De missie onder rampspoed
den daq
van
w
i
■je
ee
„De rivier des heils”
-
DONDERDAG 21 APRIL 1938
Het zeewater
Bron van schatten
I De hulstzoeker
v.v.
DE WASMACHINE
Sudeten-Duitschers en
de Katholieke Kerk
t>u
uit
fe
I „OVERVETTE" RINSO, SPECIAAL VOOR
&CHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
bl....
Q
S.V.D.
V
Ml Wsa ven Mn baad
iet
Je
6
;t
it
(Wordt vervolgd.)
Je
el
et
;em.
atis.
369.
sch.
.6/6
143.
Mirian beslist. „Als ik zelf rijk was en hy arm.
zou ik met hem trouwen, maar nooit zal ik mijn
armoede vereenlgen met zijn betrekkeiyken wel
stand, dat heb ik hem ronduit verklaard.... Ik
ben bereid, als het moet, alleen één leven van
rion.
idt-
tus.
zag
en
biet
nu
:ht
id
ie
1K
10
lat
.ar
bp
Lis
en
nü
te
van God
„Geld?
RO,
us.
f”.
pen.
■tU5.
en
rif
>te
na
4.
ie.
kt
23.
er.
n een nette buitenwijk eener provinciestad
stond onder een lantaarnpaal een politie
agent. HU had daar al een tijdje gestaan.
Omtrent de godsdienstige verhoudingen
de Sudeten-Dultschers wordt het volgende
Praag gemeld:
In het bisdom Leltmerltz zijn in totaal on
geveer 1.8 millloen inwoners, waarvan twee
derden Duitschers zijn en een derde Tsjechen.
In totaal staan 1.400.000 inwoners als katho
Hek fhgeschreven, waarvan 1.100.000 Duit
schers, zoodat er slechts 100.000 niet-katholieke
Duitschers over zijn, die voor de helft evan
gelisch of oud-katholiek zijn, terwijl de andere
helft geen godsdienst heeft.
misschien gedachtenwisseling en ultelndeiyk be-
keerlng. Een opsomming van ontelbare gevallen
van bekeering juist naar aanleiding van droeve
gebeurlijkheden zou te lang zijn. Maar laat ons
hier eens één ramp nader beschouwen, n.l. de
overstroomingen der Gele Rivier. Deze rivier
met haar watersnooden speelt in dit opzicht een
merkwaardige rol, zoodat zij in een Ameri-
kaansch tijdschrift zelfs betiteld werd als „The
river of Salvation,” de rivier des hells.
Iedereen weet, dat een overstroomlng verwoes
tingen aanricht. WU begrijpen vanzelf, dat ook
de missie er materieele schade van ondervindt,
dat de geregelde misslonneeringsarbeld in het
overstroomlngsgebied ontwricht wordt. Ook gaan
er bekeerlingen weer door verloren; zU moeten
in den vreemde gaan bedelen of werken voor
hun brood, ver van hun familie, en het is geen
zeldzaamheid, dat zij dan ook weer vervreemden
van hun geloof. En toch groeit in dit gebied de
missie voortdurend. Een overstroomlng van den
Hoangho is een tameiyk regelmatig terugkeerend
verschijnsel. De klel-verzadlgde wateren dezer
machtige rivier komen van de bergen en hoog
vlakten van Tibet; by het geringere verval van
haar midden- en benedenloop, vooral in Honan,
bezinkt de klei in de rivierbedding. Deze komt
daardoor steeds hooger te liggen en rijst tot
boven het aangrenzende bouwland, zoodat al
leen massale dijken de rivier binnen haar bed
ding kunnen houden. Maar wyi de rivier door
gaat met haar bedding op te hoog en, moeten
vrouweiyke hulpkrachten. Vooral als er onder
deze catechisten nog zijn, die zich geheel aan
de missie-taak willen wijden en daarvoor vrije
lijk de gelofte van maagdelijkheid op zich nemen.
Aldus brengen de overstroomingen van den
Hoangho aan de missie wél groote schade, maar
óók uiteindeiyken zegen. En het voorbeeld van
MMMyler des hells", dat hier uitvoerig is ge-
een ramp, die de mis-
den weg heeft gesteld en HU alleen sou haar
daarvan kunnen wegvoeren, als het overeen
komt met Zyn wijsheid. Julia is bovendien zoo
volkomen onderworpen aan de goddelyke Voor
zienigheid. Brice bleef opeens staan en keek
zyn metgezel verwonderd aan. „Miss Julia?
Maar ik spreek toch niet over haar, beste
vriend. Ik sprak over Marian. Ik begrUp je ver
gissing niet, want beken het maar, wat ik zei,
past absoluut niet op Julia. ZU is lief, goedhar
tig en toegewUd aan haar familie, zooals weini
gen, zy is verstandig, ontwikkeld, dat is alle
maal waar, maar om haar te beschouwen als
een hoogstaande, buitengewone vrouw, neen, dat
op. Maar Marian!” vervolgde
i enthousiasme, ,MJ vereenigt
ook de dUken geregeld mede opgehoogd worden.
Nalatigheid komt nogal eens voor in China
is noodlottig. Wanneer dan de tropische zo
merregens neerplassen over het lage land, zyn
de dyken niet meer bestand tegen de water
massa's en worden op verscheidene plaatsen
letterlUk weggespoeld Binnen enkele uren lig
gen honderden dorpen onder water en zUn
duizenden menschen dakloos. ZU maken een
pakje van het weinige, dat zU redden konden,
ent-trekken met heele karavanen naar de ste
den. Doch waar vinden ze daar onderdak? De
meesten zoeken voorloopig maar een onder
komen in de heidensche tempels. Daar liggen
zU: Jonge mannen en vrouwen, zieken en ster
venden, moeders in verwachting, Jongens en
meisjes, alles in een onbeschrUHUke wanende
door elkander. Een ondraaglUke toestand ook
voor heidenen. De katholieken vluchten naar de
misslestatie. Velen brengen hun heidensche ver
wanten mee en zoo bieden de gebouwen der mis
sie soms aan honderden een veilig onderdak. Als
de toeloop te groot is, huurt de missie, zoo mo-
gelUk, nog een paar armeiyke. maar ruime
kwartieren ]n de stad.
Zoo gebeurt het dan, dat de ellende van een
overstroomlng lauwe katholieken naar den mis
sionaris brengt, die in het verleden met geen
kracht van argumenten te bewegen waren, een
maandje naar de misslestatie te komen om
beter of weer opnieuw onderlegd te worden In
de waarheden des geloof*. Nu luisteren zy gaar
ne een paar uurtjes per dag naar den missio
naris! Ook sommige heidenen doen mee, uit
verveling eerst of nieuwsgierigheid, en met de
genade Gods worden ze catechumeen. De ge
legenheid voor onderricht is overvloedig; want
er is rijd genoeg om instructie en pfactlsche toe
passing hand in hand te doen gaan. En beden
kend dat dit, zooals ik reeds zeide, geen singu
lier geval is, maar iets dat zich by herhaling
voordoet, reeds gedurende vele jaren, kunnen
wU eenlgennate verklaren, waarom in de ge
bieden langs den Hoangho zulk een betrekkeljjk
dichte katholieke bevolking wordt aangetroffen.
Wanneer de rivier tot haar normale bedding
is teruggekeerd en het overstroomlngswater af-
gevloeld en verzakt is, kunnen zeer velen nog
niet naar hun woonplaatsen terugkeeren. De
hulzen zijn ingevallen of tot de nok gevuld
met kleibezinksel en daarin, heelemaal begra
ven, zoodat de daken er ternauwernood boven
uitkomen. Alles, tot tafels en stoelen toe, moet
uit het riekende, glibberige sediment worden
uitgegraven. Dat is het werk der mannen en
het vergt heel wat tjjd. Bovendien moeten de
akkers ook weer in orde worden gemaakt. Voor
vrouwen en kinderen is er dus vooreerst nog
geen plaats in wat ze vroeger hun woonstee
noemden. ZIJ blijven daarom langer op de mis-
siestatie, en uit him rijen worden degenen, die
daartoe bereid zljj^g^rmd tot
komt niet in mjj o;
hij met ingehoüden
de vrouwelijke bekoorlijkheid met een niet te
beschrijven schoonheid, aan buitengewone hoe
danigheden van geest, aan een rechtschapen
heid en flinkheid van principes, die mijn be
wondering uitmaken. En welk *n verstand! Als
zij eens verlost zou zijn van dit kommervol
leven, van dat gedwongen werk zou zjj binnen
korten tijd een onzer beste schrijfsters worden
en een der steunpilaren van de vrouwenbewe
ging, de goede, bedoel ik. Zij heeft onlangs een
klein essai geschreven over sociale economie,
dat ronduit gezegd, een meesterstuk is....
Neen, men kan haar beslist niet vergelijken
met miss Löwenstein,” besloot hij zijn bewering
met iets van minachting in zijn stem.
„Wat bl.... waarom waarschuwde je me
niet?” vroeg de zeeman en streek weer een
lucifer aan.
„Pardon.” zei de agent, Jk keek naar Je vuur
werk. Als je soms wat kwijt bent, je mes of je
sleutel, kan ik Je misschien helpen.” v
„Dank je,” zei de andere. .Je kunt niets voor
me doen. Lekker weertje, hè? Ben Je goed be
kend hier in de buurt?"
„Ik woon hier dichtbij.”
..Zeker getrouwd, hé?" vroeg de man met de
lucifers weer. ..Kinderen en zoo? Maar wat ik
zeggen wou, weet je misschien hier ergens hulst
staan? Met flinke .bessen. Ik wou er nu direct
van hebben, ik heb 1 noodig, begrijp je?"
De agent omklemde steviger z’n wapenstok.
.Meekletsen.” dacht hij, z’n zin geven, en dan
een flinke stoot onder z’n kin.
.Kuist. zeg Je?” zei hy. „Even kijken. Ja, ik
weet ergens wel wat staan. Dezen kant op.”
Om den hoek, dacht hy, was er kans, dat hij
een collega trof.
.Hou. dat treft,” glunderde de eene, ,4k wou
t net opgeven. Ik geloof dat ik wel in de helft
van de tumen hier in de buurt ben geweest,
vannacht. Ik heb op handen en voeten door
de modder gekropen en m'n heele gezicht aan
flarden gescheurd. Drie doosjes lucifers heb ik
opgemaakt, en geen takje hulst gezien. Ze schij
nen in de buurt hier niet erg hulsterig te zijn.”
.Jlier den hoek om,” noodigde de agent
„En ik heb m'n vrouw beloofd.” ging de hulst
zoeker voort, „dat ik een heelen boom zou mee
brengen. Er woont hier op den weg zoo n ke
rel, bij den tweeden lantaarn, die .Kuist” op
z’n hekje heeft staan. Die vent moest vervolgd
vast dat ik beet had, maar
on 7
L 23
„De kerel zoekt een geschikte plek om t lijk
te verbergen," mompelde h(j. ,Jk zal maar eens
hoesten en zeggen dat 't mooi weer is."
Hjj maakte al vast s’n lippen nat. om dit dui
delijk te kunnen zeggen, toen er nu vlak voor
s’n neus weer een lucifer spetterde. Op de pet
van den zeeman las hl) met roode letters. zee
nimf, en daaronder zag Hl) een paar heldere,
staalgrijze oogen en een mond, die langzaam
open ging, terwijl de lucifer uitging.
Het aartsbisdom Praag telt 3.8 millloen in-J
woners, waarvan 25 procent Duitschers zyn.
Van de 1.9 millloen katholieken zijn 630.000
Duitschers, zoodat dus ook hier slechts 70.000
niet-katholieke Duitschers overblljven. Van de
130.000 godsdienstloozen uit Praag zijn slechts
enkele honderden Duitschers.
Tot het bisdom Budwels behooren 1.1 milll
oen personen, waarvan 21 procent Duitschers.
Hier zijn In totaal 1 millloen katholieken,
waarvan 233.000 Duitschers op een totaal van
236.000 Duitschers.
Het bisdom Königgrtts telt 1.6 millloen in
woners, waarvan 15 procent Duitschers. Zelfs
in dit overwegend Tsjechische bisdom behoo
ren 96 procent van alle Duitschers tot het ka
tholieke geloof.
In de beide Moravische bisdommen Ollmtlts
en Brünn belijden 94 procent van alles Duit
schers het katholieke geloof. Van de 18.000
godsdienstloozen in de stad Brünn zijn slechts
900 Duitschers.
Ook met de Dultsche kloosters in Sudeten-
land is het gunstig gesteld.
In Dultsch-Tsjecho-Slowaklje zijn 20 Orden
en Congregaties werkzaam, die ook in de ziel
zorg werkzaam zijn. In deze kloosters zijn bijna
500 Dultsche priesters. Nog ieder Jaar stijgt
hun aantal.
en zeiB
blijver®
zoo diM
Een®
knapp®
werk
de vooM
zal ik
liever v.1
Een cfl
gezicht 1
greep J
dachtig.l
„Om jel
komen nJ
ZOO laat
„O, aill
»en. .ju
tast va
James. T
Zij re
•Mn toe
I T ie nog al eens In missietijdschriften leest,
WToelt wel de gedachte in zich op-
I komen, dat bovenstaande begrippen,
I missie en tegenspoed, by elkaar behooren. Ik
I eif sou ook zeggen, dat het fettelljk zeker rod
I m jfrnlrszins vreemd voor ons menscheiyk den-
I ten, maar toch wel te verklaren. Want het mls-
siewert. zijnde bij uitstek een werk van God,
I «1 ook het kenmerk daarvan moeten dragen,
I 4VZ tegen de verdrukking In moeten groeien.
I Geldt dit in het algemeen voor alle missies,
I too mogen we het toch bijzonder toepassen op
I bet uitgestrekte missiegebied van China. Im-
gen, is er wel een tweede missieland, welks be
ll keerlngsgeechiedenis zoo geteekend werd met
I bet kruis? Al blijft men nog maar staan bij de-
nieuwste geschiedenis, de allerjongste feiten:
Ij <wnmiinlsten-lnvasles. mohammedanen-opstan-
I den, burgeroorlogen, roevers, hongersnood, be-
I asettelijke ziekten, overstroomingen, tegenwer-
mg van machthebbers, het zjjn daar alledaag
se dingen. Een ontploffing in Lanchow, een
oaidbeving in Zuid-SJantoeng: de kerken en
osdere gebouwen der misslestatles liggen groo-
tendeels in puin. En nu teistert een Chlneesch-
jtpansch „incident” de rijkste missievelden van
China, waar de missionarissen zooveel krachten
geconcentreerd en zooveel heerlijk werk tot
Mad hadden gebracht.
En toch, hoe wjj over deze onheilen treuren,
brengt de rampspoed aan de missie soms ook
bovennatuurlijken zegen.
Op de eerste plaats al versterkt het ongeluk
Mn loutere opvatting van het missiewerk door
de betrokken missionarissen; een opvatting,
waarin zy het bekeeringswerk altijd en steeds
meer beschouwen als het werk van God, van
Zijn kracht en genade. Men leze hieruit niet,
dat een catastrophe, waardoor een mlssledlstrict
getroffen wordt, bepaaldelijk zou wijzen op
het ontbreken van een zuivere opvatting van
bun arbeid bij de missionarissen van dat ge
bied. Zoo is dit allerminst bedoeld; maar óók
isn juist voor degenen, die de grootste toewijding
hebben, zal van de ramp een loutering en ver
heffing uitgaan. Want wanneer de missionaris
soo plotseling gesteld wordt voor een bijna to
taal herbeginnen, herhaaldelijk herbeginnen
misschien van zijn werk, dan* zal hjj daartoe
niet de kracht kunnen vinden in een natuur-
4tjke visie, maar noodzakelijk zal hy zich moe
ten verheffen tot een bovennatuuriyk stand
punt, of beter: tot een nog bovennatuuriyker
standpunt
Ook voor het bekeeringswMK helf echter komt
somtijds uit het ongeluk een onverwachte zegen
voort. By alle rampen immers biyken\fle mis
sionarissen weer dè groote helpers der lydende
menschheid, de ware vrienden van het volk te
zijn. Onder de omstandigheden, die byv. on|®
staan ten gevolge van een natuurramp,
de missionaris. lotgenoot als hij
Contact en voeling met nu
geeuwde en sloeg z’n handen uit louter verve
ling tegen elkaar. Op heel dien langen, slecht
verlichten weg was hy t eenige levende wezen.
Achter de voortuinen stonden groote hulzen en
slechts hier en daar schemerde er nog een
lichtje door een gordyn heen. tWas nacht
„Als er nu maar Iets gebeurde...." dacht de
agent, een moord, neen, dkt niet, maar een po
ging tot moord. Maar de man wist dat er niets
van dien aard gebeuren zou, en lusteloos keek
hy den langen weg af.
Opeens flikkerde er belangstelling in s’n som
ber oog. Ver op den weg streek iemand een
lucifer aan. Even flikkerde het lichtje en dan
ging het uit t Gebeurde nog eens, nu dicht by.
en t vlammetje flikkerde iets langer.
.Zeker *n sleutel laten vallen.” dacht de agent.
Weer verscheen dlchtby een lichtje, om spoe
dig weer te verdwynen. Zoo telde hy zes lichtjes.
.Kaar een fuifje geweest en z’n sigaar in een
plas laten vallen; niet goed meer by s’n posi
tieven," filosofeerde hy verder.
Er kraakte en piepte een hekje ergens in t
donker. Het Uchtje wapjjerde weer, nu tusachen
de heesters in een voortuin, t Was nu nog maar
een huis of vier van hem af en de agent reti
reerde in de schaduw van een boomstam.
De klink van 1 hekje klikte; er kwam iemand
het voetpad op, die t hekje netjes achter zich
dicht trok. Nu greep de agent naar een wapen
stok.
De geheimzinnige llchtmaker was nu by t
volgende hekje en frommelde in z’n lucifers
doosje. Hy hief z’n hand voor het vlammetje en
liep er langzaam mee langs de ligusterheg van
den voortuin en keek in X donker. Het lichtje
schoot de hoogte in en nu zag de waker, hoofd
en schouders van een man, een zeeman, met
een Jekker aan, daar leek hy op. Om z’n hals
hing een riem en aan ’t eind van dien riem
bengelde een groot knipmes. Toen hy dit ge
zien had, ging de lucifer uit.
Nu omklemde de agent krampachtig den
greep van z’n wapenstok.
Van het comité „Onze Marine" te Den Helder ontvingen wij een exemplaar van
de bouwplaat Flottieljeleider Hr. Ms. „Tromp", door genoemd comité beschikbaar
gesteld met uitvoerige handleiding. Deze bouwplaat is samengesteld door den
teekenaar J. H. P. Verhoeven en den luit, ter zee le klasse J. B. de Meester, Jen
officier van Hr. Ms. „Tromp". Met schaar, lijmpot en deze bouwplaat iz het voor
iedereen mogeljjk een fraai model van de „Tromp" te maken op schaal 1 200.
Bestellingen bij den Boekhandel of -aan het Comité „Onze Marine", giro no. 42823
Den Helder
levenslange gebeele ongeschiktheid tot werken door WJ 0,1 17 9EA
Mes vso beide armen, beide beenen at beide oogen JT OUa“ doodelijken afloop
Het gelaat van Marian stond weer kalm,
maar er was een rimpel op haar hoog voor
hoofd gekomen.
„Arthur, Je hebt goed opgelet en in zekeren
zin heb Je geiyk. Ja, James is een dierbare
vriend van mijn jeugd en gaarne zou ik hem
als echtgenoot aannemen. Maar ook heb je de
waarheid gesproken, met te zeggen, dat iets
my tegenhoudt Het is hetzelfde, dat ons allen
hier kwelt, van af vader tot Julia, ondanks haar
mooie theorie van onderwerping aan den Wil
Ik bedoel: het geld.”
Ja, je zou James niets mee ten
huweiyk brengen, behalve dan Je kennis, maar
hy geniet een zekeren welstand en een geves
tigde en geachte positie.”
zy trok de schouders op. „Wat beteekent
dat?Ik zou evenals hier genoodzaakt zyn
my bezig te houden met allerlei huishoudeiyke
beslommeringen. Dat moet ik wel doen, dat is
mijn plicht Maar niets noodzaakt my te trou
wen en als ik het deed, zou het zyn om een
goed, een schitterend bestaan te verkrijgen, een
bestaan, dat my vry laat om my te wijden aan
het inteUectueele werk, waarvan ik droom. Als
ik door mjjn huweiyk in bekrompen omstandig-
heden zou komen, het leven zou moeten leiden
van een eenvoudige burgervrouw.... neen, dat
nooit. En James, ondanks zyn goeden wil, zou
my niets beters kunnen aanbieden.”
„En zou Je voor hem dan niet dat offer kun
nen brengen?” vroeg Julia, die met een soort
schrik het heel kalme gezicht van haar nicht
beschouwde.
^ieen, zelfs niet voor hem,” antwoordde
worden Ik dacht
jawel. Byna een
doosje lucifers
verknoeid en m’n
broek gescheurd.
Hy had er net
zoo goed „De
Boemerang” op
kunnen laten
schilderen. Maar is X nog ver, maat?”
„Hier in de straat," luidde het antwoord,
..maar waar doe Je dat voor? Is X een wedden
schap?”
„Weddenschap, zeg je? Neen man, als X een
weddenschap was. dan Betaalde ik en ging gauw
naar bed. XIs meer dan welletjes vannacht.
Neen, zie je, ik ben met verlof. Acht dagen. Veel
is X niet. En ik was al van Mei af aan X varen.
En Donderdag aa. moet ik weer weg voor een
maand of vyf. Met Kerstmis ben ik dus niet
thuis. En de kinderenDus nu gaan we
morgen Kerstmis vieren. We vervroegen het, zie
je. En nou is er jandorie nog geen hulst. Snap
Je X?”
„O, Jawel,” zei de agent, en ontspande de
■fcreep van z’n wapenstok.
„Gisteren hebben m’n vrouw en ik pudding
gemaakt." hernam de hulstzoeker. „Twee soor
ten. En ik heb een konyn besteld. M'n vrouw
heeft overal aan gedacht.”
.Keel aardig bedacht,” prees de agent. „Pas
op voor dat hekje. X Piept verschrikkeiyk.
Spring d’r maar overheen. Mooi zoo. Steek geen
lucifers aan. Hier vlak links, staat een heel
bosch hulst. Je kunt niets missen.”
Me» een plof kwam de zeeman neer. Met uit
gestrekte handen tastte hy in X donker voor
zich uit. Hy had z’n hulst gevonden.
„Als ik thuis kom, sterf ik van bloedverlies,”
fluisterde hy den agent toe. .Maar nu heb ik
meteen genoeg voor X volgend Jaar. Uit den
weg, maat!”
Een groote tak vloog over X hek en viel voor
de voeten van den agent.
.Kou, dank je wel, hoor,” zei de zeeman weer,
,4k zal maar gauw ópschieten, voor d’r iemand
bomt.”
^a, Xaou wel wat gek staan,” meende de
agent. .Kou, plezierig Kerstfeest met Je vrouw
en kinderen.”
.Dank Je,” zei de zeeman, „maar wat ik zeg
gen wil, ,je weet zeker nergens zoo’n beetje
misletoe te groeien, is X wel?”
Neem eens een proef met de nieuwe, „overvette” Rinso,
het enige wasmiddel, dat speciaal gefabriceerd wordt voor
het gebruik in de wasmachine. Door de bijzondere si
menstelling verwijdert Rinso al het vuil uit Uw goed in
ongekend korte tijd. Bovendien kan het uiterst werkzame
Rinso sop nog vele malen achtereen worden gebruikt.
Met één pakje Rinso van 121 cent krijgt U de hele ge-
zinswas van 5 personen in 1J uur volmaakt schoon, j
En niet alleen in elke wasmachine geeft Rinso dat J
schitterende resultaat, maar ook in elke tobbel
anneer men spreekt van de schatten
der zee, denkt men behalve aan de
onvolprezen nieuwe haring op de
eerste plaats aan de met goudstukken tot ber
stens toe gevulde wrakken van ietwat roman
tische, gezonken goudsctiepen, die zooals
de Lutlne in staat zyn de fantasie van het
Nederlandsche volk in vuur en vlam zetten.
Maar veel meer nog komt deze naam met
recht toe aan de rykdotnmen, welke het zee
water zelf in zich verborgen houdt.
Tot op heden konden in zeewater niet min
der dan 32 grondstoffen aangetoond worden en
het bleek, dat de onderlinge verhouding, waar
in zy voorkomen, op alle plaatsen in de wereld
zee steeds dezelfde is.
Zuiver water vindt men elgeniyk alleen in
een laboratorium. Wat wij met graagte by-
voorbeeld als „zuiver water” drinken, bevat tal
van andere stoffen in opgelosten vorm. Dat is
bekend. En bet feit is voor ons een aangenaam
feit, want deze „bymengels” verhoogen den
smaak in hooge mate.
Met zeewater is het niet anders gesteld, dan
met ons drinkwater, doch het is nog slechts
sinds kort, dat men begonnen is, dat seewater
technisch te bewerken met het doel zich de
daarin voorkomende stoffen te verschaffen.
De oeroude zeezout-industrie en ook de win
ning van lodum uit de asch van zeewier (dus:
langs indlrecten weg uit het zeewater afkom
stig) laten wy hier natuuriy'k buiten beschou
wing. In Kure Beach, in de Amerikaansche
staat Noord-Carolina, is zulk een bedryf in
werking. Naast zeezout, magnesium en magne-
sium-sulfaat, is hier het winnen van broom
het hoofddoel. Gedurende de laatste drie Jaar
werden hier niet minder dan 7.559.680 ton zee
water verwerkt.
Om technische redenen beperkt men zich tot
bovengenoemde stoffen. Het is nJ. nog prac-
tisch ónmogelijk het water al haar schatten
te ontnemen. Dat het de moeite intusschen
waard zou zyn geweest, moge wel blijken uit
het feit, dat men dan de hand zou gelegd
hebben op een hoeveelheid grondstoffen, wel
ke een gezamenlijke waarde van 250 millloen
dollar had vertegenwoordigd.
De verwerkte hoeveelheid zeewater bevatte
namelijk niet minder dan 377 ton koper, 377
ton yzer, 359 ton qpuminlum, 8,53 ton iodium,
4,6 ton zilver en bok nog ongeveer 130 kg.
goud. Al deze rijkdommen stroomden nu echter
ongebruikt met het afgewerkte water naar dea
oceaan terug.
Dé schatkamers onzer wereld zün dus voor
loopig nog niet leeg. Het wachten is maar op
het noodige ingenleurs-verauft, dat de exploi
tatie mogeiyk en* loonend maakt.
zorgen en ontberingen te leiden tot aan mijn
dood toe, maar armoede in een huisgezin, dat
wil ik om niets ter wereld.... Ik heb er hier
het voorbeeld van,” fluisterde zy bitter.
zy begon weer te schryven en Arthur wis
selde met Julia een droevigen blik.
Toen James Brice en John Bretland het huis
van dokter Nac-Rae verlaten hadden. Hepen
zy eenlgen tijd stilzwygend voort. Het weer
was trouwens niet gunstig om een gesprek te
voeren. Er woel, een scherpe, koude wind, die
hun door het gelaat sneed en den adem benam.
Maar dan kwamen zy in een dwarsstraat, waar
zy eenigszins beschut waren door de bogen, die
langs de oude hulzen gebouwd waren. Het leek,
dat James uiting gaf aan een gedachte, toen
hy mompelde: „Wat een buitengewoon meisje...
hoogstaand in elk opzicht!”
,4a, dat zeg je wel,” antwoordde spontaan
John, die sedert by het huis van dókter Mac-Rac
verlaten had, een inwendig beeld scheen te be
schouwen.
Zy Hepen weer eenige passen verder en toen
begon James op een toon vkh bittere spyt .Zij
is zoo verstandig en zoo schoon.... en moet
zich wyden aan een leven van zorgen en arbeid,
dat niet met haar karakter overeenkomt. Dat
is onrechtvaardig, John, beken het maar.”
„Onrechtvaardig?.... Neen. Brice, dat denk
ik niet, want bet ia God, die haar op dien har-