VOORJAARSMODE 1938
Z’N KASTÉÉL IN BRAND
RIJKE
VERSCHEIDENHEID
RAD.CXX
Twee manieren
van oplossen
manuuiiBi-
MODE-SNUFJES
EEN^MOOIERITEINÏi
verkrijgt U door een goede1 huidverzorging^
Doe daartoe wat Radox in Uw waschwater]
Bij apotliekers en erkende drogisten A f 0.90/
per pak en f 0.15 per klein pakje.’
De grondslagen van het bieden
ONS PRIJSRAADSEL
Kuur voor overvoede
honden
Prijswinnaars j
Het nieuwe raadsel
BRABANTSCHE BRIEVEN,
fed
ill
Maandelijkse!* kruis
woordraadsel
Zal hij het met den Blaauwe
goed kunnen vinden
Eenige wenken, waarmee men in
*t vervolg zyn voordeel kan doen
r
tl
ZATERDAG 5 MAART 1938
I
A:
B:
Pas
VERTIKAAL:
>n»
C:
S3*
12 58 74 36
4
Ulvenhout, 3 Mrt. ”38
Amico,
stuk
romantiek
als
den
i’n
gin wi
Als
sie int
HORIZONTAAL:,,
2. plaats in België; 11. lessenaar; 13. Europee-
sche Staat; 16. hert; 18. voorzetsel; 19. emb^l-
Onder de inzenders van een goede oplossing
worden weer zes fraaie prijzen verloot.
Oplossingen worden tot Donderdagmiddag 12
uur ingewacht bij den heer O. M. A. Jansen,
Ruysdaelstraat 60, Utrecht.
W.
O.
1 Schoppen
2 Harten
kofflekom
ie stil,
tllder was,
!g. AUe drie keken wij malkaar
f, deur t stormgeweld, niks ge-
sk stond recht, op alle vier z’n
'n bietje schuin, loerend naar
W.
O.
Het
vrool
besta
aller!
bloes
daar!
Als Maart-nummer krijgen onze puzzelaars de
zen keer het gebrdikelüke kruiswoordraadsel.
volgt:
4 Harten
O.
Sch.: H. x
H.: H. V. B. x x
R.x x x
Ki x x
Sch.: A. V. 10 x x
H.: x x
R.: x x x
KI.: A. x x
O.
Sch.: V. 10 x x
H.: x x
R.: H. x x
KI.: V. x x x
O.
Sch.: x x
H.x x
R.: H. B. x x
KI.: A. V. B. x x
12 58 74 36
76 34 18 52
38 72 56 14
54 16 32 78
48, dus maetei
som geven+80
W.
Sch.: xxx
H.A. H. B. X
R.A. X x
KI.: xxx
japonnetjes hoe de talllelijn zich verhoogt, zoo-
drt het schijnt, alsof men langzamerhand de
lengte van de vrouw wil accentueeren door de
ononderbroken lijn van knie tot over het middel.
Zoo blijkt dit bijv, ook uit de vele mantelpak
jes en deux-plèces, welke alle een jasje hebben,
dat tot over de heupen reikt. Indien het ten
minste volgens de laatste mode-voorschriften
gesneden is.
En de stof en de patronen? Nlete'dan vroolük-
heid niets dan kleurenrijkdom en souplesse.
Felle streepen, ruiten, figuurtjes en kleurige
bloemen schijnen om den voorrang te vechten.
En wie van al deze motieven het winnen zal?
Ik weet het nog niet, dat zullen de mode
shows ons leeren.
Maar dat we niet te klagen zullen hebben
over gebrek aan mogelijkheden, dat is uitgesloten
en dat is alweer een der voornaamste kenmer
ken van de mode van de laatste Jaren. Past ze
zich wellicht ook bij de tijdsomstandigheden
-aan?
Tweede horizontale links en rechts moeten
als cijfers de tientallen komen 7 en 5; de som
der belde aanwezige getallen is 52, som der beide
andere dus 180 52 - 128 7 5, zoodat we
moeten hebben 72 en 56 (reeds present) of 76 en
52 van deze twee komt 76 links en 52 rechts.
Ten slotte: le vertikale rij geeft 12 76 54
142. open vak dus 180 142 - 38 3e hori
zontale r« geeft 38 72 56 166, open vak
dus 180 166 =,14.
Een der gevraagde standen is du^;x
W.
Sch.: A. V. B. x x
H.. A. 10 x x x
R.: x x
KI.: x
,Ja? En?”
„Of le echt was, vroeg le."
,-En?”
„Wat zal ik zeggen, Drré? X Feit alleen dat
den Blaauwe hem heeft, bewijst al voor 90 pCt.
dat ie niet echt 1S....I En als alle van Goghs
écht waren, dan wel, dan moest van Gogh drie
honderd jaren zijn geworden en hij werd nog
geen veertig....!"
„Maar
.Jawel.
W.
Sch.: x.x x
H A. H. B. x
R.A. x x
Ki xxx
De rekenpuzzle, welke wij onzen lezers den
laatsten keer hebben voorgezet, heeft ons ge-
aan, dat de kaarten niet sluiten en door ieder
bod vermindert de waarde van de kaart van
den partner!
Wanneer men zich echter strikt houdt aan
de-'biedmethodes. zooals tot nu toe werd uit
eengezet, is het niet moeilijk logischer wijze
in het verdere verloop de juiste biedingen te
vinden.
Men moet echter eppaseen. dat men niet
Aaen of Heeren gaat bieden, die men reeds
moest hebben om de voorgaande biedingen te
kunnen doen.
Het spreekt immers vanzelf, dat men daar
door in een te hoog contract komt en even
zooveel down er het gevolg van is!
Tot slot een inleiding voor het artikel van
de volgende week, dat het één-ln-S. A.-ope
ningsbod zal behandelen.
Er is geen enkel openingsbod, waarover;- zelfs
onder de sterkste spelers, meer verschil van
meening bestaat, dan over dit bod.
Natuurlijk zal ik ook hier een keus moeten
doen uit de diverse opvattingen en wederom
zult u het mij niet euvel moeten duiden, dat
ik mij het meest tot mijn eigen opvatting voel
aangetrokken, terwijl bovendien als verzach
tende omstandigheid kan worden aangevoerd,
dat verschillende belangrijke systeem-experts
deze opvatting deelen.
De voorjaarssturmen
fleren over Ulven
hout. Uit onverwachte
hoeken loeien soms
venijnige, natte buien over ons durpke, dat er
■n bietje triestig te prullen ligt, onder den zil
veren weerschijn van ’nen egalen regenhemel.
*n Bietje triest te pruilen, ja!Waant ons
durpke is geschapen veur den vriendelijken
zonneschijn, zooals dat is me» de blommen, die
evenmin verdragen de venijnige, ruwe klavieren,
waarmee ’nen niks ontzlenden, .donkeren sturm
huishouwen kan in 'nen mee veul liefde opge-
kweekten tuin. Maar waarover toch weer ’nen
gouwen gonnegloel gaat pralen als Heer Venijn
buiten asem is....!
Da’s veul troost in deus stormtij.
Hoe zwart de lochten ook meugen zijn, hoe
onbesuisd de buien, hoe venijnig de sturmvla-
gen X zonneke Wint X al tij, van den troebel-,
sten duister, want den zwarten schaduw ont
staat van den zonneglorie en nle omgekeerd
’n Waarheid, die altü opgaat. Ook onder de
menschen, waar zwarte zielementen huilie ve
nijn soms strooien willen onder ’n zonnige ge
meenschap, maar altij zonder resultaat. De zon
draalt, draalt, stijgt hoog over d'eerde en ze
verdraait, verjaagt den zwarten schaduw altij
deur. Ze draalt om het blomke henen, de leven
brengende zon, streelt het aan alle kanten en
steeds mot den schaduw wijken, wijken, ruste
loos Wijken! Wijken tot den nacht toe en dan
verdwijnen als de zon verzinkt. Nooit, nooit
heeft schaduw rust.
Nooit, nooit venijn resultaat.
Nooit, nooit het zwarte zlelement geluk!
Den laatsten tijd heeft de mode ons in de
gelegenheid gesteld om de meest vreemdsoor
tige hoofddeksels te dragen. Op een bulten-
landsche show waren onlangs mannequjnë' te
zien, die als avond-hoofdtooi op hun gewater
golfde lokken hoeden droegen in den vorm van
zeilschepen.
Ships that pass in the night....
die blinken van water. Fluitend'gieren de vla
gen over X vlakke, donker’ akkerland.
En X avond kruipen de durpelingen vroeg in
hun huizekes. waarom X barre weer rond
spookt, loeiend in de schouw, flisterend deur X
rieten dak, schuddend aan de blinden. Ja, dan
is X nog veul winter!
Dan is X goed, dan is X veilig schuilen in
d'eigen woning; dan is X lekker zitten onder
den schaduw van oew schouwkap.
’Zoo zaten wij ook, mee z’n drieën om de plat-
tebuls gisterenavond. Trui mee heuren eeuwigen
sok, den kleinen Dré mee de leste prjjsboekskes
van de leveranciers van kunstmest, zaaigoed,
vruchtboomen, landbouwmachines; ik mee m’n
krant die al lang uitgelezen was, maar die ’k
nog ’n bieye peinzend zat vast te houwen.
X Barre weer donderjaagde deur den reuzen
kruin van m’nen notenleer, snukte aan de
bouwsels op den erf. sliste over X pannendak,
rukte aan de deuren van de zolders en stallen,
floot loeiend deur de schouw. ’Nen emmer kan
telde mee rinkelend lawjjt over de klinkers
achter ons huis en ennlgte keeren moest Dré III
zijn boekskes neerleggen, den stallanteern aan
steken, om* dan weer ’n deur steuvig te gaan
grendelen, ‘n hok te gaan beveiligen, dieën em
mer op te speuren X Jonk kreeg glnnen tijd
om te rusten. Trui keek nou en dan mee be-
zurgde oogen over heuren bril, naar dAAr, waar
X lawijt vandaan kwam en ik geloof dat ze 'm
stlllekes zat te knijpen, om mee zo’nen sturm
den nacht in te motten gaan.
Sjuust was den kleinen kearel weer gezeten,
als Blek aanslo
aan. We hadde:
hoord. Maar BI
pooten, den kol
de deur.
Toen wlerd er geklopt.
,HU had X toch góed gehoord," zee Dré Hl.
,Nou nog volk, deur zulk ’nen weer,” bromde
Trui ’n bietje nieuwsgierig. Ik dee den grendel
af en meteen ging 'n bietje driftig de deur al
Ineens was de zwarte veeg op z’n groote voor
hoofd niks belachelijk meer.
,J-l-i-ln X bósch-huis, Vic....?” hakkelde-
n-ik.
,Ja! Waarranders!”
Toen ging ié, mee z’n blaauwe schipperstrui,
ruiten pet en leerzen aan als ze me ooit ver
teld hadden daj
uit kost zien, 4k
ging ie zitten.
Trui was ook geschrokken. Den kleinen Dré.
die niet beseft vrat brand in ’n bosch beteekent,
was kalmer. En vroeg: „Is de brand al gebluscht,
meneer Zonneveld?”
Den Vic, die schrikkelijk scherp ziet, ant
woordde: .Jammer, hé? Dat was *n avontuur
voor Jou geweest, snotaap, om met emmers wa
ter te keilen, hè?”
„Ik mag zoolets wel,” zee Dré III zachtjes.
„Eh-eh-enne is....?” vroeg Trui ontdaan,
die heuren sok had opgerold, mee den bril in
de bevende handen.
,Ja, Trui, de brrand is gebluscht. Je dacht
toch niet, dat ik m’n laatste schilderij, die de
beste wordt welke ik ooit gemAAkt heb, liet vèr-
brranden voor die paar frrottlge verZekerlngs-
centen?!” <-
.Zijde dus toch verzekerd, Vic?” vroeg ik
bezurgd.
.Allicht, Drré!’'
.Zwaar?”
,Mneu! Tienduizend gulden, X heele zoodje!”
„X Huls eigens ook?"
„Is niet van mij. Nee. Dat ding is hoogstens
drrie waard!”
„So-de-mearel tien-duuzend gulden..:.!
„Da’s veul premie ieder jaar, Vie? Is X nle
wat hoog?”
„Mann, daar zijn soms schilderstukken in
m’n huis, die tien mlell perr stuk waard zijn,”
zee-t-ie trötsch.
.Jawel, maar.I”
.Klets niet, Dré! 'k Mocht wel ’n polls van
Ti halve ton hebben. verd....l"
Afijn.
Hij vertelde, hoe deur den sturm *n raam
opengewaaid was. 'n brandende kaars was om
gevallen, sjuust in „Ti zoodje” licht-brandbare
verfrommel en hoe in 'n oogenblik 'n vlam van
'nen meter hoog midden in z’n atelier stond!
Hoe
vuur
„Goelenavond menschen! Als ik stoorr, zeg
X gerust, dan donder ik zoo op, hoor! Geen
compelimenten
„Kom binnen Vic. kom-t-erin,” zee ik: „X is
gin weer, jonk, om aan de deur te blijven staan.”
„Trrui, Drrékel” bulderde-n-ie vriendelijk.
En als ie onder den lichtkring was gekomen
van de lamp, dan zagen wjj alle drie gelijk Tl
groote, zwarte veeg over z’n ruime voorhoofd.
„Hij hee-d-’n krüske gehaald,” spotte Trui,
omdat, nouja, ge weet X, den Vic, diep ge-
loovig is „bidden «loet-ie thuis,” zee-t-ie
altij. Mee de noodlge verd....s,” zou *k er bij
kunrum zeggen. X Is ’nen eigengedraaiden tlep,
ja. En toch, wezenlijk amico, ’nen braven
kearel! Als veul .Heilige Boontjes,” die nooit
'ns uit hunnen slof schieten, maar niks in de
kerk overslaan, veur de rest half zoo eerlijk
waren als den Vic, dan nouja, gij en ik, we
verstaan malkaar wel....! Dat vervloekt-kwaje
voorbeeld teugenwoordlg. da’s vergif voor X.
elijk menschdom, dat aan woorden-alléén
èerde hecht! En is X wonder??
X leven van Christus nou we den Pas
gaan wegen deus woorden wat zwaarder!
kX leven van Christus alleen 'n verhaaltje
was, alleen w o,o r d e n en gin belevenis, gou
dAn ’nen Bijbel na twintig eeuwen nog altij het
Boek zijn, dat X meeste wlerd verkocht./..?
Ondanks alle boekenschrijverlj, deur zooveul
geleerdere woord-fabrikanten, dan 'nen Mat-
theus, Marcus, Lucas en Johannes?
„Luistert naar mijn woorden, maar ziet nle
naar m’n daden,” da ’s *n steeds hardnekkiger
onkruid, dat veul gèève akkers verstikt!
AnMK zou den Vic zeggen.
Ervom op hum terug te komen: ochèrm, wat
zag ie eruit! DAt wil zeggen, veur Tien mensch
als Vic Zonneveld.
Verwaaid, versturmd, *n groote ruiten pet op
zijnen éhrwèèrden, witten krullenkop, ’nen kleur-
loos-wollen das over de pet en zoo om zijnen
nek gebonden mee "nen grooten knoop,
broekspijpen als lorren in 'n paar'leerzen
stopt en zijnen bonker groen van de boomen,
waar ie in X bosch zekers nou en dan teugenop
geloopen was. Want ik vertel oe, dat X daar
donker is mee zo’nen sturmavond. Qan loopt ge
teugen den donker, AAn!
Al rap sleurde-n-le zijnen das loa, want X
was werrn by de plattebuis. Ja, amico, ik hou
van 'n wennen huis, man; wij zitten al genogt
in den vocht.
Onderwijl als le van zijnen das ’nen bal
draalde, zee-t-ie:Nou moetje-lui niet schrik-
ke, gedoome,” toen smeet ie den dasbal op "nen
verren stoel: „maar.... Ik heb....” hjj zocht
pijp en tabak uit den bonker, rolde die ook op
en mikte "m achter den das: „brrand g’adl”
Het bieden verloopt aldus:
1 Harten 1 S. A.
1 Schoppen 2 Schoppen
West geeft door het 1 S. A. bod aan een
minimum-opening te hebben gehad. Oost geeft
door het 2 Schoppenbod aan méér* te hebben
dan een normaal antwoordbod en tevens ten
minste een 5-kaart in Schoppen!
M A N T X L. gc
breid van donkere wol de
heengaande toeren recht,
de teruggaande averecht.
De diagonaalstrepen
worden aangebracht met
een draad lichtere wol die
wij dtor het werk rijgen,
twee op twee neer. B(J
voorpanden en mouwen
loopen de strepen naar el
kaar toe; bij den rug wer
ken wij vanuit het midden. Benoodigd materiaal
circa 600 gram donkere en 400 gram lichtere wol,
terwijl naalden 2l/t gebruikt kunnen worden
er ’nen grooten kunsteneer zoo
had X amper geloofd
z’n heele „nest”, al z’n beddegoed. op X
:smeten had en daar^bovenop had staan
dansenXals ‘nen duuvel in de hel, zoolang tot
X vuur/gedoofd was.
„Eurnou ben It weggeloopen van den stank,”
elndigde-n-le z’n vertelsel, „X stinkt me daar,
menschen, of er *n heele kapokfabrriek in lich
telaaie heeft gestaan."
,Dus ge hebt gin bed vannacht, Vic?”
„Dondert niet. Hoofdzaak is, m’n schilderijen
Het bieden verloopt:
W. 1 Harten Pas
Of 1 3. A.
Oost geeft een negatief bod en West moet
dan ook (met een minimum) passen!
W.
Sch.: A. V. BT x i
H.: A. 10 x x x
R.x x
KI.: x
Ja de lentesturmen woeien over Ulvenhout
en z’n bosschen, maar éénen troost: het sturmt
omdat.het lente, zomer worden gaat!
Ochèrm, XLs triest op den buiten, hoog han---
•en de donkere lochten over de natte velden, onen. Den Viel
Een Engelsche dierenarts gaf onlangs een
verslag over een zeer bijzondere methode, die
hij ontdekt had, om de vertroetelde viervoeters
van hun maagziekten af te helpen. Steeds
kreeg hij namelijk bezoek van patiënten, die
defer hun meesteressen zoo verwend waren met
lekkernijen, dat hun maag bedorven was. HU
zocht daarom naar een middel, dat hieraan
radicaal een einde maken kon. HU verklaarde
daarom de dames, dat hu hun lieveling on-
mlddellUk zou kunnen genezen, indien ze het
dier gedurende veertien dagen bU hem lieten.
NatuurlUk waren de dames gaarne geneigd dit
te doen, als haar lieveling maar beter werd.
Wanneer dan de hond of kat bü hem gebracht
was, stopte hU het dier in een hok, alleen met
wat water en brood als voedsel. Verder werd
er niet naar de dieren omgekeken. Wanneer de
dieren dan na eenlgen tüd aan hun stukje
droog brood begonnen te knabbelen, deelde hU
den dames mee, dat hun troetelkinderen al wat
beter werden en wanneer de dieren aan een
ouden schoen, dien hü ook in het hok gelegd
had, begonnen te knabbelen, stuurde hU X be
richt, dat ze volkomen hersteld waren. Op deze
wUze sneed het mes voor den dokter aan twee
kanten. In de eerste plaats waren de dames
hem dankbaar, dat hU haar hondjes en katjes
zoo goed genezen had en ten tweede kostte de
verzorging der dieren, die hem toevertrouwd
waren. bUna niets. Het spreekt dus van zelf,
dat de handige dokter er gaarne mee door
gaat, zieke honden en katten te genezen, dis
geen andere ziekte hebben dan een bedorven
maag....
gelük verloc
klit ga pluid
van een sysl
u daft de gi
zen.
Wel wil ik*echter de voornaamste oorzaak
van de gemaakte fouten aangeven:
Doop de opening heeft meh reeds blUk gege
ven een bepaalde kracht in zUn kaart te heb
ben en ook de partner geeft door zUn ant
woordbod een teeken van bepaalde waarde van
zUn kaart.
A. In de tweede en volgende bledronden moet
men nn door de biedingen aangeven, wat men
méér heeft dan het vereisehte minimum voor
het bod in de eerste ronde!
B. Wanneer men echter door den partner
gedwongen wordt om te bieden, mag men na
tuurlijk niet passen, zelfs al geschiedde het
vorige bod op een absoluut minimum, maar
men moet door een negatieve bieding het bie
den open houden!
C. Een belangrük principe bU het verdere
verloop der biedingen is ook de hertaxatie,
d.w.z. de beoordeeling van de stUging of daling
der waarde van een kaart door het verloop der
biedingen. Eenige voorbeelden zullen de boven
staande principes wellicht duidelUker maken:
Alvorens op het voorgaande voort te bouwen
moet ik eerst uw aandacht vestigen op een
drukfout In het artikel van de vorige week.
BU de bespreking van het opvolgend antwoord
bod in een andere (dan door den partner ge
boden) kleur wordt dit genre biedingen beti
teld met de toevoeging: „een matig forcing”.
Deze uitdrukking doet natuurlUk Ietwat vreemd
aan en er had dan ook moeten staan: „een
malig forcing”, d.w,z. forcing voor éénmaal,
dus dwingend voor éénmaal.
Het antwoord van den partner op een één-
ln-een-kleur-openlngsbod is nu tame!Uk volle
dig behandeld. Er zUn echter nog zeer veel
spelers, die In de eerste biedronde geen groote
fouten maken, doch die In de tweede en vol
gende ronden steeds weer onherroepelijk falen.
Het spreekt ^nzelf, dat Ik X zoo uitvoerig mo-
)r biedingen nu niet verder
e omdat dan eerst de keuze
Bepaald moet zUn; 2e. omdat
“n uit het oog zoudt verlie-
De kaart van West is na het Hartenbod van
Oost 100 pet. meer waard, omdat er zekerheid
Is. dat de kaarten, althans gedeeltelijk, zullen
sluiten.
Het bieden gaat als
W.
O.
t ge X schilderü gezien, Vic?”
kan er niks van zeggen. Van Gogh
was ontegenzeglijk geniaal, maar van Gogh
is ook 'n methode, Dré. En jah! De vent
heeft met het licht gevochten en.... het nu
en dan gewonnen ook! Maarr.... X is en blijft
voor mü: mé thodel *n Ezelsbrug oni er te
komen, als je me snapt, Xi....”
.jamaar, is le echt! X Gaat bij den Blaauwe
om de marktprUs!”
„En dAt kan mij geen fl.... schelen!!”
kwekte'den Vic.
,jMn was ie bU jou dus aan X verkeerde
kantoor.”
„In zoover Ja!”
„Is X ’n goel schilderU?"
.Ja! En voor *n echte van Gogh té goed, om
geld in X zaakje te steken!”
.Da 's gek, Vic!”
„Voor jou, ja. Maar eer ik je dat uitgelegd
heb is m’n heele atelier weggewaaid en de stank
zal er nou wel uit zUn.”
HU stond op.
.JCan ik voor jou mergen, als ik in stad ben,
even naar de verzekering gaan, om te zeggen...”
„Graag. Dré. Want van schrUven komt toch
niks, ik heb *n ding onderhanden...., *n ding
onderhandenIk snak naar den dag!”
En hU knoopte den* das weer om z’n ooren,
trok den bonker aan, vulde z’n groote hangpUp
nog ’ns en verdween in den donkeren sturm.de
bosschen in. naar z’n brandhol.
X Is *nen tlep!
*n Zelfde soort
Blaauwe.
Mee X verschil:
.kasteel” af. Heeft
op z’n .kasteel”....! En één ding
zekers: nou die twee mee malkaar al te doen
hebben gehad, nou afijn, X bloed kruipt, waar
X nle gaan kan. En dat den Blaauwe in X don-
kere sturmbosch, op strooptocht uitgaande, rus
tig den Vic .goelenavond” wenschte, dat bewijst
me. hoe den Blaauwe weet, wat veur spek je
mee den Vic in de kuip heeft....!
Want X is gewoonweg Ti alibi cadeau doen,
zeg ik maar!
Kom ik schei er af.
Veul groeten van Trui, Dré III en als altij
gin horke minder van oewen
leur; 21. achtereenvolgende letters van een woord
noemen; 23. bekend tentoonstellingsgebouw In
Amsterdam; 24. lichaamsdeel; 26. spel van den
acteur; 27. naaldboom; 29. zweep; 31. Alpentop
In Zwitserland; 33. tijdperk; 34. uitroep; 35. tel
woord; 36. dierengeluid; 38. lidwoord; 39. onbe
leefd persoon; 42. overeenkomst’ 44. uniek; 45.
Aziatisch schiereiland; 46. superieur; 49. mili
tair; 52. veenpias; 53. notennaam; 54. rust
plaats; 56. water in Nooré^Brabant; 57. BU-
belsch persoon; 58. derhalve; 60. onbep. voor-
naamw.; 61. regelmaat; 62. boomloot; 64. vis-
schersgerel; 65. Ehgelsch bier; 66. knaagdier; 69
Perzisch stadhouder; 71. hulde; 72. Hollandsche
gravin; 73. -herstellingsoord in Gelderland; 76.
Jreurspel; 78. contról&op de winkelontvangst.
heb ik gered en voqr de rrest kan X me niet
schelen!”
„Waar is Herman?”
.Die houdt de wacht. *k Heb de heele tent
opengezet voor den stank!”
.Als ge hier wilt slapen, vannacht?”
„k Heb toch Hannekes bed nog!”
„Oja! Man. dat had 'nen ramp kunnen wor-
den, mee dieën sturm!”
.Dat hAd X! Want ik had veel werk gereed
staan voor Amerika!”
„Neeë, ik bedoel X bosch l”
„Oja óók! Zoover was ik nog niet met
m’n hersens. Dré!”
„Ge mot oew verzekering schrUven, Vic,” zee
Ik, wetende hoe Slordig of le altü is!
.Jawell. Ik ben gewend om nA den brand pas
de verzekering te vèrwlttlgen, zieje.” lacftte-n-
ie. „En aangezien X juist *n uur geleden is...,!”
„Papier hebben en inkt?”
.Als X je X zelfde is, liever ’n bak koffie!”
Dat had Trui, in al haar verbouwereerdheid
werendig vergeten! Ze geneerde d'r eigen* be-
kanst.
,Züde nle veul geschrokken, meneer Zonne
veld?” vroeg Trui.
„Valt mee, Trui, ’k Had weinig tud, zieje, om
veel te schrikken! Wej nA de catastrroftoen
beefde ik op m’n pooten Maar dat is onderweg
ook weggewaaid! Zeg, da’s waar ook, ik kwam
den Blaauwe tegen in X bosch! ’k Herkende *m
aan z’n stem. Hoe le mü zoo gauw in de gaten
had.
,Die heeft kat-oogen. Vic!”
„Kuiert dat heerschap meer zoo door den
storm in de bosschen....?"
,5oms,” lachte-n-ik.
Trui fronste X .veurhoofd. Den kleinen Dré
riep: .sodemekajer!”
-Vragend keek den Vic ons aan.
„ZwUgen,” zee ik: „die is.... op strooptocht!"
.Maar hU had geen geweer dunkt me,” zee
den Vic.
„Neeë. hU werkt meestal mee strikken, maar
werkt le mee den lichtbak, dan ligt z’n geweer
al ieverans onder den grond!”
Den Vic docht even na. Zette z’n,
weg. Stak z’n pUp nóg 'ns asm. LacHt
„Hah" riep le: „als Ik geen sen
zou ik strroopèr willen wezen, Drré!"
„Zeg dat nle te rap. Vie. X Kan er somtijen
rauschen, als de kogels over de hel vliegen en
de echo’s deur X bosch galmen!"
.Man! Om er *n stuk mualek op te fantal-
zeere!"
.Maar hoe kende gü den Blaauwe zoo. Vie?”
„HU is verleden bjj me geweest met •n zg.
van Gogh.”
"k Moest eikens lachen! Ge kent X verhaal,
amlcol
En hiermee is de zaak spoedig in orde: in de
2e vertikale rtj van links hebben we de getal
len 58, 34 en 72: som 164, Wüft voor het open
vak 180—164 16.
In de onderste horizontale rU de getallen
54, 16 en 78: som 148, bUjft voor het open vak
180 148 32.
Ik ontmoette op straat een vrouw, die me
glanzend donkere kastanjes wilde verkoopen, op
een terras van een café zag ik in het zonnetje
een paar enthousiaste buitenlucht-liefhebbers
een kopje koffie drinken. de iepen zUn over-
goten door een donker, paarslg-bruin waas, wat
me vertelt, dat hun takken al bloesems dragen
en in de tuinen heb ik merels gehoord. Het zUn
alle schuchtere voorboden van het voorjaar,
welke ik vreugdevol begroet heb en me met
blijdschap deden beseffen, dat de lente zelf nu
niet zoo heel ver meer weg kon >Un.
Aangezien ik maar een gewone, dus Udele
vrouw ben, bleven mUn gedachten niet stil
staan bU het feit van het komende voorjaar,
integendeel. Ze gingen haastig verder in de
richting van de mode: voorjaar 1938. MUn ge
dachten waren er zelfs zeer verlangend en zeer
nieuwsgierig naar, dus wisten ze door te dringen
tot achter de schermen van de mode-ateliers. Toen
ze terug kwamen verbeeldden ze zich, dat ze
heel wat gezien hadden, maar het waren alleen
maar tips, aanduidingen, in welke richting de
mode zich ontwikkelen zal. Maar nu wist Ik
tenminste, wat er op X oogenblik te weten valt
en dat is geruststellend. Ik veronderstel, dat er
meerdere vrouwen zUn, die zoo langzamerhand
met een zeker verlangen uitzien naar die kleine
tips voor de voorjaars-mode 1938. Welnu hier
zUn ze:
it de hoedjes betreft, die schUnen steeds
llker en vlotter te worden. Het vroolUke
hierin, dat ze opgemaakt worden met
hande versieringen, zooals vruchten, enkele
den of heele toeven, het vlotte wellicht wel
in; dat hun vorm steeds ongebondener,
steeds minder vastgelegd aan bepaalde wetten
en voorschriften wordt, met voiles, die zoo lang-
legenheid geboden kennis te makeir met twee
zamerhand rUk geplooide, kleine sluiers worden.
onafscheidelUk aan het hoedje verbonden. Wer-
kelUk niets is zoo verrassend als het tegenwoor
dige hoedenatelier, waarin de fantasie de alleen-
heerschappU schUnt te voeren.
Wat voor soorten mantels dragen we bU al
deze variaties van hoedjes? De gekleede nfantel
wUkt in dienst en vorm niet af bü dien van het
vorige Jaar, maar daarnaast zün vele variaties
gekomen, om ons te beschermen tegen het wis
selend Hollandsch klimaat. Daar zün de wüde
swaggers, de capes en de tot op da heupen
vallende, bU de japonnen passende, rechtgesne-
den jasjes. De swaggers reiken tot op de heupen
en vallen van af de schouderbladen in diepe
stolpplooien of ruim klokkend neer, veelal van
vlotte Engelsche Tweed of Schotsche geruite
Stof en worden gedragen op een nauwsluitend
rokje, van sportieve stof vervaardigd.
Nieuw en charmant is de volgende combinatie:
een effen japon wordt met een druk bewerkte
stof gegarneerd en van deze laatste wordt een
büpassende nauwsluitende driekwart-Jas ver
vaardigd, gevoerd met de effen japonstof, of
wel een cape, van dezelfde effen stof, zoodanig,
dat door rechte, hoekige banden de schouder-
breedte geaccentueerd wordt. Capes zullen we
waarachünlük in allerlei lengte, vorm en kleur
zien dragen, als een zwierige variatie op de korte
jassen, die nu al verscheidene zomers in de
mode geweest zün.
Overigens schünt de modelün een ingrüpende
verandering te ondergaan. Ik zag b.v. een ao-
mersche namiddag-Japon van organdie, die vol
komen strak om het lichaam sloot en pas even
boven de knie een wüd uitspringenden rok ver
toonde. Een ander* eenvoudiger japonnetje,
eveneens getailleerd, droeg een menigte van
stolpplooltjes, welke eveneens boven de knie be
gonnen. Tegelükertüd zien we bü verscheidene
den Blaauwe ia van s*n
z’n Antje. Den Vicrsit nog
weet ik
1. familielid; 2. bétoemd Italiaanse!) compo
nist; 3. denkbeeld; 4.(ladder; 5. vrouwelük (afk.);
6. voorzetsel; 7. klip; 8. geneesmiddel; 9. wond-
vocht; 10. familielid; 11. stuk uit de krant; 12.
leermiddel op de 1. school; 14. Franschman
(oudere benaming)15. aan wal gaan; 17. werk;
20. korenhalm; 22. vod; 24. vlaktemaat; 25. echt
genoot; 28. liefhebber van een borrel (Ironische
benaming); 29. voorwerp voor de kaasbereiding;
30. kleinood, middel ter opsmukking; 32. in den
adelstand vgrheven; 34. plaats in Gelderland; 37.
strüdperk; 40. voorzetsel; 4fMMnwüzend voor-
naamw.; 42: gevuld; A3, kleedih^stuk46. wat
al te vol; 47. hemelgeesten; 48. slecht, valsch;
50. Europeesch RUk; 51. bindmiddel; 54. mand;
55. aanwüzend voomaamw.; 59. onderwerp
(afk.); 61. üzerhoudende aarde; 63. leelüke
streek; 65. verdieping; 67. tijdperk (andere
schrüfwüze van 33 horiz.); 68. koordlus; 69.
vrouwennaam; 70. mannennaam; 74. bolgewas;
75 windrichting: 76. ten name; 77. voorzetseL
categorieën oplossers.
In de eerste plaats waren er oplossers, die
naar een vast systeem te werk zün gegaan; en
een driemaal zoo groot aantal liefhebbers, die
het al maar op zoeken en probeeren liften aan
komen.
De eerstgenoemden vonden den gegeven
diagonaalstand uitstekend, omdat daardoor het
enorme aantal mogelükheden tot een behoorlük
kwantum werd beperkt; van een der inzen
ders ontvingen we het volledige getal van 64
standen, welke uit een verkregen formatie door
allerlei omwisselingen kunnen verkregen war
den.
Voor de tweede categorie was het gegeven
viertal wel heel onontbeerlük: ondanks het
gegevene kwamen nóg vele Inzenders met een
verzuchting „dat men er uren en uren op heeft
zitten tobben" „dat die opgave heel wat
hoófdbrekens heeft gekost" enz.
Ten gerieve van deze laatste (en om er even
tueel later van te proflteeren) geven we hier
een eenvoudige proeve van systematische be
handeling.
De 4 getallen in de andere diagonaal geven
ook 180 tot som: ze moeten dus met het oog
op het tweede gegeven alleen wat worden ver
plaatst. Verwisselen we eenvoudig 18 met 36 en
72 met 54, dan is het eerste bedrüf al klaar
dus links en rechts boven Ï2 en 36, links en
rechts beneden 54 en 7Q.
In de bovenste horizontale rU is 12 36
ten de beide middelste vakken tot
48 132. In die vakken moe
ten als cUfers der tientallen 5 en 7 komen,
zoodat voor plaatsing in aanmerking komen 54
en 78 of 58 en 74. Het eerste paar is al pre
sent, blüft dus het tweetal 58 en 74: met het
oog op onze tweede voorwaarde 58 in vak 2 en
74 in vak 3, zoodat de bovenste horizontale rü
wordt:
Het bieden verloopt thans:
1 Schoppen 2 Harten 3 Schoppen
2 Klaver 3 Ruiten Pas
verloop der biedingen toont duidelük
De zes uitgeloofde prüzep werden door het lot
toegewezen aan: P. G. Bartels. Driekoningen
straat 21, Arnhem; mej. M. J. Dumtjer, Klever-
parkweg 59 rd., Haarlem; W. Huis in X Veld,
Nieuwe weg 6, Heerhugowaard Zuitfi g--J. Lud-
ding, Moreelselaan 33, UtteeMf*Tr J. van
i 'Santen, Lycklamaweg 19, Wolvega (Fr.) en mej.
M. C. Wennink, El. Wolffstraat 9, Amsterdam,
West.