I
DE WRAAK VAN DE ZEE
DE TOESTAND TE SJANGHAI.
Zoekt gij betrouwbaar
Personeel?
Plaats dan een „Omroeper”
voor 80.
Echt Chineesch
TIT
Voorjaar in den tuin
Een beroemde boom
3P1'
I
DE V.P.D.
-
-
In de school
FOTOREPORTAGE
verblijf te Londen beget
r
CEDA.
i
i
kCrvC«*>
AcOlkKt
1
Graaf Kerchove de Denl
benoemd zal worden tot
zant te Rome
i
I
1
de
maar
soldaat.
iterghem, die
Belgisch ge-
Aan de Landbouwhoogeschool te Wa
peningen vond Woensdag de eere-
promotie plaats van den president-
Citters. Prof. dr. J.
it jhr. dr.
„Rn jk,” herinnerde Toos zich, „heb ge
hoord, dat crocussen zooveel In het wild
voorkomen op de Alpen. En zijn er dan niet
bepaalde vlinders, die het stuifmeel over
brengen?” „Ja, dat zijn de gamma-uiltjes
(Fig. 3). In Mei bestuiven ze de Alpencro-
cussen.”
Zij gingen verder den tuin in. In het
grasperk bloeiden overal de sneeuwklok
jes nog, maar ze hadden hun besten tijd
gehad. De Maartsche viooltjes deden hun
naam eer aan, maar Mientje verklaarde
lachend, dat het zeker den heelen winter
door Maart was, want dat de plantjes dit
jaar aldoor bloemen 'hadden gedragen.
Ook de Maagdepalm (Fig. 4) had overal
paarsblauwe bloemen. Aardig waren ook
de winteraconletjes (Fig. 6), de trots van
mevrouw van Voorden.
Hoe aardig het ook In den tuin was, de
wind deed hen na een poosje met pleziei
de kachel opzoeken en toen gingen Mien
tje en Henk voor het raam zitten kijken
naar de vogels, Toos moest voor school
werken. Daar kwamen al spoedig de mee-
zen, die tijdens de tuin wandeling hun heil
elders hadden gezocht, terug. Een stuk of
zes koolmeezen vlogen tusschen de takken
van de vruchtboomen, lieten zich slingeren
Een Chinees, die op diefstal wordt be
trapt, „verliest zijn goeden naam.”
Hij „verliest zijn naam”, niet door het
stelen zelf, maar door het betrapt wórden.
Tenzij het een buitengewoon ernstig ge
val betreft zal'geen enkele Chinees een
ander gaarne „zijn goeden naam doen
verliezen”, met het gevolg, dat getuigen
dikwijls afspreken voor den rechter een
zelfde verklaring af te zullen leggen, wel
ke dan In flagrante tegenspraak is met
de waarheid.
Dit gebeurt alleen ota te bereiken, dat
de naam van den dader ongerept blijft.
Wanneer een Chineesch ambtenaar zich
heeft schuldig gemaakt aan verduistering
van staatsgelden en dit wordt ontdekt, dan
wordt hij niet voor den rechter gebracht
en in de gevangenis geworpen. Daarmede
zou men toch niets van het geld terug
krijgen en bovendien zou hij „zijn goe
den naam verliezsh.”
Derhalve krijgt le een wenk, dat zijn
Nog juist voor de Saraceen zijn pijl afge
schoten had, zette het beestje weer zijn
vleugels uit en verdween in de kerk. De
soldaat, heelemaal niet denkend aan den
eerbied in Gods huls, er achteraan, want
hij wilde met alle geweld de duif schie
ten en waagde er dus nog een pijl aan.
Deze kwam juist terecht in de houten zol
dering, maakte daar een groote spleet in
en door deze spleet vielen drie goud
stukken.
,JHet regent goud”, riep hij, het regent
goud," terwijl hjj terugliep naar de ander»
soldaten. In minder dan geen tijd hadden
deze de kerk bestormd en geplunderd. De
arme Sardinië» moesten het aanzien, dat
de vandalen al hun schatten, in de sche
pen laadden. Doch „boontje kwam om
promotie plaats
curator, jhr. S. van
Jeswiet overhand!
Hr. Ms. flottieljeleidor, .Tromp', in aanbouw bij do Nederlandsch* Scheepsbouw Mij. te Amsteedem, b
gereed en zal binnen eenige dagen de technische proefvaart gaan maken
aan de aangeregen pinda’s en een kroop
in de halve cocosnoot die aan den boom
hing. Toos kwam binnen. „Zeg Henk, de
meezen hebben een nieuwe cocosnoot noo-
dig, de oude is bijna leeg. In de keuken
ligt er wel een. Henk haalde de noot open
en liet het vocht in een door Mientje ge
haald kommetje loopen. Als beloonlng
mocht Mientje de cocosmelk opdrinken.
Nu greep Henk de noot stevig vast en zaag
de haar met de zaag dwars door. Het deel,
waar de gaatjes in zaten, werd met een
stevig touwtje in een van de boomen op
gehangen, de andere helft moest eerst
van gaatjes voorzien worden. Dat viel niet
mee, het hout was ontzettend hard. Maar
eindelijk slaagde Henk er toch in twee
niet al te groote gaatjes te boren. Maar
de familie van Voorden lustte zelf ook
graag cocosnoten en dus werd besloten
uit de tweede helft een gedeelte uit te
snijden en de rest den meezen aan te bie
den. Die zouden zich wel niet achteruit
gesteld voelen, als zij een stuk van de
noot missen moesten. Zoo was iedereen
tevreden.
Henk van Voorden was weer een paar da
gen over. Dat gebeurde minder vaak dan
vroeger en alle huisgenooten vonden het
gezellig als hij thuis was. Natuurlijk moest
hij in den tuin komen kijken, wat er alle
maal in bloei was.
Dat waren om te beginnen de crocussen
Fig. 1). Witte, gele en paarse. *t Was al
tijd net of je veel meer aan de bloemen
ontdekte, als Henk er bij was. Zoo merkte
Mientje op, dat bet toch zoo eigenaardig
was, dat crocussen feitelijk geen echten
stengel hebben. De bloem komt zoo maar
opeens uit den grond te voorschijn tus
schen de bladeren. „En,” vroeg Henk „als
er nu eens geen bloem aan zit, kun je dan
den gelen en den paarsen crocus onder
scheiden?” Daar wisten de meisjes geen
antwoord op. „Kijk, de bladeren van den
gelen crocus zijn veel spichtiger, dan van
den paarsen. Maar ik geef toe, dat het ver
schil bij de bloeiende planten heel wat
duidelijker is. Ook is het merkwaardig, dat
de stand van meeldraden en stamper bij
den gelen en bij den paarsen crocus totaal
verschillend is (Fig. 3). Bij den gelen
steken de bovenste deelen van de meel
draden, de helmknoppen boven den stam
per uit, bij den paarsen en witten steken
de pluimen van den stamper, de stempels
boven de meeldraden Uit”. ,Js ^r niet de
een of andere kleurstof, die uit crocussen
verkregen wordt?” Vroeg Mientje. „Je be
doelt zeker saffraan, die we wel eens ge
kookt als saffraanmelk, of in de rijst krij
gen. Ja, de saffraancrocus komt in Zuid-
neriffe
dezen
ook deze menschen de afmeting van dezen
boom. In zijn hollen stam verrichtten zij
hun gebeden en zijn bloedrood sap ge
bruikten ze om hun dooden te balsemen.
Later kwamen Europeesche veroveraars
van de eilanden (de Spanjaarden), die
verwonderd opzagen van den grooten
boom en ook getroffen werden door zijn
re uzen-af metingen.
Zij stichtten in den bollen stam een
katholiek kapelletje en priesters lazen et
op sommige dagen de Mis.
Een groot geleerde, Alxander von Hum
boldt, die in 1799 op Teneriffe vertoefde,
schatte den ouderdom van den boom op
10.000 jaarl Een eerbiedwaardige leeftijd,
vinden jullie niet? De omtrek werd ge
meten en het bleek, dat deze was: 30
meter terwijl de hoogte van den grond at
tot de plek, waar de eerste takken te
voorschijn kwamen, 15 meter bedroeg.
De holle stam was groot genoeg om ei
een flnke tafel in te plaatsen met 14
stoelen er om heen; zoodat dus gemakke
lijk 14 personen hier een zitplaats konden
vinden.
Humboldt vertelde in Eudopa heel vee»
over dezen boom, zoodat weldra zeer vee.
reizigers vandaar optrokken naar hei
plaatsje Oratava, de hoofdstad van hel
eiland, om dien wonderboom te zien.
Heel veel geld werd op die manier dooi
de bewoners van het eiland verdiend en
•e waren wit blij met hun boompje.
Tijdens zijn
Z. K. H. Prins Bernhard zich du stad
te tot hut doen van eenige inkoopee
in de grootste stilte en met den noodigen
eerbied geschiedde. Antioco, die vlak te
genover de kerk woonde, zou daar wel
voor zorgen. Er werd met den grootsten
spoed gewerkt en na enkele dagen was
alles klaar en de schatten veilig opge
borgen.
Al spoedig kwamen de zeilen van de
schepen der Saracenen in zicht en zet
ten de soldaten voet aan wal.
De Sardiniërs hielden zich verborgen
in hun woningen en de Saracenen vrees
den reeds voor een plotselingen overval
Er gebeurde echter niets. Hier en daar
werden de rijkst uitziende huizen door
zocht, maar natuurlijk niets gevonden.
Een soldaat, die voorbij het huls van
Antioco kwam, zag daar op het dak twee
duiven zitten.
„Laat ik die maar even neerschieten,
dacht hij, dan heb ik tenminste iets te
eten.”
Hij nam een pijl uit zijn koker, zette die
op zijn boog en schoot een van de dui
ven neer. De andere vloog in een boom en
daar de vrouw van Antioco zag, dat d'
soldaat voor de tweede maal aanlegde en
zij toch een van haar llevellngsdulfjes
wilde sparen, klapte zij hard In haar han
den om het beestje weg te jagen. Het arme
dier fladderde verschrikt rond en zette
zich toen in een nis van het kerkportaal.
In de lente van het jaar 711 werd in
Cagliari, een stad in Sardinië, het bericht,
verspreid, dat de Saracenen, die in dien
tijd Italië en Spanje onveilig maakten,
in aantocht waren. De Sardiniërs wisten
wel, dat zij tegen die Barbaren niet wa
ren opgewassen en zij dachten: wie
niet sterk is, moet slim zijn.
„Als er hier niets te halen is, zei de
burgemeester van Cagliari, zullen ze wel
gauw den aftocht blazen. Daarom moet
iedereen zijn schatten en geld verbergen.”
Verbergen! Dat was gemakkeljjk ge
zegd; de bandieten zouden natuurlij:
de huizen tot in de kleinste hoekjes na
snuffelen!
Een zekere Antioco, een oude slimmere
■el: „laten wij in de kerk een tweede zol
dering maken en die beschilderen alsof
zij even oud is als de Kerk. Als de bis
schep het goed vindt brengt eenieder
daar zijn geld in een zak met zijn naam
er op. Wij timmeren 4en zolder netjes
dicht en niemand zal op de gedachte
komen, dat daar iets verborgen is.” De
bisschop gaf zijn toestemming, mits alles
ten, de zeilen werden aan flarden ge
scheurd en de schepen, zwaar geladen
met het goud en zilver van de bewoners
van Cagliari, begonnen te zinken. De bar
baren trachtten zich al zwemmende of
drijvende op losgeslagen balken te redden,
maar de meesten kwamen om in de golven
Nog eeuwen later werden op den boden,
der zee de schatten van de Sardiniërs te
rug gevonden.
Op den Seringendag, dien de afdeeling Aalsmeer van de Kon. Ned.
Mij. voor Tuinbouw en Plantkunde Woensdag organiseerde, waren
talrijke mooie inzendingen te bewonderen
Ergens aan de Westkust van Afrika lig
gen de bekende Canarische eilanden, die
beroemd zijn om hun schoon en heerlijk
klimaat. Het bekendste eiland is wel Te
neriffe met zijn hooge piek, plek ran Te
neriffe genaamd. Behalve nu deze piek,
heeft het eiland nog een beroemheid:
nJ. den grootsten boom ter wereld. Eigen
lijk moet ik zeggen: „Het eiland had den
grootsten boom der wereld”, want vóór
honderd jaar ongeveer is de boom dood ge
gaan. Jammer dus, dat jullie hem niet meer
zult kunnen bewonderen.
Toch zal ik jullie iets van dezen be
roemden boom vertellen, het is wel de
moeite waard!
De oudste bewoners van het eiland Te-
waren heidenen en die aanbaden
woudreus als iets heiligs, zóó trof
De toestand te*$janghai. Een gewapende
de Amerikaan-
zóne der internationale concessie
wilde, binnentrekken, werd daarin ver
hinderd door Amerikaansche marine
soldaten
Europa voor en heeft paarse bloemen. De
bovenste deelen van den stamper zijn erg
lang en worden gedroogd.”
schepen de haven uit of er kwam een ge
weldige storm opzetten. De masten zwiep-
hem wordt vergund ontslag te nemen,
daar hij op die manier „zijn goeden
naam” behoudt.
Opdat zijn goede naam volmaakt on
gerept blijft, wordt zijn ontslagaanvrage
niet aanvaard, dan nadat ze tot driemaal
toe is Ingezonden en tweemaal Is afge
wezen.
.JFrits, vertel me eens: Hoe noemt men
irmand die steelt?"
Frits zwijgt.
„Weet je het niet? Ah ik bijv. mijn hand in
je sak steek en ik zou een gulden er uit halen,
wat was ik dan?”
.Een goochelaar!”