TCct vediaal van den dag
De avonturen van
’rsagentje
vim^S
H
ALLE ABONNÊ’S
OE ZEVEN
K F 250.-
DONDERDAG 14 APRIL 1938
Het aambeeld
Moderne Icarus
Gerard Dou
De begaafde fynechilder
Suriname ontdekt
Nader initiatief mogelyk
r*
en Kenton
<1
reinigt 1
alles!
De beangstigende werklooren-
cijfert
[jVA HET ONGEVAL
een^van'nikte?” Het erfstuk
integriteit
rechtstreeks
voort
mr. T. Verschuur,
thans in de Ermitage te
(Nadruk verboden)
besloot de
dit
V62*0911«
I)
'umnsMM
m
EINDE,
ld te zijn
letten, was
Door
OHRBTIAjf
MMX»
op dtt blad zijn ingevolge de venekenn
ongevallen verzekerd voor een der v
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN K
„Lezende oude vrouw" (ca. 1660) van Gerard Dou,
Leningrad
die zeer populair waren en het langen tijd
bleven, aoo lang n.l. als de smaak van het
publiek gesteld bleef op een zeer natuurge
trouwe, naturalistische uitbeelding. Het is dus
te begrijpen, dat de stukken van Dou nog in
het midden der vorige eeuw tot de duurstbetaal-
de van de schilderijen der zeventlende-eeuw-
sche Hollandsche schilders behoorden.
Later heeft men Ingezien, dat het talent van
Gerard Dou, hoe groot zijn technische kunde ook
was, niet tot de hooge toppen der kupst reikte.
Rembrandt en Seghers, die de precieze werka-
lijkheidsultbeeldlng loslieten, stegen veel hoo-
ger. Vermeer doorzlelde de beeldlng der werke
lijkheid op een veel fijner en feestelijker ma
nier. Wat niet wegneemt, dat Dou een zeer
respectabel meester blijft, wiens kunde en werk
kracht menigeen ten voorbeeld mogen wezen.
Een van zijn fraaiste werken is de beroemde
Avondschool in het Rljksmuseum,
tlonale
vloeit?
En de voorzitter onzer partij zegt: ge
hamerd worde zoo noodig op dit aambeeld;
denkt aan de zenuwen van ons volk, welke
alleen bij arbeid gezond kunnen blij ven I
Het is alles zoo volkomen juist gezegd
Alleen vreezen wij, dat op de departemen
ten „de economie van de huismoeder** be
gin en einde is van de staatkunde en dat
men de zorg van wat onafwendbaar komen
gaat afleidt met eenlge geleerde beschou
wingen over het dogma van het sluitende
budget.
tjjn llnker-
1 dien vast
lerinnering
ee schoten
bch slechts
I. deed hem
kte hij ziin
I tranen in
1 geluk en
trde hij, ,jk
tegen zich
j nu gevon-
kuste haar.
m nu wil
r, die tus-
schaduwen
rklg, Dick,
Dezer dagen hield mr. dr. VanHaaren, bur
gemeester van Schiedam, een lezing over Suri
name, waardoor nieuwe belangstelling voor dit
gebiedsdeel gewekt schijnt te zijn. Zoo wijdt het
veertiendsagsche blad „Onze Mali” een uit
voerige beschouwing aan deze lezing en ver
volgt dan:
Maar men dient hier niet bij te blijven stil
staan.
Suriname verdient belangstelling. Niet alleen
om de Hefde, waarmede er op verschillend ge
bied gewerkt wordt, niet alleen om zijn ver
knochtheid aan het Vorstenhuis, niet alleen
om zijn natuurlijke schoonheid. Suriname heeft
recht op belangstelling, heeft een goed recht
in de eerste plaats op een juiste en ware op
vatting van het land.
Het is merkwaardig, maar ongetwijfeld waar,
dat juist „officieele stukken"', later gepubliceerd
in courant en tijdschrift, waarin slechts de
moeilijkheden breed werden uitgemeten, er toe
hebben bijgedragen oen een verkeerde nwntng
omtrent Suriname te doen postvatten.
Het is bijna iets onrechtvaardigs.
Daarom dient er ook met alle kracht aan to
worden gewerkt om dat verkeerde oordeel te
doen plaats maken voor een dat juist is en voor
een dat de mogelijkheid laat om een beter in
zicht te krijgen en om belangstelling te kweeken,
toch het eerste noodige voor een betere toe
komst.
Het is dienstig, dat meer van dergeiyke le
ringen worden gehouden, ook in breeder kring.
Wij hopen, dat hiertoe het initiatief niet 1
ontbreken.
^^oede manieren, die niet uit In
nerlijke beschaving voortkomen,
zijn aangeleerde kunstjes, gelijk
gedresseerde dieren plegen te ver-
toonen.
OP ELKE BUS EEN BON
VOOR GESCHENKEN
verhaal in beeld gebracht onder den titel:
„Slaven hebben geen vleugels.”
Na deze „aanmoedigende" gebeurtenis ver
dwenen dat hoeft ons niet te verwonderen
in Rusland alle gedachten aan vliegen. Eerst
tegen het eind van de 17e eeuw probeerde weer
een Moezjik met behulp van vleugels te vlie
gen. Zijn plannen vonden een gunstiger ont
haal, met name bij het Ministerie van Oorlog,
dat blijkbaar al een fijnen neus had voor de
militaire mogelijkheden van de uitvinding en
hem 18 roebel verstrekte voor mica vleugels.
Deze bleken echter te zwaar te zijn. Men ver
vaardigde nieuwe lichtere, maar nóg vloog de
boer niet.
Toen daalde de gerechte toorn van zijn geld
schieters over zijn arme hoofd neer. Men be
schouwde hem als een ordinairen bedrieger en
bestrafte hem op echt Russische manier; hij
werd afgerammeld, nadat men hem het hemd
had uitgetrokken. Daarop nam men het hem
gegeven geld terug, door zijn have en goed tel
verkoopen. 1
Het einde van een uitvinders-drooml
Het denkbeeld van vliegen door eigen kraclB
en op de wijze van een vogel, dus door
weegbare vleugels, heeft de menscheiyke
eigenlijk nooit losgelaten. Een van de piop^H
Is de vliegtuigconstructeur Gustav Weckle^H|
Frankfort a/d Main. In 1909 was deze
op de toenmaals gehouden Internationale luHH
de ILA, met een
De groote reputatie
dankt Edy emaille aan
lijn, kleur en kwaliteit
Staal en emaille een
- geheel Ijzersterk
modem vleugelvliei
spierkracht kan wq
Dezer dagen was het 325 jaar geleden, dat
Gerard Dou te Lelden werd geboren.
Reeds vroeg openbaarde zich de gave van
Dou en toen hij pas 15 jaar was kwam hij in de
leer bij Rembrandt, die toen 22 jaar was en
in de eerste periode van zijn scheppen ver
keerde. Hij bleef drie jaar bij den grootmeester
van het clalr-obecur; toen vertrok deze naar
Amsterdam. Die drie jaren waren echter vol
doende, om Gerard Dou voor zijn gansche leven
te beïnvloeden. HU nam de helle kleur en uit
voerige werkwijze van Rembrandt's vroege
jaren over. Later werd zijn palet wel soberder,
maar hij werd daarbij steeds preciezer en uit
voeriger in zijn stofuitdrukking. Het gold in
het midden van de vorige eeuw voor see teeken
van zijn meesterschap, dat men de draden in
een weefsel kon „tellen”. Gerard Dou werd
aldus de leider van de Leidsche school der z.g.
fijnschilders; Frans van Mieris, Brekelenkam,
Van Slingerlandt en anderen volgden hem na
en muntten allen uit in het maken van kleine,
uiterst verzorgde genrestukken en portretten.
glas dat aan gruizelementen was er dan uit en
hield het horloge zoo, tot Ik weer 26 centen bU
elkaar had. Dan liet ik er weer een nieuw glas
inzetten.
Ik trachtte de glazen goedkooper te krijgen,
omdat Ik een vaste klant was, maar de horloge
maker legde me uit. dat dit niet kon, omdat er
aan die ouderwetsche. dunne glazen haast geen
aankomen was.
Eindelijk gaf ik t op. ik zei tegen moeder, dat
ik t horloge niet meer dragen wou. Toen werd
moeder boos.
,,'t Horloge Is een erfstuk,” zei ze met nadruk,
.jen epn erfstuk moet men op prijs stellen en
waarderen en je moet blij zijn, dat je zoo rijk
bent een gouden
horloge te bezit-
ten. Je broer Sam
Het was merk
waardig om te
hoor en. met hoe-
veel minachting m’n moeder dat woord „nik
kel" uitsprak.
Nu werd de vloek van den rijkdom een leven
dige gedachte voor mij en werd ik voortdurend
gekweld door de elschen die rijkdommen aan
den eigenaar stellen. Weken lang had Ik geen
geld voor knikkers en stuiters. Zelfs een nieuwen
tol kon ik niet betalen. Ik was gekoppeld aan
een horloge dat ik nu hardgrondlg haatte, om
dat ik er mee moest leven en omgaan als een
huisvrouw met kraakporoelein.
een gewüLni
Het beangstigende in deze cijfers ligt niet
daarin -*zooals nog* al te vaak wordt voor
gesteld om tot een sterk illustratief cijfer te
komen dat bijv, het werkloozencijfer in
Juni 1937 bedroeg 310.000 en in Januari 1938
steeg tot 439.000, maar hierin, dat in de
maanden Juni en volgende de afstand met
de maandcijfers van het vorig jaar (1937
vergeleken met 1938) ruim 60.000 beliep en
thans deze afstand (Februari 1938 vergele
ken met Februari 1937). tot 20.000 Inkromp.
vaartten toonstelling,
tuigmodel aanwezig.
Nu heeft hij een
ontworpen, dat door
voortbewogen. Het toestel is een derde lli
dan het bekende spierkrachtvliegtulg val
constructeurs Hüssler en Billlnger uit Del
hetwelk door middel van een, door fietspet!
in beweging gebrachte, luchtschroef aangj
ven wordt. Uitgaande van de instnunem
borden voor zeilvllegtuigen, is hij er Inl
slaagd, door nieuwe vormgeving en verklei!
der instrumenten, het gewicht daarvan bel
dend te verlagen. j
Eerlang zullen Pa en Ma hun tanden4
kunnen inruilen voor een spierkracht
tuig! Het zij zoo. We hopen, dat het de^
lijn zal ten goede komen. iM
et was waarlijk geen wonder, dat m’n
vader, die s*n heele huis vol klokken had
hangen, een man van de klok was. Hij
verlangde beslist, dat we prompt op tijd naar
beneden kwamen voor t ontbijt. Maar m'n
broers en ik waren dikwijls te laat, behalve
Sam. Sam. aoo prees m*n vader hem, kwam zóó
vroeg naar beneden, dat hij zelfs nog tijd had,
een paar minuten zich op de piano te oefenen.
Maar m’n broer Sam was een sllmmellng. De
reden waarom hij aoo vlug beneden was, was
deze: hij wilde graag de sport-pagina zien vóór
vader de krant in handen kreeg. HU speelde dan
piano, om ons, onder 1 aankleeden, te laten
weten wie den vorigen dag met voetballen ge
wonnen had. Wij hadden een stel seinen afge
sproken. en terwijl we onze kousen en schoenen
aantrokken, hingen we over de leuning van de
trap, om op de piano den uitslag te hooren af
kondigen. Een vroolijk wijsje beteekende, dat
de Jiowdy-Dowdy boys" gewonnen hadden,
maar als er een kermend of jankend geluid uit
de plano opsteeg, dan had Bully onzen Andy
verslagen.
Dus. Sam muntte zóó uit door stiptheid en
vader was daar zóó over in z’n schik, dat hij
een horloge voor hem kocht met er achterop
gegraveerd: „Sam Dijt, altijd op tijd.” Bij die
gelegenheid vertelde vader me dat hij m U eerst
een horloge had willen geven, omdat ik de oud
ste was. en hij liet het me zien, t Was er net
zoo een als dat van Sam, maar er stond niets
op gegraveerd. Vader zei dat hij 't zou op
bergen, tot ik X verdiend had door op tijd aan
t ontbijt te komen.
Er viel niet veel beterschap van mijn kant te
bespeuren. Treuzelen was een gewoonte bij me
geworden. M'n goede moeder zei, dat 1 wel beter
zou gaan, als vader mij 1 horloge al vast gaf.
Maar vader zei en ik kon hem geen ongelijk
geven dat dit de verkeerde manier zou wezen
om een jongen op te voeden. Maar moeder nam
haar juweelenklstje en gaf me daaruit een hor
loge. t Was oud en ik was jong. We pasten niet
bij elkaar, t had een voor- en een achterdeksel
van dun goud en t deksel paste zóó krap, dat
er bijna geen plaats was voor een glas over de
wijzerplaat. Het glas moest heel dun zijn, waar
door het door den minsten druk op t deksel
brak.
Toen dit nu eenmaal geschied was, drukte ik
natuurlijk niet meer op 1 deksel, en alles zou
goed gegaan zijn, als andere jongens even voor
zichtig geweest waren als ik. Maar ik kon ze
niet voorzichtig genoeg krijgen. Als ik aan t
vechten ging, vriendschappelijk of niet, ver
zocht ik m'n tegenstander, niet tegen den lin
kerkant van m’n* maag te stompen, waar m'n
horloge zat. Maar of hij er zich aan stoorde of
niet, als hij en ik wat opgewonden waren, en
van geen uitschelden wisten, dan brak het glas
altijd.
Ik had nooit tijd, om m'n horloge eerst af te
leggen; ik zou ook niet weten, waar ik het bad
moeten laten. Enfin, een horloge, dat in den
zak van een jongen, overal wordt meegedragen,
moet 't leven maar nemen, zooals het ia Het
lastige vin de zaak was echter, dat m ij n
horloge zich niet aan z’n lot kon aanpaesen.
De eerste twee glazen, die ik brak en dat
gebeurde al heel gauw betaalde m’n goede
moeder, want vader wou met de heele onder
neming niets te maken hebben en keurde die
af. Maar moeder kwam altijd klein geld te kort;
ik viel haar dus niet graag lastig en.... zij
wilde ook niet graag lastig gevallen worden.
„O Bram, lieve jongen, t glas is toch niet
wéér kapot?” riep ze, toen ik het deksel den
tweeden keer opende om haar de glassplinters
te laten zien.
Ze was zóó van streek, dat Ik t haar dea
volgenden keer niet vertelde, en
averij zelf te betalen.
Nooit kreeg Ik meer zakgeld van vader dan
een dollar in de maand, en ieder nieuw glas
kostte 25 centen, wat ik veel vond. Wanneer Ik
met Chevy Slyme over den grond rolde en tolde
en daarbij absoluut niet aan m'n horloge dacht,
dan hoorde Ik eensklaps een zwak gekraak en
wist dat het al weer zoo laat was. Ik haalde het
vond ik een uitweg. Door mijn tot
ite gewerden treuzelen, was ik al dien
tijd, minstens drie keer in de week te laat aan
t ontbijt gekomen, maar nu flitste de gedachte
In me op.
„Wanneer ik m'n leven beter, dan geeft vader
mij misschien dat nikkelen, betrouwbare hor
loge, met dat dikke, onbreekbare glas, dat in
de kast ligt.”
En ik beterde m'n leven. Wel niet in eens.
maar telkens als ik een glas brak, gevoelde ik
me gedrongen tot nieuwe inspanning. Toen Ik
eindelijk, naar de meenlng van m'n vader, tot
voldoende stiptheid gekomen was, liet hij m'n
naam op t nikkelen horloge graveeren en gaf
het mij.
HU keek me een beetje verwonderd aan om
de uitbundige blUdschap, die ik aan den dag
legde, en toen ik uitgelaten In de kamer rond
sprong, vermaande hU:
„Nou. nou Bram.... kalmpjes aan. jongen;
straks gooi je nog een vaas om.”
Maar moeder was niet tevreden.
,4k begrijp niet, zei ze tegen vader, „waarom
je hem een nikkelen horloge geeft, als hU al
een gouden heeft."
„Dat ouwe ding is niets voor een flinken jon
gen,” lachte m'n vader.
Ontstemd legde moeder het erfstuk weer ter
ruste in haar juweelenklstje.
M'n vader was een knap en pienter zakenman
en de baas In huls. Maar nooit heeft hg t
met al z’n knap- en plenterheld zóóver kunnen
brengen, dat hij *t laatste woord had. DAt had
steeds m'n goede moeder. Ook mf
,Jk heb het toch goed gehad.” zei as. Jk neb
altijd wel gezegd, dat Bram een horloge moest
hebben om te loeren op tgd aan t ontbijt te
komen.”
Inderdaad is dit beangstigend. Sinds Oc
tober 1937 is de geleidelijke inkrimping van
het werkloozencijfer niet doorgezet. Wij
staan thans zegt mr. Teulings onge
veer gelijk met de maandcijfers van 1935.
In 1935 daalden de cijfers óók wel In de
volgende maanden (de gewone seizoenda-
Jing), maar vergeleken met 1934 stegen zij
maand voor maand. En nu Is de groote
vrees, dat wij in 1938 niet onder de her
stel aangevende maandcijfers voor 1937
zullen blijven, maar daar geleidelijk weer
boven uit zullen komen. Dit Is de groote
zorg.
Inderdaad, maar helaas is X niet de
eenlge zorg. Er komt nog een andere zorg
bi), nl dat hoe langer de werkloosheid op
ruik een hoog niveau blijft einde Fe
bruari 1938: 370.000 des te zekerder is,
dat het aantal werkloozen, dat nooit meer
„aan den slag” zal komen zal toenemen.
Deze zijde van het werkloosheidsprobleem
mag hoe dreigend ze ook is niet uit
bet oog worden verlorep, het Is plicht om
er aanhoudend op te wijzen. Van deskun
dige zijde vernamen wij, dat alleen al in
'Amsterdam dit aantal blijvend-werkloozen
geschat wordt op niet minder dan 25 k
30.000!
Het is vooral met het oog op de toe
komst, dat wij aandringen op werkloos
heidsbestrijding in groeten stijl! De heer
Teulings spreekt van „een zorg, die onge
twijfeld ook de verantwoordelijke regee-
ring ten diepste zal gevoelen en die ons
«llen doet vragen naar een krachtig ge
lelde politiek van stimuleering tot werk
verruiming en arbeid voor ons volk”, doch
Wij vreezen. dat de budgetalre elschen van
minister De Wilde, welke vermoede lijk niet
alleen door hem doch ook door eenlge an
dere ambtgenooten worden gesteld, daar
tegen een beletsel vormen.
Voor de defensle-kosten moet het geld er
rijn, en het komt er ook! Maar in
het Maandblad onzer partij wordt de vraag
gesteld zou het ook mogelijk kunnen
rijn, dat de volkswelvaart, de volkskracht
ook op andere wijze zóódanig worden aan-
totast, dat daaruit bedreiging van deze na-
zlch op hun huwelijksreis in bet zonnige TteM
Richard Erral Kenton werd tot levenslange
gevangenisstraf veroordeeld. De oude Hertog
was by het uitspreken van bet vonnis aan-
wesig.
Het is z’n verdiende straf.” mompelde htt
ontroerd. .M'n eenen zoon heeft hij vermoord,
mb anderen soon in X verderf gestort, m'n
naam haast onteerd en het geluk van m'n
dochter bijna verwoest Eindelijk z’n verdiende
straf.
n de afleveringen van „de R.K. Staats
partij” wordt gelukkig, geregeld de
aandacht gevestigd op het probleem
der werkloosheid. Ook in de jongste afle
vering U dit het geval.
De partij-voorzitter,
drijft over de noodzakelijkheid van be
wapening maar laat toch niet na in dit
eerband er op te wijzen „dat de zenuwen
Tan ons volk een groote rol spelen voor de
eelfstandlgheld en dat zij gezond blijven
ais ons volk, met name de jonge generatie,
arbeid t”
In een ander artikel, dat gewijd is aan
de werkloosheidsstatistlek, is een overzicht
nn den stand der werkloosheid verwerkt
van 1935 t°t de eerste maanden van 1938
De schrijver, mr. Teulings, merkt terecht op,
dat het werkloosheidsprobleem sterk in
bet centrum der staatkundige belangstel
ling is geplaatst en na de cijfers vergeleken
te hebben komt hij tot de slotsom, welke
wij bij alle bezorgdheid voor de militaire
verdediging niet mogen vergeten:
Een „epierkracht-vliegtuig”
-r~5 en oeroude droom der menschheid: op
pI eigen kracht zich verheffen in de lucht,
opstijgen naar den blauwen hemel, in het
stralende licht, de zon tegemoet.
Rusteloos is zij nagestreefd in den loop der
eeuwen door de koenste onder de menschen-
geesten. Is het omdat de mensch er In voelde
een symbool, los te zijn van alle aardebanden
en zoo te stijgen naar het licht? Talloozen
moesten hun proefnemingen met den dood
bekoopen.
De eerste vlieger was de legendarische Ica
rus, die zijn zoon zag vallen als slachtoffer
van zijn stoutmoedige poging. Na hem volgden
er velen.
Lang niet altijd werden hun daden gewaar
deerd door hun tijdgenooten. Laat mij er een
markant voorbeeld van verhalen:
Onder tsaar Iwan den Verschrikkelijken (1533-
1584) vond een Russische boer, Nikitka ge
naamd, een vliegmachine met houten vleugels
uit. Hij bouwde het toestel en vloog er mede
rond om het gansche dorp Alexandrowsky, in
de nabijheid van Moskou nu een stad, tot
groote verbazing van de talrijke toeschouwers.
Ondanks zijn succes liep de zaak leelijk voor
hem af. Zijn tijdgenooten waren over den uit
vinder al zeer slecht te spreken. ,De mensch
is geen vogel”, zoo verklaarden zij, „en heeft
geen vleugels. Wanneer hU zich desalniettemin
zulk een soort houten vleugels verschaft, dan
handelt hij tegen de natuur. Zijn werk Is geen
werk Gods, maar werk des duivels.”
Gij voelt al, waarde lezer, waar dat heen
moet. HU werd gevonnist. „Om zUn vriend
schap met den duivel zal de uitvinder ont
hoofd worden, en zijn afschuweUjk, stinkend
lichaam den zwijnen tot voedsel worden voor
geworpen. De uitvinder zelf zal als duivels
werk na een plechtige Mis verbrand worden.”
Aldus luidde In lang niet malsche termen
't vonnis. Een suggestieve Russische film heeft
naam en onder dien naam werd ik oqfl
oordeeld. Het zou dus een ongehoord scM
zijn als het moest uitkomen, dat de zofl
den Hertog van Monthfort een paar da J
leden uit ee” -‘rafkolonle ontslagen werl
dat hU wegens dlamantdiefstal vier en eel
jaar dwangarbeid verricht heeft. Dit dient 1
alle omstandigheden vermeden te worde!
daarom geef ik er de voorkeur aan, niet de]
van de politie In te roepen. Juist daarom w
wij ons zelf wreken.” j
„Gelooft u dan, dat hU die papieren bU
draagt?"
.Jieen, dat Is niet waarschjjnlUk. HU zi
wel ergens verborgen hebben.”
,Misschlen-bU zich thuis."
„Weet u, waar hU woont
„Neen, maar daaromtrent!
dere inlichtingen te hebben.’’
telde hem van de sigaretten-w.„UJco, lly
Granger’s kamer gevonden had en dat hü reeds
MJn schoudeni “‘de h^'
ons niet ontkomen”,, merkte de
die rich8bovendle^nn misdadlger
gemaakt heeft. Alsrtwu"d"epc^
‘■«teUen sUUon» wachten
-Vvm»-» hUergens in de val loopen.”
rgeet. antwoordde Lord Percy, „of mis-
i niet dat deze schurk in
compromitteerende papie-
teer voorzichtig te werk
fde ik onder een anderen
WKS
ik spoedig
de majoor ver-
djes. die hU Ir
een detective aan het werk had gezet.
„Het is zoo goed als zeker, dat hU nog niet
lang In Londen is”, ging hU verder, „anders zou
hU reeds een aanslag op Kenton gewaagd heb
ben. Mogelijk Is hg nog maar kort geleden uit