JTCctmAaal
E
WEK DE GAL
IN UW LEVER OP
H
ALLE ABONNÉ’S
SHEA
I
■y
s
Garnizoenen
Meer vrijheid
I
van de lersché Brigade
I
f
'.w
WOENSDAG 2 MAART 1938
Economiache voortitelen
i
Katholieke Gezondheidszorg
En meer ateun
Academische examens
Studenten maatschappij
Gezond realiame
DOOR
RANDALL PARRISH
xvni
I 1
Het Christendom over
de geheele wereld
Die
slimmerikken
as
R.
-
Ml wtttM van mb band,
een voet of oen aas.
hy oen ongeval met
doodelljken afloop
r AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN,
Witter dan wit
worden Uw tanden indien U poetst met
Tube 80 en 40 ct. Doos 20 ct IVOROL
&-
F.
e.
de
d.
uitdrukking in sUn oogen.
bond”.
4
de verzekerlngsvoorwaarden tegen
moeilik geval voor een
CASSIER’S DOOD
È3
(Wordt vervolgd)
O
9
fi
lat
ran
1 de zwakke stem van het
wy heen?”
en
luwd.
de laatste goede trein, die vandaag gaat Ik zal
juffrouw zelf met het rijtuig wegbrengen.
(Nadruk verboden)
te glimlachen, maar ik
voor haar oogen hing.
aan
Dan
k
1
Z(j vermoedden in het minst niet, dat ik in
het kastéél was, noch wisten zij, dat Cassler in
Gij hebt u
deze roekelooae daad
begrijpen.”
koester deeelfde
In 1941 zal in Rome een wereldtentoonstelling worden gehouden. Een maquette
van hef .Piazza Imperiale”, het middelpunt van deze tentoonstelling
GRONINGEN. Doctoraal examen geneeskun
de mej. R. L. van Heuveln te Groningen en de,
heeren A. C. van Hoorn te Woldendorp (Gron.)
en J. Pesman te Groningen.
Candidaatsexamen wis- en natuurkunde (L)
mej. H. M. C. Vaandrager te Groningen. Can-
didaatsexamen wis- en natuurkunde (Fr.) de
scheidene gemeenten pogingen in het werk
stelden om zich een garnizoen te zien toe
bedeeld. Behalve dat de gemeente als zoo
danig door het bezit van een garnizoen in
aanzien stijgt, beteekent het verkrijgen van
een soldatenbezetting buitendien een eco
nomisch gemeentebelang.
kasteel gebouwd was, moest er dunkt mij, toch
wel de een of andere geheime uitgang zijn ge
maakt. Het duister vergemakkelijkte ons onder
zoek niet, maar de gedachte alleen deed onzen
moed herleven. Ik wist ten minste waar een
trap naar het dak voerde.
„Wat s denkt u te doen, Monsieur?” klonk
eensklaps fluii
meisje. „Waar
Aan een nieuwe statistiek over de godsdiensten
In de geheele wereld ontleenen wij de volgende
bijzonderheden
In Europa zyn 435 mlllloen Christenen en 33
millioen Mohammedanen. De eerstgenoemde
groep behelst in totaal 303 millioen katholieken.
In Noord-Amerika bedraagt het aantal Chris
tenen 108 millioen, onder wie 53 millioen Katho
lieken. Het aantal niet-christenen is 31 millioen.
In Zuld-Amerika zyn op de 74 millioen Chris
tenen niet minder dan 73 millioen Katholieken.
Het aantal niet-christenen bedraagt ongeveer
1 mlllloen. Dit getal is zoo gering, omdat de be
volking van Latfjnsch-Amerika bijna uitsluitend
Katholiek is.
Het zwarte werelddeel telt 14 millioen Chris
tenen, terwijl 135 millioen bewoners van Afrika
andere godsdiensten beiyden.
Nog grooter is het verschil in Azië, waar op
een totale bevolking van 997 millioen slechts 27
millioen Christenert voorkomen.
en U soit morgens „kiplekker”
uit bed springen.
Eiken dag moet Uw lever een liter gal In de In-
gewanden doen vloeien. Wanneer de galafacheldlng
onvoldoende I», wordt Uw voedsel niet verteerd, het
bederft. Er vormen zich gassen In Uw lichaam, U
raakt verstopt. Uw organlsne wordt vergiftigd en
U wordt humeurig en loom. U slet alles zwart.
Do meeste laxeermiddelen zün slechts lapmid
delen: een geforceerde stoelgang neemt de oor-
Maar CAREER’S LEVERPILLETJES zullen zor
gen voor de vrije tdfcvoer van gal, waardoor U weer
geheel herstelt. Ken plantaardig, zacht, onover
troffen middel om de gal te doen vloeien.
Klacht Carter’s Leverpllletjes. verkrijgbaar bg
apothekers en drogisten in flacons
4
Zonder op deze perspolemiek als zooda
nig hier In te gaan, mag het, ter algemee-
ne adstructie, nuttig Worden geoordeeld,
met eenlge cijfers aan te toonen In ho?
sterke mate kleine en middelgroote steden
en stadjes als b.v. Roermond, Rozendaal.
Weerd, Grave e. d., economische voordeelen
van het bezit van een garnizoen zullen on
dervinden.
Nemen we, ter nadere bepaling van de
gedachten. Grave en Weert. Blijkens de be
richten ontvangen deze plaatsen, waarvan
de eerstgenoemde momenteel een bevolking
van 23000 zielen telt, elk een garnizoen
yan twee bataljons infanterie
der gemeenten ca. 1Q00 man).
s verdien-
jmiére te
eUk be-
ingeboren
kunnen
Bioscoop-
de praktijk op de allereerste plaats voor de
vakstudie.
Terwijl dit pleidooi, zooals insiders we
ten, op deugdelijke feiten gegrond is, zag de
spreker de vakstudie ook in wijder ideëel
verband als den eenlg goeden weg. Niet in
„actie” en „beweging” in een of anderen be
perkten zin van het woord, maar in de
ernstige voorbereiding tot een persoonlijk,
met volle katholieke verantwoordelijkheid
vervullen van de toekomstige levens- en
beroepsplichten zag deze spreker de moge
lijkheid om geleidelijk de samenleving
weer met Christelijke waarden te doordrin
gen en den verloren ..maatstaf” te her
stellen.
„Wat wij in onzen tijd meemaken, is geen
dijkbreuk, waarbij men alle hens voor een
paar uur in volle actie roept. Veel eerder
vertoont de- wereld het beeld van een
koraaleiland, waarvan het niveau is gaan
dalen. Generatie na generatie moet dan
weer gaan bouwen, zonder veel Achtbaar
resultaat, en slechts gedragen dopf de ge
dachte, dat het eind het werk zaUkronen.”
En tot troost van het ongeduld, dat de
jeugd eigen is, citeerde hij een woord van
de groote H. Theresia, die zegt: dat het
meer moed vereischt, een leven lang de
dagefljksche plichten goed te vervullen, dan
in een kortstondigen strijd de martelkroon
te winnen.
Het was een helder geluld, dat te Nijme
gen met aandacht - en Instemming werd
vernomen en niet alleen op de studenten,
maar feitelijk ook op alle katholieken van
toepassing was.
Intusschen wordt dit laatste niet zoo al
gemeen ingezien als men wel voor de hand
liggend zóu veronderstellen. Tusschen een
tweetal organen der Zuidelijke gewestelijke
‘pers loopt momenteel zelfs een gedachten
wisseling over de vraag, of garnizoenen den
gemeenten finaneleele voordeelen brengen.
Een der partijen antwoordt hierop ontken
nend.
oewel niet blind voor de tekortkomingen
van Max de Haas’ film over Schiphol,
meent de filmredacteur’van Het Volk er
toch zooveel goede hoedanigheden in te ont
dekken, dat hij een kort pleidooi houdt voor
meer vrijheid en meer steun voor onze eigen
filmers. Wij kunnen hem daarin volgen en heb
ben overigens reeds vroeger enkele malen om
steun voor de Nederlandsche film gevraagd.
Misschien komt het ooit zoover, dat deze wen-
schen In vervulling gaan. Het Volk dan zegt
het volgende:
Ieder die het wél meent met de filmkunst
en met de opdrachtgevers! weet dat het
Laura was een hoogst lieftallige verschijning,
die August aanstonds voor zich had ingenomen.
Woont u op Grünwald? Wel aardig van
uw oom, om u naar het station te sturen! D^u-
had hij me niets van gezegd. Nu ik hoop dat
we het best met elkaar kunnen vinden.
Ze hield August voor een vroolijk type, en
dat was hU ook Inderdaad. Onwillekeurig moest
ze glimlachen om de verbouwereerdheid, die
ditmaal tenminste uit August’s heele ma
nier van doen sprak.
Vertel u me eens, zei Laura, toen ze al een
eindje op weg waren Is t waar, wat ik ge
hoord heb: dat uw oom ziek is? Ja?’Wat
scheelt er eigenlijk aan?
Ze zaten tegenover elkaar 11* het rijtuig
August kreeg het hoe langer hoe meer benau
Werktuiglijk beantwoordde hij allerlei vragen,
die Laura hemgtelde, maar zijn gedachten na
men een geheel anderen loop. .Moet ik dit
meisje bespionneeren? Kan zy het helpen, dat
.Beste Alexander,
Je zult je natuurlijk zeer verwonderen,
dat je een brief van mij ontvangt, na zoo
veel jaren. En nog meer zul je je verwon
deren over de reden, die mij er toe gebracht
heeft om je te schrijven.
Alexander, ik heb spijt over wat ik Je heb
aangedaan. Jij bent de eenlge, die me ooit
begrepen hebt en je zult me ook nu be
grijpen. Ik heb een oneindig verlangen naar
vrede met me zelf en alle andere men-
schen. Toen tijdens de gelukkige weken,
die we op Grünwald bij je familie door-*
brachten was Ik het, die jou niet be
greep. Ik was nog zoo jong. Uitstapjes en
vermaak alles waar Ik nu van walg, leken
mij toen het echte leven. Ik weet dat ik
je veel heb doen lijden. Je hield zoo van me
en ik ook van jou, al begreep ik het toen
niet. Dat alles is nu voorbij. Maar ik voel
de dat ik verplicht was, na jaren tot be
zinning gekomen, om je dit mee te deelen.
En misschien wil je me een woord van
vergiffenis doen toekomen. 1
Laura.™
I
1
f
Over den vorm waarin de steun van regee-
ringswege zou kunnen plaats hebben, valt na
tuurlijk nog heel ..wat te zeggen. Of hij gtzocht
moet worden in vermindering der vermake
lijkheidsbelasting, is dunkt ons niet met een
enkel woord uit te maken; dat er echter een
vorm van steun mogelijk moet zijn zonder dat
de vrijheid van werken wordt beknot, zal ieder-
ter sterkte
(voor ieder
Alleen reeds aan officiers- en onderqfflciers-
salarissen komt dit voor die plaatsen neer
op een vermeerdering van het jaarlijkscb
inkomen ad 350.000 i 400.000. Deze in
komens gaan uiteraard voorbeen min of
meer aanzienlijk deel naar de neringdoen
den van het garnizoen. Hierbij voege men
'i datgene wat, buiten de ménage om, van
wege de soldaten individueel den handel-
drijvenden stand toevloeit (sigarenwinkels
koffiehuizen, kappers, e.d.). Naar schatting
mag dit voor elk der genoemde plaatsen op
40.000 A 50.000 worden gesteld. Indien
we aannemen, dat de helft van het bedrag
der officiers. en onderofficierssalarissen ter
plaatse in goederen wordt omgezet, dan
stijgt per 1000 man troepen het lokale ver
bruik in totaal met circa 250.000 per jaar
Dit betreft dan, globaal genomen en zon
der rekening te houden met de ménage in
de kazerne, waarvan het gemeentelijk eco
nomisch leven toch ook eenig aandeel zal
ontvangen, uitsluitend het rechtstreeksche
accres, dat den neringdoenden stand der
nieuwe garnizoenen wacht. Dat het in
sterke mate toegenomen plaatselijk con-
sumptievermogen - tenslotte tot vestiging
van nieuwe zaken zal kunnen leiden, en
ivoor de gemeenten dus uitzicht biedt op
toenemenden bloei, vooruitgang en uitbouw,
behoeft geen nader betoog.
In het dezer dagen verschenen Februari-num-
mer van het Wit-Gele Kruls-orgaan „Katho
lieke Gezondheidsozrg”, wijdt M(ol) een be
schouwing aan de „Kraamhulp-mlsère” in Ne
derland, naar aanleiding van het onlangs ge
publiceerde schrijven van de gemeentelijke com
missie voor kraamhulp te ’s-Gravenhage. Hu
wijst daarin op den onhoudbaren en voor de volks
gezondheid gevaarlijken toestand, welke op dit
terrein in ons land bestaat: overal wilde oplei
dingen, overal onbevoegde kraamhulpkrachten
met titels en Insignes, overal wel-bevoegde ba
kers en kraamverzorgsters die niet werken in
het georganiseerde verband, dat hen opleidde.
Krachtig wordt aangedrongen op een wette-
lijke regeling ten aanzien van het beroep van
de hulpkrachten voor de kraamhulp, die dan
voortaan dat beroep alleen dienen uit te oefenen
in het verband der organisatie en dus verbon
den aan een plaatsingsbureau.
Van de overige artikelen noemen wij nog een
bijdrage van de hand v^n Dr. Weyers, betref
fende de sterfte van te vroeg geborenen, welke
vergeleken met de totale zuigelingensterfte In
ons land te hoog is, alsmede een artikel van Dr.
Zijerveld, waarin de groote beteekenls van goe
de lichamelijke oefening op de scholen naar
voren gebracht wordt.
Onder de offlcieele mededeelingen wordt ver
meld, dat op 28 en 29 October aa. te Utrecht
zal worden gehouden een groot landelijk con
gres voor kleuterzorg, op Initiatief van den Ne-
derlandschen Bond tot Bescherming van Zuige
lingen; het dagelljksch bestuur van dit congres
is samengesteld als volgt: prof. A. ten Bokkel
Hulnlnk (voorzitter). Dr. R. Wierenga (secre
taris) en Mr. J: de Vreeze (penningmeester).
hield, dan zouden wy een niet te versmaden
strijdkracht kunnen vormen. Wij zouden ten
minste kunnen probeeren, ons de aanvallers
van het Hjf te houden, maar het zou een onbe
gonnen daad zijn te beproeven, ons door die
wacht van schurken daar beneden heen te
slaan. Doch wjj hadden ten minste nog den
nacht In het vooruitzicht, waarin wij den tyd
hadden het een of ander plan te ontwerpen.
De hoop, dat er hier of daar nog een andere
uitgang, dien ook onze belegeraars niet kenden,
zou zijn, had ik nog altijd niet opgegeven. In
H’m, zei August, toen hij den brief gele-
zen had echt een briefje van een vrouw, dat
is zeker! Mag Ik u misschien vragen wat de
bedoeling is, oom? i
Zeker, antwoordde deae. Kijk eens, jon
gen, van deze geschiedenis zal je zeker wel eens
wat gehoord hebben. Maar wat Ik je zeggen j
wilde, is dit. Je weet (en bij deze woorden
keek hij zijn neef scherp in de oogen) dat
ik een bekende ziekte heb. En je weet ook, dat
ik goed ben, veel te goed. Dat neemt evenwel
niet weg, dat ik in de 35 jaar, die ik tot nu
toe gehaald heb, het een en ander geleerd heb.
En nu is het niet moeilijk uit dat briefje een
bepaalde bedoeling af te leiden. Ik kan me ver
gissen maar....
Kort en goed, ging Alexander voort ik
heb den Indruk, dat dat meisje, om welke re
den dan ook, weer toenadering tot me zoekt.
Daarom moet ik zekerheid hebben of ze werke
lijk zoo oprecht is, als die brief laat voorkomen.
En nu wilt u....? zei August.
En nu wil ik, dat jij haar van het station
i, haalt. Ik zal haar n.1. een briefje sturen, of ze
eens bij ons wil komen.
Maar ik ken haar niet eens! riep August
uit. ik heb haar nooit gezien. En waarom
eigenlijk?
Zie je tegen de moeite op? zei zijn oom
sarcastisch. Of ben je misschien verlegen?
Luister en begrijp me goed. Zoo weinig men-
schen als er In Grünwald uitstappen, zal het
Je zeker i
jongÉ"3ame uit te pikken. Ik zal Je bovendien
een beschrijving van haar geven. Tijdens dén rit
hier naar toe, (waar toch zeker ^Ityd meer dan
een uur mee heengaat), zal je volop in de ge
legenheid zijn om haar ware bedoelingen te
leeren kennen, als je handig bent.Je be
grijpt me?
August bleef een poosje zwijgen. Dan geeuw
de hij opnieuw en stond op:
I Best oom, ik zal het doen. Zegt u maar
I wanneer ik gaan moet. In ieder geval ben ik
blij, als ik u een plezier kan doen.
Alexander keek zijn neef die nu al een
jaar bij hem inwoonde, juist in den tijd dat hij
van de familie gehoord had, dat zijn ,i
een slepende ziekte leed iielnzend,
glimlachte hl] vergenoegd.
op dit blad de Terzekerlngsvoorwaarden tegen p? *7
ongevallen verzekerd foor een der volgende uitkeeringen vKJe
,4k zeg niet, dat ik alles kan vergeten; dat
zou te veel zijn gevraagd. Maar ik ben niet
wraakgierig; ik ken zijn aard en ik denk, dat
de grootste eciuild hem lag. Daarom ben flt
enlgén tijd geleden hebben wij
aandacht erop gevestigd hoe redelijk
het mocht worden genoemd, dat ver-
vijand in menschengedaante. Het kon zijn, dat
de Saule boven dergelijke bUgeloovigheden .stond,
maar alleen zou hij zich toch ook wel niet In die
zwarte gangen wagen en de kans op gezelschap
was al heel klein.
De nachtlucht joeg kil door de ruimte en de
muren voelden vochtig en koud aan. Op den tast
gingen wij zonder te spreken voort, totdat wij
bU het punt kwamen, wasu- een llchtstrasdtje
van de groote zaal beneden de treden bereikte
en ons in staat stelde onze omgeving flauw op
te nemen. Het was toen voor de eerste maal,
dat ik Mademoiselle in het gezicht kon zien.
Haar wangen hadden niet de minste .kleur,
maar toch glimlachte zij dapper terug, toen zij
mij aankeek. Mijn oogen gaven onwillekeurig
blijk van mijn bewondering en sympathie.
,Jk ben blij te zien, dat gij zoo dapper zijt,"
fluisterde ik tegen haar, bang dat Cassler het
zou verstaan, „en dat gij zooveel vertrouwen in
mij stelt Dit is een
vrouw.”
Zij deed haar best
zag, dat er een nevel
„Ik heb toch soo*n goede hoop. Monsieur, dat
mUn broeder nog in leven is, en dat wij hem
nog wel eens op het spoor zullen komen.”
.Het is dus ter wille van hem, dat gij zoo
dapper zijt?”
.Bardon, Monsieur, ook ter wille van u. Zou ik
dan kunnen verlangen, dat gij schuldig £yt
aan den dood van mijn fbroeder?
mijn vriend betoond, maai deze roek
scheidt ons. U zult mijn (bedoeling
Jk begrijp uv txxioelingVn koest
wensebte ik, dat de onbekende, die zich in deze
ruinen ophield, Charles d’Enville mocht zijn!
Dit verlangen werd een oogenblik zóó sterk in
mij, dat ik moeite had om mijn kalmte terug te
krijgen.
,Jk heb nog niet een bepaald plan, Made
moiselle,” gaf ik ten antwoord. ,Jk wil eerst eens
den toestand grondig overzien. Daarna kunnen
wi) misschien een plan opmaken, om de schur
ken te overrompelen. Ik ben niet iemand, die
een plan opgeeft zonder eerst het uiterste be
proefd te hebben. Kom, Cassler, wij zullen be
de dagen toch van verraad en intrigue, dat het, neden eens gaan kijken en zien, wat wij kun
nen beginnen. Hebt gij een wapen by u?”
Hy scheen niet veel trek te ^hebben mee te
igaas, maar toch volgde hy my, toen ik lang
zaam de trap afdaalde en daarby Mademoiselle
behulpzaam was om in het donker niet uit te
giyden. Onder aan de trap vond ik myn
zwaard terug en gespte den riem vast; daarna
sloop ik, dicht naast haar loopend, de don
kere gang door, waar nu geen enkel licht plekje
meer was. Maar er was niets te vreezen be
halve als wy soms den ontsnapten gevangene
zouden ontmoeten en het tot handtastelijkheden
zou komen, nog voor er een opheldering was
gegeven. Maar dit gevaar was niet groot, want
dit was de gang, die Cassler had afgeloopen en
de ander had waarschijnlijk in tegengestelde
richting zyn heil gezocht. Wat de mannen be
neden betreft, er was natuuriyk geen sprake
van, dat zy vóór daglicht zich naar boven zou
den durven wagen, zy waren duizend maal
banger van spoktn en van de fantastische voort
brengselen hunner .verbeelding dan van een
vrijhotöwas. Misschien wisten zy niet eens, dat
^ee mannen de bende hadden aangevallen.
had zich alles in een minuut afgpspeelden
by zulke gelegenheden weet men eigenlyk zelf
niet, wat er gebeurt. Het was wel degeiyk de
vreemdeling, dien zy stonden af ie wachten, en
omdat zy er van overtuigd waren, dat er geen”
andere uitweg bestond, moest -hjj ten slotte
wel in de val loopen. Hij kon wellicht ook zich
zelf dooden. Dit was hun natuuriyk onverschil
lig/ het resultaat zou dan toch hetzelfde zyn.
En hoe was het nu eigenlyk i^iet ons gesteld?
Wy waren met ons drieën, want de dame was er
een van de strijdlustige soort en zou voor hagr
aandeel opkomen; bovendien hadden wjj dit
voordeel, dat wy hen konden verrassen. Voor
wapenen hadden wy een pistool, een mes en
“lijn zwaard, dat op de onderste tree van de
torentrap lag. Men had Mademoiselle haar
wapen afgenomen. Als wy er in slaagden ons
te vereenigen met den onbekende, die zich
•««ens m deze spookachtige gangen echuU
hoop als gy. Als Charles d’Enville leeft, zullenr 'dan ook van plan, u mijn vertrouwen te
wy dat vannacht weten. Ik bid, dat het zoo mag v»"
zijn ter wille van uzelf en van my. Ik schrik
er voor terug zyn dood op myn geweten te
hebben, en.... en.... daarby....”
Ik durfde niet verder gaan, geschrokken van
de woorden, die my op de lippen lagen.
„Daarby wat, Monsieur?”
Jk durf niet verder gaan," stamelde ik. ,Het
.gaat my zooeeer ter harte ter wille van u, ter
wille van onze vriendschap. Het zou eeuwig een
onoverkomeiyke hinderpaal biyken.”
Haar hand drukte de müne liefkoozend.
,Jk laak er u niet om, Monsieurzeide zy
zacht. ,Jk geloof, wat gy tay hebt verteld. De
zwaarden kruisten elkaar en was Charles niet
gevallen, dan zou hy u hebben neergeveld.”
,Bet was een echte twist van jonge heet
hoofden en, óf ik al dan niet in myn recht was,
voor zyn zuster zou het toch onmogelyk zyn te
vergeten en te vergeven.”
,Jk zou wél kunnen vergeven, Monsieur, want
ik ken soldaten en ik weet hoe gemakkeiyk zy
het zwaard trekken. Ik ben geen meisje, de*
bulten alles is opgegroeid.”
„Gy wilt dus zeggen, dat gy my vertrouwt?”
„Onbegrensd, Monsieur; Bu kunt op mijn
vriendschap rekenen.” w
„Onverschillig at Charies dTtavllle dood at
levend is?”
Monsieur,” met oogen, die m» ontweken.
r idden tusschen zyn gewone zakeiyke cor-
respondentie vond Freiherr Alexander
-1-’-*■ von Marburg een briefje van fyner for
maat. Het huls, dat Alexander von Marburg
met zyn bejaarde moeder bewoonde, was half
kasteel, half fabriek, en lag een aantal kilo
meters verwijderd van het kleine plattelands-
station.
Alexander von Marburg leidde persooniyk zyn
zaken en deed dat met Uver vooral de laatste
jaren, sinds zekere omstandigheden in zyn le
ven hem er toe gebracht hadden om zich ge
heel terug te trekken uit een wereldsch bestaan
van weelde en nietsdoen.
HU las het briefje, glimlachte peinzend e«
belde. Een bediende verscheen buigend op den
drempel.
Johann, is myn neef al by de hand? Ja?
Vraag hem dan of hy een oogenblik hier komt-
August, met den slaap nog in zyn oogen en
zyn kamerjas aan, zei zyn oom gapend goeden
morgen en liet zich in een fauteuil vallen.
Wat is er, oom? Is dat een brief voor my?
O, neemt u me niet kwalyk, dan sou u hem na
tuuriyk niet open hebben gemaakt. U wilt dus
dkt ik hem lees....
En hy las hardop:
by levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door E* 7^41 bd een ongeval met 17 OECfl
verlies van belde armen, belde beenen of beide oogen f WaJo" doodeiyksn afloop fciOwe"
GESCHIEDE^ UIT ER LIJK DRIE MAAL VIER EN JWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
p den Studentendag te Nijmegen
I I heeft de Haagsche rechter mr. H.
van Wageningen, een voordracht ge
houden over het onderwerp „student en
maatschappd”, waarin hy deze veelbespro
ken verhoudingen stelde in het licht Vtó
een kloek realisme. j
Uitgaande van de vaststelling, dat dd
studentenwereld, heden niet meer een we-\
reldje op zichzelf is, maar door de plichten,]
welke de samenleving, de Kerk en de
maatschappy stellen, wordt doordrongen,
maakte de spreker o.a. eenlge behartigens-
waardige opmerkingen over het „leider
schap”, waarover onder studenten zoo djk-
wyis wordt gesproken, en gaf te kennen
een eventueel leiderschap geen kwestie*
intellect en kennis is, zooals die in de uni
versitaire gemeenschap worden gevormd en
geoefend, ,maar veeleer van persoonlijk
heidskwaliteiten, die daarvan onafhanke-
lyk zyn. klet een toekomstig „leiderschap”
moest dan ook z.i. de richtster der studen
tenbeweging zyn, maar de plicht om de toe
komstige kleinere of grootere plaats in de
maatschappy als katholiek deugdeUjk te
vervullen. En daarom pleitte deze man uit
ken.”
,JSn u daartoe te beperken?*
,Btfl my verder geen vragen, Monsieur. Is
het dan niet genoeg» dat ik u myn vertrouwen
geef? Wy verkeeren nog altyd in groot ge
vaar.’»
,Dat weet ik, maar dank zy de woorden, die gy
hebt gesproken, voel ik weer nieuwen moed en
zal ik in staat zijn, om helderder te kunnen
denken. Als men de geschiedenis kan gelooven,
dan is het oude kasteel getuige geweest van veel
moed en veel toewyding, en dezen nacht zal
het ervaren, dat dezelfde geest nog voortleeft.
Op de een at andere manier zullen wy de plan
nen van die schurken weten te dwarsboomen.
Wy zullen nu eens probeeren te zien, wat er zich
beneden afspeelt.
De bende had fakkels en lantarens tot haar
beschikking, maar het meeste licht kwam van
een groot vuur, dat in een holte van den steenen
vloer wm. aangelegd. Een stapel brandhout lag
er ngasf en van het punt, waar ik stond, kon
ik juist zien, dat twee man uit de richting van
den hoofdingang kwamen aangeloopen met een
nieuwen voorraad brandhout, dien zy met veel
drukte op den grond wierpen. Uit dit alles kon
ik gemakkeiyk opmaken, dat zy er op rekenden
den Heelen nacht daar de wacht te houdoz.
t-
ze myn oom liever gezond sou zien? Bleef ae
maar een poosje in de buurt wonen. Ik ben
toch zeker niet verplichtO, was ik op het
oogenblik maar in staat om mezelf te redden!"
Laura's gedachten waren minstens even in
teressant. .Met dien jongen kan ik doen wat
ik wil! Het zou me niet verwonderen, at hy
loert óók op de erfenis van dien goeden, besten
Alexander. Als het een beetje wil, ben ik bang
dat het een groote tegenvaller voor hem wordt!
Maar in dien tusschentyd heb ik een bondge
noot aan hem een knechtje, beter gezegd.”
De wielen knarsten over de kiezels. Ze waren
ter plaatse. Johann kwam aangeloopen.
Mijnheer laat zeggen, dat het hem héél
erg spyt, maar hy is plotseling weggeroepen.
Hy kan niet vóór de lunch terug zyn. En mljn-
heer's moeder is ongesteld, en komt vandaag
.ftieé—beneden:
Anderhalf uur later. Het gezelschap zat aan
August had gelegenheid gevonden,
m even onder vier oogen te spreken.
de lunc
om zynl
vóór ze aan tafel gingen.
U had geen reden, om achterdochtig te
zyn, oom, zei hy In haast. Ze huichelt niet,
en mag u nog héél graag. U zult haar een ge
noegen doen, als u haar nu en dan eens vraagt.
Verdiept in haar gedachten, scheen Laura
nauweiyks de spijzen aan te raken.
Het is net, of ik weer begin te leven, zei
ze öp een oogenblik, terwyi ze Alexander met
een vermoeiden glimlach aankeek. Vergeef
het me. dat ik het zoo ronduit seg, in byzyn
van je neef, maar
ik ben je echt
dankbaar, dat je
vertrouwen hebt
gehad in wat ik
je schreef!”
Alexander keek
naar haar, nfet
een eigenaardige
(,Mbe heb ik ooit van dat schepsel kunnen
houden?" dacht hy by zichzelf.)
Weet je wel zéker, dat ik daar vertrouwen
in heb gehad? zei hy onverschillig, terwyi hy
haar glas vol schonk.
Tc Zal je wat zeggen, Laura, ging hy voort,
terwyi hy deed, alsof hy haar verbystering niet
bemerkte. Je bent hier naar toe gekomen tn
gezelschap van een spion. Van een alles-door-
zlenden spion myn neef.
En hy lachte luid, terwijl hy een sigaret op-
stak. Maar de lach bestierf hem op de lippen,
toen hy de plotselinge verandering in ”taura
waarnam. Beurtelings keek ze naar Alexander
en August, welke laatste, met een vuurrood ge
zicht, alleen maar aandacht voor zyn eten
scheen te hebben. Dan sprong ze op.
Zoo ben ik dus de speelbal van Jullie
tweeën geweest, hé? barstte ze- uit. Wat
heeft hy je dan gezegd: dat ik hier ben geko
men, omdat je ziek bent, en tijdig den bult wil
binnenhalen, zeker? Zeg me dan eens, beste
slimmerik, heb je dan nooit gemerkt, dat h y
hier om dezelfde reden is? En heeft hy Je
misschien óók gezegd, ging ze voort, zonder op
de wanhopige gebaren te letten, waarmee
August haar tot zwygen wilde vermanen,
dat jongetje daar, dat hy onderweg allerlei lieve
woordjes voor me had?
Alexander stond op. ZwUgend keek hy een
oogenblik naar het tweetal. Dan wldj^hy zyn
sigaret in het aschbakje en zei:
Als jullie daar zin in hebt, wil je de dis
cussie misschien wel onder elkaar voortzetten.
Ik heb het te druk.
Hy maakte een gebaar, by wljse van groet,
en verdween.
August had nauweiyks tyd gehad, om Laura
vol woede toe te sissen:
Maar ik had hem niets gezegd, idioot!
toen Johann verscheen, wiens onbewogen en
correct gelaat er toch niet in slaagde, om een
zekeren spot «en voldoening te verbergen.
Mijnheer wilde‘de Juffrouw ervan in ken-
nis stellen, dat ze zich moet haasten, als ze
niet moeiiyk vallen de betreffende den trein van drie uur wil missen. Dat is
in my stelde, riep in my een groot gevoel van
dankbaarheid en tegeiyk van verantwoordeiyk-
held wakker. Ik gevoelde duldeiyk de
groote verandering in haar houding van
af het oogenblik, dat de zekerheid, dat haar
broeder door myn hand den dood had gevon
den, in twyfel was overgegaan. Hoe vurig
zoeken nog steeds is naar den opdracht
gever, die den scheppenden filmkunstenaar
zooveel mogeiyk vry laat. Men fuistert dat
thans in Nederland zulk een opdrachtgever
gevonden is. Als thans nog de „Commissie
voor cuturele publiciteitsfilms” van de Jube
lende Nederlandse Bioscoopbond haar enor
me morele steun gaat geven aan de op-
drachtfllm en door ruimhartigheid en stu
wende aanmoediging de Nederlandse filmers
het werken mogelyk maakt, dan ligt er nog
een mooi arbeidsveld open
Max de Haas maakte, samen met zyn toen-
maligen medewerker Jo de Haas, ,J3e Balla
de van de Hoge Hoed”. Een geestige film.
De enige geestige film, die ooit in Holland
door Hollandse filmers gemaakt is wellicht.
Enkele aanloopjes laten we daar. Tot belo
ning incasseerde de maker, behalve enige
uitstekende perscritieken. een flink verlies.
Men weet in deze eeuw van het Nederlandse
fabrikaat de Nederlandse film heus wel aan
"te moedigen!
Hier ligt, naar wy menen, een mooi ter
rein voor de Nederlandsche Bioscoopbond. Het
particulier initiatief van de hjoscoop-exploi-
tanten, die liever zo mln mogelyk willen be
talen voor t bywerk”, ook al is het Holalnds
by werk, moet hier te kort schieten.
De machtige Bioscoopbond, die in 1934 met
een Kerstgave van f 10.000 uit de hoek
kwam, en die in 1936 etteiyke duizenden uit
gaf voor een feest om de historische
sten van den Fransman Louis Bi]
vieren, zou natuuriyk ook een dergi
drag ter aanmoediging van de 1
Hollandse filmkunst beschikbaar
stellen. Een „Grote Prys van de 1
zou het niet een goed idee zijn
ook de vaderlandse filmindustrie op de been
te helpen?
Ter zyde: ook de regering zou krachtdadig
kunnen helpen, door byv. minder vermake-
lykheidsbelasting te laten heffen van de bios
coopvoorstellingen, van welker programma
een bepaald percentage Nederlands fabrikaat
zou zyn. f"‘
Laat ons Max de Haas dankbaar zyn, dat
hy by het ontbreken van al <j^M-4Ntfflhoedi-
glngen, die men de Nederlandse filmers zou
kunnen doen geworden, toch een film heeft
gemaakt, die ons een goede, zuivere, Hol
landse smaak in de mond geeft.
IIIMimil!Mllfl!ll