i OOSTENRIJKSCHE REGEERING BIJEEN. DE PAARDENDIEF Zoekt gij betrouwbaar Personeel? gezinnen Plaats dan een „Omroeper” voor 80. IS 7 AL LENTE? trekvogels Zwerf- en ZEKER 'N STOUT NEST De V.P.D. Eon brief van Mientje aan Henk an het Noorsche kroon» prinsenpaar is dezer dagen 1 jaar geworden ooud, tam De tennisbal en het kleine gaatje DONDERDAG 24 FEBRUARI 1938 mej. Dina Rila malen ingrijpen om de CEDA Dan waagt er een kind zich op straat zonder jas, JU.... dat is eerst leuk, zou het koud zijn? Neen hoor, het valt mee en vooral in de zon, Is ‘t in Kaar warmende stralen van De dacht. de oogen zijn swart, de onderzijde licbt- roee, bij den staart rneer rood. De staart Is bijna zwart en heeft een gelen rand. Maar het best Is hij te herkennen aan zijn kult. In de jaren 1931 en 1932 Is hij voor *t laatst In groote troepen gezien. Ik dacht, dat je t wel leuk zou vinden, deze dingen over de vogels in onzen tuin te hooren. Heel veel groeten van ons allen, MIENTJE VAN VOORDEN D< Men In WO1M mlgr maai Op sommige dagen dan lijkt er de zón Al warmer en langer te schijnen; Dan vragen nieuwsgierig de kinderen elkaar:, Js *t snaar, gaat de winter verdwijnen?*- j Na aaasei kun star het te i grot al z EX de culti Kick te n séke kapt bouv daar No (R. loost sfeer ontti Va Usmc Aa wel aan. noml perk» langr «eer UltVOl bauxl de 11) vooru Zin om n de he Wai ten, i enkelt parler dng. i ren vi stand BI) doen Wat van p pi taal WH teitsge achapi werkgi Hier woord, woord had b In ver Surina ken. Maar fUts..wat is dat.Daar komt aan de lucht Een donkere wolk stü naar voren. En *t duurt niet heel lang oj de heldere son paardendief int er zeker u|t te.” den heer Het was breede gestalte met een plat, lookman Eerste die ni« aan ding, W( schenkt °°k de i etame z Met r Ten geldt, i ra Cao toen g trekkln moeten landboi tie velen, werken De ti nister deze oi male E genhed Wat wen in Van de baren t den he maar 11 den opi hun be in inis te: steeds De h BDk - schen moeilijk Mg of BIJ <1 stellen Coen nt .Ma, da Juffrouw op school vroeg me van- daag, of ik nog broertjes of zusjes bad”. -En wat «at ae, toen se hoorde, dat je eenif kind was?” „O, gelukkig”, aai aa -dan ben ik er aaet J«* Wat zeg je... al zomer? Geen sprake van hoor, De lente, die maakte een grapje. Kerst schijnt er de zon en dan hagelt het hard. Dat is om ons te plagen, dat snap jel „Nu precies twee dagen geleden, mijn heer,** ael de farmer Otto Wilder tot den detective, die zoo jutet uit New York was gekomen, „zijn mij twee paarden ontsto len.” „En hebt u geen vermoeden, wie de dader kan zjjn?” „Zeker wel, mijnheer. De dader te volgens mij *n zekere Blookman, een verdacht type, die de beesten weghaalt en ze op de een of andere markt verkoopt. En dit te niet alleen mijn meening, maar meerdere menschen verdenken dezen man van het stelen van hun paarden.” „Komt dit hier dan zoo vaak voor?” „Ja, mijnheer, in de laatste drie weken zijn er hier te Louisville zeker wel twaalf paarden gestolen.” „Waarom heeft de politie dien mijnheer Blookman dan niet gearresteerd?" ..Omdat er altlid getuigen zlin. die bewe- -Blookman. Wilder wees naar een der ver lichte vensters. „Nu zou u denken, dat onze j thuis te, nietwaar, maar u kunt van zijn, dat hij weer op diefstal Terwijl Wilder dit zei, zag men des huizes te voorschijn komen, een korte, klein hoofd. „Nu, een schoonheid te de heer Bil niet,” sprak de detective. „Neen, het te een leelljke, bijna mismaak te vent met een afschuwelijk platgetrapten neus." .Draagt hij altijd zoo*n geruite jas een alpinopetje?" „Ja, daar ziet men hem meestal mee.” „Toch, zou ik dat heer wel eens van dichtbij willen zien.” Hij liep op het poortje toe, doch dit was gesloten. De detective liet zich echter niet En weldra dan gaat het van jikkettktikr, Het hagelt.O, o, wat een steèhem En ieder op straat, het zij groot of ‘t za klein. Die neemt in een wipje de beenenl heele familie naar het aardige roodborstje keek, dat zich aan de broodkruimels te goed deed, ik eensklaps had geroepen: .^Cljk eens, wat leuk, net donzen balletjes met een langen staart (Fig. 2).” Bij nader inzien bleken de donzen balletjes staart- meesjes te zijn. De lange staart, de rossige kleur bij de vleugels en de witte kop Heter, niet den minsten twijfel over. *t Merkwaar digste was, dat alle boompjes in den otn- irek plotseling vol staartmeezen zaten en Je dus overal hun ge„tserrt" hoorde. Even plotseling als zij gekomen waren, waren de vogeltjes weer verdwenen. Ook dat verslag vond mijnheer heel interessant. Hij vroeg, of we rozenstruiken In den tuin hadden en toen ik ja ael, vroeg hij, of we er vooral op wilden letten of er zich pestvogels vertoonden. Voor alle zekerheid wees hij mij een prachtexemplaar van de zen moolen vogel (Fig. 3). Nu, ik weet wel zeker, dat ik hem zal herkennen, ik kan hem wel met gesloten oogen beschrijven luister maar: rossig grijs te de boofdtint. de vleugels zijn zwart met wit en geel en aan de kleine slagpennen bevinden zich Beste Henk! Toen we je de laatste maal naar het sta tion brachten, stapten we dicht bij huls af, want we hoorden een eigenaardig vo gelgeluid, dat we niet thuis konden bren gen. Achteraf herinnerde Toos zich, dat zelfde geluld wel eens *s nachts gehoord te hebben, als ze wakker lag. We dachten eerst, dat het de kalkoenen van dien mijn heer uit de buurt waren. Die loopen soms op den weg en maken spektakel. Maar kal koenen waren In den heelen omtrek niet te zien. Toen keken we naar boven.en wat zagen we daar? Een paar groote troepen wilde ganzen, die, elke troep afzonderlijk in V-vorm, met groote vaart door de lucht vlogen. Onder de hand maakten zij dat geluid. Omdat we toch *s middags vrij wa ren, stelde Toos voor naar het natuur-hls- torisch museum te gaan en te zien, of we daar iets meer over de gewoonten van de wilde ganzen te weten konden komen. Nu, dat troffen we. Niet alleen, dat die vrien delijke mijnheer, die daar altijd te. blij was met de mededeellng over de ganzen, hij wist ons de volgende blzonderheden te ver tellen: De wilde ganzen, ook wel grauwe gansen genaamd, zijn broedvogete van Nos^d- en Oost-Europa. Zuidelijk komen zij voor tot aan de Donau en in de Do- broedsja. Ook broeden zij In Engeland op de Hebriden, verder in heel Noord- en Mld- den-Azlë. In ons land* kwamen zij broedend voor in Friesland va» 1819 tot 1904. Meestal leggen ze 4—6 eieren, een enkele maal 12. De eigenlijke herfsttrek begint in Septem ber, terwijl de trek terug van eind Maart tot eind April plaats heeft. De vogels, die wjj gezien hebben, hielden er dus een soort tusschentrek op na. We konden in het mu seum een opgezet exemplaar van deze gan zensoort bewonderen (Fig. 1). Opvallend waren de grijze veeren van de bovenzijde en vooral de dikke oranje-snaveL Alleen de veeren van de bovenzijde der vleugels wa ren biauwachtfg. Die mijnheer van het mu- r’ seum vertelde, dat de hoogte van dle^gan- zenvluchten wel vijfhonderd meter is. Hij vroeg ook, of we de vogels aldoor In V-vorm of eerst als een golvende lijn hadden ge zien. Dit laatste was jutet het geval, zoo nu en dan zapen we den troep van vorm veranderen. Of we nog meer vreemde vogels hadden opgemerkt? Nu herinnerde Toos zich hoe D« P maar h laten v uit het veld slaan. HU nam een verrekijker uit zijn zak en richtte dien naar het bewus te venster. Plotseling riep hij: „Gaat u dadelijk politie halen, mijnheer Wilder, om de woning open te breken ik blijf hier de wacht houden.” Wilder begreep er niets van, maar gunde zich geen tijd om Iets te vragen. Binnen tien minuten was hij terug met drie agen ten. Het poortje werd onmiddellijk open gebroken, toen de deur en In een omme zientje stemden ze in de woonkamer van Blookman. Wie zat daar deftig in den leuningstoel? Een groote chimpansé met de geruite jas aan van zijn meester. Zijnieten het arme beest kalm zitten en wachtten de thuiskomst van den heer Blookman af. Deze keerde midden In den nacht terug van een anderen paardendlefstal en werd natuurlijk meteen achter slot en grendel gezet. „Hoe zag u toch zoo Ineens, dat het een gedresseerde aap was?” vroeg Wilder later aan den detective. „Toen hij voor het bureau ging zitten, nam het onnoozele beest de pen In zijn linkerhand! Dat kwam mij een beetje ver dacht voor!” Dan tandem Dit is een aardig grapje om Je vriendjes mee beet te nemen. Je neemt een stuk papier en maakt daarin een rond gaatje van bijvoorbeeld twee centimeter groot. Dan neem je een tennisbal, of een anderen bal, maar in elk geval een die veel grooter Is dgn het gaatje in je papier en vraagt je vriendje om dien bal door het gaatje te duwen natuurlijk zonder het papier te scheuren. Misschien zal hij het even probeeren, misschien ook zegt hij dadelijk dat het niet kan in elk geval, het lukt hem niet. Dan ga je het hem voordoen. Je zet het papier rechtop voor je en houdt het met één hand vast. Dan leg je den bal vóór het gaatje, steekt de wijsvinger van Ie andere hand door het gaatje en duwt tegen den bal, zoodat die een eind wegrolt. Je hebt dan den bal dóór het gaatje, ge hot geven van verschillende concerten, tijdens zijn verblijf te Den Haag ten huize van den heer Hugo van Dalen FOTOREPORTAGE hAMnCDhlf es rCRDHADÏ 1Q1R I 11I e B si di „Laten wij er eens langs gaan, zoodat Ik de positie van het huls kan opnemen.” De twee heeren gingen op weg. Het was intusschen al donker geworden. De meeste huizen waren door groote tuinen omgeven en van den weg afgesloten door een muur. Een houten of Ijzeren poortje gaf toegang tot den tuin. Zoo was ook de woning van Rondom de universiteit te Weenen kwam het deze week wederom tot verband met de internationale gebeurtenissen. De politie’ moest v demonstranten te verwijderen Jan van Kempen, de bekende zes dagenrenner, is Woensdag te Den Ir. J. P. A. M. Petit, Ingenieur eerste klasse van den Provincialen Waterstaat van Gelderland, die als No. 1 voorkomt op de voordracht voor hoofd-lngenieur van den Provincialen Waterstaat van Noord Brabant De eerste ministerraad der nieuwe Oostenrijksche regeering. Bondskanse lier dr. Schuschnigg tijdens zijn rede tot de leden van het kabinet, dat deze week in zijn nieuwen vorm voor het eerst bijeen kwam ren den man op bet uur van den diefstal in zijn huls gezien te hebben. Mijn paarden bijvoorbeeld zijn tusschen 10 en 12 uur Maandagavond gestolen, want de knecht had om 10 uur den stal verlaten en Is tegen middernacht teruggekomen. Toen waren er twee van de mooiste beesten'verdwenen. Maar wat denkt u, dat Blookman In dien tijd deed?” „Hij uep gemoedelijk in zijn kamer op en neer." „Hoe weet u dat?" „Verschillende menschen, die op dien Maandagavond langs zijn huis gekomen sijn, konden dit getuigen." .Maar is het niet mogelijk, dat die mes leken zich vergist hebben, want het is nog nooit voorgekomen, dat een mensch op twee plaatsen tegelijk was.” „Het huls ligt wel achter een muur, maar de eerste verdieping, waar Blookman woont, kan men toch goed van den weg alen.” Een Grumman-amphibie, een voor Ned. India geheel nieuw type vliegterfg, landde dezer dagen op Tjililitan. Het toestel werd aangekocht door de Bataafsche Petroleum Mij. voor lucht fotografie en karteering

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1938 | | pagina 4