Een boek voor WUl p De avonturen van een verkeersagentje H D I moedeps L. den da^ F 250. F 750.- SHEA „Jong naar Jezus" ALLE ABONNÉ’S mgevallen verzekerd toot een 7 VRIJDAG 18 FEBRUARI 1938 Groeps-egoisme pan de lersche Brigade z- W aangifte moet, op straffe van verlies van alle rechten, geschieden uit er luk drie maal vier en twintig uur na het qngeval Uw kind zal morgen niet meer hoesten sa DOOR RANDALL PARRISH OVERVETTE Had ddt nu direct gezegd! 4 z _t.cz: t; z_n\ -- - - V de als bet langs me BontUtrecht, Uitgeverij Het r J- Prof. Jonephue Jitta moraliseert ■el Je? o A succes in de wasmachine. het grote succes in de wasmachine, - toverslag. Rinso maakt het goed helder «M-ow* 1 Cl XTTT Woedt vermiert :ad tegen ihlktheid tot «erken door J boenen of beide oogen 21* 11* 10% de treden van deze estrade was hun aan- r gevallen, en zijn bloed had de treden Het is Jitta gen i lessen ware 83 107 124* 114 104 108* e meest geraffineerde vorm van ijdelheid Is prat gaan op xijn bescheidenheid. strooien. En wanneer men iets laat gelegen lig- lomisch-moralisee rende hoogleeraar, sal dat een geen facade vóór <29 f54 129 69* tar toch In haar volle lengte daar sells niets dat eenlge rpen, en er heerschte sulk kt wil selfs de echo van onse n konden hoeren. En toch, al 1A wij alleen waren, dat hy. i bin- bljna had- veel H. Kuitenbrouwer: Jong naar Jesus. Ingeleid door Prof, t Tl; Spectrum. n BRUIKEN. ZOALS/ A DE FABRIKANT /AANBEVEELT JE V ZULT BESLIST VER J BAASD 5TAAN.J 246* K»% 138 s Opnieuw in een stemming van bovenmatigen angst door de levendige voorstelling van al deze tooneelen van verschrikking, half in den waan, dat de geesten van die oude tijden noodwendig nog in deze sombere ruimten moesten rondwa ren, liep ik om de treden van de estrade heen. Toen bleef ik eensklaps staan en greep Cassler bif'den arm; Ik sag neer op een lyk. der volgende en het grove hoofdhaar zag er 'heel verward uit. HU was Inderdaad gekleed In de uniform van het Regiment des Konlngs de uniform van een officier maar de drager was nooit officier geweest, zelfs niet eens gewoon soldaat Men had maar naar zfjn gezicht te kijken, naar zijn onverzorgd uiterljjk, om daarvan onmlddel- Ijjk overtuigd te wezen. Maar wat pas hij dan hier komen doen en hoe kwam het, dat hij daar nu dood neerlag in zulk een uniform? Welk ongelukkig slachtoffer had hij van deze kleeren beroofd? En op welke manier had het lot hem eindelijk zijn misdaden betaald geset? Mijn oogen ontmoetten ten slotte de oogen van Cassier. „Deae man was geen soldaat,” merkte hij op. „Neen,” gaf ik toe. ..Het is een echt schurkengezlcht. Monsieur. Maar hoe kwam de man hier? In de uniform van een officier? En wie gaf hem den doodeiy- ken slag? Saint Denis! Er moeten hier buiten ons nog anderen tusschen deze ruinen rondslui pen. Het kan ook nog niet lang geleden zijn gebeurd,” en hij knielde neer en raakte den man voorzichtig aan, „het bloed hq£ft nog niet eens den tijd .gehad om te stollen.” Wat hij selde was waar, maar er was cm ons heen geen spoor van een menscheljjk wezen te bekennen. Want al was de groote zaal slecht verlicht, ik kon 1 oversten; er wal schaduw kon afw een diepe stilte, gefluisterde woon was ik overtuigd by levenslange geheels ongeach verlies van belde armen, beide (DIT 15 HET MERK WASMACHINE DAT IK GEKOCHT HEB. HAAR IK KRIJG ER HAAST) Tg, - „jfl X.GEEN SOP MEE. IgT" ^1—.1 ken. „Moeder is altijd thuis,” schrijft hij, „thuis zijn haar zorgen en haar vreugden, thuis is haar arbeid en haar ontspanning, thuis ligt haar roeping." Wij meenen, en de schrijver is het waar schijnlijk geheel met ons eens, dat ook de goede katholieke moeder een rechtmatige behoefte kan hebben om zich af en toe ge heel buiten haar kinderen te ontspannen. Ook dat eest moeder het recht blijft behou den zich door lectuur en studie in een we reld te verplaatsen, waar haar kinderen (DAN MOET JE TOCH DE VOLGENDE KEER* <EEN5 DE NIEUWE RINSO ERIN GE- 13% 178* 136 99 82 148 56 3 als U bat vandaag nog de nieuwe verstèrkt» Akker’» Abdijsiroop geeft, want daardoor sullen de afmattende hoestbuien tot staan komen en de benauwende slfjm loakoman. Akker’Abdijsiroop. th»n« nog veraterkt en nog ■eneeekrachtlger gemaakt, door toevoeging van 3e hoeat-bedwingende «ttj eodelne. werkt als een balsem op de borst, keel en longen. Ze bevat een W-tal krulden, eooals de Aconlet en de Dro sera. die ook door de geneeskundigen thans worden beschouwd als de heilzaamste stoften ter bestrijding van de ademhalinga-etoorniasen. ■Ike lepel Abdijsiroop werkt verrassend snel op de sdemhallngs-organen. loet de elUm op. stopt don hoeot. neemt de benauwdheid weg en ge neest do rauwe ontstoken plekken der altjmvllesen. Werelds Mste Hoest-slroop”. soo noemt men: AKKER's versièrkte ABDIJSIROOP Flacon ZO et.. tl 30, tlV. f 430. Overal verkrijgbaar. Hoe grooter flacon, hoe voordeellgor hot gebruik. ®Un eigen ontsnapping kunnen werken zonder •e** te weten, wat er van haar was geworden en of ik haar misschien ook nog van dienst *°u kunnen zyn. Als ik daartoe niet eerst alle Pogingen in het werk stelde, zou ik het mijzelf eeuwig verwijten, zelfs al had ik persoonlijk Oiet zooveel belang in haar gesteld. Tk deed op dat oogenblik geen moeite mijn levoelens te ontleden, maar ik was mij toen toch al ten volle bewust, dat zij meer voor my dan ooit een andere vrouw voor my ge- was. Haar gelaat stond mij steeds voor •ogen en Ik, behoefde alleen maar aan haar te •enken, of Ik voelde my tot nieuwe energie op gewekt. ■en enkel woordje van dank van haar llp- •en. een blik van tevredenheid In haar oogen. ven. Bedoel je de beroemde Jeanette, de filmster? Ik wist niet dat die wel eens gemo gen had.... Er was thans eensklaps een eerbiedige klank In haar stem. O, George, sel ze klagend waarom heb Je me nooit gezegd dat je die kende? Toen se laatst in San Francisco was, hadden wü haar thuis op de thee kunnen vragen. Wat sou dat chic gestaan hebbent (Nadruk verboden) eerder dan tot degenen, die een binding van deze egoïsmen voorstaan op de 59* 1% 2% ■5 Myn hoop, dat Mademoiselle hier e ben deze muren was opgesloten, wti geheel verdwenen. Als deze schurkend <ton gevangen genomen, dan bestor meer kans, dat zy haar ginds onder hadden. Maar Ik moest zekerheid hebben, volr komen zekerheid. Ik zou geen oogenblik aan voorloopig buiten staan, maar waarin ze later ook door h&Ar kunnen binnengeleid worden. Op gegaar af van verkeerd ver staan te worden; de voorgestelde moeder ia te veel moeder. We hadden even willen voelen, dat zij ook vrouw is, meelevend met haar man, óók zelfstandig denkend tnensch, die haar wydere belangstellingen niet wil laten dooden door een exclusieve overgave aan het gezin. Henk Kuitenbrou wer voor-onderstelt dit wellicht, maar voor ons gevoel was zijn boekje nog rijker ge worden, Indien de speciale behandeling van de moeder wat minder eenzijdig was ge weest. Dan zou ook het beeld van den va der schérper omlijnd zijn, terwyi die nu als voedstervader en «enigszins eerbiedige toeschouwer op den achtergrond blijft toe zien. Voor de uitgave niets dan lof. Zelden za gen wy een boek over deze onderwerpen, dat zoo smaakvol en kunstzinnig is uitge geven. Band en verluchting van Otto van Rees zyn uitmuntend. De jonge uitgêverjj „Het Spectrum” moge plezier aan dit werkje beleven, dat een groot debiet zekei verdient,. Voor jonge gezinnen een waarde vol bezit, voor jonge moeders een fijnzin nige attentie en een sterke bemoediging. PIET OOMES zou my al voldoende beloonlng zyn geweest voor de opofferingen, die ik my voor haar* moest getroosten, en voor niets ter wereld zou ik haar In handen van dergeiyke duivels willen achter laten. Cassler kon doen wat hy verkoos, maar fk was vast van plan eiken duim van deze ruïnes aan een grondig onderzoek te onder werpen en hier te blyven tot ik de waarheid leende. De trap bestond uit breede tegels, die door het vele gebruik van gespoorde laarzen waren uitgehold, maar toch nog sterk genoeg waren om desnoods een.heel leger te dragen. Ik ging voorop en steunde met mUn rechterhand de scheede vkn mijn zwaard om alle gedruisch te voorkomen. Boven was het nog donkerder en konden dan ook slechts met moeite pe om geving opnemen. De eikenhouten vloer was zwart van ouderdom, maar overigens nog in tameiyk goede conditie. HU had zelfs de kracht van het vuur weerstaan, al waren er ook plaat sen, waar de vlammen heele gaten hadden in gebrand alvorens weg te sterven; en groote hoopen asch getuigden van de volkomen vernie tiging der meubels. Het beetje licht, dat er was, kwam van boven, maar de vensteropeningen, waardoor eertijds het zonlicht overvloedig naar binnen scheen, gingen nu bijna geheel onder wynranken schuil, zoodat er slechts een enkel straaltje kon doordringen. Op den tast zocht ik myn weg, vaak belem merd dooc de groote hoopen afval en voorzichtig de verbrande plekken vermijdend. Eerst was ik bepaald verplicht de voorwerpen met de hand aan te raken voor ik kon aeggen, waarmee ik te DC GEHEIME TBAP De man lag op zyn gezicht met zyn eenen arm op de eerste trede en den anderen onder zyn lichaam. Naast hem lag het gebroken lem met van een zwaard en het had den schijn, alsof zyn hoofd met een yzeren staaf was be werkt. Het eerste oogenblik was ik niet in staat een enkel woord uit te brengen; deze ontdekking scheen zoo geheel te passen bij de wilde tooneelen, die myn verbeelding my aoo- even had voortgetooverd. Tot Cassler eensklaps uitriep: „Saint Hélène! t Is de uniform van het Regiment des Roulngal Mon Dieu! hoe kwam die man hier?” Deae woorden riepen mij weer tot de werke- lykhald en ik drong met geweld alle aanstor mende gedachten terug en keerde het gezicht van den man naar het schrale licht Het was iemand van middelbaren leeftijd met een don ker. vuil gezicht, een aeer grooten neus, die gebroken was, en diep liggende oogen. Zijn wangen waren bedekt mat een ruigen baard I r wordt een kind gedoopt. In een H blijde, voldane rust wacht moeder den terugkeer van den pas-geborene, naar wien al haar liefde, al haar moederiyke zorg uitgaat. Neen, zij zal- zoo straks in geen en kel opzicht een ander kind zien, dan wat, I eenlge ©ogenblikken geleden, teeder gewik- I keld en voorzichtig gedragen, de stille ka- I mer verliet, nagestaard door moederoogen. vochtig van tranen om dit overweldigend geluk. Het zal hetzelfde, afhankelyke, hul- pelooze wezentje zijn, dat klaagUJk schreit om deze onbekende wereld van licht en ge-, luid en koude, waarin het kwam uit de vei lige beslotenheid van moeders schoot. En toch, al zullen dan moeders liefkoozende oogen geen enkel verschil zien tusschen het kind dat ging'en het kind dat keerde, zij weet', dat in dit uur een gebeurtenis van ontzaglijke beteekenis en van onschatbare waarde heeft plaats gehad.” Dit is het voortreffelijke begin van een boek, dat het godsdienstig leven behandelt van de katholieke moeder en haar kinderen in de eerste levensjaren. De schrijver, Henk Kuitenbrouwer, schreef het vanuit een groote vereering voor de moeder en uit een doorleefd katholicisme. Vah-het H. Doopsel af tot de eerste H. Communie volgt hy als eerbiedig toeschouwer den geesteiyken groei van het kind oqder de koesterende sorg van moeder. Oeen vraagstukken van kinderpsychologie nóch paedagogische pro blemen worden als zoodanig besproken. Wij mogen daar blij om zyn. Boeken, die de zielkundige ontwikkeling van het Jonge kind beschrijven en uitrafelen, hebben we langzamerhand voldoende. Ouders hebben zeker méér behoefte aan een met ervaring en gemoedswarmte geschreven boek, dal een beeld ontwerpt van het ideaje katho lieke gezinsleven, waarnaar in onze jonge gezinnen moet worden gestreefd. Henk Kuitenbrouwer schreef zoo’n boek, dat zich geheel en al richt op het vefrtrou- weiyk samenzijn, dag aan dag, van de moe der en haar jonge kinderen. Hy schetst geen methode van opvoeding, nog njinder wil zijn werkje een vademecum zijn, dat de lastige gevallen en moeiiyke momenten in de opvoeding leert behandelen. Daarom is de mededeeling van den uitgever, dat de nlschen vooruitgang, waar men den egoist als den besten economist beschouwde. Toegegeven, dat ook diAr het egoïsme niet altijd „rauw” was, bieden die krin gen toch wel het meest behoeftige terrein voor het saad, dat prof. Josephus Jitta blijkbaar wil zich in die kringe» aan de econ< van den ordening, die „rauw groeps-egoisme” is, niet weinig tén goede kunnen komen. Want indien er een gevaar bestaat, dat ordeningsmaatregelen een camouflage van groeps-egoisme vor men, vloeit dat gevaar niet voort uit de ordeningsgedachte, dje solidaristisch is, maar uit de ingeroeste mentaliteit van den „homo economlcus”. e trein van Sacramento was overvol. Han- 1 delsrelzigers. typistes, sportbeoefenaars en tallooze gelukkige paartjes. Gelukkige? George vroeg zich af of se allemaal zoo geluk kig waren als hy en Vera met hun eeuwige kibbelpartyen. zy prikkelde hem onophoudeiyk met haar ongemotiveerde jaloezie. Thans zat ze aan het raampje te lezen, en hij verdiepte zich in zyn minder aangename gedachten. Eens klaps Jtwam hy tot een besluit. Vers! sel hy zachtjes. Het meisje keek op. Ja? ^y Verzamelde al zyn moed. Je hebt wel eens aan me getwyfeld, sel hfj voorzichtig en daar heb je verkeerd aan ge daan. Maar er is iets, wat ik Je bekennen moet waar ik je nooit over heb gesproken.... Dus tóch! riep zyn jaloersch meisje uit Luister, zei hij snel. Het is al betrekke- lyk lang geleden, en JU valt er eigeniyk bulten, omdat ik je toen nog zo<V goed als plet kende, maar je hoort het toch te weten. Aan een paar tusschenstations waren ver schillende reizigers uitgestapt en se hadden hun compartiment zoo goed als voor zich alleen. George ging voort met zyn bekentenis. Dat was nu de reactie op al haar gekanker, en hy voelde het helmeiyk als een soort revanche. Het is nu soowat anderhalf jaar geleden. Het was zomer. Op een avond ging ik naar een operette. Er was eigeniyk niet veel aan, aan dat stuk, behalve dan de dame in de hoofdrol. Ze zong met buitengewone stem. Ik kwam heelemaal onder de betoovering en na afloop maakte ik haar myn opwachting George sprak bijna werktuiglijk, biykboar geheel onder den indruk van die herinnering, zonder ook maar een enkele maal zyn meisje aan te zien. Wat was se mooi, met haar goudblonde haar en haar zachte blauwe oogen en baar teere tint! Een visioen, om nooit meer te ver geten.... Ik geloof, dat ik met haar nog dien zelfden avond zou getrouwd zyn, als dat gekund had. Ik kan je myn gevoelens ónmogelijk be- schryven. Je zou me ook niet kunnen begry- pen. jy houdt me voor een heel gewoon iemand, Vera thans, terwyi ze t haast niet tam geloo- maar zy dacht daar anders over! Het was van - - *- h- het begin af een echte en wederkeerlge liefde. Vera staarde met 'strekken blik uit het ven- e doen had, maar langzamerhand begon ik aan de duisternis te wennen en kon dus beter de om geving opnemen. Wy stonden In een uitge strekte zaal, grooter zelfs dan de zaal bene den, maar lager. Door de hopeloose leegheid en naaktheid leek zy byna monsterachtig groot en de onverwoestbaresteenen banken langs de zywaïtden en de reusachtige stookplaats in den versten hoek was het eenlge. dat de kilte brak. Tegenover deze en vlak by de trap was een steenen estrade van drie treden. Links en rechts gaapten verschillende doorgangen, door zware eikenhouten bogen overwelfd; zy leidden naar aangrenzende kleine kamers. Deze zaal had natuuriyk voor groote ont vangstzaal dienst gedaan. Hier hadden allen, dte van de oude bezetting waren overgebleven, zich om hun vorst geschaard te zyner verdedi ging. Hier hadden zy den dood gevonden, nadat zy tot het laatst toe dapper hadden gestreden, en vo« bevlekt Het was my als hoorde ik nog het ge kletter van het staal, de kreten van haat en van wantrouwen, het geschrei van de vluch tende vrouwen, het smeeken om genade. Ik meende duldeiyk de gezichten voor my te zien, verwrongen door doodsangst geteekend door een heel bijzondere vastberadenheid, geteekend ook door een afschuweiyke wreedheid. Ik sag de naar bloed snakkende aanvallers de groote ruimte -blnnenstroomen, op zoek naar nog meer slachtoffers, de tapijten van de muren scheu rend en trachtend door vuur te vemiétigen. wat aan de kracht hunner bijlen weerstand bood. rof. Josephus Jitta moraliseert graa<{ op het gebied van de economische politiek. En hij doet het meestal op heel onderhoudende en Interessante een wijze. Thans v -** ----- - dat hij kennis heeft gemaakt met een nieuw Engelsch gezelschaps-spel, „mono poly" geheeten en overpeinst naar aanlei ding van die kennismaking de zondige be geerte van den mensch om zich van mo nopolies meester te maken. et is met de antinomie van ordening en egoïsme soms zonderling gesteld in het is inderdaad moeilijk, zooals prof. Josephus Jitta zegt, het kaf van het koren te scheiden. De heer Fentener van Vlissingen heeft bijv, verleden week nog af gegeven op de ordenaars als kwakzalvers met „Tllburger olie”, terwijl juist de heer Fentener van Vlissingen de man is van de strafste ordé- van van der voortreffelijk werkt, vooral voor de belan gen, die de heer Fentener van Vlissingen vertegenwoordigt. En het waren de heereu van de kolenconventie die. toen de concur rentie der Poolsche mijnen hun zoo goed geordende” regime dreigde te verstoren, al les in het werk stelden om Tllburger olie in den vorm van een contingenteering te krijgen. Indien prof. Josephus Jitta zich wil kee- ren tegen rauw groeps-egoisme en onge twijfeld niet minder rauw individueel waar men altijd uitging van den „homo economtcïMV waar men dén mensch, die zijn eigen belang zocht, verheerlijkte als „Urheber" van den economischen en tech- vertelt hij in de^N. R Crt. ’^^Tprtac werktuigiyk door, alsof hy bezig was zyn geschiedenis aan zichzelf te vertellen. We waren zoo gelukkig! Ze was eigeniyk nog maar een kind. En se was zoo gewillig, als ter op aan kwam een of andere malle ge woonte af te leeren om bang te zyn voor een de vele vragen, die de geestelijke opvoeding' van het kleine kind met zich brengt, niet juist. De geheel eigen opzet van het boek is veeleer, dat het, door een algemeen beeld te geven van een zuiver katholieke sfeer in het gezin, stimuleeren wil tot den katholie ken geest in de opvoeding. Slechts énkele groote gedachten worden door de tien hoofdstukjes heen ontwikkeld. Het zyn geen nieuwe ideeen, ze zijn zoo oud als het katholicisme zelf. Alleen worden ze met nieuw leven bezield. Vóór alles maakt de schrijver voelbaar, dat het voorbeeld van Vrijdag b.v., of voor bet getal dertien, of om onder een ladder door te loepen.... Hy hield even op en wilde een sigaret opsto ken, maar Vera belette het bruusk. Haal geen gekheid uit, George! Je weet heel goed, dat je hier niet rocken mag. zyn gezicht vertrok, aooals alttyd als sfjn meisje wat had aan te merken. Dan ging hy voort op somberen toon: Helaas, ons geluk duurde niet lang. Myn oom, van wien ik heelemaal afhankeiyk was, in die dagen, was ^r achter" gekomen en hij stelde my voor de keus: mijn betrekkingen met Jeanette te verbreken of alleen rond te komen met het salarisje, dat ik toen by hem verdien de. Met die boodschap kwam ik by haar. Wat kon Ik haar zeggen? zy raadde het, nog voor ik wat gezegd had, en barstte in tranen uit. Zy was wanhopig om aan te zien en het duurde lan gen tyd voor ik haar tot bedaren con brengen Dat was alles. Vera, ik heb haar nooit meer teruggezien ik ben nu eenmaal een zwakkeling en ik heb niet de kracht om het geluk vast te grypen, komt Nu sprak Vers op haar beurt en baar stem klonk hard. Wie was dat meisje? Ik wü het weten, boor je’me? George antwoordde niet en dacht na. Hy was nu eenmaal zoover gegaan, en nu aou ze hem overladen met beschuldigingen en verwyten. Wie was dat meisje? aeg opl hield Vera verbitterd aan. Jeanette Macdonald, sei George ten laat ste. byna fluisterend. Vera zou al haar speurtalenten aan het werk gezet hebben en niet gerust hebben voor ze het wist. Het was dus wel soo goed haar aanstonds alles te zeggen. Zwygen sou de zaken nog maar erger hebben gemaakt. Jeanette MacDonald, eel je? etamelde het nadeel, dat zy bij vele lezers het zeker niet gewilde beeld wekken van een huisge zin, dat op alle uren van den dag God lof- zlngt, in gebed is neergezeten en over gods dienstige zaken spreekt. De schrijver geeft echter te veel blijk van een gezonden levenszin, dan dat hy de^iatuuriyke vreug den en ontspanningen zou geringschatten. Maar door zijn voortdurend abstraheeren van bijna al dit andere in zijn boek, dooi zyn te afzonderlijke •belichting van de reli gieuze sfeer ontkomt hl] niet aan het ge vaar juist ook doordat hy veelal beel dend en fijn atmosferisch weet te schrij ven den Indruk te wekken van een reli gieus oververzadigd gezinsleven. Ditzelfde geldt ook de figuratie van de moeder. Wij prezen de waarde van het boek voor het katholieke leven, omdat het de be teekenis van het goede gezin naast al het andere overwegend acht. De schrijver durft zonder vrees om als’ bekrompen te worden aangezien de oude gezinstradities eeren en den lof zingen van het léven binnen de be slotenheid van den familiekring. Jammer daarom, dat sommige- uitlatingen den in die den fatalen slag had toegebracht, gevlucht was. Ik kon toch niet het gevoel van my af- zeteen dat iemand ons beloerde dat ergens langs deae naakte, kille muren iemand al onse bewegingen volgde. Het was een onheilspellend gevoel, waartegen Ik my tevergeefs te weer stelde, boos over myn eigen zwakheid en waakzaam als een lynx. Ook Cassier stond om zich heen te staren jpn aocht heel in het bjjaonder da Uiterste hoeken af, als had ook hem dezelfde vrees bevangen; in zyn eeneSumd hield hy het mes gereed. Vertrouwend, -dat zyn waakzaamheid niet, verslapte, bukte jk my. maakte het jacket van de uniform los en stak een hand in den bin nenzak met als resultaat een paar brokjes papier en een brief. Dezg was verzegeld en ge adresseerd aan „den Hertog de Saule. Rue de Vie, Paris.” Verbaasd draaide ik de enveloppe in myn hand heen en weer maar het was en bleef my duister. Da Saulel Geen enkel ander man aan het hof had zooveel invloed op det| koning en ook geen enkel ander man .was grooter'schurk, dat wist ik maar al te goed. Hy was deselfde manrtaan wien zyne Majesteit eens Mademoiselle VEnvllle had willen uit- huweiyken. Ik herinnerde my nog heel goed haar woorden van onverholen minachting, het gebaar, waarmee zy hem de deur had gMreaen. Hos kwam de brief ongeopend in daaan aak? Da nlauwa, ovarvatta Rinso, het reinigt het vuilste goed als bii I wit en werkt bovendien veel vlugger en zuiniger dan gewone zeep poeders. Ook voor het wassen in de tobbe is Rinso het aange wezen wasmiddel. Rinso behoeft niet te worden aangemaakt en heeft een ongewoon hoog vetgehalte, waardoor het zo volmaakt reinigende Rinso sop meerdere malen achtereen kan worden 1 gebnBikt. Zodoende wast U mot één pakje voor slechts 12'/i ct. N in anderhaH uur oen volledige gezinswas voor 5 personen prachtig helder wH. Rinso wasdag is de ideale wasdag. de moeder meer doet daa alle goed bedoel de woorden en Vermaningen by elkaar. Maar dan het voorbeeld, dat van binnen uit komt. Ook het kind ziet, meer dan men denkt, het onderscheid tusschen „net doen alsof” en een werkelijk overtuigd voorgaan in godsdienstig leven. Woorden zijn zeker niet onnut; in de eenvoudige vertellingen van moeder hebben ze echter meer uitwer king dan in de voortdurende vermaningen en preekjes, die de verbeelding en het hart van het kind niet raken. Het is byna een gemeenplaats te zeggen, dat met de toenemende verwording van het gezin de waarde van het goede familieleven niet krachtig genoeg gepropageerd kan worden. Ook in de velerlei takken der mo derne jeugdbeweging gaat men pijnlijk be seffen, dat de beste leiding en de aantrek kelijkste methodes weinig uithalen, als de gezinnen, waaruit de jeugd gerecruteerd wordt, oppervlakkig zyn of niet deugen. Daarom is het ook zoo goed, dat dit boek door zijn helderen eenvoud en zyn recht- streeksche taal aan een zeer grooten kring van gezinnen iets te zeggen heeft. Of het boekje volmaakt is? Natuurlijk niet. Het toont zelfs een duidelijke inzin king in de middelste hoofdstukken. Daar is té veel aarzeling en vaagheid, biykend uit den ook elders veelvuldig gebruikten vraag vorm. De schrijver, wiens kracht juist ligt in het stemmingsvol schilderen van het gezinsleven, laat zich daar te veel gaan in een praten over de godsdienstige feesten in het jaar, over het bidden en zingen, over een goede gewoontetprming, enz-. Zijn werkje krijgt daar, en op enkele andere plaatsen, Iets gewilds. Dp momenten in het leven, waarop het godsdienstige beteekenis kan krijgen, worden te vluchtig en te snel naast elkaar gezet en in vraagvorm wordt dan al te gemakkelijk de mogelijkheid wn het kind religieus te beïnvloeden gesuggé- reerd. Goedwillende ouders zullen graag een nadere aanduiding zien van de wijze, waarop de schrijver .zich sommige gebrui ken en gew/xmten voorstelt. „UlterUjk moet er iets gebeuren. In de Goede Week moet het huis nu eenmaal Anders zijn-dan in de Kerstweek. Het kind moet iets zien, het moet iets meemaken.” Hoe dan? Een even aangeduid bééld van het huis in de Goede Week zou men hier graag gezien hebben. De typische vraag, ot moeder namelijk op verjaardagen eens niet kan praten over oudere in dit boek een antwoord vinden op beteekenis van het H. Doopsel, is een vraag, druk van een zeker extremisme zullen wek- die men eer geneigd is met neen dan ja te beantwoorden. Er zijn andere aanleidingen, die natüüriyker zijn. Trouwens bij ‘dit ge deelte voelt men het duidelijkst, dat het boek lijdt aan zijn eigen kwaliteiten. „Het is heel aardig, dat klein broertje en klein zusje een versje mogen opzeggen met ma nieren van de bewaarschool, maar het is nog heerlijker en waardevoller, als vader of moeder, samen met de kinderen biddend, God dankt voor zyn groote liefde, die 4ien samen bracht en samen in den Hemel wil leiden.” Deze en dergelijke passages hebben M| wn ongeval BWt doodeüjken sflnoft „Achter allerlei fraaie benamingen, die den indruk wekken van schoone, ethische en so ciale idealen, verbergt men vaak ge.ukkit; niet altyd rauw groepsegoïsme, schryft hy Men spreekt van reserveering van de natlo nale markt voor het nationale product, wan neer men beoogt de groote massa der consu menten cijnsbaar te maken aan een klein» groep producenten. Men noemt het mst een fraai woord pubUekrechteiyke bedrijfsorgani satie of ordening, wanneer men een monopo 11e wil scheppen voor een bepaalde groep zon der er zich rekenschap van te geven, dat in- dien alle groepen er in zouden slagen elk voor haar product de rest van de bevolking va: zich afhankeiyk te maken bet doel en da onvermijdeiyke consequentie van vele van dergeiyke plannen er een stryd van allen tégen allen zou ontstaan, een bellum omnium contra omnes, die allerminst aan eenlg Ideaal van sociale rechtvaardigheid soa beantwoor den en die nog erger zou zyn dan de klassen- egoïsme, dient zijn vermaan zich chin niet stryd. Niet iedere poging tot ordening is, wat men spottend genoemd heeft „een orde ning voor de vriendjes", maar het valt uiterst moeiiyk, het koren van het kaf te scheiden.” eerste plaats te richten tot die kringen, eigenaardig, dat prof. Josephus zijn doordringenden blik alleen op die harten en nieren van diegenen richt, die In de economie eenlge regeling willen, om achter hun fraaie leuzen het rauwe groepsegoïsme te ontmaskeren. Wat meent hij, dat in vele gevallen ach ter de leuze van den vrijhandel staat? Of achter die van de zgn. contractvrijheid van den arbeider (d.wi. vrije keuze tus schen laag loon of in t geheel geen loon)? Of achter die van de verdediging van het consumentenbelang en het behoud van *t a one urrentlevermogen Maar misschien meent prof. Josephus Jitta, die als goed liberaal niet met afschuw van rauw, doch met geestdrift van ge zond egoïsme zou moeten spreken, dat *t egoïsme zich achter deze leuzen niet verschuilt, doch op loffelijke wijze erin aan den dag treedt’ nlng, die wij in Nederland kennen, nJ. de kolenconventie, die, zooals de heer Spaendonck het op den socialen dag katholieke werkgevers uitdrukte, RINSO SPECIAAL VOOR DE WASMACHINE En toen klommen Keesie en de kabouters in de'hut van de heks, terwyi de uil een beetje achteruit ging op zijn bakje en bet muisje net deed alsof ae wüde vluchten. Vooruit kameraad, bad het verkeersagentje gezegd: „Wie niet waagt, wie niet

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1938 | | pagina 19