S'Cel u&Aaal van den dag B De avonturen van een verkeersagent je VALDA PASTILLES 1 --SHEA Ki Handelsverkeer van de lersche Brigade Wanneet fatten zonuwen genoeg fatten van depti&r Monde wafangdet caffeine. dan: KOFFIE HAG if 1 Een prijsvraag De Friesche Bond Voor de vluchtelingen Hulp u noodig n X 1 Het behoud van de humuslaag Die slimme Grete! Prijsvraag Brabantsch Volkslied i t r P°OR RANJJALL PARRISH - 'I GRIEP ECHTE VALDA Textiel en indië aa IK BEVRIJD EEN GEVANGENE - DINSDAG 15 FEBRUARI 1938 2 verstaan. Je het geluk je nooit 'moge >rug nes: tot toe O HETE" ne- wat ie- met Cambrics aandacht i Volksliederen Men schrijft ons: Friesche Bond van R.K Klesver- ie 5 den t. bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door i ten <5 e A k i Belangrijke kaderdag te Leeuwarden antwoorden en aan den en id» 1de in igtn be den i 33. We gen C. «emd daan. Wat hem feltelük hinderde, was, dat hfj, met een soort intuïtie, vermoedde, dat Orete eigenlijk ook niet van hèm hield. En toch wilde hU de betoovering niet verbreken denkelijk, omdat hij beng was. dat het geluk hem zou verlatenWinneer zou hij zich loe kunnen maken van dat.bespottelijke bijgeloof! Maar de gedachte aan een mogelük herwinnen van zijn vrijheid liet hem niet meer met rust. *ft r.88 tag ee- l r 3 1 I 1 r onder in de ,*f engt lük- 8e- >rug 31. irug E. 36. go- 32; en JP en B- l st and iUon^ inses i 36. lill en m. lOt an ri ng tag op P”. [le li ën ot U t- is I- ma ,de de. i» n ai n tb ri i» it b 8 It n X 8 pai ring, oor- iden iker p. »W; ma- Zijn lippen bewogen zich en iëïr hJurtig in. eek het zelf. Dicht bij het hjjJs^an de heks, welk huis men aan de over zijde van de sloot kon zien, werd de boot te water gelaten. Lang zaam gleed het bootje het water in, terwijl de kabouters heel zacht een aardig liedje gezongen. „Wees voordchtig,” maande Keesie, zorg, dat jullie de boot niet stoot". „Och, die kan best tegen een stootje,” zei een der kabouters. 60 vijftig gulden) kroonde inzending. hebben de heeren het Provinciaal C Brabantsch* konden de commissie niet voldoen. Daarom wordt door deze commissie een prijs vraag uitgeschreven voor den tekst raff een goed Brabantsch Volkslied --- De commissie dacht de volgende eisoben te stellen: kend 'mag worden verondersteld, dat meer speciaal Twente en andere Whites het grootste contingent levert, doch daarnaast is het toch ook van beteekenis, dat In deze tijden eveneens onze geverfde, gedrukte bogtgewever. teielen —rjMKe* goeddeels uit bet Hel- ftgdsche stammen in Indië weer een betere markt treffen. Het zal dus gezien de behaalde resul taten en de nog aanwezige kansen zaak zijn om al bet mogelijke te doen, teneinde onzen textielafzet naar Insulinde niet slechts te behouden, doch naar gelang van beter-wordende economische toestanden verder te kunnen uitbreiden. Daarenboven dient evenmin iets onbeproefd te worden gelaten om onzen overzeeschen handel van andere Nederlandsche producten en fabri katen geleidelijk een (beteren) alzet te be- zorgen. Onze bandelsbalans ten opzichte van Ned.-Indië behoeft niet ongunstiger te worden, of beter gezegd: het jongste dek kingspercentage van plm. 75 pCt. mag niet dalen, want het verbruik van Indische pro ducten hier te lahdc belooft gaandeweg te tullen toenemen. n nu. F. van Lanschot namens Gerfootschap voor Kunsten en Wetenschappen en O. Bedaux namens „Bra- bantia Nostra”. Verscheidene Toen werd met een boom het bootje ijjan wal gestoken. Voorop stond de verkeersagent met de sabel hoog opgeheven, terwijl zijn helpers naast hem stonden. Men ging langzaam vooruit. Keesie, die altijd nog vol goeden moed was en zeker dacht aan het St. Nlcolaasfeest, zong zachtjes, zoodat alleen de kabouters het konden hooren: „Zie ginds komt de stoomboot uit Spanje weer aan.” van de zwaarte der eikenhouten deuren, die zij eens hadden moeten stutten. Van het hout was geen splinter meer overgebleven, wel lagen er groote hoopen asch. Andere .vertrekken hadden nooit deuren ge had, maar in plaats daarvan een soort boog, waar vroeger ongetwijfeld zware gordijnen voor hadden gehangen, en in een van deze cellen, aanzienlijk grooter dan de andere, trof Ik een ruwen steenen haard aan, maar waar de rook uitweg vond, kon ik niet bepalen. Tot mijn groote ontsteltenis ontdekte ik daar het ge raamte van een man, hij leunde nog tegen den muur aan, denkelijk in dezelfde houding, waarin hij den dood had gevonden. Bij deze onderzoe kingen speelde mijn gevoel een grootere rol dan .mijn gezicht, want het vage licht kwam mi) slechts weinig ter hulp. Maar ik was toch te veel soldaat om mij niet telkens te overtuigen, dat geen vijand mü bespiedde, want niet de dooden, maar de levenden had ik te vreezen. De vertrekken aan de andere zijde waren lichter en ruimer, al stond ook hier geen enkel meubelstuk. Het was trouwens dwaas om hier iets dergelüks te verwachten, want al zou roof zucht den boel ook gespaard hebben, de tijd sou er toch niets van hebben overgelaten dan molm en stof. Toch kon ik nog zien, waar een maal de tapijten langs de muren hadden ge hangen. Bij toeval ontdekte ik in een dezer vertrekken de veer van een geheime deur, die op een trap uitkwam, en waarlangs ik in een stikdonkere ruimte keek;, ik verbeeldde mij, dat Ik diep onder mjj het vallen van water kon hooren. b<j verttes van mo hand, een voet et een oog. h« niet heelemaal. Feltelijk hinderde het hem, dat zijn aanstaan de zoo zuinig was geweest. Als ze Alles besteed had, zou hij nu een voor wendsel hebben gehad voor een standje! Wat ik een wensch uit.... een dwaasheid toch allemaal! Ze bleven staan voor het huis in de Linden strasze. Dat zag er heel anders uit, dan dat, hetwelk hij indertijd met Helene had gehuurd, in een veel bescheidener straat. Hij dacht er onwillekeurig aan. hoe de keurige meubeltjes, die Helene had .uitgezócht, en al had opgesteld, hadden afgestoken bh de nederige woning, waarin het beslist noodzakelijk zou geweest zijn, om ook overdag het licht op te hebben. Hier heb je den sleutel, zei Orete. Oa nu maar eens gauw kijken. Ik heb nog een hoop te doen. Waar tref ik je vanavond? In het concertgebouw, als je wilt Best, tot ziens dan. En hij ontsloot de deur. Verkoudheid en Keelpijn M MO'den krachtig bestreden door gk het sterk antiseptische geneesmiddel. A Zorg steeds een doos bij de hand te hebben. Vraag naar de Hollondjche doezen Walter dacht na. Dien brief kon je op ver schillende manieren karakteriseeren, behalve als minnebrief. Vreemd! Waarom had hij zich eigenlijk zoo aan dat meisje gehecht? Hun ver houding was nog maar een paar maanden oud. Had hij misschien niet den moed, om een einde te maken aan iets, wat eigenlijk was voortge komen uit een opwelling? Was het werkelijk waar, dat Orete hem geluk had aangebracht? Had hij dat niet veeleer te danken aan zijn eigen talent? En Helene die arme Helene had hem alleen in de dagen van het wachten- op-succes gekend. Uit die zenuwachtige stem ming was juist het afbreken van de verloving voortgekomen. HU kon niet ontkennen, dat de schuld voor een goed deel bü hèm lag. Van den anderen kant: toen de zaken voor hem een beteren keer begonnen te nemen, had hU een eerlijke poging tot verzoening gedaan; en toen had Helene niet gewild. Neen, dat was afge- „Beste Walter, Ik heb je brief ontvangen, die me ontzaglijk veel plezier heeft gedaan. Het succes in Mün chen zal dus dat van BerlUn nog overtreffen? Ik voel me de fierste verloofde van de wereld! Ik uit den wensch, da£ h verlaten. En je weet: als Ik heb het alleen niet prettig gevonden, dat je brief zoo kort was. Maar ik begrijp, dat je niét ai te veel tUd hebt, om te schrUven. Ik mag je daarom geen verwijt doen. En nu ga ik je het bewü» leveren, hoe zuinig ik ben. Van de drieduizend mark heb ik er maar duizend besteed vóór de meubeltjes. Een vriendin van me heeft me duidelijk gemaakt, dat ik véél beter op een verkooping kon koopen. O, als Je eens zag, wat een prachtigen salon we krUgen! Net als nieuw! Op het oogenbllk ben ik bezig met een plano Weliswaar gebruikt, maar schitterend gewoon. Veel nieuwe successen wenschf je llefhebtd „Beste Orete, Hartelijk dank, dat je mU mta verloofde hebt teruggegeven! Je berekening is héélemaal uit gekomen. Nauwelüks had Walter de kamers ge zien, zegt hU. met de welbekende meubeltjes, en de plano, en den spiegel, of hü werd aangegre pen door een diepe ontroering. Toen is hij neer gevallen in den fauteuil voor de mahoniehouten schrUftafel, en is gaan denken.... denken.... En toen is hüopgesprongen, en naar mij toe gerend. De rest kun je je wel voorstellen! Ik dank je nog wel voor de vele moeite, die je je getroost hebt. En vergeef het me. lieve, als ik een enkelen keer eens getwUfeld heb aan het onbaatzuchtige van Je bemoeiingen! Een groet en een omhelzing van Je toegenegen Helene." (Nadruk verboden) ,,.De. Diocesane afdeelingen van den Katholie ken OnderwU ze rsbond In Noordbrabant hebben zich tot taak gesteld te komen tot gen Bra bantsch Volkslied. Daartoe is wen commissie gevormd bestaande uit twee afgevaardigden van 3 hoogstens 3 A I I u A DAMMC °P blad ldJn ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen T? 7^0 - blJ levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door p 7RA bU een ongeval met p 9^0 «I iT-i /ADy/l Tl I Tl Is 0 ongevallen venekerd voor een der volgende ultkeerlngen <xWe verlies van beide armen, belde beenen of belde oogen <JVF*“ dcgidelljken afloop s^VFVr*" AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLUK DRIE M^AL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL Orete was aan het station. Nu breng ik je direct naar onze toekom stige woning, zei ze vroolUk. Ik heb alles al op zUn plaste staan. Ik weet zeker, dat je pret tig verrast zult wezen. Heb je die plano nog gekocht? Ja, schat. En ik heb er vUfhonderd mark voor betaald. De vUftienhonderd mark, die ik over heb gehouden, zul je in de schrUftafel vinden. Orete. je bent werjcelljk een beste meid! Dank je wel, boor Maar wat J1U daar zei, meen de hü eigenlUk mtjn oor dicht tegen den zwaren hinderpaal. Ik hoorde binnen wat beweging het zwakke schuifelen van voeten over een steenen vloer, het schrapen van een droge keel, het gerinkel van een lichten ketting. Iets zeide me, dat de gevangene binnen een man was en ik trok mUn zwaard om tegen alle gebeurlUkheden voorbereid te zUn als het mocht blUken, dat hU vrU was in zijn bewegingen en in een wanhoplgen toe stand. Daarop lichtte ik zoo zacht als ik kon den balk uit de holten, plaatste hem tegen den muur en wierp de zware deur open. Wat ik toen zag. deed mU een oogenbllk be sluiteloos op den drempel toeven met de punt van mUn zwaard omlaag. Tusschen de staven van een hooge, smalle spleet in den muur kwam wel zooveel licht binnen, dat ik met een enkelen oogopslag alle bUzonderheden kon opnemen: een gesneden eikenhouten stoel, reusachtig van om vang, maar allerjammerlUkst toegetakeld, een steenen rustbank met een groote huid bedekt eea strooleger in een van de hoeken en een rond blok hout, waarop-een tinnen schotel met wat voedsel en een pannetje water.. Met het gezicht n*ar mU toe, vastgebonden aan een ket ting, stond een man met verward, ongekamd haar en een ruigen zwarten baard, gekleed in een hemd en militaire broek. Niet in staat een woord uit te brengen, stond ik hem maar aan te staren en meende niet anders of hU was krankzinnig. -'_‘ na verschillende vergeefsche pogingen,zei hU: .Monsieur! O, mUn hemel! Monslei „OU zUt een gevangene?” .viel ik hi »Een week een jaar ik w< behandeling, die den humus spaart, 1 opgeven van eenzUdlge bebouwing (bUv. te veel graan na elkaar), verbeterde organische bemesting, benevens voldoende herbebossching en geUJk- matige verdeeling van bosch en bouwland. In dit verband wees de heer Pfeiffer ten slot te op de resultaten van de blologlsch-dy^amlsche methoden, zooals die in 'ziJW UWkJsi FSoendlté de la Terre’’ zUn beschreven. Het is te hopen, dat aan deze hoogstbelang- rUke problemen de noo^ige aandacht wordt besteed. genoemde bonden, terwUl verder nog zitting bleef niet van hen verschoond. Wie zU eigen lijk waren? kon niemand zeggen, een troep boe ren, die zich aan geen wet stoorden, ei} leiding stonden van het een ander geide misdaad, wanhopige lui, die voor niets terug schrokken en altud op voet van oorlog ston den met de burgermaatschappU en het gouverne ment, als wapen de brandfakkels bezigden. Heel wat verhalen waren er onder he> volk in omloop over de vreeselUke martelingen, waar aan hun slachtoffers bloot stonden en over de ongehoorde losprUzen, waartegen de arme ge vangenen werden vrijgelaten. En FrankrUk, dat zich met alle kracht tegen de Verbondenen weerde, en geen mkn aan het front kon mis sen. kon weinig hulp bieden. Een paar boos wichten waren gevangen genomen, eigenlijk meer door toeval dan door krachtdadig optre den; het waren ellendige schepselen, uitgeput door gebrek en het «werversleven, maar de lei ders bleven vrU rondloopen en lachten om de onmacht van Hiet gouvernement. Heele districten werden door hen af gestroopt en zU traden daarbu op alsof zif onder militaire tucht ston den. Hun aanvoerder,die alleen als La Porte bekend stond, wist zijn incognito te bewaren er wëfd zelff wel verteld, “dat niet een van zUn volgelingen ooit zUn gelaat had gezien. Maar dat hU een echt monster varr wreedheid was. een genius van de knisdaad. stond boven allen twUfeL Dit alles vloog mU door den geest, toen ik nfir Cassler staarde^ ten volle over tuigd dat hU de waarheid had gesproken. „Hqe zUt gU in hun macht geraakt?” (Wordt vervolad) De moed begon weer in mU te Teven, toen ik Vai/ .on8ewo°ns ondervond. Aan lederen kant “e Bang zag men een reeks vertrekken; die Oen rechterkant waren donker, men kon ze Hike n en noem6n het waren afschuwe- ooien, waar geen lucht In kon door drln- en niets anders in stond dan een ?”nen rustbank. ZU waren zeker destUds voor «naren en de mannen van de wacht be- keweest. Enkele hadden vroeger deuren srtkTZ, “aarvan getuigden nog de overgebleven 6» lu^ren’ reus*chtlge brokken ijzer, ruw met gesmeed, die in zich een bewijs waren De geweldige fjs-massa’s hebben niet alleen de brug over de Ntagara-watervallen vernield, doch drongen ook de electrieche centrale binnen, waar de machine» werden verwoest ®en nevelachtige schemering gaf aan allee spookachtig aanzien en zette de hoe- volkomen in het donker, want de eene dim e1venster°Pening op het eind was geheel wijnranken overgroeid. Ik zag niets, dat mU mgerustheid gaf, toch beefde ik als een I, terwUl ik voorzichtig voortsloop. Naast dit vertrek en er mee verbonden door een boogvormige poort, was een vertrek, dat bijna dezelfde afmeting had met in het midden een steenen bassin, omgeven door treden; het had ongetwUfeld dienst gedaan als bad. maar ik kon nergens de buizen der waterleiding vin den. Deze vertrekken hadden hooge vensters, aan de buitenzijde beschermd door roestige Uze- ren staven. De vloeren waren vol vlekken ;en de kleur was er geheel afgetrokken, ih dit deel van het gebouw scheen het vuur niet zooveel verwoest te hebben, maar de geschonden muren hadden veel geleden. Na enkele minuten stond ik weer op dezelfde plek in de schraal verlichte hal, overtuigd van het nuttelooze om verder in die rlchtirifc te zoeken en zoo goed als zeker, dat de ruïne on bewoond was. Volgens mU had in geen jaren een bezoeker zijn voeten in deze zwUgende zalen gezet. Toch ging ik de tram op, ik wilde ook daar eens rondkUken voor ik den ouden burcht den rug zou toekeeren. Zoo op het eerste gezicht zag alles er juist zoo uit als beneden; toen staarde ik ineens verbaasd naar een ijzeren deur, die met een eikenhouten dwarsbalk was gesloten. De eeuwen zouden ook dezen niet ongerept hebben gelaten. Hier kreeg ik nu eens met iets anders te maken, met iets van latertn datum! Ik sloop voorzichtig langs den muur voort, opnieuw eftra op mUn hoede, totdat ik den balk kon aanraken. Tot dan toe had ik mUn oogen -gis het ware mistrouwd, maar toen ik er met mUn Vingers aankwam, bemerkte ik, dat hjj nog maar kort geleden was aangebracht. Ik hield mUn adem in en luisterde, T yet te in ons land veel te weinig be- J-jkend, dat de ^slachtoffers van de ge loofsvervolging met honderden over onze grenzen "vluchten zonder brood of on derdak.'Meest zoeken Mj priesters, reli gieuzen, leeken hulp te Utrecht, waar zij door een groep katholieken onder leiding Prof. Dr. J. Schmutzer naar andere niet, ik zou het u niet kunnen uitleggen. Mon-« sleur. ZUn gU een Franschman? Een soldaat?” ^Van de lersche Brigade en gU?” „Van het Regiment ^gn Touralne.” Onze handen vondepcelkaar en hU drukte de rnUne onstuimig; zUn oogen stonden vol tranen. ,JJe goede Ood heeft u zeker «ezonden, Mon sieur,” ging hU stamelend voort. ,Jk had alle hoop al laten varen! Niet dat ik niet dapper ben. Monsieur, ik, Emil Cassler. In den veld tocht vap Italië was ik kapitèln, en ik heb recht de medaille té dragen. Maar, ach! De keten! De naakte muur! De „Vuur-Duivels!” ,JJe wie?” en ik ging van plotselingen schrik een stap achteruit „Wat voor Vuèr-Dulvels? Toch niet het vuile gebroed van La Rjrte?” „Als het niet zoo is, dan liegen de zwarte schurken. Ik heb hun meester niet gezien, maar de mannen, die mU gekweld hebben, zqn wel waard. zUn leerlingen te zUn. En waarom ook niet. Monsieur? Is dit dan niet de streek van waar zU het eerst zUn gekomen,— dit St. Quentin?" De man had geluk en Ik keek ongerust om mj| heen, niet in staat de plotselinge angstgolf, die mU naar de keel vloog, terug te drUven. Dit was iets wezenlUks, iets tastbaars, geen her senschimmen van de verbeelding, maar ^mzens van vleesch en bloed, die echter een repfftatie hadden van zulk een dulvelsche wreedheid, dat d^. gedachte, alleen aan deze schurken het bloed deed .verstUven. ZU waren de geesel van FrankrUk; hun voornaamste operatieterreln was St. Quentin, maar zU werkten even goed in andere hoeken van het land en zelfs ParUs -r w waiter’s verloving met Helene was afge- yy raakt.' En samen met zUn nieuwe ver- loofde maakte hü de toebereidselen voor de aanstaande bruiloft. ZUn laatste werk bad hem elndelük voldoende geld opgeleverd, en zoo kon hü aan alle verlangens van Orete voldoen. Hier heb je drieduizend mark, zei hU tot haar. Koop daar de meubeltjes voor, die Je aardig vindt. Waarom ga je zelf niet mee? vroeg Orete. Om twee redenen: omdat ik al één keer die vervelende kooperU heb meegemaakt, én wat van yeel méér belang Is omdat ik van avond naar München moet, voor de laatste re- pititie van mün stuk. O, wat ben ik gelukkig, dat Ik de vrouw mag worden van een beroemd man als JU! HU keek haar in de oogen. Je hebt me geluk aangebracht, zeide hü- Van t oogenbllk af, dat ik je ken, is alles, wat ik heb aangeraakt, in goud veranderd. Daarom ben ik je heel dankbaar. Alleen déérom? Je'moet me niet verkeerd wèèt, hoevéél ik van je houd! Inzendingen onder motto, vergezeld van ge sloten enveloppe, die op buitenzUde *t zelfde motto draagt en die naam en adres van den ilzender Wrat, moeten geadresseerd worden alm jg»i van. Lanschot. burgemeester van *s Hertogenbosch, vóöc 1 Mei' 1938. Door een bevoegde jury wordt een prüs van toegekend aan de be- e totalen van ons handelsverkeer 1 met Ned.-Indië géven voor 1937 gun- stige cijfers te zien en een niet on- sanzienlüke verbetering ten opzichte Tin 1936. In laatstgenoemd Jaar immers boekten wü een uitvoerwaarde van rond 44 millioen, waartegenover toen de in voer uit Ned.-Indië 79 millioen beliep, terwUl die totalen over het nü verstreken jaar respectievelijk 94 en 126 millioen aijn; welk resultaat weliswaar nog een de ceit op onze bandelsbalans laat van rond f 32 millioen, doen tevens beteekent, dat nü Mlthans bijna 75 pCt. van den Invoer uit die koloniën door onzen uitvoer wordt gedekt (in 1936 ca. 55 pCt.). De Nederlandsche textiel-export naar )ied.-Indië beteekent alléén al bijna één derde der waarde van onzen totalen export daarheen. Ofschoon het wel aannemelijk is dat onze textieluitvoer naar die gewestep nog niet een uiterste grens heeft bereikt mag men te dien aanzien ook alweer niet optimistisch zijn, omdat de Indische tex tielfabricage voortdurend in capaciteit'en verscheidenlieid toeneemt. Bovendien moet er niettegenstaande het hangende „conflict” met China hier en ginds nog Immer terdege rekening wor den gehouden met den steeds onverminder- den aanvoer van Japansche katoentjes. Voor vrijwel alle soorten van textieiwaren is Japan thans nog verreweg de grootste leve rancier en voorloopig zal Japan ongetwij feld de eerste plaats wel blijven bezetten, niettegenstaande nu en dan loopende ge ruchten over „boycot” vanwege den Chl- neeschen tusschenhandel jn ons Indië. Alles te zaam genomen mogen wij op dit oogenbllk toch niet ontevreden zijn betreft ons aandeel in den Indlschen tex- tiellmport. Als oekend mag worden verondersteld vende Instelling hebben harte achten op uw milddadigheid hiervoor aan te dringen. Gods vijanden beschikken voor hun verwoestend werk over mlllioenen; laat onze werkers dan niet met leege han den machteloos staan. Bestaat voor u dan niet de christenplicht, uw broeders en zus.- ters, die om het geloof vervolgd worden, die dikwijls opgejaagd, van huis en hof verdreven en van alles beroofd rond moe ten zwerven, -tenminste in hun uiterste nooddruft bij te staan?” Met de verzorging der opgejaagden zijn zware financieele offers gemoeid. Vooral sedert gelijk de H. Vader in zijn Kerst rede verklaarde in Duitschland een ver volging heerscht zóó vreeselUk en ontzet tend in haar gevolgen. De fondsen van het Vluchtelingen-coml- té zijn uitgeput. Indien de Nederlandsche Katholieken 'niet snel en krachtig te hulp komen, zou het zoo noodzakelijke werk moeten worden stopgezet. Wie helpen krin. hjj zende een gift «oor de vogelvrij-ver klaarden om de belijdenis van Hem, die zei de, dat de zijnen vervolgd zouden worden om Zijnen Naam, maar ook hun weldoeners de honderdvoudige belooning toezegde. Het postgironummer van het Comité te 320372, Utrecht en het adres van den penningmeester: Drift 8, aldaar. Gelijk ook uit een advertentie in dit nummer blijkt, heeft het Comité een groote actie ingezet om hulp, hulp, hulp! U de herdenking van den tlertflen i Dies Natalis der Katholieke Econo mische Hoogeschool heeft dé^ Reetor- magnificus, na zijn feestrede, mededeellng gedaan van de volgende prijsvraag, die door den rector en senaat der Hoogeschool is uitgeschreven: De Senaat verlangt een studie over de verhouding tusschen den Staat en het eco nomisch leven, zooals deze verhouding ge groeid te onder den invloed van sociologi sche opvattingen en de Structuur van^de economische j werkelijkheid. De deelname aan deze prijsvraag is qpen- gesteld voor alle studenten van Instellingen van Hooger Onderwijs in Nederland! Ant woorder) moeten vóór 1 Maart 1939 worden Ingezonden. Op den derden Maandag van de maand September 1939 zal het oordeel van den Senaat over de ingek&men publiek worden meegedeeld schrijver van het antwoord dat een bekro ning is waardig gekeurd, de gouden eere- penning worden uitgereikt. heden dalwaarts. Oorzaak hiervan is: de be schermende humuslaag is verwoest, waardoor het bindende clement in den bodem ont breekt en het water niet meer vastgehouden wordt. Wind en watererosies veroorzaken een meedoogenlooe vernielingswerk. De heer Pfeiffer zeide, dat hü reeds in 1933 voor het gevaar van hét verloren gaan van de humuslaag heeft gewaarschuwd. Men ant woordde hem toen, dat de Amerikaansche boer, omdat het hem slecht ging, groote oogsten moest hebben, het kostte wat bet «rilde. Heden trekken dezelfde boeren meer Oostwaarts, daar groote gebieden van de Middle West onvrucht baar zün geworden. De „dustbowl” (het stof- gcbled) breidt zich naar het Oosten uit met een snelheid van 60 KM. per Jaar. Wat spr. in. 1933 voorzag is heden treurige werkelükheld geworden. Thans zün het toe nemende verlies van humus en de toenemende zuurgraad van den bebouwden bodem een we- reldziekte. In Sertao (Noord-Brazillë) telde men in 1937 meer dan honderdduizend menscHen, die voor den honger vluchtten. Oeneraal Smuts zegt, dat in Zuld-Afrika de brandende problemen van de bodemverwoestlng alle andere politieke pro blemen in de schaduw stellen. Australië wed- Uvert met deze rampen. De waterspiegel van de Kaspische Zee (büna zoo groot als Duitschland) is ten gevolge van de ontbossching van Rusland 1,16 meter ge daald. Zelfs in Mldden-Europa zien wü een steeds sterker binnendringen van steppenplan ten en nemen wü een toeneming van erosie waar. Men zou kunnen meenen dat Holland met zün waterruiten bodem hiervoor beveiligd zou zijn, ware het niet dat ook hier de toeneming van den zuurgraad en vele andere degeneratle- verschünselen te denken geven. De ontbossching In de wereld neemt hand over hand toe. Volgens de onderzoekingen van het OostenrUksche boschwezen zullen de voor de industrie beschikbare houtvoorraden binnen 40 Jaar uitgeput zün. X r ft schade en schande wordt de mensch- I y I held wüs. En wel nooit zal zü heele- A maal wüs worden. Maar één ding leeren we al weer uit de landbouwgeschledenls der laatste Jaren, nJ. dat het verkeerd is de na tuur geweld aan te doen en de aarde te veel te berooven van hetgeen de natuur zelf wasdom liet komen. Daarvan heeft ook de heer E. Pfeiffer verteld, die voor de Nederlandsche Vereenlging tot Bevordering der bi^logjsch-dynamlache Land- bouwmethode te 1 ’s-Gravenhage heeft gespro ken over ,.De vruchtbaarheid der aarde”. De spreker vertelde van de verontrustende „black blizzards” (stofstormen) in Noord- Amerika, welke tot voor een tiental jaren büna onbekend waren, doch welke de laatste jaren tot een groot gevaar zün geworden. De oppervlakte van het bebouwde land is tot zulk een losse en beweeglüke massa geworden, dat In perioden van droogten de humuslaag dooy de winden vele honderden mülen ver worjt weggevoerd. Dan wordt de dag duister, de zon vertoont zich als een groote roode bal aan den hemel en de bevolking vlucht in de huizen. Op deze wüze zün belangrijke stukken bouwgrond In woestenijen herschapen. Tot nu toe is reeds een derde gedeelte van de geheele bebouwbare oppervlakte door dit verschünsel aangetast. Meer dan 44 millioen hectaren zün geheel verwoest. Het doet denken aan de ram pen, welke In den BUbel vermeld worden. Nog merkwaardiger zün de overstroomlngen van de rivieren de Ohio en de Mississippi. Haar hoogste peil stügt nog elk voorjaar aan- merkelük. In Louisville mat men drie jaar ge leden 8 meter als hoogste peil, twee jaar ge leden 12 meter en het laatste Jaar 20 meter. De spreker gaf een beeld, van de door deze natuur rampen aangerichte vezweestingenz-Heb< raadw De drang naar steeds grootere oogsten ber selachtlge daarbü te, dat de meteorologen ia die drie jaar geen toenemen van den regenval rapporteerden. Het water stroomt snel en in groote hoeveel- eenlglngen zal, na de geruchtmaker.- de vergadering in November te Sneek, thans weer bijeenkomen in de Har monie te Leeuwarden en wel op Zondag 20 Februari a.s. Er zal dan een kaderdag worden gehou den, waarbU het lid van de Tweede Ka mer Mr. Dr. L. J. C. Beaufort OF.M. een rede zal houden over de politiek van dag. -Uit het feit dat de vergadering vroeg be gint en er dus een ruime mogelijkheid is tot debat, meenen wij te mogen coneludee- ren dat het bestuur er op uit is door een openhartige uiting den politieken hemel te doen opklaren. Het vertrouwen is niet ongegrond,* dat na 20 Februari weer mpt frisschen moed en met een schoone lei kan worden begon- nen. vorderde e e i U di g landbouwmethoden, waardoor de structuur van de humuslaag ach teruit gtng. Het eenlge wat kan helpen is een bodem- 1. Een strofisch lied van coupletten. 3. Eenvoudig rhythme. 3. De Inhoud bü voorkeur verhalend, zoo mogelük geïnspireerd op Brabants grootsch verleden. landen worden voortgeholpen. Naarmate de geloofsvervolging scherper vormen aan neemt, groeit hun aantal. „Het door eenigen genomen initiatief schrijven H.H.H.H.E.E. de Bisschoppen van Nederland om hulp te brengen aan de slachtoffers van de geloofsvervolging in de verschillende landen en daarvoor een blij- j in het leven te roepen, wij dankbaar aanvaard en van gezegend. WU mogen het overbodig ■■•■O'*1 t

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1938 | | pagina 11