JTCctmAaal E WEK DE GAL IN UW LEVER OP H ALLE ABONNÉ’S SHEA I ■y s Garnizoenen Meer vrijheid I van de lersché Brigade I f '.w WOENSDAG 2 MAART 1938 Economiache voortitelen i Katholieke Gezondheidszorg En meer ateun Academische examens Studenten maatschappij Gezond realiame DOOR RANDALL PARRISH xvni I 1 Het Christendom over de geheele wereld Die slimmerikken as R. - Ml wtttM van mb band, een voet of oen aas. hy oen ongeval met doodelljken afloop r AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, Witter dan wit worden Uw tanden indien U poetst met Tube 80 en 40 ct. Doos 20 ct IVOROL &- F. e. de d. uitdrukking in sUn oogen. bond”. 4 de verzekerlngsvoorwaarden tegen moeilik geval voor een CASSIER’S DOOD È3 (Wordt vervolgd) O 9 fi lat ran 1 de zwakke stem van het wy heen?” en luwd. de laatste goede trein, die vandaag gaat Ik zal juffrouw zelf met het rijtuig wegbrengen. (Nadruk verboden) te glimlachen, maar ik voor haar oogen hing. aan Dan k 1 Z(j vermoedden in het minst niet, dat ik in het kastéél was, noch wisten zij, dat Cassler in Gij hebt u deze roekelooae daad begrijpen.” koester deeelfde In 1941 zal in Rome een wereldtentoonstelling worden gehouden. Een maquette van hef .Piazza Imperiale”, het middelpunt van deze tentoonstelling GRONINGEN. Doctoraal examen geneeskun de mej. R. L. van Heuveln te Groningen en de, heeren A. C. van Hoorn te Woldendorp (Gron.) en J. Pesman te Groningen. Candidaatsexamen wis- en natuurkunde (L) mej. H. M. C. Vaandrager te Groningen. Can- didaatsexamen wis- en natuurkunde (Fr.) de scheidene gemeenten pogingen in het werk stelden om zich een garnizoen te zien toe bedeeld. Behalve dat de gemeente als zoo danig door het bezit van een garnizoen in aanzien stijgt, beteekent het verkrijgen van een soldatenbezetting buitendien een eco nomisch gemeentebelang. kasteel gebouwd was, moest er dunkt mij, toch wel de een of andere geheime uitgang zijn ge maakt. Het duister vergemakkelijkte ons onder zoek niet, maar de gedachte alleen deed onzen moed herleven. Ik wist ten minste waar een trap naar het dak voerde. „Wat s denkt u te doen, Monsieur?” klonk eensklaps fluii meisje. „Waar Aan een nieuwe statistiek over de godsdiensten In de geheele wereld ontleenen wij de volgende bijzonderheden In Europa zyn 435 mlllloen Christenen en 33 millioen Mohammedanen. De eerstgenoemde groep behelst in totaal 303 millioen katholieken. In Noord-Amerika bedraagt het aantal Chris tenen 108 millioen, onder wie 53 millioen Katho lieken. Het aantal niet-christenen is 31 millioen. In Zuld-Amerika zyn op de 74 millioen Chris tenen niet minder dan 73 millioen Katholieken. Het aantal niet-christenen bedraagt ongeveer 1 mlllloen. Dit getal is zoo gering, omdat de be volking van Latfjnsch-Amerika bijna uitsluitend Katholiek is. Het zwarte werelddeel telt 14 millioen Chris tenen, terwijl 135 millioen bewoners van Afrika andere godsdiensten beiyden. Nog grooter is het verschil in Azië, waar op een totale bevolking van 997 millioen slechts 27 millioen Christenert voorkomen. en U soit morgens „kiplekker” uit bed springen. Eiken dag moet Uw lever een liter gal In de In- gewanden doen vloeien. Wanneer de galafacheldlng onvoldoende I», wordt Uw voedsel niet verteerd, het bederft. Er vormen zich gassen In Uw lichaam, U raakt verstopt. Uw organlsne wordt vergiftigd en U wordt humeurig en loom. U slet alles zwart. Do meeste laxeermiddelen zün slechts lapmid delen: een geforceerde stoelgang neemt de oor- Maar CAREER’S LEVERPILLETJES zullen zor gen voor de vrije tdfcvoer van gal, waardoor U weer geheel herstelt. Ken plantaardig, zacht, onover troffen middel om de gal te doen vloeien. Klacht Carter’s Leverpllletjes. verkrijgbaar bg apothekers en drogisten in flacons 4 Zonder op deze perspolemiek als zooda nig hier In te gaan, mag het, ter algemee- ne adstructie, nuttig Worden geoordeeld, met eenlge cijfers aan te toonen In ho? sterke mate kleine en middelgroote steden en stadjes als b.v. Roermond, Rozendaal. Weerd, Grave e. d., economische voordeelen van het bezit van een garnizoen zullen on dervinden. Nemen we, ter nadere bepaling van de gedachten. Grave en Weert. Blijkens de be richten ontvangen deze plaatsen, waarvan de eerstgenoemde momenteel een bevolking van 23000 zielen telt, elk een garnizoen yan twee bataljons infanterie der gemeenten ca. 1Q00 man). s verdien- jmiére te eUk be- ingeboren kunnen Bioscoop- de praktijk op de allereerste plaats voor de vakstudie. Terwijl dit pleidooi, zooals insiders we ten, op deugdelijke feiten gegrond is, zag de spreker de vakstudie ook in wijder ideëel verband als den eenlg goeden weg. Niet in „actie” en „beweging” in een of anderen be perkten zin van het woord, maar in de ernstige voorbereiding tot een persoonlijk, met volle katholieke verantwoordelijkheid vervullen van de toekomstige levens- en beroepsplichten zag deze spreker de moge lijkheid om geleidelijk de samenleving weer met Christelijke waarden te doordrin gen en den verloren ..maatstaf” te her stellen. „Wat wij in onzen tijd meemaken, is geen dijkbreuk, waarbij men alle hens voor een paar uur in volle actie roept. Veel eerder vertoont de- wereld het beeld van een koraaleiland, waarvan het niveau is gaan dalen. Generatie na generatie moet dan weer gaan bouwen, zonder veel Achtbaar resultaat, en slechts gedragen dopf de ge dachte, dat het eind het werk zaUkronen.” En tot troost van het ongeduld, dat de jeugd eigen is, citeerde hij een woord van de groote H. Theresia, die zegt: dat het meer moed vereischt, een leven lang de dagefljksche plichten goed te vervullen, dan in een kortstondigen strijd de martelkroon te winnen. Het was een helder geluld, dat te Nijme gen met aandacht - en Instemming werd vernomen en niet alleen op de studenten, maar feitelijk ook op alle katholieken van toepassing was. Intusschen wordt dit laatste niet zoo al gemeen ingezien als men wel voor de hand liggend zóu veronderstellen. Tusschen een tweetal organen der Zuidelijke gewestelijke ‘pers loopt momenteel zelfs een gedachten wisseling over de vraag, of garnizoenen den gemeenten finaneleele voordeelen brengen. Een der partijen antwoordt hierop ontken nend. oewel niet blind voor de tekortkomingen van Max de Haas’ film over Schiphol, meent de filmredacteur’van Het Volk er toch zooveel goede hoedanigheden in te ont dekken, dat hij een kort pleidooi houdt voor meer vrijheid en meer steun voor onze eigen filmers. Wij kunnen hem daarin volgen en heb ben overigens reeds vroeger enkele malen om steun voor de Nederlandsche film gevraagd. Misschien komt het ooit zoover, dat deze wen- schen In vervulling gaan. Het Volk dan zegt het volgende: Ieder die het wél meent met de filmkunst en met de opdrachtgevers! weet dat het Laura was een hoogst lieftallige verschijning, die August aanstonds voor zich had ingenomen. Woont u op Grünwald? Wel aardig van uw oom, om u naar het station te sturen! D^u- had hij me niets van gezegd. Nu ik hoop dat we het best met elkaar kunnen vinden. Ze hield August voor een vroolijk type, en dat was hU ook Inderdaad. Onwillekeurig moest ze glimlachen om de verbouwereerdheid, die ditmaal tenminste uit August’s heele ma nier van doen sprak. Vertel u me eens, zei Laura, toen ze al een eindje op weg waren Is t waar, wat ik ge hoord heb: dat uw oom ziek is? Ja?’Wat scheelt er eigenlijk aan? Ze zaten tegenover elkaar 11* het rijtuig August kreeg het hoe langer hoe meer benau Werktuiglijk beantwoordde hij allerlei vragen, die Laura hemgtelde, maar zijn gedachten na men een geheel anderen loop. .Moet ik dit meisje bespionneeren? Kan zy het helpen, dat .Beste Alexander, Je zult je natuurlijk zeer verwonderen, dat je een brief van mij ontvangt, na zoo veel jaren. En nog meer zul je je verwon deren over de reden, die mij er toe gebracht heeft om je te schrijven. Alexander, ik heb spijt over wat ik Je heb aangedaan. Jij bent de eenlge, die me ooit begrepen hebt en je zult me ook nu be grijpen. Ik heb een oneindig verlangen naar vrede met me zelf en alle andere men- schen. Toen tijdens de gelukkige weken, die we op Grünwald bij je familie door-* brachten was Ik het, die jou niet be greep. Ik was nog zoo jong. Uitstapjes en vermaak alles waar Ik nu van walg, leken mij toen het echte leven. Ik weet dat ik je veel heb doen lijden. Je hield zoo van me en ik ook van jou, al begreep ik het toen niet. Dat alles is nu voorbij. Maar ik voel de dat ik verplicht was, na jaren tot be zinning gekomen, om je dit mee te deelen. En misschien wil je me een woord van vergiffenis doen toekomen. 1 Laura.™ I 1 f Over den vorm waarin de steun van regee- ringswege zou kunnen plaats hebben, valt na tuurlijk nog heel ..wat te zeggen. Of hij gtzocht moet worden in vermindering der vermake lijkheidsbelasting, is dunkt ons niet met een enkel woord uit te maken; dat er echter een vorm van steun mogelijk moet zijn zonder dat de vrijheid van werken wordt beknot, zal ieder- ter sterkte (voor ieder Alleen reeds aan officiers- en onderqfflciers- salarissen komt dit voor die plaatsen neer op een vermeerdering van het jaarlijkscb inkomen ad 350.000 i 400.000. Deze in komens gaan uiteraard voorbeen min of meer aanzienlijk deel naar de neringdoen den van het garnizoen. Hierbij voege men 'i datgene wat, buiten de ménage om, van wege de soldaten individueel den handel- drijvenden stand toevloeit (sigarenwinkels koffiehuizen, kappers, e.d.). Naar schatting mag dit voor elk der genoemde plaatsen op 40.000 A 50.000 worden gesteld. Indien we aannemen, dat de helft van het bedrag der officiers. en onderofficierssalarissen ter plaatse in goederen wordt omgezet, dan stijgt per 1000 man troepen het lokale ver bruik in totaal met circa 250.000 per jaar Dit betreft dan, globaal genomen en zon der rekening te houden met de ménage in de kazerne, waarvan het gemeentelijk eco nomisch leven toch ook eenig aandeel zal ontvangen, uitsluitend het rechtstreeksche accres, dat den neringdoenden stand der nieuwe garnizoenen wacht. Dat het in sterke mate toegenomen plaatselijk con- sumptievermogen - tenslotte tot vestiging van nieuwe zaken zal kunnen leiden, en ivoor de gemeenten dus uitzicht biedt op toenemenden bloei, vooruitgang en uitbouw, behoeft geen nader betoog. In het dezer dagen verschenen Februari-num- mer van het Wit-Gele Kruls-orgaan „Katho lieke Gezondheidsozrg”, wijdt M(ol) een be schouwing aan de „Kraamhulp-mlsère” in Ne derland, naar aanleiding van het onlangs ge publiceerde schrijven van de gemeentelijke com missie voor kraamhulp te ’s-Gravenhage. Hu wijst daarin op den onhoudbaren en voor de volks gezondheid gevaarlijken toestand, welke op dit terrein in ons land bestaat: overal wilde oplei dingen, overal onbevoegde kraamhulpkrachten met titels en Insignes, overal wel-bevoegde ba kers en kraamverzorgsters die niet werken in het georganiseerde verband, dat hen opleidde. Krachtig wordt aangedrongen op een wette- lijke regeling ten aanzien van het beroep van de hulpkrachten voor de kraamhulp, die dan voortaan dat beroep alleen dienen uit te oefenen in het verband der organisatie en dus verbon den aan een plaatsingsbureau. Van de overige artikelen noemen wij nog een bijdrage van de hand v^n Dr. Weyers, betref fende de sterfte van te vroeg geborenen, welke vergeleken met de totale zuigelingensterfte In ons land te hoog is, alsmede een artikel van Dr. Zijerveld, waarin de groote beteekenls van goe de lichamelijke oefening op de scholen naar voren gebracht wordt. Onder de offlcieele mededeelingen wordt ver meld, dat op 28 en 29 October aa. te Utrecht zal worden gehouden een groot landelijk con gres voor kleuterzorg, op Initiatief van den Ne- derlandschen Bond tot Bescherming van Zuige lingen; het dagelljksch bestuur van dit congres is samengesteld als volgt: prof. A. ten Bokkel Hulnlnk (voorzitter). Dr. R. Wierenga (secre taris) en Mr. J: de Vreeze (penningmeester). hield, dan zouden wy een niet te versmaden strijdkracht kunnen vormen. Wij zouden ten minste kunnen probeeren, ons de aanvallers van het Hjf te houden, maar het zou een onbe gonnen daad zijn te beproeven, ons door die wacht van schurken daar beneden heen te slaan. Doch wjj hadden ten minste nog den nacht In het vooruitzicht, waarin wij den tyd hadden het een of ander plan te ontwerpen. De hoop, dat er hier of daar nog een andere uitgang, dien ook onze belegeraars niet kenden, zou zijn, had ik nog altijd niet opgegeven. In H’m, zei August, toen hij den brief gele- zen had echt een briefje van een vrouw, dat is zeker! Mag Ik u misschien vragen wat de bedoeling is, oom? i Zeker, antwoordde deae. Kijk eens, jon gen, van deze geschiedenis zal je zeker wel eens wat gehoord hebben. Maar wat Ik je zeggen j wilde, is dit. Je weet (en bij deze woorden keek hij zijn neef scherp in de oogen) dat ik een bekende ziekte heb. En je weet ook, dat ik goed ben, veel te goed. Dat neemt evenwel niet weg, dat ik in de 35 jaar, die ik tot nu toe gehaald heb, het een en ander geleerd heb. En nu is het niet moeilijk uit dat briefje een bepaalde bedoeling af te leiden. Ik kan me ver gissen maar.... Kort en goed, ging Alexander voort ik heb den Indruk, dat dat meisje, om welke re den dan ook, weer toenadering tot me zoekt. Daarom moet ik zekerheid hebben of ze werke lijk zoo oprecht is, als die brief laat voorkomen. En nu wilt u....? zei August. En nu wil ik, dat jij haar van het station i, haalt. Ik zal haar n.1. een briefje sturen, of ze eens bij ons wil komen. Maar ik ken haar niet eens! riep August uit. ik heb haar nooit gezien. En waarom eigenlijk? Zie je tegen de moeite op? zei zijn oom sarcastisch. Of ben je misschien verlegen? Luister en begrijp me goed. Zoo weinig men- schen als er In Grünwald uitstappen, zal het Je zeker i jongÉ"3ame uit te pikken. Ik zal Je bovendien een beschrijving van haar geven. Tijdens dén rit hier naar toe, (waar toch zeker ^Ityd meer dan een uur mee heengaat), zal je volop in de ge legenheid zijn om haar ware bedoelingen te leeren kennen, als je handig bent.Je be grijpt me? August bleef een poosje zwijgen. Dan geeuw de hij opnieuw en stond op: I Best oom, ik zal het doen. Zegt u maar I wanneer ik gaan moet. In ieder geval ben ik blij, als ik u een plezier kan doen. Alexander keek zijn neef die nu al een jaar bij hem inwoonde, juist in den tijd dat hij van de familie gehoord had, dat zijn ,i een slepende ziekte leed iielnzend, glimlachte hl] vergenoegd. op dit blad de Terzekerlngsvoorwaarden tegen p? *7 ongevallen verzekerd foor een der volgende uitkeeringen vKJe ,4k zeg niet, dat ik alles kan vergeten; dat zou te veel zijn gevraagd. Maar ik ben niet wraakgierig; ik ken zijn aard en ik denk, dat de grootste eciuild hem lag. Daarom ben flt enlgén tijd geleden hebben wij aandacht erop gevestigd hoe redelijk het mocht worden genoemd, dat ver- vijand in menschengedaante. Het kon zijn, dat de Saule boven dergelijke bUgeloovigheden .stond, maar alleen zou hij zich toch ook wel niet In die zwarte gangen wagen en de kans op gezelschap was al heel klein. De nachtlucht joeg kil door de ruimte en de muren voelden vochtig en koud aan. Op den tast gingen wij zonder te spreken voort, totdat wij bU het punt kwamen, wasu- een llchtstrasdtje van de groote zaal beneden de treden bereikte en ons in staat stelde onze omgeving flauw op te nemen. Het was toen voor de eerste maal, dat ik Mademoiselle in het gezicht kon zien. Haar wangen hadden niet de minste .kleur, maar toch glimlachte zij dapper terug, toen zij mij aankeek. Mijn oogen gaven onwillekeurig blijk van mijn bewondering en sympathie. ,Jk ben blij te zien, dat gij zoo dapper zijt," fluisterde ik tegen haar, bang dat Cassler het zou verstaan, „en dat gij zooveel vertrouwen in mij stelt Dit is een vrouw.” Zij deed haar best zag, dat er een nevel „Ik heb toch soo*n goede hoop. Monsieur, dat mUn broeder nog in leven is, en dat wij hem nog wel eens op het spoor zullen komen.” .Het is dus ter wille van hem, dat gij zoo dapper zijt?” .Bardon, Monsieur, ook ter wille van u. Zou ik dan kunnen verlangen, dat gij schuldig £yt aan den dood van mijn fbroeder? mijn vriend betoond, maai deze roek scheidt ons. U zult mijn (bedoeling Jk begrijp uv txxioelingVn koest wensebte ik, dat de onbekende, die zich in deze ruinen ophield, Charles d’Enville mocht zijn! Dit verlangen werd een oogenblik zóó sterk in mij, dat ik moeite had om mijn kalmte terug te krijgen. ,Jk heb nog niet een bepaald plan, Made moiselle,” gaf ik ten antwoord. ,Jk wil eerst eens den toestand grondig overzien. Daarna kunnen wi) misschien een plan opmaken, om de schur ken te overrompelen. Ik ben niet iemand, die een plan opgeeft zonder eerst het uiterste be proefd te hebben. Kom, Cassler, wij zullen be de dagen toch van verraad en intrigue, dat het, neden eens gaan kijken en zien, wat wij kun nen beginnen. Hebt gij een wapen by u?” Hy scheen niet veel trek te ^hebben mee te igaas, maar toch volgde hy my, toen ik lang zaam de trap afdaalde en daarby Mademoiselle behulpzaam was om in het donker niet uit te giyden. Onder aan de trap vond ik myn zwaard terug en gespte den riem vast; daarna sloop ik, dicht naast haar loopend, de don kere gang door, waar nu geen enkel licht plekje meer was. Maar er was niets te vreezen be halve als wy soms den ontsnapten gevangene zouden ontmoeten en het tot handtastelijkheden zou komen, nog voor er een opheldering was gegeven. Maar dit gevaar was niet groot, want dit was de gang, die Cassler had afgeloopen en de ander had waarschijnlijk in tegengestelde richting zyn heil gezocht. Wat de mannen be neden betreft, er was natuuriyk geen sprake van, dat zy vóór daglicht zich naar boven zou den durven wagen, zy waren duizend maal banger van spoktn en van de fantastische voort brengselen hunner .verbeelding dan van een vrijhotöwas. Misschien wisten zy niet eens, dat ^ee mannen de bende hadden aangevallen. had zich alles in een minuut afgpspeelden by zulke gelegenheden weet men eigenlyk zelf niet, wat er gebeurt. Het was wel degeiyk de vreemdeling, dien zy stonden af ie wachten, en omdat zy er van overtuigd waren, dat er geen” andere uitweg bestond, moest -hjj ten slotte wel in de val loopen. Hij kon wellicht ook zich zelf dooden. Dit was hun natuuriyk onverschil lig/ het resultaat zou dan toch hetzelfde zyn. En hoe was het nu eigenlyk i^iet ons gesteld? Wy waren met ons drieën, want de dame was er een van de strijdlustige soort en zou voor hagr aandeel opkomen; bovendien hadden wjj dit voordeel, dat wy hen konden verrassen. Voor wapenen hadden wy een pistool, een mes en “lijn zwaard, dat op de onderste tree van de torentrap lag. Men had Mademoiselle haar wapen afgenomen. Als wy er in slaagden ons te vereenigen met den onbekende, die zich •««ens m deze spookachtige gangen echuU hoop als gy. Als Charles d’Enville leeft, zullenr 'dan ook van plan, u mijn vertrouwen te wy dat vannacht weten. Ik bid, dat het zoo mag v»" zijn ter wille van uzelf en van my. Ik schrik er voor terug zyn dood op myn geweten te hebben, en.... en.... daarby....” Ik durfde niet verder gaan, geschrokken van de woorden, die my op de lippen lagen. „Daarby wat, Monsieur?” Jk durf niet verder gaan," stamelde ik. ,Het .gaat my zooeeer ter harte ter wille van u, ter wille van onze vriendschap. Het zou eeuwig een onoverkomeiyke hinderpaal biyken.” Haar hand drukte de müne liefkoozend. ,Jk laak er u niet om, Monsieurzeide zy zacht. ,Jk geloof, wat gy tay hebt verteld. De zwaarden kruisten elkaar en was Charles niet gevallen, dan zou hy u hebben neergeveld.” ,Bet was een echte twist van jonge heet hoofden en, óf ik al dan niet in myn recht was, voor zyn zuster zou het toch onmogelyk zyn te vergeten en te vergeven.” ,Jk zou wél kunnen vergeven, Monsieur, want ik ken soldaten en ik weet hoe gemakkeiyk zy het zwaard trekken. Ik ben geen meisje, de* bulten alles is opgegroeid.” „Gy wilt dus zeggen, dat gy my vertrouwt?” „Onbegrensd, Monsieur; Bu kunt op mijn vriendschap rekenen.” w „Onverschillig at Charies dTtavllle dood at levend is?” Monsieur,” met oogen, die m» ontweken. r idden tusschen zyn gewone zakeiyke cor- respondentie vond Freiherr Alexander -1-’-*■ von Marburg een briefje van fyner for maat. Het huls, dat Alexander von Marburg met zyn bejaarde moeder bewoonde, was half kasteel, half fabriek, en lag een aantal kilo meters verwijderd van het kleine plattelands- station. Alexander von Marburg leidde persooniyk zyn zaken en deed dat met Uver vooral de laatste jaren, sinds zekere omstandigheden in zyn le ven hem er toe gebracht hadden om zich ge heel terug te trekken uit een wereldsch bestaan van weelde en nietsdoen. HU las het briefje, glimlachte peinzend e« belde. Een bediende verscheen buigend op den drempel. Johann, is myn neef al by de hand? Ja? Vraag hem dan of hy een oogenblik hier komt- August, met den slaap nog in zyn oogen en zyn kamerjas aan, zei zyn oom gapend goeden morgen en liet zich in een fauteuil vallen. Wat is er, oom? Is dat een brief voor my? O, neemt u me niet kwalyk, dan sou u hem na tuuriyk niet open hebben gemaakt. U wilt dus dkt ik hem lees.... En hy las hardop: by levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door E* 7^41 bd een ongeval met 17 OECfl verlies van belde armen, belde beenen of beide oogen f WaJo" doodeiyksn afloop fciOwe" GESCHIEDE^ UIT ER LIJK DRIE MAAL VIER EN JWINTIG UUR NA HET ONGEVAL p den Studentendag te Nijmegen I I heeft de Haagsche rechter mr. H. van Wageningen, een voordracht ge houden over het onderwerp „student en maatschappd”, waarin hy deze veelbespro ken verhoudingen stelde in het licht Vtó een kloek realisme. j Uitgaande van de vaststelling, dat dd studentenwereld, heden niet meer een we-\ reldje op zichzelf is, maar door de plichten,] welke de samenleving, de Kerk en de maatschappy stellen, wordt doordrongen, maakte de spreker o.a. eenlge behartigens- waardige opmerkingen over het „leider schap”, waarover onder studenten zoo djk- wyis wordt gesproken, en gaf te kennen een eventueel leiderschap geen kwestie* intellect en kennis is, zooals die in de uni versitaire gemeenschap worden gevormd en geoefend, ,maar veeleer van persoonlijk heidskwaliteiten, die daarvan onafhanke- lyk zyn. klet een toekomstig „leiderschap” moest dan ook z.i. de richtster der studen tenbeweging zyn, maar de plicht om de toe komstige kleinere of grootere plaats in de maatschappy als katholiek deugdeUjk te vervullen. En daarom pleitte deze man uit ken.” ,JSn u daartoe te beperken?* ,Btfl my verder geen vragen, Monsieur. Is het dan niet genoeg» dat ik u myn vertrouwen geef? Wy verkeeren nog altyd in groot ge vaar.’» ,Dat weet ik, maar dank zy de woorden, die gy hebt gesproken, voel ik weer nieuwen moed en zal ik in staat zijn, om helderder te kunnen denken. Als men de geschiedenis kan gelooven, dan is het oude kasteel getuige geweest van veel moed en veel toewyding, en dezen nacht zal het ervaren, dat dezelfde geest nog voortleeft. Op de een at andere manier zullen wy de plan nen van die schurken weten te dwarsboomen. Wy zullen nu eens probeeren te zien, wat er zich beneden afspeelt. De bende had fakkels en lantarens tot haar beschikking, maar het meeste licht kwam van een groot vuur, dat in een holte van den steenen vloer wm. aangelegd. Een stapel brandhout lag er ngasf en van het punt, waar ik stond, kon ik juist zien, dat twee man uit de richting van den hoofdingang kwamen aangeloopen met een nieuwen voorraad brandhout, dien zy met veel drukte op den grond wierpen. Uit dit alles kon ik gemakkeiyk opmaken, dat zy er op rekenden den Heelen nacht daar de wacht te houdoz. t- ze myn oom liever gezond sou zien? Bleef ae maar een poosje in de buurt wonen. Ik ben toch zeker niet verplichtO, was ik op het oogenblik maar in staat om mezelf te redden!" Laura's gedachten waren minstens even in teressant. .Met dien jongen kan ik doen wat ik wil! Het zou me niet verwonderen, at hy loert óók op de erfenis van dien goeden, besten Alexander. Als het een beetje wil, ben ik bang dat het een groote tegenvaller voor hem wordt! Maar in dien tusschentyd heb ik een bondge noot aan hem een knechtje, beter gezegd.” De wielen knarsten over de kiezels. Ze waren ter plaatse. Johann kwam aangeloopen. Mijnheer laat zeggen, dat het hem héél erg spyt, maar hy is plotseling weggeroepen. Hy kan niet vóór de lunch terug zyn. En mljn- heer's moeder is ongesteld, en komt vandaag .ftieé—beneden: Anderhalf uur later. Het gezelschap zat aan August had gelegenheid gevonden, m even onder vier oogen te spreken. de lunc om zynl vóór ze aan tafel gingen. U had geen reden, om achterdochtig te zyn, oom, zei hy In haast. Ze huichelt niet, en mag u nog héél graag. U zult haar een ge noegen doen, als u haar nu en dan eens vraagt. Verdiept in haar gedachten, scheen Laura nauweiyks de spijzen aan te raken. Het is net, of ik weer begin te leven, zei ze öp een oogenblik, terwyi ze Alexander met een vermoeiden glimlach aankeek. Vergeef het me. dat ik het zoo ronduit seg, in byzyn van je neef, maar ik ben je echt dankbaar, dat je vertrouwen hebt gehad in wat ik je schreef!” Alexander keek naar haar, nfet een eigenaardige (,Mbe heb ik ooit van dat schepsel kunnen houden?" dacht hy by zichzelf.) Weet je wel zéker, dat ik daar vertrouwen in heb gehad? zei hy onverschillig, terwyi hy haar glas vol schonk. Tc Zal je wat zeggen, Laura, ging hy voort, terwyi hy deed, alsof hy haar verbystering niet bemerkte. Je bent hier naar toe gekomen tn gezelschap van een spion. Van een alles-door- zlenden spion myn neef. En hy lachte luid, terwijl hy een sigaret op- stak. Maar de lach bestierf hem op de lippen, toen hy de plotselinge verandering in ”taura waarnam. Beurtelings keek ze naar Alexander en August, welke laatste, met een vuurrood ge zicht, alleen maar aandacht voor zyn eten scheen te hebben. Dan sprong ze op. Zoo ben ik dus de speelbal van Jullie tweeën geweest, hé? barstte ze- uit. Wat heeft hy je dan gezegd: dat ik hier ben geko men, omdat je ziek bent, en tijdig den bult wil binnenhalen, zeker? Zeg me dan eens, beste slimmerik, heb je dan nooit gemerkt, dat h y hier om dezelfde reden is? En heeft hy Je misschien óók gezegd, ging ze voort, zonder op de wanhopige gebaren te letten, waarmee August haar tot zwygen wilde vermanen, dat jongetje daar, dat hy onderweg allerlei lieve woordjes voor me had? Alexander stond op. ZwUgend keek hy een oogenblik naar het tweetal. Dan wldj^hy zyn sigaret in het aschbakje en zei: Als jullie daar zin in hebt, wil je de dis cussie misschien wel onder elkaar voortzetten. Ik heb het te druk. Hy maakte een gebaar, by wljse van groet, en verdween. August had nauweiyks tyd gehad, om Laura vol woede toe te sissen: Maar ik had hem niets gezegd, idioot! toen Johann verscheen, wiens onbewogen en correct gelaat er toch niet in slaagde, om een zekeren spot «en voldoening te verbergen. Mijnheer wilde‘de Juffrouw ervan in ken- nis stellen, dat ze zich moet haasten, als ze niet moeiiyk vallen de betreffende den trein van drie uur wil missen. Dat is in my stelde, riep in my een groot gevoel van dankbaarheid en tegeiyk van verantwoordeiyk- held wakker. Ik gevoelde duldeiyk de groote verandering in haar houding van af het oogenblik, dat de zekerheid, dat haar broeder door myn hand den dood had gevon den, in twyfel was overgegaan. Hoe vurig zoeken nog steeds is naar den opdracht gever, die den scheppenden filmkunstenaar zooveel mogeiyk vry laat. Men fuistert dat thans in Nederland zulk een opdrachtgever gevonden is. Als thans nog de „Commissie voor cuturele publiciteitsfilms” van de Jube lende Nederlandse Bioscoopbond haar enor me morele steun gaat geven aan de op- drachtfllm en door ruimhartigheid en stu wende aanmoediging de Nederlandse filmers het werken mogelyk maakt, dan ligt er nog een mooi arbeidsveld open Max de Haas maakte, samen met zyn toen- maligen medewerker Jo de Haas, ,J3e Balla de van de Hoge Hoed”. Een geestige film. De enige geestige film, die ooit in Holland door Hollandse filmers gemaakt is wellicht. Enkele aanloopjes laten we daar. Tot belo ning incasseerde de maker, behalve enige uitstekende perscritieken. een flink verlies. Men weet in deze eeuw van het Nederlandse fabrikaat de Nederlandse film heus wel aan "te moedigen! Hier ligt, naar wy menen, een mooi ter rein voor de Nederlandsche Bioscoopbond. Het particulier initiatief van de hjoscoop-exploi- tanten, die liever zo mln mogelyk willen be talen voor t bywerk”, ook al is het Holalnds by werk, moet hier te kort schieten. De machtige Bioscoopbond, die in 1934 met een Kerstgave van f 10.000 uit de hoek kwam, en die in 1936 etteiyke duizenden uit gaf voor een feest om de historische sten van den Fransman Louis Bi] vieren, zou natuuriyk ook een dergi drag ter aanmoediging van de 1 Hollandse filmkunst beschikbaar stellen. Een „Grote Prys van de 1 zou het niet een goed idee zijn ook de vaderlandse filmindustrie op de been te helpen? Ter zyde: ook de regering zou krachtdadig kunnen helpen, door byv. minder vermake- lykheidsbelasting te laten heffen van de bios coopvoorstellingen, van welker programma een bepaald percentage Nederlands fabrikaat zou zyn. f"‘ Laat ons Max de Haas dankbaar zyn, dat hy by het ontbreken van al <j^M-4Ntfflhoedi- glngen, die men de Nederlandse filmers zou kunnen doen geworden, toch een film heeft gemaakt, die ons een goede, zuivere, Hol landse smaak in de mond geeft. IIIMimil!Mllfl!ll

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1938 | | pagina 9