St. Bernard in het Nederlandsch
DE
Zijn verweerschrift
s
Fietspaden
ZAK
r
John Wesley
Avonc
- CR
De F
J;
St. Bernardus
BOEK EN BLAD
Aanleg in Engeland
gjjg
Stads- of Spatbordiainpjes noodig
Pauselijk Paviljoen als
Mariaal Museum
Het Volkenbondspaviljoen
te New York
Luchtverdedigingsdag
te Maastricht
De kerk van het Pauselijk Paviljoen op
de wereldtentoonstelling te Parijs.
1
Bernardus van Clairvaux Ver
weerschrift. Brief in den regen, fn-
geleid en vertaald door Anton van
Duinkerken. N.V. de Spieghel, Am
sterdam; N.V. Het Kompas, Ant
werpen.
VER!
ton. v. ii
op n
L>er.
J?enS:ie,
’ook. elg
1«.
*«11. Z.
Haag.
Limbarg an de nationale
veiligheid
AANK
beslist g,
ren H«t
NE1
SL
•chaafde
4
"jt
Dr. H. A. VAN DER STERREN
M M. K
zy kunnen ook
hebben, dle dezen Luchtverdedlgingsdafg organlseeren, landsgrenzen, m Augustus 1914 kreeg de Op-
bi
Dm moogt wel eens nosaian. worn
to dm geval babe
Maar men zou zich zeervergissen, wanneer
men mocht meenen, dat de bedoeling van hen,
Het boek, dat deel uitmaakt van de Orbls-
reeks, is door de uitgeverijen „De Spieghel” en
„Het Kompas” degelijk uitgegeven.
OERARD WLTDEVELD
1« Jssr. 1
Handel, I
zou zijn het publiek op een pakkende sportieve
vertooning te onthalen of de nleuwsglerighelo
en sensatlelust der menigte te bevredigen. Het
gaat hier om een hoog ernstige zaak. De Ver
eenlglng voor Nationale Veiligheid, van welke
deze betooging uitgaat, beoogt hiermede geen
ander doel, dan den toeschouwers een Indruk te
geven zy het slechts een zwakken indruk,
zonder de gruwelen der werkelijkheid van
het geweldigste en wreedste bedrijf, dat de
oorlog kan opleveren: den modernen luchtaanval
op weerlooze volkscentra. Doch tegelijk wil de
Vereenlglng de volksaandacht vestigen op de
vernuftige en krachtige middelen, waarover men
is
Dit
ȟn.
Ka ,Jta
sfwis»
t
Weaspen
wjj
der
ten stal
s
fen- i».
Bleekeret
ten U
baren k
4 uui
b.v. Inci
goede ge
Irtt. 1—
b da afstand
Cfiant van uw auto aédd bimenxljde
van bat koplampglas soms ook grootss
dan 40 centimeter?
dat een pad voor het uitsluitend gebruik
van wielrijders een soort verkeersweg is, welke
de wet niet kent;
dat de overheid niet een deel van een weg
uitsluitend voor wielrijders kan bestemmen;
dat volgens de wet een rijwielpad óf een
openbaar voetpad is, óf een openbare rijweg;
dat in het eerste geval wielrijders er niet
gebruik van kunnen maken, en zich blootstel
len aan vervolging, wanneer zy het wél doen;
dat in het laatste geval aan automobielen
en motorfietsen niet belet kan worden er ge
bruik van te maken.
De minister van transport houdt wel vol dat
hy geen bijzondere machtiging van de wet noo
dig heeft om een deel van een verkeersweg (l.c.
het rijwielpad) anders aan te leggen dan de
rest, maar de Bond van Graafschapsraden
schijnt zich te vereenigen met de spitsvondige
opvatting van den secretaris van Essex. Deze
schijnt inderdaad juist te zijn, en ofschoon de
minister van Transport fietspaden kan aanleg
gen. zullen deze wetteiyk eigenlijk niet
bestaan. De wet immers kent slechts voetpaden
en rijwegen. Is het fietspad een voetpad, dan
mag er niet gefietst worden; is het een rijweg,
dan mogen ook auto's er gebruik van maken.
De secretarissen van Engelsche Graafschaps
raden zijn steeds juristen.... Maar dit beeft de
lezer misschien reeds vermoed.
kloosterhervormer, prediker
schrijver uit de 12e eeuw,
vreemd, dat iemand met
karakter zich tot dezen man voelt aangetrok
ken, tot dezen onverbiddeiyken doordrijver,
deelname in als het ware twee groote hoofd
stukken te verdeelen: het werk en het ideaal.
In het parterre van het paviljoen zal een over
zicht worden gegeven van het vele vaak
vergeten of onderschatte werk, dat de Vol
kenbond reeds verricht heeft op sociaal en
humanitair gebied: zooals de bestrijding van
den slavenhandel en den handel in blanke sla
vinnen; de bestrijding van de epidemische ziek
ten en de tropische ziekten; weezenzorg.
Deze afdeeling kan voor haar inrichting ove
rigens een voorbeeld vinden in wat de mlsslo-
loglsche afdeeling van het Pauselijk Paviljoen
vorig jaar hier reeds te zien gaf.
De verdieping van het paviljoen te New York
zal dan gewijd worden aan het ideaal van den
Volkenbond.
Hoe het paviljoen er ongeveer uit zal zien
kon P. Reuvier ons nog niet zeggen. De archi
tectuur ervan is nog niet vastgesteld, evenmin
als reeds de architect is aangewezen, <jle met
de uitvoering zal worden belast. De Nederland
sche architect Como Stuyt, zoon van den over
leden Jan Stuyt, houdt zich nog bezig met het
maken van teekenlngen voor het paviljoen. In
verband hiermede en daarmede, dat ook het
Permanente Hof van Justitie te Den Haag zijn
plaats in het Volkenbondspaviljoen zal hebben,
heeft Pater Reuvier reeds enkele reizen naar
ons land ondernomen, waar hij o.a. Den Haag
en Amsterdam bezocht.
ZJt Bc
IMgt M
Woensc
Ingeland
speelde r
D. R. Wi
noot Nicl
cox won
batten a
voor de
K Fame
Eerstgenc
mislukter
slechts 2
verloor z
Ames, de
vangen. 1
bespeelde
sichtighel
Yardley i
in de all
onze oorlogsluchtmacht kunnen versterken. Met
andere woord: het gaat hier om de aankwee-
king van een groot aantal reserve-vliegers,
waaraan de Militaire Luchtmacht in tijd van
oorlog dringend behoefte zal hebben wegens
de ontzaglijk groote verliezen, waaraan het
korps oorlogsvliegers zal blootstaan. Het is daar
om dringend noodig, dat een sterke en onmid
deliyk gereede reserve ter beschikking zij. Prac-
tisch en financieel is het niet uitvoerbaar, aan
dezen eisch in tijd van vrede door uitbreiding j
van de organisatie van het militaire luchtwapen
te voldoen. Evenmin zou er bij het uitbreken vin
oorlog tijd kunnen worden gevonden in vol
doenden getale onvoorbereide krachten tot be
kwame en ervaren oorlogsvliegers op te leiden.
Het Luchtverdedlgingsfonds richt zich tot
een leder, die de verzekering onzer nationale
zelfstandigheid en veiligheid als onafwljsbaren
eisch en zedelljken plicht erkent; het vraagt
van allen liefst jaarlijks een bijdrage,
groot of klein. Hier worde inderdaad een alge-
meene, nationale volksbeweging gewekt, welker
strekking volkomen strookt met het karakter
onzer natie. Want niet waar? Nederland heeft
zich reeds een vooraanstaande plaats in de ry
der luchtvarende volken verworven. De vooruit
zichten voor de toekomst bevatten in die rich- I
ting nog groote mogelijkheden tot verdere ont
wikkelt -- i
legenheii H
een luchtvaardig volk, een volk, in hetwelk dan I
ook alle eigenschappen leven, welke den waren
vlieger kenmerken: moed en durf, zelfvertrou-1
wen en besluitvaardigheid. Uit dé volheid en
gereedheid van zulk een volk kan alles worden
Generaal b.d. C. J. Snijders, oud-opperbevel-
hebber van Land- en Zeemacht schrijft ons:
Er wacht der Llmburgsche bevolking den
9den Juni a.s. een interessant en leerzaam
militair schouwspel op den luchtverdedigingsdag
te Maastricht, voorafgegaan door kleinere mi
litaire demonstraties in andere Llmburgsche
steden. De Limburgers houden van militair
vertoon, zoodat de Maastrichter Luchtverdedi
gingsdag ongetwijfeld tallooze nieuwsgierigen en
belangstellenden zal aantrekken.
Stelt deze Vereenlglng zich in het algemeen
ten doel de nationale krachten te ontwikkelen
tot dlenstbaarmaklng aan de verhooglng der
nationale veiligheid en streeft zij er aldus naar,
een geest van weerbaarheid over het Neder
landsche volk vaardig te doen worden, meer in
het bijzonder wijdt de Vereenlglng, naast pro
pagandistische actie, haar aandacht en haar
krachten aan de bevordering en de versterking
onzer luchtverdediging. Tot dit doel stichtte
zij het Luchtverdedlgingsfonds, gevormd uit
vrijwillige nationale bijdragen van het gansche
volk. Het naaste doel dezer instelling is het
bevorderen, ook door geldeljjken steun, van de
vorming van burgervliegers van zoodanige
vllegbekwaamlfcid, dat zij in tijd van nood, des-
vereiacht na een aanvullende miltaire opleiding,
zijn opvatting niet geheel eens kan zijn; per
soonlijk zou ik mij in sommige gevallen wat
getrouwer aan periodenbouw en woordvolgorde
van het oorspronkelijke gehouden hebben. Doch
al te belangrijk vind ik deze bezwaren niet.
Over het algemeen heeft van Duinkerken Sint
Bernard zeer goed verstaan en weergegeven in
vloeiend en dikwijls zeer fraai Nederlandsch.
De lezer oordeele zelf naar een fragment utt
het „Verweerschrift";
slebelang, er to een belang van volksopvoeding
mee gemoeid.
m vak b
1—B M2
ndanks het voortdurende en krachtige
f 1 verzet van de verschillende organisaties
van wielrijders worden in Engeland meer
en meer fietspaden aangelegd. Niet dat het aan
tal reeds bijzonder groot is, maar het neemt
toch gestadig toe, terwijl weinige jaren geleden
Engeland nog geheel zonder fietspaden was.
Men is hier zeer laat aangevangen met den
aanleg dier paden, en de breedte van vele der
drukste wegen (waar zij het noodzakelljkste
zijn) was berekend op drie of vier rijen auto’s;
van die breedte kunnen thans niet een paar
meters afgenomen worden ten behoeve van rij
wielpaden. Voor zoover zij door hulzen of tuinen
Ingesloten worden, komen zjj bovendien niet
voor verbreedlng in aanmerking.
Het rljwielverkeer in Engeland is eerst in de
tovraagd.
®*8*«jn
to to d
le kan to
Brieven
rergoedln
Sureau v
h.h. ka
Qroe
Gevraagd
iTtiithani
Gevraagd
HET MOEILIJKE KIND. Tien jaren
medisch-opvoedkundige Bureaux.
1938.
„Ach, zult gij zeggen, de godsvrucht steekt
niet in de kleeren, maar in het hart. Zeker.
Maar als gij oen een pij te koopen van de
eene stad naar de andere rijdt, de kermis
sen afgaat, de markten rondloopt, de winkels
doorvorscht, overal den heelen voorraad
overhoop haalt, geweldige stapels lappen ont
rolt, ze met uw vingers betast, ze vlak bij
uw oogen brengt, ze dan nog eens in het
zonlicht bekijkt en al wat grof is, al wat er
verschoten uitziet, opzij gooit, maar zoodra
u iets door zijn zuiverheid en zijn glans be
haagt, dit dadelijk, welken prijs gy ook be
taalt, behoudt, dan vraag ik u of gij dit in
uw eenvoud doet dan wel met opzet! En
wanneer gij dan, in strijd met den Regel,
allerljverigst kiest, niet wat het meest ge
woon is, maar Integendeel het zeldzaamste,
dat gij vinden, en het kostbaarste, dat gij
koopen kunt, dan vraag ik u, of dit onop
lettendheid is dan wel berekening!
Alle ondeugd, die naar buiten blijkt, vindt
haar «xrsprong in den inhoud van ons hart.
Een Ijdel hart legt het kenmerk van de
Ijdelheid op aan het lichaam. De uiterljjke
overvloed is het kenteeken der innerlijke
ledigheid. Weeke kleeding wijst op een week
gemoed. Aan de verzorging van het lichaam
zou men niet zooveel aandacht besteden,
wanneer men niet eerst had nagelaten, den
geest te verzorgen door deugden."
perbevelhebber van Land- en Zeemacht van
de Regeering de opdracht, elke opzettelijke
schending dezer grenzen met wapengeweld te
keeren. Zoo zal het ook bjj vernieuwd Intreden
van oorlogsgevaar zijn: alle landsgrenzen bezet
en bewaakt; de Maas-overgangen ter verdediging
Ingericht, de bruggen ter vernieling bij uiterste
noodzaak voorbereid, het Veldleger eindelijk in
strategische opstelling geplaatst, van waaruit
het operatief kan optreden tegen eiken inval
op ons gebied. Zoodanige indirecte verdediging
van Limburg, reeds bjj voorbaat door den Dult-
schen Generalen Staf verwacht, deed dezen er
In 1914 van afzien zjjn oorspronkelijk operatle-
plan, dat over Roermond door Limburg en Noord-
brabant leidde, te volgen, zoodat de langere en
tljdroovendere weg over Aken naar Luik werd
gevolgd. Zoo redde deze indirecte verdediging
Limburg voor dreigende oorlogsellende en ver
woesting.
Maar destijds geloofde men met den lucnt-
oorlog nog geen of althans bjjna geen rekening
te moeten houden. Heden is juist bij de inleiding
tot den strijd bedreiging door de lucht overheer-
schend. De geografische ligging van ons land
te midden der strijdende staten en zijn ge
ringe breedte in Oost-Westelijke of West-Oos-
teiyke richting maken het allerminst onwaar
schijnlijk, dat de luchtvloten dier staten door
ons onzijdig lucht-gebied heen, zullen trach-
(Van onzen Parjjschen correspondent)
t 1 t anneer de voorspellingen der optimisten
\A/ uitkomen, zal Parijs aan het einde van
Juni, tegen den tijd van het bezoek der
Engelsche soevereinen, uit den afbraakrommel
zijn, welke de terreinen der voormalige Expo
•37 thans ontsiert. Het moet gezegd worden,
dat van de zijde der arbeiders alles zeer vlot
gaat; van de conflicten, welke het vorig jaar
zoo vertragend werkten op den opbouw, wordt
bij de slooping zelfs geen flauwe echo vernomen.
Kroniekschrijvers, die een moraliseerende ader
rijk zijn, vinden daarin dankbare stof voor
symbolische beschouwingen.
Menig paviljoen, zooals het Nederlandsche, is
reeds volkomen met den grond gelijk gemaakt
en van veie andere heft in het ongunstigste
geval nog slechts het Ijzeren karkas zich troos
teloos ten hemel. En de wandelaars, die met
wee in het hart om het snel vergaan van zoo
veel luchtige glorie dat zjjn er niet veel
tusschen de afbraakterreinen dwalen, hebben
alle moeite ter wereld om aan de havelooze
resten te herkennen, wat eens de meest be
wonderde monumenten der Expo waren.
Temidden van al deze raïnes staat het Pau
selijk Paviljoen nog ongerept. Het Pauselijk
Paviljoen was, tengevolge van een aantal on-
fortulnlljke omstandigheden, waarop wjj thans
niet meer hoeven terug te komen, van de groote
paviljoens datgene, dat eerst in zijn geheel voor
het publiek kon worden opengeste!d, toen het ten-
toonstellingsseizoen reeds voor meer, dan de helft
was verstreken. Het was dus begrijpelijk, dat
het plan om de Expositie in 1938 nog eens.
over te doen van het commissariaat van het
pauselijk paviljoen warme instemming kreeg.
Men weet, dat door de internationale tentoon
stellingscommissie de machtiging, welke noo
dig was om dit plan in werkelijkheid om te
zetten, inmiddels werd geweigerd.
Toch heeft het commissariaat kans gezien om
het pauselijk paviljoen nog voor het seizoen
van 1938 te behouden. WU schreven eenlgen
tijd geleden over de toewijding van Frankrijk
aan de H. Maagd door Lodewjjk XIII, waarvan
dit jaar het derde eeuwfeest wordt gevierd.
Het is de viering van dit eeuwfeest geweest,
welke voor het pauselijk paviljoen een geheel
nieuwe bestemming deed vinden. Onder de ac
tieve leiding van den E. P. Reuvier de Mouny,
commissaris van het paviljoen, wordt het groote
gebouw thans ingericht tot een tjjdelijk „Mu-
sée Mariale”, waar o.a. een overzicht zal worden
gegeven van de ontwikkeling der Maria-ver-
eering in de Kerk, in het bijzonder in Frank
rijk en van de plaats, welke de H. Maagd heeft
Ingenomen in de Fransche kunst.
Waarschijnlijk in de eerste helft van de maand
Juni zal dit Mariale Museum voor het publiek
worden opengesteld en dan geopend blijven tot
half October. Gedurende dien tijd zullen, even
als zulks vorig jaar het geval was, in het Hei
ligdom van het paviljoen weer godsdienstige
plechtigheden worden gehouden; o.m. zullen er
lederen Zondag twee H.H. Missen worden ge
celebreerd.
Met genoegen maken wij ons hier tot tolk van
den wensch, dien de. B. P. Reuvier de Mouny
ons ultte, dat ook dezen zomer de katholieke
landgenooten op bezoek in Parijs den weg zul
len weten te vinden naar het pauselijk pavil
joen, welks aangename ligging in de tuinen
van het Trocadéro, nu de omringende paviljoens
afgebroken zullen zjjn, nog meer dan voorheen
tot haar recht zal komen.
Hoezeer het pauselijk paviljoen van d^ Expo
"37 als geslaagd mocht worden beschouwd, blijkt
ook wel uit het feit, dat zijn commissaris,
pater Reuvier de Mouny, door het Volken-
bondssecretariaat te Genève aangezocht is ge
worden op te treden als „Conseiller Technique”
van het paviljoen, waarmede de Volkenbond
zal uitkomen op de wereldtentoonstelling, welke
volgend jaar te New York wordt gehouden.
Als „conseiller technique”, aldus deelde pater
Reuvier ons mede, heeft hij tot taak het ge-
heele plan der Volkenbondsdeelname te ont
werpen. Het probleem, waarvoor hjj staat, is
dus het werk en het Ideaal van den Volken
bond aanschouwelijk voor te stellen. Het is als
het behandelen van een thesis.
Er was geen volkenbondspaviljoen op de Pa-
rljsche Expo '37. Het paviljoen der Expo '37,
dat door zjjn karakter "het meest benaderde wat
het Volkenbondspaviljoen op de tentoonstelling
van New York moet worden, was ontegenzeg
lijk het Pauseljjk Paviljoen.
Anders dan met de landen-pavlljoens het ge
val was, was het Pauselijk Paviljoen de illu
stratie van een zuiver geestelijke njacht, de pre
sentatie van een idee, de idee der Christenheid,
der Kerk en van haar werk.
In technisch opzicht kan een Volkenbonds
paviljoen slechts een soortgelijk karakter ver-
toonen als het Pauselijk Paviljoen deed.
Pater Reuvier is van plan de Volkenbonds-
Het dl
„i ook
^^3
gintelbaa
den afge
men” od
nummer
gm club
al bebb
terrichtir
Berkhoui
tijdens d<
P-
de krach
een Zwe
worden I
te bestrijden en het dreigend luchtgevaar af te
wenden, althans belangrijk te beperken. Zoo zal
bet volk van Limburg leeren begrijpen, dat het
een ieders Christelijke plicht en een eisch van
zedelijke verantwoordelijkheid jegens zijn mede
burgers, zijn gezin en zichzelf is, met al zijn
vermogen mede te werken de verdediging tegen
het afschuwelljk luchtgevaar tijdig, d.w.z. da
delijk en ten spoedigste, te helpen voorbereiden
en zich bereid te toonen tot de zware offers,
welke noodzakelijk zullen zijn, om «Ut 'streven
in zjjn vollen om vang te verwezenlijken.
Wellicht vraagt men: heeft dit alles voor
Limburg wel groote beteekenls? Dit gewest ligt
toch bulten onze verdedlgingsllniën! En hebben
Na een inleidend, woord van Prof. Rümke
beschrijft Mej. Mr. Lekkerkerker uitvoerig de
wording en verdere ontwikkeling, waardoor
ook de buitenstaander tot een goed inzicht kan
komen over den aard der bureaux. Een aanvul
ling daarvan vindt men in haar tweede bijdra
ge, waarin de werkwijze en de functie worden
besproken, evenals de opleiding der medewer
kers. Dan brengen Dr. Endtz in „de lastpost
In het gezin", Mej. Dr. Tlbout iq .Moeilijk
heden in de school”, Mej. Mr. van Hllle in
„In conflict met de maatschappij" en Dr. van
der Hoop in .Moeilijkheden, die niet opval
len” waardevolle inzichten en sprekende voor
beelden, zoodat men met genoegen deze leer
zame bijdragen leest. De laatste medewerker
schrijft dan nog een artikel „Perspectieven”,
waarin hij wijst op den grooten invloed, die
ook Indirect van het werk der bureaux kan uit
gaan, nJL de waardevolle resultaten voor in
zicht en practijk der opvoeding in het alge
meen. Dan volgen nog enkele meeningen over
het werk, geschreven door vooraanstaande des
kundigen op dit gebied. Tenslotte vinden
een lijst van de adressen der Bureaux,
Bestuursleden en der medewerkers. Er spreekt
een frtosche en open geeet uit dit boekje: men
staat open voor het waardevolle van nieuwe in
zichten, weet deze critisch te toetsen en nut
tig te maken. Het boek is verkrijgbaar aan de
bureaux; in Amsterdam: Prinsengracht 717.
Een ruime verspreiding kan men het van
harte toewenseben.
laatste jaren sterk toegenomen. In dit zeer heu
velachtige land to het fietsen een vermoeiende
ontspanning, en eerst door den bouw van rij
wielen, welke vee! lichter zjjn dan die, welke in
ons land het meest gebruikt worden, en van
modellen met laag stuur en hoog zadel, zijn de
fabrikanten erin geslaagd dit vervoermiddel
populair te maken. Er zijn thans rulfn 10.000.000
fietsen in Engeland; zjj worden evenwel veel
minder gebruikt dan in ons land, maar op Zon
dagen ziet men er toch ontelbare duizenden op
de wegen. Vóór het zoover was; vóór althans
des Zondags het rijwiel een factor van betee
kenls was geworden in het verkeer, was het
groote Engelsche wegennet zoo goed als vol
tooid.
De drukste weg van Engeland en, naar men
beweert, tevens de drukste weg ter wereld, de
Great West Road, die van Londen naar het
Westen van Engeland voert, wordt over een af
stand van verscheidene mijlen door prachtige
breede fietspaden begrensd, maar ternauwernood
de helft der wielrijders maakt daarvan gebruik,
waarschijnlijk doordat zjj gewoon zijn de groote
wegen te berijden, en zich op een fietspad nog
niet „thuis voelen”. Bovendien heerscht er een
zekere vijandschap tegen de paden, waarschijn
lijk voortspruitend uit de vrees dat hun aanleg
ten slotte lelden zal tot de invoering eener rjj-
wlelbelastlng.
Wielrijders kunnen niet gedwongen worden
van fietspaden gebruik te maken, zy hebben
hetzelfde recht op den openbaren weg als ieder
ander bestuurder van een vervoermiddel, en al
leen bij Parlementswet zouden de wegen, waar
langs fietspaden aangelegd zijn, voor wielrijders
gesloten kunnen worden. Aangezien niet alleen
de wielrjjdersbonden, doch ook (wat veel be-
langrjjker is) de rijwlelfabrlkanten vijandig
staan tegenover fietspaden, is het onwaarschijn
lijk dat het Parlement een wet zal aannemen
die de verontwaardiging van eenige mlllioenen
kiezers, en het misnoegen van een aantal mach
tige industrieelen, zou gaande maken.
De Bond van Graafschapsraden (d l. provin
ciale besturen) heeft desniettemin den minister
van Transport in overweging gegeven een wets
ontwerp betreffende fietspaden in te dienen. Óe
onmlddellljke aanleiding hiertoe is zeer merk
waardig. De secretaris van den Graafschapsraad
van Essex (ten Noorden van Londen) heeft na
melijk aan den Bond van Graafschapsraden een
brief geschreven, waarin hl) beweert:
niet zekere politieke leiders ons geleerd, dat
„weerloosheid” de beste waarborg is om in den
oorlog tusschen omringende staten ongemoeid
te blijven?
Dit zijn slechts dwalingen en défaltistische
drogredenen. Zij zijn niet .JJmburgsch" zoo
als hierna zal blijken. Wie eenig besef heeft
van de gespannen verhoudingen in het tot de
tanden gewapend Europa, wie begrijpt, dat het
moderne oorlogsbedrijf nlets-ontziende, onmen-
scheljjke methoden huldigt om maar het oor
logsdoel zoo snel mogelijk te bereiken, die zal
moeten toegeven, dat bij een uitgebroken West-
Europeeschen oorlog Nederlands eenige kans
om niet daarin te worden meegesleept, slechte
hierin kan zijn gelegen, dat elke strijdende
party door onze krachtige verdedlgingsvoorbe-
reldlng en volledige gereedheid tot afweer er
van worde afgeschrikt ons in den strijd te be
trekken en hierdoor onze weermacht aan de
zyde der andere party te doen treden.
Het is ook niet juist dat Limburg buiten de
Nederlandsche verdedlgingssfeer zou zyn gelegen
en niet verdedigd zou worden. De bescherming
onzer nationale veiligheid en de gewapende
handhaving onzer onzydigheid begint aan de
Wanneer men daartegenover ziet, dat biy-
kens de laatst verschenen lyst van „Nieuwe
Uitgaven in Nederland” in één maand tyds
alleen in Noord-Nederland 42 oorspronkeiyke
en 29 vertaalde romans, voor veruit het groot
ste deel van geenerlei of van een zeer geringe
geestelijke waarde, het licht konden zien, dan
krijgt men van de cultureele politiek onzer Ne
derlandsche ultgeveryen en misschien ook van
het peil van het Nederlandsche publiek toch
Wel een zeer ongunstige voorstelling.
De Nederlandsche Katholieken munten in dit
opzicht ook niet uit. Vay enkele groote Katho
lieke geesten uit vroegere eeuwen noemden wij
ae namen reeds. Het is toch op de eerste plaats
de schuld der Katholieken, dat hun werken
niet vertaald zyn. En als wjj nagaan, wat er
van hedendaagsche Katholieke schrijvers hier
vertaald wordt, valt de oogst ook niet mee. Van
Claudel bezitten wy^zoo goed als niets, van
Maritain twee boeken en een bloemlezing, van
Belloc enkele boeken, Van Dawson binnenkort
één boek, van Theodor Haecker niets. Maar
litteratuur van minderen rang is er te kust en
te keur vertaald!
Men mag er zich daarom over verheugen,
dat Dr. Anton van Duinkerken zich van tyd
tot tyd er toe zet, om het geestelyk bezit van
ons volk door een goede vertaling van een
waardevol boek te vergrooten. Hij toont daar
bij een byzondere voorkeur voor de werken van
den H. Bernard van Clairvaux, den grooten
en geesteiyken
Het is eigeniyk
Van Duinkerken'»
terwyi elders
uitgewerkt,
moeiiykheden
het werk gegroeid In omvang en diepte,
boekje nu wil een herdenkingsuitgave
maar het brengt ons tevens Interessante arti
kelen, die op zich reeds een werking ten goe
de zullen kunnen uitoefenen.
De medisch-opvoedkundige bureaux begon
nen voor tien jaar terug hun werk; nu bestaan
er bureaux in Amsterdam. Den Haag, Haarlem,
Lelden. Rotterdam en Utrecht,
plannen voor oprichting worden
Ondanks soms flnancieele
den lezer nog te verrassen met een biografische
schets van Bernard’s latere leven en daarna
weer over te gaan tot beschouwingen over de
verhouding tusschen Bint Bernard en Petrus
Venerabills. De»e tekortkomingen zyn overi
gens niet in staat, den algemeenen Indruk weg
te nemen, dat hier de lezer in een prettig en
vlot geschreven stuk zoover gebracht wordt,
dat hy den tekst met kennis van zaken kan
genieten. Ook in een twintigtal bladzyden met
aanteekenlngen worden voor den minder des
kundigen lezer rïog allerlei moeiiykheden uit
den weg geruimd.
Wat van Duinkerken’s vertaling zelf betreft:
•r zyn wel eens kleinigheden, waar ik het met
F
ken, tot dezen c---
dezen niets en niemand ontalenden asceet,'’de
zen verachter van alles wat het aardsche le
ven Veraangenamen kan. En wanneer van
Duinkerken in de inleiding op deze nieuwe
vertaling de figuren van Petrus Venerabills en
Bernard van Clairvaux tegenover elkander
plaatst, wekt hy ook sterk den Indruk, dat
zyn sympathie toch eigeniyk meer uitgaat
naar iemand met den aard van den milden en
menschkundigen abt van Cluny. Doch al kan
ik van Duinkerken’s voorkeur eigeniyk maar
moeiiyk verklaren, ik verheug mU er daarom
niet minder om, dat hy door zyn vertalingen
de werken van Sint Bernard voor een grooter
publiek toegankeiyk maakt.
zyn keuze Is ditmaal gevallen op twee klei
ne werken van den schryver zyner voorkeur,
den befaamden „Brief in den regen”, aan wiens
ontstaan een mooie legende verbonden is, en
het „Verweerschrift”. Beide werkjes zyn be-
langryke documenten van den grooten stryd
om de hervorming der kloosters, in welken
Bint Bernard zulk een belangryke rol gespeeld
heeft. Maar ongetwyfeld zyn zy ook nog meer
dan belangryke historische documenten.
In den „Brief in den regen” tracht Bernar
dus zyn neef Robert, die van de orde der cis-
terciénsers op een wyze, die Inderdaad beden-
keiyk was, overging naar die der Clunlacen-
sers, te bewegen om weer naar zyn oude kloos
ter terug te keeren. Het to een treffend stuk,
recht uk het hart geschreven, waarin de bar-
sche houwdegen, die Bernard was, zich diep
venootmoedigt en zyn eigen tekortkomingen
erkent, docy waar het ootmoedig berouw toch
niet kan verhinderen, dat de onvefbiddeiyke
soldaat van tyd tot ty<j zyn stem verheft.
In het „Verweerschrift” verdedigt Sint Ber
nard de orde der Cisterclénsers tegen een fei
len aanval van Petrus Venerabills, den abt
van Cluny. By iemand van zyn aard spreekt
het wel vanzelf, dat het betoog niet tot verde
diging beperkt biyft en dat heftige aanvallen
op de levenswijze van de Benedictijnen van
Cluny een belangryk deel van het werk vor-
men. Doch men dient niet te vee! acht te slaan
op de eigenaardigheden, die het geschrift aan
het karakter van zyn schryver en aan de aan
leiding tot zyn ontstaan te danken heeft; wat
de essentleele en alty<j actueele waarde ervan
uitmaakt is, dat wy Christenen hier door een
bezielde, een profetische stem vermaand wor
den om de wereld en haar ydelheden te ver
achten en te vluchten, herinnerd worden aan
den geest van het Evangelie.
Van Duinkerken heeft aan zyn vertalingen
een inleiding doen voorafgaan van ongeveer 70
bladzyden, waarin hy zich klaarbiykelyk
vooral wendend tot een nlet-Kathollek publiek,
geiyk ook enkele apologetische wendingen be-
wyzen niet alleen de omstandigheden schil
dert, die onmiddeliyk tot het ontstaan der beide
door hem vertaalde werkjes geleid 1
doch ab ovo beginnend in groote Hjnen de’
ontwikkeling van het kloosterleven vanaf Sint
Benedlctus tot op de dagen van Sint Bernard
schetst. Enkele kleine vluchtigheden en on
juistheden, waaraan hy zich daarby schuldig
maakt ik wil alleen de op blz. 13 geuite mee-
ning, dat de Germaansche volkeren van de
vroege Middeleeuwen door een „heldenschen
rassenhaat” bezield geweest zouden zyn, ver
melden mogen wy den schryver niet te
zwaar aanrekenen. Erger lykt my de compo
sitorische fout, die van Duinkerken gemaakt
heeft, door na paragraaf 11, die aandoet als
een uitvoerige, de inleiding besluitende be-
schouwing over Sint Bernard’s persooniykheid, heden kan beschikken om dergeiyke aanvallen
n de inleiding op zyn onlangs verschenen
vertaling van de „Zelfbespiegelingen" van
Marcus Aurelius, een over geheel de be-
wereld vermaard boek, vertelt Nico
van Buchtelen, dat zyn vertaling de eerste vol
ledige Nederlandsche is sinds 1658. Dit
kleine feit is zeer kenschetsend. De groote
meesterwerken der wereldlitteratuur, de werken
der groote denkers, zy zyn den Nederlander
slechts in een zeer beperkte mate door cou
rante vertellingen toegankeiyk. Ga naar een
boekwinkel en vraag daar een Nederlandsche
vertaling van Sophokles, van Euripides, naar
een volledigen of zelfs naar een onvolledigen
Plato, naar een vertaling van de voornaamste
werken van Aristoteles, vraag naar onzen
Plutarchus, onzen Lucretius, onzen Horatius,
onzen Augustinus, onzen Bernardus, onzen
Bonaventura, vraag naar een paar handige
boekdeelen met de voornaamste drama’s van
Calderon, naar een Nederlandschen Molière,
een Milton, naar een vertaling van de voor
naamste werken van Newman: met ieder van
deze vragen zult gy den boekhandelaar in ver
legenheid brengen!
ten, zonder voorafgaande oorlogsverklaring, de
tegenparty onverhoeds op het lyf te vallen. De
smalle landstrook van Zuld-Llmburg kan in
weinige minuten worden overgevlogen. Wanneer
wy deze schending zonder krachtig, daadwer-
keiyk verweer toelaten, verzaken wy onzen vol-
kenrechteiyken onzydigheidsplicht; wy lokken
de tegenparty van den schender uit tot geiyx
misbruik van ons luchtgebied en onverbiddeiyk
wordt Nederland oor logs terrein, met alle nood
lottige gevolgen hiervan.
Hiertegen kan slechts één middel baten, al
thans een redciyke kans bieden op ontkomlng
aan dit onheil: zeer krachtige en parate orga
nisatie onzer luchtverdediging, vooral in Lim
burg.
Dit hebben Limburgs ingezetenen sedert lang
begrepen. In Juni 1934 namen een aantal bur
gemeesters van Llmburgsche gemeenten deel
aan een request, waarin zy, samen met een aan
tal hunner ambtgenooten in N. Brabant, Uit
drukking gaven aan hun ernstige bezorgdheid
en die van velen hunner gemeentenaren, we
gens den geheel onvoldoenden toestand van 1
lands weermiddelen en de hieruit voortvloeiende
gevaren, vooral ook voor de zuidelijke provin
ciën des lands, weshalve zy nadrukkeiyk ver
zochten, maatregelen tot verhooglng onzer weer
baarheid en versterking onzer weermacht te
treffen. Uit deze vaderlandslievende daad vloei
de een nationale beweging voort, aanvankeiyk
in de zuldeiyke provinciën, later veld winnende
over het geheele land. Maastricht had reeds in
Mei 1934 het voorbeeld gegeven door de vor
ming van het eerste Comité voor Nationale
Veiligheid, weldra in tal van plaatsen nage
volgd en tenslotte samengevat in de stichting
op 20 October 1934 van de Vereenlglng voor
Nationale Veiligheid.
y-y ezer dagen herdachten <te Methodist»»
1 over heel de wereld den tweehondêwZi»?
„bekeerlngsdag” van John Wesley
De Methodisten vormen wellicht de grootst»
protestantsche gemeenschap op aarde. Zij heb.
ben hun aanhangers in alle deelen van de wé
reld. zy hebben hun aanhangers in alle de.
len van de wereld, zy tellen mlllioenen voi~I
lingen in Ekigeland, nog meer mlllioenen voteZ
Vereenigde Staten, en vele honderdduizenden
in Canada, in Australië, in Nieuw-Zeelanden
alom waar de Etogelsche taal gesproken wordt
Hun aantal wordt geschat op 50.000.000 in
uitgestrekte gebieden van Engeland en Wal»
en vooral in Cornwall, kan men gaan van stad
tot stad, en van dorp tót dorp, zonder éérf
Anglikaansche (of, helaas! Katholieke) kerk re
zien, maar het middelpunt van elke kleine nv»
schengemeenschap is daar een Wesleyaanschë
kerk onmiddeliyk te herkennen aan hatr
eigenaardigen bouw, waardoor zy zou herinne
ren aan een openbare vergaderzaal, wanneer
zy niet tevens iets had van een volgens zeer
onorthodoxe beginselen opgetrokken synagoge.
In tweehonderd jaren tyds is het Method^,
me de grootste stuwkracht geweest in het gods
dienstig leven van het niet-Katholieke deel
der Engelsch-sprekende volken.
Naar Katholieken standaard en deze is de
eenig juiste kan de Methodistische kerk
zelfs geen kerk genoemd worden, want een po
ging tot Instelling óf handhaving van een prie».
terschap werd nooit aangewend, maar in dit
opzicht onderscheidt het Methodisme zich niet
van tal van andere Protestantsche kerkge
meenschappen.
De moreele invloed van het Methodisme
evenwel oiuneteiyk geweest, en zoo Wesley
zyn opvolgers al dwaalden en volhardden te
dwaling, zy hadden den geest, den ijver, de on
wankelbare overtuiging van evangelisten, en
bulten Katholieke kringen vindt men nergens
in Engeland zooveel Chrlsteiyke oprechtheid,
zooveel vastberadenheid om naar vermogen
God werkeiyk te dienen als juist onder ito
Wosleyanen, die In byna elk ander opzicht
onze tegenvoeters zyn. In een tyd, waarin de
Anglikaansche kerk verkeerde in een peilloos
diep moreel verval, waaruit zy eerst honderd
jaren geleden, dank zy de Oxfordbeweging en
de algemeene herleving van het godsdienstig
besef, opgebeurd werd, waren de Methodisten
de vaandeldragers van ChristeUjke moraal en
Christeiyke liefde.
Wésley kwam voort uit de kringen der An
glikaansche kerk; hy zelf was tot AngUkaansch
priester gewyd, en blaakte van yver voor zyn
kerk, die hem tenslotte uitstootte. Hy werd ito
grootste openlucht-predlker, dien toigeland
ooit gehad heeft. Duizenden stroomden samen,
waar hy zyn rostrum opzette, en duizenden
I volgden hem. Eerst in het Noorden van Enge
land, daarna in het midden, vttvolgens in
Cornwall. Hy stak over naar Noord-Ierland,
bereisde Schotland, stak over naar New York,
en stichtte ook daar een jaar.
I Hy was een zwak man, maar had een Use-
I ren wil. Als student te Oxford had hy reeds
geleden aan haemorrhage van de longen; tal
van malen was hy hopeloos ziek geweest; toen
by vyftig was stierf hy byna aan tering; op
zyn zeventigste jaar onderging hy een operette.
En toch werkte hy geiyk zelden een man ge
werkt heeft. Meer dan 40.000 preeken heeft hy
gehouden. 5000 myien legde hy elk jaar af,
meestal te paard van plaats tot plaats trek
kend. 42 malen heeft hy de lersche see' iwer-
gestoken en eenige malen den Oceaan, in een
tyd, waarin een reis naar Amerika vele weken
duurde. Door zyn allesbeheerschende overtui
ging en de geestdrift, waarmede deze gepaard
ging, door een onwankeltmar geloof in zyn mis
sie en door een strenge zelftucht, die hy ook
oplegde aan al zy» volgelingen, overwon hy-de
zwakheid van zyn lichaam en ook die van den
ouderdom, want hy werkte, en werkt? Mrd tot
I aan zyn dood op ja-jarigen leeftijd.
John Wesley is een van de grootste, en zon
der twyfel de ixrvloedrykste figuur geweest ia
I de geschiedenis van het Engelsche Protesten-
I tlsme. De katholieken, die toch zoo oneindig
ver van hem afstaan, hebben redenen hem
dankbaar te zyn, want deze man, die meer dan
eenig ander leider doordrong in de harten
I van het volk, heeft het aanzien gegeven aaa
dien geest van Chrlsteiyke verdraagzaamheid,
welke sinds de dagen van Hendrik vm ia
Engeland ontbroken had, en welke ruim hon
derd Jaren geleden datgene, wat wy de Ka
tholieke emancipatie noemden, mogeiyk maakte.
Wat nu was die zoogenaamde „bekeerlng",
welke in alle Engelsch-sprekende landen her
dacht werd en welke zulke onmetelijke gevol
gen gehad heeft voor de godsdienstige moraal
en de godsdienstige moraliteit van de Briteche
volken? Een eigeniyke bekeerlng was het niet,
noch in den gebrulkeiyken zin van het woord,
noch in den ruimeren zin van een plotselinge,
snelle ontwikkeling langs eenmaal begane ba*
nen, maar zyn volgelingen en vereerders ko
zen dezen naam voor wat in werkelijkheid bet
hoogtepunt was van een langen geesteiyken en
emotioneelen stryd.
Te Oxford hadden hy en andere theologi
sche studenten een club gevormd, die wegens
de strenge piëteit der leden met den spotnaam
„Heilige Club” aangeduid werd. De leden had
den den spotnaam tot eerenaam gemaakt. An
deren noemden hen plagend de methodisten,
naar een zeventiende-eeuwsche beweging tot
strenge toepassing van de regelen en voor
schriften der kerk. Thomas Kempls was ds
leermeester, wiens invloed hy in zijn studen-
tentyd het meest ondervond. Weinige jaren na
zyn studietya vertrok hy naar Amerika, waar
hjj op de grondslagen van de Heilige Club een
vereenlglng vormde, en preekte met denzelfden
yver, dien hy gedurende heel zyn verdere lé
ven in Engeland aan den dag zou leggen. Ter-
zelfdertyd gaf hy op onmiskenbare wyze blijk
van zyn High Church-neigingen, hetgeen hem
de ongenade der kerkeiyke overheden berok
kende. Indien toen het katholicisme niet na
genoeg uit Engeland gebannen was, zou hl)
wellicht den weg tot de Waarheid gevonden
hebben. Hy zocht onvermoeid, steeds biddend
om voorlichting, en vond veel waarheid, maar
nooit d e Waarheid, waarvan hy zich steeds
verder verwyderde, in een op zichzelf loffe-
hJk streven de vele waarheden, die elk op zich
zelf onvolmaakt zyn, tot één geheel te veresnl-
gen. Door romp, ledematen en hoofd aan el
kaar te bevestigen, krygt men geen mensch,
en door vele waarheden aan elkaar te bevesti
gen krygt men d e Waarheid niet. Menschen
kunnen geen mensch, maar i
niet de Waarheid maken.
In Amerika kwam Wesley in aanraking met
de Moravische broeders, en te Londen teruf-
ling. Hier is voorzeker de stof en de ge- gekeerd bezocht hy op 29 Mei 1738 een Mora-
leid aanwezig tot het aankweeken van vische byeenkomst in Aldersgate street, en d»
uitwerking daarvan heeft hy zelf beschreven in
de woorden: „Ik voelde myn hart vreemd ver
warmd. Ik voelde dat ik vertrouwde in Chrte-
tus, in Christus alleen, en ik was ervan ver-
i zekerd dat Hy myn zonden, ja zelfs myn «on
geput, wat de oorlogsdlenst aan vllegpersoneel den weggenomen, en my de wet van zonde
zal verelschen. Daarom wil het Luchtver- dood bespaard had
dedigingsfonds de daadwerkeiyke beoefening Dienzelfden morgen had hy zyn Bijbel |e-
van de luchtvaart in den rulmsten zin bevor- opend, toevallig by woorden, die diepen tn-
deren. Het gaat hier niet alleen om een defen- druk op hem gemaakt hadden- „Gy sUt niet
---’—'ver van het Konlnkryk Gods”.
i Dé gevoelens, welke hem op de byeenkotnm
Daarom wil ik besluiten met den wensch, dat in Aldergate street overmanden, en welke men
de Llmburgsche bevolking in grooten getale als zyn „bekeerlng” aimduldt, waren in wer-
gehoor moge geven asm den dringenden oproep keiykheld door niets anders veroorzaakt d*n
van het Luchtverdedlgingsfonds en van de Ver- I door een plotseling wegtrekken van allen twD-
eenlging voor Nationale Veiligheid, om het aan- fel. Masu- de zekerheid, die hy thans verkreeg,
gevangen nationale werk door algemeene deel- was niet de zekerheid van de Waarheid. Bi
neming en taüryke bydragen te steunen en te toch, hoevelen onzer die de Waarheid
helpen volbrengen. Men beseffe, dat er ten aan- kennen, hebben daarmee onnoemiyk veel min
zien onzer luchtverdediging een noodtoestand der, en vooral onnoemeiyk veel minder go*”
heerscht en niemand weet, hoeveel tyd ons nog gedaan dan Wesley met de sublieme dwaling,
aal worden gelaten om het vroeger verzuimde In die hem maakte tot den grootsten en
te halen. Laat allen biyk geven van hun onver- lendsten geest van het Engelsche proteetan-
brekeiyke trouw aan ons geliefd Oranjehuis tlsme, en tot den beschaver van de harten der
en van offervaardigheid voor het Vaderland, i protestantsche Christenen.