De avonturen vaneen verkeersagentje
^Cct wïAaal wut den da^
E
F 750.
F 250.-
SHEA
jL
De oude safe
I
van de lersche Brigade
ZATERDAG 26 FEBRUARI 1938
•i
Een „geschikte kracht**
RANDALL PARRISH
DOOR
De „Burgemeester
vaii Londen
Naar een goedkooper
fiuishouding
I
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
1
zocht in z’n zak. ,4im, heb
niet
„Winterlandschap" van Pieter Breughel
kozen
had
bij levenslange geheele
meer
Tl
(Wordt vervolgd.)
„En is de dwerg het nu gaan vertellen?”
Srï-'.f
5
l tot werken door
Ide beenen at beide oogen
BU de boot gekomen, werd de schildwacht geroepen, die ijlings
aan kwam loopen, omdat die het ook al niet op de heks had be
grepen. Keeaie deed heel erg moedig en stond met getrokken
zwaard, maar hij was wist blü, dat hü weer in het schuitje
zat.Wacht maar, wacht maar,” riep hij, terwijl hij drei
gend wees naar de hut van de heks, „uitstel is nog geen afsteL”
HU
mls-
Zoo
was.
Zelfs
Ondertusschen krijgt hij zijn tegenstander nog
op den vloer-ook. Tony Galento’s nieuwe oppo
nent was Harry Thomas, die kort geleden van
Max Schmeling verloren heeft.
Galento prefereerde het beroep van eerzaam
bierverkooper boven dat van prijsvechter. Het
gevecht met Thomas gaat dus niet door. De
vele boksllefhebbers van New-York zijn teleur
gesteld over de behandeling, die hun favoriet
ten deel is gevallen. Galento echter vindt het
wat best. Door al die publiciteit is zijn bier-
verkoop zwaar, gestegen en hij vecht nu alleen
maar als hjj een enkelen enthousiast te veel bier
w
J
1
VS
eer
toe
Wie dit bord
voor zich ziet
moet x t r a
voorzichtlg
zijn, want hij
nadert 'n voor-
rangsweg (óók
het verkeer
van links laten
vóórgaan!)
M<
voor
tot
scco
De
deze:
Mi
eotni
het
wil 1
wille
De
Wel
De
eraa
De
heel
De
voor
«ere;
De
ter,
M<
Bjjls
aan.
D
t
de i
(inn
plaa
indii
mak
drUv
Dl
WOOl
geda
De
een
De
het
Wi
80
gen,
voor
blik
Ve
doen
doen
voor
¥v
derh
ben
Er
aans
1 Me
kracl
gen
gaat
gezel
sal 1
voon
De
ons
desk
i io
Ml
gen
is n
meel
voor
He
de g
Mog
in d
Na
Werd
drijf
tribt
geen
begr
gen.
«P
I
P®
«M
B.
I
afl<
son
C
niet.
Cliff
■lts
cull
ra»
D
SM-
lijk
D
Hch
post
D
het
self
sovj
D
rooi
van
Toen onlangs de burgemeester van Berlijn te
Londen vertoefde, stak hij een bezoek af, niet
bü den Lord Mayor van Londen, maar bij Lord
Snell, den voorzitter der London County Coun
cil, omdat diens positie, naar zijn oordeel, meer
met de zijne overeen kwam. Indien hij hiermede
bedoelde, dat het gebied, waarover zich het ge
zag der London County Council uitstrekt, meer
overeenkomt met dat, waarvan hU de eerste
magistraat is, dan de City van Londen, aan
welker hoofd de Lord Mayor staat, dan had hjj
zeer zeker gelijk. Maar in geen enkel ander op
zicht hebben zijn positie en die van Lord Snell
iets gemeen.
Nu er sprake van is, dat laatstgenoemde zich
de volgende maand niet opnieuw beschikbaar
zal stellen voor het voorzitterschap van den
Raad, en men zelfs reeds de namen zijner mo-
gelUke opvolgers noemt, willen wij een en ander
zeggen omtrent de zeer eigenaardige positie van
den man, dien de burgemeester van Berlijn met
eenig recht beschouwde als zijn Londensch pen
dant.
De grootste stad ter wereld heeft geen burge
meester. Het rechtsgebied van den Lord Mayor,
beperkt zich tot de City van Londen, welke een
oppervlakte heeft van slechts één vierkante
mUl. en niet meer dan tienduizend Inwoners telt,
De schildwacht was ook blij, dat hij eindelijk de boot
bereikt en toen hij er met een groote vaart was ingesprongen,
was de boot al van den kant. Keesle, blij, dat hij er zoo goed
was afgekomen,had nu weer allemans praats. Hij hield zijn
sabel in de hoogte en riep: „wacht maar, wat in een goed vat
is, verzuurt niet. Je bent nog niet van ons af.’
Zij sleepten mij mee er waren er vijf
en ik werd met touwen op den rug van een
paard vastgebonden. De doek werd weggeno
men, maar de nacht was veel te donker dan
AJ I F ARONM^’Q °P mt blad gevolge de verzekerlngzvoorwaarden tegen F by levenslange geheele ongeschiktheid
AVI el - wIL o ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen 1 VU» verlies van belde armen, beide beenei
b|j verlies van een hand,
een voet of oen oog.
ofschoon er overdag ongeveer een half millioen
menschen werken. Het is eigenlijk onjuist te
zeggen, dat Londen geen burgemeester heeft;
het heeft er integendeel 26, want het Graaf
schap Londen bestaat uit 26 boroughs of ge
meenten en aan het hoofd vim elk barer staat
een mayor of burgemeester. Maar Londen, als
geheel, heeft geen burgemeester. Het is een
graafschap, dat wil zeggen: een provincie, en
wordt als een provincie geregeerd, ofschoon
eenlgszlns anders dan andere graafschappen.
Het gezEig wordt uitgeoefend door den Graaf-
schapsraad of County Council, maar een per
soonlijk hoofd, in de gedaante van een burge
meester, heeft Londen niet.
In zekeren zin kan men den voorzitter van
den Graafschapsraad als den voornaamsten van
Londens regeerders beschouwen, maar in wer
kelijkheid te nlj veeleer het voorzittende lid van
het college, dat Londen bestuurt, dan dat hij
eenig gezag heeft gelijk een burgemeester dat
ook buiten den Raad uitoefent. Op de eerste
plaats is hij leider van de vergaderingen van
den Raad, en als zoodanig tot onpartijdigheid
verplicht, ofschoon hi) steeds een aanzienlijk lid
van de meerderheidspartij is. Verder heeft hjj
geen van de functies, die het burgemeesterschap
met zich brengt. Zoo is hij geen rechtsprekend
fabrikanten van Radlon dit nuttige huishoude
lijke artikel thans tegen zulk een populalrên
prijs verkrijgbaar stellen. Deae maatregel zal
diengenen die dit week in week uit gebruiken,
een aanzienlijke besparing op het huishoudgeld
brengen.
New-York heelt een nieuw boksldeool. Tony
Galento, een kleine dikke caféhouder uit New-
Jersey, is de laatste ster aan den Amerlkaan-
schen Puftilistischen hemel.
Zijp bokscarrière begon hij als uitsmijter, en
daar dat zeer succesvolging, heeft hij zich op
het meer ambitieuze bestaan van beroepsvech
ter toegelegd.
Ook in deze carrière» was hij erg succesvol.
Niet dat de dikte Tony zulk een goed bokser is,
nee, dat niet maar hij doet alles zoo komisch,
dat het publiek zit te schudden van het lachen.
L” Z.l-A
Maar de New-Yorksche bokscommlssle is
maar half met Galento ingendmen. Niet omdat
hij van de bokssport een comedie maakt, want
dan zou men wel 70 pet. der zwaargewichten
kunnen uitsluiten, maar omdat hij zich heeft
laten fotografeeren met een groote sigaar en
een glas bier. De achtenswaardige commissie
vond" die houding onvereenlgbaar met den goe
den naam van de bokssport. Men ried Galento
ten sterkste aan zich niet meer in zulke ont-
eerende houdingen te laten fotografeeren.
Tony kreeg toen een goed idee. Hjj poseerde
voor een nieuwe foto, ditmaal in een milkbar
melkzulgende door een rietje. De commissie
werd nu werkelijk kwaad en stelde Galento een
ultimatum: óf in strikte training gaan öf zich
stilhouden.
bij een ongeval met
doodeUjken afloop
dat ik iets meer kon zien dan de gestalten
van mijn begeleiders.
Slechts een sprak mij een keer aan en dan
alleen nog om mij te bedreigen als ik
schreeuwde. Hij scheen mij een buitengewoon
groote man toe, had een baard en was klaar
blijkelijk de leider. De man, de het paard bij
den teugel hield, was een neger, wat ik uit zijn
spraak kon opmaken.
Wij reden door een dicht bosch en daarop
langs een smal pad, waar de mannen achter
elkaar moesten loopen. Alles leek even trooste
loos en verschrikkelijk, maar ik kon volstrekt
niet uit maken, waar ik wem. Na geruimen tijd,
het was nog donker, kwamen /WIJ bij dit oude
kasteel Rolsel is de naam, Monsieur en
zij hielden mij beneden tot het dag was ge
worden, want zij waren allen bang voor spoken
en niemand zou zich graag de donkere trap
op gewaagd hebben. Toen brachten de lange
man en een ander, die Deslins werd genoemd,
en die mjj later voedsel bracht, mij hierheen,
en sloten mjj hier op. Eerst then ik den dwerg,
Gospeie, zm, begreep ik, waarom ik was ge
vangen genomen. Ik had 'eerst gedacht, dat
het misschien om een losprijs te doen was,
maar toen begreep ik, dat ,de Saule achter dit
alles zat.”
„Zoo was het ook! Hjj kwam zelf?”
„Twee uur geleden. Hjj vertelde, dat hij gis-,
teren Parijs had verlaten. Ik wil niet herhalen
wat hjj zei, Monsieur, maar hü wendde voor
liefde voor mjj te gevoelen en beloofde mjj on-
middellijk de vrijheid, als ik met hem wilde
trouwen. Ik heb dit niet beloofd, maar wat
magistraat, geen vertegenwoordigend hoofd der
gemeente.
Bbv^ndien wordtJiik wel-is-waar, formeel ge-
j^deif’Craafschapsraad, maar feitelijk
toch benoemd door een num, die veel
machtiger is dan hij, en die met meer recht
beschouwd zou kunnen worden als Londens
voornaamste regeerder, ruunelljk door den lei
der van de meerderheid in den Raad. Dit is,
sinds in 1934 de socialisten in Londen de meer
derheid kregen, de bekende Herbert Morrison,
en deze is in Londen een veel machtiger man
dan ooit, onder welk régime ook, eenige burge
meester te Berljjn geweest is. Zoolang hij fh
zijn eigen fractie den steun der meerderheid
beeft, is hij praktisch heer en meester over Lon
dens politiek. Hij benoemt en ontslaat naar wel
gevallen de machtige voorzitters der Raadscom
missies, dat wil zeggen: wanneer hij een partij
genoot niet langer als voorzitter van zulk een
commissie wenscht te handhaven, dan vergt de
partijdiscipline ook, dat deze niet herkozen
wordt. Hierop wordt nooit Inbreuk gemaakt. Zoo
benoemt de leider der meerderheid ook feitelijk
den voorzitter van den geheelen Raad Hij be
slist wie gekozen zal worden en in overeenstem
ming met zijn beslissing wordt gehandeld.
Lord Snell is een aanzienlijk man in de La
bourpartij. Hjj Is onder andere leider van de
Labour-opposltle in het Hoogerhuls en dit is
waarschijnlijk oorzaak, dat hij het voorzitter
schap van de London County Council wil op
geven. Maar als voorzitter is zijn macht niet
groot. Wsmneer de BerlUnsche burgemeester te
Londen den man wilde opzoeken, die in de Brit-
sche hoofdstad ongeveer even weinig heeft in
te brengen als hijzelf in de Dultsche, dan kon
hij zeker niet beter doen dan hij gedaan heeft
Maar wanneer hij den man had willen zien, die
feitelijk, ofschoon niet in naam, burgemeester,
neen dictator van Londen is' dan had hjj zich
tot mr. Herbert Morrison moeten vervoegen.
Of deze, die een Israëliet is, bijzonder Inge
nomen geweest zou zijn met het bezoek van een
Nazi-burgemeester, is een andere vraag.
'V
en Studie van Edóard Michel, een
maard Brueghel-kenner, in de Gazette
des Beaux-Arts. houdt zich bezig met de
veranderingen der Waardeerlng voor dezen ge
malen kunstenaar.
Michel vertelt, dat het Brueghel ook tijdens
ziin leven niet heeft ontbroken aan waardee-
mlg. Men betaalde hooge prijzen voor zijn wer
ken, doch denkelijk uitsluitend om de „grap
pigheid” van de onderwerpen.
Men vergeleek hem met Hieronymus Bosch,
met Teniers, verleende hem den bijnaam van
-Heter den Drol” en nog in 1863 beschrijft
Waagen, een der grootste kenners dier dagen,
zijn werk als „grapgig” en niet in alle opzichten
f vrij v»n ^banaliteiten, wel had Thoré-Bürger
een Jaar te voren voorzichtig gewaagd op te
merken, dat men Brueghel niet de oewonderlng
gaf, waarop hij recht had, maar zijp stem bleef
onopgemerkt en zelfs de fijngevoelige Fromentta
ging Brueghel stilzwijgend voorbij.
Geheel in overeenstemming met deze situa
tie is de in het oog vallende afwezigheid vin
Brueghels in de belangrijkste musea dier dagen.
Het Louvre, dat uit oude vorstelijke verza
melingen sedert jaar en dag zooveel fraaie
werken van Ostade en Teniers bezat, verwierf
z|jn eerste Brueghel in 1892, Brussel kocht zijn
eerste Brueghel In 1846 als Bosch, zijn tweede
tn 1902, Berlijn zijn eenige in 1914. Londen de
zijne in 1920, Antwerpen de zijne in 1929; tei-
wjjl men in de overigens zoo rijke verzame
lingen te Amsterdam. Den Haag, Rotterdam er
die van het oude Petrograd Brueghex’s werk
vergeefs zal zoeken. Alleen Weenen vormt, ge
lijk bekend, dank zij den kunstzin van Ifelzer
Rudolf II, een imponeerende ultzondeftpg met
zijn nog altijd onovertroffen rfj van 15> schil
derijen van den meester.
Bovenstaande opsomming geeft reeds aan, dat
na 1880 de waardeerlng voor Brueghel een ver
andering begint te ondergaan; de namen der
Belgische kunsthistorici Hljmans, Hulin de Loo
•n Van Bastelaar zijn het, welke £ot in lengte
van dagen met Brueghel’s roem verbonden zul
ten blijven. Men „ontdekte” Brueghel en meu
meende hem als den „Boeren-Brueghel”, ais
autochthoon genie naar voren te moeten bren- 1
gen. Brueghél was de zuiverste incarnatie van
den Vlaamschen geest, bevrijd van elke conven-
tie der zg. primitieven en nog niet beroerd i
door den vreemden Invloed van Italië. Nog
in 1921 en bij een kenner als Friedlander treft
men deze visie aan, totdat in '1923 Max Dvorak
de oogen opende,, de idylle van den schllder-
bóer verstoorde en ons een Brueghel schetste,
die als knap vakman volkomen op de hoogte
was vanwat er in zijn tijd omging, maar die
als genie de kracht had zijn kunst te maken i
tot den zuiver Vlaamschen tegenzang van de
in Italië aangeheven melodie.
Maar nog tras het beeld niet voltooid: in
1931 publiceerde A. E. Popham, conservator aan j
het Britsch Museum, een Inscriptie uit het
vriendenalbum van den geleerde Abrahtun
Ortellus, waaruit bleek, dat Brueghel als vol
komen gelijkwatudlge in den kring der Vlaam-
sche humanisten had verkeerd. Michel besluit
zijn met tal van voorbeelden en illustraties
toegelichte uiteenzettingen» met de formulee-
ring vsm wat volgens hem als het waardevolstc.
het nieuwe ip. Brueghel’s kunst moet worden
gezien: niet de teekenaar van grappige too-
neeltjes of caricaturale koppen, niet de boer-
sche uitbeelder van het boersche leven, maar
een humanistisch geschoold Renaissance-kui.-
stenaer, die de eerste schepper werd van bet
om zichzelfswllle uitgebeelde, met sentiment
geladen landschap.
de laatste geldrol geteld was en 1 resteerende
kasgeld weer in de safe was gelegd. De oude
Cliff draalde de wijzerplaat van ’t letterslot om
en probeerde de deur.
„Ga Jij maar naar huis,” zei hij tegen Rains-
by. ,Jk heb nog wat te doen en Dick moet nog
met z’n weekstaten komen. Ga Jij maar gauw
slapen, morgen is !t weer vroeg dag."
Toen de voetstappen van Rainsby waren weg
gestorven, was de oude man even ingedut in
z’n bureaustoel. Van den aanrydenden auto,
die nu buiten stil stond, had hij niets gehoord.
H(j schrok op en sloot het grootboek, dat open
voor hem lag. Dat zou Dick zijn. Hij liep op de
deur toe. Maar de auto die voor stond, was niet
die van Dick, en de stem, die hij hoorde, kende,
hij niet. -
„Is dat de weg naar Perthshire?” werd hem
gevraagd.
Werktuiglijk was de oude man een paar
stappen achteruit gegaan, maar gerustgesteld
door de"' vraag, antwoordde hij„Neen, u hadt
bfj de kerk links af moeten slaan en..;.”
„Wacht even.” Uit den auto kwam een don-
Ijgre gestalte. „Schrijf lij dat even op, Jlm.”
Terwijl de man
nog sprak, liep hij
op het licht der
geopende deur
toe. ’t Was een
Jonge man in
bruin costuum en
een zwarten
deukhoed op. Hij
je soms een potlood?
De oude Cliff voelde dat er gevaar dreigde,
m. x- een
man
moest ik doen? Ik moest noodzakelijk wat meer
weten en dasuwxn zei ik wat lieve woordjes tegen
hem, waardoor zijn boosheid een weinig be
daarde en ik beter achter zijn plannen kon
komen. Ik weet wel heel zeker, dat hij mjj
vertelde dan hij eerst van plan was,
maar hjj dacht natuurlijk, dat ik hem zou be
wonderen als hij pochte op alles, wat hij ad
gedaan had en nog v^ plan was te doen. De
man is altijd een bluffer geweest en een echte
lafaard."
..Heeft hij u ook verteld, dat hjj uw broeder
ook gevangen hield?”
,4a. Monsieur nmar ik wist, dat dat een
leugen was, ofschoon ik het hem natuurlijk
niet zei. Heeft Gospeie u daarover gesproken?"
JHJ heeft het mij meer dan eens verzekerd en
ik geloot ook wel dat de kerel hef zelf geloofde.
Hij bracht mij naar het vertrek, waar de man
gevangen had gezeten, maar hij was er niet
meer. De cipier, Deslins, is gedood; wij vonden
zijn lijk.”
Een oogenblikje was het volkomen stil tus-
schen ons; ik kon haar duidelijk hooren adem
halen. Zij bewoog zich niet en haar hand had
z(j uit de mijne teruggetrokken.
„Maar wie zou dat dan kunnen zijn. Mon
sieur?" vroeg zij ten slotte. „Charles, toch zeker
niet, en toch de Saule en Gospeie belden ken
nen hem heel goed.”
,Jk kan het helaas ónmogelijk gelooven,” be
tuigde ik droevig. „Geloof mij. Mademoiselle,
ik kan moeilijk anders denken dan dat uw
broeder dood is. WU vochten, en mijn zwaard
dóórstak zijn stootplaat en hjj viel. Geen
„Dat niet! Daar heb ik wel voor gezorgd. De
kerel is heel secuur beneden in een cel opge
sloten. HU heeft mU niet meer verteld dan
waartoe ik hem onder bedreigingen verplichtte.
HU ontkende, dat de Saule hier wm."
„Hebt gü hem dan nasu: zUn meester ge
vraagd?”
,4a. Mademoiselle, want ik bracht dezen
onmiddelIUk met u in verband. In ParUs had ik
van de verhalen gehoord, die daar over u belden
in omloop waren. Er werd verteld dat de man
u wenschte te huwen en dat de koning zyn
wenschen genegen wees, maar dat gU hen beiden
liet praten, en daarvoor van het hof werd ver
bannen. Toen gU dus op zulk een wonderlUke
manier waart verdwenen en ik hoorde, dat gU
hier waart opgesloten, terwUl Gospeie vrU rond
liep, kwamen ai deze praatjes mU van zelf te
binnen en bracht ik onwillekeurig de Saule met
een en ander in verband. De dwerg zwoer, dat
ook hU een gevangene was, maar hU liep veel te
vrU beneden rond dan dat ik het kon gelooven.
Maar wat is de bedoeling van den hertog met
dit alles?”
,MU te dwingen met hem te trouwen,
neeft ontdekt, dat hU alleen door geweld
schlen kan hopen iets goeds te bereiken,
lachende weg, alsof het een goede grap
heeft hU mU het heele plan ontvouwd,
nog in ParUs was ik elgenlUk al het slachtoffer
van zUn Intrigues. Het was zoo geregeld, dat
ik bU de discussie over de dépêche zou tegen
woordig zUn en er zou juist in den breede wor
den uitgeweid over de moeilijkheden en de
zwarigheden om haar veilig naar Louis over te
De
t 50
echt
dien,
punt
drag
i 20
moei
afwj
vert<
het
btf I
door
Voor
«em
De
oude
-j—v e oude Cliff was altUd kalm. Daarom las
1 hij ook langzaam en bedaard den brief
liep toen rustig mtar de .safe, die hU
kiitlsch bekeek, terwijl z’n compe^non Rainsby
ongeduldig stond te wachten.
„Om te zien is ze inderdaiul niet veel,” gaf
Cliff toe.
„Laat ik Je zeggen, Cliff, dat een moderne
bankroover dat ding a|p een sardlne-blikje
openscjieurt.”
„Zou je dat denken?” De oude man keek even
verschrikt. „Ze is anders zeer solide. Con Rash--
lelgh bouwde die kast in 1889pen garandeerde
haar ten volle. Ik heb nog indoit gehqbrd, dat
het met iets dat Con gegarandeerd heeft, is mis
geloopen.
„Men moet den. ouden man nemen, zooals hU
is.” dEmht Rainsby. HU zei dan ook vriendelUk:
„Verlies niet uit ’t oog. Cliff, dat een moderne
safe vertrouwen wekt. En nu wordt er een goed
koop Eiangeboden, een van t allermodernste
type. Je weet trouwens, dat de Beiwick-Oom-
pagnie d’r spullen in orde heeft.”
Weer nam Cliff den brief oj^ en las:
„Geheel van 't beste en zwaarste staal, nieuw
ste type op tUdslot en.... niets om er in te
doen,” grinnikte hU.
Rainsby lachte. HU hield van z’n ouden com
pagnon, maar hun bank, ^1 wem ze niet groot,
moest toch met haar tUd meegaan. HU stapte
even van t onderwerp af:
„We hebben nu met die rubber-transacties
aardig wat geld in huls," begon hU langs een
omweg, „en met al die diefstallen en inbraken
van den laatsten tUd.... herinner Je je
meer, wat er met Humfield is gebeurd?”
r „Jawel, maar m’n makker verlaat me
Daar kan ik op rekenen/’ En de bankier
deed z’n jas open en htudde uit den binnenzak
een oud model revolver te voorschijn. De Don
derdagavonden waren steeds druk in 1 rubber-
seizoen. t Was al bü half twaalf to avonds, toen
brengen. ZU rekenden op mUn durf en myn
koningsgezindheid, en de hertog gaat er zelfs
groot op, dat de koning het plan goedkeurde.
De dépêche bestond eigenlUk volstrekt niet, er
was alleen maar een blank velletje papier in de
enveloppe gedaan, waarop het officleele Fran-
sche zegel. Hun bedoeling was eenvoudig om
mU van ParUs weg te krUgen en geheel alleen
hier in St. Quentin, waar ik niemand kende en
geen vrienden haul. Zelfs de gids, dien zU mij
meegaven, was in dienst van de Saule en hU
had bevel gekregen, waar hU op een zeker uur
moest zUn. Het onverwachte verschijnen van de
Engelsche verkennings- patrouille beeft het plan
in duigen doen vallen.
De bende van Saule was niet groot ge
noeg, om den aanval te wagen en moest zich
dan ook vergenoegen met in de duisternis op
en neer te loopen in de hoop op een geschikte
kans om de hand op mU te leggen. En geheel
anders dan zU hadden kunnen denken, was het
lot hun gunstig. In de hut naELSt die, waar gU
mU had achtergelaten, hadden zU zich verstopt.
Ik ging geheel op in mün pogingen om u in
het oog te houden, terwijl gU bezig waart een
paard te bemachtigen en ik had mets gehoord.
Ineens voelde ik mU ruw beetgepakt en werd
er een doek over mUn hoofd geworpen. Ik kon
niet schreeuwen, zelfs niet het minste geluld
maken.
seconde later hadden de officieren vim mijn
regiment mU buiten het vertrek getjuwd en
smeekten mU ter wille van mijn leven op de
vlucht te gaan. En meer weet ik er niet van.
*t Is natuurlUk heel goed mogeiyk, dat de ge
vangenneming van d’Enville ook tot het plan
behoorde, maar het is toch heel moeilijk aan te
nemen, dat, al wsts hU door den stoot, dien ik
hem toebracht, ook alleen mtiar gewond, zijn
toestand hem zou veroorlooven hier te zUn. Ik
denk eerder, dat deze schurken door het een of
ander toeval een man in handen hebben ge
kregen, die op den chevalier gelukt, iemand van
denzelfden rang, en dat zy den man voor hem
aanzien. Gospeie heeft uw broeder wel eens ge
zien, maar misschien alleen mtiar op een af
stand en het is heel goed mogeiyk, dat da
Saule den gevangene nog niet heeft bezocht.
Zoodra hU hier aankwam, is hü naar u toe ge
gaan.”
Ik hoorde een half onderdrukten snik en haar
hand tastte langs mUn mouw.
„Ach, ik wil hopen, dat het waar is. Mon
sieur! Ik wil hopen, dat hü niet in de macht
is van die gruwelüke bende hier! Maar ik hoop
van den anderen kant vurig, dat hü in leven
is. Ik kan de gedachte niet verdragen, dat gU
hem gedood zoudt hebben.”
„Rn dat zoudt gü verlangen ter wille van
mU?”
maar t was te Iaat. Dreigend werd
browning op hem gericht. Een tweede
verscheen, en direct hadden ze zich van Cliffto
oude revolver, een Colt,’ meester gemaakt.
„Vooruit en vlug wat,” klonk het, „het geld
ligt in de brandkast.”
Maar Cliff was al bekomen van den schrik
en zei resoluut:
«Ja, en daar bluft het en....” V
HU eindigde in een kreet van pUn. Een der
kerels had hem met z’n revolver eén stoot in
den rug gegeven. De andere had inmiddels de
safe geïnspecteerd.
„■t Is in orde,” lachte hU, „net een conserven-
bus en een oud letterslot.”
.Letterslot?” herhaalde z’n medeplichtige,
.jnaar dat is prachtig. Dan kan die ouwe heer
die kast netjes voor ons open maken. Luister
eens,” wendde hü zich dreigend tot Cliff, ,Je
hebt zelf de keus. Als Je gehoorzaamt, dan gaat
^les goed. Zoo niet, dan is *t met je gedaan,
en dat oude ding van Jou snUden we daarna in
reepjes. Dus Je weet wat Je te doen staat.
Vlug!”
De bankier staarde voor zich uit. „Enfin,” zei
h(J bedaard, ,4k ben oud en aan jullie over
geleverd.”
Met de browning dreigend in z’n rug, opende
hü de deur van de safe. HU draaide het licht
op en met z’n drieën stapten ze het baksteenen
gewelf binnen.”
„Uitstekend, en watur Is het geld nu? Vlug,
maak wat voort!”
Er klonk een schorre kreet. De oude heer
struikelde, zwaaide, viel en kwsun toen met z.*n
schouders tegen de deur, die met een harden
klap weer dicht sloeg. Een oogenblik stonden
de twee bandieten als aan den grond cgenageld.
De een vloog op de deur toe en trok aari 1 zwa
re handvat De man met de browning snauwde:
„Waarom deed je dat. zeg....?”
Hü zweeg. De oude' Cliff stond nu kaafsrecht
voor hen. Er wem geen spoor van vrees of zwak
heid bü hem te zien.
.Allemachtig,” sprak Jim. met Jieesche stem:
„Ze is in t slot gevallen! Kan je dat ding aan
den binnenkant niet open maken?”
„Neen,” de toon waarop Cliff dit zei, klonk
beslist en zegevierend, „de safe is soiled ge
bouwd en er is precies voor 3 uur lucht in.
„En zou je denken?” vroeg de man met de
browning woedend, „dat we ons door jou zullen
laten beetnemen?”
.Best mogelük,” klonk het kalme antwoord.
..Steek dat wapen maar in Je zak. Er is maar
één man, die je hier uit kan halen en dat
ben ik.”
De man met de browning veegde zich het
voorhoofd af, waarop het angstzweet parelde.
,Jk kou dat ding nmar aan mü geven," zei
Cliff rustig.
„Ben Je gek? Ik zal je eens....”
Jk hou er niet van, zaken te bespreken on
der bedreiging met een revolver,” hernam de
bankier. „Ik vind het in elk geval verkieslüker
neergeschoten te worden, dim hier langzaam
maar zeker te stikken.”
Er volgde een diepe stilte. Daarop zei de in
breker Jlm, die een besluit scheen genomen te
hebben, tot z’n kameraad:
„Vooruit, wees geen idioot. Hü heeft ons in
z’n macht”
Daarop verhuisden de browning en de oude
Colt naar Cliff, die z’n eigen revolver in de
hand hield. Uit een der stalen boxen tegen den
wand haalde hü een telefoon.
,Jk zeü,” zei hü spottend, .jnünheer Rainsby
opbellen en hem hier laten komen met den
sherif. Zoodra hü hier is, zal ik hem als ik
dan nog leef het letterslot toeroepen, zoodat
hü ons er uit kan laten.”
Hier zweeg hü even en keek met voldoening
naar de deur.
,2e is in elk geval solide; door Con Rashleigh
gebouwd in 1889 en hü gaf er een onbejierkte
garantie op.'En ik heb nog nooit gehoord, dat
Con iets gegarandeerd heeft, waar men niet op
rekenen kon.”
,JJe vriend van den koning, de Hertog de
Saule. Ik zei hem ronduit, dat hü de duivel in
menschengedaante was. Eerst lachte hü er wat
om; toen begon hü er zelfs op te' pochen, en
telkens opnieuw te snoeven op de groote msxht,
die hU bezat. Hü spotte met den weerstand,
dien ik hem bood; het was volkomen nutteloos
of Ut mü al verzette, zün mannen stonden altüd
klaar om zün bevelen uit te Woeren, zelfs
moord. Deze man is een monster, een echte
duivel de beschaving is slechts uiterlüke
schün en zün glimlach is niets anders dan ver
raad.”
„Ik twüfel er geen oogenblik aan,” zeide ik.
Jk was ofi zoo iets voorbereid, want ik heb"
beneden zün trouwe Hulp, den monsterachtlgen
dwerg Gospeie, ontmoet en heb hem gedwongen
mü te zeggen, waar gü waart opgesloten. Hü
zal natuurlUk wel gedacht hebben, dat ik op
weg hierheen tegen zün meester of een paar
van de schurken, die de trap bewaken, zou
oploopen. Heel toevallig heb ik niemand ont
moet en kon dus ongehinderd bü u komen.”
De lezeressen van ons blad zullen met veel
instemming kennis genomen hebben van de
prüsverlaging van Radion, het bekende, zelf
werkende waschmlddel.
Hierdoor wordt ongetwüfeld een zeer belsmg-
rüke wekelüksche besparing op het huishoud
geld verkregen! Want waarop de Nederlandse!»
huisvrouw ook bezuinigen mag om haar budget
sluitend te krügen, de wereldberoemde Neder-
landsche zindelükheid verbiedt haar natuurlUk,
te gaan bezuinigen op de kosten van de weke
lüksche wEMchl. In elk Nederlandsch gezin, of
men het ruim heeft of niet, moet het wasch-
goed helder zün! t
Daarom is het zoo toe te juichen, dat de