I
De avonturen vaneen verkee rsagentje
WEK DE GAL
IN UW LEVER OP
VALDA PASTILLES
tegen koude vochtigheid en Infectie.
\2Cct ueïAaal aan den dag
s
--SHEA
van de lersche Brigade
DOOR RANDALL PARRISH
P-
UW €IG€N
UNIVGRGITeiT
KATHOLICKCN
VOLTOOIT
Anti-papisme
Haven-politiek
Een goede
vangst
5
Faillissementen
a
00
I
r
E
ECHTE VALDA
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERUES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN U1TERL1JK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
DONDERDAG 10 FEBRUARI 1938
Zyn wy aanmatigend?
HL
Vinnige concurrentie
cc
L
1
r
t
F
9
Amsterdam,
d
worpen.
op dit blad slid Ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen
(Wordt vsrvoigdj
N.
W
let
f.
ofschoon
organisatie
Is!
le-
r-
zeer
al-
1
i
be.
iui«
de
dt
u-
sfi
to
et»
u.
licht brengt geluk, genot, teleur-
stelling.
Keesie werd dadelijk voor den koning gebracht, die nog altijd
zijn kroon op het hoofd droeg, terwijl Keesie zijn helm ophield,
omdat het daar altijd zoo tochtte. En aan den koning vertelde
de verkeersagent zijn avontuur met den vos, terwijl een
vlinder en een slak schenen, te luisteren naar het verhaal. En
toen hij had had uitverteld, vroeg de koning: „Is dat nu alles
waar? „En of," zelde Keesie, „ik weet al te goed, meneer
koning, al is de leugen nog zoo snel, de waarheid achter
haalt haar wel." „Zoo is het," zelde de koning lachend.
nlangs vermeldden wij enkele cijfers
betreffende het aantal faillissemen
ten in de jaren 1936 en 1937. Wat
I het afgeloopen jaar betreft beschikten wij
nog niet over volledige gegevens, hoewel
over elf maanden een aanzienlijke daling
van het aantal faillissementen geconsta
teerd kon worden. Thans is een mededee-
llng verschenen van het centraal bureau
voor de statistiek, waaruit blijkt dat het
aantal uitgesproken faillissementen in
1937 inderdaad zeer belangrijk is gedaald,
namelijk van 4.405 in 1936 tot 3.125 in
1937 (vermindering van 1.280 of 29 pCL).
Bij raadpleging der cijfers, gesplitst naar
bedrijven en beroepen, valt te constatee-
ren, dat voor bijna alle groepen de cijfers
voor 1937 veel gunstiger zijn. O.a. daalder*
de cijfers sterk ten aanzien van de bouw
bedrijven, vervaardiging en reiniging van
Wopen U tegen hel
^GEVAAR von KOUVAT!
W Bescherm Uw keel, luchtpijp®
longen met ontiseptische
Moor vroog naar de
in Hollandsche doezen
f’ ssper Bergmans had één groeten harte-
tocht, dien hij slechts met uiterste wils
kracht in toom kón en móest houden.
.Móest!" ja, zeker. Als jong rechercheurtje
had Caspar een ontslag uit politle-dlenst ge
dreigd en slechts de belofte niet meer aan zijn
„liefhebberij" toe te geven, had hy zijn commis
saris kunnen vermurwe^r hem nog een kans te
geven. Dit was Bergmans tot nog toe nóóit meer
uit het geheugen gegaan én hij kon nd toch
al op een prachtstaat van twintig ongerepte
dienstjaren terugzien.
Onze goede politle-man was namelijk een
hartstochtelijk vlschllefhebber, neen, geen
vlsch In consumeerbaren vorm, gebakken, ge
stoofd of gekookt, maar vlsch in haar element,
aan het water zitten, den hengel in de hand.
1 turend naar zijn dobbertje en door een ophaal
I op het juiste moment een bleitje, voorntje of
hoe-ze-ook-heeten-mogen te verschalken
I Nu lijkt deze hartstocht vrjj gevaarloos
en dat Is hjj inderdaad ook meestentijds
Bergmans ging er echter zóó in op. dat hjj alles
er door vergat. zUn tijd, zijn dienst, zijn op-
drachten. Zijn theorie, dat feitelijk ieder goed
politle-man aan „visschen” moest doen het
kweekte geduld aan en leerde een menach het
Juiste moment afwachten om zijn prooi te be
machtigen werd nu eenmaal niet door zjjn
superieuren aanvaard, dié eischten accurates
se, dienst met de regelmaat van een klok, en
voor alles een onvoorwaardelijk gehoorzamen
I aan hun bevelen.
Aan dat alles dacht Caspar ook dien middag
weer, 'toen hij zijn dienst deed in Zorgvliet, het
I aardige villa-wUkje van hun stad.
Achter de groote villa's van den Heuvelweg
stroomde een heerlijk watertje, helder, open en
rijk aan geschubde bewoners. Aan dit watertje
nu zaten twee eenzame mannen te hengelen en
Bergmans kon niet nalaten er even „een kijkje"
bij te nemen.
Hun „kanis" was nog leeg, maar In het
„pierendoosje” glibberde en leefde het van de
wormen, magere en vette.
HIJ mompelde een groet en de mannen be
antwoordden dien op dezelfde wijze.
„Nog geen „beet,” zie Ik,” merkte hij op.
„Nee!.... we zitten hier net.” zei de een.
.Mot anders veel snoek zitten, hierde
tweede.
Een trek van verbazing gleed over Caspar's
I gezicht. Het slaan van de naburige torenklok
I herinnerde hem aan zijn plicht en met een
lichtelijk schouder-ophalen wenschte hij de
mannen, met een zweem van sarcasme in zijn
stem, een .goede vangst" en liep door.
Twee dagen later werd rechercheur Berg
mans by zijn chef op diens bureau ontboden.
„Er is werk voor je aan den winkel, Berg
mans!” begroette deze hem.
„Dat kunnen we hebben. Inspecteur," lachte
Caspar.
„Om ter zake te komen! Zoo juist belde mijn
heer Akkerman je weet wel. die rijke fabri
kant van den Heuvelweg me op, dat er van
nacht bjj hem ingebroken is. De dader of da
ders hadden het blijkbaar op zijn collectie mun
ten die, tusschen haakjes gezegd, een groote
bekendheid heeft voorzien. Er zijn althans
een aantal waardevolle gouden en zilveren leg
penningen en andere makkelijk-versmeltbare
stukken uit verdwenen.
Uit de manier waarop zij binnengekomen zijn,
hun weg genomen, en den tijd, dien zij voor hun
werk gekozen hebben, blijkt duidelijk, dat zij
de situatie ter plaatse grondig bestudeerd en
van de bewegingen van het personeel volkomen
op de hoogte waren.
Je moet er direct heen en het onderzoek ter
hand nemen.
Er is den heer Akkerman veel aan gelegen
die voorwerpen terug te krijgen, niet om de
waarde ervan, hij is tegen diefstal verzekerd
maar omdat er verschillende stukken by
zijn, die door hun zeldzaamheid moeilijk te
vervangen zouden blijken; hy stelt zelfs een
nlet-onaardlge beloonlng in het uitzicht voor
hem, die het gestolene onbeschadigd terugbe
zorgt.
Zoo, dat is alles, wat ik er van weet Ga er
onmlddelllJk heen en tracht meerdere aanwij
zingen te vinden. Goed succes!”
hetgeen
:ur zegt
van
heeft hij
bq varitea van gaat hand,
•en voet ef een oog.
toen ik er toevallig langs
de zweetdruppeltjes pa
relden hem op het voorhoofd bleef ik
even staan en.... vroeg hun of ae al wat ge
vangen hadden. Neel, zegt de een, we zitten
hier net.... toen die andere snuiter er over
heen: ,ja moet hier anders veel snoek zitten,
zeggen ze”.... Nou,...', toen dacht ik direct....
die weten er ook niet veel van.... want ze za
ten met pieren pardon! wormen te ben
gelen en.... voor snoek moet je aas-vlschjes
gebruiken!’” Dat schoot mij vanmorgen weer
te binnen en dacht: daar klopte iets niet! Die
lui zaten daar niet om te visschen, maar om
de ligging van het huis en de gewoonte van het
personeel, en zoo, af te loeren. Toen ik in het
foto-archief hun portretjes terugvond, was ik
er al bijna zeker van, dat ik „een goede vangst"
zou doen.
hoefde ik niet lang te zoeken, zij wantrouwde
mij, zij was bang voor mij. De woorden van ver
trouwen, die zij had gesproken, waren dus maar
valsch geweest, en zjj had met beide handen
de eerste gelegenheid aangegrepen, waardoor
zU mU kon ontsnappen. Ik was de moordenaar
van haar broeder. Deze eene gedachte had alle
andere verdrongen en wel in die mate, dat zjj
liever alleen alle gevaren riskeerde dan in mijn
gezelschap. Deze gewaarwording trof mij zeer en
Juist naar het diepe gevoel van leed, dat ik er
van ondervond, kon ik de diepte van mijn ge
voelens voor haar afmeten.
Het meisje had op een wonderlijke manier'op
mijn gemoed gewerkt, haar persoonlijkheid had
een vreemde macht over mjj uitgeoefend. Mis
schien was de manier, waarop wU kennis met
elkaar hadden gemaakt, de reden hiervan,
misschien ook haar afhankelijkheid van ml), het
vertrouwen, dat zjj in mij scheen te stellen.
Maar de herinnering aan haar gelaat, de klank
barer stem, kwelden mjj als nooit te voren. En
zij had er de voorkeur aan gegeven, zich ergens
In dit armzalige plaatsje schuil te houden, lie
ver dan op mijn terugkomst te wachten. Zjj
moest mij dan wel op een verschrikkelijke
manier haten!
Maar was het wel zoo? Was er misschien nog
een andere verklaring? Het lag toch niet in haar
aard te liegen, een vertrouwen voor te wenden
dat zjj niet bezat. Ik kon de overtuiging, dat zij
eerlijk en trouw was, niet op zjj zetten. Geen
enkelen keer was zij voor mij teruggeschrokken,
behalve dan het eerste oqgenbllkje, dat zjj mij
gezien had. Alles, wat ik baar verteld had. had
zij op een beminnelijke manier aanvaard, zij had
mjj zelfs in een opwelling van dankbaarheid de
hand toegestoken. Het lag niet in haar aard
zich anders voor te doen dan zij was. Ik vroeg
mij zelf af of het meisje zelfs wel iemand zou
kunnen bedriegen. Maar welke andere verklaring
kon er dan nog zijn? 'Zou de een of ander haar
misschien op het spoor zijn gekomen en haar
hebben meegenomen of was zij soms weggelokt?
In geen geval kon zij door geweld zijn mee
genomen, want in den stillen nacht zou ik de
kreten van strijd natuurlijk hebben gehoord.
En de andere veronderstelling was toch M te
dwaas. Want wie zou haar hier hebben kunnen
meelokken? En waarom sou zij zich aan d8n
eersten den besten zwerver hebben toever
trouwd?
Ik durfde het niet wagen om licht te maken
maar ik wierp de deur van de hut open en
sprak haar naam uit, er volgde geen antwoord,
doch ik kon toch niet nalaten de geheele ruimte
van muur tot muur te betasten, en stuitte
daarbij zelfs niet op een enkelen stoel. Door
wanhoop voortgezweept, doorzocht ik nog twee
ellendige huisjes met geen ander gevolg dan
dat ik een van honger half omgekomen bond de
vrijheid teruggaf, tot dank waarvoor hij mjj
naar de beenen beet en daarna met een angst
kreet den duisteren nacht in vluchtte. Het leven,
dat het beest maakte, bracht mij tot de leven
dig erkenning van mijn eigen gevaarlijken toe
stand.
Dat zoeken in den blinde kon ik evengoed
staken; het leidde toch tot niets, of het moest
zijn door puur toeval. Waarheen bet wieigje ook
hielden wij ons doodstil, maar zoo gauw hl)
zijn rug had gedraald, schuifelden wy weer voor
zichtig verder. Door deze tweede poging raakten
wjj uit zjjn gezicht en bereikten een lichte hel
ling, waar de duisternis Intens was. Voetje voor
voetje kwam ik verder en waagde mjj ten slotte
over den weg, waarna ik het dorp probeerde te
bereiken. Zien kon ik totaal niet, ik ging in
hoofdzaak tastend verder. Ik had het geluk een
stukje hout te vinden, deed het paard het bit
in den bek en maakte de teugels stevig vast.
Het was niet zoo heel eenvoudig om het punt
van uitgang terug te vinden, maar het kamp
vuur hielp mij de goede richting te houden.
In mijn verlangen om het meisje (erug te vin
den en in het vaste vertrouwen, dat het dorp
geheel verlaten was, liep ik vlug, en eigenlijk
wel een beetje roekeloos, naar de plek, waar
ik haar had achtergelaten. Er was niemand....
Mademoiselle was verdwenen. Het duurde even
voor de volle waarheid tot mij doordrong; ik
stak onwillekeurig mijn handen uit in de don
kere schaduwen en liep om de hut heen, in de
hoop, dat zij misschien een andere schuilplaats
had uitgezócht Maar het verschrikkelijk feit
van haar verdwijnen viel niet langer te looche
nen. Zjj was heengegaan, zij had my zonder
een woordje van naderen uitleg verlaten, zij
nad haar belofte geschonden. Maar waarom had
zij dit gedaan? En waar was rij toch heen ge
vlucht?
Ik stond als verstijfd om mij heen te staren
meende ieder oogenblik kreten van alarm uit
de richting van de herberg te hooren.
Naar bet waarom van haar handelwijze be-
Zonder veel complimenten werd de vos door den gevangen
bewaarder In den kerker van het paleis van den koning ge-
Er stond een brits met wat stroo en een kan met
water; in een hoek van de cel had een spin een web gemaakt.
„Zoo, nu kun je over je zonden nadenken," zei de cipier, die
een bos sleutels in de hand had.
was gevlucht, zoolang het zoo donker was, had
Ik toch niet de minste kans haar te vinden.
En elk geluid, dat ik maakte, elk oogenblik, dat
ik aarzelde, kon mij de vervolgers op de hielen
•enden.
Bovendien had zy mij die papieren voor den
koning toevertrouwd. Als ik er in mocht slagen,
ze hem veilig in Charleroi ter hand te stellen,
dan zou ik op begenadiging, misschien wel op
beloonlng kunnen rekenen. Het gezond verstand
spoorde mij aan, op te stijgen en op weg te
gaan om den plicht van een soldaat te gaan
vervullen. Maar daarmee sou ik haar aan een
wie weet hoe vreeseiyk lot moeten overlaten.
Zoo heen en weer geschud door twijfel, werd
Ik plotseling door een alarmsignaal opgeachrlkt.
Ik hoorde een ruwe stem een haastig bevel geven
en daarop hoorde ik mannen in een snel tempo
loopen. Ik kon de gestalten, vaag tegen het
kampvuur afgeteekend, naar het paardenkamp
zien hollen. Toen begrijpend, dat ik niet langer
had te kiezen, keerde ik mij van het armzalige
huisje af en snelde door de duisternis naar de
plaats, waar ik het gestolen paard had achter
gelaten. Voor het oogenblik beheerachte t ver
langen om gevangenschap te ontloopen, alle
andere gewaarwordingen. Roekeloos snelde ik de
nauwe straatjes door en hoerde voortdurend de
kreten der mannen van de wacht en herkende
zelfs het bulderend geluld van Awlright. Maar
ineens bleef Ik staan, door een nieuwen schrik
aangegrepen. Ik had nu de plek bereikt, waar
Ik bet paard had achtergelaten, maar er was
geen jtaard te bekennen.
echter alleen de haven en in dit opzicht
heeft hij gelijk.
Van niet minder beteekenl
de Rotterdamsche haven-dl
omtrent de bevoorrechting ten/aanzien
tarieven, douanerechten etc.
onmiskenbaar het oog op België. De Bei-
gische en Nederlandsche zeehavens heb
ben evenwijdig loopende transltobelangen
Onderlinge'concurrentie op dit terrein is
goed, is wenschelljk en tot op zekere
hoogte noodzakelijk, alleen maar: er wor
den in den concurrentiestrijd kunstmidde
len toegepast,welke veel ergernis en veel
misverstand opleveren en het is zoowel een
Nederlandsch als een Belgisch havenbe-
lang, dat te dien aanzien gestreefd worde
naar overeenstemming. Eigenlijk geldt
dit voor alle zeehavens tusschen Duinker
ken en Hamburg, doch veel zou er reeds
gewonnen zijn, indien de sedert jaren be
staande „quaesties" tusschen België en
Nederland op dit punt konden worden bij-
gelegd. Telken jare worden in het Parle
ment hier de vragen gesteld en steévast
is het antwoord van de regeering, dat zij
doende is, dat de quaesties zoo moeilijk
zijn en dat men hoopt, dat.... etc. Mid
delerwijl blijven de moeilijkheden be
staan. De heer Koomans heeft nu de ge
legenheid van het lustrum der Nederland
sche kamer van koophandel in België en
Luxemburg benut om op deze belangrijke
aangelegenheid te wijzen en verwacht ver
betering van een nader contact tusschen de
betrokkenen, zoo mogeljjk van allen, die te
maken hebben met de ontwikkeling van de
havenpolitiek der groote Noord-West-Euro-
peesche zeehavens. Wij deelen zijn verwach
ting, wij gelooven, dat In deze materie de
weg der diplomatie wel officieel doch
lang is en dat de naast-betrokkenen
licht eerder tot een voor de havens zelf ge
schikte oplossing zullen weten te komen.
M u zult morgeus „kiplekker”
uit bed springen.
Eiken das moet Uw lever een liter ral In de In
gewanden doen vloeien. Wanneer de calafacheldin»
onvoldoende la. wordt Uw voedsel niet verteerd, bet
bederft. Er vormen sich sassen In Uw lichaam. U
raakt verstopt. Uw organlsne wordt verriftlsd en
U wordt humeurig ‘en loom. U slot alles swart
De meeste laxeermiddelen »Un slechts lapmid
delen i een geforceerde stoelgang neemt de oor-
xa&k niet wsk*
Maar CARTER'S LKVERPILLKTJE3 sullen lor
ren .voor de vrije toevoer van gal. waardoor U weer
geheel herstelt. Een plantaardig, sacht. onover
troffen middel om de gal te doen vloeien.
Slacht Carter's Leverpllletjes. verkrijgbaar bQ
apothekers en drogisten in flacons van f 0.7&.
een
nog veel in de
haar den rug
standsorganisatie
haar alleenvertegenwoordlgingsrecht eerst
ernstig in het gedrang. Dezen christelijken
boeren moet daarom worden gesuggereerd,
en de chr.-hist. „Nederlander” is van haar
kant voor deze suggestie reeds bezweken,
dat hun eigen organisatie de Roomsche
aanmatiging in de hand werkt. Met een
speculatie op het anti-papisme van de
christelijke Zeeuwsche boeren moet de
principieel-christeiyke organisatie wor
den stukgebroken. Het gaat niet tegen de
Roomschen, het gaat over ons hoofd heen
tegen de christelijke broeders!
Zou er niet een meer geschikte plaats
te vinden zijn waar deze strijd kan war
den uitgevochten, dan boven ons hoofd?
deed
aan de
zijde en
daarna
minuten
zend over
rimpelloose
tervlak van
11
Zoo kwam ik na een poosje op den weg uit,
een behoorlijken afstand van den schild-
»«ht, wiens gestalte ik nu, duidelijk tegen de
«mmen afgeteekend, kon waarnemen. Ik
"•™tte even tot hy zUn rug had gedraaid, toen
ik den weg over én verborg mij in het
den andereI> kant.
**bevond my nu aan den rechterkant van het
dat lk wilde bemachtigen, maar ik be-
•‘“/«ng te worden dat, als ik verder voort-
•f°op,het dier zou schrikken en alarm maken.
®y veel beter toe het dier koelbloedig
Ik c ^en en’ met dlt doeI voor oogen, kroop
handen en voeten verder tot het paard
«■chen my en den schilwacht was. Ik voelde
tedekt en stond op, wachtend tot de
zich weer op zyn ronde zou omkeeren en
Terder wandelen. Het paard draalde zyn
Z? ,°*n *u rook my, maar het toonde geen
my veilig voelend in zyn schaduw,
™“**ht ik in allen spoed het beestje en zijn
Het w“ reen fllnk gebouwd paard,
van duLd*n indruk lemand het gewicht
taplteln te kunnen dragen. Zadel en
ontbraken niet, maar in den bek mif te
voorwerpen van kleeding en ligging, land
bouwbedrijven, warenhandel en verkeers
wezen. Voor de rubriek „overige faillisse
menten” kwam het cijfer van 1.261 op
929; in deze cijfers zjjn begrepen de fail
lissementen, ten aanzien van welke nog
geen opgave omtrent bedrijf of beroep
werd gedaan.
Per 100.000 Inwoners bedroeg het voorloo-
pige cijfer der uitgesproken faillissemen
ten in totaal 36.3 en kwam dus bijna op
het gunstige niveau van 1929 (35.7). Uit de
specificatie naar de provincies blijkt, dat
het relatieve cijfer (per 100.000 inwoners)
van Noordholland het hoogst was en dat
van Zeeland het laagst. Veel gunstiger dan
m 1936 waren ook de relatieve cijfers tA.v.
de grootste gemeenten:
's-Oravenhage en Rotterdam.
Uit dit alles blijkt wel dat de economi
sche toestand in ons land eenigszins is
verbeterd en ook dat het vertrouwen In
het zakenleven terugkeert.
Tn de Eerste Kamer wordt dezer dagen
4e benarde positie besproken waarin de
gemeenten en met name de groote ge
meenten tengevolge van de crisis verkee-
ren. In hoeverre de regeering in staat zal
xijn in deze positie verbetering te brengen,
ji op dit oogenblik niet te voorzien, doch wat
de groote steden betreft, welke tevens ha-
ven-steden zijn, mag niet uit het oog wor
den verloren, dat wat de pogingen tot
financieel herstel ook mogen opleveren
bet belangrijkste probleem bestaat in
het weder doen vloeien van de welvaarts
bronnen dier gemeenten. Een dier wel
vaartsbronnen van de beide grootste steden
van ons land, Amsterdam en Rotterdam.
djn de havens en deze havens worden
met dep dag meer bedreigd door de maat
regelen, welke de Duitsche regeering neemt
om de Duitsche scheepvaart en havenbe-
langen te bevorderen. Deze bedreiging
geldt echter evenzeer Antwerpen en hei
lijkt ons een goede gedachte van den di
recteur van het Havenbedrijf der ge
meente Rotterdam, den heer N Th. Koo
mans, om op dit feit de aandacht te ves
tigen. In de keurig uitgevoerde Jubileum-
altgave, uitgegeven ter gelegenheid van
het zevende lustrum Van de Nederlandsche
Kamer van Koophandel voor België en
Luxemburg, te Brussel gevestigd, "Wijst de
heer Koomans pp merkwaardige en ten
deele bemoedigende verschijnselen. Hij
overziet het stroomgebied van Schelde,
Maas, Rijn, Eems, Weser en Elbe, groot
400.000 vierkante kilometer, tlat is zes
maal de oppervlakte van Nederland, Bel
gië en Luxemburg, een geïndustrialiseerd
gebied van ruim 80 millioen inwoners
Tusschen Kanaal en Elbe hebben verleden
jaar niet minder dan zestig zeeschepen
in de havencentra 125 millioen ton goe
deren gelost en geladen dat is méér dan
in 1929, het Jaar voor de wereldcrisis en
het is wel merkwaardig, dat de omvang
van het goederenverkeer in de Noordzee-
havens sedert de groote inzinking sneller
en sterker is gestegen dan de wereldhandel.
Men kan dus in het algemeen ver
trouwen hebben in de toekomst der Noord-
seehavens, alleen: de Nederlandsche zee
havens lijden geducht onder de autarki
sche maatregelen van Duitschland en ook
van Frankrijk om nationaal verkeer in veel
grootere mate dan vroeger over nationale
havens te leiden en onder, wat de heer
Koomans noemt, een kunSbptlge be
ïnvloeding van het transito^Kceer, door
bevoorrechting ten aanzien van tarieven
en douanerechten, het verleenen van gra
tis diensten en premies. Tevoren maakt de
heer Koomans nog een andere opmerking,
welke de aandacht trekt en Juist is, n.l. dat
de rivaliteit tusschen de zeehavens geleid
heeft tot een vinniger strijd om dezelf
de transporten met als gevolg de aanschaf
fing van outillage, die in den zelfden
vorm elders reeds aanwezig was. Zoo
looet Rotterdam thans in meerdere mate
dan voorheen het massa-goedeijfnverkeer,
waarin het van nature op de meest ecO-
oomlsche wijze kan voorzien, met andere
Noordzeehavens deelen. Deze opmerking is
Juist: de^ heer Koomans noemt geen
oamen, doch vermoedelijk heeft hij het
ook op de bemoeiingen van de zeeha
ven Dordrecht, welke inderdaad aan de
Rotterdamsche haven, welke nu eenmaal
uitstekend voor het massa-goederenver-
ber is geoutilleerd, groote concurrentie
aandoet. Intusschen, ook op ander gebied
doet zich dit verschijnsel voor: wij denker,
b.v. niet zoozeer aan den bouw van het
Al T r A DAAA.TIKT'E'°p bl,ld ■M1’ <b verzekeringsvoorwaarden tegen p 7^0 b>J levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door p 7^0 MJ een ongeval met p 9^0
<AI «I »r< Za 1| IN F. ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen We verlies van belde/armen, beide beenen of beide oogen A f e^Wo™ doodalljksn afloop fcSWWo
het een bit. Eeïh ferm touw, dat om zyn hals was
gebonden, leidde "Ergens In de duisternis heen.
Streng voor streng zaagde ik dit met myn mes
door.
Ik kon nu het kampvuur weer zien, en ook
de mannen, die er omheen lagen te slapen, een
paar hadden tegen de muren van de herberg
beschutting voor den wind gezocht.
De schildwacht bleef op zyn ronde even met de
mannen staan praten en ging toen weer lang
zaam verder naar den hoek tegenover my,
voorby de gesloten deur. De kaars binnen stond
zeker nog te branden, want Ik kon heel goed
door een spleet een lichtstreep waarnemen,
maar verder bleef alles rustig. De tnan was nu
aan het eind van zyn ronde gekomen; hy keek
even onverschillig de duisternis in, verschoof zyn
geweer en ging weer verder. Hy scheen zelfs
niet aan gevaar te denken en het werk, dat hy.
deed, was dan ook niets meer dan een zekere
routine. Op deze sleur nu bouwde ik myn plan
nen. Als wy maar geen leven maakten, dan be
stond" er alle kans, dat de man het paard zelfs
niet eens zou missen. En zelfs als hy het miste,
dan kon het nog heel goed zyn dat hy dacht,
dat het dier naar het eind van het touw was
geloopen, of dat het zich in het gras had neer
gelegd. Er bestond al heel weinig kans, dat hy
een nader onderzoek zou instellen.
MU sterk voelend door deze gedachte, liep ik
achteruit en het paard volgde de leiding van het
touw. WU maakten geen leven, behalve dan een
zwak geritsel van het gras onder onze voeten.
Ik hield maar steeds den schildwacht in het oog.
Toen hu weer eau een nieuwe ronde begon.
den of terug te winnen. Met verdubbelde
vasthoudencheid poogt zij al wat officieel
cachet draagt in Goes samen te trekken,
zoodat de boeren voor alle officieele zaken
naar haar moeten komen
zy tracht aldus den oogst binnen te
halen eer de zon van haren akker ver-
dwlint.
Zoowel de katholieke als de christelijke
organisatie verdubbelden van den weer
omstuit hun pogingen om dit verre van
rechtmatig monopolisme van de Z. L. M
te breken. En in die pogingen steunden zij
elkander volkomen terecht. Onder meer
dere inde kwestie van het betreffende
pachtbureau.
Indien de schyn bier tegen de katholie
ken is, dan toch ook niet meer dan de
schijn.
Waarom nu dit alarm tegen de Room-
sche aanmatiging? Vreest de Z. L. M. wer-
keiyk een overmoedig optreden van de
Katholieke organisatie? Oeen sprake van
Katholieken zitten er in de Z. L. M. niet;
de groei hunner organisatie kan haar prac-
tlsch weinig schade berokkenen. Door hun
toedoen zal zij haar domineerende positie
niet verliezen. Wél echter vormt de protes-
tantsch-christelijke vereeniging voor haar
gevaar. Christelijke boeren zitten er
veel in de Z. L. M.; wanneer deze
toekeeren om een eigen
te vormen, dan komt
JDank u, inspecteur.”
Caspar salueerde stram en wilde da kluner
verlaten, maar de stem van zyn chef hield hem
nog een moment terug.
JDenk er vooral om, Bergmans, spoed! spoed)
en nog eens spoed! Als de dader niet gauw ge
pakt is, is de „poet” al versmolten en onher
roepelijk verloren.”
„Ik zal m(jn best doen, inspecteur. Meer kan
Ik ook niet.”
Tien minuten later stond hy reeds in het
vertrek, dat als een klein museum was ingericht
en waar de fabrikant Akkerman zyn .hobby”,
munten en penningen, steeds uitgesteld had
staan.
De heer des huizes toonde hem met een zielig
gezicht de aangerichte schade en wees hem
den weg, dien de inbreker vermoedelijk benut
had. Bergmans speurde overal rond, maar vond
niet de minste aanwyzing om zyn onderzoek in
een bepaalde richting te kunnen voortzetten.
De dader moest een .zware jongen” geweest
zyn, die zyn werk goed verstond. Geen vinger
afdrukken. geen .stille getuigen”, niets.
In gedachten verzonken verliet de recher
cheur het huls weer, liet zyn speurenden blik
eens over de voorzijde van het gebouw gaan,
hetzelfde
achter- i
staarde
eenige j
pein-
het i
wa-
het ””T
riviertje, dat langs den achterweg stroomde.
Dan lichtte er plotseling 'een gedachte door
zyn brein. Een gesmoorde krachtterm kwam
over zUn lippen en zyn slappe houding ging hl
een plotselinge actie over.
Nauweiyks een uur nadat hy het verlaten
had. keerde hy weer op het hoofdbureau terug,
nü in de foto-afdeeling. en.vond daar al spoe
dig wat hy verwacht had te vinden, het bewijs
van zyn plotseling opgekomen theorie.
Nog voor het uur waarop de hoofd-commls-
sarls zyn middagdutje placht te doen, leverde
hy twee arrestanten en den bult op diens
bureau af.
.Een goede vangst!” was het compliment,
dat hy van zyn hoogsten chef voor zUn kranig
stukje werk kreeg.
.Maar vertel me eens: hoe vond je het spoor,
dat je voldoende aanwyzingen gaf om deze man
nen eens aan den tand te voelen, Bergmans?”
Caspar verbleekte iets en hakkelend als
een schooljongen, die op kattekwaad betrapt
wordt bracht hy er uit:
,4a, ziet u. mynheerdie lui zaten eenige
dagen geleden te.... visschen aan het water,
dat achter het huls van den heer Akkerman
loopt, enne
Verbaasd staarde de hoofdcommisaaris hem
aan.
„Ik begrijp niet wat dat er nu mee te maken
heeft, Bergmans!” en zijn stem klonk korzelig.
.Dat zit zóó, mynheer.... Ik heb vroeger ook
nogal eens gevischt en
,4a. dat is genoeg bekend; dAAr sou ik maar
niet te grootach op gaan! Maar, ga verder!"
Caspsu was na deze Interruptie nog meer uit
het evenwicht geslagen.
„Nu, dan.... eh.... die mannen zaten daar
te visschen en.
kwam.ehum
n Zeeland treden de Katholieken aan
matigend op. Met 14 pCt. van de Zeeuw
sche boeren in hun organisatie eischen
zij het secretariaat van het officieele
pachtbureau op, dat daartoe niet in het
centraal gelegen Goes, maar in het katho
lieke Zeeuwsch Vlaanderen, in Hulst, moet
worden gevestigd.
Aldus de .Middelburgsche Crt.”; zij tee-
kent daar een kolommenlang protest tegen
aan en de C. H. „Nederlander” neemt dit
protest gretig óver, ofschoon de firo-
testantsch-christeiyke organisatie der
Zeeuwsche boeren den wensch der Katho-/
heken ondersteunt en ofschoon het blad
zelf erkent „het materiaal, noodig ter be-
oordeeling, te missen”. Het „vraagt” dan ook
alleen maar al weet het héél goed, dat
zijn lezers reeds lang overtuigd zijn van de
„Roomsclie aanmitlglng”, wanneer het zelf
om den voorzichtigen vorm achter dien
term nog eén vraagteeken plaatst.
In Zeeland is inderdaad aanmatiging
in het spel, doch van andere dan katholie
ke zyde.
De kwestie ligt zoo: De katholieke orga
nisatie telt op het oogenblik ongeveer een
zesde van de Zeeuwsche boeren onder haar
leden. Naast haar staan de neutrale
Zeeuwsche Landbouw Maatschappy en de
Christeiyke Boeren- en Tuinders Bond,
die ongeveer evenveel leden telt als de ka
tholieke. De beide confessloneele organi
saties vertegenwoordigen dus samen onge
veer een derde van de Zeeuwsche boeren;
twee derden is aangesloten by de Zeeuw
sche Landbouw Maatschappy.
Deze nu meent, dat haar op grond
van deze meerderheid een soort alleen ver
tegenwoordiging toekomt, zooals de C. G.
T. in Frankrijk dat óók meent. Toen by
den aanvang van de crisiswetgeving een
Tarwebureau moest worden gesticht, kwam
dit in handen van de Z. L. M. De bureaux
voor de varkens en de nmderën werden
eveneens naar haar z^tel in Goes getrok
ken. Geen enkel, althans geen enkel be-
langryk crisisbureau, wordt door katholie
ken of door leden van den christeiyken
bond beheerd.
Intusschen loopt de Z. L. M. den laatsten
tyd indien niet direct iry ledental, dan
toch in aanzien sterk terug, zy heerscht
niet meer onbeperkt alléén. Vrywel alle
katholieke boeren van Zeeland hebben zich
in eigen verband georganiseerd en zy
hebben hun organisatie economisch sterk
gemaakt dóór het stichten van coöpera
tieve handelsinstellingen, zaadreiniglngs-
tnstallaties en zoo meer. De protestantsch-
chrlsteiyke organisatie geniet als princi-
pieele boerenstand-organlsatie steeds meer
sympathie.
Voor de Z. L. M./werd de feiteiyke offi-
cieele vertegenwoordiging het eenige mid I
del om het aanzien van vroeger te behou- I
Rotterdamsche stadion als wel aan de
pogingen van Rotterdam om betrekke-
lyk dicht by Schiphol by Ovcrschle een
internationaal vliegveld in te richten! De
opmerking van den heer Koomans betrof