winden dag
dCdwïAaal
H
1
JDe avonturen vaneen verkeersagentje
VIM
Een enthousiaste
ontvangst
SHEA
RADOX
K”
van de lersche Brigade
VETPUISTJES
ZATERDAG 19 FEBRUARI 1938
fiscus
ONS .PRIJSRAADSEL
Oplossing vorig raadsel
De verbroken
verloving
4
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
5
4
DOOR RANDALL PARRISH
Oplossers zorgden voor
verrassing
gBSREINIGTALlfS
rd)
maar Jbe
L nooit
'ebr.
ud-Z.
laar
ent
De grondslagen van
het bieden
de
bezoeker,
„wat
in nood
De 17 verlangde woorden ztyn:
dragen vermeld staan, die ieder betaalt.
■V
LIMBURG en MAASTRICHT.
tU en.... hum-hum.... gaat hU haar aan X
Het nieuwe raadsel
3
6
7
8
9
4
1
op dit blad sljn Ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen
zUn,
X
UW8
Voor de invulpuzzle der vorige
Meek bleek de animo even
eens zeer groot te zyn
od liefhebben Is geen kwestie
van woorden, maar van daden.
Opnieuw kunnen onze puzzelaars hun geluk
beproeven met een invulraadsel volgens de hier
bij geplaatste figuur.
lo. in de middelste horizontale rij leest men
den naam van een stad in Frankrijk;
-biedingen
s. U ziilt zich n.1. missch:
herinnerendat ik'in mijn artikel van
1938 de biedingen in vier groepen heb
verdeeld, n.l.:
it JU een of-an- z
manier, waarop
Too-
zaai
OP
Febr.
ten
Het invulprobleem, dat de vorige week op
de Oranje-puzzle volgde, werd zeer gunstig ont-
en, waarvan een zeer groot getal opios-
>n het bewijs vormde. Er waren overigens
1 wat variaties, de opgave bracht dat mee:
no. 1 b.v. een Groenlander, *n Zuld-Slaviër;
no. 3 een trompet; voor jio. JLdecameter,
neter; voor no. 10 brigadier, soldatesk; voor
13 Naarden; voor no. 14 stipt; voor no. IS
rheeze, Riethoven enz.
emaal wijzigingen, die het recht mochten
chen, mee te dingen naar een prijs. Enkele
re waren er wat „naast”, zooals «privilege
no. 3, luguber voor no. 5, vorst voor no. S...
seen gewoon verschijnsel dat mén bij zulke
mertjes vaak zoekt en zoekt naar wat ta-
k voor de hand ligt! „Door oefening wordt
inst, lees hier: de handigheid verkregen.”
.-ilUJ
99
vooc-
1 nog
en deze hoorenj alle
nog
Jan.
Als een reus in de herfst een wandeling
gaat maken....!
Greep II: Het antwoordbod. T
Hieronder verstaat men de verdere biedingen
van dat paar, waarvan er één geopend heeft
en deze biedingen hebben ten doel de juistheid
van het vermoeden (in groep I genoemd) na
der te onderzoeken en vervolgens te trachten
het juiste eindbod te vinden (opbouwend bod).
V-'- W
Ham Knudsam. die 450.000 dollar aan belasting
betalen moet* Onder de filmsterren neemt Gary
Cooper een vooraanstaande plaats in, daar hij
aan belasting niet minder dan 360.000 dollar
betalen moet. Op hem volgt Ronald Colman
met een belasting van 350.000 dollar. Mae West
behoeft .slechts" 330.000 dollar te betalen, Ma
deleine Carroll 380.000 dollar, terwijl Mariene
Dietrich niet eens zooveel schijnt te verdienen,
daar zij niet meer dan 300.000 dollar aan be
lasting moet betalen!!
trouwd zijn, wordt X hem misschien te mach-
Pryswinnaars
ontbijt met een broodmes te lijf!”
„Wellicht-is t een tijdelijk verschijnsel, dat
kalm weer verdwijnt,” meende de medicus.
„En als X niet verdwijnt?”
,X>e zenuwen van uw vriend kunnen ook een
beetje gevoelig zijn. M&schien merkt hij die
hebbelijkheid later niet meer. Misschien gaat
hij het wel verduiveld leuk vinden.”
Groep Het openingsbod.
Dit bod wjjst op een aa^allende kaart en
geeft dus aan, dat de opener en zijn partner
te zamen vermoedelijk sterker zijn dan de te
genpartij (aanvallend bod). - -
dent van dezelfde vereeniglng, de Zweed Wll-
De zes uitgeloofde prijzen vielen bij loting ten
deel aan: mej. H. A. Bloem, Boomstraat 4,
Utrecht; C. Boerlage. Vooruitstaat 93, Puj-
merend; A. Bots, Toiportstraat 3, Helmond; P.
J. Duffels, Olympia weg 84 I, Amsterdam-^uid;
mej. J. Heins, Hooge Laarderweg 335, Hilver
sum; mej. J. van Helmond, Raadhulsplen 31,
Haarlem.
Aï I A D ZANIKT °P dH Mad zijn ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen p - blJ geheele ongeschiktheid tot werken door p *7VZ bij een ongeval met p -
/Al «I tr< n w w F1. O ans-wdlen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen VV« verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen UUi" doodlijken afloop M«JVe"
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERUES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN U1TERL1JK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
wijdert U onmiddellijk en afdoende door deze
betten met Radox. opgelost in warm water*
Bij apothekers en erkende drogisten A f 0.90
per pak en f0.15 per klein pakje.
Groep UI: Het volgbod.
Dit is het eerste bod, door de tegenpartij
van den openingsbieder gedaan en drukt twijfel
uit aan de meerderheid der tegenpartij, terwijl
het tevens ten doel heeft het contact tusschen
opener en diens partner te bemoeilijken (ver
dedigend bod).
Uit de belasting, die iemand betalen moet,
blijkt meestal, wat hjj verdient. En omdat de
meeste menschen zich wel voor eikaars ver
diensten interesseeren, heeft men in Amerika
Groep IV: Het volgantwoordbod.
Hieronder verstaat men de verdere biedingen
van het paar, waarin er één een volgbod heeft
gedaan en zij hebben ten doel de juistheid van
den in groep III genoemden twijfel nader te on
derzoeken om dan uitelndelUk te trachten een
hooger eindbod te doen, dan de tegenpartij
mogelijk is, terwijl ook als secundair doel aan
wezig is het bemoeilijken van het bieden der
tegenpartij! (Verdedigend opbouwend bod).
Uit groep I heb ik tot nu toe behandeld het
één in een kleur openingsbod, terwijl ik uit
groep n de antwoordbiedingen 1 8. A., 3 in de
zelfde kleur en 3 in een andere kleur heb be
sproken.
Ik kan deze 2 groepen niet los vin elkaar be-'
spreken, omdat er een sterke wisselwerking
tusschen het openingsbod en het antwoordbod
bestaat Nu echter het een-ln-een-kleur-ope-
ningsbod tamelijk volledig behandeld is, wil ik
nu de verschillende antwoordmogelijkheden
gaan bespreken.
Het zal u duidelijk zijn, dat ik gedurende
deze geheele behandeling van het bieden voor
groote moeilijkheden geplaatst wordt Immers
een bepaald systeem wil ik nog niet bespreken
om de eenvoudige reden, dat ik de keuze van
een systeem aan u zelf wil overlaten. Wel heb
ik mij bediend van den grondslag uit mijn eigen
systeem: de primaire en secundaire topslagen!
Het vérschil tusschen de gecombineerde P. T. 8.
en 8. T. 8. en de honneur-tricks uit andere
systemen is echter betrekkelijk gering, zoodat
uw objectiviteit door deze keuze niet wordt ge
schaad en mijn taak er aanzienlijk door wordt
vergemakkelijkt.
U gelieve dus bij de behandeling van de
grondslagen van het bieden rekening te hou
den met het feit, dat ik ook slechts de grond
slagen behandel en niet meer. De grondslagen
moeten natuurlijk in alle systemen, die iets te
beteekenen hebben, dezelfde zjjn. Zoodra u
deze grondslagen onder de knie heeft, kunnen
we de finesses uit verschillende systemen gaan
bekijken, terwijl dan ook de kennis van de .di
verse conventies noodzakelijk is.
Bij het bespreken van het één-ln-een-kleur-
openingsbod kan ik vrij volledig zijn, omdat de
meenin gen hieromtrent weinig ulteenloopen:
maar bij andere openlngen kunnen we zoowel
t a. v. de grondslagen als t a. v. de bijzon
derheden een belangrijk verschil van opvat
ting constateeren.
U bent nu echter voldoende gewaarschuwd
wanneer een bepaald onderwerp eenigszins vaag
besproken wordt. r
Correspondentie
J. M. te A.; Ook ik heb menigmaal misver
standen op dit punt geconstateerd en grijp dan
ook deze gelegenheid gaarne aan om tevens
de andere lezers in te lichten: De premie van
vier honneurs wordt toegekend onafhankelijk
van het feit of ze opeenvolgend zijn at niet.
et was in de vierde maand, dat Ezechiël
Munro verloofd was met Debora Larkins,
toen haar lach z'n zenuwen zoo begon
te irriteeren. In X eerst vond Ezechlël cüen lach
bekoorlijk, evenals haar rqode wangen, blauwe
oogen en geelblond haar, maar toen er drie
maanden om waren, hinderde hem die lach
verschrikkel Uk.
NU moet toegegeven worden, dat Debora's
lach veel leek op het geblaat van een schaap,
en daar kon Ezechlël na die drie masmden niet
meer tegen. HU vond het eenvoudig onver
draaglijk.
Eerst had hij dit lachen schaapachtig ge
vonden, toen onnoozel. toen irriteerend. Debora
was lief en hij vond haar mooi, maar tenslotte
dacht hij nooit meer: Debora lacht, mair al
leen Debora blaat En toen ging hij alles vsn
haar minder mooi vinden. En dat kwam alle
maal door dien lach. Zou hij, Ezechiël Munro,
dat geluid z'n leven lang kunnen aanhooren?
Kon hjj dat op zich nemen? Maar van den
anderen kant, kon hjj z'n verloving verbreken,
omdat ze zoo lachte? Kon zij het helpen? Mis
schien kon h U het helpen? Misschien lag X
aan hem, aan z'n zenuwen.
HU dacht na en besloot naar een dokter te
gaan. Maar toen hU er was, durfde hij niet
ronduit te spreken. HU draalde ér om iften.
,Jk wou vragen, dokter,” begon hU, „of ik....
hum hum u iets vragen mocht vpor een
vriend van me, lis nog al.... hum hum
een teere kwestie. Misschien kunt u me raad
geven.... hum hum.”
„Voor den dag er mee,” zei de dokter, die z'n
menschen kende.
„1 Zit zoo. dokter," zei Ezechlël, „die vriend
van me.hum hum is verloofd met een
aardig meisje....”
„Prachtig,” meende de dokter.
.Maar gedeeltelijk. In de verloving heeft hij
ontdekt dat zij.... hu* hum een aan-
wendsel heeft, dat hem vreeselUk hindert Als
hjj bU haar is, trekt ze met haar neus, dokter.
Zoo.” En Ezechlël trok met z'n neus, een paar
maal snel* achter elkander.
De dokter nu wist zeker, dat Debora Larkins
met met haar neus trok. „Zou hU X echt over
een vriend hebben?” vroeg hü zich af.
„En heeft die neustrekkerU Invloed op de
gevoelens van haar verloofde?"
,4a dokter," verzekerde Ezechiët- „U kunt
T.hum hum onnoozel vinden, maar
X is zoo. HU begint een hekel aan 1 meisje te
krUgen. zegt hU. HU droomt van d’r neus. In
z'n slaap ziet hU haar met d*r neus trekken.
Zoo.” En Ezechlël deed het nog eens.
„En?” vroeg de dokter.
„Nu twUfelt hU. of hU haar.... hum hum
wel trouwen mag en of hU t met uit mag
maken. 1K*n wel aan hém liggen, aan z'n
zenuwen, zU kan t in elk geval met helpen.
Maar verbeeld u.... hum Rum hoe moet
het gsurn, als hU naast haar in de kerk'staat
en ze met d'r heus trekt? Of later, als ze ge-
3o. laat men de letters van die horizontale
rU weg, dan vormen de 4 andere letters in el
ke vertlkale rU weer een woord van boven
naar beneden De beteekenlseen dezer 9 woor
den van 4 letters zUn:
1. gorgel; 3. geleerd, mooi; 3. echtgenoote;
4 zit in den schoorsteen; 5. tljdelUk gebruik;
6. hemellichaam; 7. zwak, tenger; 8. deel van
een mes; 9. verstand.
Onder de inzenders van een goede optpaaing
worden weer zes fraaie prUzen verloot.
Oplossingen worden tot Donderdagmiddag 13
uur Ingewacht bU den heer O. M. A. Jansen,
Ruysdaelstraat 60. Utrecht.
2/
In 44 vertlkale rijen van de figuur plaatse
.men een 9-tal woorden van 5 letters zoodanig,
dat op de plaats der kruisjes overal een klin
ker komt. Op de overige plaatsen uitsluitend
medeklinkers. Aan de Juiste keuze dezer woor
den zUn de belde volgende voorwaarden ver
bonden:
valt te begrijpen. Uit de getallen blUkt, dat de
president van de General Motor Company, Al
fred Sloan, het hoogst bekende inkomen heeft,
daar hij de meeste belasting en wel 56Q400 dol
lar betalen moet. Op hem volgt dè vltee-presl-
Nederlandar
permissie
trommel
rebel
b e r a c h t
b*a r o n
toegang
kilometer
vreesaehtit
grenadier^
am o n s t e r
p a i e r
Naarder»
Juist
P a s e h e n
Eindhoven
Verbetering
bfl vgrttea van mb hand,
een voet at
Zoodat de Nederl. provincie en haar hoofd
stad in de vertlkale qgiddenkolom zUn:
Wanneer u nu nog eens het Medproces van
de vorige week nakUkt, zult u zien^dat het zoo
beter klopt
Het openingsbod in één kleur is nu'
lospigrvoldoende toegelicht Er «Un echt
meer openlngs-1'
in groep I thuis.
een Hist gepubliceerd, waarop de belastingbe
dragen vermeld staan, die ieder betaalt Dat
'®der deze lUst met belangstelling gelezen'heeft.
Was het misschien de een of andere geheime
boodschap en was de overbrenger misschien
onderweg aangevallen en beroofd? Maar als dat
>oo was, hoe kwam het dan, dat het zegel
ongeschonden was gebleven? Was de man neer
geslagen voor hU had’kunnen ontkomen? Maar
hoe moest ik het dan opvatten, dat de brief
I» «Un bezit was gebleven? Van wien kwam
de brief? Met welk doel was hU verzonden? Had
hjj iets te maken met het lot van de dame?
Ik schrok er voor Jerug hem open te maken,
want al droeg de buitenste enveloppe geen
koninklijk stempel, daarom kon het toch nog
*el een koninklijke boodschap zijn. Niet wetend
wat te doen begon ik de andere papieren te
«kiorzoeken, maar zU maakten mij niets wijzer
het eene was een, Ijjst namen met achter
lederen naam een ander bedrag aan geld; dan
er een wynnota voor een sergeant van de
fourage en het derde was een lijst met namen
jan verschillende officieren; eenlge er van
kende ik, en op een van de laatste stond mijn
éigen naam met een rood kruis er achter. Nog
goed om u heen." fluisterde ik hem toe; „er
beweegt zich daar iets.”
Ik sprong vooruit, met getrokken zwaard, en
slechts het ééne doel voor oogen den vluch
teling in te halen. Door de opening kwam ik in
een andere kamer, misschien een derde grooter
dan de zaal, waarin wij het HJk hadden ge
vonden. Aan de muren kon men nog zien, dat
zij vroeger beschilderd waren geweest en op den
vloer lagen nog brokken van steenen beelden.
In vroeger tijd had de zaal ongetwijfeld een
rijk aanzien gehad, maar van de vroegere
weelde was nu niets meer over. Ik merkte dit
alles natuurlijk In een enkele seconde op; al
mijn aandacht werd in beslag genomen door
een nauwe opening in den tegenover liggen-
den muur, waar een enkele, opvallend groote
steen op een in het oog loopende manier naar
buiten uit stak. Ik betastte den steen, trok hem
er uit en keek toen tegen een steenen trap aan.
die in de duisternis verloren ging. Geen enkel
geluid drong tot mij door. En toch, als het een
levend wezen was, dat ik achtervolgde, dan
moest het hierdoor zijn verdwenen, Want de
zaal had geen anderen uitgang. Maar waar
leidde de trap heen? Naar den toren of het
dak zeker, maar ik zou slechts tastend den
weg- naar bovjn kunnen vinden en daarbij
natuurlijk zijn bloot gesteld aan den aanval
van een daar waarschijnlijk schuilenden vijand.
En wie hij dan ook mocht zijn, het was in
ieder geval een man, dien ik te vreezen had,
getuige de verbrijzelde schedel van het onge
lukkige slachtoffer beneden. Maar er bestond
teeken. Ook deze papieren hielpen mij niet, zij
maakten alles juist nog duisterder. Met welke
bedoeling was deze lijst in elkaar gezet?
Waarom waren deze vier namen met roode
kruisjes aangeduid? Wie was de officier, wien
deze uniform eigenlijk toekwam? Hij moest mij
gekend hebben en had zeker het een of ander
plan met mjj gehad. Als ik maar de verzegelde
enveloppe durfde openen, dan zou mfj alles
duidelijk worden. Maar door dat te doen stelde
ik mjj aan een grooter gevaar bloot dan dat.
hetwelk ons nu bedreigde. Als het, zooals ik
vermoedde, werkelijk een geheime boodschap
was van den koning aan de Saule, dan zou
ik niet op vergiffenis behoeven te rekenen; fceen
bemoeial had riog ooit vergeving bekomen. De
omstandigheden, waaronder ik leefde, waren al
veel te bezwaarlijk dan dat ik nog een nieuw
risico op mU zou nemen. De toorn van den
koning was erger dan het gevaar, dat mij van
den kant zijner vijanden bedreigde. Ik stak
de missive in mijn zak en richtte mij op.
Cassler, die steeds precies volgde wat ik deed,
was in zijn waakzaamheid een weinig verslapt.
Op het oogenbllk dat ik me oprichtte, vielen
mjjn oogen langs hem heen op een boog in
den langen muur en terwijl ik keek, gleed een
schaduw, zóó jjl, dat ik een moment twijfelde
of ik wel goed gezien had, langs de opening
en verdween. Of het een mensch of een dier
was of alleen maar een lichtglans, sou ik niet
hebben kunnen zeggen, maar iets bewoog zich
daar. Van toen af was ik dubbel op mijn hoede
en mtfn vingers grepen Cassler stevig vast.
vastgezet. Zonder de minste moeite lichtte Ik
hem een weinig op en de spleet was groot ge
noeg om mjj in staat te stellen een en ander
van wat daar boven was, op te nemen. Er was
licht genoeg, maar ik kon niet veel meer zien
dan een zekere ronding van den muur, die
mij toch overtuigde, dat de opening toegang
tot den toren gaf. Ik wachte een oogenbllk,
luisterde Ingespannen en duwde daarop den
steen geheel weg, waarna Ik mijn Jioofd door de
opening stak.
Ik keek in een rond torentje, -waar men door
smalle spleten naar bulten kon kijken; een
groote opening voerde naar het dak, dat door
een steenen muur was omgeven. Er stond niets
anders dan een onttakeld kanon, rood van het
roest, en toen ik voor een van de vensters ging
staan, zag ik uit over bosschen en welland. Het
was een heel mooi vergezicht, maar nergens
ontdekte ik ook maar het minste teeken van
menschelljk verblijf. Alles was door den krijg
verwoest, de huizen verbrand, de velden plat ge
trapt Het boech verborg het dorp, maar de
herinnering aan de verwoesting, die ik daar
had gezien, maakte het sombere tooneel, wsmr-
op ik uitkeek, nog somberder.
Heel ver- weg. tien mijlen op zijn minst, be
woog zich een groote troepenmacht langzaam
voort over een slingerenden weg en liet dikke
wolken stof achter. Anders was er niets, dat de
asmdacht trok en de avond begon snel te val
len. Ik had dit alles in een enkele seconde op
gemerkt en het groote doel, waarvoor ik hier
was gekomen, was mij geen oogenbllk uit de
voorgegaan. Ik had geen visioen, geen denk
beeldig wezen gevolgd, want daar, in het stof
van den vloer, onderscheidde ik voetstappen,
maar het waren de voetstappen van een vrouw
of van een kind. Zou de vluchteling dan Made
moiselle kunnen zijn? Deae gedachte gaf mjj
nieuw leven. Ik twijfelde er niet langer aan.
maar snelde roekeloos naar de deur. Ineens
bleef ik staan en drukte mij behoedzaam tegen
den muur voor dekking. Ik staarde naar een
vreemdsoortige gestalte, die ik op het eerste ge
zicht niet met iets menschelljks kon vergelijken.
Het wesen was in een spleet van de borstwering
geklommen en leunde er over heen, om nasur
beneden op de binnenplaats te kijken. Het was
een kromme, misvormde gestalte, wonderlijk op
getooid met een schapenvacht, den schedel be
dekt met een wilden bos haar. Een lange arm.
overdreven lang, hing langs den muur en een
harige hand klemde zich tot steun aan de rot
sige steenen vast Het had best een aap kunnen
door menschenhanden opgetooid. Ineens
ging de verschijning overeind zitten en keerde
zich gedeeltelijk om. waardoor ik het gelaat
te zien kreeg. Ik trok mij een weinig tegen
den muur terug, maar bleef hem toch asm-
staren. en een vage herinnering, dat ik dat
gezicht eerder had gezien, begon in mjj wakker
te worden. Het was het gezicht van een man
van zestig Jaar, een leeljjk. verwrongen gezicht,
dat gerimpeld was Van ouderdom; de mond
was reuzengroot, zijn oogen schenen wel putten
en zjjn neus was plat alsof hjj door een
fikschen slag was afgestompt
Wordt vervolgd.
van had. dat Iemand zjjn sluipende bewegingen
had opgemerkt, hij dacht er misschien niet aan,
dat iemand hem kon volgen. Ik was roekeloos
genoeg mjj aan deze hoop vaat te klampen.
Als ik Cassler riep, zou Ik de aandacht van den
vluchteling wekken en zou de hoofdtrap on
bewaakt blijven. Ik moest het alleen wagen of
den kerel laten loopen.
Heel voorzichtig ging ik stapje voor stapje
verder tot ik ten laatste bijna geheel door de
duisternis werd verzwolgen. De trap was nauw
en kronkelde heel erg, ze was geheel door zware
steenen muren Ingesloten en Ik -kon hier en
daar nisjes voelen, waar eertijds ongetwijfeld
kaarsen hadden gestaan. Een keer kwam mijn
hand met een stuk metaal in aanraking, dat
den vorm had van een kruis, en dat waar
schijnlijk het gevest was van een slagzwaard. Ik
telde de treden en was al tot dertig gekomen
voor mijn oogen een glimpje licht, nog wel ver
af. opvingen. Het was eigenlijk niet meer dan
een zwakke weerkaatsing, maar doordat ik
nu al aan de duisternis gewend was, was het
voldoende om tenminste mijn onmiddellijke om
geving op te nemen. Van hieruit voerde de trap
rechtstreeks naar een platform, waarvan de
opening was gesloten.
Het licht vloeide door een kleine opening
tusschen twee steenen. nauwelijks breeder dan
een vinger. Niemand scheen iets van mjjn aan
wezigheid te hebben opgemerkt; ik klom dan
ook weer rustig verder tot ik aan de aooeven
genoemde afsluiting kwam. Het was een dunne
steen, die heel geschikt in een paar groeven.
.Jieen, dokter," riep Ezechlël verschrikt,
„....hum-humneen, dat geloof ik nooit!"
.Jnfln.” meende de dokter Jk sou zeggen:
niet overhaasten. Laat uw vriend dat trekken
met d'r neus nog een poosje aanzien, een maand
of zes bijvoorbeeld.”
„Ónmogelijk!” riep Ezechlël, ,ae gaan....
hum-hum.... heel gauw trouwen. Ze moet al
leen den dag nog maar noemen. Neen, hij moet
nu beslissen.”
„Wel,” dacht de dokter, „X schijnt toch die
dochter van Larkins te zijn, maar die trekt niet
met d'r neus. Dat zégt hij maar. Ze doet wat
anders. Maar wat?”
„Nu dokter," vroeg
vindt u?"
,4a, als uw vriend geen zenuwlijder is, als hjj
bijv, niet zenuwachtiger is dan u, dan is X een
lastig geval. Ik durf niet te adviseeren een ver
loving om een kleinigheid te verbreken. Maar,
van den anderen kant, zoo n hebbelljkheidje kkn
gevaarlijk voor X huwelijksgeluk worden. Dus,
óf uw vriend moet X een half jaar aanzien, óf
htf moet trouwen en zien hoe X dan loopt. Na
tuurlijk, als X misloopt, is X heel erg. Een si
garet? Niet» Goeden middag dan, mijnheer
Munro."
Ezechlël ging en vond dat hjj een heel duide
lijk advies gekregen had.
,4a.” dacht hjj. ,al^ X misloopt, is X heel erg.
De moest direct
maar spijkers met j
koppen slaan.” i
Hij vond Dëbo-
ra In oen tuin on-
der de linde. ZU
zat in een luien
stoel en keek
sterk voor zicli uit, strak en verstoord. Toen
haar verloofde naderde, keek ze op, maar alles
behalve vriéndelijk. J
,2oo,” zei ze lusteloos, „ben JU daar?"
Ezechlël bleef staan; hU zou X staande zeg
gen.
„Hum-hum, Debora,” begon hU. „hoor eens;
ik heb.... hiun-hum. iets te zeggen en ik
weet niet ...**hum-hum.... hoe ik X zegden
moet... hum-hum...”
„In 'shemelsnaam, Ezechlël!” riep ze, en
sprong overeind, .Jk Um X niet meer hooren!
ik houd X niet uit!” Ze sloeg met de vuist ofk
de stoelleuning. „Ik word gek, als je dat eryer-
lUk geluid nog eens maakt.”
Ezechlël keek haar beteuterd aan eh vroeg:
„Welk afgrijselUk geluld.... hum-hum!”
,XMt geluid!” gilde ze, „dat akelige, keel-
schrapende geluid, dat je elk oogenbllk maakt.
Ditar. nu is X er uit!”
„Wat is er uit?” vroeg Ezethlël weer, verbijs
terd door dien onverwachten aanval.
,Dat ik X niet langer uithoud, dat Ik niet
met je trouwen kan.”
„Niet met me trouwen kan?.... hum-hum!"
,4a, nu weet je X. X Spijt me' erg, Ezechlël,
maar dat geluid, dat je met Je keel maakt, is
me zoo op m'n zenuwen geslagen, dat ik me
soms op m’n tong moet bUten, om niet te gillen.
We zouden heel verkeerd doen, als we trouw
den. Als X me nu al. zoo hindert, hoe moet dat
dan later? XIs misschien dwaas van me. maar
ik kan er niets aan doen. Vergeef X me, Eze
chlël. Ik vind het echt naar, en zoo ineens.
Mtar X moest gebeuren, en nu is X gebeurd."
„Nou. Debora,” zei Ekechlël, „als Je er zoo
over denkt.... hum-hum. ben ik natuurlijk
uitgepraat X Spüt me, dat ik aooXi.... hum-
hum.... keelgeluid maakt. Maar als je echt
van me gehouden had, dan was je daar wel
overheen gekomen. Wat zou JU gezegd hebben,
als ik X had uitgemaakt, qmdat "J 2“
der aanwendsël had. om
je.... hum-hum.... lacht bijv.? Wat had jg
dan wel van mij gedacht?”
Debora dacht even na en antwoordde:
,Jk zou In m'n schik geweest zijn, want dan
had ik jou niets behoeven te seggen. Ik eras
echter ten einde raad. Jammer, dat mijn noa-
nler van lachen je niet ergerde.... Béè-bèé-èh!"
Ezechlël moest z’n oogen even dicht slaan,
,4a, Jammer hè? ....Hum-hum.”
,2eg me, dat Je X mU vergeeft”
„Zeker,” zei Ezechlël grootmoedig.
„Ik vergeef je. X Is heel verstandig van je."
„En je begrijpt het?”
„Volkomen.... hum-hum.... volkomen!"
..Béè-béè-èhl” lachte Debora. „Ik ben zoo
blij. En we blUven vrienden, hè? Als ik niet
met je getrouwd ben, kan X me niet schelen,
of je met je keel schraapt Bèè-bèè-èh!” Ze
strekte haar hand uit met een ring er op.
„Natuurlijk,” zei Ezechlël.... hum-hum....
natuurlijk.”
Hjj schoof den ring van haar vinger, stak
hem in den zak en ging naar huis.
(Nadruk verboden)
Xen Engclsche reddingsboot gaat te Southend-on-Sea te water om aan
verkeerende schepelingen hulp te brengen
voor-
zoodat
moeten
«Jk tracht” zei het heertje weer, „een middel te vinden, om
de tooverkracht van de heks te breken. Ik heb hier een geheime
bergplaats, de je, maar veel kan ik niet doen, want ik ben maar
een uil. nietwaar.” „Met is maar goed, dat Je dat zelf zegt, niet
iedereen wil dat weten. Elk meent zUn uil een valk te zijn.”
merkte het verkeeizagentje op.
Het heertje sloot voorzichtig zjjn geheime bergplaats met Mn
slot af, zoodat niemand kon ontdekken, dat hU hier wat ver
borgen had. „Dat is slim bedacht,” zeide db kabouter. „Ja, zoen
uil is hU dan toch niet,” zeide Keeeie weer.