I De avonturen vaneen verkee rsagentje WEK DE GAL IN UW LEVER OP VALDA PASTILLES tegen koude vochtigheid en Infectie. \2Cct ueïAaal aan den dag s --SHEA van de lersche Brigade DOOR RANDALL PARRISH P- UW €IG€N UNIVGRGITeiT KATHOLICKCN VOLTOOIT Anti-papisme Haven-politiek Een goede vangst 5 Faillissementen a 00 I r E ECHTE VALDA AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERUES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN U1TERL1JK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL DONDERDAG 10 FEBRUARI 1938 Zyn wy aanmatigend? HL Vinnige concurrentie cc L 1 r t F 9 Amsterdam, d worpen. op dit blad slid Ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen (Wordt vsrvoigdj N. W let f. ofschoon organisatie Is! le- r- zeer al- 1 i be. iui« de dt u- sfi to et» u. licht brengt geluk, genot, teleur- stelling. Keesie werd dadelijk voor den koning gebracht, die nog altijd zijn kroon op het hoofd droeg, terwijl Keesie zijn helm ophield, omdat het daar altijd zoo tochtte. En aan den koning vertelde de verkeersagent zijn avontuur met den vos, terwijl een vlinder en een slak schenen, te luisteren naar het verhaal. En toen hij had had uitverteld, vroeg de koning: „Is dat nu alles waar? „En of," zelde Keesie, „ik weet al te goed, meneer koning, al is de leugen nog zoo snel, de waarheid achter haalt haar wel." „Zoo is het," zelde de koning lachend. nlangs vermeldden wij enkele cijfers betreffende het aantal faillissemen ten in de jaren 1936 en 1937. Wat I het afgeloopen jaar betreft beschikten wij nog niet over volledige gegevens, hoewel over elf maanden een aanzienlijke daling van het aantal faillissementen geconsta teerd kon worden. Thans is een mededee- llng verschenen van het centraal bureau voor de statistiek, waaruit blijkt dat het aantal uitgesproken faillissementen in 1937 inderdaad zeer belangrijk is gedaald, namelijk van 4.405 in 1936 tot 3.125 in 1937 (vermindering van 1.280 of 29 pCL). Bij raadpleging der cijfers, gesplitst naar bedrijven en beroepen, valt te constatee- ren, dat voor bijna alle groepen de cijfers voor 1937 veel gunstiger zijn. O.a. daalder* de cijfers sterk ten aanzien van de bouw bedrijven, vervaardiging en reiniging van Wopen U tegen hel ^GEVAAR von KOUVAT! W Bescherm Uw keel, luchtpijp® longen met ontiseptische Moor vroog naar de in Hollandsche doezen f’ ssper Bergmans had één groeten harte- tocht, dien hij slechts met uiterste wils kracht in toom kón en móest houden. .Móest!" ja, zeker. Als jong rechercheurtje had Caspar een ontslag uit politle-dlenst ge dreigd en slechts de belofte niet meer aan zijn „liefhebberij" toe te geven, had hy zijn commis saris kunnen vermurwe^r hem nog een kans te geven. Dit was Bergmans tot nog toe nóóit meer uit het geheugen gegaan én hij kon nd toch al op een prachtstaat van twintig ongerepte dienstjaren terugzien. Onze goede politle-man was namelijk een hartstochtelijk vlschllefhebber, neen, geen vlsch In consumeerbaren vorm, gebakken, ge stoofd of gekookt, maar vlsch in haar element, aan het water zitten, den hengel in de hand. 1 turend naar zijn dobbertje en door een ophaal I op het juiste moment een bleitje, voorntje of hoe-ze-ook-heeten-mogen te verschalken I Nu lijkt deze hartstocht vrjj gevaarloos en dat Is hjj inderdaad ook meestentijds Bergmans ging er echter zóó in op. dat hjj alles er door vergat. zUn tijd, zijn dienst, zijn op- drachten. Zijn theorie, dat feitelijk ieder goed politle-man aan „visschen” moest doen het kweekte geduld aan en leerde een menach het Juiste moment afwachten om zijn prooi te be machtigen werd nu eenmaal niet door zjjn superieuren aanvaard, dié eischten accurates se, dienst met de regelmaat van een klok, en voor alles een onvoorwaardelijk gehoorzamen I aan hun bevelen. Aan dat alles dacht Caspar ook dien middag weer, 'toen hij zijn dienst deed in Zorgvliet, het I aardige villa-wUkje van hun stad. Achter de groote villa's van den Heuvelweg stroomde een heerlijk watertje, helder, open en rijk aan geschubde bewoners. Aan dit watertje nu zaten twee eenzame mannen te hengelen en Bergmans kon niet nalaten er even „een kijkje" bij te nemen. Hun „kanis" was nog leeg, maar In het „pierendoosje” glibberde en leefde het van de wormen, magere en vette. HIJ mompelde een groet en de mannen be antwoordden dien op dezelfde wijze. „Nog geen „beet,” zie Ik,” merkte hij op. „Nee!.... we zitten hier net.” zei de een. .Mot anders veel snoek zitten, hierde tweede. Een trek van verbazing gleed over Caspar's I gezicht. Het slaan van de naburige torenklok I herinnerde hem aan zijn plicht en met een lichtelijk schouder-ophalen wenschte hij de mannen, met een zweem van sarcasme in zijn stem, een .goede vangst" en liep door. Twee dagen later werd rechercheur Berg mans by zijn chef op diens bureau ontboden. „Er is werk voor je aan den winkel, Berg mans!” begroette deze hem. „Dat kunnen we hebben. Inspecteur," lachte Caspar. „Om ter zake te komen! Zoo juist belde mijn heer Akkerman je weet wel. die rijke fabri kant van den Heuvelweg me op, dat er van nacht bjj hem ingebroken is. De dader of da ders hadden het blijkbaar op zijn collectie mun ten die, tusschen haakjes gezegd, een groote bekendheid heeft voorzien. Er zijn althans een aantal waardevolle gouden en zilveren leg penningen en andere makkelijk-versmeltbare stukken uit verdwenen. Uit de manier waarop zij binnengekomen zijn, hun weg genomen, en den tijd, dien zij voor hun werk gekozen hebben, blijkt duidelijk, dat zij de situatie ter plaatse grondig bestudeerd en van de bewegingen van het personeel volkomen op de hoogte waren. Je moet er direct heen en het onderzoek ter hand nemen. Er is den heer Akkerman veel aan gelegen die voorwerpen terug te krijgen, niet om de waarde ervan, hij is tegen diefstal verzekerd maar omdat er verschillende stukken by zijn, die door hun zeldzaamheid moeilijk te vervangen zouden blijken; hy stelt zelfs een nlet-onaardlge beloonlng in het uitzicht voor hem, die het gestolene onbeschadigd terugbe zorgt. Zoo, dat is alles, wat ik er van weet Ga er onmlddelllJk heen en tracht meerdere aanwij zingen te vinden. Goed succes!” hetgeen :ur zegt van heeft hij bq varitea van gaat hand, •en voet ef een oog. toen ik er toevallig langs de zweetdruppeltjes pa relden hem op het voorhoofd bleef ik even staan en.... vroeg hun of ae al wat ge vangen hadden. Neel, zegt de een, we zitten hier net.... toen die andere snuiter er over heen: ,ja moet hier anders veel snoek zitten, zeggen ze”.... Nou,...', toen dacht ik direct.... die weten er ook niet veel van.... want ze za ten met pieren pardon! wormen te ben gelen en.... voor snoek moet je aas-vlschjes gebruiken!’” Dat schoot mij vanmorgen weer te binnen en dacht: daar klopte iets niet! Die lui zaten daar niet om te visschen, maar om de ligging van het huis en de gewoonte van het personeel, en zoo, af te loeren. Toen ik in het foto-archief hun portretjes terugvond, was ik er al bijna zeker van, dat ik „een goede vangst" zou doen. hoefde ik niet lang te zoeken, zij wantrouwde mij, zij was bang voor mij. De woorden van ver trouwen, die zij had gesproken, waren dus maar valsch geweest, en zjj had met beide handen de eerste gelegenheid aangegrepen, waardoor zU mU kon ontsnappen. Ik was de moordenaar van haar broeder. Deze eene gedachte had alle andere verdrongen en wel in die mate, dat zjj liever alleen alle gevaren riskeerde dan in mijn gezelschap. Deze gewaarwording trof mij zeer en Juist naar het diepe gevoel van leed, dat ik er van ondervond, kon ik de diepte van mijn ge voelens voor haar afmeten. Het meisje had op een wonderlijke manier'op mijn gemoed gewerkt, haar persoonlijkheid had een vreemde macht over mjj uitgeoefend. Mis schien was de manier, waarop wU kennis met elkaar hadden gemaakt, de reden hiervan, misschien ook haar afhankelijkheid van ml), het vertrouwen, dat zjj in mij scheen te stellen. Maar de herinnering aan haar gelaat, de klank barer stem, kwelden mjj als nooit te voren. En zij had er de voorkeur aan gegeven, zich ergens In dit armzalige plaatsje schuil te houden, lie ver dan op mijn terugkomst te wachten. Zjj moest mij dan wel op een verschrikkelijke manier haten! Maar was het wel zoo? Was er misschien nog een andere verklaring? Het lag toch niet in haar aard te liegen, een vertrouwen voor te wenden dat zjj niet bezat. Ik kon de overtuiging, dat zij eerlijk en trouw was, niet op zjj zetten. Geen enkelen keer was zij voor mij teruggeschrokken, behalve dan het eerste oqgenbllkje, dat zjj mij gezien had. Alles, wat ik baar verteld had. had zij op een beminnelijke manier aanvaard, zij had mjj zelfs in een opwelling van dankbaarheid de hand toegestoken. Het lag niet in haar aard zich anders voor te doen dan zij was. Ik vroeg mij zelf af of het meisje zelfs wel iemand zou kunnen bedriegen. Maar welke andere verklaring kon er dan nog zijn? 'Zou de een of ander haar misschien op het spoor zijn gekomen en haar hebben meegenomen of was zij soms weggelokt? In geen geval kon zij door geweld zijn mee genomen, want in den stillen nacht zou ik de kreten van strijd natuurlijk hebben gehoord. En de andere veronderstelling was toch M te dwaas. Want wie zou haar hier hebben kunnen meelokken? En waarom sou zij zich aan d8n eersten den besten zwerver hebben toever trouwd? Ik durfde het niet wagen om licht te maken maar ik wierp de deur van de hut open en sprak haar naam uit, er volgde geen antwoord, doch ik kon toch niet nalaten de geheele ruimte van muur tot muur te betasten, en stuitte daarbij zelfs niet op een enkelen stoel. Door wanhoop voortgezweept, doorzocht ik nog twee ellendige huisjes met geen ander gevolg dan dat ik een van honger half omgekomen bond de vrijheid teruggaf, tot dank waarvoor hij mjj naar de beenen beet en daarna met een angst kreet den duisteren nacht in vluchtte. Het leven, dat het beest maakte, bracht mij tot de leven dig erkenning van mijn eigen gevaarlijken toe stand. Dat zoeken in den blinde kon ik evengoed staken; het leidde toch tot niets, of het moest zijn door puur toeval. Waarheen bet wieigje ook hielden wij ons doodstil, maar zoo gauw hl) zijn rug had gedraald, schuifelden wy weer voor zichtig verder. Door deze tweede poging raakten wjj uit zjjn gezicht en bereikten een lichte hel ling, waar de duisternis Intens was. Voetje voor voetje kwam ik verder en waagde mjj ten slotte over den weg, waarna ik het dorp probeerde te bereiken. Zien kon ik totaal niet, ik ging in hoofdzaak tastend verder. Ik had het geluk een stukje hout te vinden, deed het paard het bit in den bek en maakte de teugels stevig vast. Het was niet zoo heel eenvoudig om het punt van uitgang terug te vinden, maar het kamp vuur hielp mij de goede richting te houden. In mijn verlangen om het meisje (erug te vin den en in het vaste vertrouwen, dat het dorp geheel verlaten was, liep ik vlug, en eigenlijk wel een beetje roekeloos, naar de plek, waar ik haar had achtergelaten. Er was niemand.... Mademoiselle was verdwenen. Het duurde even voor de volle waarheid tot mij doordrong; ik stak onwillekeurig mijn handen uit in de don kere schaduwen en liep om de hut heen, in de hoop, dat zij misschien een andere schuilplaats had uitgezócht Maar het verschrikkelijk feit van haar verdwijnen viel niet langer te looche nen. Zjj was heengegaan, zij had my zonder een woordje van naderen uitleg verlaten, zij nad haar belofte geschonden. Maar waarom had zij dit gedaan? En waar was rij toch heen ge vlucht? Ik stond als verstijfd om mij heen te staren meende ieder oogenblik kreten van alarm uit de richting van de herberg te hooren. Naar bet waarom van haar handelwijze be- Zonder veel complimenten werd de vos door den gevangen bewaarder In den kerker van het paleis van den koning ge- Er stond een brits met wat stroo en een kan met water; in een hoek van de cel had een spin een web gemaakt. „Zoo, nu kun je over je zonden nadenken," zei de cipier, die een bos sleutels in de hand had. was gevlucht, zoolang het zoo donker was, had Ik toch niet de minste kans haar te vinden. En elk geluid, dat ik maakte, elk oogenblik, dat ik aarzelde, kon mij de vervolgers op de hielen •enden. Bovendien had zy mij die papieren voor den koning toevertrouwd. Als ik er in mocht slagen, ze hem veilig in Charleroi ter hand te stellen, dan zou ik op begenadiging, misschien wel op beloonlng kunnen rekenen. Het gezond verstand spoorde mij aan, op te stijgen en op weg te gaan om den plicht van een soldaat te gaan vervullen. Maar daarmee sou ik haar aan een wie weet hoe vreeseiyk lot moeten overlaten. Zoo heen en weer geschud door twijfel, werd Ik plotseling door een alarmsignaal opgeachrlkt. Ik hoorde een ruwe stem een haastig bevel geven en daarop hoorde ik mannen in een snel tempo loopen. Ik kon de gestalten, vaag tegen het kampvuur afgeteekend, naar het paardenkamp zien hollen. Toen begrijpend, dat ik niet langer had te kiezen, keerde ik mij van het armzalige huisje af en snelde door de duisternis naar de plaats, waar ik het gestolen paard had achter gelaten. Voor het oogenblik beheerachte t ver langen om gevangenschap te ontloopen, alle andere gewaarwordingen. Roekeloos snelde ik de nauwe straatjes door en hoerde voortdurend de kreten der mannen van de wacht en herkende zelfs het bulderend geluld van Awlright. Maar ineens bleef Ik staan, door een nieuwen schrik aangegrepen. Ik had nu de plek bereikt, waar Ik bet paard had achtergelaten, maar er was geen jtaard te bekennen. echter alleen de haven en in dit opzicht heeft hij gelijk. Van niet minder beteekenl de Rotterdamsche haven-dl omtrent de bevoorrechting ten/aanzien tarieven, douanerechten etc. onmiskenbaar het oog op België. De Bei- gische en Nederlandsche zeehavens heb ben evenwijdig loopende transltobelangen Onderlinge'concurrentie op dit terrein is goed, is wenschelljk en tot op zekere hoogte noodzakelijk, alleen maar: er wor den in den concurrentiestrijd kunstmidde len toegepast,welke veel ergernis en veel misverstand opleveren en het is zoowel een Nederlandsch als een Belgisch havenbe- lang, dat te dien aanzien gestreefd worde naar overeenstemming. Eigenlijk geldt dit voor alle zeehavens tusschen Duinker ken en Hamburg, doch veel zou er reeds gewonnen zijn, indien de sedert jaren be staande „quaesties" tusschen België en Nederland op dit punt konden worden bij- gelegd. Telken jare worden in het Parle ment hier de vragen gesteld en steévast is het antwoord van de regeering, dat zij doende is, dat de quaesties zoo moeilijk zijn en dat men hoopt, dat.... etc. Mid delerwijl blijven de moeilijkheden be staan. De heer Koomans heeft nu de ge legenheid van het lustrum der Nederland sche kamer van koophandel in België en Luxemburg benut om op deze belangrijke aangelegenheid te wijzen en verwacht ver betering van een nader contact tusschen de betrokkenen, zoo mogeljjk van allen, die te maken hebben met de ontwikkeling van de havenpolitiek der groote Noord-West-Euro- peesche zeehavens. Wij deelen zijn verwach ting, wij gelooven, dat In deze materie de weg der diplomatie wel officieel doch lang is en dat de naast-betrokkenen licht eerder tot een voor de havens zelf ge schikte oplossing zullen weten te komen. M u zult morgeus „kiplekker” uit bed springen. Eiken das moet Uw lever een liter ral In de In gewanden doen vloeien. Wanneer de calafacheldin» onvoldoende la. wordt Uw voedsel niet verteerd, bet bederft. Er vormen sich sassen In Uw lichaam. U raakt verstopt. Uw organlsne wordt verriftlsd en U wordt humeurig ‘en loom. U slot alles swart De meeste laxeermiddelen »Un slechts lapmid delen i een geforceerde stoelgang neemt de oor- xa&k niet wsk* Maar CARTER'S LKVERPILLKTJE3 sullen lor ren .voor de vrije toevoer van gal. waardoor U weer geheel herstelt. Een plantaardig, sacht. onover troffen middel om de gal te doen vloeien. Slacht Carter's Leverpllletjes. verkrijgbaar bQ apothekers en drogisten in flacons van f 0.7&. een nog veel in de haar den rug standsorganisatie haar alleenvertegenwoordlgingsrecht eerst ernstig in het gedrang. Dezen christelijken boeren moet daarom worden gesuggereerd, en de chr.-hist. „Nederlander” is van haar kant voor deze suggestie reeds bezweken, dat hun eigen organisatie de Roomsche aanmatiging in de hand werkt. Met een speculatie op het anti-papisme van de christelijke Zeeuwsche boeren moet de principieel-christeiyke organisatie wor den stukgebroken. Het gaat niet tegen de Roomschen, het gaat over ons hoofd heen tegen de christelijke broeders! Zou er niet een meer geschikte plaats te vinden zijn waar deze strijd kan war den uitgevochten, dan boven ons hoofd? deed aan de zijde en daarna minuten zend over rimpelloose tervlak van 11 Zoo kwam ik na een poosje op den weg uit, een behoorlijken afstand van den schild- »«ht, wiens gestalte ik nu, duidelijk tegen de «mmen afgeteekend, kon waarnemen. Ik "•™tte even tot hy zUn rug had gedraaid, toen ik den weg over én verborg mij in het den andereI> kant. **bevond my nu aan den rechterkant van het dat lk wilde bemachtigen, maar ik be- •‘“/«ng te worden dat, als ik verder voort- •f°op,het dier zou schrikken en alarm maken. ®y veel beter toe het dier koelbloedig Ik c ^en en’ met dlt doeI voor oogen, kroop handen en voeten verder tot het paard «■chen my en den schilwacht was. Ik voelde tedekt en stond op, wachtend tot de zich weer op zyn ronde zou omkeeren en Terder wandelen. Het paard draalde zyn Z? ,°*n *u rook my, maar het toonde geen my veilig voelend in zyn schaduw, ™“**ht ik in allen spoed het beestje en zijn Het w“ reen fllnk gebouwd paard, van duLd*n indruk lemand het gewicht taplteln te kunnen dragen. Zadel en ontbraken niet, maar in den bek mif te voorwerpen van kleeding en ligging, land bouwbedrijven, warenhandel en verkeers wezen. Voor de rubriek „overige faillisse menten” kwam het cijfer van 1.261 op 929; in deze cijfers zjjn begrepen de fail lissementen, ten aanzien van welke nog geen opgave omtrent bedrijf of beroep werd gedaan. Per 100.000 Inwoners bedroeg het voorloo- pige cijfer der uitgesproken faillissemen ten in totaal 36.3 en kwam dus bijna op het gunstige niveau van 1929 (35.7). Uit de specificatie naar de provincies blijkt, dat het relatieve cijfer (per 100.000 inwoners) van Noordholland het hoogst was en dat van Zeeland het laagst. Veel gunstiger dan m 1936 waren ook de relatieve cijfers tA.v. de grootste gemeenten: 's-Oravenhage en Rotterdam. Uit dit alles blijkt wel dat de economi sche toestand in ons land eenigszins is verbeterd en ook dat het vertrouwen In het zakenleven terugkeert. Tn de Eerste Kamer wordt dezer dagen 4e benarde positie besproken waarin de gemeenten en met name de groote ge meenten tengevolge van de crisis verkee- ren. In hoeverre de regeering in staat zal xijn in deze positie verbetering te brengen, ji op dit oogenblik niet te voorzien, doch wat de groote steden betreft, welke tevens ha- ven-steden zijn, mag niet uit het oog wor den verloren, dat wat de pogingen tot financieel herstel ook mogen opleveren bet belangrijkste probleem bestaat in het weder doen vloeien van de welvaarts bronnen dier gemeenten. Een dier wel vaartsbronnen van de beide grootste steden van ons land, Amsterdam en Rotterdam. djn de havens en deze havens worden met dep dag meer bedreigd door de maat regelen, welke de Duitsche regeering neemt om de Duitsche scheepvaart en havenbe- langen te bevorderen. Deze bedreiging geldt echter evenzeer Antwerpen en hei lijkt ons een goede gedachte van den di recteur van het Havenbedrijf der ge meente Rotterdam, den heer N Th. Koo mans, om op dit feit de aandacht te ves tigen. In de keurig uitgevoerde Jubileum- altgave, uitgegeven ter gelegenheid van het zevende lustrum Van de Nederlandsche Kamer van Koophandel voor België en Luxemburg, te Brussel gevestigd, "Wijst de heer Koomans pp merkwaardige en ten deele bemoedigende verschijnselen. Hij overziet het stroomgebied van Schelde, Maas, Rijn, Eems, Weser en Elbe, groot 400.000 vierkante kilometer, tlat is zes maal de oppervlakte van Nederland, Bel gië en Luxemburg, een geïndustrialiseerd gebied van ruim 80 millioen inwoners Tusschen Kanaal en Elbe hebben verleden jaar niet minder dan zestig zeeschepen in de havencentra 125 millioen ton goe deren gelost en geladen dat is méér dan in 1929, het Jaar voor de wereldcrisis en het is wel merkwaardig, dat de omvang van het goederenverkeer in de Noordzee- havens sedert de groote inzinking sneller en sterker is gestegen dan de wereldhandel. Men kan dus in het algemeen ver trouwen hebben in de toekomst der Noord- seehavens, alleen: de Nederlandsche zee havens lijden geducht onder de autarki sche maatregelen van Duitschland en ook van Frankrijk om nationaal verkeer in veel grootere mate dan vroeger over nationale havens te leiden en onder, wat de heer Koomans noemt, een kunSbptlge be ïnvloeding van het transito^Kceer, door bevoorrechting ten aanzien van tarieven en douanerechten, het verleenen van gra tis diensten en premies. Tevoren maakt de heer Koomans nog een andere opmerking, welke de aandacht trekt en Juist is, n.l. dat de rivaliteit tusschen de zeehavens geleid heeft tot een vinniger strijd om dezelf de transporten met als gevolg de aanschaf fing van outillage, die in den zelfden vorm elders reeds aanwezig was. Zoo looet Rotterdam thans in meerdere mate dan voorheen het massa-goedeijfnverkeer, waarin het van nature op de meest ecO- oomlsche wijze kan voorzien, met andere Noordzeehavens deelen. Deze opmerking is Juist: de^ heer Koomans noemt geen oamen, doch vermoedelijk heeft hij het ook op de bemoeiingen van de zeeha ven Dordrecht, welke inderdaad aan de Rotterdamsche haven, welke nu eenmaal uitstekend voor het massa-goederenver- ber is geoutilleerd, groote concurrentie aandoet. Intusschen, ook op ander gebied doet zich dit verschijnsel voor: wij denker, b.v. niet zoozeer aan den bouw van het Al T r A DAAA.TIKT'E'°p bl,ld ■M1’ <b verzekeringsvoorwaarden tegen p 7^0 b>J levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door p 7^0 MJ een ongeval met p 9^0 <AI «I »r< Za 1| IN F. ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen We verlies van belde/armen, beide beenen of beide oogen A f e^Wo™ doodalljksn afloop fcSWWo het een bit. Eeïh ferm touw, dat om zyn hals was gebonden, leidde "Ergens In de duisternis heen. Streng voor streng zaagde ik dit met myn mes door. Ik kon nu het kampvuur weer zien, en ook de mannen, die er omheen lagen te slapen, een paar hadden tegen de muren van de herberg beschutting voor den wind gezocht. De schildwacht bleef op zyn ronde even met de mannen staan praten en ging toen weer lang zaam verder naar den hoek tegenover my, voorby de gesloten deur. De kaars binnen stond zeker nog te branden, want Ik kon heel goed door een spleet een lichtstreep waarnemen, maar verder bleef alles rustig. De tnan was nu aan het eind van zyn ronde gekomen; hy keek even onverschillig de duisternis in, verschoof zyn geweer en ging weer verder. Hy scheen zelfs niet aan gevaar te denken en het werk, dat hy. deed, was dan ook niets meer dan een zekere routine. Op deze sleur nu bouwde ik myn plan nen. Als wy maar geen leven maakten, dan be stond" er alle kans, dat de man het paard zelfs niet eens zou missen. En zelfs als hy het miste, dan kon het nog heel goed zyn dat hy dacht, dat het dier naar het eind van het touw was geloopen, of dat het zich in het gras had neer gelegd. Er bestond al heel weinig kans, dat hy een nader onderzoek zou instellen. MU sterk voelend door deze gedachte, liep ik achteruit en het paard volgde de leiding van het touw. WU maakten geen leven, behalve dan een zwak geritsel van het gras onder onze voeten. Ik hield maar steeds den schildwacht in het oog. Toen hu weer eau een nieuwe ronde begon. den of terug te winnen. Met verdubbelde vasthoudencheid poogt zij al wat officieel cachet draagt in Goes samen te trekken, zoodat de boeren voor alle officieele zaken naar haar moeten komen zy tracht aldus den oogst binnen te halen eer de zon van haren akker ver- dwlint. Zoowel de katholieke als de christelijke organisatie verdubbelden van den weer omstuit hun pogingen om dit verre van rechtmatig monopolisme van de Z. L. M te breken. En in die pogingen steunden zij elkander volkomen terecht. Onder meer dere inde kwestie van het betreffende pachtbureau. Indien de schyn bier tegen de katholie ken is, dan toch ook niet meer dan de schijn. Waarom nu dit alarm tegen de Room- sche aanmatiging? Vreest de Z. L. M. wer- keiyk een overmoedig optreden van de Katholieke organisatie? Oeen sprake van Katholieken zitten er in de Z. L. M. niet; de groei hunner organisatie kan haar prac- tlsch weinig schade berokkenen. Door hun toedoen zal zij haar domineerende positie niet verliezen. Wél echter vormt de protes- tantsch-christelijke vereeniging voor haar gevaar. Christelijke boeren zitten er veel in de Z. L. M.; wanneer deze toekeeren om een eigen te vormen, dan komt JDank u, inspecteur.” Caspar salueerde stram en wilde da kluner verlaten, maar de stem van zyn chef hield hem nog een moment terug. JDenk er vooral om, Bergmans, spoed! spoed) en nog eens spoed! Als de dader niet gauw ge pakt is, is de „poet” al versmolten en onher roepelijk verloren.” „Ik zal m(jn best doen, inspecteur. Meer kan Ik ook niet.” Tien minuten later stond hy reeds in het vertrek, dat als een klein museum was ingericht en waar de fabrikant Akkerman zyn .hobby”, munten en penningen, steeds uitgesteld had staan. De heer des huizes toonde hem met een zielig gezicht de aangerichte schade en wees hem den weg, dien de inbreker vermoedelijk benut had. Bergmans speurde overal rond, maar vond niet de minste aanwyzing om zyn onderzoek in een bepaalde richting te kunnen voortzetten. De dader moest een .zware jongen” geweest zyn, die zyn werk goed verstond. Geen vinger afdrukken. geen .stille getuigen”, niets. In gedachten verzonken verliet de recher cheur het huls weer, liet zyn speurenden blik eens over de voorzijde van het gebouw gaan, hetzelfde achter- i staarde eenige j pein- het i wa- het ””T riviertje, dat langs den achterweg stroomde. Dan lichtte er plotseling 'een gedachte door zyn brein. Een gesmoorde krachtterm kwam over zUn lippen en zyn slappe houding ging hl een plotselinge actie over. Nauweiyks een uur nadat hy het verlaten had. keerde hy weer op het hoofdbureau terug, nü in de foto-afdeeling. en.vond daar al spoe dig wat hy verwacht had te vinden, het bewijs van zyn plotseling opgekomen theorie. Nog voor het uur waarop de hoofd-commls- sarls zyn middagdutje placht te doen, leverde hy twee arrestanten en den bult op diens bureau af. .Een goede vangst!” was het compliment, dat hy van zyn hoogsten chef voor zUn kranig stukje werk kreeg. .Maar vertel me eens: hoe vond je het spoor, dat je voldoende aanwyzingen gaf om deze man nen eens aan den tand te voelen, Bergmans?” Caspar verbleekte iets en hakkelend als een schooljongen, die op kattekwaad betrapt wordt bracht hy er uit: ,4a, ziet u. mynheerdie lui zaten eenige dagen geleden te.... visschen aan het water, dat achter het huls van den heer Akkerman loopt, enne Verbaasd staarde de hoofdcommisaaris hem aan. „Ik begrijp niet wat dat er nu mee te maken heeft, Bergmans!” en zijn stem klonk korzelig. .Dat zit zóó, mynheer.... Ik heb vroeger ook nogal eens gevischt en ,4a. dat is genoeg bekend; dAAr sou ik maar niet te grootach op gaan! Maar, ga verder!" Caspsu was na deze Interruptie nog meer uit het evenwicht geslagen. „Nu, dan.... eh.... die mannen zaten daar te visschen en. kwam.ehum n Zeeland treden de Katholieken aan matigend op. Met 14 pCt. van de Zeeuw sche boeren in hun organisatie eischen zij het secretariaat van het officieele pachtbureau op, dat daartoe niet in het centraal gelegen Goes, maar in het katho lieke Zeeuwsch Vlaanderen, in Hulst, moet worden gevestigd. Aldus de .Middelburgsche Crt.”; zij tee- kent daar een kolommenlang protest tegen aan en de C. H. „Nederlander” neemt dit protest gretig óver, ofschoon de firo- testantsch-christeiyke organisatie der Zeeuwsche boeren den wensch der Katho-/ heken ondersteunt en ofschoon het blad zelf erkent „het materiaal, noodig ter be- oordeeling, te missen”. Het „vraagt” dan ook alleen maar al weet het héél goed, dat zijn lezers reeds lang overtuigd zijn van de „Roomsclie aanmitlglng”, wanneer het zelf om den voorzichtigen vorm achter dien term nog eén vraagteeken plaatst. In Zeeland is inderdaad aanmatiging in het spel, doch van andere dan katholie ke zyde. De kwestie ligt zoo: De katholieke orga nisatie telt op het oogenblik ongeveer een zesde van de Zeeuwsche boeren onder haar leden. Naast haar staan de neutrale Zeeuwsche Landbouw Maatschappy en de Christeiyke Boeren- en Tuinders Bond, die ongeveer evenveel leden telt als de ka tholieke. De beide confessloneele organi saties vertegenwoordigen dus samen onge veer een derde van de Zeeuwsche boeren; twee derden is aangesloten by de Zeeuw sche Landbouw Maatschappy. Deze nu meent, dat haar op grond van deze meerderheid een soort alleen ver tegenwoordiging toekomt, zooals de C. G. T. in Frankrijk dat óók meent. Toen by den aanvang van de crisiswetgeving een Tarwebureau moest worden gesticht, kwam dit in handen van de Z. L. M. De bureaux voor de varkens en de nmderën werden eveneens naar haar z^tel in Goes getrok ken. Geen enkel, althans geen enkel be- langryk crisisbureau, wordt door katholie ken of door leden van den christeiyken bond beheerd. Intusschen loopt de Z. L. M. den laatsten tyd indien niet direct iry ledental, dan toch in aanzien sterk terug, zy heerscht niet meer onbeperkt alléén. Vrywel alle katholieke boeren van Zeeland hebben zich in eigen verband georganiseerd en zy hebben hun organisatie economisch sterk gemaakt dóór het stichten van coöpera tieve handelsinstellingen, zaadreiniglngs- tnstallaties en zoo meer. De protestantsch- chrlsteiyke organisatie geniet als princi- pieele boerenstand-organlsatie steeds meer sympathie. Voor de Z. L. M./werd de feiteiyke offi- cieele vertegenwoordiging het eenige mid I del om het aanzien van vroeger te behou- I Rotterdamsche stadion als wel aan de pogingen van Rotterdam om betrekke- lyk dicht by Schiphol by Ovcrschle een internationaal vliegveld in te richten! De opmerking van den heer Koomans betrof

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1938 | | pagina 9