J
I
i,
’I
VJJ
05
I
i® «wM
Jurkje voor meisjes van 8-9 jaar
Zoekt gij betrouwbaar
Personeel?
KINDERJURKEN
Ml
li»
'T BELLETJE
wF
I Plaats dan een „Omroeper”
gezinnen
r
L<
T’W!
I
V
^«jur-ag-
5
<an a
toto"
»m.
f.
Plantenvaria
Eenvoudige heeren-
sokken
t
YVkL'T
vW-i
SC.'
voor 80.
1
F
-
r
W
f
u
b
a*
M
x
nr
OP VERZOEK
Limburgsche balkebrij
4
o. M.
Waarom het stil stond
1
I
4%
a
I
g
■l
M
i
Cl
L
<1
Een fraaie Nederlendsche inzending op de
pluimveetentoonsterting, welke te Bnmd te
of
tl
■I
Te Veteee b
Zondag de
nat tonale veld
loop om den
Mulier-beker
De opsnijder
MAANDAG M FEBRUARI W38 Ql
I
o
ixi
Dan neemt men alle st van de wreef op
i
■s «s'
7
I
rap
4' i
r>
5^.
W
atóTwê4*.
1
JI"
L
II
sS
k
•f/l
DORA.
W-
JOPIE
A. K.—P.
■■.T,
•-.. 4,^.
I
i
j
Eenige deel
nemers onder
weg
Clivia’s, welke ouder zijn dan vier jaren,
moet men ’s winters in den rusttijd geen
of weinig water, maar beslist geen voedsel
geven. Een Clivia-stek mag men daaren
tegen wel van beide een beetje geven.
b
11
ta
dus nog 00 st. in de rondte overblijven. Dan
breit men recht door, zonder minderen tot
aan den teen, 15 cM of zoo noodlg meer.
Voor den teen mindert men aldus:
,Jk begrijp niet hoe het komt, dat mijn
horloge in eens is gaan stilstaan,** zei de
vader, „het zal zeker eens schoongemaakt
moeten worden.”
Waarop kleine Jantje, drie Jaar oud, zei:
„Nee, Pappie, dat hoeft niet, want ik heb
het gisteren pas een bad gegeven.”
B
d
s
r
o
a
U
1
1
1
I
t
l
sr -j
t
hl
I
tr
VI
te
I vo
ko
•el
w>
go
nii
de
i
dei
bn
Ne
dei
UUl
dai
noi
die
slli
roo
te
hee
hg
brei
0
tnai
wee
ltag
werf
en.
D
kwa
wan
van
het
in 1
dev
H<
«m I
msc
opm.
het i
en l
boog
«W
He
te d<
On
«end!
op at
oven
wetei
velen
dam’’
Da.
•tena
heid
J
gegaa
de ha
«angt
Om
«aarr
twee
worde
küom
«Nleu
w
Met behelp ven dynamiet worden groots hoeveelheden mergel van den hoogen rotswand In het Geuldal te Limburg
vsidwsqsn. Een foto na oen der explosies. ZeHs op den rijweg zijn groote rotsblokken neergekomen
Op Zorgvlled Is Zaterdag het stoffelijk
overschot van den bekenden musicus
Anten Tier Ie ter aarde besteld. Een
dor leerlingen logt bloemen op hot
‘graf van den overleden meester
17
1ste toer: eiken 9den en loden st. samen
breien, 2 toeren overbreien.
4de toer: eiken 8sten en 9den st. samen
breien, 2 toeren overbreien.
7de toer: eiken 7den en 8sten st. samen
breien, 2 toeren overbreien.
Zoo gaat men door in eiken toer 6 st. te
minderen, waarbij natuurlijk telkens 1 st.
minder komt tusschen 3 minderingen, tot
men in het geheel 16 st. overhoudt. Dan
breekt men den draad af, rijgt hem door
alle steken, haalt hem aan en naait hem
stevig af aan den linkerkant.
i
i
Ziezoo, dat was gezegd en plotseling als
zeker van haar overwinning, snoot Tijntje
resoluut haar rooden, natten neus.
An’s blik versomberde.
*t Overige gezelschap, verslagen, probeer
de klein, blond Tijntje te doorgronden.
Alleen moeder behield de overhand:
„Dus je deed *t eigenlijk om Annie te pla
gen, is *t niet, Tijntje, en dat is toch erg
ondeugendI Dat zul Je wel niet meer doen,
hè?”
En toen Tijntje dat beloofd had, begon
ze met een diepen zucht aan haar sulker-
boterhammen.
-
Men zet 68 steken op, verdeeld over 3
naalden, 22 op de eerste en de tweede en
24 op de derde naald. Dan breit men, in
de rondte, eerst 10 cJnL 2 r., 2 aver. Verder
breit men enkel r. Heeft men nu ongeveer
13 cld. r. gebreid dan mindert men door
aan het begin en aan het einde van den
toer 2 st. samen te breien. Daarna breit
men 7 toeren zonder minderen. Deze 8 toe
ren herhaalt men tot men nog 60 st. over
houdt. Men breit dan nog 5 cM. tot aan
den hiel.
Voor den hiel brengt men de laatste 15
en de eerste 15 st. van den toer op één
naald en verdeelt de overige 30 st. over 2
naalden voor de wreef. Men breit voor den
hiel 23 toeren, heen en weer gaand, r.
aan den rechter en aver, aan den linker
kant. Dan breit men het kapje, beginnend
aan den rechter kant. Men breit 18 st.,
Bovenwijdte 76 cJM. Schouderbreedte 9
cM. Lengte midden vóór 65 cM. Mouw-
lengte 48 cM. Polswijdte 15 cM.
Benoodigd: 1.80 meter stof van 90 cM.
breed, 7 knoopen.
Wanneer de stof dubbel gevouwen is,
plaatsen we vóór- en rugpand onder elkan
der op de stof. Naast het voorpand knippen
we de mouwen; naast het rugpand het
plooienstuk, dan is er nog een hoogte ovar
voor kraag, ceintuur en manchetten. De
Jurk wordt midden voor gesloten en we
stikken tegen den binnenkant, een beleg
van 3 cM. voor den Inkijk. De plat liggende
één naald en die van den hiel verdeelt men
over 2 naalden. Aan weerskanten van den
hiel neemt men 12 st. op, zoodat men dus 21
st. op de naalden voor de zool krijgt. Men
breit 1 toer van 72 steken.
Volgende toer: Men breit de 1ste naald
van den toer tot men nog 3 st. heeft. Dan
2 samenbr. 1 r. Van de 3de naald breit men
1 r„ 2 samenbr. en verder de naald uit. 1
toer overbreien zonder minderen. Beide
laatste toeren herhaalt men, tot men 6
minderingstoeren heeft gehad, zoodat er
Men heeft hiervoor noodlg: 1 varkensoor
met het omringende vleesch en ongeveer
'/2 pond varkenslever. Ook kaantjes van vet
kan men er bij voegen. Het vleesch kookt
men door en door gaar in zooveel water,
dat het goed bedekt is. Dan neemt men het
uit de pan, verwijdert het knoers van het
oor en maalt al het vleesch, dat daarna
weer teruggaat in het nat. Hierbij voegt
men nu: zout, peper, noot en rommelkruid
zoodat het geheel pittig van smaak wordt
en roert er dan langzamerhand boekwei-
tenmeel door, tot het geheel een zéér stijve
brij is. Ten slotte zijn er daarom bij de be
reiding twee personen noodlg, één, die de
pan stevig vasthoudt en een, die roert met
’n groeten houten lepel.
De brij wordt, als hij klaar is, verdeeld
in omgespoelde diepe borden of kommetjes
en wanneer hij geheel is afgekoeld, omge
stolpt, in schijven gesneden en in varkens
reuzel knapperig bruin gebakken.
Als men de. reuzel daarvoor tevoren zelf
smelt, kan men de kaantjes ervan nog bij
de balkebrij gebruiken.
Men kan balkebrij eenige dagen bewaren.
Op eén koude plaats, wel bijna een week
lang.
be kleine voetbalsupporter sneed tegen
zijn vriend op: „Onze club heeft dit jaar
nog maar twee wedstrijden verloren.”
,^oo,” zei het vriendje, „en hoeveel wed-
Op het Oude Vrijthof te Maastricht b de Rijks Voorjaers
Hengsteekeurlng gehouden. Een der deelnemers voor de
keurmeesters
I FOTOREPORTAGE I
Voo
«lip
net d
tast i
•m, o
doorkc
««Sese
7^
Neerlands grootste mailschip, de «Nieuw Amsterdam», b Zondeg
van de Rotterdamsche Droogdok Mij. naar het dok van Wllton-
Fayenoord te Schiedam versleept Het transport van het nieuwe
zeekasteel
kraag, die volgens de teekenlng geknipt
wordt, wordt van dubbel stof gemaakt.
Middenvóór en middenachter wordt een
stuk Ingezet van 12 cJd. breed, dat van
onderen in plooien uitspringt. De mouwen
worden met ruimte of met 5 plooitjes in
den kop, in het armsgat gezet- Eveneens
met ruimte zetten we de mouw aan de
manchet. De ceintuur en de manchetten
worden van dubbel stof gemaakt. Bij dé
lengte knippen we voor zoom 8 cM. aan.
Voor naden wordt overal cM. aange
knipt.
An zat zich al *n poosje te goed te doen
aan haar traditioneels jam-boterhammen
toen moeder opeens vroeg:
„Waar is Tijntje?”
Op An’s kauwende wangen verscheen *n
breede grijns en nadat ze ’t een en ander
verwerkt had, kwam er: „Op de gang, moe
der.”
Plotselinge belangstelling bij alle dlsch-
genooten. Wanneer er bij ons ’t een of an
der kind op de gang staat, zijn er verschil
lende mogelijkheden: voor straf daar neer
gezet, gevochten, school moeten blijven, of
een tranenvloed.
BIJ Tijntje bleek het laatste het geval te
zijn.
Na eenige overreding kwam het relaas:
„Anneke, hl, hl, zegt dat ik ’n straatkind
ben en dat ik belletje trek en dat liegt ze,
dat is niet waarl”
*t Oeween ging hierna over in *n soort
geschreeuw met wilde schokken en lange
uithalen.
An met boosaardig flikkerende oogen,
plaagziek en daarbij nog lichtelijk veront
waardigd, riep harder dan noodlg, was, dat
ze *t zelf gezien had, dat Tijntje zich niet
zoo behoefde aan te stellen en dat ze zelf
de grqptste leugenaarster was, die er op de
wereld te vinden was.
Toen opeens Ma, met een gevaarlijk
knipoogje in onze richting:
JZet ’t maar aan moeder, lijntje, was *t
*n trekbel of ’n belletje, dat je in moest
duwen?”
En Tijntje in haar groote onschuld
hikte:
JDe eene was *n trekbel en de andere *n
duwbell”'
„Oohh”....
Plm, die dat pas geleerd had, zei zoolets
van:
^je mensch was van nature goed, maar
de maatschappij maakte hem slecht.”
Van da op dese bladatfde voorkonaeDd® R
msra. modaUwK d*» ssa he» modeJtlbbJ£
„Wlnterweelde" ontlMnd .Mn, kunnw» «HL”
Pivtrcyi Rn kantoor ,-Panora*’, Naseauplcin a,
rokkw. bkniM*. kMn. svondj^jw m
klMdlng. SB oU. voor imntel* Jsponnw>.. B0 y
voor oünnteta. BroteHlngen kunnwx
<lnar brnniddsllnr van ÖwMent: door KirovtOrtlSC
Er was een tijd, dat men de kinderen
precies kleedde, zooals de groote menschen.
Zij droegen een strak, getailleerd lijfje en
een langen wijden rok. Nu vinden wij die
mlniatuur-dametjes, die we op oude schil
derijen zien, heel aardig, maar wU zouden
onze kinderen toch niet graag zoo eigen
wijs kleeden. Veel practischer is zoo’n jurk
je met een kort bovenstukje en een wijd
rokje met plooien, zooals we op fig- M9a
zien. De pas aan den hals is van geruite
stof of katoen.
Het patroontje is verkrijgbaar in boven
wijdte 64—68 cM.
Fig. 937a heeft al de dames-lijn, maar is
dan ook voor meisjes van 12 tot 14 jaar-
De Jurk is gemaakt van tweed en heeft
blezen, die zóó gelegd zijn, dat er zakjes
ontstaan. De mouw heeft een kleinen kop
en de taille wordt gesloten met groote
knoopen. Het patroon is te verkrijgen in
bovenwijdte 76—80 cM,
Eveneens van tweedstof is het jurkje °P
fig. 945a. Het heeft een schouder en rug-
stuk en een smal heüpetukje. De rok heeft
een voor- en achterbaan. In de halsope
ning wordt een klein, gekleurd vestje gezet.
POLA
An voelde zich als wijlen Caesar Trium-
phator.
De senioren trokken de paedagogische
behandeling van het geval in twijfel
Maar Tijntje, klein en blond, raasde lus
tig verder:
„En toch heb ik het niet gedaan, al ge-
looven jullie toch altijd, wat dat mispunt
zegt! Ik heb maar net gedaan alsof!”
breit 2 st. samen en keert het werk om.
Dan 7 st. breien, 2 samenbr., omkeeren; 8
st. breien, 2 samenbr., omkeeren; 9 st
breien, 3 samenbreien, omkeeren; 10 st.
breien, '2 samenbr., omkeeren.
Zoo gaat men door, bij elke naald 1 st
meer breiend, tot men alle st heeft ge
breid (18). (7
/0
r—