EEN SLIMME HOND q DE HUWELIJKSPLECHTIGHEID TE DOORN. FOTOREPORTAGE ■■On’roeper" Zoekt gij' betrouwbaar Personeel? JEUGD V.K.P. VOGELS DIE LACHEN •Nm flv i DONDERDAG 5 MEI 1938 OOM JAN. Gr«e»c Sf.c.c.kt*^ graven,” aan •j 4» F*' TiS 3 J« bent er zoo moe. Straks vielen je oogjes Vanzelf kaast al toef Strooiend z’n zand in Je oogjes zoo blauw. Toen sliep m’n kindje In, o zoo gauw/ Het de mil De Vr wordt ik de het, A Inde dUe, moet Di best prac acht en i Toe serie De dat v alleen niet i boven gezlnc De den 1 de mi herzie h() ps Zchulc lijke i Wi ling dubi rl) kal Met tijd moet E Ka nas de ulta zeil toei ken belt der V ken mol ven bez' een in 1 K spel gev< Ir SIK zag rege Z< EM1 wljz f stan aart nlst taal gebi V< nam hjj 1 1. wert 2. maa gebr aflej 3. gepl< vera: regel Vc oud- derai wel vrljtr met voor gevoi voort Ee; kans! zich gist On Wijs, sprek niet had led< spelli toone dat legde onme bevre Nu droom je zeker, Je glimlacht m’n kind. Ik wed, dat je ’t heerlijk, In droomenland vindt! do voor missen.” Hans greep de gelegenheid direct aan. „Nero is te koop vader.” En hij vertelde, voegde vader er knlpoogend aan toe. Maar Henk trok zich daar niets meer van aan, nu hij wist, dat Nero bij hen zou kcunen. En daarmede werd binnen enkele dagen Nero een van de huisgenooten van Hans en toen ze weer in hun dorp waren terugge keerd, had hij ook al spoedig den weg naar de post daar gevonden, zoodat hij naast een gezelligen kameraad van Hans en een goe den waakhond, ook tevens zijn „functie” van brievenbesteller kon blijven waar nemen! op zich wachten, wet Boomen met de eerste bewijzen van de aanwezigheid van de vogels. Kees schetste even een doorsnede van een spechtennest in het zand (Fig. 1), zooals hij het in het museum gezien had. Toen weerklonk het bekende spechtengelach en spoedig daarop sagen zij een groenen specht (Fig. 1), die naar een boom vloog en in een van de gaten verdween. Een oogenbllk later kwam hij weer te voorschijn en vloog als een groene bliksemstraal weg tusschen de boomen. „Laten wij nog een Gvoe«e.-Bor S ƒ»<-<• Slaap er m’n kindje In je bedje zoo zacht. Slaap er maar zoetjes, Want ik houd de wacht! Ik zag er den zandman. Die kwam naderbij. „Slaap, het is bedtijd!" Fluisterde hij. ’t Begin leek veel op een Aprilgrap, maar daarvoor was de tijd nu toch al lang ver streken. Mlentje kwam thuis met de bood schap: „Een uitnoodiglng van Kees aan alle leden en begunstigers van de club, om van middag de vogels te gaan zoeken, die lachen!” Vogels, die lachen? Wat zou Kees nu weer voor geks bedacht hebben. „Ik weet, wat hij bedoelt", zei mijnheer van Voorden, die ook In de kamer was. „Ik niet,” bekende Toos heel eerlijk. „O, nu weet ik bet ook” riep Mlentje. ’t Begint met een s en ein digt met een t”. „Spechten" riep Toos. „Nu herinner ik mjj, dat we op een van onze vorige wandelingen het over spechten ge had hebben. En de groene specht maakt een geluld, dat aan lachen doet denken. Hij heeft zeker een aantal spechtennesten ont dekt.” Zoo kwam het, dat de club dien middag in het bosch ging wandelen, in de hoop spechtenavonturen te beleven. De spechten Heten Inderdaad niet maar de avonturen spechtengaten waren „Hoera,” riep Hans, terwijl hij zijn boek, waarin hij dien morgen had zitten lezen, neergooide. „Hoera, de regen is opgehou den! Nu mag ik toch wel naar buiten, hè, Papa?” „Natuurlijk, Jongen,” antwoordde vader glimlachend, „we zijn naar zee gegaan, om er zooveel mogelijk van te genieten! Maar wacht eens even. Kan ik je dezen brief toe vertrouwen? Je behoeft 'm niet direct weg te brengen, als hij maar voor den middag in het dorp op de post gaat." L „Spreekt vanzelf, vader," zei Hans, ter wijl hij den brief in zijn zak stak. Toen hij over het strand liep, hoorde hij een stem achter zich. Het was van denzelf- den Jongen, met wien hij gisteren gespeeld had; Jack heette hij. JHé, kom je ook op het strand?” riep Jack. „Vader heeft me een kwartje beloofd, ajs ik een mooi zandkasteel maak. Kom Je me helpen? Als het gelukt, dan krijg Jij ook de helft. Ik heb hier al twee scheppen.” Hans dacht een oogenbllk na. ,4a, goed,” besloot hij. „Maar ik moet ▼oor den middag dezen brief in het dorp posten, dus het mag niet zoo lang duren.” De jongens begonnen direct. Hans schep te een hoogte op, om het kasteel op te bou wen, terwijl Jack aan de muren begon. „Warm hè?” sprak Hans na een poosje. En hij gooide zijn jas uit, in het zand. 'JUt kijk 's, daar heb Je Nero,” riep Jack, toen een groote New Foundlander kwam aangesprongen. Die houdt niet van zand- kasteelen! Laten we maar oppassen, anders springt ie er zoo op. Naar buis, Nero!” „Hij heeft er niet veel zin in,” sprak Hans lachend, toen hij zag, dat Nero er niet aan dacht, aan het bevel te gehoorzamen. „Dat zal Je wel eens zien, als we maar geen notitie van hem nemen. Kijk! Zei ik het je niet?” voegde Jack eraan toe, toen ze enkele oogenblikken niet naar den hond hadden omgezien. Nero had wat rondgesnuffeld bij den Jas ▼an Hans en inderdaad, na een oogenbllk liep hij weg, met zijn kop in de lucht. „Hij komt niet meer terug. *t Is, alsof hij merkt, dat we hem hier niet kunnen ge bruiken," zei Jack. „*t Is een mooie hond,” hernam Hans. „Hebben jullie "Bx allang?” een specht met een stuk hout sluiten. Ik meen, dat het t nest van een zwarten specht moet zijn, maar daar ben ik niet ze ker van. Onze vriend specht komt bij zijn nest en hij kan er niet in. Dan vliegt hij weg om den springwortel te halen, waarvan hij het geheim kent en waarmee hij het hout voor zijn nestopening ’711 verwijderen, hitusschen heb je niet stil gezeten, maar je achter den^ioom, waar het nest in zit, ver stopt. Op het oogenbllk, dat de specht met den springwortel aan komt vliegen, spring Je te voorschijn met een rooden lap, dien Je daartoe klaar gehouden hebt. De speent schrikt en laat den springwortel vallen. Of het ooit iemand gelukt is op die manier schatten te verzamelen, weet ik niet, maar ik twijfel er aan." Allen vonden de geschie- denis erg aardig en Toos vroeg: „Komt de zwarte specht eigenlijk in ons land voor? Niet, dat ik schatten wil gaan graven,’”, I voegde ze er lachend aan toe. „Zeker komt de zwarte specht hier voor (Fig. 3), antwoordde Kees. Vooral in Twen- i te, den Achterhoek en op de Veluwe. Daar broedt hij ook. De ingang van zijn nest is niet zoo rond, als die van den groenen, maar meer elliptisch.” De spechten hadden intusschen eenlge malen heen en weer gevlogen. Trouwens onder den boom lag een massa splinters, die een eervol getuigenis gaven van den ijver, waarmee de spechten werkten. Voor de menschen was het echter weer tijd naar huis te gaan. luid, dan vriend groenrok. Even later hoor den zij een trommelend geluid; toen had hij blijkbaar een tak gevonden, dien hij met zijn krachtlgen snavel aan het trillen kon brengen. „Wat is zoo’n nestopening eigenlijk klein” merkte Mlentje op, ,Je hebt net zoo’n idee of het nest wel eens door een kwaadwilli ge zou kunnen worden afgesloten.” „Van daar zeker de legende van den springwor tel", zei Bob. En toen de anderen hem ver baasd aankeken, vroeg hij: „Kennen jullie die geschiedenis niet? Laten we dan even op deze bank g^an zitten, dan kunnen we naar de spechten kijken en zal ik tegelijk vertellen. De sage zegt, dat er een zooge naamde springwortel bestaat, waarmee Je schatten kunt vinden. Die wortel splijt de rotsen en de aarde open en waar een schat ligt, komt deze te* voorschijn. Om dien wor tel te bemachtigen, moet je het nest van De huwelijksplechtigheid Doorn. De hofprediker dr. Drune Löh- ring, die het huwelijk van Prins Louis Ferdinand von Hohqnzollern met Groot vorstin Kyra van Rusland inzegende „En..eh.. Hans, hoe staat 't met den brief," vroeg de vader van Hans. „Die breng ik direct weg. Papa. Weet U wel, U zei, als het maar voor den middag gebeurde.” Hij schoot zijn jasje aan en stak zijn hand in zijn zak. Wat was dit? De brief zat er niet in. Zeker in den anderen. Nee ook niet. Hij voelde In den binnenzak. Geen brief! .Maar Jongen toch,” berispte vader hem, „waar heb Je dien brief dan gelaten?” Hans wist geen antwoord te geven. De brief was en bleef weg. In geen enkelen zak was een gat. Hij was rechtstreeks van huls naar het strand geloopen, en daar had hij zijn jasje naast zich in het zand gelegd. Hans wist niet wat hij ervan denken moest. Toen sloeg Jack’s vader ineens op zijn knie! „Ik weet de oplossing waarschijnlijk”, sprak hij. „Zeg Jack, is Nero soms hier ge weest, toen Jullie bezig waren?” ,4a vader»” „Zie Je, daar heb Je het al. Ik kwam Nero net tegen met een brief in zijn bek. Toen dacht ik, dat mijn vrouw dien gegeven had.” Nu herinnerde Hans zich, dat de hemd vlak achter hem aan zijn Jasje had ge snuffeld. ,4* natuurlijk paps!" riep Jack, „Nero zal 'm hebben.” „Dan zal mijn brief wel verloren zijn,” sprak Hans’ vader, terwijl hij wat donker voor zich uit keek. „Integendeel”, stelde Jack’s vader hem gerust. „Nero brengt altijd brieven voor me weg. Hij is er nog nooit een kwijtge raakt. Daar behoeft U geen oogenbllk bang om te wezen I” Hans en zijn vader keken elkaar aan. Daar hadden ze nqg nooit van geboord. Wel een hond die kon apporteeren, maar dien je een brief kon toevertrouwen naar het dorp! Ze konden nog haast niet gelooven, dat het waar was. Maar den volgenden dag al had Hans’ vader antwoord uit de stad, dat zijn brief goed was aangekomen, wat bewees, dat Nero zijn boodschap goed had volbracht. „Dat is nog eens een hond, die wat waard is!” sprak de vader van Hans, „die zullen ze voor geen geld van de wereld willen ,4a, een heele poos. *t Is jammer, dat hij weg moet!” „Waarom?” „Omdat moeder ziek is en naar een sa natorium moet. Dan gaan vader en ik er gens in pension, en daar kunnen we Nero niet hebben. We hebben al aan verschillen de kennissen gevraagd, of Nero bij hen kan komen, maar nergens vinden ze het goed. We moeten 'm dus verkoopen. Zouden jullie ’m niet willen hebben?" Hans’ oogen begonnen te glinsteren. Een eigen hond! Nou en of! Of hij Nero zou wil len hebben. Maar hij liet daar direct op volgen, dat hij er met vader niet over durf de te beginnen, omdat hij pas een nieuwe fiets had gekregen. De jongens waren ondertusschen doorge gaan met het kasteel; dat bijna af was. „Nou, ik weet zeker, dat vader het wel een kwartje waard zal vinden," riep Jack enthousiast uit, terwijl hij op een afstandje het werkstuk bekeek, en Hans de hand leg de aan den laatsten toren. „Daar heb Je vader al.” „Ja, en mijn vader is bij hem”, voegde Hans er aan toe. „Is het werkelijk? Hé, hoe hebben die el kaar leeren kennen?” „Ik denk op dezelfde manier als wij! Waarschijnlijk toevallig gesproken.” De twee mannen waren naderbij gekomen en prezen de jongens voor het keurige stukje werk! ,4a, dat hebben we samen gemaakt,” sprak Jack. „We hebben af gesproken, dat >we het kwartje eerlijk zouden verdeelen." En toen even terzijde tegen zijn vader: „Dat is Hans z’n vader, waar U mee liep!” ,4a, dat weet ik wel jongen. Ga maar eens naar hem toe en stel Je voor.” Dat gebeurde, terwijl Hans zich Jack’s vader voorstelde. „Zoo, dus jullie waren van plan dat kwartje te verdeelen," sprak Jack’s vader, „maar ik vind, daar hebben Jullie wel elk een kwartje aan verdiehd.” „En of,” beaamde de vader van Hans, „en dat extra kwartje zal dan uit mijn zak komen.” Dat was natuurlijk best naar den zin van de twee Jongens, die spoedig hun kwartje, in hun zak hadden, J eindje verder gaan,” stelde Kees voor, ,Jk meen, dat daar andere spechten hulzen. Ze hadden Inderdaad succes, want nipt lang daarna zagen zij een bonten specht (Fig. 2), kleiner van stuk, dan de groene, maar toch nog zoo groot, dat het zonder eenlgen twijfel de groote bonte moest wezen. Toen hij wegvloog, maakte hij ook een ander ge- wat hij den vorigen dag van Jack had ge hoord. „Toe vader, koopt U *m,” vroeg hij. ,Jk heb er wel zin in, vooral, als we in B. terug zijn. Daar kan het 's wintersavonds wel eens gevaarlijk zijn. En die hond kan je nog lesjes geven. Hoe Je bijvoorbeeld direct rechtstreeks brieven moet posten, I, welke bij Ravenstein naast de Is bestaande wordt gemonteerd, is reeds geplaatst Prof. dr. P. G T. van der Hoeven tijdens zijn welkomstrede op het inter nationaal congres voor verloskunde en gynaecologie in het Koloniaal Instituut te Amsterdam Na de huwelijksinzegening van Prins Louis Ferdinand von Hohenzollern met Grootvorstin Kyra van Rusland. Achter het bruidspaar ex-keizer Wilhelm met zijn echtgenoote Prinses Hermine. Rechts op de foto H. K. H. Prinses Juliana, linksZ. K. H. Prins Bernhard I

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1938 | | pagina 14