig en gron
dig reinigen van hèt zaaikoren worden ver-.
,Mün verhaal?” zeide zjj vol verbazing. ,Jk
heb geen verhaal gedaan.”
„Dat weet ik zelf al te goed, maar toch zult
gij wel een verhaal hebben, dat de moeite van
het aanhooren waard Is. X Is toch geen ge
woonte van een dame van uw stand, om zonder
doel alleen langs de Vlaamsche wegen te rijden.
En het zal u veel gemakkelijker vallen om het
mij te vertellen dan Cumberland hjj is een
ruwe, oude zeehond.”
dumpingmlddelen de oude plaats van Rus
land als graanschuur van Europa te her
overen. Van de graanoverschotten hing dus
mede het welslagen der industrialiseerings-
politiek af.
Om dus die overschotten te vormen nam
Stalin zijn toevlucht tot het vereenlgen
van de boeren in collectieve groot-bedrlj
ven, die de rol van de tsaristische grond
heeren-landerijen moesten ovememen. Zij
kregen den grond en het vee en eventueel
de tractoren van de koelakken, die met
millioenen in overvol gepropte treinen naar
Siberië werden gevoerd om daar in de bos-
schen te werken aan het kappen en trans-
porteeren van hout óók een exportartikel
Een export-qverschot werd op die manier
inderdaad bereikt, doch slechts gedurend**
enkele jaren.
De boeren wilden hun overschot niet
afstaan of wilden er geen meer vormen
In den eersten tijd van het bolsfehewis-
tisch bewind poogde de regeering dezen
i onwil met geweld te breken. Afdeelingen
van het Roode Leger stroopten het land
af om het noodzakelijke voedsel voor de
stedeljjke bevolking met wapengeweld los
te krijgen. Tevergeefs. De boeren ant-
1 woordden met lijdelijk verzet. Zij verborgen
hun graan of beperkten den uitzaai tot het
strikt voor hen zelf noodzakelijke kwan
tum.
Tijdens de Nieuwe Economische Politiek,
die aan de graan-confiscaties een eind
maakte en tot zekere hoogtere vrije markt
herstelde, schepten de boeren weer eenl-
gen moed. Doch nauwelijks werden zij ge
dwongen om tot de kolchosen toe te tre
den of zij kwamen weer in verzet. Eerst
tegen het toetreden zelf. Zij profiteerden,
eer het zoover kwam, zooveel mogelijk van
het prlvaat-elgendbm, dat zij nog bezaten.
Zij slachtten het vee en aten het op voordat
zij het aan de kolchos moesten afstaan.
Binnen enkele jaren verminderde de vee
stapel van de Sovjet-Unie. met do helft.
De autoriteiten, vooral de lagere, stelden
een zoo onbegrensd vertrouwen op den,
tractor, die de rol van het paard zou over
nemen, dat zij bij deze verwoesting cynisch
toezagen inplaats van in te grijpen. Een
maal in de kolchos, dachten de boeren er
niet aan zich overmatig in te spannen ten
behoeve van hun .medeleden of van de
overschotten voor den Staat. Deze kocht
hun producten wel, doch tegen een prijs,
die allesbehalve aanmoedigde.
Een pond brood kostte In de Staatswin
kels evenveel als de boeren kregen voor
1000 K G. graan. Terwijl de boeren voor
een liter melk 15 kopeken ontvingen, vroeg
de Staat er in de stad 4 roebel voor terug, zekerd. En door den prikkel van het elgen-
Voor de aardappels kregen de boeren 2,5 tot
5 roebel per 1000 K.G., terwijl de Staat ze
verkocht voor 1 roebel de 4 stuks!
Opnieuw trachtte de Staat den onwil van
de boeren met geweld den kop in te druk
ken. Hij zond de zoogenaamde „pollto-
„U vergist u, Monsieur, ik kies mijn eigen ge
zelschap."
„Ha! Maar zoudt ge dan een betere keus
kunnen doen! Al ben ik dan slechte een kapi
tein van de Garde, in Engeland ben ik Lord
Dalhousie, en Dom hier heeft een bezitting in
Kent met een kasteel er bij, waar zelfs eens een
vorst te gast is geweest.”
Bij deze woorden keek zij van den een naar
den ander.
„Gij staat in uw eigen land dus als heeren
van aanzienlijken stand bekend?"
De kapitein boog.
„Zonder twijfel.”
„Maar waarom dan niet hier eveneoo gehan
deld? Ik ben een vrouw zonder geleide, ik zeg
niet, dat ik van adel ben, maar toch van goeden
stand. Ik ben niet een vrouw uit het kamp, die
achtend om zich heen, „om mij te ondervragen, men op beleedigingen onthaalt. Ik verzoek u
het in overweging te nemen eer het te laat is,
er zijn er, die voor mij het zwaard uit de acheede
zouden willen trekken."
.Daar twijfelen wij niet aan! Ik zelf zou er
geen oogenblik voor aarzelen, maar het is niet
heel waarschijnlijk dat de bedreiging van een
zwaard iemand, die voor den oorlog is opge
voed, grootelijks zal afschrikken. Hoe denk je
erover. Dom?"
,Jk zou wel schik hebben in een dergelijke
vertooning,” gaf de luitenant ten antwoord, een
dapper jongmensch, dat zich behaaglijk op de
bank Het neervallen. „Het is al een week gele
den, dat ik mijn swaard met een ander
kruiste."
.Daar behoef je je niet over te verontechul- hier te verschijnen.”
I J neesheer een menschenkenner. Dit was
in Hohenheim algemeen bekend. Het di
recte gevolg van deze faam was. dat adspi-
rant-patiënten zich wel tweemaal over nun
kwaal bedachten, voor zij het waagden, hun
lichamelijke stoornissen aan den dokter te open
baren. Ingebeelde zieken haatte dokter Paracel
sus meer dan zijn grootsten vijand. Maar van
de laatsten bestonden er nu juist niet zoo erg
veel.
Op zekeren dag meldde zich de bediende van
den rijken en hoogmogenden raadsheer Ochser
bij Paracelsus en bracht dezen een brief, waarin
de meester aan het bed van den zieken heer
geroepen werd. Met eenige verwondering las de
dokter het schrijven, vouwde het daarna dicht
en legde de vlakke hand tegen het -voorhoofd
boven de oogen, die in nadenken gesloten waren.
Plotseling steeg de herinnering en een beeld
uit gelukzalige jeugd rees voor hem op. Zoet en
groot was dat liefdegeluk geweest en toch had
net een treurigen afloop gevonden. Dearme,
nauwelijks bekende dokter had voor den zwa-
ren geldbuidel van den rijken koopman moeten
wijken. Gehoorzamend aan de ouders, onder- I
wierp de geHefde zich aan haar lot om met
Peter Ochser in het huwelijk te treden
Onverwijld reed Paracelsus ni"
van den gierigen, cholerisch humeurigen Och- i
ser. In het halfdonker van het' ruime trappen- I
huls ontmoette de dokter de vrouw
op dit
ander? En als dat zoo was, met wie dan?
Elke, tot de kleinste beweging, die zij maakte,
droeg er toe bij mijn verwarring nog te ver-
grooten maar kon toch niet mijn sluimerend
geheugen wakker schudden. Als ik haar eerder
had ontmoet, dan moest het jaren zijn geleden,
maar dat kon loch ook niet, want het meisje
was nog heel jong, twintig jaar volgens mijn
schatting. Datzelfde bekende merkte ik ook op
in haar stem, een volle, heldere stem, trillend
van verontwaardiging, terwijl zij het woord tot
den op de bank llggenden kapitein richtte.
„Welke nieuwe beleediging wordt mij nu weer
aangedaan, Monsieur?" vroeg zi) in het Fransch,
en notitie nemend van Dom, die grinnikend
naast haar stond.
„Geen enkele,” en alsof de officier zich plot-
seling zijn weinig gracieuze houding bewust
werd, nam hij zijn bemodderde laarzen van de
bank en ging overeind staan, met een schijn van
beleefdheid een buiging makend. „In het kamp
leven doet zich daarentegen zelden een gelegen
heid voor om eenlge hoffelijkheid te betoonen.
Dank den oorlogsgoden zijn wij in bezit geko
men van voedsel, van drank, van een knap
pend vuur en van een dak. En het zou ons
een gj-oot genoegen zijn, dit met onze schoone
gast te deelen....”
„Uw gevangene wilt gjj zeggen.”
„Om de waarheid te zeggen, Mademoiselle, ik
„Op een dag wandelde het meisje, dat b(j ons, kabouters, was
gebleven, door het woud en plukte hier en daar een bloem, die
in het wild groeide. Want U weet, meneer Keesie, dat de wilde
bloemen heel mooi kunnen zijn. En toen ze zoo dwaalde door
het bosch. zag ze niet, dat achter een boom de heks op haar
loerde.” ..Hoe kon ook zoo'n onschuldig kind weten, dat iemand
naar haar keek om haar kwaad te doen,” zei het verkeers-
agentje, „de onschuld kent geen gevaar.”
an den oorsprong van de communls-
staat een
ontgoocheling. In de revolutie van
*1017 wierpen de bolschewikl zich op als
„Gjj doelt zeker op het heer-zün. Op mijn
woord, dit is niet meer dan een gezichtspunt.
Volgens mij hebt gij niet veel reden om te
klagen. Natuurlijk staat gij onder toezicht. Ik
kan toch onmogelijk anders doen ten opzichte
van iemand, die in het geheim onze linie tracht
te doorbreken. Mijn orders laten aan duidelijk
heid niets te wenschen over en Lord Hay is
niet iemand, bij wlen men-met verontschuldi
gingen moet aankomen. Ik ken mijn lesje.
Madam. Toch zult gij moeten toegeven, dat
ik u behoorlijk heb behandeld en dat geen
enkele mijner mannen ruw tegen u is opge
treden. Is het niet zoo? Waarover beklaagt gü
u dan? Misschien omdat ik u gevraagd heb
ons gezelschap te houden bfj het beste maal,
dat ons sinds een maand is te beurt gevallen?”
„OU hebt mU niet gevraagd, Monsieur, gU
hebt mU gedwongen. Toen ik verontschuldiging
vroeg, dreigde men mij en werd ik gedwongen
(Wordt vervolgd.)
a w w r* A OAX'K.T'NT'Ó’>C? <>P blad zlJn ingevolge de verzekering
Al J ,r, ADOININiIi «5 ongevallen verzekerd voor een der vol
Y~) ezorgdheid voor den voorjaars-uit-
«aai begint zich af te teekenen in de
Sovjet-pers. Al heet het, dat „in geen
land van de wereld een technisch zóó goed
uitgeruste landbouw bestaat als in de
Sovjet-Unie”, al staan 450.000 tractoren,
121.000 combines en eenige honderdduizen
den andere agrotechnische machines ter
beschikking én al heeft het bewind van
Stalin „heerlijke kaders van prachtig ge
trainde menscheh” gevormd, die in sow
kolchosen en tractorenstatiom
triomfen van den arbeid vieren en record
oogsten binnenhalen, heelemaal gerust
leven de leiders er blijkbaar niet op.
Reeds een maand geleden openden alle
Russische kranten een campagne voor een
goede voorbereiding van den komenden
zaal-tijd. De tractoren moesten grondig
worden nagezien en het zaaikoren zorgvul
dig worden gezift. Het „plan van de trac-
toren-reparatle”, dat uiteraard altijd aan
loopt achter de planloosheid, waarmee de
boeren de machines stuk maken, mag niet,
gelijk in het tractor-station Sawinka slechts
voor 2.5 pCt„ gelijk in het station Huck
slechts voor 3.5 pCt. of, zooals in verschil
lende zeer groote stations, slechts voor een
derde, doch moet voor volle honderd pro
cent, voor méér dan dat zelfs worden ver
vuld. Aan het begin van deze maand bleek
nog slechts drie vierde van het benoodigde
zaaikoren te zijn uitgeschud, terwijl van
dit drie vierde slechts 18 pCt. was gerei
nigd en dus gereed om te worden uitge-
saaid. Die achterstand moest worden in-
geloopen! De kaders moesten nóg ,heer-
Hjker en prachtiger” worden. Trotzklsten
zullen den Stachanov-arbelder niet meer
verhinderen zijn handen iïlt de mouwen te
steken. De uitzaai moet op tijd en in den
julsten omvang geschieden; de landbouw
politiek moet slagen!
I dien alle ingrediënten. Alleen ontbreekt me het
allervoornaamste, n.I. drie gram bloed.”
„Wel, als het anders niet is! Neem het dan,
van wien het noodig is!”
.Dat is juist de kwestie. Het moet zUn van
I hem, die haar liefheeft en haar echtgenoot o
I wordt.”
,Dat is al hyel eenvoudig, alleen de heer
I Amtor komt daarvoor in aanmerking!”
„Goed. Maar er is één voorwaarde. Het bloed
moet ik twee vingerbreedten onder het hart
I aftappen, anders heeft de mixture geen uitwer-
I king. En dan kan het leven gevaar I nopen
Spreekt u met den man en stuurt hem dan mij!”
Maar de heer Amtor wilde zich niet aan le-
I vensgevaar bloot stellen. Een aderlating, nu, dat
I wilde hjj zich dan nog wel laten welgevallen.
I Maar precies onder het hart? Neen, dat was toch
zacht uitgedrukt al te gevaarlijk. Daar-
i vrouw toch elgen-
|HJk ook een weinig benUdensWaardige partU!
Neen, hu zag er maar van af.
Wanhoop en onmacht plaagden staatsraad
Ochser dag en nacht. „Als ik maar eens wist.
pijnigde hU zUn hersenen.
Op den avond voor den dag, dat dokter Pa
racelsus de zieke weer zou komen bezoeken,
maakte staatsraad Ochser den zwaren gang
naar magister Maedlcius. Dat was de derde,
maar tevens ook de bitterste, pil, welke de dok
ter hem liet slikken.
De jongeman verklaarde zich aanstonds en
onvoorwaardelijk bereid tot wat men hem
vroeg. HU besefte terdege welk gevaar hU liep.
Maar een man, die liefheeft en weet bemind
te woorden, Is tot alles bereid. Zoo ook magister
Maedlcius. En toen de dokter zUn gevaarlijke
operatie gedaan had en het meisje met een
prikkelend drankje dep lang ontbeerden slaap
hergaf; met dreigende stem verordonneerde, dat
degene, die zUn bloed afgestaan had, lederen
dag een poosje aan het bed der zieke moest toe
ven, toen verHet hU de woning van staats
raad Ochser voor goed, mét de vreugdevolle ge
dachte, dat hU het meisje tenminste had kun
nen besparen, wat haar moeder' en hem, dok
ter Paracelsus, zoo onuitsprekelijk had ver
droten.
Par^tauseedne WneVn
Paracelsus de fUne, smalle hand in de zijne en
I haar lanR en haast ontroerd in het ge-
- -----1 van de moe-
der terugvond. Voor hjj zUn diagnose gesteld
had, verliepen er vele minuten, maar toen stond
het voor dokter Paracelsus onomstootelUk vast
dat zioh aan lichamelijke zwakte een geestelijke*
ziekte paarde.
I Dokter Paracelsus zou dokter Paracelsus niet
zUn geweest, als hU er niet achter was geko-
men, dat Ochser besloten had, zijn dochter met
den rijken specerljen-handelaar Amtor te laten
trouwen. Het meisje daarentegen beminde den
magister Carolus Maedlcius- vurig. Z
,De geschiedenis herhaalt zich” zegt hét
spreekwoord, „maar het zou me een Hef ding
waard zUn het nu eens te logenstraffen". Dit
was de Redachtengang van den geneesheer In
kamer. De patiënt lag in het breede, diepe bed, d.e 1«°,nende weken. En wie de beslistheid en de
kreunde, steunde, proestte en jammerde.... I ster“e pemoonlUkheld van den dokter kende,
..Een half jaar al lig ik in dit bed en ik heb I twUfeIde er nauwelUks aan, dat hU in zUn op-
nog zooveel te doen!” I zou slagen. ZUn eerste overwinning was de
„U bent wel te helpen, als u mijn raad ter al8eheele gene-
harte neemt en getrouw slikt, wat ik u voor-
schrijf!”
De patiënt vertrok zijn gezicht tot een gri
mas. „Tien jaar lang word ik nu met ziekte
geplaagd en nu komt gU me daar in een om
mezien de genezing beloven.... Ik ken uw
kwakzalverijen.... Maar behandel me gerust!
Heeft het succes, dan zal ik u betalen, eer niet!”
„Goed,” was het prompte antwoord, „maar
de rekening bepaal ik.”
De zieke werd aandachtig, diepe rimpels kwa
men er in zUn voorhoofd.
„En hoeveel vraagt u?” was
vraag vol argwaan.
„Voor u 300 gulden!” klonk het beslist.
Als door een adder gebeten, vloog de patiënt
in zjjn bed omhoog.
.Bent u gek? 300.— verdienen zes raads- I beschikking!”
heeren nauwelUks samen in 6 weken!” ,Jk heb u niet noodig,” was het ontnuchte-
„Zes raadsheeren te zamen zullen u ook niet I rende antwoord. „Ik bezit een recept.boven
genezen! Laat ze anders maar gerust eens pro-
beeren!”
300.is een vermogen.”
.juist groot genoeg om uw
houden.”
,DU anderen doet u het toch goedkooper....
Zelfs wel voor niets, naar ik hoorde....'*
„Ga maar met ons mee,” zei een van de kabouters, „en geef
ons maar een arm, dan brengen we je wel naar ons huis en
daar zul je het goed hebben.” En het meisje gaf hun een arm
en zoo Hepen ze door het bosch naar huis. „Dat vind ik nou
mooi”, zei Keesie, „men is nu eenmaal in de wereld om
elkaar te helpen.”
Een der olifanten van het circus Barley, dat te. Weenen vertoeft, beschadigde een
slagtand. De dikhuid went geketeyd, waarna de tand kon worden verzorgd
Nog een flesch, Saunders,
Zóó goed geweest, dat ik
lUk nóg een moet hebben,
toch in geschikte conditie zUn
versatle met de dame te voeren! Lieve hemel,
wat is het een trotsche heks, en wat een in
beelding! X Is toch jammer haar aan de ge
nade van Lord Hay te moet
zet de glazen en de Bbrden
zeggen een mooie kan is het brouwsel waard.
Kampeeren ih Vlaanderen zou geen kwaad werk
zUn, als wU lederen avond zoo gelukkig waren
een herberg als deze te bemachtigen. Ziezoo, de
tafel is klaar, zie ik; zeg luitenant Dom de
schoone dame hier te brengen.”
De soldaat verdween en Het de buitendeur op
een kier staan. In de schamele Uchtatralen, die
van binnen uit vielen, kon ik den schildwacht
zien op en neer loopen. Ik kon zUn ledematen
vaag onderscheiden en ik zag duldelUker
schitteren van zUn sabel, en ergens ver weg
in de duisternis zong een tenorstem een
Engelsch lied. Toen Ineens bleef de man staan
en een man en een vrouw verschenen tegelyk
in de deur.
deli”, groepjes trouwe i>artUleden uit de
steden, het land op ter contróie over de
boeren. Een waar schrikbewind voerden
deze, politieke comité's. Ofschoon de oog
sten enkele Jaren achtereen mislukten, of
schoon in de Oekraïne de menschen op
straat stierven, zetten zij den eisch der re
geering van graanleverantle tegen door
haar vastgestelde prUzen, met alle midde
len van de terreur dóór. Ook dat schrik
bewind is prijsgegeven.»Uit den moord op
Kirov bleek, dat de communistische partij
zelf onbetrouwbare elementen bevatte. Een
broeiende stemming van verzet op het
land kon de Regeering daarnaast niet ge
bruiken. ZU aanvaardde den weg terug.
te bc-
I „Kan best sUn, maar nu doe ik er geen
van af.”
Na lang lamenteeren legde de patiënt
tenslotte bU neer. Dat was de eerste bittere n?
welke de oude egoïst te slikken kreeg. P“’
Wat de ziekte zelf betreft. Paracelsus had
direct geconstateerd, dat alleen veel te over
vloedig eten, traagheid en arbeldsvrees daarvan
de oorzaak waren. HU gaf den zieke eenige pil
ten uit zUn medicUnkist en schreef hem voor
zich geheel te onthouden van wUn, en inplaata
daarvan kruidenthee te drinken, matig te leven
‘n en llchamelUken
arbeid te verrichten. -vw»
De raadsheer spuwde gal en venUn.
.Duivelsche kerel...." tierde hU.... Joon
naar de hel.”
.Als Ik er niet van overtuigd was, dat u -
I een ernstige ziekte laboreert, zou ik u beleeM
uitnoodigen mU te vergezellen.”
En zonder den man verder een blik waardlz
te keuren. verHet dokter Paracelsus het vertrek.
Voor de deur van de ziekenkamer greep me
vrouw Ochser de hand van den meester We
hebben nog een zieke in huls,” fluisterde
„Volg me alsjeblieft.”
Het eenlgste kind was al maanden bedleve-
a WjTa4- aam KUlw am -
Paracelsus de fUne, smalte hand, in de zUne
- van den «Icht, waarin hU de edele trekken
raadsheer. Paracelsus was op dit oogenblik 1 -
voorbereid en reikte haar, zonder verlegenheid,
de hand.
„Vergun mU, edele vrouw, u bU dit wederzien
hartelUk te begroeten en als oude kennis u te
vragen, hoe het u sindsdien ging.”
De - slanke, nog altUd knappe vrouw beant
woordde den blik van zUn vorschende oogen
vast en hartelUk.
„Ik ben gelukkig u gezond en wel In den
zegen van uw arbeid terug te zien,” antwoordde
ze eenvoudig. Ên zacht voegde ze er aan toe:
„Vaak dacht ik aan u, al die Jaren.. altUd..
Zonderling is het nu, dat mUn man Juist u
roept, ik had het nooit gedurfd.”
ZU bracht den heelmeester In de zleken-
twUfelde er nauwelUks aan, dat hU In zUn
algeheele
Izing van staats,
raad Ochser, die
hem met een
zuurzoet gezicht
en enkele scham
pere opmerkin
gen de overeenge
komen 300— betaalde.
Van pfhten komt praten ep toen de slepende
ziekte van het meisje te berde kwam, was dok
ter Paracelsus eensklaps een en al actie.
Is één middel, om haar te genezen! Daar
enboven kost het niets.... Ik bedoel, er zal
slechts durf voor noodig zUn," liet hU er fUn-
tjes op volgen.
Staatsraad Ochser glunderde.
„Spreek dokter, sprefek! Ik sta geheel te uwer
30