Luxemburg
uancLcn daq
I
De avonturen van een verkeersagent je
o.
Qinso 1
Staat en bedrijfsleven
1
een
hoogstaande vrouw
ALLEABONNÊ’S •ngzvnDan verzekerd voor een der volgende utttoeertngan F 750o“ verlies van belde armen, belde beenen at belde oogen F 750e“ doodeltjkan afloop F 250e"
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE'RECHTEN, GESCHIEDEN UIT ERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
tfJieen
WOENSDAG 1 JUNI 1938
in
121
/Tfr
De groote
De intellectueelen
Week vóór Pinksteren
Srt
Week van gebed en offer
voor de Koloniale Missies
\hachine Fabrikanten J
235
F
te
een
R 39-03OS
Ml wan VMS MB feSSMI
ARTHUR MAC-RAE"
II
met
(Wordt vervolgdJ
i ver-
i lezer
wordt
Bewerkt naar het Fransch
door CHRISTINE KAMP
n den strijd tegen de werkloosheid mo
gen wij één categorie werkloozen niet
vergeten, de werklooze intellectueelen.
Aan hen wordt te weinig gedacht en dit is
verklaarbaar, hoewel niet redelijk. De intel-
En ook de twee aardkabouters wilden niet achterblijven. Nu
ze geen mand hadden, droegen zjj de sterren in hun mutsen
en nu zag men hun kale koppen, die blinkten net als volle
manen. Ze waren zoo harig als een flesch op hun hoofd.
Toen men de manden vol had ging men terug naar de zwe
vende paarden, die reeds ongeduldig waren en weer graag
naar de stal wilden. Zoolang ze over de stenenvelden gingen,
zoo lang hielden ze hun zwarte brillen op. „Ik heb niets dan
sterretjes voor de oogen,” zei de agent, die een grappenmaker
was.
zlgen
rotje,
’.mi-
itlif
dat
■Jk
HOOFDSTUK 31
In de hM liep Mollie ongeduldig heen en
ir God
w
wontt
t, <H»
iuigen,
terken
?n en
at ts
erlifke
all telt
nscht
Aan
tleven
t na
vor-
jan-
ver-
nM
wat
een
1 k
ken.
»d»*
van
Md»
met
kan
dgoed
1 «9* f
tadat
naar
1 aan
Hij
evlng
jnge-
oeder
i n-
ver-
i bet
eters
kort
r
kellJt
•rijs
uit
oen
I op
',CHt
ter-
If.T.
Niet
rscbap
n, met
Ipeloos
moed
raai te
M.KNW
Luxemburg’s minister van Arbeid, P.
Krier, die ons bereidwillig een onder
houd over de werkloosheidsbestrijding
in het Groot-Hertogdom toestond
Niet het minst daardoor, verzekerde ons
zoowel de minister van Arbeid als de Minis
ter-President, bestaat er In het land geen
diepgaande ontevredenheid, geen kern,
waaromheen zich radicalismen kunnen ont
plooien.
Luxemburg spaart niet voor een ander.
Moeilijk onderdeel van de werk-
looaheidapolitiek
niet nog andere eischen dan die van ken-
nis-alleen moet verbinden.
En tenslotte bestaan er hier en daar on
der de reeds gevestigde Intellectueelen al
lerlei misstanden, welke de vestiging van
intellectueelen bemoeilijken en soms ón
mogelijk maken. Wij meenen bijv, dat ten
plattelande een groot aantal geneeshee-
ren nog een redelijk bestaan zou kunnen
vinden, doch dat „het gebruik” dit niet be
paald bevordert.
Wij zijn overtuigd, dat bestrijding der
werkloosheid onder de intellectueelen zeer
eigenaardige moeilijkheden oplevert,
moeilijkheden, welke nu eenmaal niet al
leen van overheidswege kunnen worden
weggenomen. Niet alléén van overheids
wege: voorzoover de overheid wél daartoe
in staat is, aarzele ze niet, want het leed
der werkloosheid van intellectueelen moge
uiteraard niet zoo omvangrijk zijn het’
is even schrijnend en voor de wetenschap
vaak een nadeel. Doch overigens dienen
ook de vrije maatschappij en met name de
reeds gevestigde vakgenooten te bedenken,
dat zij er toe kunnen bijdragen deze bij
zondere soort van werkloosheid te vermin
deren.
binnen
zal <k
Hem
1 op
GENEESMIDDEL TEGEN
HUIDAONDOENIN GEN
Wij meenen, dat deze vergelijking nog zeer
aan den gunstlgeh kant is, doch zelfs in
dien wij de raming als juist aanvaarden,
dan nog is het vooruitzicht wei zeer don
ker. Volgens het rapport-Lünburg zou de
werkloosheid vooral treffen de groep der
chemici, der pharmaceuten, tandartsen en
leeraren. Intusschen is het Rapport alweer
eenlge Jaren oud en het is mogelijk
waarschijnlijk zelfs dat hierbij nog.eeni-
ge andere groepen gevoegd dienen te wor
den.
angs deze wegen bleek het mogelijk
het aantal werkloozen gering te hou
den en het aantal steuntrekkenden
onder hen tot een zoowel absoluut als rela
tief minimum te beperken, dat in Europa
heeft, worden jonge wellicht eenlg is.
Julia glimlachte. .Dat is mogelijk, Marian. Ik
heb zoo even aan mijnheer Bretiand een
zeggen: .Die Arthur met z’n droomen! Wat een
verbeelding, die dadelijk op hol slaat, ondanks
zjjn kalm uiterlijk!Maar wij zullen wel
eens zien!
Ik omhels Jelui harteljjk. Voor Jou de beste
kussen van je gelukkigen broeder, nu dubbel Je
broeder!
p haar boerderij, in de omstreken van
f 1 Tambow in Mldden-Rusland, zat Maria
Iwona aan haar spinnewiel en vlocht met
haar behendige vingers de zilverachtige schapen
wol tot lange draden. Ze vond het heerlijk rus
tig in de warme huiskamer, waar door de ra
men de grauwe, nevelachtige wintermiddag
zichtbaar was.
Een hiid geklop op de eikenhouten huisdeur
deed Marja Iwona ópstaan. Zouden haar man
en haar beide zoons nu al van* hun rit naar
Tambow terug zijn? vroeg ze zich af. Ze schoof
het spinnewiel op zij en liep, zoo vlug haar om
vangrijke gestalte dit toellet, naar de deur. Maar
Inplaats van haar familieleden, stond een jonge
zigeunerin voor haar.
„Als Je me een kleinigheid geeft, moedertje,
smeekte ze, „dan zal ik je daarvoor de toekomst
vóórspellen,’* terwijl ze handig de hand van
Maria Iwona greep, en deze onderzoekend be
keek.
Icctueelen vormen uiteraard slechts een be
trekkelijk kleine maar onmisbare
groep, zij zijn niet of uit vak-oogpunt
slechts matig georganiseerd, velen weten
zich nog te „redden” en het ligt hun nu
eenmaal niet zelf de publieke aandacht op
Lun nood te vestigen. Niettemin de werk
loosheid onder de intellectueelen: leeraren,
doktoren, advocaten, candidaat-notarissen,
kunstenaars etc. is groot en de uitzichten
zijn somber, vooral voor de academici. Aan
hun opleiding is veel geld besteed, geld van
de ouders en geld vande overheid.
Wanneer hun opleiding voltooid is, gaan zij
de maatschappij in en men behoeft slechts
om zich heen te zien om te weten, dat dit
nog allerminst beteekent, dat zij zich een
praktijk weten te verwerven! En ieder jaar
wordt dit aantal teleurgestelden onverbid
delijk vermeerderd: de unlversiteiten wer-
4^en door, ieder jaar wordt het leger afge-
stuöe®
Een'
schaft
burg, daf\jn
welke dit R!
dat er in i
naar intellei
4650 man, wi
van afgestudeerden staat van 9125
weer. Elk oogenbllk keek zij uit een der ramen,
luisterde en kwam dan terug naar Julia, die
aan kleinen Joe de geschiedenis van da Nor-
mandlërs vertelde.
,Jk hoor den auto nog Met, Julia. De trein ia
zeker te laat!”
„Neen, Mollie, dat komt, omdat je zoo onge
duldig bent. Neem je werk op en blijf zitten,
dan gaat de tijd gauwer voorbij.”
Maar het kind trok een leelijk gezicht en
zei: ,Jk kan niet werken, als Ik Mt te wachten.
Je bent wel gelukkig, Julia, dat Je zoo kalm,
zoo rustig kunt blijven.”
Zij vermoedde niet, de levendige Mollie, ten
koste van welken strijd tegen haar natuurlijk
karakter Julia die zelfbeheersching had ver
kregen, die haar zoo zelden verbet en die het
haar nu mogelijk maakte om zich met den blin
den Joe bezig te houden, terwijl zij met angst de
aankomst van den auto afwtmhtte, waarmede
Marian, ziek en door de dokters opgegeven,
thuis zou komen.
Ondanks al de moeite, die haar echtgenoot
zich gaf om mrs. Brice te dwingen rust te
nemen, had zij tot het einde toe bet boven-
menschelljk werk voortgezet, tot haar krachten
haar begaven en zij was neergevallen, uitgeput,
versleten tot in het diepste van haar wezen. Zij
had naar Alshem-Park willen terugkeeren, om
te sterven In dat kasteel, door haar zorgen ver
fraaid, getuige van haar eerste triomfen en den
dageraad van baar roem.
DDD. xulnrt da poritn,
dowt de jeuk bedaren, rer-
frtocht «n sterkt de huld-
weeiwte. Flacons 75 aC,
L 1.50 eo L 2.50.
OP de 24 28.000 arbeiders steun trekken..
De maatregelen echter met vooruitzienden
blik en met vaste hand door de regeering
getroffen, hebben dit aantal tot zegge en
schrijve vijftig teruggebracht. Een
resultaat, dat een bijzondere aandacht voor
de Luxemburgsche werkloosheids-politiek
alleszins rechtvaardigt.
nieuwtje medegedeeld.... Arthur is katholiek
geworden!"
„Zoo? Is het waar?” zei Marian onverschil
lig.
Met een vermoeid gebaar ging zij zitten.
Ondanks haar buitengewone energie kon zij niet
altijd de vermoeidheid verbergen, waarschijnlijk
veroorzaakt door het buitensporig vele werk,
waar aan zij zich sedert haar huwelijk overgaf.
„U zult u ziek maken, mrs. Brice," zei John,
.als u niet er toe besluit wat rust te nemen.”
Hjj beschouwde haar gelaat, dat een loodkleu
rige tint had aangenomen. ,Jk herinner mij,
dat in Llestown James u reeds waarschuwde,
u te veel werkte en toen antwoordde u:
ga mijn krachten nooit te boven....
Waarom ook?” U zou u dat al sedert Jaren heb
ben moeten herinneren en dat In praktijk moe
ten brengen.”
Het gelaat van Marian trok zich samen, ter
wijl zij antwoordde: ,4a, vroeger.... toen dacht
ik dat.... maar dat is voorbij.”
Een Ingehouden smart, een soort spijt trilde
in haar stem. Zij begon over lets anders te
spreken en er werd niet meer over Arthur ge
waagd.
In latere dagen kwam het gesprek over
Arthur tusschen Julia en John Bretiand nog
dikwijls terug. Julia rbemerkte, dat John al
heel dicht bij het katholicisme stond en dat een
hinderpaal, nu reeds geschokt, hem nog van de
waarheid scheidde.
Maatregelen hiertegen te nemen is niet
zoo eenvoudig. Ongetwijfeld Is het aantal
studenten aan onze unlversiteiten in de
laatste decennia belangrijk toegenomen,
tengevolge van zeer verschillende oorzaken:
de werkloosheid onder de arbeiders, cde
slechte zaken bij den middenstand hebben
tal van ouders er toe gebracht hun kinde
ren den weg te wijzen naar de unlversitelt,
het beurzen-stelsel van Rijk en universi
teitssteden heeft dien weg vergemakke
lijkt, de eind-examens der gymnasia en der
Hoogere Burgerscholen zijn er niet op ge
richt, dat de geslaagde jongelui ook goede
studenten zullen worden en nog altijd
heerscht In vele kringen de meening, dat
een middelmatig geneesheer beter Is dan
een bekwaam machlne-bankwerker. Er zijn
nog andere oorzaken aan te wijzen, waar
om de maatschappij niet voldoende Intel
lectueelen opneemt. In tal van Intellectu-
eele beroepen zou een z.g. leeftijdsgrens re
delijk zijn. Waarom kan deze wél gesteld
worden voor ambtenaren in dienst van den
Rijks- of gemeentelijken arbeid en niet
voor Intellectueelen, die In seml-publlek-
rechtelijken dienst zijn? Wij ontveinzen
ons niet, dat een dergelijk middel aller
minst voldoende zou zijn, doch het is er
één uit een reeks andere. Het voorontwerp
betreffende de gehuwde vrouw In dienst
betrekking zou al evenzeer Verlichting bren
gen in den nood der intellectueelen. Boven
alen zou moeten worden overwogen of het
beurzen-stelsel wel aan redelijke eischen
voldoet. Wij bedoelen allerminst de mln- of
onvermogenden uit te sluiten van den toe
gang tot het Hooger Onderwijs, doch wij
vragen ons wel eens af, of de eischen van
bekwaamheid en.... geschiktheid wel vol
doende in het oog worden gehouden en of
men den adsplranten wel voldoende onder
het oog houdt, welke toekomst zij tegemoet
gaan en of men den adsplranten en hun
ouders niet eenuiienst bewijst met een on-
bevooroordeeldeTnllchting omtrent het lot
van de intellectueele proletariërs. Niet het
minst met het oog op de eischen der we
tenschap en der praktijk zou eveneens over
wogen moeten worden of het elnd-diploma
van Gymnasia of Hoogere Burgerschool
voldoende is om de studie aan de-Unlver
sitelt te beginnen, m.a.w. of men daaraan
binnen. ZU was den vorigen
avond aangekomen en haar vader, evenals
Julia, hadden haar slechts een oogenbllk in de
hal ontmoet. De schoone mrs. Brice was wel in
die jaren veranderd. ZU was vermagerd, naar
gelaat had die zuivere blankheid van tint ver
loren, zU had rimpels aan de slapen en op het
voorhoofd en in haar zwart haar vertoonden
zich zilverwitte draden. Maar steeds behield zU
haar indrukwekkende houding, haar donker
blauwe oogen waren nog altUd schoon. altUd
trotsch.... en ondoorgrondelijk als steeds.
„O, ik wist niet, dat u hier was, mUnheer
Bretiand,” zei zU. John naderend, die schrok,
gewekt uit zUn overpeinzing. ,Ik ben b!U u weer
eens te zien! Maar ik geloof, dat u tweeën hier
aan het droomen zUt?” voegde zU er een beetje
spottend aan toe.
Joar God
licht
het
1 mwtar
hart klopt
rden vergroot
woed beeld van den toestand ver
net Rapport van de Commissie-Llm-
1936 verscheen. Uit de cijfers,
pport bevat, blijkt globaal
B jaren 1935 tot 1939 een vraag
lüeele krachten bestaat van
Ertegenover echter een aanbod
man.
f and aan hand met het bedrijfsleven
LJ zelf werd dit resultaat bereikt.
i 1 op verzoek van en In samenwer
king met de regeering ontwierpen de groote
indrijven een ontslag-schaal onder hun
arbeiders, waardoor diegenen, die, sociaal
gesproken het eerst voor ontslag In aan-
werking kwamen, ook inderdaad het eerst
werden heengezonden. Bovenaan op deze
schaal stonden de buitenlandsche arbeids
krachten, die In geen ander land ter wereld
een zóó groot contingent vormden als in
Luxèmburg. 28 pCt. der arbeiders In de
Luxemburgsche industrieën stamde uit het
buitenland. Polen, Kroaten en Yougo-Sla-
viërs werkten In de ijzer-industrie. De on-
gehuwden onder hen werden het eerst ont
slagen en dan de gehuwden. Hadden zij een
bepaalden tijd in Luxemburg gewerkt, dan
bood de regeering hun kosteloozen terugkeer
naar het land van hun herkomst en boven
dien een bedrag als schadevergoeding aan
De meesten accepteerden dit aanbod graag
en zoodoende slaagde men erin het contin
gent buitenlandsche industrie-arbelders
met een derde te verminderen. Na de
buitenlanders volgden de ongehuwde
Luxemburgers, dan de buitenlanders, die
door hun huwelijk of doordat zij van
jongs af aan in Luxemburg werkten, nau
wer dan de andere buitenlanders met het
land waren verbonden. En tenslotte, eerst
op de vijfde plaats dus, de eigen Luxem
burgsche gezinshoofden.
Op degenen, die overbleven, paste de in
dustrie eveneens op instigatie van de re
geering waar dit technisch maas eenigszlns
mogelijk bleek, een Feierschichten-systeem
toe. De beschikbare arbeid werd zoodoende
uitgesmeerd. Waar één Feierschicht per
week werd Ingelegd, droegen de arbeiders
zelf den last van deze ultsmerlng. Waar
twee Felerschichten golden, paste de Staat
een ondersteuning van 20 francs bij.
Samenwerking tusschen Je regeering en
het bedrijfsleven bestaat tenslotte ook in
dezen vorm, dat de onderneming, zoodra zij
menschen moet ontslaan en daarover
wordt met de ondernemingsraden eerst ge
confereerd daarvan bericht geeft aan
den Minister van Arbeid, zoodat deze ont
slagenen zich niet zelf hoeven te melden
met de vernedering van dien en zij. k
wanneer hun werk kan worden verschaft
den volgenden dag aan den arbeid kunnen
gaan.
Dank zij de samenwerking met het be
drijfsleven, die door het monolithisch ka
rakter der Luxemburgsche industrie
betrekkelijk weinig omslag tot stand
komen, is de regeering in staat:
den slag van de werkloosheid zoo lang
mogelijk af te weren van hen, die daardoor
het zwaarst worden getroffen;
den beschikbaren arbeid uit te smeren
het verloop van de werkloosheid
allen tijde aan de bron zelf te overzien.
alleen kan ik mijn
bIoot leggen. O, hoe
*?a»n doen, nu ik voor 1.
nederknielen, waarlijk tegenwoordig
altaar en Hem mag aanbidden in onze
ie manifestaties! Ik zeg: Onze! En
v»n blijdschap! Julia, help mij
heeft bedank«n, Die zich erbarmd heeft
Wat°V?li.een anaen verdoolde!
Ulv v veel Bracht aan die dierbare
»ennZ?Cï Bedurende de plechtigheid van mfjn
jj™«»mg! Haar gebeden hebben waarschljn-
W «oo RldVerkre8en V<Wr den broeder’
•an* v«^„heJ goed vtodt, mag je dit nieuws
°*t k.n broers en zusters bekend maken.
Bn! verandering tusschen ons bren-
Blen a heb °°k **n Cecile en
Kef t^aeVen’ hebben mij een heel lieven
•8b ovZtk verkl»rende, dat ik gelijk had
•hoonente vrt8en. Julia, ik heb een
r. u.??"!,' -' M de kinderen van dokter
katholiek! Ik me Je al glimlachen en
kamer kwam binnenloopen.
„We zjjn bestolen!” riep hij woedend, „onze
zwartbonte Parva is verdwenen-, de dieven heb
ben onze beste koe meegenomen.”
Marja Iwvona's stralend gezicht verstarde:
van schrik kon ze geen woord uitbrengen. ZU
begreeiv dat de voorspelling der zigeunerin in
vervulling gegaan was en dat daarmee de groote
verrassing was gekomen.
„Ik verzoek je mün bekeering mede te deelen
aan John Bretiand. Ik heb zoo’n vermoeden,
dat ook hU sedert lang aangetrokken wordt
door de Katholieke Kerk, dat hU strijdt tegen
twijfels, vrees, tegen al datgene, wat de booze
geest in het werk stelt om ons tegen te houden
maar dat zoo spoedig wUkt voor *t schitterend
licht der waarheid. Het Is zes of zeven Jaar ge
leden, dat ik eens met hem' in het park wan
delde; ik zinspeelde toen, ik weet niet meer om
welke aanleiding, op het katholiek geloof. John,
die zelden over godsdienst sprak, zei toen op
emstlgen toon: „Het katholicisme?.... Dat is
een magneet, die de zielen aantrekt en vast
houd, als zU dicht Kaderen. Alles lijkt zoo
koud, zoo leeg en zonder grondslag in het pro
testantisme als de oogen' van den geest getrof
fen worden door dat licht en het hart door een
straal van de liefde, die er het gevolg van
is”.... Ik heb niet geprobeerd te onderoeken
tot hoever dat gewei ging. Ik ben gewoon de
gedachten van anderen te eerbiedigen, maar
te oordeelen naar zUn ernstig woord, de uit
drukking van zUn gezicht moet ik besluiten,
dat hU den katholieken godsdienst bewondert
en mim-hien ar heel dlchtbü is dien te bemln-
stem van Julia, terwijl zü de woorden van ge
luk herhaalde, die Arthur neer had geschreven.
Voor haar stond John en luisterde, terwUl hU
zUn gelaat halverwege met de hand veWorg.
Toen zij geëindigd had, fluisterde hU „Gelukkige
man!”
Er kwam stilte tusschen hen. John had zijn
hand laten zinken en zjjn gelaat, reeds eenigs
zlns verouderd, maar nog altüd verhelderd door
zUn mooie, grijze oogen, verscheen nu aan
Julia. Op dit oogenbllk getuigde dat gelaat,
zoo vol uitdrukking, van een stille mUmerlng
en er schitterde een vlam in, die zich vestigde
op een onzichtbaar punt.
Marien tfad
_.™d aangekomen
et den economischen toestand van
K4 hoogovens, staal- en walswerken
IVA staat of valt de werkgelegenheid van
wrreweg het grootste deel der Luxemburg
se arbeiders. Overgevoelig voor conjunc-
taur-schommelingen zijn deze bedrijven
den aard van hun product gelukkig
doch hun afhankelijkheid van de
Xddmarkt, waarop zij een niet, onbedui
dende rol spelen, is, door den miniatuur-
omvang van het eigen Tand, zéér groot. De
-ereld-crisis ging dus Luxemburg evenmin
ab eenlg ander land voorbij. Ook hier werd
een groot deel welhaast een derde der
arbeiders ontslagen. Had men nadien
alles op zijn beloop gelaten, verzekerde ons
de minister van Arbeid, de sociaal-demo-
eraat P. Krier, die sinds een half jaar het
werk van zijn katholieken voorganger mi
nister Dupong, thans Minister-President,
voortzet, dan zouden op dit oogenbllk 7000
op de fc—
tie voor deze wijze van werken. Zijne Excel
lentie toondê ons een schrijven van een der
groote fabrieken, waarin heip werd mee
gedeeld, dat met ingang van dien en dien
datum die en die arbeiders een veertigtal
met name genoemd moesten worden
-ontslagen en waarin hem werd verzocht
hun van departemenswege een schop en
een houweel te doen geworden, opdat zij
aanstonds een grondwerk voor de betrok
ken gemeente konden aanpakken. Een
gemoedelijke kleipe-Staats-idylle op het
terrein der werkloosheid; doch niet minder
een getuigenis van goed-georganisgerde
doortastendheid. De kosten der werkver
schaffing worden voor de helft door den
Staat, voor de andere helft door de gemeen
te betaald.
Maar de boerin was van deze familiariteit
niet gediend en zei gemelUk: .Laat me met
rust.” Niettemin kon ze een gevoel van nieuws
gierigheid moeilijk onderdrukken. Had men haar
vriendin Lydia Rsioff een paar maanden ge
leden niet voorspeld, daU ze *t groote lot zou
winnen, en was die voorspelling niet uitge
komen? *t Moest toch heerlijk zUn een blik in
de toekomst te kunnen werpen. En was haar
man, die van al die bUgeloovigheden niets wilde
weten, nu Juist niet, zoodat de gelegenheid gun
stig scheen?
Maar de zigeunerin had de hand der nog
steeds beslultelooze vrouw, al losgelaten en
sprak:
Jk zie, dat de lijnen van uw hand veel
schoons bevatten, maar als u van m’n kunst
geen gebruik wilt maken, aal ik ze u ook niet
opdringen.”
En in haar donkere oogen lag een uitdrukking
alsof ze beleedigd was. Met een minachtend ge
baar keerde zU zich om, om heen te gaan.
„Wees toch niet zoo gauw op Je teenen ge
trapt, kleine heks!” riep de boerin geërgerd.
Nu keerde de zigeunerin op haar schreden
terug en beide vrouwen traden de kamer bin
nen, waarin t reeds schemerdonker was gewor
den. Marja Iwona stak licht aan en keek
nieuwsgierig naar het jonge meisje, dat een spel
beduimelde kaarten uit haar rokzak haalde.
Strak voor zich uitkijkend, alsof ze in droomen
verloren was, zei ze gedecideerd:
„De kaarten, die nooit liegen, voorspellen nog
meer dan de lijnen van de hand.”
Daarna begon ze de kaarten voor zich uit te
spreiden, te koortsachtige spanning keek Mar
ja Iwona toe. Eensklaps slaakte de zigeunerin
een luiden kreet, zoodat de boerin verschrikt
opkeek.
,Jk zie, moedertje, dat u een verrassing te
wachten staat, een heel groote verrassing,”
klonk het geheimzinnig.
Marja Iwona was nu brandend nieuwsgierig
geworden.
„Ken verrassing? Wat voor een?” vroeg za
ongeduldig. „Zeg gauw, wat sal 't zijn?"
„Een oogenbllk, ik zal 't je dadelijk zeggen.”
Daarop verzonk de zigeunerin in een diep
gepeins. Als uit een droom ontwakend, sprak zu:
.Denk je ook niet, moeder Marja. dat het
nog mooier zou zUn, om den zeer korten tijd
vóór de vervulling van de verrassing, wélke voor
je is Weggelegd, rustig in *t onzekere te blijven?”
Ua”. riep de
boerin verheugd,
,4k geloof, dat Je
gelUk hebt Het
nadenken over
wat er eigenlijk
binnenkort zal
gebeuren, moet op
zich zelf al heerlijk zijn!”
Marja Iwona was zóó met dit denkbeeld in
genomen en er zóó van vervuld, dat ze slechts
weinig en verstrooid aandacht schonk aan het
geen de kaartlegster nog verder zei. Haar ge-
heele denken draalde slechts om de vraag, hoe
en op welke wijze de vooftpelling in vervulling
zou gaan. Toen de zigeunerin, eenlge minuten
later, overvloedig met allerlei levensmiddelen
beladen, de boerderij verlaten had, bleef Marja
Iwona in een opgewonden, blijde stemming
achter.
Het vooruitzicht van de groote verrassing had
haar zoo zenuwachtig gemaakt, dat ze bU het
tafeldekken een groote vleeschschaal in scherven
op den grond liet vallen. Maar zelfs dat ver
stoorde niet haar opgeruimde stemming. Voort
durend dacht ze maar aan die verrasing en
vroeg zich af waarin die wel zou bestaan. Zou
ze. evenals haar vriendin Raloff, misschien het
groote lot trekken? Of zou haar man tóch dien
zoo vurig verlangden barnsteenen halsketting
voor haar hebben gekocht, waar hU eerst niets
van wilde weten, een halsketting, sooals Lo-
dolska Warenka droeg?
Toen Marja's man met z’n zonen thuis kwam,
verwonderde hU zich over de ongewone harte
lijkheid. waarmee z'n vrouw hem ontving.
Eenlgen tijd later zat men rustig aan tafel en
at iedereen met smaak z’n soep, toen de jongste
zoon Gregor, die de paarden in den stal ge-
U, die uiteindelijk toch hun plaats in
het bedrijfsleven verliezen, worden
door de regeering eensdeels naar an
dere beroepen geleid en anderdeels recht
streeks te werk gesteld.
Onder die „andere beroepen” staat de
landbouw voorop. Ook daAr werken veel
buitenlandsche arbeidskrachten. Niet zóó
veel als in de Industrie, maar toch een 10
A 15 pCt. In het jaar 1937 kwamen er nog
1200 knechten en meiden binnen, hoofdza
kelijk uit Polen. In den loop van dit jaar
reeds 400. Jonge werkloozen nu, die naar
het land willen terugtrekken, krijgen, wan
neer zij na^r het dorp gaan, een premie van
600 francs. Zij, die, door den welstand
van hun ouders, op het land kunnen leven,
worden zelfs gedwongen hun broodwinning
in de Industrie op te geven en hun plaats
af te staan aan degenen, die over geen
enkel middel van bestaan beschikken.
Ook in die handwerkersberoepen, waaraan
Luxemburg gebrek 1
werkloozen opgeleid in scholen, waar zij
enkele dagen worden onderwezen. Zoo zijn
er twee metselaars-scholen gesticht.
Ten behoeve van de onmiddellijke werk
verschaffing heeft de regeering, aanstonds
toen het bleek, dat Luxemburg werkloos
heid zou krijgen, alle gemeenten opgedra
gen een plan van werkverschaffing,
lijst van technisch geheel uitgewerkte ob
jecten samen te stellen een opdracht, die
niet eenvoudig was, daar Luxemburg an
ders, dan bijvoorbeeld Zweden, in de jaren
van de hoogconjunctuur zéér veel openbare
werken reeds hid aangelegd ten behoeve
van het vreemdelingenverkeer. Dit plan,
deze lijst bleef in portefeuille totdat een
of andere onderneming ter plaatse arbei
ders ontsloeg. De betrokken gemeente hoef
de dan bij wijze van spreken maar een deel
harer plannen*uit de lade te nemen en de
menschen konden den volgenden dag aan
den slag. Op de schrijftafel van den mi
nister van Arbeid lag een treffende illustra-
ben di
lukkig
„O, hoo gelukkig).... Als u wilt, sal ik u
eenlge passages uit zUn brief voorlezen.”
„Graag." antwoordde hu spontaan.
Dr. Mac-Rae ging de kamer uit en even
later zagen Julia en John hem voor het huis
heen en weer wandelen, terwUl hU rtjn sigaar
rookte. Dat deed hü gewoonlUk 's avonds.
KlaarblükeiUk was hU er niet op gesteld te
hooren. wat zUn zoon schreef.
Sidderingen van blijdschap trilden In de
fis «ts etM Hieuwt wASrucMiNE^
«uur V HU Ot MttST V
ÓtSCUKTE P HtlPEN?J F*
J y S*HIHOtT u pt HltUWtlV C-
X I aiHSOHEBBtN.At.lE
l VOORAANSTAANDE WASXVi?,
^34 4r X BEVtlEN At.lt EN /y-K’
aiNSO *anJ>^<z Ai
nen. Welnu als men dien bemint, dan behoor!
men er reeds toe.”
Julia, wier handen beefden van ontroering
en wier oogen tranen van blUdschap niet kon
den weerhouden, liet den brief op haar schoot
vallen, terwijl zjj een vurig dankgebed
fluisterde. Zoo lang had zU gehoopt, dat
Arthur tot het katholiek geloof mocht getrok
ken worden, dat deze brief haar eigenlük niet
verwonderde, maar het voldongen feit maakte
een eind aan de vrees en de onzekerheid. En
dan dat postsciptum, die hoop.,..
De dokter en John kwamen in de huiskamer.
Julia stond op en zei met een stem, die nog
beefde van ontroering: „Ik heb daar juist een
brief van Arthur ontvangen.... HU is overge
gaan tot het katholieke geloof!”
„Dat gaat hem alleen aan,” antwoordde zUn
vader op Uskouden toon, zonder de minste be
weging, die toorn of verwondering te kennen
zou geven.
Er was echter een plotselinge ontroering
zichtbaar op het gelaat van John. „Ik voor mU
niet verbaasd over.... En is hU ge-
öe nieuwe, „overvette“ Rir^so doet beslist wonderen in de wes-
wiBchine. Eén pak Rinso op 30 liter water geeft een ongelofelijke
hoeveelheid sop. En door het bijzonder hoge vetgehalte
b het Rinso sop zo volmaakt reinigend, dat Uw was- 1
9oed een ongekende helderheid krijgt en U, na het witte
«oed, ook nog' het gekleurde goed in. hetzelfde sop
prachtig schoon wast. De nieuwe Rinso is werkelijk een
wonder van doelmatigheid en zuinigheid! En niet
•Neen in elke wasmachine, maar ook in elke tobbel
Bovendien op elk pak een bon voor fraaie geschonken.