De missie onder rampspoed den daq van w i ■je ee „De rivier des heils” - DONDERDAG 21 APRIL 1938 Het zeewater Bron van schatten I De hulstzoeker v.v. DE WASMACHINE Sudeten-Duitschers en de Katholieke Kerk t>u uit fe I „OVERVETTE" RINSO, SPECIAAL VOOR &CHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL bl.... Q S.V.D. V Ml Wsa ven Mn baad iet Je 6 ;t it (Wordt vervolgd.) Je el et ;em. atis. 369. sch. .6/6 143. Mirian beslist. „Als ik zelf rijk was en hy arm. zou ik met hem trouwen, maar nooit zal ik mijn armoede vereenlgen met zijn betrekkeiyken wel stand, dat heb ik hem ronduit verklaard.... Ik ben bereid, als het moet, alleen één leven van rion. idt- tus. zag en biet nu :ht id ie 1K 10 lat .ar bp Lis en nü te van God „Geld? RO, us. f”. pen. ■tU5. en rif >te na 4. ie. kt 23. er. n een nette buitenwijk eener provinciestad stond onder een lantaarnpaal een politie agent. HU had daar al een tijdje gestaan. Omtrent de godsdienstige verhoudingen de Sudeten-Dultschers wordt het volgende Praag gemeld: In het bisdom Leltmerltz zijn in totaal on geveer 1.8 millloen inwoners, waarvan twee derden Duitschers zijn en een derde Tsjechen. In totaal staan 1.400.000 inwoners als katho Hek fhgeschreven, waarvan 1.100.000 Duit schers, zoodat er slechts 100.000 niet-katholieke Duitschers over zijn, die voor de helft evan gelisch of oud-katholiek zijn, terwijl de andere helft geen godsdienst heeft. misschien gedachtenwisseling en ultelndeiyk be- keerlng. Een opsomming van ontelbare gevallen van bekeering juist naar aanleiding van droeve gebeurlijkheden zou te lang zijn. Maar laat ons hier eens één ramp nader beschouwen, n.l. de overstroomingen der Gele Rivier. Deze rivier met haar watersnooden speelt in dit opzicht een merkwaardige rol, zoodat zij in een Ameri- kaansch tijdschrift zelfs betiteld werd als „The river of Salvation,” de rivier des hells. Iedereen weet, dat een overstroomlng verwoes tingen aanricht. WU begrijpen vanzelf, dat ook de missie er materieele schade van ondervindt, dat de geregelde misslonneeringsarbeld in het overstroomlngsgebied ontwricht wordt. Ook gaan er bekeerlingen weer door verloren; zU moeten in den vreemde gaan bedelen of werken voor hun brood, ver van hun familie, en het is geen zeldzaamheid, dat zij dan ook weer vervreemden van hun geloof. En toch groeit in dit gebied de missie voortdurend. Een overstroomlng van den Hoangho is een tameiyk regelmatig terugkeerend verschijnsel. De klel-verzadlgde wateren dezer machtige rivier komen van de bergen en hoog vlakten van Tibet; by het geringere verval van haar midden- en benedenloop, vooral in Honan, bezinkt de klei in de rivierbedding. Deze komt daardoor steeds hooger te liggen en rijst tot boven het aangrenzende bouwland, zoodat al leen massale dijken de rivier binnen haar bed ding kunnen houden. Maar wyi de rivier door gaat met haar bedding op te hoog en, moeten vrouweiyke hulpkrachten. Vooral als er onder deze catechisten nog zijn, die zich geheel aan de missie-taak willen wijden en daarvoor vrije lijk de gelofte van maagdelijkheid op zich nemen. Aldus brengen de overstroomingen van den Hoangho aan de missie wél groote schade, maar óók uiteindeiyken zegen. En het voorbeeld van MMMyler des hells", dat hier uitvoerig is ge- een ramp, die de mis- den weg heeft gesteld en HU alleen sou haar daarvan kunnen wegvoeren, als het overeen komt met Zyn wijsheid. Julia is bovendien zoo volkomen onderworpen aan de goddelyke Voor zienigheid. Brice bleef opeens staan en keek zyn metgezel verwonderd aan. „Miss Julia? Maar ik spreek toch niet over haar, beste vriend. Ik sprak over Marian. Ik begrUp je ver gissing niet, want beken het maar, wat ik zei, past absoluut niet op Julia. ZU is lief, goedhar tig en toegewUd aan haar familie, zooals weini gen, zy is verstandig, ontwikkeld, dat is alle maal waar, maar om haar te beschouwen als een hoogstaande, buitengewone vrouw, neen, dat op. Maar Marian!” vervolgde i enthousiasme, ,MJ vereenigt ook de dUken geregeld mede opgehoogd worden. Nalatigheid komt nogal eens voor in China is noodlottig. Wanneer dan de tropische zo merregens neerplassen over het lage land, zyn de dyken niet meer bestand tegen de water massa's en worden op verscheidene plaatsen letterlUk weggespoeld Binnen enkele uren lig gen honderden dorpen onder water en zUn duizenden menschen dakloos. ZU maken een pakje van het weinige, dat zU redden konden, ent-trekken met heele karavanen naar de ste den. Doch waar vinden ze daar onderdak? De meesten zoeken voorloopig maar een onder komen in de heidensche tempels. Daar liggen zU: Jonge mannen en vrouwen, zieken en ster venden, moeders in verwachting, Jongens en meisjes, alles in een onbeschrUHUke wanende door elkander. Een ondraaglUke toestand ook voor heidenen. De katholieken vluchten naar de misslestatie. Velen brengen hun heidensche ver wanten mee en zoo bieden de gebouwen der mis sie soms aan honderden een veilig onderdak. Als de toeloop te groot is, huurt de missie, zoo mo- gelUk, nog een paar armeiyke. maar ruime kwartieren ]n de stad. Zoo gebeurt het dan, dat de ellende van een overstroomlng lauwe katholieken naar den mis sionaris brengt, die in het verleden met geen kracht van argumenten te bewegen waren, een maandje naar de misslestatie te komen om beter of weer opnieuw onderlegd te worden In de waarheden des geloof*. Nu luisteren zy gaar ne een paar uurtjes per dag naar den missio naris! Ook sommige heidenen doen mee, uit verveling eerst of nieuwsgierigheid, en met de genade Gods worden ze catechumeen. De ge legenheid voor onderricht is overvloedig; want er is rijd genoeg om instructie en pfactlsche toe passing hand in hand te doen gaan. En beden kend dat dit, zooals ik reeds zeide, geen singu lier geval is, maar iets dat zich by herhaling voordoet, reeds gedurende vele jaren, kunnen wU eenlgennate verklaren, waarom in de ge bieden langs den Hoangho zulk een betrekkeljjk dichte katholieke bevolking wordt aangetroffen. Wanneer de rivier tot haar normale bedding is teruggekeerd en het overstroomlngswater af- gevloeld en verzakt is, kunnen zeer velen nog niet naar hun woonplaatsen terugkeeren. De hulzen zijn ingevallen of tot de nok gevuld met kleibezinksel en daarin, heelemaal begra ven, zoodat de daken er ternauwernood boven uitkomen. Alles, tot tafels en stoelen toe, moet uit het riekende, glibberige sediment worden uitgegraven. Dat is het werk der mannen en het vergt heel wat tjjd. Bovendien moeten de akkers ook weer in orde worden gemaakt. Voor vrouwen en kinderen is er dus vooreerst nog geen plaats in wat ze vroeger hun woonstee noemden. ZIJ blijven daarom langer op de mis- siestatie, en uit him rijen worden degenen, die daartoe bereid zljj^g^rmd tot komt niet in mjj o; hij met ingehoüden de vrouwelijke bekoorlijkheid met een niet te beschrijven schoonheid, aan buitengewone hoe danigheden van geest, aan een rechtschapen heid en flinkheid van principes, die mijn be wondering uitmaken. En welk *n verstand! Als zij eens verlost zou zijn van dit kommervol leven, van dat gedwongen werk zou zjj binnen korten tijd een onzer beste schrijfsters worden en een der steunpilaren van de vrouwenbewe ging, de goede, bedoel ik. Zij heeft onlangs een klein essai geschreven over sociale economie, dat ronduit gezegd, een meesterstuk is.... Neen, men kan haar beslist niet vergelijken met miss Löwenstein,” besloot hij zijn bewering met iets van minachting in zijn stem. „Wat bl.... waarom waarschuwde je me niet?” vroeg de zeeman en streek weer een lucifer aan. „Pardon.” zei de agent, Jk keek naar Je vuur werk. Als je soms wat kwijt bent, je mes of je sleutel, kan ik Je misschien helpen.” v „Dank je,” zei de andere. .Je kunt niets voor me doen. Lekker weertje, hè? Ben Je goed be kend hier in de buurt?" „Ik woon hier dichtbij.” ..Zeker getrouwd, hé?" vroeg de man met de lucifers weer. ..Kinderen en zoo? Maar wat ik zeggen wou, weet je misschien hier ergens hulst staan? Met flinke .bessen. Ik wou er nu direct van hebben, ik heb 1 noodig, begrijp je?" De agent omklemde steviger z’n wapenstok. .Meekletsen.” dacht hij, z’n zin geven, en dan een flinke stoot onder z’n kin. .Kuist. zeg Je?” zei hy. „Even kijken. Ja, ik weet ergens wel wat staan. Dezen kant op.” Om den hoek, dacht hy, was er kans, dat hij een collega trof. .Hou. dat treft,” glunderde de eene, ,4k wou t net opgeven. Ik geloof dat ik wel in de helft van de tumen hier in de buurt ben geweest, vannacht. Ik heb op handen en voeten door de modder gekropen en m'n heele gezicht aan flarden gescheurd. Drie doosjes lucifers heb ik opgemaakt, en geen takje hulst gezien. Ze schij nen in de buurt hier niet erg hulsterig te zijn.” .Jlier den hoek om,” noodigde de agent „En ik heb m'n vrouw beloofd.” ging de hulst zoeker voort, „dat ik een heelen boom zou mee brengen. Er woont hier op den weg zoo n ke rel, bij den tweeden lantaarn, die .Kuist” op z’n hekje heeft staan. Die vent moest vervolgd vast dat ik beet had, maar on 7 L 23 „De kerel zoekt een geschikte plek om t lijk te verbergen," mompelde h(j. ,Jk zal maar eens hoesten en zeggen dat 't mooi weer is." Hjj maakte al vast s’n lippen nat. om dit dui delijk te kunnen zeggen, toen er nu vlak voor s’n neus weer een lucifer spetterde. Op de pet van den zeeman las hl) met roode letters. zee nimf, en daaronder zag Hl) een paar heldere, staalgrijze oogen en een mond, die langzaam open ging, terwijl de lucifer uitging. Het aartsbisdom Praag telt 3.8 millloen in-J woners, waarvan 25 procent Duitschers zyn. Van de 1.9 millloen katholieken zijn 630.000 Duitschers, zoodat dus ook hier slechts 70.000 niet-katholieke Duitschers overblljven. Van de 130.000 godsdienstloozen uit Praag zijn slechts enkele honderden Duitschers. Tot het bisdom Budwels behooren 1.1 milll oen personen, waarvan 21 procent Duitschers. Hier zijn In totaal 1 millloen katholieken, waarvan 233.000 Duitschers op een totaal van 236.000 Duitschers. Het bisdom Königgrtts telt 1.6 millloen in woners, waarvan 15 procent Duitschers. Zelfs in dit overwegend Tsjechische bisdom behoo ren 96 procent van alle Duitschers tot het ka tholieke geloof. In de beide Moravische bisdommen Ollmtlts en Brünn belijden 94 procent van alles Duit schers het katholieke geloof. Van de 18.000 godsdienstloozen in de stad Brünn zijn slechts 900 Duitschers. Ook met de Dultsche kloosters in Sudeten- land is het gunstig gesteld. In Dultsch-Tsjecho-Slowaklje zijn 20 Orden en Congregaties werkzaam, die ook in de ziel zorg werkzaam zijn. In deze kloosters zijn bijna 500 Dultsche priesters. Nog ieder Jaar stijgt hun aantal. en zeiB blijver® zoo diM Een® knapp® werk de vooM zal ik liever v.1 Een cfl gezicht 1 greep J dachtig.l „Om jel komen nJ ZOO laat „O, aill »en. .ju tast va James. T Zij re •Mn toe I T ie nog al eens In missietijdschriften leest, WToelt wel de gedachte in zich op- I komen, dat bovenstaande begrippen, I missie en tegenspoed, by elkaar behooren. Ik I eif sou ook zeggen, dat het fettelljk zeker rod I m jfrnlrszins vreemd voor ons menscheiyk den- I ten, maar toch wel te verklaren. Want het mls- siewert. zijnde bij uitstek een werk van God, I «1 ook het kenmerk daarvan moeten dragen, I 4VZ tegen de verdrukking In moeten groeien. I Geldt dit in het algemeen voor alle missies, I too mogen we het toch bijzonder toepassen op I bet uitgestrekte missiegebied van China. Im- gen, is er wel een tweede missieland, welks be ll keerlngsgeechiedenis zoo geteekend werd met I bet kruis? Al blijft men nog maar staan bij de- nieuwste geschiedenis, de allerjongste feiten: Ij <wnmiinlsten-lnvasles. mohammedanen-opstan- I den, burgeroorlogen, roevers, hongersnood, be- I asettelijke ziekten, overstroomingen, tegenwer- mg van machthebbers, het zjjn daar alledaag se dingen. Een ontploffing in Lanchow, een oaidbeving in Zuid-SJantoeng: de kerken en osdere gebouwen der misslestatles liggen groo- tendeels in puin. En nu teistert een Chlneesch- jtpansch „incident” de rijkste missievelden van China, waar de missionarissen zooveel krachten geconcentreerd en zooveel heerlijk werk tot Mad hadden gebracht. En toch, hoe wjj over deze onheilen treuren, brengt de rampspoed aan de missie soms ook bovennatuurlijken zegen. Op de eerste plaats al versterkt het ongeluk Mn loutere opvatting van het missiewerk door de betrokken missionarissen; een opvatting, waarin zy het bekeeringswerk altijd en steeds meer beschouwen als het werk van God, van Zijn kracht en genade. Men leze hieruit niet, dat een catastrophe, waardoor een mlssledlstrict getroffen wordt, bepaaldelijk zou wijzen op het ontbreken van een zuivere opvatting van bun arbeid bij de missionarissen van dat ge bied. Zoo is dit allerminst bedoeld; maar óók isn juist voor degenen, die de grootste toewijding hebben, zal van de ramp een loutering en ver heffing uitgaan. Want wanneer de missionaris soo plotseling gesteld wordt voor een bijna to taal herbeginnen, herhaaldelijk herbeginnen misschien van zijn werk, dan* zal hjj daartoe niet de kracht kunnen vinden in een natuur- 4tjke visie, maar noodzakelijk zal hy zich moe ten verheffen tot een bovennatuuriyk stand punt, of beter: tot een nog bovennatuuriyker standpunt Ook voor het bekeeringswMK helf echter komt somtijds uit het ongeluk een onverwachte zegen voort. By alle rampen immers biyken\fle mis sionarissen weer dè groote helpers der lydende menschheid, de ware vrienden van het volk te zijn. Onder de omstandigheden, die byv. on|® staan ten gevolge van een natuurramp, de missionaris. lotgenoot als hij Contact en voeling met nu geeuwde en sloeg z’n handen uit louter verve ling tegen elkaar. Op heel dien langen, slecht verlichten weg was hy t eenige levende wezen. Achter de voortuinen stonden groote hulzen en slechts hier en daar schemerde er nog een lichtje door een gordyn heen. tWas nacht „Als er nu maar Iets gebeurde...." dacht de agent, een moord, neen, dkt niet, maar een po ging tot moord. Maar de man wist dat er niets van dien aard gebeuren zou, en lusteloos keek hy den langen weg af. Opeens flikkerde er belangstelling in s’n som ber oog. Ver op den weg streek iemand een lucifer aan. Even flikkerde het lichtje en dan ging het uit t Gebeurde nog eens, nu dicht by. en t vlammetje flikkerde iets langer. .Zeker *n sleutel laten vallen.” dacht de agent. Weer verscheen dlchtby een lichtje, om spoe dig weer te verdwynen. Zoo telde hy zes lichtjes. .Kaar een fuifje geweest en z’n sigaar in een plas laten vallen; niet goed meer by s’n posi tieven," filosofeerde hy verder. Er kraakte en piepte een hekje ergens in t donker. Het Uchtje wapjjerde weer, nu tusachen de heesters in een voortuin, t Was nu nog maar een huis of vier van hem af en de agent reti reerde in de schaduw van een boomstam. De klink van 1 hekje klikte; er kwam iemand het voetpad op, die t hekje netjes achter zich dicht trok. Nu greep de agent naar een wapen stok. De geheimzinnige llchtmaker was nu by t volgende hekje en frommelde in z’n lucifers doosje. Hy hief z’n hand voor het vlammetje en liep er langzaam mee langs de ligusterheg van den voortuin en keek in X donker. Het lichtje schoot de hoogte in en nu zag de waker, hoofd en schouders van een man, een zeeman, met een Jekker aan, daar leek hy op. Om z’n hals hing een riem en aan ’t eind van dien riem bengelde een groot knipmes. Toen hy dit ge zien had, ging de lucifer uit. Nu omklemde de agent krampachtig den greep van z’n wapenstok. Van het comité „Onze Marine" te Den Helder ontvingen wij een exemplaar van de bouwplaat Flottieljeleider Hr. Ms. „Tromp", door genoemd comité beschikbaar gesteld met uitvoerige handleiding. Deze bouwplaat is samengesteld door den teekenaar J. H. P. Verhoeven en den luit, ter zee le klasse J. B. de Meester, Jen officier van Hr. Ms. „Tromp". Met schaar, lijmpot en deze bouwplaat iz het voor iedereen mogeljjk een fraai model van de „Tromp" te maken op schaal 1 200. Bestellingen bij den Boekhandel of -aan het Comité „Onze Marine", giro no. 42823 Den Helder levenslange gebeele ongeschiktheid tot werken door WJ 0,1 17 9EA Mes vso beide armen, beide beenen at beide oogen JT OUa“ doodelijken afloop Het gelaat van Marian stond weer kalm, maar er was een rimpel op haar hoog voor hoofd gekomen. „Arthur, Je hebt goed opgelet en in zekeren zin heb Je geiyk. Ja, James is een dierbare vriend van mijn jeugd en gaarne zou ik hem als echtgenoot aannemen. Maar ook heb je de waarheid gesproken, met te zeggen, dat iets my tegenhoudt Het is hetzelfde, dat ons allen hier kwelt, van af vader tot Julia, ondanks haar mooie theorie van onderwerping aan den Wil Ik bedoel: het geld.” Ja, je zou James niets mee ten huweiyk brengen, behalve dan Je kennis, maar hy geniet een zekeren welstand en een geves tigde en geachte positie.” zy trok de schouders op. „Wat beteekent dat?Ik zou evenals hier genoodzaakt zyn my bezig te houden met allerlei huishoudeiyke beslommeringen. Dat moet ik wel doen, dat is mijn plicht Maar niets noodzaakt my te trou wen en als ik het deed, zou het zyn om een goed, een schitterend bestaan te verkrijgen, een bestaan, dat my vry laat om my te wijden aan het inteUectueele werk, waarvan ik droom. Als ik door mjjn huweiyk in bekrompen omstandig- heden zou komen, het leven zou moeten leiden van een eenvoudige burgervrouw.... neen, dat nooit. En James, ondanks zyn goeden wil, zou my niets beters kunnen aanbieden.” „En zou Je voor hem dan niet dat offer kun nen brengen?” vroeg Julia, die met een soort schrik het heel kalme gezicht van haar nicht beschouwde. ^ieen, zelfs niet voor hem,” antwoordde worden Ik dacht jawel. Byna een doosje lucifers verknoeid en m’n broek gescheurd. Hy had er net zoo goed „De Boemerang” op kunnen laten schilderen. Maar is X nog ver, maat?” „Hier in de straat," luidde het antwoord, ..maar waar doe Je dat voor? Is X een wedden schap?” „Weddenschap, zeg je? Neen man, als X een weddenschap was. dan Betaalde ik en ging gauw naar bed. XIs meer dan welletjes vannacht. Neen, zie je, ik ben met verlof. Acht dagen. Veel is X niet. En ik was al van Mei af aan X varen. En Donderdag aa. moet ik weer weg voor een maand of vyf. Met Kerstmis ben ik dus niet thuis. En de kinderenDus nu gaan we morgen Kerstmis vieren. We vervroegen het, zie je. En nou is er jandorie nog geen hulst. Snap Je X?” „O, Jawel,” zei de agent, en ontspande de ■fcreep van z’n wapenstok. „Gisteren hebben m’n vrouw en ik pudding gemaakt." hernam de hulstzoeker. „Twee soor ten. En ik heb een konyn besteld. M'n vrouw heeft overal aan gedacht.” .Keel aardig bedacht,” prees de agent. „Pas op voor dat hekje. X Piept verschrikkeiyk. Spring d’r maar overheen. Mooi zoo. Steek geen lucifers aan. Hier vlak links, staat een heel bosch hulst. Je kunt niets missen.” Me» een plof kwam de zeeman neer. Met uit gestrekte handen tastte hy in X donker voor zich uit. Hy had z’n hulst gevonden. „Als ik thuis kom, sterf ik van bloedverlies,” fluisterde hy den agent toe. .Maar nu heb ik meteen genoeg voor X volgend Jaar. Uit den weg, maat!” Een groote tak vloog over X hek en viel voor de voeten van den agent. .Kou, dank je wel, hoor,” zei de zeeman weer, ,4k zal maar gauw ópschieten, voor d’r iemand bomt.” ^a, Xaou wel wat gek staan,” meende de agent. .Kou, plezierig Kerstfeest met Je vrouw en kinderen.” .Dank Je,” zei de zeeman, „maar wat ik zeg gen wil, ,je weet zeker nergens zoo’n beetje misletoe te groeien, is X wel?” Neem eens een proef met de nieuwe, „overvette” Rinso, het enige wasmiddel, dat speciaal gefabriceerd wordt voor het gebruik in de wasmachine. Door de bijzondere si menstelling verwijdert Rinso al het vuil uit Uw goed in ongekend korte tijd. Bovendien kan het uiterst werkzame Rinso sop nog vele malen achtereen worden gebruikt. Met één pakje Rinso van 121 cent krijgt U de hele ge- zinswas van 5 personen in 1J uur volmaakt schoon, j En niet alleen in elke wasmachine geeft Rinso dat J schitterende resultaat, maar ook in elke tobbel anneer men spreekt van de schatten der zee, denkt men behalve aan de onvolprezen nieuwe haring op de eerste plaats aan de met goudstukken tot ber stens toe gevulde wrakken van ietwat roman tische, gezonken goudsctiepen, die zooals de Lutlne in staat zyn de fantasie van het Nederlandsche volk in vuur en vlam zetten. Maar veel meer nog komt deze naam met recht toe aan de rykdotnmen, welke het zee water zelf in zich verborgen houdt. Tot op heden konden in zeewater niet min der dan 32 grondstoffen aangetoond worden en het bleek, dat de onderlinge verhouding, waar in zy voorkomen, op alle plaatsen in de wereld zee steeds dezelfde is. Zuiver water vindt men elgeniyk alleen in een laboratorium. Wat wij met graagte by- voorbeeld als „zuiver water” drinken, bevat tal van andere stoffen in opgelosten vorm. Dat is bekend. En bet feit is voor ons een aangenaam feit, want deze „bymengels” verhoogen den smaak in hooge mate. Met zeewater is het niet anders gesteld, dan met ons drinkwater, doch het is nog slechts sinds kort, dat men begonnen is, dat seewater technisch te bewerken met het doel zich de daarin voorkomende stoffen te verschaffen. De oeroude zeezout-industrie en ook de win ning van lodum uit de asch van zeewier (dus: langs indlrecten weg uit het zeewater afkom stig) laten wy hier natuuriy'k buiten beschou wing. In Kure Beach, in de Amerikaansche staat Noord-Carolina, is zulk een bedryf in werking. Naast zeezout, magnesium en magne- sium-sulfaat, is hier het winnen van broom het hoofddoel. Gedurende de laatste drie Jaar werden hier niet minder dan 7.559.680 ton zee water verwerkt. Om technische redenen beperkt men zich tot bovengenoemde stoffen. Het is nJ. nog prac- tisch ónmogelijk het water al haar schatten te ontnemen. Dat het de moeite intusschen waard zou zyn geweest, moge wel blijken uit het feit, dat men dan de hand zou gelegd hebben op een hoeveelheid grondstoffen, wel ke een gezamenlijke waarde van 250 millloen dollar had vertegenwoordigd. De verwerkte hoeveelheid zeewater bevatte namelijk niet minder dan 377 ton koper, 377 ton yzer, 359 ton qpuminlum, 8,53 ton iodium, 4,6 ton zilver en bok nog ongeveer 130 kg. goud. Al deze rijkdommen stroomden nu echter ongebruikt met het afgewerkte water naar dea oceaan terug. Dé schatkamers onzer wereld zün dus voor loopig nog niet leeg. Het wachten is maar op het noodige ingenleurs-verauft, dat de exploi tatie mogeiyk en* loonend maakt. zorgen en ontberingen te leiden tot aan mijn dood toe, maar armoede in een huisgezin, dat wil ik om niets ter wereld.... Ik heb er hier het voorbeeld van,” fluisterde zy bitter. zy begon weer te schryven en Arthur wis selde met Julia een droevigen blik. Toen James Brice en John Bretland het huis van dokter Nac-Rae verlaten hadden. Hepen zy eenlgen tijd stilzwygend voort. Het weer was trouwens niet gunstig om een gesprek te voeren. Er woel, een scherpe, koude wind, die hun door het gelaat sneed en den adem benam. Maar dan kwamen zy in een dwarsstraat, waar zy eenigszins beschut waren door de bogen, die langs de oude hulzen gebouwd waren. Het leek, dat James uiting gaf aan een gedachte, toen hy mompelde: „Wat een buitengewoon meisje... hoogstaand in elk opzicht!” ,4a, dat zeg je wel,” antwoordde spontaan John, die sedert by het huis van dókter Mac-Rac verlaten had, een inwendig beeld scheen te be schouwen. Zy Hepen weer eenige passen verder en toen begon James op een toon vkh bittere spyt .Zij is zoo verstandig en zoo schoon.... en moet zich wyden aan een leven van zorgen en arbeid, dat niet met haar karakter overeenkomt. Dat is onrechtvaardig, John, beken het maar.” „Onrechtvaardig?.... Neen. Brice, dat denk ik niet, want bet ia God, die haar op dien har-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1938 | | pagina 9