St. Bernard in het Nederlandsch DE Zijn verweerschrift s Fietspaden ZAK r John Wesley Avonc - CR De F J; St. Bernardus BOEK EN BLAD Aanleg in Engeland gjjg Stads- of Spatbordiainpjes noodig Pauselijk Paviljoen als Mariaal Museum Het Volkenbondspaviljoen te New York Luchtverdedigingsdag te Maastricht De kerk van het Pauselijk Paviljoen op de wereldtentoonstelling te Parijs. 1 Bernardus van Clairvaux Ver weerschrift. Brief in den regen, fn- geleid en vertaald door Anton van Duinkerken. N.V. de Spieghel, Am sterdam; N.V. Het Kompas, Ant werpen. VER! ton. v. ii op n L>er. J?enS:ie, ’ook. elg 1«. *«11. Z. Haag. Limbarg an de nationale veiligheid AANK beslist g, ren H«t NE1 SL •chaafde 4 "jt Dr. H. A. VAN DER STERREN M M. K zy kunnen ook hebben, dle dezen Luchtverdedlgingsdafg organlseeren, landsgrenzen, m Augustus 1914 kreeg de Op- bi Dm moogt wel eens nosaian. worn to dm geval babe Maar men zou zich zeervergissen, wanneer men mocht meenen, dat de bedoeling van hen, Het boek, dat deel uitmaakt van de Orbls- reeks, is door de uitgeverijen „De Spieghel” en „Het Kompas” degelijk uitgegeven. OERARD WLTDEVELD 1« Jssr. 1 Handel, I zou zijn het publiek op een pakkende sportieve vertooning te onthalen of de nleuwsglerighelo en sensatlelust der menigte te bevredigen. Het gaat hier om een hoog ernstige zaak. De Ver eenlglng voor Nationale Veiligheid, van welke deze betooging uitgaat, beoogt hiermede geen ander doel, dan den toeschouwers een Indruk te geven zy het slechts een zwakken indruk, zonder de gruwelen der werkelijkheid van het geweldigste en wreedste bedrijf, dat de oorlog kan opleveren: den modernen luchtaanval op weerlooze volkscentra. Doch tegelijk wil de Vereenlglng de volksaandacht vestigen op de vernuftige en krachtige middelen, waarover men is Dit »ün. Ka ,Jta sfwis» t Weaspen wjj der ten stal s fen- i». Bleekeret ten U baren k 4 uui b.v. Inci goede ge Irtt. 1— b da afstand Cfiant van uw auto aédd bimenxljde van bat koplampglas soms ook grootss dan 40 centimeter? dat een pad voor het uitsluitend gebruik van wielrijders een soort verkeersweg is, welke de wet niet kent; dat de overheid niet een deel van een weg uitsluitend voor wielrijders kan bestemmen; dat volgens de wet een rijwielpad óf een openbaar voetpad is, óf een openbare rijweg; dat in het eerste geval wielrijders er niet gebruik van kunnen maken, en zich blootstel len aan vervolging, wanneer zy het wél doen; dat in het laatste geval aan automobielen en motorfietsen niet belet kan worden er ge bruik van te maken. De minister van transport houdt wel vol dat hy geen bijzondere machtiging van de wet noo dig heeft om een deel van een verkeersweg (l.c. het rijwielpad) anders aan te leggen dan de rest, maar de Bond van Graafschapsraden schijnt zich te vereenigen met de spitsvondige opvatting van den secretaris van Essex. Deze schijnt inderdaad juist te zijn, en ofschoon de minister van Transport fietspaden kan aanleg gen. zullen deze wetteiyk eigenlijk niet bestaan. De wet immers kent slechts voetpaden en rijwegen. Is het fietspad een voetpad, dan mag er niet gefietst worden; is het een rijweg, dan mogen ook auto's er gebruik van maken. De secretarissen van Engelsche Graafschaps raden zijn steeds juristen.... Maar dit beeft de lezer misschien reeds vermoed. kloosterhervormer, prediker schrijver uit de 12e eeuw, vreemd, dat iemand met karakter zich tot dezen man voelt aangetrok ken, tot dezen onverbiddeiyken doordrijver, deelname in als het ware twee groote hoofd stukken te verdeelen: het werk en het ideaal. In het parterre van het paviljoen zal een over zicht worden gegeven van het vele vaak vergeten of onderschatte werk, dat de Vol kenbond reeds verricht heeft op sociaal en humanitair gebied: zooals de bestrijding van den slavenhandel en den handel in blanke sla vinnen; de bestrijding van de epidemische ziek ten en de tropische ziekten; weezenzorg. Deze afdeeling kan voor haar inrichting ove rigens een voorbeeld vinden in wat de mlsslo- loglsche afdeeling van het Pauselijk Paviljoen vorig jaar hier reeds te zien gaf. De verdieping van het paviljoen te New York zal dan gewijd worden aan het ideaal van den Volkenbond. Hoe het paviljoen er ongeveer uit zal zien kon P. Reuvier ons nog niet zeggen. De archi tectuur ervan is nog niet vastgesteld, evenmin als reeds de architect is aangewezen, <jle met de uitvoering zal worden belast. De Nederland sche architect Como Stuyt, zoon van den over leden Jan Stuyt, houdt zich nog bezig met het maken van teekenlngen voor het paviljoen. In verband hiermede en daarmede, dat ook het Permanente Hof van Justitie te Den Haag zijn plaats in het Volkenbondspaviljoen zal hebben, heeft Pater Reuvier reeds enkele reizen naar ons land ondernomen, waar hij o.a. Den Haag en Amsterdam bezocht. ZJt Bc IMgt M Woensc Ingeland speelde r D. R. Wi noot Nicl cox won batten a voor de K Fame Eerstgenc mislukter slechts 2 verloor z Ames, de vangen. 1 bespeelde sichtighel Yardley i in de all onze oorlogsluchtmacht kunnen versterken. Met andere woord: het gaat hier om de aankwee- king van een groot aantal reserve-vliegers, waaraan de Militaire Luchtmacht in tijd van oorlog dringend behoefte zal hebben wegens de ontzaglijk groote verliezen, waaraan het korps oorlogsvliegers zal blootstaan. Het is daar om dringend noodig, dat een sterke en onmid deliyk gereede reserve ter beschikking zij. Prac- tisch en financieel is het niet uitvoerbaar, aan dezen eisch in tijd van vrede door uitbreiding j van de organisatie van het militaire luchtwapen te voldoen. Evenmin zou er bij het uitbreken vin oorlog tijd kunnen worden gevonden in vol doenden getale onvoorbereide krachten tot be kwame en ervaren oorlogsvliegers op te leiden. Het Luchtverdedlgingsfonds richt zich tot een leder, die de verzekering onzer nationale zelfstandigheid en veiligheid als onafwljsbaren eisch en zedelljken plicht erkent; het vraagt van allen liefst jaarlijks een bijdrage, groot of klein. Hier worde inderdaad een alge- meene, nationale volksbeweging gewekt, welker strekking volkomen strookt met het karakter onzer natie. Want niet waar? Nederland heeft zich reeds een vooraanstaande plaats in de ry der luchtvarende volken verworven. De vooruit zichten voor de toekomst bevatten in die rich- I ting nog groote mogelijkheden tot verdere ont wikkelt -- i legenheii H een luchtvaardig volk, een volk, in hetwelk dan I ook alle eigenschappen leven, welke den waren vlieger kenmerken: moed en durf, zelfvertrou-1 wen en besluitvaardigheid. Uit dé volheid en gereedheid van zulk een volk kan alles worden Generaal b.d. C. J. Snijders, oud-opperbevel- hebber van Land- en Zeemacht schrijft ons: Er wacht der Llmburgsche bevolking den 9den Juni a.s. een interessant en leerzaam militair schouwspel op den luchtverdedigingsdag te Maastricht, voorafgegaan door kleinere mi litaire demonstraties in andere Llmburgsche steden. De Limburgers houden van militair vertoon, zoodat de Maastrichter Luchtverdedi gingsdag ongetwijfeld tallooze nieuwsgierigen en belangstellenden zal aantrekken. Stelt deze Vereenlglng zich in het algemeen ten doel de nationale krachten te ontwikkelen tot dlenstbaarmaklng aan de verhooglng der nationale veiligheid en streeft zij er aldus naar, een geest van weerbaarheid over het Neder landsche volk vaardig te doen worden, meer in het bijzonder wijdt de Vereenlglng, naast pro pagandistische actie, haar aandacht en haar krachten aan de bevordering en de versterking onzer luchtverdediging. Tot dit doel stichtte zij het Luchtverdedlgingsfonds, gevormd uit vrijwillige nationale bijdragen van het gansche volk. Het naaste doel dezer instelling is het bevorderen, ook door geldeljjken steun, van de vorming van burgervliegers van zoodanige vllegbekwaamlfcid, dat zij in tijd van nood, des- vereiacht na een aanvullende miltaire opleiding, zijn opvatting niet geheel eens kan zijn; per soonlijk zou ik mij in sommige gevallen wat getrouwer aan periodenbouw en woordvolgorde van het oorspronkelijke gehouden hebben. Doch al te belangrijk vind ik deze bezwaren niet. Over het algemeen heeft van Duinkerken Sint Bernard zeer goed verstaan en weergegeven in vloeiend en dikwijls zeer fraai Nederlandsch. De lezer oordeele zelf naar een fragment utt het „Verweerschrift"; slebelang, er to een belang van volksopvoeding mee gemoeid. m vak b 1—B M2 ndanks het voortdurende en krachtige f 1 verzet van de verschillende organisaties van wielrijders worden in Engeland meer en meer fietspaden aangelegd. Niet dat het aan tal reeds bijzonder groot is, maar het neemt toch gestadig toe, terwijl weinige jaren geleden Engeland nog geheel zonder fietspaden was. Men is hier zeer laat aangevangen met den aanleg dier paden, en de breedte van vele der drukste wegen (waar zij het noodzakelljkste zijn) was berekend op drie of vier rijen auto’s; van die breedte kunnen thans niet een paar meters afgenomen worden ten behoeve van rij wielpaden. Voor zoover zij door hulzen of tuinen Ingesloten worden, komen zjj bovendien niet voor verbreedlng in aanmerking. Het rljwielverkeer in Engeland is eerst in de tovraagd. ®*8*«jn to to d le kan to Brieven rergoedln Sureau v h.h. ka Qroe Gevraagd iTtiithani Gevraagd HET MOEILIJKE KIND. Tien jaren medisch-opvoedkundige Bureaux. 1938. „Ach, zult gij zeggen, de godsvrucht steekt niet in de kleeren, maar in het hart. Zeker. Maar als gij oen een pij te koopen van de eene stad naar de andere rijdt, de kermis sen afgaat, de markten rondloopt, de winkels doorvorscht, overal den heelen voorraad overhoop haalt, geweldige stapels lappen ont rolt, ze met uw vingers betast, ze vlak bij uw oogen brengt, ze dan nog eens in het zonlicht bekijkt en al wat grof is, al wat er verschoten uitziet, opzij gooit, maar zoodra u iets door zijn zuiverheid en zijn glans be haagt, dit dadelijk, welken prijs gy ook be taalt, behoudt, dan vraag ik u of gij dit in uw eenvoud doet dan wel met opzet! En wanneer gij dan, in strijd met den Regel, allerljverigst kiest, niet wat het meest ge woon is, maar Integendeel het zeldzaamste, dat gij vinden, en het kostbaarste, dat gij koopen kunt, dan vraag ik u, of dit onop lettendheid is dan wel berekening! Alle ondeugd, die naar buiten blijkt, vindt haar «xrsprong in den inhoud van ons hart. Een Ijdel hart legt het kenmerk van de Ijdelheid op aan het lichaam. De uiterljjke overvloed is het kenteeken der innerlijke ledigheid. Weeke kleeding wijst op een week gemoed. Aan de verzorging van het lichaam zou men niet zooveel aandacht besteden, wanneer men niet eerst had nagelaten, den geest te verzorgen door deugden." perbevelhebber van Land- en Zeemacht van de Regeering de opdracht, elke opzettelijke schending dezer grenzen met wapengeweld te keeren. Zoo zal het ook bjj vernieuwd Intreden van oorlogsgevaar zijn: alle landsgrenzen bezet en bewaakt; de Maas-overgangen ter verdediging Ingericht, de bruggen ter vernieling bij uiterste noodzaak voorbereid, het Veldleger eindelijk in strategische opstelling geplaatst, van waaruit het operatief kan optreden tegen eiken inval op ons gebied. Zoodanige indirecte verdediging van Limburg, reeds bjj voorbaat door den Dult- schen Generalen Staf verwacht, deed dezen er In 1914 van afzien zjjn oorspronkelijk operatle- plan, dat over Roermond door Limburg en Noord- brabant leidde, te volgen, zoodat de langere en tljdroovendere weg over Aken naar Luik werd gevolgd. Zoo redde deze indirecte verdediging Limburg voor dreigende oorlogsellende en ver woesting. Maar destijds geloofde men met den lucnt- oorlog nog geen of althans bjjna geen rekening te moeten houden. Heden is juist bij de inleiding tot den strijd bedreiging door de lucht overheer- schend. De geografische ligging van ons land te midden der strijdende staten en zijn ge ringe breedte in Oost-Westelijke of West-Oos- teiyke richting maken het allerminst onwaar schijnlijk, dat de luchtvloten dier staten door ons onzijdig lucht-gebied heen, zullen trach- (Van onzen Parjjschen correspondent) t 1 t anneer de voorspellingen der optimisten \A/ uitkomen, zal Parijs aan het einde van Juni, tegen den tijd van het bezoek der Engelsche soevereinen, uit den afbraakrommel zijn, welke de terreinen der voormalige Expo •37 thans ontsiert. Het moet gezegd worden, dat van de zijde der arbeiders alles zeer vlot gaat; van de conflicten, welke het vorig jaar zoo vertragend werkten op den opbouw, wordt bij de slooping zelfs geen flauwe echo vernomen. Kroniekschrijvers, die een moraliseerende ader rijk zijn, vinden daarin dankbare stof voor symbolische beschouwingen. Menig paviljoen, zooals het Nederlandsche, is reeds volkomen met den grond gelijk gemaakt en van veie andere heft in het ongunstigste geval nog slechts het Ijzeren karkas zich troos teloos ten hemel. En de wandelaars, die met wee in het hart om het snel vergaan van zoo veel luchtige glorie dat zjjn er niet veel tusschen de afbraakterreinen dwalen, hebben alle moeite ter wereld om aan de havelooze resten te herkennen, wat eens de meest be wonderde monumenten der Expo waren. Temidden van al deze raïnes staat het Pau selijk Paviljoen nog ongerept. Het Pauselijk Paviljoen was, tengevolge van een aantal on- fortulnlljke omstandigheden, waarop wjj thans niet meer hoeven terug te komen, van de groote paviljoens datgene, dat eerst in zijn geheel voor het publiek kon worden opengeste!d, toen het ten- toonstellingsseizoen reeds voor meer, dan de helft was verstreken. Het was dus begrijpelijk, dat het plan om de Expositie in 1938 nog eens. over te doen van het commissariaat van het pauselijk paviljoen warme instemming kreeg. Men weet, dat door de internationale tentoon stellingscommissie de machtiging, welke noo dig was om dit plan in werkelijkheid om te zetten, inmiddels werd geweigerd. Toch heeft het commissariaat kans gezien om het pauselijk paviljoen nog voor het seizoen van 1938 te behouden. WU schreven eenlgen tijd geleden over de toewijding van Frankrijk aan de H. Maagd door Lodewjjk XIII, waarvan dit jaar het derde eeuwfeest wordt gevierd. Het is de viering van dit eeuwfeest geweest, welke voor het pauselijk paviljoen een geheel nieuwe bestemming deed vinden. Onder de ac tieve leiding van den E. P. Reuvier de Mouny, commissaris van het paviljoen, wordt het groote gebouw thans ingericht tot een tjjdelijk „Mu- sée Mariale”, waar o.a. een overzicht zal worden gegeven van de ontwikkeling der Maria-ver- eering in de Kerk, in het bijzonder in Frank rijk en van de plaats, welke de H. Maagd heeft Ingenomen in de Fransche kunst. Waarschijnlijk in de eerste helft van de maand Juni zal dit Mariale Museum voor het publiek worden opengesteld en dan geopend blijven tot half October. Gedurende dien tijd zullen, even als zulks vorig jaar het geval was, in het Hei ligdom van het paviljoen weer godsdienstige plechtigheden worden gehouden; o.m. zullen er lederen Zondag twee H.H. Missen worden ge celebreerd. Met genoegen maken wij ons hier tot tolk van den wensch, dien de. B. P. Reuvier de Mouny ons ultte, dat ook dezen zomer de katholieke landgenooten op bezoek in Parijs den weg zul len weten te vinden naar het pauselijk pavil joen, welks aangename ligging in de tuinen van het Trocadéro, nu de omringende paviljoens afgebroken zullen zjjn, nog meer dan voorheen tot haar recht zal komen. Hoezeer het pauselijk paviljoen van d^ Expo "37 als geslaagd mocht worden beschouwd, blijkt ook wel uit het feit, dat zijn commissaris, pater Reuvier de Mouny, door het Volken- bondssecretariaat te Genève aangezocht is ge worden op te treden als „Conseiller Technique” van het paviljoen, waarmede de Volkenbond zal uitkomen op de wereldtentoonstelling, welke volgend jaar te New York wordt gehouden. Als „conseiller technique”, aldus deelde pater Reuvier ons mede, heeft hij tot taak het ge- heele plan der Volkenbondsdeelname te ont werpen. Het probleem, waarvoor hjj staat, is dus het werk en het Ideaal van den Volken bond aanschouwelijk voor te stellen. Het is als het behandelen van een thesis. Er was geen volkenbondspaviljoen op de Pa- rljsche Expo '37. Het paviljoen der Expo '37, dat door zjjn karakter "het meest benaderde wat het Volkenbondspaviljoen op de tentoonstelling van New York moet worden, was ontegenzeg lijk het Pauseljjk Paviljoen. Anders dan met de landen-pavlljoens het ge val was, was het Pauselijk Paviljoen de illu stratie van een zuiver geestelijke njacht, de pre sentatie van een idee, de idee der Christenheid, der Kerk en van haar werk. In technisch opzicht kan een Volkenbonds paviljoen slechts een soortgelijk karakter ver- toonen als het Pauselijk Paviljoen deed. Pater Reuvier is van plan de Volkenbonds- Het dl „i ook ^^3 gintelbaa den afge men” od nummer gm club al bebb terrichtir Berkhoui tijdens d< P- de krach een Zwe worden I te bestrijden en het dreigend luchtgevaar af te wenden, althans belangrijk te beperken. Zoo zal bet volk van Limburg leeren begrijpen, dat het een ieders Christelijke plicht en een eisch van zedelijke verantwoordelijkheid jegens zijn mede burgers, zijn gezin en zichzelf is, met al zijn vermogen mede te werken de verdediging tegen het afschuwelljk luchtgevaar tijdig, d.w.z. da delijk en ten spoedigste, te helpen voorbereiden en zich bereid te toonen tot de zware offers, welke noodzakelijk zullen zijn, om «Ut 'streven in zjjn vollen om vang te verwezenlijken. Wellicht vraagt men: heeft dit alles voor Limburg wel groote beteekenls? Dit gewest ligt toch bulten onze verdedlgingsllniën! En hebben Na een inleidend, woord van Prof. Rümke beschrijft Mej. Mr. Lekkerkerker uitvoerig de wording en verdere ontwikkeling, waardoor ook de buitenstaander tot een goed inzicht kan komen over den aard der bureaux. Een aanvul ling daarvan vindt men in haar tweede bijdra ge, waarin de werkwijze en de functie worden besproken, evenals de opleiding der medewer kers. Dan brengen Dr. Endtz in „de lastpost In het gezin", Mej. Dr. Tlbout iq .Moeilijk heden in de school”, Mej. Mr. van Hllle in „In conflict met de maatschappij" en Dr. van der Hoop in .Moeilijkheden, die niet opval len” waardevolle inzichten en sprekende voor beelden, zoodat men met genoegen deze leer zame bijdragen leest. De laatste medewerker schrijft dan nog een artikel „Perspectieven”, waarin hij wijst op den grooten invloed, die ook Indirect van het werk der bureaux kan uit gaan, nJL de waardevolle resultaten voor in zicht en practijk der opvoeding in het alge meen. Dan volgen nog enkele meeningen over het werk, geschreven door vooraanstaande des kundigen op dit gebied. Tenslotte vinden een lijst van de adressen der Bureaux, Bestuursleden en der medewerkers. Er spreekt een frtosche en open geeet uit dit boekje: men staat open voor het waardevolle van nieuwe in zichten, weet deze critisch te toetsen en nut tig te maken. Het boek is verkrijgbaar aan de bureaux; in Amsterdam: Prinsengracht 717. Een ruime verspreiding kan men het van harte toewenseben. laatste jaren sterk toegenomen. In dit zeer heu velachtige land to het fietsen een vermoeiende ontspanning, en eerst door den bouw van rij wielen, welke vee! lichter zjjn dan die, welke in ons land het meest gebruikt worden, en van modellen met laag stuur en hoog zadel, zijn de fabrikanten erin geslaagd dit vervoermiddel populair te maken. Er zijn thans rulfn 10.000.000 fietsen in Engeland; zjj worden evenwel veel minder gebruikt dan in ons land, maar op Zon dagen ziet men er toch ontelbare duizenden op de wegen. Vóór het zoover was; vóór althans des Zondags het rijwiel een factor van betee kenls was geworden in het verkeer, was het groote Engelsche wegennet zoo goed als vol tooid. De drukste weg van Engeland en, naar men beweert, tevens de drukste weg ter wereld, de Great West Road, die van Londen naar het Westen van Engeland voert, wordt over een af stand van verscheidene mijlen door prachtige breede fietspaden begrensd, maar ternauwernood de helft der wielrijders maakt daarvan gebruik, waarschijnlijk doordat zjj gewoon zijn de groote wegen te berijden, en zich op een fietspad nog niet „thuis voelen”. Bovendien heerscht er een zekere vijandschap tegen de paden, waarschijn lijk voortspruitend uit de vrees dat hun aanleg ten slotte lelden zal tot de invoering eener rjj- wlelbelastlng. Wielrijders kunnen niet gedwongen worden van fietspaden gebruik te maken, zy hebben hetzelfde recht op den openbaren weg als ieder ander bestuurder van een vervoermiddel, en al leen bij Parlementswet zouden de wegen, waar langs fietspaden aangelegd zijn, voor wielrijders gesloten kunnen worden. Aangezien niet alleen de wielrjjdersbonden, doch ook (wat veel be- langrjjker is) de rijwlelfabrlkanten vijandig staan tegenover fietspaden, is het onwaarschijn lijk dat het Parlement een wet zal aannemen die de verontwaardiging van eenige mlllioenen kiezers, en het misnoegen van een aantal mach tige industrieelen, zou gaande maken. De Bond van Graafschapsraden (d l. provin ciale besturen) heeft desniettemin den minister van Transport in overweging gegeven een wets ontwerp betreffende fietspaden in te dienen. Óe onmlddellljke aanleiding hiertoe is zeer merk waardig. De secretaris van den Graafschapsraad van Essex (ten Noorden van Londen) heeft na melijk aan den Bond van Graafschapsraden een brief geschreven, waarin hl) beweert: niet zekere politieke leiders ons geleerd, dat „weerloosheid” de beste waarborg is om in den oorlog tusschen omringende staten ongemoeid te blijven? Dit zijn slechts dwalingen en défaltistische drogredenen. Zij zijn niet .JJmburgsch" zoo als hierna zal blijken. Wie eenig besef heeft van de gespannen verhoudingen in het tot de tanden gewapend Europa, wie begrijpt, dat het moderne oorlogsbedrijf nlets-ontziende, onmen- scheljjke methoden huldigt om maar het oor logsdoel zoo snel mogelijk te bereiken, die zal moeten toegeven, dat bij een uitgebroken West- Europeeschen oorlog Nederlands eenige kans om niet daarin te worden meegesleept, slechte hierin kan zijn gelegen, dat elke strijdende party door onze krachtige verdedlgingsvoorbe- reldlng en volledige gereedheid tot afweer er van worde afgeschrikt ons in den strijd te be trekken en hierdoor onze weermacht aan de zyde der andere party te doen treden. Het is ook niet juist dat Limburg buiten de Nederlandsche verdedlgingssfeer zou zyn gelegen en niet verdedigd zou worden. De bescherming onzer nationale veiligheid en de gewapende handhaving onzer onzydigheid begint aan de Wanneer men daartegenover ziet, dat biy- kens de laatst verschenen lyst van „Nieuwe Uitgaven in Nederland” in één maand tyds alleen in Noord-Nederland 42 oorspronkeiyke en 29 vertaalde romans, voor veruit het groot ste deel van geenerlei of van een zeer geringe geestelijke waarde, het licht konden zien, dan krijgt men van de cultureele politiek onzer Ne derlandsche ultgeveryen en misschien ook van het peil van het Nederlandsche publiek toch Wel een zeer ongunstige voorstelling. De Nederlandsche Katholieken munten in dit opzicht ook niet uit. Vay enkele groote Katho lieke geesten uit vroegere eeuwen noemden wij ae namen reeds. Het is toch op de eerste plaats de schuld der Katholieken, dat hun werken niet vertaald zyn. En als wjj nagaan, wat er van hedendaagsche Katholieke schrijvers hier vertaald wordt, valt de oogst ook niet mee. Van Claudel bezitten wy^zoo goed als niets, van Maritain twee boeken en een bloemlezing, van Belloc enkele boeken, Van Dawson binnenkort één boek, van Theodor Haecker niets. Maar litteratuur van minderen rang is er te kust en te keur vertaald! Men mag er zich daarom over verheugen, dat Dr. Anton van Duinkerken zich van tyd tot tyd er toe zet, om het geestelyk bezit van ons volk door een goede vertaling van een waardevol boek te vergrooten. Hij toont daar bij een byzondere voorkeur voor de werken van den H. Bernard van Clairvaux, den grooten en geesteiyken Het is eigeniyk Van Duinkerken'» terwyi elders uitgewerkt, moeiiykheden het werk gegroeid In omvang en diepte, boekje nu wil een herdenkingsuitgave maar het brengt ons tevens Interessante arti kelen, die op zich reeds een werking ten goe de zullen kunnen uitoefenen. De medisch-opvoedkundige bureaux begon nen voor tien jaar terug hun werk; nu bestaan er bureaux in Amsterdam. Den Haag, Haarlem, Lelden. Rotterdam en Utrecht, plannen voor oprichting worden Ondanks soms flnancieele den lezer nog te verrassen met een biografische schets van Bernard’s latere leven en daarna weer over te gaan tot beschouwingen over de verhouding tusschen Bint Bernard en Petrus Venerabills. De»e tekortkomingen zyn overi gens niet in staat, den algemeenen Indruk weg te nemen, dat hier de lezer in een prettig en vlot geschreven stuk zoover gebracht wordt, dat hy den tekst met kennis van zaken kan genieten. Ook in een twintigtal bladzyden met aanteekenlngen worden voor den minder des kundigen lezer rïog allerlei moeiiykheden uit den weg geruimd. Wat van Duinkerken’s vertaling zelf betreft: •r zyn wel eens kleinigheden, waar ik het met F ken, tot dezen c--- dezen niets en niemand ontalenden asceet,'’de zen verachter van alles wat het aardsche le ven Veraangenamen kan. En wanneer van Duinkerken in de inleiding op deze nieuwe vertaling de figuren van Petrus Venerabills en Bernard van Clairvaux tegenover elkander plaatst, wekt hy ook sterk den Indruk, dat zyn sympathie toch eigeniyk meer uitgaat naar iemand met den aard van den milden en menschkundigen abt van Cluny. Doch al kan ik van Duinkerken’s voorkeur eigeniyk maar moeiiyk verklaren, ik verheug mU er daarom niet minder om, dat hy door zyn vertalingen de werken van Sint Bernard voor een grooter publiek toegankeiyk maakt. zyn keuze Is ditmaal gevallen op twee klei ne werken van den schryver zyner voorkeur, den befaamden „Brief in den regen”, aan wiens ontstaan een mooie legende verbonden is, en het „Verweerschrift”. Beide werkjes zyn be- langryke documenten van den grooten stryd om de hervorming der kloosters, in welken Bint Bernard zulk een belangryke rol gespeeld heeft. Maar ongetwyfeld zyn zy ook nog meer dan belangryke historische documenten. In den „Brief in den regen” tracht Bernar dus zyn neef Robert, die van de orde der cis- terciénsers op een wyze, die Inderdaad beden- keiyk was, overging naar die der Clunlacen- sers, te bewegen om weer naar zyn oude kloos ter terug te keeren. Het to een treffend stuk, recht uk het hart geschreven, waarin de bar- sche houwdegen, die Bernard was, zich diep venootmoedigt en zyn eigen tekortkomingen erkent, docy waar het ootmoedig berouw toch niet kan verhinderen, dat de onvefbiddeiyke soldaat van tyd tot ty<j zyn stem verheft. In het „Verweerschrift” verdedigt Sint Ber nard de orde der Cisterclénsers tegen een fei len aanval van Petrus Venerabills, den abt van Cluny. By iemand van zyn aard spreekt het wel vanzelf, dat het betoog niet tot verde diging beperkt biyft en dat heftige aanvallen op de levenswijze van de Benedictijnen van Cluny een belangryk deel van het werk vor- men. Doch men dient niet te vee! acht te slaan op de eigenaardigheden, die het geschrift aan het karakter van zyn schryver en aan de aan leiding tot zyn ontstaan te danken heeft; wat de essentleele en alty<j actueele waarde ervan uitmaakt is, dat wy Christenen hier door een bezielde, een profetische stem vermaand wor den om de wereld en haar ydelheden te ver achten en te vluchten, herinnerd worden aan den geest van het Evangelie. Van Duinkerken heeft aan zyn vertalingen een inleiding doen voorafgaan van ongeveer 70 bladzyden, waarin hy zich klaarbiykelyk vooral wendend tot een nlet-Kathollek publiek, geiyk ook enkele apologetische wendingen be- wyzen niet alleen de omstandigheden schil dert, die onmiddeliyk tot het ontstaan der beide door hem vertaalde werkjes geleid 1 doch ab ovo beginnend in groote Hjnen de’ ontwikkeling van het kloosterleven vanaf Sint Benedlctus tot op de dagen van Sint Bernard schetst. Enkele kleine vluchtigheden en on juistheden, waaraan hy zich daarby schuldig maakt ik wil alleen de op blz. 13 geuite mee- ning, dat de Germaansche volkeren van de vroege Middeleeuwen door een „heldenschen rassenhaat” bezield geweest zouden zyn, ver melden mogen wy den schryver niet te zwaar aanrekenen. Erger lykt my de compo sitorische fout, die van Duinkerken gemaakt heeft, door na paragraaf 11, die aandoet als een uitvoerige, de inleiding besluitende be- schouwing over Sint Bernard’s persooniykheid, heden kan beschikken om dergeiyke aanvallen n de inleiding op zyn onlangs verschenen vertaling van de „Zelfbespiegelingen" van Marcus Aurelius, een over geheel de be- wereld vermaard boek, vertelt Nico van Buchtelen, dat zyn vertaling de eerste vol ledige Nederlandsche is sinds 1658. Dit kleine feit is zeer kenschetsend. De groote meesterwerken der wereldlitteratuur, de werken der groote denkers, zy zyn den Nederlander slechts in een zeer beperkte mate door cou rante vertellingen toegankeiyk. Ga naar een boekwinkel en vraag daar een Nederlandsche vertaling van Sophokles, van Euripides, naar een volledigen of zelfs naar een onvolledigen Plato, naar een vertaling van de voornaamste werken van Aristoteles, vraag naar onzen Plutarchus, onzen Lucretius, onzen Horatius, onzen Augustinus, onzen Bernardus, onzen Bonaventura, vraag naar een paar handige boekdeelen met de voornaamste drama’s van Calderon, naar een Nederlandschen Molière, een Milton, naar een vertaling van de voor naamste werken van Newman: met ieder van deze vragen zult gy den boekhandelaar in ver legenheid brengen! ten, zonder voorafgaande oorlogsverklaring, de tegenparty onverhoeds op het lyf te vallen. De smalle landstrook van Zuld-Llmburg kan in weinige minuten worden overgevlogen. Wanneer wy deze schending zonder krachtig, daadwer- keiyk verweer toelaten, verzaken wy onzen vol- kenrechteiyken onzydigheidsplicht; wy lokken de tegenparty van den schender uit tot geiyx misbruik van ons luchtgebied en onverbiddeiyk wordt Nederland oor logs terrein, met alle nood lottige gevolgen hiervan. Hiertegen kan slechts één middel baten, al thans een redciyke kans bieden op ontkomlng aan dit onheil: zeer krachtige en parate orga nisatie onzer luchtverdediging, vooral in Lim burg. Dit hebben Limburgs ingezetenen sedert lang begrepen. In Juni 1934 namen een aantal bur gemeesters van Llmburgsche gemeenten deel aan een request, waarin zy, samen met een aan tal hunner ambtgenooten in N. Brabant, Uit drukking gaven aan hun ernstige bezorgdheid en die van velen hunner gemeentenaren, we gens den geheel onvoldoenden toestand van 1 lands weermiddelen en de hieruit voortvloeiende gevaren, vooral ook voor de zuidelijke provin ciën des lands, weshalve zy nadrukkeiyk ver zochten, maatregelen tot verhooglng onzer weer baarheid en versterking onzer weermacht te treffen. Uit deze vaderlandslievende daad vloei de een nationale beweging voort, aanvankeiyk in de zuldeiyke provinciën, later veld winnende over het geheele land. Maastricht had reeds in Mei 1934 het voorbeeld gegeven door de vor ming van het eerste Comité voor Nationale Veiligheid, weldra in tal van plaatsen nage volgd en tenslotte samengevat in de stichting op 20 October 1934 van de Vereenlglng voor Nationale Veiligheid. y-y ezer dagen herdachten <te Methodist»» 1 over heel de wereld den tweehondêwZi»? „bekeerlngsdag” van John Wesley De Methodisten vormen wellicht de grootst» protestantsche gemeenschap op aarde. Zij heb. ben hun aanhangers in alle deelen van de wé reld. zy hebben hun aanhangers in alle de. len van de wereld, zy tellen mlllioenen voi~I lingen in Ekigeland, nog meer mlllioenen voteZ Vereenigde Staten, en vele honderdduizenden in Canada, in Australië, in Nieuw-Zeelanden alom waar de Etogelsche taal gesproken wordt Hun aantal wordt geschat op 50.000.000 in uitgestrekte gebieden van Engeland en Wal» en vooral in Cornwall, kan men gaan van stad tot stad, en van dorp tót dorp, zonder éérf Anglikaansche (of, helaas! Katholieke) kerk re zien, maar het middelpunt van elke kleine nv» schengemeenschap is daar een Wesleyaanschë kerk onmiddeliyk te herkennen aan hatr eigenaardigen bouw, waardoor zy zou herinne ren aan een openbare vergaderzaal, wanneer zy niet tevens iets had van een volgens zeer onorthodoxe beginselen opgetrokken synagoge. In tweehonderd jaren tyds is het Method^, me de grootste stuwkracht geweest in het gods dienstig leven van het niet-Katholieke deel der Engelsch-sprekende volken. Naar Katholieken standaard en deze is de eenig juiste kan de Methodistische kerk zelfs geen kerk genoemd worden, want een po ging tot Instelling óf handhaving van een prie». terschap werd nooit aangewend, maar in dit opzicht onderscheidt het Methodisme zich niet van tal van andere Protestantsche kerkge meenschappen. De moreele invloed van het Methodisme evenwel oiuneteiyk geweest, en zoo Wesley zyn opvolgers al dwaalden en volhardden te dwaling, zy hadden den geest, den ijver, de on wankelbare overtuiging van evangelisten, en bulten Katholieke kringen vindt men nergens in Engeland zooveel Chrlsteiyke oprechtheid, zooveel vastberadenheid om naar vermogen God werkeiyk te dienen als juist onder ito Wosleyanen, die In byna elk ander opzicht onze tegenvoeters zyn. In een tyd, waarin de Anglikaansche kerk verkeerde in een peilloos diep moreel verval, waaruit zy eerst honderd jaren geleden, dank zy de Oxfordbeweging en de algemeene herleving van het godsdienstig besef, opgebeurd werd, waren de Methodisten de vaandeldragers van ChristeUjke moraal en Christeiyke liefde. Wésley kwam voort uit de kringen der An glikaansche kerk; hy zelf was tot AngUkaansch priester gewyd, en blaakte van yver voor zyn kerk, die hem tenslotte uitstootte. Hy werd ito grootste openlucht-predlker, dien toigeland ooit gehad heeft. Duizenden stroomden samen, waar hy zyn rostrum opzette, en duizenden I volgden hem. Eerst in het Noorden van Enge land, daarna in het midden, vttvolgens in Cornwall. Hy stak over naar Noord-Ierland, bereisde Schotland, stak over naar New York, en stichtte ook daar een jaar. I Hy was een zwak man, maar had een Use- I ren wil. Als student te Oxford had hy reeds geleden aan haemorrhage van de longen; tal van malen was hy hopeloos ziek geweest; toen by vyftig was stierf hy byna aan tering; op zyn zeventigste jaar onderging hy een operette. En toch werkte hy geiyk zelden een man ge werkt heeft. Meer dan 40.000 preeken heeft hy gehouden. 5000 myien legde hy elk jaar af, meestal te paard van plaats tot plaats trek kend. 42 malen heeft hy de lersche see' iwer- gestoken en eenige malen den Oceaan, in een tyd, waarin een reis naar Amerika vele weken duurde. Door zyn allesbeheerschende overtui ging en de geestdrift, waarmede deze gepaard ging, door een onwankeltmar geloof in zyn mis sie en door een strenge zelftucht, die hy ook oplegde aan al zy» volgelingen, overwon hy-de zwakheid van zyn lichaam en ook die van den ouderdom, want hy werkte, en werkt? Mrd tot I aan zyn dood op ja-jarigen leeftijd. John Wesley is een van de grootste, en zon der twyfel de ixrvloedrykste figuur geweest ia I de geschiedenis van het Engelsche Protesten- I tlsme. De katholieken, die toch zoo oneindig ver van hem afstaan, hebben redenen hem dankbaar te zyn, want deze man, die meer dan eenig ander leider doordrong in de harten I van het volk, heeft het aanzien gegeven aaa dien geest van Chrlsteiyke verdraagzaamheid, welke sinds de dagen van Hendrik vm ia Engeland ontbroken had, en welke ruim hon derd Jaren geleden datgene, wat wy de Ka tholieke emancipatie noemden, mogeiyk maakte. Wat nu was die zoogenaamde „bekeerlng", welke in alle Engelsch-sprekende landen her dacht werd en welke zulke onmetelijke gevol gen gehad heeft voor de godsdienstige moraal en de godsdienstige moraliteit van de Briteche volken? Een eigeniyke bekeerlng was het niet, noch in den gebrulkeiyken zin van het woord, noch in den ruimeren zin van een plotselinge, snelle ontwikkeling langs eenmaal begane ba* nen, maar zyn volgelingen en vereerders ko zen dezen naam voor wat in werkelijkheid bet hoogtepunt was van een langen geesteiyken en emotioneelen stryd. Te Oxford hadden hy en andere theologi sche studenten een club gevormd, die wegens de strenge piëteit der leden met den spotnaam „Heilige Club” aangeduid werd. De leden had den den spotnaam tot eerenaam gemaakt. An deren noemden hen plagend de methodisten, naar een zeventiende-eeuwsche beweging tot strenge toepassing van de regelen en voor schriften der kerk. Thomas Kempls was ds leermeester, wiens invloed hy in zijn studen- tentyd het meest ondervond. Weinige jaren na zyn studietya vertrok hy naar Amerika, waar hjj op de grondslagen van de Heilige Club een vereenlglng vormde, en preekte met denzelfden yver, dien hy gedurende heel zyn verdere lé ven in Engeland aan den dag zou leggen. Ter- zelfdertyd gaf hy op onmiskenbare wyze blijk van zyn High Church-neigingen, hetgeen hem de ongenade der kerkeiyke overheden berok kende. Indien toen het katholicisme niet na genoeg uit Engeland gebannen was, zou hl) wellicht den weg tot de Waarheid gevonden hebben. Hy zocht onvermoeid, steeds biddend om voorlichting, en vond veel waarheid, maar nooit d e Waarheid, waarvan hy zich steeds verder verwyderde, in een op zichzelf loffe- hJk streven de vele waarheden, die elk op zich zelf onvolmaakt zyn, tot één geheel te veresnl- gen. Door romp, ledematen en hoofd aan el kaar te bevestigen, krygt men geen mensch, en door vele waarheden aan elkaar te bevesti gen krygt men d e Waarheid niet. Menschen kunnen geen mensch, maar i niet de Waarheid maken. In Amerika kwam Wesley in aanraking met de Moravische broeders, en te Londen teruf- ling. Hier is voorzeker de stof en de ge- gekeerd bezocht hy op 29 Mei 1738 een Mora- leid aanwezig tot het aankweeken van vische byeenkomst in Aldersgate street, en d» uitwerking daarvan heeft hy zelf beschreven in de woorden: „Ik voelde myn hart vreemd ver warmd. Ik voelde dat ik vertrouwde in Chrte- tus, in Christus alleen, en ik was ervan ver- i zekerd dat Hy myn zonden, ja zelfs myn «on geput, wat de oorlogsdlenst aan vllegpersoneel den weggenomen, en my de wet van zonde zal verelschen. Daarom wil het Luchtver- dood bespaard had dedigingsfonds de daadwerkeiyke beoefening Dienzelfden morgen had hy zyn Bijbel |e- van de luchtvaart in den rulmsten zin bevor- opend, toevallig by woorden, die diepen tn- deren. Het gaat hier niet alleen om een defen- druk op hem gemaakt hadden- „Gy sUt niet ---’—'ver van het Konlnkryk Gods”. i Dé gevoelens, welke hem op de byeenkotnm Daarom wil ik besluiten met den wensch, dat in Aldergate street overmanden, en welke men de Llmburgsche bevolking in grooten getale als zyn „bekeerlng” aimduldt, waren in wer- gehoor moge geven asm den dringenden oproep keiykheld door niets anders veroorzaakt d*n van het Luchtverdedlgingsfonds en van de Ver- I door een plotseling wegtrekken van allen twD- eenlging voor Nationale Veiligheid, om het aan- fel. Masu- de zekerheid, die hy thans verkreeg, gevangen nationale werk door algemeene deel- was niet de zekerheid van de Waarheid. Bi neming en taüryke bydragen te steunen en te toch, hoevelen onzer die de Waarheid helpen volbrengen. Men beseffe, dat er ten aan- kennen, hebben daarmee onnoemiyk veel min zien onzer luchtverdediging een noodtoestand der, en vooral onnoemeiyk veel minder go*” heerscht en niemand weet, hoeveel tyd ons nog gedaan dan Wesley met de sublieme dwaling, aal worden gelaten om het vroeger verzuimde In die hem maakte tot den grootsten en te halen. Laat allen biyk geven van hun onver- lendsten geest van het Engelsche proteetan- brekeiyke trouw aan ons geliefd Oranjehuis tlsme, en tot den beschaver van de harten der en van offervaardigheid voor het Vaderland, i protestantsche Christenen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1938 | | pagina 20