De avonturen vaneen verkeersagentje ^Cct wïAaal wut den da^ E F 750. F 250.- SHEA jL De oude safe I van de lersche Brigade ZATERDAG 26 FEBRUARI 1938 •i Een „geschikte kracht** RANDALL PARRISH DOOR De „Burgemeester vaii Londen Naar een goedkooper fiuishouding I AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL 1 zocht in z’n zak. ,4im, heb niet „Winterlandschap" van Pieter Breughel kozen had bij levenslange geheele meer Tl (Wordt vervolgd.) „En is de dwerg het nu gaan vertellen?” Srï-'.f 5 l tot werken door Ide beenen at beide oogen BU de boot gekomen, werd de schildwacht geroepen, die ijlings aan kwam loopen, omdat die het ook al niet op de heks had be grepen. Keeaie deed heel erg moedig en stond met getrokken zwaard, maar hij was wist blü, dat hü weer in het schuitje zat.Wacht maar, wacht maar,” riep hij, terwijl hij drei gend wees naar de hut van de heks, „uitstel is nog geen afsteL” HU mls- Zoo was. Zelfs Ondertusschen krijgt hij zijn tegenstander nog op den vloer-ook. Tony Galento’s nieuwe oppo nent was Harry Thomas, die kort geleden van Max Schmeling verloren heeft. Galento prefereerde het beroep van eerzaam bierverkooper boven dat van prijsvechter. Het gevecht met Thomas gaat dus niet door. De vele boksllefhebbers van New-York zijn teleur gesteld over de behandeling, die hun favoriet ten deel is gevallen. Galento echter vindt het wat best. Door al die publiciteit is zijn bier- verkoop zwaar, gestegen en hij vecht nu alleen maar als hjj een enkelen enthousiast te veel bier w J 1 VS eer toe Wie dit bord voor zich ziet moet x t r a voorzichtlg zijn, want hij nadert 'n voor- rangsweg (óók het verkeer van links laten vóórgaan!) M< voor tot scco De deze: Mi eotni het wil 1 wille De Wel De eraa De heel De voor «ere; De ter, M< Bjjls aan. D t de i (inn plaa indii mak drUv Dl WOOl geda De een De het Wi 80 gen, voor blik Ve doen doen voor ¥v derh ben Er aans 1 Me kracl gen gaat gezel sal 1 voon De ons desk i io Ml gen is n meel voor He de g Mog in d Na Werd drijf tribt geen begr gen. «P I P® «M B. I afl< son C niet. Cliff ■lts cull ra» D SM- lijk D Hch post D het self sovj D rooi van Toen onlangs de burgemeester van Berlijn te Londen vertoefde, stak hij een bezoek af, niet bü den Lord Mayor van Londen, maar bij Lord Snell, den voorzitter der London County Coun cil, omdat diens positie, naar zijn oordeel, meer met de zijne overeen kwam. Indien hij hiermede bedoelde, dat het gebied, waarover zich het ge zag der London County Council uitstrekt, meer overeenkomt met dat, waarvan hU de eerste magistraat is, dan de City van Londen, aan welker hoofd de Lord Mayor staat, dan had hjj zeer zeker gelijk. Maar in geen enkel ander op zicht hebben zijn positie en die van Lord Snell iets gemeen. Nu er sprake van is, dat laatstgenoemde zich de volgende maand niet opnieuw beschikbaar zal stellen voor het voorzitterschap van den Raad, en men zelfs reeds de namen zijner mo- gelUke opvolgers noemt, willen wij een en ander zeggen omtrent de zeer eigenaardige positie van den man, dien de burgemeester van Berlijn met eenig recht beschouwde als zijn Londensch pen dant. De grootste stad ter wereld heeft geen burge meester. Het rechtsgebied van den Lord Mayor, beperkt zich tot de City van Londen, welke een oppervlakte heeft van slechts één vierkante mUl. en niet meer dan tienduizend Inwoners telt, De schildwacht was ook blij, dat hij eindelijk de boot bereikt en toen hij er met een groote vaart was ingesprongen, was de boot al van den kant. Keesle, blij, dat hij er zoo goed was afgekomen,had nu weer allemans praats. Hij hield zijn sabel in de hoogte en riep: „wacht maar, wat in een goed vat is, verzuurt niet. Je bent nog niet van ons af.’ Zij sleepten mij mee er waren er vijf en ik werd met touwen op den rug van een paard vastgebonden. De doek werd weggeno men, maar de nacht was veel te donker dan AJ I F ARONM^’Q °P mt blad gevolge de verzekerlngzvoorwaarden tegen F by levenslange geheele ongeschiktheid AVI el - wIL o ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen 1 VU» verlies van belde armen, beide beenei b|j verlies van een hand, een voet of oen oog. ofschoon er overdag ongeveer een half millioen menschen werken. Het is eigenlijk onjuist te zeggen, dat Londen geen burgemeester heeft; het heeft er integendeel 26, want het Graaf schap Londen bestaat uit 26 boroughs of ge meenten en aan het hoofd vim elk barer staat een mayor of burgemeester. Maar Londen, als geheel, heeft geen burgemeester. Het is een graafschap, dat wil zeggen: een provincie, en wordt als een provincie geregeerd, ofschoon eenlgszlns anders dan andere graafschappen. Het gezEig wordt uitgeoefend door den Graaf- schapsraad of County Council, maar een per soonlijk hoofd, in de gedaante van een burge meester, heeft Londen niet. In zekeren zin kan men den voorzitter van den Graafschapsraad als den voornaamsten van Londens regeerders beschouwen, maar in wer kelijkheid te nlj veeleer het voorzittende lid van het college, dat Londen bestuurt, dan dat hij eenig gezag heeft gelijk een burgemeester dat ook buiten den Raad uitoefent. Op de eerste plaats is hij leider van de vergaderingen van den Raad, en als zoodanig tot onpartijdigheid verplicht, ofschoon hi) steeds een aanzienlijk lid van de meerderheidspartij is. Verder heeft hjj geen van de functies, die het burgemeesterschap met zich brengt. Zoo is hij geen rechtsprekend fabrikanten van Radlon dit nuttige huishoude lijke artikel thans tegen zulk een populalrên prijs verkrijgbaar stellen. Deae maatregel zal diengenen die dit week in week uit gebruiken, een aanzienlijke besparing op het huishoudgeld brengen. New-York heelt een nieuw boksldeool. Tony Galento, een kleine dikke caféhouder uit New- Jersey, is de laatste ster aan den Amerlkaan- schen Puftilistischen hemel. Zijp bokscarrière begon hij als uitsmijter, en daar dat zeer succesvolging, heeft hij zich op het meer ambitieuze bestaan van beroepsvech ter toegelegd. Ook in deze carrière» was hij erg succesvol. Niet dat de dikte Tony zulk een goed bokser is, nee, dat niet maar hij doet alles zoo komisch, dat het publiek zit te schudden van het lachen. L” Z.l-A Maar de New-Yorksche bokscommlssle is maar half met Galento ingendmen. Niet omdat hij van de bokssport een comedie maakt, want dan zou men wel 70 pet. der zwaargewichten kunnen uitsluiten, maar omdat hij zich heeft laten fotografeeren met een groote sigaar en een glas bier. De achtenswaardige commissie vond" die houding onvereenlgbaar met den goe den naam van de bokssport. Men ried Galento ten sterkste aan zich niet meer in zulke ont- eerende houdingen te laten fotografeeren. Tony kreeg toen een goed idee. Hjj poseerde voor een nieuwe foto, ditmaal in een milkbar melkzulgende door een rietje. De commissie werd nu werkelijk kwaad en stelde Galento een ultimatum: óf in strikte training gaan öf zich stilhouden. bij een ongeval met doodeUjken afloop dat ik iets meer kon zien dan de gestalten van mijn begeleiders. Slechts een sprak mij een keer aan en dan alleen nog om mij te bedreigen als ik schreeuwde. Hij scheen mij een buitengewoon groote man toe, had een baard en was klaar blijkelijk de leider. De man, de het paard bij den teugel hield, was een neger, wat ik uit zijn spraak kon opmaken. Wij reden door een dicht bosch en daarop langs een smal pad, waar de mannen achter elkaar moesten loopen. Alles leek even trooste loos en verschrikkelijk, maar ik kon volstrekt niet uit maken, waar ik wem. Na geruimen tijd, het was nog donker, kwamen /WIJ bij dit oude kasteel Rolsel is de naam, Monsieur en zij hielden mij beneden tot het dag was ge worden, want zij waren allen bang voor spoken en niemand zou zich graag de donkere trap op gewaagd hebben. Toen brachten de lange man en een ander, die Deslins werd genoemd, en die mjj later voedsel bracht, mij hierheen, en sloten mjj hier op. Eerst then ik den dwerg, Gospeie, zm, begreep ik, waarom ik was ge vangen genomen. Ik had 'eerst gedacht, dat het misschien om een losprijs te doen was, maar toen begreep ik, dat ,de Saule achter dit alles zat.” „Zoo was het ook! Hjj kwam zelf?” „Twee uur geleden. Hjj vertelde, dat hij gis-, teren Parijs had verlaten. Ik wil niet herhalen wat hjj zei, Monsieur, maar hü wendde voor liefde voor mjj te gevoelen en beloofde mjj on- middellijk de vrijheid, als ik met hem wilde trouwen. Ik heb dit niet beloofd, maar wat magistraat, geen vertegenwoordigend hoofd der gemeente. Bbv^ndien wordtJiik wel-is-waar, formeel ge- j^deif’Craafschapsraad, maar feitelijk toch benoemd door een num, die veel machtiger is dan hij, en die met meer recht beschouwd zou kunnen worden als Londens voornaamste regeerder, ruunelljk door den lei der van de meerderheid in den Raad. Dit is, sinds in 1934 de socialisten in Londen de meer derheid kregen, de bekende Herbert Morrison, en deze is in Londen een veel machtiger man dan ooit, onder welk régime ook, eenige burge meester te Berljjn geweest is. Zoolang hij fh zijn eigen fractie den steun der meerderheid beeft, is hij praktisch heer en meester over Lon dens politiek. Hij benoemt en ontslaat naar wel gevallen de machtige voorzitters der Raadscom missies, dat wil zeggen: wanneer hij een partij genoot niet langer als voorzitter van zulk een commissie wenscht te handhaven, dan vergt de partijdiscipline ook, dat deze niet herkozen wordt. Hierop wordt nooit Inbreuk gemaakt. Zoo benoemt de leider der meerderheid ook feitelijk den voorzitter van den geheelen Raad Hij be slist wie gekozen zal worden en in overeenstem ming met zijn beslissing wordt gehandeld. Lord Snell is een aanzienlijk man in de La bourpartij. Hjj Is onder andere leider van de Labour-opposltle in het Hoogerhuls en dit is waarschijnlijk oorzaak, dat hij het voorzitter schap van de London County Council wil op geven. Maar als voorzitter is zijn macht niet groot. Wsmneer de BerlUnsche burgemeester te Londen den man wilde opzoeken, die in de Brit- sche hoofdstad ongeveer even weinig heeft in te brengen als hijzelf in de Dultsche, dan kon hij zeker niet beter doen dan hij gedaan heeft Maar wanneer hij den man had willen zien, die feitelijk, ofschoon niet in naam, burgemeester, neen dictator van Londen is' dan had hjj zich tot mr. Herbert Morrison moeten vervoegen. Of deze, die een Israëliet is, bijzonder Inge nomen geweest zou zijn met het bezoek van een Nazi-burgemeester, is een andere vraag. 'V en Studie van Edóard Michel, een maard Brueghel-kenner, in de Gazette des Beaux-Arts. houdt zich bezig met de veranderingen der Waardeerlng voor dezen ge malen kunstenaar. Michel vertelt, dat het Brueghel ook tijdens ziin leven niet heeft ontbroken aan waardee- mlg. Men betaalde hooge prijzen voor zijn wer ken, doch denkelijk uitsluitend om de „grap pigheid” van de onderwerpen. Men vergeleek hem met Hieronymus Bosch, met Teniers, verleende hem den bijnaam van -Heter den Drol” en nog in 1863 beschrijft Waagen, een der grootste kenners dier dagen, zijn werk als „grapgig” en niet in alle opzichten f vrij v»n ^banaliteiten, wel had Thoré-Bürger een Jaar te voren voorzichtig gewaagd op te merken, dat men Brueghel niet de oewonderlng gaf, waarop hij recht had, maar zijp stem bleef onopgemerkt en zelfs de fijngevoelige Fromentta ging Brueghel stilzwijgend voorbij. Geheel in overeenstemming met deze situa tie is de in het oog vallende afwezigheid vin Brueghels in de belangrijkste musea dier dagen. Het Louvre, dat uit oude vorstelijke verza melingen sedert jaar en dag zooveel fraaie werken van Ostade en Teniers bezat, verwierf z|jn eerste Brueghel in 1892, Brussel kocht zijn eerste Brueghel In 1846 als Bosch, zijn tweede tn 1902, Berlijn zijn eenige in 1914. Londen de zijne in 1920, Antwerpen de zijne in 1929; tei- wjjl men in de overigens zoo rijke verzame lingen te Amsterdam. Den Haag, Rotterdam er die van het oude Petrograd Brueghex’s werk vergeefs zal zoeken. Alleen Weenen vormt, ge lijk bekend, dank zij den kunstzin van Ifelzer Rudolf II, een imponeerende ultzondeftpg met zijn nog altijd onovertroffen rfj van 15> schil derijen van den meester. Bovenstaande opsomming geeft reeds aan, dat na 1880 de waardeerlng voor Brueghel een ver andering begint te ondergaan; de namen der Belgische kunsthistorici Hljmans, Hulin de Loo •n Van Bastelaar zijn het, welke £ot in lengte van dagen met Brueghel’s roem verbonden zul ten blijven. Men „ontdekte” Brueghel en meu meende hem als den „Boeren-Brueghel”, ais autochthoon genie naar voren te moeten bren- 1 gen. Brueghél was de zuiverste incarnatie van den Vlaamschen geest, bevrijd van elke conven- tie der zg. primitieven en nog niet beroerd i door den vreemden Invloed van Italië. Nog in 1921 en bij een kenner als Friedlander treft men deze visie aan, totdat in '1923 Max Dvorak de oogen opende,, de idylle van den schllder- bóer verstoorde en ons een Brueghel schetste, die als knap vakman volkomen op de hoogte was vanwat er in zijn tijd omging, maar die als genie de kracht had zijn kunst te maken i tot den zuiver Vlaamschen tegenzang van de in Italië aangeheven melodie. Maar nog tras het beeld niet voltooid: in 1931 publiceerde A. E. Popham, conservator aan j het Britsch Museum, een Inscriptie uit het vriendenalbum van den geleerde Abrahtun Ortellus, waaruit bleek, dat Brueghel als vol komen gelijkwatudlge in den kring der Vlaam- sche humanisten had verkeerd. Michel besluit zijn met tal van voorbeelden en illustraties toegelichte uiteenzettingen» met de formulee- ring vsm wat volgens hem als het waardevolstc. het nieuwe ip. Brueghel’s kunst moet worden gezien: niet de teekenaar van grappige too- neeltjes of caricaturale koppen, niet de boer- sche uitbeelder van het boersche leven, maar een humanistisch geschoold Renaissance-kui.- stenaer, die de eerste schepper werd van bet om zichzelfswllle uitgebeelde, met sentiment geladen landschap. de laatste geldrol geteld was en 1 resteerende kasgeld weer in de safe was gelegd. De oude Cliff draalde de wijzerplaat van ’t letterslot om en probeerde de deur. „Ga Jij maar naar huis,” zei hij tegen Rains- by. ,Jk heb nog wat te doen en Dick moet nog met z’n weekstaten komen. Ga Jij maar gauw slapen, morgen is !t weer vroeg dag." Toen de voetstappen van Rainsby waren weg gestorven, was de oude man even ingedut in z’n bureaustoel. Van den aanrydenden auto, die nu buiten stil stond, had hij niets gehoord. H(j schrok op en sloot het grootboek, dat open voor hem lag. Dat zou Dick zijn. Hij liep op de deur toe. Maar de auto die voor stond, was niet die van Dick, en de stem, die hij hoorde, kende, hij niet. - „Is dat de weg naar Perthshire?” werd hem gevraagd. Werktuiglijk was de oude man een paar stappen achteruit gegaan, maar gerustgesteld door de"' vraag, antwoordde hij„Neen, u hadt bfj de kerk links af moeten slaan en..;.” „Wacht even.” Uit den auto kwam een don- Ijgre gestalte. „Schrijf lij dat even op, Jlm.” Terwijl de man nog sprak, liep hij op het licht der geopende deur toe. ’t Was een Jonge man in bruin costuum en een zwarten deukhoed op. Hij je soms een potlood? De oude Cliff voelde dat er gevaar dreigde, m. x- een man moest ik doen? Ik moest noodzakelijk wat meer weten en dasuwxn zei ik wat lieve woordjes tegen hem, waardoor zijn boosheid een weinig be daarde en ik beter achter zijn plannen kon komen. Ik weet wel heel zeker, dat hij mjj vertelde dan hij eerst van plan was, maar hjj dacht natuurlijk, dat ik hem zou be wonderen als hij pochte op alles, wat hij ad gedaan had en nog v^ plan was te doen. De man is altijd een bluffer geweest en een echte lafaard." ..Heeft hij u ook verteld, dat hjj uw broeder ook gevangen hield?” ,4a. Monsieur nmar ik wist, dat dat een leugen was, ofschoon ik het hem natuurlijk niet zei. Heeft Gospeie u daarover gesproken?" JHJ heeft het mij meer dan eens verzekerd en ik geloot ook wel dat de kerel hef zelf geloofde. Hij bracht mij naar het vertrek, waar de man gevangen had gezeten, maar hij was er niet meer. De cipier, Deslins, is gedood; wij vonden zijn lijk.” Een oogenblikje was het volkomen stil tus- schen ons; ik kon haar duidelijk hooren adem halen. Zij bewoog zich niet en haar hand had z(j uit de mijne teruggetrokken. „Maar wie zou dat dan kunnen zijn. Mon sieur?" vroeg zij ten slotte. „Charles, toch zeker niet, en toch de Saule en Gospeie belden ken nen hem heel goed.” ,Jk kan het helaas ónmogelijk gelooven,” be tuigde ik droevig. „Geloof mij. Mademoiselle, ik kan moeilijk anders denken dan dat uw broeder dood is. WU vochten, en mijn zwaard dóórstak zijn stootplaat en hjj viel. Geen „Dat niet! Daar heb ik wel voor gezorgd. De kerel is heel secuur beneden in een cel opge sloten. HU heeft mU niet meer verteld dan waartoe ik hem onder bedreigingen verplichtte. HU ontkende, dat de Saule hier wm." „Hebt gü hem dan nasu: zUn meester ge vraagd?” ,4a. Mademoiselle, want ik bracht dezen onmiddelIUk met u in verband. In ParUs had ik van de verhalen gehoord, die daar over u belden in omloop waren. Er werd verteld dat de man u wenschte te huwen en dat de koning zyn wenschen genegen wees, maar dat gU hen beiden liet praten, en daarvoor van het hof werd ver bannen. Toen gU dus op zulk een wonderlUke manier waart verdwenen en ik hoorde, dat gU hier waart opgesloten, terwUl Gospeie vrU rond liep, kwamen ai deze praatjes mU van zelf te binnen en bracht ik onwillekeurig de Saule met een en ander in verband. De dwerg zwoer, dat ook hU een gevangene was, maar hU liep veel te vrU beneden rond dan dat ik het kon gelooven. Maar wat is de bedoeling van den hertog met dit alles?” ,MU te dwingen met hem te trouwen, neeft ontdekt, dat hU alleen door geweld schlen kan hopen iets goeds te bereiken, lachende weg, alsof het een goede grap heeft hU mU het heele plan ontvouwd, nog in ParUs was ik elgenlUk al het slachtoffer van zUn Intrigues. Het was zoo geregeld, dat ik bU de discussie over de dépêche zou tegen woordig zUn en er zou juist in den breede wor den uitgeweid over de moeilijkheden en de zwarigheden om haar veilig naar Louis over te De t 50 echt dien, punt drag i 20 moei afwj vert< het btf I door Voor «em De oude -j—v e oude Cliff was altUd kalm. Daarom las 1 hij ook langzaam en bedaard den brief liep toen rustig mtar de .safe, die hU kiitlsch bekeek, terwijl z’n compe^non Rainsby ongeduldig stond te wachten. „Om te zien is ze inderdaiul niet veel,” gaf Cliff toe. „Laat ik Je zeggen, Cliff, dat een moderne bankroover dat ding a|p een sardlne-blikje openscjieurt.” „Zou je dat denken?” De oude man keek even verschrikt. „Ze is anders zeer solide. Con Rash-- lelgh bouwde die kast in 1889pen garandeerde haar ten volle. Ik heb nog indoit gehqbrd, dat het met iets dat Con gegarandeerd heeft, is mis geloopen. „Men moet den. ouden man nemen, zooals hU is.” dEmht Rainsby. HU zei dan ook vriendelUk: „Verlies niet uit ’t oog. Cliff, dat een moderne safe vertrouwen wekt. En nu wordt er een goed koop Eiangeboden, een van t allermodernste type. Je weet trouwens, dat de Beiwick-Oom- pagnie d’r spullen in orde heeft.” Weer nam Cliff den brief oj^ en las: „Geheel van 't beste en zwaarste staal, nieuw ste type op tUdslot en.... niets om er in te doen,” grinnikte hU. Rainsby lachte. HU hield van z’n ouden com pagnon, maar hun bank, ^1 wem ze niet groot, moest toch met haar tUd meegaan. HU stapte even van t onderwerp af: „We hebben nu met die rubber-transacties aardig wat geld in huls," begon hU langs een omweg, „en met al die diefstallen en inbraken van den laatsten tUd.... herinner Je je meer, wat er met Humfield is gebeurd?” r „Jawel, maar m’n makker verlaat me Daar kan ik op rekenen/’ En de bankier deed z’n jas open en htudde uit den binnenzak een oud model revolver te voorschijn. De Don derdagavonden waren steeds druk in 1 rubber- seizoen. t Was al bü half twaalf to avonds, toen brengen. ZU rekenden op mUn durf en myn koningsgezindheid, en de hertog gaat er zelfs groot op, dat de koning het plan goedkeurde. De dépêche bestond eigenlUk volstrekt niet, er was alleen maar een blank velletje papier in de enveloppe gedaan, waarop het officleele Fran- sche zegel. Hun bedoeling was eenvoudig om mU van ParUs weg te krUgen en geheel alleen hier in St. Quentin, waar ik niemand kende en geen vrienden haul. Zelfs de gids, dien zU mij meegaven, was in dienst van de Saule en hU had bevel gekregen, waar hU op een zeker uur moest zUn. Het onverwachte verschijnen van de Engelsche verkennings- patrouille beeft het plan in duigen doen vallen. De bende van Saule was niet groot ge noeg, om den aanval te wagen en moest zich dan ook vergenoegen met in de duisternis op en neer te loopen in de hoop op een geschikte kans om de hand op mU te leggen. En geheel anders dan zU hadden kunnen denken, was het lot hun gunstig. In de hut naELSt die, waar gU mU had achtergelaten, hadden zU zich verstopt. Ik ging geheel op in mün pogingen om u in het oog te houden, terwijl gU bezig waart een paard te bemachtigen en ik had mets gehoord. Ineens voelde ik mU ruw beetgepakt en werd er een doek over mUn hoofd geworpen. Ik kon niet schreeuwen, zelfs niet het minste geluld maken. seconde later hadden de officieren vim mijn regiment mU buiten het vertrek getjuwd en smeekten mU ter wille van mijn leven op de vlucht te gaan. En meer weet ik er niet van. *t Is natuurlUk heel goed mogeiyk, dat de ge vangenneming van d’Enville ook tot het plan behoorde, maar het is toch heel moeilijk aan te nemen, dat, al wsts hU door den stoot, dien ik hem toebracht, ook alleen mtiar gewond, zijn toestand hem zou veroorlooven hier te zUn. Ik denk eerder, dat deze schurken door het een of ander toeval een man in handen hebben ge kregen, die op den chevalier gelukt, iemand van denzelfden rang, en dat zy den man voor hem aanzien. Gospeie heeft uw broeder wel eens ge zien, maar misschien alleen mtiar op een af stand en het is heel goed mogeiyk, dat da Saule den gevangene nog niet heeft bezocht. Zoodra hU hier aankwam, is hü naar u toe ge gaan.” Ik hoorde een half onderdrukten snik en haar hand tastte langs mUn mouw. „Ach, ik wil hopen, dat het waar is. Mon sieur! Ik wil hopen, dat hü niet in de macht is van die gruwelüke bende hier! Maar ik hoop van den anderen kant vurig, dat hü in leven is. Ik kan de gedachte niet verdragen, dat gU hem gedood zoudt hebben.” „Rn dat zoudt gü verlangen ter wille van mU?” maar t was te Iaat. Dreigend werd browning op hem gericht. Een tweede verscheen, en direct hadden ze zich van Cliffto oude revolver, een Colt,’ meester gemaakt. „Vooruit en vlug wat,” klonk het, „het geld ligt in de brandkast.” Maar Cliff was al bekomen van den schrik en zei resoluut: «Ja, en daar bluft het en....” V HU eindigde in een kreet van pUn. Een der kerels had hem met z’n revolver eén stoot in den rug gegeven. De andere had inmiddels de safe geïnspecteerd. „■t Is in orde,” lachte hU, „net een conserven- bus en een oud letterslot.” .Letterslot?” herhaalde z’n medeplichtige, .jnaar dat is prachtig. Dan kan die ouwe heer die kast netjes voor ons open maken. Luister eens,” wendde hü zich dreigend tot Cliff, ,Je hebt zelf de keus. Als Je gehoorzaamt, dan gaat ^les goed. Zoo niet, dan is *t met je gedaan, en dat oude ding van Jou snUden we daarna in reepjes. Dus Je weet wat Je te doen staat. Vlug!” De bankier staarde voor zich uit. „Enfin,” zei h(J bedaard, ,4k ben oud en aan jullie over geleverd.” Met de browning dreigend in z’n rug, opende hü de deur van de safe. HU draaide het licht op en met z’n drieën stapten ze het baksteenen gewelf binnen.” „Uitstekend, en watur Is het geld nu? Vlug, maak wat voort!” Er klonk een schorre kreet. De oude heer struikelde, zwaaide, viel en kwsun toen met z.*n schouders tegen de deur, die met een harden klap weer dicht sloeg. Een oogenblik stonden de twee bandieten als aan den grond cgenageld. De een vloog op de deur toe en trok aari 1 zwa re handvat De man met de browning snauwde: „Waarom deed je dat. zeg....?” Hü zweeg. De oude' Cliff stond nu kaafsrecht voor hen. Er wem geen spoor van vrees of zwak heid bü hem te zien. .Allemachtig,” sprak Jim. met Jieesche stem: „Ze is in t slot gevallen! Kan je dat ding aan den binnenkant niet open maken?” „Neen,” de toon waarop Cliff dit zei, klonk beslist en zegevierend, „de safe is soiled ge bouwd en er is precies voor 3 uur lucht in. „En zou je denken?” vroeg de man met de browning woedend, „dat we ons door jou zullen laten beetnemen?” .Best mogelük,” klonk het kalme antwoord. ..Steek dat wapen maar in Je zak. Er is maar één man, die je hier uit kan halen en dat ben ik.” De man met de browning veegde zich het voorhoofd af, waarop het angstzweet parelde. ,Jk kou dat ding nmar aan mü geven," zei Cliff rustig. „Ben Je gek? Ik zal je eens....” Jk hou er niet van, zaken te bespreken on der bedreiging met een revolver,” hernam de bankier. „Ik vind het in elk geval verkieslüker neergeschoten te worden, dim hier langzaam maar zeker te stikken.” Er volgde een diepe stilte. Daarop zei de in breker Jlm, die een besluit scheen genomen te hebben, tot z’n kameraad: „Vooruit, wees geen idioot. Hü heeft ons in z’n macht” Daarop verhuisden de browning en de oude Colt naar Cliff, die z’n eigen revolver in de hand hield. Uit een der stalen boxen tegen den wand haalde hü een telefoon. ,Jk zeü,” zei hü spottend, .jnünheer Rainsby opbellen en hem hier laten komen met den sherif. Zoodra hü hier is, zal ik hem als ik dan nog leef het letterslot toeroepen, zoodat hü ons er uit kan laten.” Hier zweeg hü even en keek met voldoening naar de deur. ,2e is in elk geval solide; door Con Rashleigh gebouwd in 1889 en hü gaf er een onbejierkte garantie op.'En ik heb nog nooit gehoord, dat Con iets gegarandeerd heeft, waar men niet op rekenen kon.” ,JJe vriend van den koning, de Hertog de Saule. Ik zei hem ronduit, dat hü de duivel in menschengedaante was. Eerst lachte hü er wat om; toen begon hü er zelfs op te' pochen, en telkens opnieuw te snoeven op de groote msxht, die hU bezat. Hü spotte met den weerstand, dien ik hem bood; het was volkomen nutteloos of Ut mü al verzette, zün mannen stonden altüd klaar om zün bevelen uit te Woeren, zelfs moord. Deze man is een monster, een echte duivel de beschaving is slechts uiterlüke schün en zün glimlach is niets anders dan ver raad.” „Ik twüfel er geen oogenblik aan,” zeide ik. Jk was ofi zoo iets voorbereid, want ik heb" beneden zün trouwe Hulp, den monsterachtlgen dwerg Gospeie, ontmoet en heb hem gedwongen mü te zeggen, waar gü waart opgesloten. Hü zal natuurlUk wel gedacht hebben, dat ik op weg hierheen tegen zün meester of een paar van de schurken, die de trap bewaken, zou oploopen. Heel toevallig heb ik niemand ont moet en kon dus ongehinderd bü u komen.” De lezeressen van ons blad zullen met veel instemming kennis genomen hebben van de prüsverlaging van Radion, het bekende, zelf werkende waschmlddel. Hierdoor wordt ongetwüfeld een zeer belsmg- rüke wekelüksche besparing op het huishoud geld verkregen! Want waarop de Nederlandse!» huisvrouw ook bezuinigen mag om haar budget sluitend te krügen, de wereldberoemde Neder- landsche zindelükheid verbiedt haar natuurlUk, te gaan bezuinigen op de kosten van de weke lüksche wEMchl. In elk Nederlandsch gezin, of men het ruim heeft of niet, moet het wasch- goed helder zün! t Daarom is het zoo toe te juichen, dat de

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1938 | | pagina 10