DE TOESTAND TE SJANGHAI.
I
DE WRAAK VAN DE ZEE
co
1
i
Zr’
JIO
L<
ill
I
A
Zoekt gij betrouwbaar
Personeel?
lil
I 'I
BOB
1
h f- r
voor 80.
Plaats dan een „Omroeper”
gezinnen -
h
t
K
Echt. Chineesch
I
Ba
O
Voorjaar in eten tuin
Een beroemde boom
I
I
DONDERDAG 10 "MAART 1938
i
K
-
1
ra
l
DE V.P.D.
-
Aeoakt
I
II
f
1
i
gfc/
EB
B'Ó
-BR i
i-J
3 I1
1
O i
In de school
I!
1
FOTOREPORTAGE I
I
6
W
Jwzwiet
I
t
1
t
5”
1
1
c
t
n
1
CEDA.
oi
7
gaarne
vai
1
i
l
i
'«btei
t
1
b
h
tijd r
ontde!
haald
mocht
1
op
I
ml
de
reg
en
dei
vei
aai
he<
De
leg
dei
1
dri
me
scl
b
ihem, die
‘i ge-
X
tw|
wet
oot
va
ge
en
ov
Ier
d
h
o
R
n
n
st
gr
ti
dien de afdeeling Aalsmeer van de Kon. Ned.
dag^ organiseerde, waren
Graaf Kerchove de Denterghem,
benoemd zal worden tot Belgisch
zant te Rome
promotie pl&ats
curator, jhr. S. van
-—l overhandigt ihr. dr. S.
Citters de doktershui
ii
r Lnl-
ten, de zeilen werden aan flarden ge
scheurd en de schepen, zwaar geladen
met het goud en zilver van de bewoners
van Cagliari, begonnen te zinken. De bar
baren trachtten zich al zwemmende of
drijvende op losgeslagen balken te redden,
maar de meesten kwamen om in de golven
Nog eeuwen later werden op den boden,
der zee de schatten van de Sardlnlërs te
rug gevonden.
Tijdens zijn
Z K. H. Prins Bomhard zich de stad
in tot het doen van eenige inkoopen
„En ik,” herinnerde Toos zich, „heb ge
hoord, dat crocussen zooveel in het wild
voorkomen op de Alpen. En zijn er dan niet
bepaalde vlinders, die het stuifmeel over
brengen?” ,4a, dat zijn de gamma-ulltjes
(Fig. 3). In Mei bestuiven ze de Alpencro-
cussen.”
Zij gingen verder den tuin in. In het
grasperk bloeiden overal de sneeuwklok
jes nog, maar ze hadden hun besten tijd
gehad. De Maafitsche viooltjes deden hun
naam eer aan, maar Mientje verklaarde
lachend, dat het zeker den heelen winter
door Maart was, want dat de plantjes dit
Jaar aldoor bloemen hadden gedragen.
Ook de Maagdepalm (Fig. 4) had overal
paarsblauwe bloemen. Aardig waren ook
de winteraconietjes (Fig. 5), de trots van
mevrouw <van Voorden.
Hoe aardig het ook in den tuin was, de
wind deed hen na een poosje met pleziei
de kachel opzoeken en toen gingen Mien
tje en Henk voor het raam zitten kijken
naar de vogels, Toos moest voor school
werken. Daar kwamen al spoedig de mee-
zen, die tijdens de tuinwandeling hun heil
elders hadden gezocht, terug. Een stuk of
zes koolmeezen vlogen tusschen de takken
van de vruchtboomen, lieten zich slingeren
"X
De heer J. B. Ritzema van Ikema, pre-
sident van den senaat van het Wage-
ningsch Studentencorps, tijdens zijn
rede bij de herdenking van het 2O-jarig
bestaan der Landbouwhogeschool
spoed
alles klaar
borgen.
Al spoedig kwamen de zeilen van de
schepen der Saracenen in zicht en zet
ten de soldaten voet aan wal.
De Sardlnlërs hielden zich verborgen
■- ar
Henk van Voorden was weer een paar da
gen over. Dat gebeurde minder vaak dan
vroeger en alle huisgenooten vonden het
gezellig als hij thuis was. Natuurlijk moest
hij in den tuin komen kijken, wat er alle
maal in bloei was,
Dat waren om te beginnen de crocussen
Fig. 1). Witte, gele en paarse. X Was al-
aet of je veel meer aan de bloemen
ekte, als Henk er bij was. Zoo merkte
Mientje op, dat het toch zoo eigenaardig
was, dat crocussen feitelijk geen echten
stengel hebben. De bloem komt zoo maar
opeens uit den grond te voorschijn tus
schen de bladeren. ,^n," wroeg Henk „als
er nu eens geen bloem aan zit, kun je dan
den gelen en den paarsen crocus onder
scheiden?” Daar wisten de meisjes geen
antwoord op. „Kijk, de bladeren van den
gelen crocus zijn veel spichtiger, dan van
den paarsen. Maar ik geef toe, dat het ver
schil bij de bloeiende planten heel wat
duidelijker is. Ook is het merkwaardig, dat
de stand van meeldraden en stamper bij
den gelen en bij den paarsen crocus totaal
verschillend is (Fig. 3). Bij den gelen
steken de bovenste deelen van de meel'
draden, de helmknoppen boven den stam
per uit, bij den paarsen en witten steken
de pluimen van den stamper, de stempels
boven de meeldraden uit”. „Is er niet de
een of andere kleurstof, die uit crocttssen
verkregen wordt?” vroeg Mientje. ,4e be
doelt zeker saffraan, die we wel eens ge
kookt als saffraanmelk, of in de rijst krij
gen. Ja, de saffraancrocus komt in Zuid-
Europa voor en heeft paarse bloemen. De
bovenste deelen van den stamper zijn erg
lang en worden gedroogd.”
.JRrits, vertel tpe eens: Hoe noemt men
iemand die steelt?” 1
Frite zwijgt.
..Weet je het niet? Als ik bijv, mijn hand in
<e zak steek en ik zou een gulden er uit halen.
- wat was ik dan?”
-■
Seringendag,
r Tuinbouw en Plantkunde Woensdag
talrijke mooie Inzendingen te I
v®fblijf te Londen begat Hr. Ms. flottieijeleider .Tromp', in aenbouw bij de Nederiendscbe Scheepsbouw Mij. to Amsterdam, b
gereed en zal binnen eenige degen de technische proehraert gaan maken
4
Aan de Landbouwhoogeschool te Wa-
geningen vond Woensdag de eere-
promotie plbats van den president-
Citters. Prof. dr. J.
van
in de grootste stilte en met den noodigen
eerbied geschiedde. Antioco, die vlak te
genover de kerk woonde, zou daar wel
voor zorgen. Er werd met den grootsten
gewerkt en na enkele dagen was
en de schatten veilig opge-
Een Chinees, die op diefstal wordt be
trapt, „verliest zijn goeden naam.”
Hij „verliest zijn naam”, niet door het
stelen zelf, maar door het betrapt worden.
Tenzij bet een buitengewoon ernstig ge
val betreft zal geen enkele Chinees een
ander gaarne „zijn goeden naam doen
verliezen”, met het gevolg, dat getuigen
dikwijls afspreken voor den rechter een
zelfde verklaring af te zullen leggen, wel
ke dan in flagrante tegenspraak is met
de waarheid.
Dit gebeurt alleen om te bereiken, dat
de naam van den dader ongerept blijft.
Wanneer een Chineesch ambtenaar zich
heeft schuldig gemaakt aan verduistering
van staatsgelden en dit wordt ontdekt, dan
wordt hij niet v&>r den rechter gebracht
en in de gevangenis geworpen. Daarmede
zou men toch niets van het geld terug
krijgen en bovendien zou hij „zijn goe
den naam verliezen.”
Derhalve krijgt ie eeh wenk, dat zijn
misdrijf aan het licht is gekomen, terwijl
hem wordt vergund ontslag te nemen,
daar hij op die manier „zijn goeden
naam” behoudt
Opdat zijn goede naam volmaakt on
gerept blijft, wordt zijn ontslagaanvrage
niet aanvaard, dan nadat ze tot driemaal
toe is ingezonden en tweemaal is afge
wezen.
Ergens aan de Westkust van Afrika lig
gen de bekende Canarische eilanden, die
beroemd zijn om hun schoon en heerlijk
klimaat. Het bekendste eiland is wel Te-
neriffe met zijn hooge piek, piek van Te-
neriffe genaamd. Behalve nu deze plek,
een beroemheid:
nJ. den grootsten boom ter wereld. Eigen
lijk moet ik zeggen: „Het eiland had den
grootsten boom der wereld”, want vóór
honderd jaar ongeveer is de boom dood ge
gaan. Jammer dns, dat Jullie hem niet meer
zult kunnen bewonderen.
Toch zal ik jullie iets van dezen be
roemden boom vertellen, het is wel de
moeite waard I
De oudste bewoners van het eiland Te-
nerlffe waren heidenen en die aanSadeh
dezen woudreus als iets heiligs, zóó trof
ook deze menschen de afmeting van dezen
boom. In zijn hollen stam verrichtten zfj
hun gebeden en zijn bloedrood sap ge
bruikten ze om hun dooden te balsemen.
Later kwamen Europeesche veroveraars
van de eilanden (de Spanjaarden), die
verwonderd opzagen van den grooten
boom en ook getroffen werden door zijn
reuzen-afmetingen.
Zij stichtten in den hollen s|am een
katholiek kapelletje en priesters lazen et
op sommige dagen de Mis.
Een gróót geleerde, Alxander von Hum
boldt, die in 1799 op Teneriffe vertoefde,
schatte den ouderdom van den boom op
10.000 jaar! Een eerbiedwaardige leeftijd,
vinden jullie niet? .De omtrek werd ge
meten en het bleek, dat deze was:20
meter terwijl de, hoogte van den grond at
tot de plek, waar de eerste takken te
voorschijn kwamen, 15 meter bedroeg.
De holle stam was groot genoeg om ei
een finke tafel in te plaatsen met 14
stoelen er om heen; zoodat dus gemakke
lijk 14 personen hier een zitplaats konden
vinden.
Humboldt vertelde in Eudopa heel vee«
over dezen boom, zoodat weldra zeer vee.
reizigers vandaar optrokken naar hei
plaatsje Oratava, de hoofdstad van hel
eiland, om dien wonderboom te zien.
Heel veel geld werd op die manier dooi
de bewoners van het eiland verdiend $n
«e waren wit blfj met hun boompje.
f - t. >-
k
deze mteet vielm 3 goudnukken
den reeds voor een plotsellngen overval
Er gebeurde echter niets. Hier en daar
werden de rijkst uitziende huizen door
zocht, maar natuurlijk niets gevonden.
Ken soldaat, die voorbij het huis van
Antioco kwam, zag daar op het dak twee
duiven zitten.
„Laat ik die maar even neerschieten,
dacht hij, dan heb ik tenminste iets te
eten.”
Hij nam een pijl uit zijn koker, zette die
op zijn boog en schoot een van de dui
ven neer. De andere vloog in een boom en
daar de vrouw van Antioco zag, dat d
soldaat voor de tweede maal aanlegde en
z« toch een van haar llevellngsdulfjes
wilde sparen, klapte zij hard in haar han
den om het bébstje weg te jagen. Het arme
dier fladderde verschrikt rond en zette
zich toen in een nis van het kerkportaal.
Nog juist voor de Saraceen zijn pijl afge
schoten had, zette het beestje weer rijn
vleugels uit en verdween in de kerk. De
soldaat, heelemaal niet denkend aan den
eerbied in Gods huis, er achteraan, want
hij wilde met alle geweld de duif schie
ten en waagde er dus. nog een pijl aan
Deze kwam juist terecht in de houten zol
dering, maakte daar een groote spleet in
en door deze spleet vielen drie goud
stukken
„Het regent goud”, riep hij, het regen,
goud,” terwijl hij terugliep naar de ander-
soldaten. In minder dan geen tijd hadden
deze de kerk bestormd en geplunderd. De
arme Sardlnlërs moesten het aanzien, dat
de vandalen al hun schatten in de sche
pen laadden. Doch „boontje kwam om
zijn loontje”, want nauwelijks waren de
schepen de haven uit of er kwam een ge
weldige storm opzetten. De masten zwiep-
te
De toestand te Sjanghai. Een gewapende
Japansche patrouille, die de Amerikaan-
sene zóne der internationale concessie
wilde binnentrekken, werd daarin ver
hinderd door Amerikaansche marine
soldaten
In de lente van het jaar 711 werd in
Cagliari, een stad in Sardinië, het bericht
verspreid, dat de Saracenen, die in dien
t|jd Italië en Spanje onveilig maakten,
in aantocht waren. De Sardlnlërs wisten
wel, dat zij tegen die Barbaren niet wa
ren opgewassen en zij dachten; wie
niet sterk is, moet slim zijn.
^Als er hier niets te halen is, zei de
burgemeester van Cagliari, zullen ze wel
gauw den aftocht blazen. Daarom moet
iedereen zijn schatten en geld verbergen." ^un woningen en de Saracenen vrees-
Verbergen! Dat was gemakkelijk ge
zegd; de bandieten zouden natuurlij:
de huizen tot in de kleinste hoekjes na
snuffelen!
Ben zekere Antioco, een oude slimmerd
zei: ,Jaten wij in de kerk een tweede zol
dering maken en die beschilderen alsof
zij even oud is als de kerk. Als de bis-
schop het goed vindt brengt eenieder
daar zijn geld in een zak met zijn naam
Ir op. Wij timmeren den zolder netjes
dicht en niemand zal op de gedachte
komen, dat daar iets verborgen is.” De
bisschop gaf zijn toestemming, mits alles
aan de aangeregen pinda's en een kroop
in de halve cocosnoot die aan den boom
hing. Toos kwam binnen. „Zeg Henk, de
meezen hebben een nieuwe cocosnoot noo-
dig, de oude is bijna leeg. In de keuken
ligt er wel een. Henk haalde de noot open
en liet het vocht in een door Mientje ge-
kommetje loopen. Als belooning
U.WU. Mientje de cocosmelk opdrinken.
Nu greep Henk de-noot stevig vast en zaag- het eiland nog
de haar met de zaag dwars door. Het deel,
waar de gaatjes in zaten, werd met. een
stevig touwtje In een van-de boomen op
gehangen, de andere helft moest eerst
van gaatjes voorzien worden. Dat viel niet
mee, het hout was ontzettend hard. Maar
eindelijk slaagde-* Henk ér toch in twee
niet al te groote- gaatjes te boren. Maar
de familie van Voorden lustte zelf ook
graag cocosnoten en dus werd besloten
uit de tweede helft een gedeelte uitte
snijden en de rest den meezen aan te bie
den. Die zouden zich wel niet achteruit
gesteld voelen, als zij een stuk van de
noot missen moesten. Zoo was iedereen
tevreden.
11//
Ier. t
-x C*oc