Een boek
voor
WUl
p
De avonturen van een verkeersagentje
H
D
I
moedeps
L.
den da^
F 250.
F 750.-
SHEA
„Jong naar Jezus"
ALLE ABONNÉ’S mgevallen verzekerd toot een
7
VRIJDAG 18 FEBRUARI 1938
Groeps-egoisme
pan de lersche Brigade
z-
W
aangifte moet, op straffe van verlies van alle rechten, geschieden uit er luk drie maal vier en twintig uur na het qngeval
Uw kind zal morgen
niet meer hoesten
sa
DOOR RANDALL PARRISH
OVERVETTE
Had ddt nu
direct gezegd!
4
z _t.cz: t; z_n\
-- - -
V
de
als bet langs me
BontUtrecht, Uitgeverij Het
r J-
Prof. Jonephue Jitta moraliseert
■el Je?
o
A
succes in de wasmachine.
het grote succes in de wasmachine, -
toverslag. Rinso maakt het goed helder
«M-ow*
1
Cl
XTTT
Woedt vermiert
:ad
tegen
ihlktheid tot «erken door
J boenen of beide oogen
21*
11*
10%
de treden van deze estrade was hun aan-
r gevallen, en zijn bloed had de treden
Het is
Jitta
gen i
lessen
ware
83
107
124*
114
104
108*
e meest geraffineerde vorm van
ijdelheid Is prat gaan op xijn
bescheidenheid.
strooien. En wanneer men
iets laat gelegen lig-
lomisch-moralisee rende
hoogleeraar, sal dat een
geen facade vóór
<29
f54
129
69*
tar toch In haar volle lengte
daar sells niets dat eenlge
rpen, en er heerschte sulk
kt wil selfs de echo van onse
n konden hoeren. En toch, al
1A wij alleen waren, dat hy.
i bin-
bljna
had-
veel
H. Kuitenbrouwer: Jong naar Jesus. Ingeleid
door Prof, t Tl;
Spectrum.
n BRUIKEN. ZOALS/
A DE FABRIKANT
/AANBEVEELT JE
V ZULT BESLIST VER J
BAASD 5TAAN.J
246*
K»%
138 s
Opnieuw in een stemming van bovenmatigen
angst door de levendige voorstelling van al deze
tooneelen van verschrikking, half in den waan,
dat de geesten van die oude tijden noodwendig
nog in deze sombere ruimten moesten rondwa
ren, liep ik om de treden van de estrade heen.
Toen bleef ik eensklaps staan en greep Cassler
bif'den arm; Ik sag neer op een lyk.
der volgende
en het grove hoofdhaar zag er 'heel verward
uit. HU was Inderdaad gekleed In de uniform
van het Regiment des Konlngs de uniform
van een officier maar de drager was nooit
officier geweest, zelfs niet eens gewoon soldaat
Men had maar naar zfjn gezicht te kijken, naar
zijn onverzorgd uiterljjk, om daarvan onmlddel-
Ijjk overtuigd te wezen. Maar wat pas hij
dan hier komen doen en hoe kwam het, dat hij
daar nu dood neerlag in zulk een uniform?
Welk ongelukkig slachtoffer had hij van deze
kleeren beroofd? En op welke manier had het
lot hem eindelijk zijn misdaden betaald geset?
Mijn oogen ontmoetten ten slotte de oogen van
Cassier.
„Deae man was geen soldaat,” merkte hij op.
„Neen,” gaf ik toe.
..Het is een echt schurkengezlcht. Monsieur.
Maar hoe kwam de man hier? In de uniform
van een officier? En wie gaf hem den doodeiy-
ken slag? Saint Denis! Er moeten hier buiten
ons nog anderen tusschen deze ruinen rondslui
pen. Het kan ook nog niet lang geleden zijn
gebeurd,” en hij knielde neer en raakte den man
voorzichtig aan, „het bloed hq£ft nog niet eens
den tijd .gehad om te stollen.”
Wat hij selde was waar, maar er was cm ons
heen geen spoor van een menscheljjk wezen
te bekennen. Want al was de groote zaal slecht
verlicht, ik kon 1
oversten; er wal
schaduw kon afw
een diepe stilte,
gefluisterde woon
was ik overtuigd
by levenslange geheels ongeach
verlies van belde armen, beide
(DIT 15 HET MERK WASMACHINE
DAT IK GEKOCHT
HEB. HAAR IK
KRIJG ER HAAST) Tg, - „jfl
X.GEEN SOP MEE. IgT" ^1—.1
ken.
„Moeder is altijd thuis,” schrijft hij,
„thuis zijn haar zorgen en haar vreugden,
thuis is haar arbeid en haar ontspanning,
thuis ligt haar roeping."
Wij meenen, en de schrijver is het waar
schijnlijk geheel met ons eens, dat ook de
goede katholieke moeder een rechtmatige
behoefte kan hebben om zich af en toe ge
heel buiten haar kinderen te ontspannen.
Ook dat eest moeder het recht blijft behou
den zich door lectuur en studie in een we
reld te verplaatsen, waar haar kinderen
(DAN MOET JE TOCH DE VOLGENDE KEER*
<EEN5 DE NIEUWE RINSO ERIN GE-
13%
178*
136
99
82
148
56
3
als U bat vandaag nog de nieuwe verstèrkt»
Akker’» Abdijsiroop geeft, want daardoor
sullen de afmattende hoestbuien tot staan
komen en de benauwende slfjm loakoman.
Akker’Abdijsiroop. th»n« nog veraterkt en nog
■eneeekrachtlger gemaakt, door toevoeging van
3e hoeat-bedwingende «ttj eodelne. werkt als
een balsem op de borst, keel en longen. Ze bevat
een W-tal krulden, eooals de Aconlet en de Dro
sera. die ook door de geneeskundigen thans
worden beschouwd als de heilzaamste stoften
ter bestrijding van de ademhalinga-etoorniasen.
■Ike lepel Abdijsiroop werkt verrassend snel op
de sdemhallngs-organen. loet de elUm op. stopt
don hoeot. neemt de benauwdheid weg en ge
neest do rauwe ontstoken plekken der altjmvllesen.
Werelds Mste Hoest-slroop”. soo noemt men:
AKKER's versièrkte
ABDIJSIROOP
Flacon ZO et.. tl 30, tlV. f 430. Overal verkrijgbaar.
Hoe grooter flacon, hoe voordeellgor hot gebruik.
®Un eigen ontsnapping kunnen werken zonder
•e** te weten, wat er van haar was geworden
en of ik haar misschien ook nog van dienst
*°u kunnen zyn. Als ik daartoe niet eerst alle
Pogingen in het werk stelde, zou ik het mijzelf
eeuwig verwijten, zelfs al had ik persoonlijk
Oiet zooveel belang in haar gesteld.
Tk deed op dat oogenblik geen moeite mijn
levoelens te ontleden, maar ik was mij toen
toch al ten volle bewust, dat zij meer voor my
dan ooit een andere vrouw voor my ge-
was. Haar gelaat stond mij steeds voor
•ogen en Ik, behoefde alleen maar aan haar te
•enken, of Ik voelde my tot nieuwe energie op
gewekt.
■en enkel woordje van dank van haar llp-
•en. een blik van tevredenheid In haar oogen.
ven. Bedoel je de beroemde Jeanette, de
filmster? Ik wist niet dat die wel eens gemo
gen had....
Er was thans eensklaps een eerbiedige klank
In haar stem.
O, George, sel ze klagend waarom heb
Je me nooit gezegd dat je die kende? Toen se
laatst in San Francisco was, hadden wü haar
thuis op de thee kunnen vragen. Wat sou dat
chic gestaan hebbent (Nadruk verboden)
eerder dan tot degenen, die een binding
van deze egoïsmen voorstaan op de
59*
1%
2%
■5
Myn hoop, dat Mademoiselle hier e
ben deze muren was opgesloten, wti
geheel verdwenen. Als deze schurkend
<ton gevangen genomen, dan bestor
meer kans, dat zy haar ginds onder
hadden. Maar Ik moest zekerheid hebben, volr
komen zekerheid. Ik zou geen oogenblik aan
voorloopig buiten staan, maar waarin ze
later ook door h&Ar kunnen binnengeleid
worden. Op gegaar af van verkeerd ver
staan te worden; de voorgestelde moeder
ia te veel moeder. We hadden even willen
voelen, dat zij ook vrouw is, meelevend met
haar man, óók zelfstandig denkend
tnensch, die haar wydere belangstellingen
niet wil laten dooden door een exclusieve
overgave aan het gezin. Henk Kuitenbrou
wer voor-onderstelt dit wellicht, maar voor
ons gevoel was zijn boekje nog rijker ge
worden, Indien de speciale behandeling van
de moeder wat minder eenzijdig was ge
weest. Dan zou ook het beeld van den va
der schérper omlijnd zijn, terwyi die nu
als voedstervader en «enigszins eerbiedige
toeschouwer op den achtergrond blijft toe
zien.
Voor de uitgave niets dan lof. Zelden za
gen wy een boek over deze onderwerpen,
dat zoo smaakvol en kunstzinnig is uitge
geven. Band en verluchting van Otto van
Rees zyn uitmuntend. De jonge uitgêverjj
„Het Spectrum” moge plezier aan dit
werkje beleven, dat een groot debiet zekei
verdient,. Voor jonge gezinnen een waarde
vol bezit, voor jonge moeders een fijnzin
nige attentie en een sterke bemoediging.
PIET OOMES
zou my al voldoende beloonlng zyn geweest voor
de opofferingen, die ik my voor haar* moest
getroosten, en voor niets ter wereld zou ik haar
In handen van dergeiyke duivels willen achter
laten. Cassler kon doen wat hy verkoos, maar
fk was vast van plan eiken duim van deze
ruïnes aan een grondig onderzoek te onder
werpen en hier te blyven tot ik de waarheid
leende.
De trap bestond uit breede tegels, die door
het vele gebruik van gespoorde laarzen waren
uitgehold, maar toch nog sterk genoeg waren
om desnoods een.heel leger te dragen. Ik ging
voorop en steunde met mUn rechterhand de
scheede vkn mijn zwaard om alle gedruisch te
voorkomen. Boven was het nog donkerder en
konden dan ook slechts met moeite pe om
geving opnemen. De eikenhouten vloer was
zwart van ouderdom, maar overigens nog in
tameiyk goede conditie. HU had zelfs de kracht
van het vuur weerstaan, al waren er ook plaat
sen, waar de vlammen heele gaten hadden in
gebrand alvorens weg te sterven; en groote
hoopen asch getuigden van de volkomen vernie
tiging der meubels. Het beetje licht, dat er was,
kwam van boven, maar de vensteropeningen,
waardoor eertijds het zonlicht overvloedig naar
binnen scheen, gingen nu bijna geheel onder
wynranken schuil, zoodat er slechts een enkel
straaltje kon doordringen.
Op den tast zocht ik myn weg, vaak belem
merd dooc de groote hoopen afval en voorzichtig
de verbrande plekken vermijdend. Eerst was ik
bepaald verplicht de voorwerpen met de hand
aan te raken voor ik kon aeggen, waarmee ik te
DC GEHEIME TBAP
De man lag op zyn gezicht met zyn eenen
arm op de eerste trede en den anderen onder
zyn lichaam. Naast hem lag het gebroken lem
met van een zwaard en het had den schijn,
alsof zyn hoofd met een yzeren staaf was be
werkt. Het eerste oogenblik was ik niet in
staat een enkel woord uit te brengen; deze
ontdekking scheen zoo geheel te passen bij de
wilde tooneelen, die myn verbeelding my aoo-
even had voortgetooverd. Tot Cassler eensklaps
uitriep:
„Saint Hélène! t Is de uniform van het
Regiment des Roulngal Mon Dieu! hoe kwam
die man hier?”
Deae woorden riepen mij weer tot de werke-
lykhald en ik drong met geweld alle aanstor
mende gedachten terug en keerde het gezicht
van den man naar het schrale licht Het was
iemand van middelbaren leeftijd met een don
ker. vuil gezicht, een aeer grooten neus, die
gebroken was, en diep liggende oogen. Zijn
wangen waren bedekt mat een ruigen baard
I r wordt een kind gedoopt. In een
H blijde, voldane rust wacht moeder den
terugkeer van den pas-geborene, naar
wien al haar liefde, al haar moederiyke zorg
uitgaat. Neen, zij zal- zoo straks in geen en
kel opzicht een ander kind zien, dan wat,
I eenlge ©ogenblikken geleden, teeder gewik-
I keld en voorzichtig gedragen, de stille ka-
I mer verliet, nagestaard door moederoogen.
vochtig van tranen om dit overweldigend
geluk. Het zal hetzelfde, afhankelyke, hul-
pelooze wezentje zijn, dat klaagUJk schreit
om deze onbekende wereld van licht en ge-,
luid en koude, waarin het kwam uit de vei
lige beslotenheid van moeders schoot. En
toch, al zullen dan moeders liefkoozende
oogen geen enkel verschil zien tusschen het
kind dat ging'en het kind dat keerde, zij
weet', dat in dit uur een gebeurtenis van
ontzaglijke beteekenis en van onschatbare
waarde heeft plaats gehad.”
Dit is het voortreffelijke begin van een
boek, dat het godsdienstig leven behandelt
van de katholieke moeder en haar kinderen
in de eerste levensjaren. De schrijver, Henk
Kuitenbrouwer, schreef het vanuit een
groote vereering voor de moeder en uit een
doorleefd katholicisme. Vah-het H. Doopsel
af tot de eerste H. Communie volgt hy als
eerbiedig toeschouwer den geesteiyken
groei van het kind oqder de koesterende
sorg van moeder. Oeen vraagstukken van
kinderpsychologie nóch paedagogische pro
blemen worden als zoodanig besproken. Wij
mogen daar blij om zyn. Boeken, die de
zielkundige ontwikkeling van het Jonge
kind beschrijven en uitrafelen, hebben we
langzamerhand voldoende. Ouders hebben
zeker méér behoefte aan een met ervaring
en gemoedswarmte geschreven boek, dal
een beeld ontwerpt van het ideaje katho
lieke gezinsleven, waarnaar in onze jonge
gezinnen moet worden gestreefd.
Henk Kuitenbrouwer schreef zoo’n boek,
dat zich geheel en al richt op het vefrtrou-
weiyk samenzijn, dag aan dag, van de moe
der en haar jonge kinderen. Hy schetst
geen methode van opvoeding, nog njinder
wil zijn werkje een vademecum zijn, dat de
lastige gevallen en moeiiyke momenten in
de opvoeding leert behandelen. Daarom is
de mededeeling van den uitgever, dat de
nlschen vooruitgang, waar men den egoist
als den besten economist beschouwde.
Toegegeven, dat ook diAr het egoïsme
niet altijd „rauw” was, bieden die krin
gen toch wel het meest behoeftige terrein
voor het saad, dat prof. Josephus Jitta
blijkbaar wil
zich in die kringe»
aan de econ<
van den
ordening, die
„rauw groeps-egoisme” is, niet weinig tén
goede kunnen komen. Want indien er een
gevaar bestaat, dat ordeningsmaatregelen
een camouflage van groeps-egoisme vor
men, vloeit dat gevaar niet voort uit de
ordeningsgedachte, dje solidaristisch is,
maar uit de ingeroeste mentaliteit van den
„homo economlcus”.
e trein van Sacramento was overvol. Han-
1 delsrelzigers. typistes, sportbeoefenaars en
tallooze gelukkige paartjes. Gelukkige?
George vroeg zich af of se allemaal zoo geluk
kig waren als hy en Vera met hun eeuwige
kibbelpartyen. zy prikkelde hem onophoudeiyk
met haar ongemotiveerde jaloezie. Thans zat
ze aan het raampje te lezen, en hij verdiepte
zich in zyn minder aangename gedachten. Eens
klaps Jtwam hy tot een besluit.
Vers! sel hy zachtjes.
Het meisje keek op.
Ja?
^y Verzamelde al zyn moed.
Je hebt wel eens aan me getwyfeld, sel hfj
voorzichtig en daar heb je verkeerd aan ge
daan. Maar er is iets, wat ik Je bekennen moet
waar ik je nooit over heb gesproken....
Dus tóch! riep zyn jaloersch meisje uit
Luister, zei hij snel. Het is al betrekke-
lyk lang geleden, en JU valt er eigeniyk bulten,
omdat ik je toen nog zo<V goed als plet kende,
maar je hoort het toch te weten.
Aan een paar tusschenstations waren ver
schillende reizigers uitgestapt en se hadden hun
compartiment zoo goed als voor zich alleen.
George ging voort met zyn bekentenis. Dat
was nu de reactie op al haar gekanker, en hy
voelde het helmeiyk als een soort revanche.
Het is nu soowat anderhalf jaar geleden.
Het was zomer. Op een avond ging ik naar een
operette. Er was eigeniyk niet veel aan, aan
dat stuk, behalve dan de dame in de hoofdrol.
Ze zong met buitengewone stem. Ik kwam
heelemaal onder de betoovering en na afloop
maakte ik haar myn opwachting
George sprak bijna werktuiglijk, biykboar
geheel onder den indruk van die herinnering,
zonder ook maar een enkele maal zyn meisje
aan te zien.
Wat was se mooi, met haar goudblonde
haar en haar zachte blauwe oogen en baar
teere tint! Een visioen, om nooit meer te ver
geten.... Ik geloof, dat ik met haar nog dien
zelfden avond zou getrouwd zyn, als dat gekund
had. Ik kan je myn gevoelens ónmogelijk be-
schryven. Je zou me ook niet kunnen begry-
pen. jy houdt me voor een heel gewoon iemand, Vera thans, terwyi ze t haast niet tam geloo-
maar zy dacht daar anders over! Het was van - - *- h-
het begin af een echte en wederkeerlge liefde.
Vera staarde met 'strekken blik uit het ven-
e
doen had, maar langzamerhand begon ik aan de
duisternis te wennen en kon dus beter de om
geving opnemen. Wy stonden In een uitge
strekte zaal, grooter zelfs dan de zaal bene
den, maar lager. Door de hopeloose leegheid en
naaktheid leek zy byna monsterachtig groot
en de onverwoestbaresteenen banken langs de
zywaïtden en de reusachtige stookplaats in den
versten hoek was het eenlge. dat de kilte brak.
Tegenover deze en vlak by de trap was een
steenen estrade van drie treden. Links en rechts
gaapten verschillende doorgangen, door zware
eikenhouten bogen overwelfd; zy leidden naar
aangrenzende kleine kamers.
Deze zaal had natuuriyk voor groote ont
vangstzaal dienst gedaan. Hier hadden allen,
dte van de oude bezetting waren overgebleven,
zich om hun vorst geschaard te zyner verdedi
ging. Hier hadden zy den dood gevonden, nadat
zy tot het laatst toe dapper hadden gestreden,
en
vo«
bevlekt Het was my als hoorde ik nog het ge
kletter van het staal, de kreten van haat en
van wantrouwen, het geschrei van de vluch
tende vrouwen, het smeeken om genade. Ik
meende duldeiyk de gezichten voor my te zien,
verwrongen door doodsangst geteekend door
een heel bijzondere vastberadenheid, geteekend
ook door een afschuweiyke wreedheid. Ik sag
de naar bloed snakkende aanvallers de groote
ruimte -blnnenstroomen, op zoek naar nog meer
slachtoffers, de tapijten van de muren scheu
rend en trachtend door vuur te vemiétigen. wat
aan de kracht hunner bijlen weerstand bood.
rof. Josephus Jitta moraliseert graa<{
op het gebied van de economische
politiek. En hij doet het meestal op
heel onderhoudende en Interessante
een
wijze. Thans v -** ----- -
dat hij kennis heeft gemaakt met een
nieuw Engelsch gezelschaps-spel, „mono
poly" geheeten en overpeinst naar aanlei
ding van die kennismaking de zondige be
geerte van den mensch om zich van mo
nopolies meester te maken.
et is met de antinomie van ordening
en egoïsme soms zonderling gesteld
in het is inderdaad moeilijk, zooals
prof. Josephus Jitta zegt, het kaf van het
koren te scheiden.
De heer Fentener van Vlissingen heeft
bijv, verleden week nog af gegeven op de
ordenaars als kwakzalvers met „Tllburger
olie”, terwijl juist de heer Fentener van
Vlissingen de man is van de strafste ordé-
van
van
der
voortreffelijk werkt, vooral voor de belan
gen, die de heer Fentener van Vlissingen
vertegenwoordigt. En het waren de heereu
van de kolenconventie die. toen de concur
rentie der Poolsche mijnen hun zoo goed
geordende” regime dreigde te verstoren, al
les in het werk stelden om Tllburger olie
in den vorm van een contingenteering te
krijgen.
Indien prof. Josephus Jitta zich wil kee-
ren tegen rauw groeps-egoisme en onge
twijfeld niet minder rauw individueel
waar men altijd uitging van den „homo
economtcïMV waar men dén mensch, die
zijn eigen belang zocht, verheerlijkte als
„Urheber" van den economischen en tech-
vertelt hij in de^N. R Crt. ’^^Tprtac werktuigiyk door, alsof
hy bezig was zyn geschiedenis aan zichzelf te
vertellen.
We waren zoo gelukkig! Ze was eigeniyk
nog maar een kind. En se was zoo gewillig, als
ter op aan kwam een of andere malle ge
woonte af te leeren om bang te zyn voor een
de vele vragen, die de geestelijke opvoeding'
van het kleine kind met zich brengt, niet
juist. De geheel eigen opzet van het boek
is veeleer, dat het, door een algemeen beeld
te geven van een zuiver katholieke sfeer in
het gezin, stimuleeren wil tot den katholie
ken geest in de opvoeding. Slechts énkele
groote gedachten worden door de tien
hoofdstukjes heen ontwikkeld. Het zyn
geen nieuwe ideeen, ze zijn zoo oud als het
katholicisme zelf. Alleen worden ze met
nieuw leven bezield. Vóór alles maakt de
schrijver voelbaar, dat het voorbeeld van
Vrijdag b.v., of voor bet getal dertien, of om
onder een ladder door te loepen....
Hy hield even op en wilde een sigaret opsto
ken, maar Vera belette het bruusk.
Haal geen gekheid uit, George! Je weet
heel goed, dat je hier niet rocken mag.
zyn gezicht vertrok, aooals alttyd als sfjn
meisje wat had aan te merken. Dan ging hy
voort op somberen toon:
Helaas, ons geluk duurde niet lang. Myn
oom, van wien ik heelemaal afhankeiyk was,
in die dagen, was ^r achter" gekomen en hij
stelde my voor de keus: mijn betrekkingen met
Jeanette te verbreken of alleen rond te komen
met het salarisje, dat ik toen by hem verdien
de. Met die boodschap kwam ik by haar. Wat
kon Ik haar zeggen? zy raadde het, nog voor
ik wat gezegd had, en barstte in tranen uit. Zy
was wanhopig om
aan te zien en
het duurde lan
gen tyd voor ik
haar tot bedaren
con brengen
Dat was alles.
Vera, ik heb haar
nooit meer teruggezien ik ben nu eenmaal
een zwakkeling en ik heb niet de kracht om
het geluk vast te grypen,
komt
Nu sprak Vers op haar beurt en baar stem
klonk hard.
Wie was dat meisje? Ik wü het weten, boor
je’me?
George antwoordde niet en dacht na. Hy was
nu eenmaal zoover gegaan, en nu aou ze hem
overladen met beschuldigingen en verwyten.
Wie was dat meisje? aeg opl hield Vera
verbitterd aan.
Jeanette Macdonald, sei George ten laat
ste. byna fluisterend.
Vera zou al haar speurtalenten aan het werk
gezet hebben en niet gerust hebben voor ze het
wist. Het was dus wel soo goed haar aanstonds
alles te zeggen. Zwygen sou de zaken nog maar
erger hebben gemaakt.
Jeanette MacDonald, eel je? etamelde
het nadeel, dat zy bij vele lezers het zeker
niet gewilde beeld wekken van een huisge
zin, dat op alle uren van den dag God lof-
zlngt, in gebed is neergezeten en over gods
dienstige zaken spreekt. De schrijver geeft
echter te veel blijk van een gezonden
levenszin, dan dat hy de^iatuuriyke vreug
den en ontspanningen zou geringschatten.
Maar door zijn voortdurend abstraheeren
van bijna al dit andere in zijn boek, dooi
zyn te afzonderlijke •belichting van de reli
gieuze sfeer ontkomt hl] niet aan het ge
vaar juist ook doordat hy veelal beel
dend en fijn atmosferisch weet te schrij
ven den Indruk te wekken van een reli
gieus oververzadigd gezinsleven.
Ditzelfde geldt ook de figuratie van de
moeder. Wij prezen de waarde van het boek
voor het katholieke leven, omdat het de be
teekenis van het goede gezin naast al het
andere overwegend acht. De schrijver durft
zonder vrees om als’ bekrompen te worden
aangezien de oude gezinstradities eeren en
den lof zingen van het léven binnen de be
slotenheid van den familiekring. Jammer
daarom, dat sommige- uitlatingen den in
die den fatalen slag had toegebracht, gevlucht
was. Ik kon toch niet het gevoel van my af-
zeteen dat iemand ons beloerde dat ergens
langs deae naakte, kille muren iemand al onse
bewegingen volgde. Het was een onheilspellend
gevoel, waartegen Ik my tevergeefs te weer stelde,
boos over myn eigen zwakheid en waakzaam
als een lynx. Ook Cassier stond om zich heen
te staren jpn aocht heel in het bjjaonder da
Uiterste hoeken af, als had ook hem dezelfde
vrees bevangen; in zyn eeneSumd hield hy het
mes gereed.
Vertrouwend, -dat zyn waakzaamheid niet,
verslapte, bukte jk my. maakte het jacket van
de uniform los en stak een hand in den bin
nenzak met als resultaat een paar brokjes
papier en een brief. Dezg was verzegeld en ge
adresseerd aan „den Hertog de Saule. Rue de
Vie, Paris.” Verbaasd draaide ik de enveloppe
in myn hand heen en weer maar het was en
bleef my duister. Da Saulel Geen enkel ander
man aan het hof had zooveel invloed op det|
koning en ook geen enkel ander man .was
grooter'schurk, dat wist ik maar al te goed.
Hy was deselfde manrtaan wien zyne Majesteit
eens Mademoiselle VEnvllle had willen uit-
huweiyken. Ik herinnerde my nog heel goed
haar woorden van onverholen minachting, het
gebaar, waarmee zy hem de deur had gMreaen.
Hos kwam de brief ongeopend in daaan aak?
Da nlauwa, ovarvatta Rinso, het
reinigt het vuilste goed als bii I
wit en werkt bovendien veel vlugger en zuiniger dan gewone zeep
poeders. Ook voor het wassen in de tobbe is Rinso het aange
wezen wasmiddel. Rinso behoeft niet te worden aangemaakt en
heeft een ongewoon hoog vetgehalte, waardoor het zo volmaakt
reinigende Rinso sop meerdere malen achtereen kan worden 1
gebnBikt. Zodoende wast U mot één pakje voor slechts 12'/i ct. N
in anderhaH uur oen volledige gezinswas voor 5 personen
prachtig helder wH. Rinso wasdag is de ideale wasdag.
de moeder meer doet daa alle goed bedoel
de woorden en Vermaningen by elkaar.
Maar dan het voorbeeld, dat van binnen
uit komt. Ook het kind ziet, meer dan men
denkt, het onderscheid tusschen „net doen
alsof” en een werkelijk overtuigd voorgaan
in godsdienstig leven. Woorden zijn zeker
niet onnut; in de eenvoudige vertellingen
van moeder hebben ze echter meer uitwer
king dan in de voortdurende vermaningen
en preekjes, die de verbeelding en het hart
van het kind niet raken.
Het is byna een gemeenplaats te zeggen,
dat met de toenemende verwording van het
gezin de waarde van het goede familieleven
niet krachtig genoeg gepropageerd kan
worden. Ook in de velerlei takken der mo
derne jeugdbeweging gaat men pijnlijk be
seffen, dat de beste leiding en de aantrek
kelijkste methodes weinig uithalen, als de
gezinnen, waaruit de jeugd gerecruteerd
wordt, oppervlakkig zyn of niet deugen.
Daarom is het ook zoo goed, dat dit boek
door zijn helderen eenvoud en zyn recht-
streeksche taal aan een zeer grooten kring
van gezinnen iets te zeggen heeft.
Of het boekje volmaakt is? Natuurlijk
niet. Het toont zelfs een duidelijke inzin
king in de middelste hoofdstukken. Daar is
té veel aarzeling en vaagheid, biykend uit
den ook elders veelvuldig gebruikten vraag
vorm. De schrijver, wiens kracht juist ligt
in het stemmingsvol schilderen van het
gezinsleven, laat zich daar te veel gaan in
een praten over de godsdienstige feesten in
het jaar, over het bidden en zingen, over
een goede gewoontetprming, enz-. Zijn
werkje krijgt daar, en op enkele andere
plaatsen, Iets gewilds. Dp momenten in het
leven, waarop het godsdienstige beteekenis
kan krijgen, worden te vluchtig en te snel
naast elkaar gezet en in vraagvorm wordt
dan al te gemakkelijk de mogelijkheid wn
het kind religieus te beïnvloeden gesuggé-
reerd. Goedwillende ouders zullen graag
een nadere aanduiding zien van de wijze,
waarop de schrijver .zich sommige gebrui
ken en gew/xmten voorstelt. „UlterUjk moet
er iets gebeuren. In de Goede Week moet
het huis nu eenmaal Anders zijn-dan in de
Kerstweek. Het kind moet iets zien, het
moet iets meemaken.” Hoe dan? Een even
aangeduid bééld van het huis in de Goede
Week zou men hier graag gezien hebben.
De typische vraag, ot moeder namelijk op
verjaardagen eens niet kan praten over
oudere in dit boek een antwoord vinden op beteekenis van het H. Doopsel, is een vraag, druk van een zeker extremisme zullen wek-
die men eer geneigd is met neen dan ja te
beantwoorden. Er zijn andere aanleidingen,
die natüüriyker zijn. Trouwens bij ‘dit ge
deelte voelt men het duidelijkst, dat het
boek lijdt aan zijn eigen kwaliteiten. „Het
is heel aardig, dat klein broertje en klein
zusje een versje mogen opzeggen met ma
nieren van de bewaarschool, maar het is
nog heerlijker en waardevoller, als vader of
moeder, samen met de kinderen biddend,
God dankt voor zyn groote liefde, die 4ien
samen bracht en samen in den Hemel wil
leiden.” Deze en dergelijke passages hebben
M| wn ongeval BWt
doodeüjken sflnoft
„Achter allerlei fraaie benamingen, die den
indruk wekken van schoone, ethische en so
ciale idealen, verbergt men vaak ge.ukkit;
niet altyd rauw groepsegoïsme, schryft hy
Men spreekt van reserveering van de natlo
nale markt voor het nationale product, wan
neer men beoogt de groote massa der consu
menten cijnsbaar te maken aan een klein»
groep producenten. Men noemt het mst een
fraai woord pubUekrechteiyke bedrijfsorgani
satie of ordening, wanneer men een monopo
11e wil scheppen voor een bepaalde groep zon
der er zich rekenschap van te geven, dat in-
dien alle groepen er in zouden slagen elk voor
haar product de rest van de bevolking va:
zich afhankeiyk te maken bet doel en da
onvermijdeiyke consequentie van vele van
dergeiyke plannen er een stryd van allen
tégen allen zou ontstaan, een bellum omnium
contra omnes, die allerminst aan eenlg Ideaal
van sociale rechtvaardigheid soa beantwoor
den en die nog erger zou zyn dan de klassen- egoïsme, dient zijn vermaan zich chin niet
stryd. Niet iedere poging tot ordening is, wat
men spottend genoemd heeft „een orde
ning voor de vriendjes", maar het valt uiterst
moeiiyk, het koren van het kaf te scheiden.” eerste plaats te richten tot die kringen,
eigenaardig, dat prof. Josephus
zijn doordringenden blik alleen op
die harten en nieren van diegenen richt,
die In de economie eenlge regeling willen,
om achter hun fraaie leuzen het rauwe
groepsegoïsme te ontmaskeren.
Wat meent hij, dat in vele gevallen ach
ter de leuze van den vrijhandel staat? Of
achter die van de zgn. contractvrijheid
van den arbeider (d.wi. vrije keuze tus
schen laag loon of in t geheel geen loon)?
Of achter die van de verdediging van het
consumentenbelang en het behoud van *t
a one urrentlevermogen
Maar misschien meent prof. Josephus
Jitta, die als goed liberaal niet met afschuw
van rauw, doch met geestdrift van ge
zond egoïsme zou moeten spreken, dat *t
egoïsme zich achter deze leuzen niet
verschuilt, doch op loffelijke wijze erin
aan den dag treedt’
nlng, die wij in Nederland kennen, nJ.
de kolenconventie, die, zooals de heer
Spaendonck het op den socialen dag
katholieke werkgevers uitdrukte,
RINSO SPECIAAL VOOR DE WASMACHINE
En toen klommen Keesie en de kabouters in de'hut van de
heks, terwyi de uil een beetje achteruit ging op zijn bakje en
bet muisje net deed alsof ae wüde vluchten. Vooruit kameraad,
bad het verkeersagentje gezegd: „Wie niet waagt, wie niet