N GEVLOCHTEN CEINTUUR LS M „A DOUBLE USAGE" r 3 r '5 7 s. De kracht van een „Werkteekentng bü ceintuur” katholiek gezin ONS PRIJSRAADSEL Het ketting-raadsel Te Rennet in Frankrijk Thant de figuur-puzzle O plotting vorig roodtel 2. Eureka, 4 Prytwinnaart Zo. n. a Het nieuwe roodtel 4 J- Vic. Zonneveld heeft leeren bidden t. A drb Congres over het Christelijk huwelijk KN WW dk bord voor «ch Mot moet óxtr« voorzichtig wont hf ’■voor- ■oagsweg (óók bet verknor van boks laten v44rgaan} BRABANTSCHE BRIEVEN 'NEN GLORIEUZEN PINKSTEREN! Jk was bang van die reK Dré. Bang! In ZATERDAG 4 JUNI 1938 Correspondentie =3 14. beschouwing den van tot een school af gelegd 15. na Schrijven we ons gegeven dozijntje als volgt: van een katholiek gezinsleven! zUn. ■N N. O. /S. iiiifiiiiiiiiitfmiiiiiiiinii ULVENHOUT, 1 Juni IBM. Amico. ik heb haar ICE OR ‘EN WIE T KLEINE NIET EERT. IS T GROOTE NIET WEERD Thans volgt de fitfuur-puzzle (de vorige week reeds abusievelijk aangekondigd), volgens het hierbij gepubliceerde schema: De mode geeft, nu de blouse-dracht zoo en vogue is. zoowel het een als het ander aan, hoewel nauwelijks opgemerkt behoeft te worden dat men een doorschijnende blouse in den rok draagt, omdat anders het effect van de kleur verschillend is, waar het gedeelte dat óver de rok valt, donkerder doorschijnt. idea G: Ook op dit congres bleek, hoe de oude chris telijke huwelijksleer het eeuwig-mooie en eeu- wlg-frlssche karakter blijft behouden van een lente, die in staat zal zijn het geheele persoon lijke en sociale leven een verblijdende vernieu wing te doen ondergaan. scheuren, toen ie naar Amerika ging. En ik zee ook maar niks. Begreep. Al weken had er iets anders in 'm geleefd, dan Kunst en 'nen hond. Dan theorieën, uitgebalkt mee veul verdommes. Ja daar was veul. veul gebeyrd in deuzen witkop, die veur den aooveulsten keer van z'n leven, mee geweld, mee pijn ook, z’n ziel ten binnenstebuiten had moeten keeren. 1. 2. 3. 4. 5. e. 7. 9. 10. 11. 12. 13. Om aan het beswaar van het niet blijven zit ten van de blouse in den rok tegemoet te ko men, neme men bij voorkeur een elastieken rokband, die meer .slot” geeft Sch.: 10 x z H.A. V.xxxx R.: H. x KI.: x x in X weergaren mee den klink van m’n eigen huisdeur, zóó rap wllde-n-ik zijn, om mijnen goeten kameraad weer in z’nen scherpen, wit ten kop te kunnen zien. En als ik de deur mee ’nen smak had open gesmeten, dan bonsden we teugen malkaar aan, zoo rap wou ik naar buiten en den Vlc naar binnen. Efkens stonden we malkaar zwijgend aan te zien, de knuisten in malkaar. „Den eigensten Vic,” docht ik. „Gin haar aan veranderd! BJuust als ik 'm heb weggebrocht naar t schip." „Vic,” zee ik toen. Anders niks. „Dré,” zee den Vic. Meer nie. En dap, de knuisten nog in makaar, trok ik 'm binnen. „Ah. Trulke,” riep ie: ..morgen kom ik op je Zondagschen koffie-met-koek, hoor!" ..Geren,” lachte Trui: „geren meneer Zonne veld en vertel ’ns? Zijde alleen toch nie?” „Hanneke en Moeder zijn nog in Amsterdam en voor ik X vergeet, beste menschen, je hebt beiden hun hartelijke groeten I” Toen sloot ik de deur. „Vic. die auto mot die blijven staan, of....?" „Nee, Dré, die kan opdonderen. Wacht *k zal ’m even z'n congé geven, dan voel ik me heele- mAAl weer thuis!" En watervlug van bewegingen ging ie den erf op, rekende daar af, mee den chauffeur, kwam terug, zeilde z’n grooten flambard naar "nen verren stoel, groef in z’n broekzakken naar z’n pijp en *n puntje tabak en stond onderwijle, mee den flaauwen glimlach van toen dlep-ge- lukkigen mensch rond te zien deur den huis, sjecuur inventariseerend of alles gebleven was, als vóór ie vertrok. Ik zee niks, liet in stil be tijen. Zette z’nen stoel gereed, op de plek waar ie zoo dikkels mee gezeten had. .Honger?" vroeg Trui. „Zal k tos ’n smake lijk koffiemaal veur oe gereed maken?” manier waarop JU t vraagt. Trulke, doet to mensch trek krUgenl” Jaren had ik niet geweten wat dat was, bang- zljn. Menschen. onverschillig geworden van ver driet en broerdigheid, zijn niet bang! Ik.... werd het weer.... daar aan dien steiger. En ik wist toen niet.... dat het *n begin was van.... van to ander leven." Toen ging ie weer ’n versche pijp stoppen. Maar Trui zee, ze had al dieèn tijd, bakkende en luisterende gezwegen: .jieeè, meneer Zonne veld, nou eerst eten.” Toen kwam Dré III binnen. Frisch, blinkend van den groenen zeep, gezond, bruin van den buiten, vierkant van kracht, ’nen kop grooter dan den Vic. "k Ben altU weer trotsch als ik dit jonk kan laten zien. En voor den Vlc aan de gedekte tafel schoof, keek ie m'nen compagnon efkens mee bewondering veur dit brok wasdom aan, schudde ’m den knuist en zee: „Je bent weer to halven kop gegroeid!” W. Z. Sch.: A. X x H.HB. 9 De inzenders van een goede oplossing, die door het lot met een prijs werden begunstigd, zijn; C. van Loon, Oeverstraat 51, Arnhem: J. van Maar- sen, Lauriergracht 13 n, Amsterdam-C; G. J. Meijer, Kerkweg A. 184, Limmen (NIH.); J. H. A. Thiers, Croeselaan 182, Utrecht; P. Tilanus, Alexanderlaan 20, Hilversum; mej. Trees Weller, Jelgersmastraat 14, Haarlem. „Zoo mag ik 1 geren hoeren," zei Trui: „Dré, geef den ham ’ns aan!” En efkens tater dan sisten de ham en de elers in de pan en kroelde den plttigen bakgeur deur den huis. Veul had den Vic nog nie gezeed. En ik had maar genogt, te kijken naar dieën vredigen, glimlachenden kop, waarover ’nen trek, dien k er vroeger nooit op gezien had. Endat be greep ik nou pas, er altlj op gezocht had. Dit was den Vic, zooals ie zijn moest! Toen zuchtte-n-ie tos, smoorde smakelijk aan z’n pUp die van Hanneke en zee: „God dank, Dré! Weer thuis! Weer in Ulvenhout!” „Eto veul welkom, Vic!” Toen keek ie me tos aan, wlerd ’n bietje ge roerd en antwoordde: „bedankt. Jong!” „En.... Vlc. waar is.... oew vrouwvolk?” „In Amsterdam. In t ziekenhuis. Nee, schrik niet, X Was beter, vonden Hanneke en ik, dat Moeder daar even to paar dagen bekwam van de reis. Hanneke is bij haar.” HU zweeg. Dee 'n paar trekken aan z’n pUp, keek naar de plavuizen. Toen: ,jn’n vrouw is zeer, zeer zwak, Dré." Trok weer aan z’n pjjp. „Oud geworden. Ik.... eh.... den eersten keer niet herkend.... Toen kwam den Vic van X Boschhuis weer veur m’n oogen. Den stroeven, pelnzenden kop. mee de troebele schildersoogen. Troebel van X staren in de verten. „Ze.... heeft., gen, m’n Lien. En Dré m lachte to bietje verlegen. Zee toen: „bljj u weer op ons dorp te zien, meneer Zon neveld.” „Dank je, kerel! En vertel me tos, wat heb JU ondertusachen uitgevoerd?” „Gewerkt,” zee Dré III mee opgetrokken wenkbraauwen. alsof ie zeggen wou: wat anders? „En riep ik fier: „den eersten prijs ge wonnen op X concours-hippique in den race mee hindernissen!” „JU?" vroeg den Vic verwonderd. Dré knikte. „En hij is nou eigenèèr van to renpeerd!” Den Vlc werd efkens stil. Weer was dieën nieuwen, wUzen. glimlachenden trek op z’n kop komen glanzen. Zoo keek ie van Dré III naar mU, van mU naar Dré m. Toen stak ie ons to hand toe en zee: .allebei gefeliciteerdman nen!" „Ge lot al dat kostelUk eten en oewen koffie koud worden,” zee Trui bezorgd. „Allee, schuif nou ’ns aan, meneer Zonneveld.” „Is de juffrouw niet meegekomen, meneer Zonneveld?" vroeg m'nen piqueur. Weer keek den Vic *m eerst 'ns aan, veur ie antwoordde Dan zee-t-ie: „over to paar dagen, Dré, dan komt Hanneke weer hier. Voorgoed! Met.... raad eens....?” .Met mevrouw,” raaide m’n haaske, die na tuur Ujk dikkels iets gehoord en begrepen had. .Juist!" riep den Vlc, mee to plaaierige stem. ,J*Un,” zee m’n baaske heeech. En X jonk meende X zóó hartgrondig, voel den wU, dat we efkens stil zwegen. Nog gin woord had den Vic gesproken over z’n werk. Over Herman. Mee gin woord geïnfor meerd naar den Jaan z’nen oppaa. Kortom, naar alles waar la z'n ziel van had motten toa- Weer een tamelUk lastige baas, was het vrU algemeene gevoélen. Het was maar wat goed, vernamen we, dat we die beide opmerkingen omtrent liet op zUn plaats blUven van een der woorden en de veel gebruikte afkorting van het lidwoord het gemaakt hadden. „Zonder die hulp waren we er nooit mee klaar gekomen!” We geven nog erels een nummertje van het zwaardere slag, en dan gaan we weer eens een toontje lager zingen WIElrjJdef SloTKLank SneltrEIN IngENIeur CompETEnt PERTinent MachinIBT BouwGROnd RoombOTEr NIEmendal VeTWElder OndERDaan dan komt op de plaats der kruisjes het spreek woord voor den dag, nJ.: „X Goeie woord, man! En dat moest ik je even zeggen, hier in deze manedreef. In dezen won deren kathedraal, waarin de nacht *n dag is." HU zweeg toen. Ik zag z’n krullen glanzen in 't tooverachtige manelicht. Toen: „Dré, hier ga "k nooit weer weg. Hier \ond ik mezelf terug. Mjjn vrede ook. Ik heb gepraat met die boomen, gevloekt, gestameld, gebeden, ge-tobd. Toen.... heeft..,. God me aangeraakt. En dat was vol doende. Hier.... blijf ik!" „Vic. als ge eenmaal met de boomen hebt loe ren spreken, ik kén dat, dan kunt ge ze nooit meer in den steek laten." „Ik was weer verscheiden nachten op zee, Dré. En vele uren heb ik in den nacht over de reeling van het achterschip gehangen. Ik mag dan zoo gaarne mUmeren in die woelige, rul- schende. witte schuimstreep, achter *t schip. Maar Dré, wtt is het geheim toch? Die open zee, bU helderen nacht nooit kon ik er ver genoeg kUken. Dit lichte manebosch, ik zie de dreef teneinde! Je wordt soms bang voor de schoonheid, hier!” „Op zee nie?” „Nooit! Ik was er met storm. Ze kookte en was massief als slappe groene zeep, krachten hulzen hoog Het schuim rolde over dat groene massief. En ik vond het schoon. En dacht: verzuipen in die schoonheid is niet erg. Ik voelde me groot. Ontzaglijk groot in dat brok woedende natuur! Hier?%— Ik zweet in die «rondere, «ritte stilte van dit kristallen bosch. Ik voel me klein en ik kan weer verlan gen naar zoo'n aanraking van God! Ito hier denk ik niet om de schoonheid van.... verzui pen: hier «ril ik.... leven! Léven, Dré. Bidden en werken: Ik «ril hier.gelukkig zijn, met.... (hU snikte) met vrouw en kind!" 'Nen kouwen stroom glee langs m’nen nek. tWas of d'eeuwigheld hier langs ons ging Iets wonderlijks, iets nie-van-deuze-weareld ging voorbU. En.... en ik voelde me zoo.... zoo «rit als t manelicht. Toen zee den Vic. mee zachte stem: „Dré, het wAs er weer.” Jk wéét t. Vte.” Toen vroeg ie me. hem venter alken te laten, Ik begreep.... en ging verom naar Trui, die KI.: A 10 Zuid moet 3 8. A. spelen en West komt uit met een kleine Harten, waardoor Noord met de 10 aan slag komt. Zuid moet oppassen, dat Oost niet aan slag komt, aangezien dan door zijn Hartenvork heen getrokken wordt en een precies paarlemoer lijkt deze eigengevlochten teintuur van cellophaan-papier. Elk willekeurig materiaal kan overigens voor dit vlechtwerk genomen worden, maar in Engeland is het se dert eenlgen tUd een rage om dergelUke cein tuurs te vlechten uit het doorzichtige sigaretten papier en het effect is werkelijk uiterst verras send. ingewikkeld is het niet, als men de instruc- tiee maar precies volgt en de teekeningen even bestudeert. Men vlecht met tweemaal dubbel gevouwen reepjes van één centimeter breedte, steeds van rechts naar links werkend en na eiken toer het werk keerend. De vlechtreepen hebben een gevarieerde lengte van 7 tot 15 cM.; ea als we ze uit het materiaal knippen een breedte van 4 c.M. Om te beginnen vouwen we deze roepen eerst' éénmaal dubbel, dan weer open om vervolgens de buitenranden tegen de middenvouw te leg gen, waardoor een vierdubbel dikke reep ont staat van één centimeter breedte, die we, zoo- als de teekenlng laat zién op fig. I, over de breedte in vieren knikken. Voor begin en einde van de ceintuur nemen we de korte roepen van zeven centimeter om geleidelijk aan met de breedero te vlechten. Het eerste klaargevouwen reepje, dus tweemaal dub- belgeknlkt, meet twee centimeter, het tweede en derde drie centimeter en alle volgende circa 4 centimeter. Als men begint te vlechten houdt men, zoo als op fig. II aangegeven, het eerste reepje even open, zoodat men het tweede reepje er van bul ten omheen kan leggen, de binnenzijden er bin nen in brengend, dit dichtvouwen, niet keeren ea dan, zooals op fig. III het derde reepje aan brengen; keeren. Volgens fig. IV nu verder beide einden van het vierde reepje door de lussen van bet eerste reepje heenhalen, zoodat de «in den ran dit vierde reepje buiten om het derde been grijpen. Dan, zooals in fig. V getoond is, hetwelk een verder stadium van het vlechtwerk laat zien, is elk der einden van het vijfde reepje door de lussen van het tweede heen- gestoken, zoodat de einden van het vijfde reepje om het vierde heengrijpen. De zesde reep vlechten zooals in f ig. V. En zoo gaat men steeds verder tot de vereischte ceintuurlengte bereikt is. Sluiting kan men met twee ringen, gesp of knoop, geheel naar eigen smaak aanbrengen. opgebleven wm; nieuwsgierigheid, amico. anders niks. Maar wkt moest ik heur nou vertelten. Kom. ik schel er af. Volgende week meer Veul groeten van Trui. Dré Hl en als altU gin horke minder van oewen staande uiteenzetting zeer nuttig geweest en ik ben den geachten opponent dan ook dank baar, dat hU mjj daartoe door xjjn critiek de gelegenheid heeft gegeven. Tot slot rest mjj dan het spel van de week: Sch.: H. V. x 1 H.: 10 x R.: A. 10 x KI.: H. B. 8 x Sch.: B. x x x H. x x R.: V. x x KL: V. x x x Een smalle, dubbelgestikte ceintuur binnen- van mijn systeem, maar anderzijds is boven- ^«tebuiten draaien kan een peuterwerkjs dat soms veel geduld, tijd en handigheid ver- elscht. Het is te ondervangen door aan de eene zijde, die men dlchtstikt, een stuk band vast te rijgen, iets langer dan de ceintuur en. vsm- zelfsprekend, aan de binnenzijde van de stof gelegd. Als de ceintuur gestikt is, heeft men slechts aan dezen band te trekken om de cein tuur te keeren, hetgeen niet de minste moei lijkheid zal opleveren. Het stukje Band is daar na weer gemakkelijk uit te tomen. Een wit handwerk, speciaal Richelieuwerk wordt gauw smoezelig, wanneer men het werk dikwijls In de hand neemt en weer neerlegt. In plaats van het werk op te rollen, hetgeen bij het werken niet altijd even practise!) is, kan men doorzichtig papier over het gewerkte heen- rijgen, waardoor men het geheele kleed ter beschikking houdt en vuilworden uitgesloten is. Zijden japonnen en blouses, die door het drogen aan waschknlppen soms leelljke moeten aan de schouders krijgen, hangen we te dro gen aan een band, dien we door de beide mou wen heenrljgen. Het jaarlljksch congres van de Association du Mariage Chrétien werd ditmaal gehouden te Rennes in de laatste dagen der maand April. Van de aldaar uitgesproken redevoeringen ver melden wjj die van Abbé Bragade, waarin be klemtoond werd hoe het huwelijk van den be ginne af een roeping genoemd diende te wor den. Man en vrouw bekleeden een waar pries terschap, «rant hun taak is het om de ziel, het hart en geweten te vormen van de kinde ren die aan hen het leven danken. Dit is een waarlijk Goddelijke taak, die in waarde verre te boven gaat wat slechts menschenwerk is. Terwijl ook groote kunstwerken eens verdwij nen zullen, schilderen en beeldhouwen vader en moeder waarlijk voor de Eeuwigheid. Mej. Fargues uit Parjjs sprak over de opvoe ding der kleuters en veroordeelde een al te streng optreden tegenover vaak lichte fouten. Men mag immers aan de kleinen niet een mo- reele verantwoordelijkheid toeschrjjven, die ze nog niet bezitten kunnen. Maar al te vaak zul len straf of berisping hun hart verwonden, zon der dat hun wil wordt beïnvloed. In gelijken zin wees mej. Archambault er op, dat men ook oudere kinderen niet moet willen vernederen, want dan loopt men gevaar dat zij zich ver bitteren en later opstandig worden. Abbé Viollet sprak tot zijn gehoor over de wijze, waarop man en vrouw eikaars leven kunnen verrijken en eikaars fouten verbeteren. De directeur der Association wees er op, dat men onderscheid dient te maken tusschen hartstocht en een hoogeren vorm van liefde, de ware liefde die als geestelijke kracht uit het diepste der ziel ontspringt. De beloften op den huwelijksdag hebben vooral betrekking op een toekomst, waarin belden voortdurend eigen fouten moeten trachten te verbeteren en die van den ander moeten leeren verdrogen. Zóó wordt de liefde tot een middel, om te groeten in echte zieleschoonheid. Is de blouse-en-rok-combinatle min of meer onze Hjfdracht, zoodat we een dergelijk boven stuk bij meerdere rokken denken te dragen, dan nemen we iets meer stof voor een tweede extra jabot je, dat aan een ander gekleurd bandje gezet wordt, opdat we niet voor het probleem staan: een blauwen rok te willen dro gen met een blouse, die een bruine garneerlng heeft! De grootte van den jabot dienen we bij het passen vast te stellen; een niet te groote figuur sou bijvoorbeeld door een té massaal iets nog gereduceerd worden. Of we de blouse op of in den rok dragen? Als reactie op het plaatsen van het schema, dat de grondslagen van het one-over-one- systeem bevatte, ontving ik een schrijven van een abonné, die een lans brok voor Culbertson en de superioriteit van dit systeem boven het mijne betoogde. Eenerzjjds kan ik een derge- Ijjk enthousiasme ten zeerste waardeeren, ter wijl ik ook apprecieer, dat de geachte inzen der blijkt eerlijk en objectief te trachten door logische redeneering mijn stellingen omver te werpen! Anderzijds moet mij echter van het hart.dat de critiek wel wat voorbarig is geweest. In de rubriek van 23 Mei 1938 immers was nog slechts een schema geplaatst, terwijl er bjj vermeld was, dat de verschillende punten na der zouden worden toegelicht Het lijkt mjj dan ook juister thans nog niet op alle tegenwerpingen in te gaan, maar dit nog even uit te stellen tot mijn systeem uit voeriger is behandeld. Wel wil ik echter naar aanleiding van de critiek eenige opmerkingen maken. Zonder al te veel vooruit te loopen op de na dere bespreking van mijn systeem, kan ik. wel zeggen, dat er bétrekkelljk weinig verschil is tusschen de één-opening met de diverse ant- woordbiedingen van het Culbertsonsysteem en van het one-over-one-systeem. Oogenschjjnlljk zou dit de overbodigheid van het one-over-one-systeem bewijzen, maar.... dit laatste systeem heeft prioriteitsrechten op de één-opening met antwoordbiedlngen in den huldigen vorm. Weliswaar bestaat het Culbertson-systeem veel langer dan mijn systeem, dat pas in 1934 ontstond, maar in de Katholieke Illustratie kunt u in begin 1935 een opsomming vinden van de belangrijke wijzigingen in het Culbert son-systeem, waardoor vrijwel alle verschillen tusschen deze twee systemen, tenminste «rat de één-opening betreft, verdwener^--* Ondanks de bovenbedoelde .Wfangrjjke zwen king van Culbertson, wil ik niet in het minst tekort doen aan de waarde, welke zijn systeem voor het bridgespel heeft gehad en nog, hoewel in mindere mate, heeft Wanneer echter anderen verbeteringen aan brengen in de ideeén. welke ongetwijfeld Cul bertson's groote verdiensten zullen blijven be- teekenen, dan maakt het overnemen van deze verbeteringen door Culbertson de systemen der verbeteraars nog niet overbodig! Tenslotte nog iets over de methode, waarop we een systeem moeten beoordeelen. De geachte Inzender motiveert zijn aanval met voorbeelden en vergeet daarbij, dat ik in staat ben even zoovele voorbeelden aan te ha len, waarbij het Culbertson-systeem faalt en het one-over-one-systeem tot succes voert, ter wijl ik nog bulten beschouwing laat, dat ieder systeem soepel gehanteerd moet worden, zoo dat de kans op falen belangrijk wordt geredu ceerd. De practUk is de eenige ware toetssteen voor systemen. Welnu, zoowel het Culbertsonsysteem als het one-over-one-systeem .hebben in de practijk voldaan en de vraag, welk der twee systemen beter te, blijft een kwestie van ap preciatie,* welke op practfjkervaringen berust. Tot beoordeellng te dus slechts diegene in staat, die belde systemen grondig bestudeerd en min stens een of meer jaren gebruikt heeft. Ik noodig dus den geachten opponent uit het one-over-one-systeem tUdelljk even serieus te beproeven, als ik dit met het Culbertson systeem heb gedaan en ben dan overtuigd, dat de discussie belangrijk aan vruchtbaarheid zal winnen. Tot mün spijt constateer ik, dat er deze week geen plaats meer te voor den naderen uitleg Zaterdagavond. m stond in t achterhuis onder de pomp “wrdag-te-houwen, dat ge den groenen zeep <l*ur heel den huis. Trui was doende, in mooie kamer, mee X prontekes gereedleggen T*11 de Zondagsche spullen, horloges, «ritte zak boeken, kerkboeken en kerkcenten en ik «ras joed en wel verom van Guust Verhagen, den ““■bier en zat de Zondagskrant ’ns deur te ““jen, als daar ineens ’nen auto den erf kwam oPterejen. Nou, dat gebeurt nie dikkels. Ito zeker nie op “•terdagavond, want den enkelen reiziger in «unstmest en zaaigoed, die hier wel ’ns aan- te dan toch zekers nie op Zaterdagavond verwachten. Ook Trui had den wagel ge boord en kwam nu bfj mij staan, met twee tv verwonderde, vragende oógen. It keelc heur sjuust eender aan en zoo wacht- we op wat komen sou. De blinden waren had, thuiskomende van den Guust, ge- ®*ek„*loe2 “»n. maar op "n manier dat Trui „t te kennis!” Ik knikte. Kreeg "n kleur, 7J*«te-n-lk, want plotseling sloeg er h golf van deur m n «element, dat m’n hart J'oen wlerd er luidruchtig geklopt. It had den “nkvan de deur al gegrendeld. -Drré! Ellendeling! Doe open! Of ik mj floor oeo tnuurr!" °oe‘e God. t wAs zoo! Heel klein oogenbUkake zat ik verstijfd, dan vloog ik op. uit m’nen stoel, riep: ouwe jongen!” «n k sat gewoonweg t water die door ontzaglijke werd opgespoten. J. J. v. E. te H.Ter beantwoording van uw schrijven verwijs ik naar bovenstaand artikel, waaruit tevens blijkt, dat ik te zijner tijd nog op uw brief terug zal komen. Als preemptive biedingen gelden eenerzljds de twee-opening en anderzijds de vler-opening P. H. A. TUIN. waarschijnlijk wordt! Uit Noord trekt hij dus een kleine Klaveren en nadat Oost een kleine heeft bijgespeeld, wordt door Zuid de 10 gespeeld. HIJ houdt den slag en speelt nu Klaver Aas, brengt den blinde aan slag met schoppen Heer en slaat KI. Heer, waarop blijkt, dat West renonce heeft en Oost de vrouw nog overhoudt. Hoe nu te vermijden, dat Oost aan slag komt en toch den 9den slag te maken? Zuid sag in het betreffende geval zijn eenige kans en speelde achter elkaar Sch. Aas. Sch. Vrouw en Ruiten Aas, waarna uit Noord een kleine Rui ten werd nagetrokken. West had zich echter niet laten misleiden en onder Ruiten Aas zijn Ruiten Heer bjjgespeeld. Oost kwam nu aan slag en N.Z. waren één down. Indien West echter niet doorzien zou hebben, dat het opofferen van Ruiten Heer de eenige kans op down was, had hl), na in den volgen den slag met dien ruiten heer aan slag te zijn gekomen, Harten moeten natrekken en zou dit N.—Z. den negenden slag hebben opgeleverd. Ge kost ’t 'm aanzien. Over zijnen scherpen kop lag den verschen rust na zwaren strijd, ge vochten bU dag en bij nacht, téugen z'n eigen en vóór anderen. Zijnen «reterskop was nog wijzer geworden en hoe langer ik *m bekeek, hoe grooter *t verschil wlerd tusschen den Vic van vroeger en nou. Den kearel had aan h kruis gehangen. In ’nen schrikkelljken. langen en zira- ren „Goeten Vrijdag” was den ouwen Vic ge storven. Maar 1 was Paasch geworden toch. En daar zat ie, m'nen nieuwen Victor! Victorieus weergekeerd. Naar Ulvenhout, waar den lesten Kerst ’t nieuwe in hum geboren wierd. als ie te vedelen stond bij ons Stalleke, mee de beeldekens door hum beschilderd, voor mijn baaske! Ito nou kost t Plnksteren worden! Glo- rieuaen Pinkster! In t Boschhuis van de familie Zonneveld, waar t licht van geluk stralen zou, als de zon uit den daauw X Liep naar elf uren al. als den Vlc er over denken gong z’n woning in de bosschen te gaan opzoeken. Ik bracht ‘m efkens zoowljd weg. Veul zee den Vic nie ondersreuge. HU rook X bosch. Hit aoog X in, diep in z'n bloed. „Dré, ik ruik mn arbeid!” De ruime eikendreef lag zilverig in den maan nacht. We liepen teugen de stilte aan. n Stilte, die we hóórden in X licht geruisch deur de hooge kruinen. X Was ’n spook, ’n zilveren manespook, on» heimelijke toegevezeld deur X windeke in X ge- blaart. Den Vic bleef staan. J3ré?” „Vic?” „Er.... la.... de laatste maanden.... veel met me.... gebeurd." Ik knikte, maar dat kost ie toch nie zien, hier in den boechnacht. .JU-. moet.... het weten. Ik/... heb an dere.... leeren bidden. Zooals JU het weHicht doet. Zooals.... ik het van m’n moeder heb geleerd.... Dré.” „Ge bidt nie meer als ’nen grooten vent, Viel” ,Jieen, Dré!” 44jk *a kind»* X moeilijk.... gehad, jon- dat nooit, nooit aan Han neke laten weten.” Z’n oogen Hepen vol. ,Hoe is X mee Hanneke, Vic?” HU klèérde op. „Goed, pulk! k Was net op tUd, man! Je kent ze niet meer! Ik self sit soms stil naar haar te kUken en dan denk ik: is dAt nou Je zelfde meiske? God, X kind is zoo.... gelukkig. Die school kan verrekken! Ze blUR hier. Moeder en Hanneke bhjven bU elkaar. BU.... mUin X Boschhuis." „Zoo hoort X Vlc!” HU knikte. Keek me lachend, peinzend aan. „Dat heb JU altUd geweten, Dré!” Nou knikte-n-lk. Ook lachend, peinzend. „k Zal X nooit vergeten. Dré. En Hanneke ook niet. En als Moeder straks hier is. dan.... dan sullen we X, jullie en wU. „veul gezellig heb ben mee malkaar,” weet je nog? Met die woor den ging je, twee maanden geleden, van boord enne.... ik geloofde er niet in.” „Goed, dat ge die reis hebt deurgezet, Vic,” lachte-n-ik. „Witte nog? Dat ge verom wilde .gaan naar Ulvenhout, als we daar bU X water kwamen?" In de 15 horizontale rijen der gegeven figuur plaatse men de woorden (van 8 letters dus) naar de volgende beteekenissen of omschrUvlngen (boven te beginnen): naam van zeer bekend Fransch keizer, dorp in Zuid-Holland, bU Leiden. klein en mismaakt wezen, angstig, bang. Godsgebouw, kerk. noemt men iemand, die van babbelen houdt tegenvoeter. plaats in Overjjsel (Tarente). vreemd, niet zoo alle dagen voorkomend, kortademig. doorvoerhandel. vreemd, niet met iets op de hoogte. een toespraak houden bU feestelUke gele genheid, e.d noemt men een criticus, toelating examen. Heeft men de juiste woorden ingevuld, dan leest men op de plaats der punten, links boven beginnend en rechts boven eindigend, een mooi spreekwoord. Onder de Inzenders van een goede oplossing worden weer zes fraaie prUzen verloot Oplossingen worden tot VrUdagmiddag 12 uur ingewacht bü den heer O. M. A. Jansen, Ruysdaelstraat 60. Utrecht. Sinds het begin van den burgeroorlog in Spanje werden door de roode regeering dui zenden kinderen naar Rusland en Mexico ge zonden, om ze daar een „principieel socialis tische opvoeding" te doen ontvangen. Pater Arrupe bezocht een school, waar vele dezer kleine Spanjaarden gehuisvest zUn in de stad Morelia bU Mexico City, en beschrUft zUn er varingen in het weekblad America. HU vroeg aan de dame, die hem met den auto naar Morelia bracht, hoe het kwam dat om negen uur ’s avonds de kinderen alom door de stra ten zwierven, en kreeg ten antwoord: „Dat komt omdat ze de laatste drie dagen niet naar school gingen, maar op straat rond liepen. ZU staken!” .Merkwaardig!” zei ik. „Maar kunnen deon- derwUsers hen dan niet baas?” ,Jk merk wel dat u deze espanolltos niet ken^ Niemand kan er iets mee uitrichten. Geen surveillant of onderwijzer heeft ze er onder. Alleen enkele katholieke families zUn er in geslaagd sommige te temmen met behulp van lekkers en devotieprenten, na hen mee naar huls te hebben genomen. Maar toen die "kin deren op school terugkwamen, waren zU erger dan te voren: zU wilden met alle geweld in die katholieke gezinnen blUven. Daarom heeft men aan deze families verboden om dicht bU de school te komen. U begrUpt wel, dat ze hen met behulp van lekkers en godsdienst alleen maar opstandig willen maken.” Roode propagandisten hebben vaak, ook in ons tand, den spot gedreven met geestelUken die tegen hun invloed waarschuwden. Nu ziep wU hen zelf bevreesd worden voor de gevaren IN en voorzien is van een bandje of de tint van het coetuum), waarmee den hals van achteren vastgestrikt Aet lükt een soort sacrilége om mode-fines ses met plompe Hollandsche woorden te be titelen. Dit bovenschrift bedoelt aan te geven, dat het geteekende kanten blousetje, dat bU een tailleur gedragen wordt, ook 's ochtends gedragen kan worden, omdat het een minder gekleeden indruk maakt wanneer het van vo ren met enkele knoopjes gesloten is, maar veel gekleeder toont, wanneer het hoog aan den hals de Jabot heeft, die van dezelfde stof ge maakt is lintje (in het om wordt. Een simpel accessoir maar de accessoirs dóen het op het oogenbllk dat het probleem oplost: hoe zUn we, zonder veel omhaal, op reis eenvoudig en 's avonds toch iets fleuriger ofwel, als we den heelen dag van huls zUn en geen gelegenheid hebben om ons te verkleeden: hoe kunnen we in dezelfde kleeding 's ochtends het effect van wandelcostuum en 's avonds dat van lets-meer-avondblouse bereiken. Inplaats van het jabotje om den hals te knoopen kunnen de lint-eindjes ook achter in de blouse door de opengewerkte stof heen geregen worden. Het blousetje is bedoeld van de niet al te fUne open stof in eenvoudig ma teriaal, hetgeen zeer goed waschbear is.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1938 | | pagina 21