S'Cel u&Aaal van den dag
B
De avonturen van een verkeersagent je
VALDA PASTILLES
1
--SHEA
Ki
Handelsverkeer
van de lersche Brigade
Wanneet fatten zonuwen
genoeg fatten van depti&r
Monde wafangdet caffeine.
dan: KOFFIE HAG
if
1
Een prijsvraag
De Friesche Bond
Voor de vluchtelingen
Hulp u noodig
n
X
1
Het behoud van de
humuslaag
Die slimme
Grete!
Prijsvraag Brabantsch
Volkslied
i
t
r
P°OR RANJJALL PARRISH
- 'I
GRIEP
ECHTE VALDA
Textiel en indië
aa
IK BEVRIJD EEN GEVANGENE -
DINSDAG 15 FEBRUARI 1938
2
verstaan.
Je
het geluk je nooit 'moge
>rug
nes:
tot
toe
O HETE"
ne-
wat
ie-
met Cambrics
aandacht
i
Volksliederen
Men schrijft ons:
Friesche Bond van R.K Klesver-
ie
5
den
t.
bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door
i
ten
<5
e
A
k i
Belangrijke kaderdag te
Leeuwarden
antwoorden
en aan den
en
id»
1de
in
igtn
be
den
i 33.
We
gen
C.
«emd
daan. Wat hem feltelük hinderde, was, dat hfj,
met een soort intuïtie, vermoedde, dat Orete
eigenlijk ook niet van hèm hield. En toch wilde
hU de betoovering niet verbreken denkelijk,
omdat hij beng was. dat het geluk hem zou
verlatenWinneer zou hij zich loe kunnen
maken van dat.bespottelijke bijgeloof! Maar
de gedachte aan een mogelük herwinnen van
zijn vrijheid liet hem niet meer met rust.
*ft
r.88
tag
ee-
l
r
3
1
I
1
r
onder
in de
,*f
engt
lük-
8e-
>rug
31.
irug
E.
36.
go-
32;
en
JP
en
B-
l st
and
iUon^
inses
i 36.
lill
en
m.
lOt
an
ri
ng
tag
op
P”.
[le
li
ën
ot
U
t-
is
I-
ma
,de
de.
i»
n
ai
n
tb
ri
i»
it
b
8
It
n
X
8
pai
ring,
oor-
iden
iker
p.
»W;
ma-
Zijn lippen bewogen zich en
iëïr
hJurtig in.
eek het zelf.
Dicht bij het hjjJs^an de heks, welk huis men aan de over
zijde van de sloot kon zien, werd de boot te water gelaten. Lang
zaam gleed het bootje het water in, terwijl de kabouters heel
zacht een aardig liedje gezongen. „Wees voordchtig,” maande
Keesie, zorg, dat jullie de boot niet stoot". „Och, die kan best
tegen een stootje,” zei een der kabouters.
60 vijftig gulden)
kroonde inzending.
hebben de heeren
het Provinciaal C
Brabantsch*
konden de commissie niet voldoen.
Daarom wordt door deze commissie een prijs
vraag uitgeschreven voor den tekst raff een
goed Brabantsch Volkslied ---
De commissie dacht de volgende eisoben te
stellen:
kend 'mag worden verondersteld,
dat meer speciaal Twente
en andere Whites het grootste contingent
levert, doch daarnaast is het toch ook van
beteekenis, dat In deze tijden eveneens
onze geverfde, gedrukte bogtgewever.
teielen —rjMKe* goeddeels uit bet Hel-
ftgdsche stammen in Indië weer een
betere markt treffen.
Het zal dus gezien de behaalde resul
taten en de nog aanwezige kansen zaak
zijn om al bet mogelijke te doen, teneinde
onzen textielafzet naar Insulinde niet
slechts te behouden, doch naar gelang van
beter-wordende economische toestanden
verder te kunnen uitbreiden. Daarenboven
dient evenmin iets onbeproefd te worden
gelaten om onzen overzeeschen handel van
andere Nederlandsche producten en fabri
katen geleidelijk een (beteren) alzet te be-
zorgen. Onze bandelsbalans ten opzichte
van Ned.-Indië behoeft niet ongunstiger te
worden, of beter gezegd: het jongste dek
kingspercentage van plm. 75 pCt. mag niet
dalen, want het verbruik van Indische pro
ducten hier te lahdc belooft gaandeweg te
tullen toenemen.
n nu. F. van Lanschot namens
Gerfootschap voor Kunsten en
Wetenschappen en O. Bedaux namens „Bra-
bantia Nostra”.
Verscheidene
Toen werd met een boom het bootje ijjan wal gestoken. Voorop
stond de verkeersagent met de sabel hoog opgeheven, terwijl
zijn helpers naast hem stonden. Men ging langzaam vooruit.
Keesie, die altijd nog vol goeden moed was en zeker dacht aan
het St. Nlcolaasfeest, zong zachtjes, zoodat alleen de kabouters
het konden hooren: „Zie ginds komt de stoomboot uit
Spanje weer aan.”
van de zwaarte der eikenhouten deuren, die
zij eens hadden moeten stutten. Van het hout
was geen splinter meer overgebleven, wel lagen
er groote hoopen asch.
Andere .vertrekken hadden nooit deuren ge
had, maar in plaats daarvan een soort boog,
waar vroeger ongetwijfeld zware gordijnen voor
hadden gehangen, en in een van deze cellen,
aanzienlijk grooter dan de andere, trof Ik een
ruwen steenen haard aan, maar waar de rook
uitweg vond, kon ik niet bepalen. Tot mijn
groote ontsteltenis ontdekte ik daar het ge
raamte van een man, hij leunde nog tegen den
muur aan, denkelijk in dezelfde houding, waarin
hij den dood had gevonden. Bij deze onderzoe
kingen speelde mijn gevoel een grootere rol dan
.mijn gezicht, want het vage licht kwam mi)
slechts weinig ter hulp. Maar ik was toch te
veel soldaat om mij niet telkens te overtuigen,
dat geen vijand mü bespiedde, want niet de
dooden, maar de levenden had ik te vreezen.
De vertrekken aan de andere zijde waren
lichter en ruimer, al stond ook hier geen enkel
meubelstuk. Het was trouwens dwaas om hier
iets dergelüks te verwachten, want al zou roof
zucht den boel ook gespaard hebben, de tijd
sou er toch niets van hebben overgelaten dan
molm en stof. Toch kon ik nog zien, waar een
maal de tapijten langs de muren hadden ge
hangen. Bij toeval ontdekte ik in een dezer
vertrekken de veer van een geheime deur, die
op een trap uitkwam, en waarlangs ik in een
stikdonkere ruimte keek;, ik verbeeldde mij, dat
Ik diep onder mjj het vallen van water kon
hooren.
b<j verttes van mo hand,
een voet et een oog.
h«
niet heelemaal.
Feltelijk hinderde het hem, dat zijn aanstaan
de zoo zuinig was geweest.
Als ze Alles besteed had, zou hij nu een voor
wendsel hebben gehad voor een standje! Wat
ik een wensch uit.... een dwaasheid toch allemaal!
Ze bleven staan voor het huis in de Linden
strasze. Dat zag er heel anders uit, dan dat,
hetwelk hij indertijd met Helene had gehuurd,
in een veel bescheidener straat. Hij dacht er
onwillekeurig aan. hoe de keurige meubeltjes,
die Helene had .uitgezócht, en al had opgesteld,
hadden afgestoken bh de nederige woning,
waarin het beslist noodzakelijk zou geweest zijn,
om ook overdag het licht op te hebben.
Hier heb je den sleutel, zei Orete. Oa
nu maar eens gauw kijken. Ik heb nog een hoop
te doen.
Waar tref ik je vanavond?
In het concertgebouw, als je wilt
Best, tot ziens dan.
En hij ontsloot de deur.
Verkoudheid en Keelpijn
M MO'den krachtig bestreden door gk
het sterk antiseptische geneesmiddel.
A Zorg steeds een doos bij de hand
te hebben. Vraag naar de
Hollondjche doezen
Walter dacht na. Dien brief kon je op ver
schillende manieren karakteriseeren, behalve als
minnebrief. Vreemd! Waarom had hij zich
eigenlijk zoo aan dat meisje gehecht? Hun ver
houding was nog maar een paar maanden oud.
Had hij misschien niet den moed, om een einde
te maken aan iets, wat eigenlijk was voortge
komen uit een opwelling? Was het werkelijk
waar, dat Orete hem geluk had aangebracht?
Had hij dat niet veeleer te danken aan zijn
eigen talent? En Helene die arme Helene
had hem alleen in de dagen van het wachten-
op-succes gekend. Uit die zenuwachtige stem
ming was juist het afbreken van de verloving
voortgekomen. HU kon niet ontkennen, dat de
schuld voor een goed deel bü hèm lag. Van den
anderen kant: toen de zaken voor hem een
beteren keer begonnen te nemen, had hU een
eerlijke poging tot verzoening gedaan; en toen
had Helene niet gewild. Neen, dat was afge-
„Beste Walter,
Ik heb je brief ontvangen, die me ontzaglijk
veel plezier heeft gedaan. Het succes in Mün
chen zal dus dat van BerlUn nog overtreffen?
Ik voel me de fierste verloofde van de wereld!
Ik uit den wensch, da£ h
verlaten. En je weet: als
Ik heb het alleen niet prettig gevonden, dat
je brief zoo kort was. Maar ik begrijp, dat je
niét ai te veel tUd hebt, om te schrUven. Ik
mag je daarom geen verwijt doen.
En nu ga ik je het bewü» leveren, hoe zuinig
ik ben. Van de drieduizend mark heb ik er
maar duizend besteed vóór de meubeltjes. Een
vriendin van me heeft me duidelijk gemaakt,
dat ik véél beter op een verkooping kon koopen.
O, als Je eens zag, wat een prachtigen salon we
krUgen! Net als nieuw! Op het oogenbllk ben
ik bezig met een plano Weliswaar gebruikt,
maar schitterend gewoon.
Veel nieuwe successen wenschf
je llefhebtd
„Beste Orete,
Hartelijk dank, dat je mU mta verloofde hebt
teruggegeven! Je berekening is héélemaal uit
gekomen. Nauwelüks had Walter de kamers ge
zien, zegt hU. met de welbekende meubeltjes, en
de plano, en den spiegel, of hü werd aangegre
pen door een diepe ontroering. Toen is hij neer
gevallen in den fauteuil voor de mahoniehouten
schrUftafel, en is gaan denken.... denken....
En toen is hüopgesprongen, en naar mij toe
gerend. De rest kun je je wel voorstellen!
Ik dank je nog wel voor de vele moeite, die
je je getroost hebt. En vergeef het me. lieve,
als ik een enkelen keer eens getwUfeld heb aan
het onbaatzuchtige van Je bemoeiingen!
Een groet en een omhelzing
van Je toegenegen
Helene."
(Nadruk verboden)
,,.De. Diocesane afdeelingen van den Katholie
ken OnderwU ze rsbond In Noordbrabant hebben
zich tot taak gesteld te komen tot gen Bra
bantsch Volkslied. Daartoe is wen commissie
gevormd bestaande uit twee afgevaardigden van
3 hoogstens 3
A I I u A DAMMC °P blad ldJn ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen T? 7^0 - blJ levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door p 7RA bU een ongeval met p 9^0
«I iT-i /ADy/l Tl I Tl Is 0 ongevallen venekerd voor een der volgende ultkeerlngen <xWe verlies van beide armen, belde beenen of belde oogen <JVF*“ dcgidelljken afloop s^VFVr*"
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLUK DRIE M^AL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
Orete was aan het station.
Nu breng ik je direct naar onze toekom
stige woning, zei ze vroolUk. Ik heb alles al
op zUn plaste staan. Ik weet zeker, dat je pret
tig verrast zult wezen.
Heb je die plano nog gekocht?
Ja, schat. En ik heb er vUfhonderd mark
voor betaald. De vUftienhonderd mark, die ik
over heb gehouden, zul je in de
schrUftafel vinden.
Orete. je
bent werjcelljk
een beste meid!
Dank je wel, boor
Maar wat J1U
daar zei, meen
de hü eigenlUk
mtjn oor dicht tegen den zwaren hinderpaal.
Ik hoorde binnen wat beweging het zwakke
schuifelen van voeten over een steenen vloer,
het schrapen van een droge keel, het gerinkel
van een lichten ketting. Iets zeide me, dat de
gevangene binnen een man was en ik trok mUn
zwaard om tegen alle gebeurlUkheden voorbereid
te zUn als het mocht blUken, dat hU vrU was
in zijn bewegingen en in een wanhoplgen toe
stand. Daarop lichtte ik zoo zacht als ik kon
den balk uit de holten, plaatste hem tegen den
muur en wierp de zware deur open.
Wat ik toen zag. deed mU een oogenbllk be
sluiteloos op den drempel toeven met de punt
van mUn zwaard omlaag. Tusschen de staven
van een hooge, smalle spleet in den muur kwam
wel zooveel licht binnen, dat ik met een enkelen
oogopslag alle bUzonderheden kon opnemen: een
gesneden eikenhouten stoel, reusachtig van om
vang, maar allerjammerlUkst toegetakeld, een
steenen rustbank met een groote huid bedekt
eea strooleger in een van de hoeken en een
rond blok hout, waarop-een tinnen schotel met
wat voedsel en een pannetje water.. Met het
gezicht n*ar mU toe, vastgebonden aan een ket
ting, stond een man met verward, ongekamd
haar en een ruigen zwarten baard, gekleed in
een hemd en militaire broek. Niet in staat
een woord uit te brengen, stond ik hem maar
aan te staren en meende niet anders of hU
was krankzinnig. -'_‘
na verschillende vergeefsche pogingen,zei hU:
.Monsieur! O, mUn hemel! Monslei
„OU zUt een gevangene?” .viel ik hi
»Een week een jaar ik w<
behandeling, die den humus spaart, 1 opgeven
van eenzUdlge bebouwing (bUv. te veel graan
na elkaar), verbeterde organische bemesting,
benevens voldoende herbebossching en geUJk-
matige verdeeling van bosch en bouwland.
In dit verband wees de heer Pfeiffer ten slot
te op de resultaten van de blologlsch-dy^amlsche
methoden, zooals die in 'ziJW UWkJsi FSoendlté
de la Terre’’ zUn beschreven.
Het is te hopen, dat aan deze hoogstbelang-
rUke problemen de noo^ige aandacht wordt
besteed. genoemde bonden, terwUl verder nog zitting
bleef niet van hen verschoond. Wie zU eigen
lijk waren? kon niemand zeggen, een troep boe
ren, die zich aan geen wet stoorden, ei}
leiding stonden van het een ander geide
misdaad, wanhopige lui, die voor niets terug
schrokken en altud op voet van oorlog ston
den met de burgermaatschappU en het gouverne
ment, als wapen de brandfakkels bezigden.
Heel wat verhalen waren er onder he> volk
in omloop over de vreeselUke martelingen, waar
aan hun slachtoffers bloot stonden en over de
ongehoorde losprUzen, waartegen de arme ge
vangenen werden vrijgelaten. En FrankrUk, dat
zich met alle kracht tegen de Verbondenen
weerde, en geen mkn aan het front kon mis
sen. kon weinig hulp bieden. Een paar boos
wichten waren gevangen genomen, eigenlijk
meer door toeval dan door krachtdadig optre
den; het waren ellendige schepselen, uitgeput
door gebrek en het «werversleven, maar de lei
ders bleven vrU rondloopen en lachten om de
onmacht van Hiet gouvernement. Heele districten
werden door hen af gestroopt en zU traden
daarbu op alsof zif onder militaire tucht ston
den. Hun aanvoerder,die alleen als La Porte
bekend stond, wist zijn incognito te bewaren
er wëfd zelff wel verteld, “dat niet een van
zUn volgelingen ooit zUn gelaat had gezien.
Maar dat hU een echt monster varr wreedheid
was. een genius van de knisdaad. stond boven
allen twUfeL Dit alles vloog mU door den geest,
toen ik nfir Cassler staarde^ ten volle over
tuigd dat hU de waarheid had gesproken.
„Hqe zUt gU in hun macht geraakt?”
(Wordt vervolad)
De moed begon weer in mU te Teven, toen ik
Vai/ .on8ewo°ns ondervond. Aan lederen kant
“e Bang zag men een reeks vertrekken; die
Oen rechterkant waren donker, men kon ze
Hike n en noem6n het waren afschuwe-
ooien, waar geen lucht In kon door drln-
en niets anders in stond dan een
?”nen rustbank. ZU waren zeker destUds voor
«naren en de mannen van de wacht be-
keweest. Enkele hadden vroeger deuren
srtkTZ, “aarvan getuigden nog de overgebleven
6» lu^ren’ reus*chtlge brokken ijzer, ruw met
gesmeed, die in zich een bewijs waren
De geweldige fjs-massa’s hebben niet alleen de brug over de Ntagara-watervallen
vernield, doch drongen ook de electrieche centrale binnen, waar de machine»
werden verwoest
®en nevelachtige schemering gaf aan allee
spookachtig aanzien en zette de hoe-
volkomen in het donker, want de eene
dim e1venster°Pening op het eind was geheel
wijnranken overgroeid. Ik zag niets, dat mU
mgerustheid gaf, toch beefde ik als een
I, terwUl ik voorzichtig voortsloop.
Naast dit vertrek en er mee verbonden door
een boogvormige poort, was een vertrek, dat
bijna dezelfde afmeting had met in het midden
een steenen bassin, omgeven door treden; het
had ongetwUfeld dienst gedaan als bad. maar
ik kon nergens de buizen der waterleiding vin
den. Deze vertrekken hadden hooge vensters,
aan de buitenzijde beschermd door roestige Uze-
ren staven. De vloeren waren vol vlekken ;en de
kleur was er geheel afgetrokken, ih dit deel
van het gebouw scheen het vuur niet zooveel
verwoest te hebben, maar de geschonden muren
hadden veel geleden.
Na enkele minuten stond ik weer op dezelfde
plek in de schraal verlichte hal, overtuigd van
het nuttelooze om verder in die rlchtirifc te
zoeken en zoo goed als zeker, dat de ruïne on
bewoond was. Volgens mU had in geen jaren een
bezoeker zijn voeten in deze zwUgende zalen
gezet. Toch ging ik de tram op, ik wilde ook
daar eens rondkUken voor ik den ouden burcht
den rug zou toekeeren.
Zoo op het eerste gezicht zag alles er juist
zoo uit als beneden; toen staarde ik ineens
verbaasd naar een ijzeren deur, die met een
eikenhouten dwarsbalk was gesloten. De eeuwen
zouden ook dezen niet ongerept hebben gelaten.
Hier kreeg ik nu eens met iets anders te maken,
met iets van latertn datum! Ik sloop voorzichtig
langs den muur voort, opnieuw eftra op mUn
hoede, totdat ik den balk kon aanraken. Tot dan
toe had ik mUn oogen -gis het ware mistrouwd,
maar toen ik er met mUn Vingers aankwam,
bemerkte ik, dat hjj nog maar kort geleden was
aangebracht. Ik hield mUn adem in en luisterde,
T yet te in ons land veel te weinig be-
J-jkend, dat de ^slachtoffers van de ge
loofsvervolging met honderden over
onze grenzen "vluchten zonder brood of on
derdak.'Meest zoeken Mj priesters, reli
gieuzen, leeken hulp te Utrecht, waar zij
door een groep katholieken onder leiding
Prof. Dr. J. Schmutzer naar andere
niet, ik zou het u niet kunnen uitleggen. Mon-«
sleur. ZUn gU een Franschman? Een soldaat?”
^Van de lersche Brigade en gU?”
„Van het Regiment ^gn Touralne.”
Onze handen vondepcelkaar en hU drukte de
rnUne onstuimig; zUn oogen stonden vol tranen.
,JJe goede Ood heeft u zeker «ezonden, Mon
sieur,” ging hU stamelend voort. ,Jk had alle
hoop al laten varen! Niet dat ik niet dapper
ben. Monsieur, ik, Emil Cassler. In den veld
tocht vap Italië was ik kapitèln, en ik heb
recht de medaille té dragen. Maar, ach! De
keten! De naakte muur! De „Vuur-Duivels!”
,JJe wie?” en ik ging van plotselingen schrik
een stap achteruit „Wat voor Vuèr-Dulvels?
Toch niet het vuile gebroed van La Rjrte?”
„Als het niet zoo is, dan liegen de zwarte
schurken. Ik heb hun meester niet gezien,
maar de mannen, die mU gekweld hebben, zqn
wel waard. zUn leerlingen te zUn. En waarom
ook niet. Monsieur? Is dit dan niet de streek
van waar zU het eerst zUn gekomen,— dit St.
Quentin?"
De man had geluk en Ik keek ongerust om
mj| heen, niet in staat de plotselinge angstgolf,
die mU naar de keel vloog, terug te drUven.
Dit was iets wezenlUks, iets tastbaars, geen her
senschimmen van de verbeelding, maar ^mzens
van vleesch en bloed, die echter een repfftatie
hadden van zulk een dulvelsche wreedheid,
dat d^. gedachte, alleen aan deze schurken het
bloed deed .verstUven. ZU waren de geesel van
FrankrUk; hun voornaamste operatieterreln was
St. Quentin, maar zU werkten even goed in
andere hoeken van het land en zelfs ParUs
-r w waiter’s verloving met Helene was afge-
yy raakt.' En samen met zUn nieuwe ver-
loofde maakte hü de toebereidselen voor
de aanstaande bruiloft. ZUn laatste werk bad
hem elndelük voldoende geld opgeleverd, en zoo
kon hü aan alle verlangens van Orete voldoen.
Hier heb je drieduizend mark, zei hU tot
haar. Koop daar de meubeltjes voor, die Je
aardig vindt.
Waarom ga je zelf niet mee? vroeg Orete.
Om twee redenen: omdat ik al één keer
die vervelende kooperU heb meegemaakt, én
wat van yeel méér belang Is omdat ik van
avond naar München moet, voor de laatste re-
pititie van mün stuk.
O, wat ben ik gelukkig, dat Ik de vrouw
mag worden van een beroemd man als JU!
HU keek haar in de oogen.
Je hebt me geluk aangebracht, zeide hü-
Van t oogenbllk af, dat ik je ken, is alles,
wat ik heb aangeraakt, in goud veranderd.
Daarom ben ik je heel dankbaar.
Alleen déérom?
Je'moet me niet verkeerd
wèèt, hoevéél ik van je houd!
Inzendingen onder motto, vergezeld van ge
sloten enveloppe, die op buitenzUde *t zelfde
motto draagt en die naam en adres van den
ilzender Wrat, moeten geadresseerd worden
alm jg»i van. Lanschot. burgemeester van
*s Hertogenbosch, vóöc 1 Mei' 1938.
Door een bevoegde jury wordt een prüs van
toegekend aan de be-
e totalen van ons handelsverkeer
1 met Ned.-Indië géven voor 1937 gun-
stige cijfers te zien en een niet on-
sanzienlüke verbetering ten opzichte
Tin 1936. In laatstgenoemd Jaar immers
boekten wü een uitvoerwaarde van rond
44 millioen, waartegenover toen de in
voer uit Ned.-Indië 79 millioen beliep,
terwUl die totalen over het nü verstreken
jaar respectievelijk 94 en 126 millioen
aijn; welk resultaat weliswaar nog een de
ceit op onze bandelsbalans laat van rond
f 32 millioen, doen tevens beteekent, dat
nü Mlthans bijna 75 pCt. van den Invoer
uit die koloniën door onzen uitvoer wordt
gedekt (in 1936 ca. 55 pCt.).
De Nederlandsche textiel-export naar
)ied.-Indië beteekent alléén al bijna één
derde der waarde van onzen totalen export
daarheen. Ofschoon het wel aannemelijk is
dat onze textieluitvoer naar die gewestep
nog niet een uiterste grens heeft bereikt
mag men te dien aanzien ook alweer niet
optimistisch zijn, omdat de Indische tex
tielfabricage voortdurend in capaciteit'en
verscheidenlieid toeneemt.
Bovendien moet er niettegenstaande
het hangende „conflict” met China hier
en ginds nog Immer terdege rekening wor
den gehouden met den steeds onverminder-
den aanvoer van Japansche katoentjes. Voor
vrijwel alle soorten van textieiwaren is
Japan thans nog verreweg de grootste leve
rancier en voorloopig zal Japan ongetwij
feld de eerste plaats wel blijven bezetten,
niettegenstaande nu en dan loopende ge
ruchten over „boycot” vanwege den Chl-
neeschen tusschenhandel jn ons Indië.
Alles te zaam genomen mogen wij op dit
oogenbllk toch niet ontevreden zijn
betreft ons aandeel in den Indlschen tex-
tiellmport.
Als oekend mag worden verondersteld
vende Instelling
hebben
harte
achten op uw milddadigheid hiervoor aan te
dringen. Gods vijanden beschikken voor
hun verwoestend werk over mlllioenen;
laat onze werkers dan niet met leege han
den machteloos staan. Bestaat voor u dan
niet de christenplicht, uw broeders en zus.-
ters, die om het geloof vervolgd worden,
die dikwijls opgejaagd, van huis en hof
verdreven en van alles beroofd rond moe
ten zwerven, -tenminste in hun uiterste
nooddruft bij te staan?”
Met de verzorging der opgejaagden zijn
zware financieele offers gemoeid. Vooral
sedert gelijk de H. Vader in zijn Kerst
rede verklaarde in Duitschland een ver
volging heerscht zóó vreeselUk en ontzet
tend in haar gevolgen.
De fondsen van het Vluchtelingen-coml-
té zijn uitgeput. Indien de Nederlandsche
Katholieken 'niet snel en krachtig te hulp
komen, zou het zoo noodzakelijke werk
moeten worden stopgezet. Wie helpen krin.
hjj zende een gift «oor de vogelvrij-ver
klaarden om de belijdenis van Hem, die zei
de, dat de zijnen vervolgd zouden worden
om Zijnen Naam, maar ook hun weldoeners
de honderdvoudige belooning toezegde.
Het postgironummer van het Comité
te 320372, Utrecht en het adres van den
penningmeester: Drift 8, aldaar. Gelijk ook
uit een advertentie in dit nummer blijkt,
heeft het Comité een groote actie ingezet
om hulp, hulp, hulp!
U de herdenking van den tlertflen
i Dies Natalis der Katholieke Econo
mische Hoogeschool heeft dé^ Reetor-
magnificus, na zijn feestrede, mededeellng
gedaan van de volgende prijsvraag, die
door den rector en senaat der Hoogeschool
is uitgeschreven:
De Senaat verlangt een studie over de
verhouding tusschen den Staat en het eco
nomisch leven, zooals deze verhouding ge
groeid te onder den invloed van sociologi
sche opvattingen en de Structuur van^de
economische j werkelijkheid.
De deelname aan deze prijsvraag is qpen-
gesteld voor alle studenten van Instellingen
van Hooger Onderwijs in Nederland! Ant
woorder) moeten vóór 1 Maart 1939 worden
Ingezonden.
Op den derden Maandag van de maand
September 1939 zal het oordeel van den
Senaat over de ingek&men
publiek worden meegedeeld
schrijver van het antwoord dat een bekro
ning is waardig gekeurd, de gouden eere-
penning worden uitgereikt.
heden dalwaarts. Oorzaak hiervan is: de be
schermende humuslaag is verwoest, waardoor
het bindende clement in den bodem ont
breekt en het water niet meer vastgehouden
wordt. Wind en watererosies veroorzaken een
meedoogenlooe vernielingswerk.
De heer Pfeiffer zeide, dat hü reeds in 1933
voor het gevaar van hét verloren gaan van de
humuslaag heeft gewaarschuwd. Men ant
woordde hem toen, dat de Amerikaansche boer,
omdat het hem slecht ging, groote oogsten
moest hebben, het kostte wat bet «rilde. Heden
trekken dezelfde boeren meer Oostwaarts, daar
groote gebieden van de Middle West onvrucht
baar zün geworden. De „dustbowl” (het stof-
gcbled) breidt zich naar het Oosten uit met
een snelheid van 60 KM. per Jaar.
Wat spr. in. 1933 voorzag is heden treurige
werkelükheld geworden. Thans zün het toe
nemende verlies van humus en de toenemende
zuurgraad van den bebouwden bodem een we-
reldziekte.
In Sertao (Noord-Brazillë) telde men in 1937
meer dan honderdduizend menscHen, die voor
den honger vluchtten. Oeneraal Smuts zegt,
dat in Zuld-Afrika de brandende problemen van
de bodemverwoestlng alle andere politieke pro
blemen in de schaduw stellen. Australië wed-
Uvert met deze rampen.
De waterspiegel van de Kaspische Zee (büna
zoo groot als Duitschland) is ten gevolge van
de ontbossching van Rusland 1,16 meter ge
daald. Zelfs in Mldden-Europa zien wü een
steeds sterker binnendringen van steppenplan
ten en nemen wü een toeneming van erosie
waar.
Men zou kunnen meenen dat Holland met
zün waterruiten bodem hiervoor beveiligd zou
zijn, ware het niet dat ook hier de toeneming
van den zuurgraad en vele andere degeneratle-
verschünselen te denken geven.
De ontbossching In de wereld neemt hand
over hand toe. Volgens de onderzoekingen van
het OostenrUksche boschwezen zullen de voor
de industrie beschikbare houtvoorraden binnen
40 Jaar uitgeput zün.
X r ft schade en schande wordt de mensch-
I y I held wüs. En wel nooit zal zü heele-
A maal wüs worden. Maar één ding leeren
we al weer uit de landbouwgeschledenls der
laatste Jaren, nJ. dat het verkeerd is de na
tuur geweld aan te doen en de aarde te veel
te berooven van hetgeen de natuur zelf
wasdom liet komen.
Daarvan heeft ook de heer E. Pfeiffer verteld,
die voor de Nederlandsche Vereenlging tot
Bevordering der bi^logjsch-dynamlache Land-
bouwmethode te 1 ’s-Gravenhage heeft gespro
ken over ,.De vruchtbaarheid der aarde”.
De spreker vertelde van de verontrustende
„black blizzards” (stofstormen) in Noord-
Amerika, welke tot voor een tiental jaren büna
onbekend waren, doch welke de laatste jaren
tot een groot gevaar zün geworden.
De oppervlakte van het bebouwde land is tot
zulk een losse en beweeglüke massa geworden,
dat In perioden van droogten de humuslaag
dooy de winden vele honderden mülen ver
worjt weggevoerd. Dan wordt de dag duister,
de zon vertoont zich als een groote roode bal
aan den hemel en de bevolking vlucht in de
huizen. Op deze wüze zün belangrijke stukken
bouwgrond In woestenijen herschapen. Tot nu
toe is reeds een derde gedeelte van de geheele
bebouwbare oppervlakte door dit verschünsel
aangetast. Meer dan 44 millioen hectaren zün
geheel verwoest. Het doet denken aan de ram
pen, welke In den BUbel vermeld worden.
Nog merkwaardiger zün de overstroomlngen
van de rivieren de Ohio en de Mississippi.
Haar hoogste peil stügt nog elk voorjaar aan-
merkelük. In Louisville mat men drie jaar ge
leden 8 meter als hoogste peil, twee jaar ge
leden 12 meter en het laatste Jaar 20 meter. De
spreker gaf een beeld, van de door deze natuur
rampen aangerichte vezweestingenz-Heb< raadw De drang naar steeds grootere oogsten ber
selachtlge daarbü te, dat de meteorologen ia
die drie jaar geen toenemen van den regenval
rapporteerden.
Het water stroomt snel en in groote hoeveel-
eenlglngen zal, na de geruchtmaker.-
de vergadering in November te
Sneek, thans weer bijeenkomen in de Har
monie te Leeuwarden en wel op Zondag
20 Februari a.s.
Er zal dan een kaderdag worden gehou
den, waarbU het lid van de Tweede Ka
mer Mr. Dr. L. J. C. Beaufort OF.M. een
rede zal houden over de politiek van
dag.
-Uit het feit dat de vergadering vroeg be
gint en er dus een ruime mogelijkheid is
tot debat, meenen wij te mogen coneludee-
ren dat het bestuur er op uit is door een
openhartige uiting den politieken hemel
te doen opklaren.
Het vertrouwen is niet ongegrond,* dat
na 20 Februari weer mpt frisschen moed
en met een schoone lei kan worden begon-
nen.
vorderde e e i U di g landbouwmethoden,
waardoor de structuur van de humuslaag ach
teruit gtng.
Het eenlge wat kan helpen is een bodem-
1. Een strofisch lied van
coupletten.
3. Eenvoudig rhythme.
3. De Inhoud bü voorkeur verhalend, zoo
mogelük geïnspireerd op Brabants grootsch
verleden.
landen worden voortgeholpen. Naarmate
de geloofsvervolging scherper vormen aan
neemt, groeit hun aantal.
„Het door eenigen genomen initiatief
schrijven H.H.H.H.E.E. de Bisschoppen van
Nederland om hulp te brengen aan de
slachtoffers van de geloofsvervolging in de
verschillende landen en daarvoor een blij-
j in het leven te roepen,
wij dankbaar aanvaard en van
gezegend. WU mogen het overbodig
■■•■O'*1
t