N
GEVLOCHTEN CEINTUUR
LS
M
„A DOUBLE USAGE"
r
3
r
'5
7
s.
De kracht van een
„Werkteekentng bü ceintuur”
katholiek gezin
ONS PRIJSRAADSEL
Het ketting-raadsel
Te Rennet in Frankrijk
Thant de figuur-puzzle
O plotting vorig roodtel
2.
Eureka,
4
Prytwinnaart
Zo.
n.
a
Het nieuwe roodtel
4
J-
Vic. Zonneveld heeft leeren bidden
t. A
drb
Congres over het
Christelijk huwelijk
KN
WW dk bord
voor «ch Mot
moet óxtr«
voorzichtig
wont hf
’■voor-
■oagsweg (óók
bet verknor
van boks laten
v44rgaan}
BRABANTSCHE BRIEVEN
'NEN GLORIEUZEN PINKSTEREN!
Jk was bang van die reK Dré. Bang! In
ZATERDAG 4 JUNI 1938
Correspondentie
=3
14.
beschouwing
den
van
tot een
school
af gelegd
15.
na
Schrijven we ons gegeven dozijntje als volgt:
van een katholiek gezinsleven!
zUn.
■N
N.
O.
/S.
iiiifiiiiiiiiitfmiiiiiiiinii
ULVENHOUT,
1 Juni IBM.
Amico.
ik heb haar
ICE
OR
‘EN
WIE T KLEINE NIET EERT.
IS T GROOTE NIET WEERD
Thans volgt de fitfuur-puzzle (de vorige week
reeds abusievelijk aangekondigd), volgens het
hierbij gepubliceerde schema:
De mode geeft, nu de blouse-dracht zoo en
vogue is. zoowel het een als het ander aan,
hoewel nauwelijks opgemerkt behoeft te worden
dat men een doorschijnende blouse in den rok
draagt, omdat anders het effect van de kleur
verschillend is, waar het gedeelte dat óver de
rok valt, donkerder doorschijnt.
idea
G:
Ook op dit congres bleek, hoe de oude chris
telijke huwelijksleer het eeuwig-mooie en eeu-
wlg-frlssche karakter blijft behouden van een
lente, die in staat zal zijn het geheele persoon
lijke en sociale leven een verblijdende vernieu
wing te doen ondergaan.
scheuren, toen ie naar Amerika ging. En ik zee
ook maar niks. Begreep. Al weken had er iets
anders in 'm geleefd, dan Kunst en 'nen hond.
Dan theorieën, uitgebalkt mee veul verdommes.
Ja daar was veul. veul gebeyrd in deuzen
witkop, die veur den aooveulsten keer van z'n
leven, mee geweld, mee pijn ook, z’n ziel ten
binnenstebuiten had moeten keeren.
1.
2.
3.
4.
5.
e.
7.
9.
10.
11.
12.
13.
Om aan het beswaar van het niet blijven zit
ten van de blouse in den rok tegemoet te ko
men, neme men bij voorkeur een elastieken
rokband, die meer .slot” geeft
Sch.: 10 x z
H.A. V.xxxx
R.: H. x
KI.: x x
in X weergaren mee den klink van m’n eigen
huisdeur, zóó rap wllde-n-ik zijn, om mijnen
goeten kameraad weer in z’nen scherpen, wit
ten kop te kunnen zien.
En als ik de deur mee ’nen smak had open
gesmeten, dan bonsden we teugen malkaar aan,
zoo rap wou ik naar buiten en den Vlc naar
binnen.
Efkens stonden we malkaar zwijgend aan te
zien, de knuisten in malkaar. „Den eigensten
Vic,” docht ik. „Gin haar aan veranderd! BJuust
als ik 'm heb weggebrocht naar t schip."
„Vic,” zee ik toen. Anders niks.
„Dré,” zee den Vic. Meer nie.
En dap, de knuisten nog in makaar, trok ik
'm binnen.
„Ah. Trulke,” riep ie: ..morgen kom ik op je
Zondagschen koffie-met-koek, hoor!"
..Geren,” lachte Trui: „geren meneer Zonne
veld en vertel ’ns? Zijde alleen toch nie?”
„Hanneke en Moeder zijn nog in Amsterdam
en voor ik X vergeet, beste menschen, je hebt
beiden hun hartelijke groeten I”
Toen sloot ik de deur. „Vic. die auto mot die
blijven staan, of....?"
„Nee, Dré, die kan opdonderen. Wacht *k zal
’m even z'n congé geven, dan voel ik me heele-
mAAl weer thuis!"
En watervlug van bewegingen ging ie den
erf op, rekende daar af, mee den chauffeur,
kwam terug, zeilde z’n grooten flambard naar
"nen verren stoel, groef in z’n broekzakken naar
z’n pijp en *n puntje tabak en stond onderwijle,
mee den flaauwen glimlach van toen dlep-ge-
lukkigen mensch rond te zien deur den huis,
sjecuur inventariseerend of alles gebleven was,
als vóór ie vertrok. Ik zee niks, liet in stil be
tijen. Zette z’nen stoel gereed, op de plek waar
ie zoo dikkels mee gezeten had.
.Honger?" vroeg Trui. „Zal k tos ’n smake
lijk koffiemaal veur oe gereed maken?”
manier waarop JU t vraagt. Trulke, doet
to mensch trek krUgenl”
Jaren had ik niet geweten wat dat was, bang-
zljn. Menschen. onverschillig geworden van ver
driet en broerdigheid, zijn niet bang! Ik....
werd het weer.... daar aan dien steiger. En ik
wist toen niet.... dat het *n begin was van....
van to ander leven."
Toen ging ie weer ’n versche pijp stoppen.
Maar Trui zee, ze had al dieèn tijd, bakkende
en luisterende gezwegen: .jieeè, meneer Zonne
veld, nou eerst eten.”
Toen kwam Dré III binnen. Frisch, blinkend
van den groenen zeep, gezond, bruin van den
buiten, vierkant van kracht, ’nen kop grooter
dan den Vic. "k Ben altU weer trotsch als ik dit
jonk kan laten zien. En voor den Vlc aan de
gedekte tafel schoof, keek ie m'nen compagnon
efkens mee bewondering veur dit brok wasdom
aan, schudde ’m den knuist en zee: „Je bent
weer to halven kop gegroeid!”
W.
Z.
Sch.: A. X x
H.HB. 9
De inzenders van een goede oplossing, die door
het lot met een prijs werden begunstigd, zijn; C.
van Loon, Oeverstraat 51, Arnhem: J. van Maar-
sen, Lauriergracht 13 n, Amsterdam-C; G. J.
Meijer, Kerkweg A. 184, Limmen (NIH.); J. H.
A. Thiers, Croeselaan 182, Utrecht; P. Tilanus,
Alexanderlaan 20, Hilversum; mej. Trees Weller,
Jelgersmastraat 14, Haarlem.
„Zoo mag ik 1 geren hoeren," zei Trui: „Dré,
geef den ham ’ns aan!”
En efkens tater dan sisten de ham en de
elers in de pan en kroelde den plttigen bakgeur
deur den huis.
Veul had den Vic nog nie gezeed. En ik had
maar genogt, te kijken naar dieën vredigen,
glimlachenden kop, waarover ’nen trek, dien k
er vroeger nooit op gezien had. Endat be
greep ik nou pas, er altlj op gezocht had. Dit
was den Vic, zooals ie zijn moest!
Toen zuchtte-n-ie tos, smoorde smakelijk aan
z’n pUp die van Hanneke en zee: „God
dank, Dré! Weer thuis! Weer in Ulvenhout!”
„Eto veul welkom, Vic!”
Toen keek ie me tos aan, wlerd ’n bietje ge
roerd en antwoordde: „bedankt. Jong!”
„En.... Vlc. waar is.... oew vrouwvolk?”
„In Amsterdam. In t ziekenhuis. Nee, schrik
niet, X Was beter, vonden Hanneke en ik, dat
Moeder daar even to paar dagen bekwam van
de reis. Hanneke is bij haar.”
HU zweeg. Dee 'n paar trekken aan z’n pUp,
keek naar de plavuizen.
Toen: ,jn’n vrouw is zeer, zeer zwak, Dré."
Trok weer aan z’n pjjp.
„Oud geworden. Ik.... eh....
den eersten keer niet herkend....
Toen kwam den Vic van X Boschhuis weer
veur m’n oogen. Den stroeven, pelnzenden kop.
mee de troebele schildersoogen. Troebel van X
staren in de verten.
„Ze.... heeft.,
gen, m’n Lien. En
Dré m lachte to bietje verlegen. Zee toen:
„bljj u weer op ons dorp te zien, meneer Zon
neveld.”
„Dank je, kerel! En vertel me tos, wat heb
JU ondertusachen uitgevoerd?”
„Gewerkt,” zee Dré III mee opgetrokken
wenkbraauwen. alsof ie zeggen wou: wat anders?
„En riep ik fier: „den eersten prijs ge
wonnen op X concours-hippique in den race
mee hindernissen!”
„JU?" vroeg den Vic verwonderd.
Dré knikte.
„En hij is nou eigenèèr van to renpeerd!”
Den Vlc werd efkens stil. Weer was dieën
nieuwen, wUzen. glimlachenden trek op z’n kop
komen glanzen. Zoo keek ie van Dré III naar
mU, van mU naar Dré m. Toen stak ie ons to
hand toe en zee: .allebei gefeliciteerdman
nen!"
„Ge lot al dat kostelUk eten en oewen koffie
koud worden,” zee Trui bezorgd. „Allee, schuif
nou ’ns aan, meneer Zonneveld.”
„Is de juffrouw niet meegekomen, meneer
Zonneveld?" vroeg m'nen piqueur.
Weer keek den Vic *m eerst 'ns aan, veur ie
antwoordde Dan zee-t-ie: „over to paar dagen,
Dré, dan komt Hanneke weer hier. Voorgoed!
Met.... raad eens....?”
.Met mevrouw,” raaide m’n haaske, die na
tuur Ujk dikkels iets gehoord en begrepen had.
.Juist!" riep den Vlc, mee to plaaierige
stem.
,J*Un,” zee m’n baaske heeech.
En X jonk meende X zóó hartgrondig, voel
den wU, dat we efkens stil zwegen.
Nog gin woord had den Vic gesproken over
z’n werk. Over Herman. Mee gin woord geïnfor
meerd naar den Jaan z’nen oppaa. Kortom,
naar alles waar la z'n ziel van had motten toa-
Weer een tamelUk lastige baas, was het vrU
algemeene gevoélen. Het was maar wat goed,
vernamen we, dat we die beide opmerkingen
omtrent liet op zUn plaats blUven van een der
woorden en de veel gebruikte afkorting van het
lidwoord het gemaakt hadden. „Zonder die hulp
waren we er nooit mee klaar gekomen!”
We geven nog erels een nummertje van het
zwaardere slag, en dan gaan we weer eens een
toontje lager zingen
WIElrjJdef
SloTKLank
SneltrEIN
IngENIeur
CompETEnt
PERTinent
MachinIBT
BouwGROnd
RoombOTEr
NIEmendal
VeTWElder
OndERDaan
dan komt op de plaats der kruisjes het spreek
woord voor den dag, nJ.:
„X Goeie woord, man! En dat moest ik je even
zeggen, hier in deze manedreef. In dezen won
deren kathedraal, waarin de nacht *n dag is."
HU zweeg toen. Ik zag z’n krullen glanzen in
't tooverachtige manelicht. Toen: „Dré, hier
ga "k nooit weer weg. Hier \ond ik mezelf terug.
Mjjn vrede ook. Ik heb gepraat met die boomen,
gevloekt, gestameld, gebeden, ge-tobd. Toen....
heeft..,. God me aangeraakt. En dat was vol
doende. Hier.... blijf ik!"
„Vic. als ge eenmaal met de boomen hebt loe
ren spreken, ik kén dat, dan kunt ge ze nooit
meer in den steek laten."
„Ik was weer verscheiden nachten op zee,
Dré. En vele uren heb ik in den nacht over de
reeling van het achterschip gehangen. Ik mag
dan zoo gaarne mUmeren in die woelige, rul-
schende. witte schuimstreep, achter *t schip.
Maar Dré, wtt is het geheim toch? Die open
zee, bU helderen nacht nooit kon ik er ver
genoeg kUken. Dit lichte manebosch, ik zie de
dreef teneinde! Je wordt soms bang voor de
schoonheid, hier!”
„Op zee nie?”
„Nooit! Ik was er met storm. Ze kookte en
was massief als slappe groene zeep,
krachten hulzen hoog
Het schuim rolde over dat
groene massief. En ik vond het schoon. En
dacht: verzuipen in die schoonheid is niet erg.
Ik voelde me groot. Ontzaglijk groot in dat
brok woedende natuur! Hier?%— Ik zweet in
die «rondere, «ritte stilte van dit kristallen
bosch. Ik voel me klein en ik kan weer verlan
gen naar zoo'n aanraking van God! Ito hier
denk ik niet om de schoonheid van.... verzui
pen: hier «ril ik.... leven! Léven, Dré. Bidden
en werken: Ik «ril hier.gelukkig zijn, met....
(hU snikte) met vrouw en kind!"
'Nen kouwen stroom glee langs m’nen nek.
tWas of d'eeuwigheld hier langs ons ging
Iets wonderlijks, iets nie-van-deuze-weareld
ging voorbU. En.... en ik voelde me zoo....
zoo «rit als t manelicht.
Toen zee den Vic. mee zachte stem: „Dré,
het wAs er weer.”
Jk wéét t. Vte.”
Toen vroeg ie me. hem venter alken te laten,
Ik begreep.... en ging verom naar Trui, die
KI.: A 10
Zuid moet 3 8. A. spelen en West komt uit
met een kleine Harten, waardoor Noord met
de 10 aan slag komt. Zuid moet oppassen, dat
Oost niet aan slag komt, aangezien dan door
zijn Hartenvork heen getrokken wordt en een
precies paarlemoer lijkt deze eigengevlochten
teintuur van cellophaan-papier. Elk willekeurig
materiaal kan overigens voor dit vlechtwerk
genomen worden, maar in Engeland is het se
dert eenlgen tUd een rage om dergelUke cein
tuurs te vlechten uit het doorzichtige sigaretten
papier en het effect is werkelijk uiterst verras
send.
ingewikkeld is het niet, als men de instruc-
tiee maar precies volgt en de teekeningen even
bestudeert. Men vlecht met tweemaal dubbel
gevouwen reepjes van één centimeter breedte,
steeds van rechts naar links werkend en na
eiken toer het werk keerend. De vlechtreepen
hebben een gevarieerde lengte van 7 tot 15 cM.;
ea als we ze uit het materiaal knippen een
breedte van 4 c.M.
Om te beginnen vouwen we deze roepen eerst'
éénmaal dubbel, dan weer open om vervolgens
de buitenranden tegen de middenvouw te leg
gen, waardoor een vierdubbel dikke reep ont
staat van één centimeter breedte, die we, zoo-
als de teekenlng laat zién op fig. I, over de
breedte in vieren knikken.
Voor begin en einde van de ceintuur nemen
we de korte roepen van zeven centimeter om
geleidelijk aan met de breedero te vlechten. Het
eerste klaargevouwen reepje, dus tweemaal dub-
belgeknlkt, meet twee centimeter, het tweede en
derde drie centimeter en alle volgende circa 4
centimeter.
Als men begint te vlechten houdt men, zoo
als op fig. II aangegeven, het eerste reepje even
open, zoodat men het tweede reepje er van bul
ten omheen kan leggen, de binnenzijden er bin
nen in brengend, dit dichtvouwen, niet keeren
ea dan, zooals op fig. III het derde reepje aan
brengen; keeren. Volgens fig. IV nu verder beide
einden van het vierde reepje door de lussen
van bet eerste reepje heenhalen, zoodat de «in
den ran dit vierde reepje buiten om het derde
been grijpen. Dan, zooals in fig. V getoond is,
hetwelk een verder stadium van het vlechtwerk
laat zien, is elk der einden van het vijfde
reepje door de lussen van het tweede heen-
gestoken, zoodat de einden van het vijfde
reepje om het vierde heengrijpen. De zesde
reep vlechten zooals in f ig. V. En zoo gaat men
steeds verder tot de vereischte ceintuurlengte
bereikt is.
Sluiting kan men met twee ringen, gesp of
knoop, geheel naar eigen smaak aanbrengen.
opgebleven wm; nieuwsgierigheid, amico. anders
niks. Maar wkt moest ik heur nou vertelten.
Kom. ik schel er af. Volgende week meer
Veul groeten van Trui. Dré Hl en als altU
gin horke minder van oewen
staande uiteenzetting zeer nuttig geweest en
ik ben den geachten opponent dan ook dank
baar, dat hU mjj daartoe door xjjn critiek de
gelegenheid heeft gegeven.
Tot slot rest mjj dan het spel van de week:
Sch.: H. V. x
1 H.: 10 x
R.: A. 10 x
KI.: H. B. 8 x
Sch.: B. x x x
H. x x
R.: V. x x
KL: V. x x x
Een smalle, dubbelgestikte ceintuur binnen-
van mijn systeem, maar anderzijds is boven- ^«tebuiten draaien kan een peuterwerkjs
dat soms veel geduld, tijd en handigheid ver-
elscht. Het is te ondervangen door aan de eene
zijde, die men dlchtstikt, een stuk band vast
te rijgen, iets langer dan de ceintuur en. vsm-
zelfsprekend, aan de binnenzijde van de stof
gelegd. Als de ceintuur gestikt is, heeft men
slechts aan dezen band te trekken om de cein
tuur te keeren, hetgeen niet de minste moei
lijkheid zal opleveren. Het stukje Band is daar
na weer gemakkelijk uit te tomen.
Een wit handwerk, speciaal Richelieuwerk
wordt gauw smoezelig, wanneer men het werk
dikwijls In de hand neemt en weer neerlegt. In
plaats van het werk op te rollen, hetgeen bij
het werken niet altijd even practise!) is, kan
men doorzichtig papier over het gewerkte heen-
rijgen, waardoor men het geheele kleed ter
beschikking houdt en vuilworden uitgesloten is.
Zijden japonnen en blouses, die door het
drogen aan waschknlppen soms leelljke moeten
aan de schouders krijgen, hangen we te dro
gen aan een band, dien we door de beide mou
wen heenrljgen.
Het jaarlljksch congres van de Association
du Mariage Chrétien werd ditmaal gehouden te
Rennes in de laatste dagen der maand April.
Van de aldaar uitgesproken redevoeringen ver
melden wjj die van Abbé Bragade, waarin be
klemtoond werd hoe het huwelijk van den be
ginne af een roeping genoemd diende te wor
den. Man en vrouw bekleeden een waar pries
terschap, «rant hun taak is het om de ziel,
het hart en geweten te vormen van de kinde
ren die aan hen het leven danken. Dit is een
waarlijk Goddelijke taak, die in waarde verre
te boven gaat wat slechts menschenwerk is.
Terwijl ook groote kunstwerken eens verdwij
nen zullen, schilderen en beeldhouwen vader
en moeder waarlijk voor de Eeuwigheid.
Mej. Fargues uit Parjjs sprak over de opvoe
ding der kleuters en veroordeelde een al te
streng optreden tegenover vaak lichte fouten.
Men mag immers aan de kleinen niet een mo-
reele verantwoordelijkheid toeschrjjven, die ze
nog niet bezitten kunnen. Maar al te vaak zul
len straf of berisping hun hart verwonden, zon
der dat hun wil wordt beïnvloed. In gelijken
zin wees mej. Archambault er op, dat men ook
oudere kinderen niet moet willen vernederen,
want dan loopt men gevaar dat zij zich ver
bitteren en later opstandig worden.
Abbé Viollet sprak tot zijn gehoor over de
wijze, waarop man en vrouw eikaars leven
kunnen verrijken en eikaars fouten verbeteren.
De directeur der Association wees er op, dat
men onderscheid dient te maken tusschen
hartstocht en een hoogeren vorm van liefde,
de ware liefde die als geestelijke kracht uit het
diepste der ziel ontspringt. De beloften op den
huwelijksdag hebben vooral betrekking op een
toekomst, waarin belden voortdurend eigen
fouten moeten trachten te verbeteren en die
van den ander moeten leeren verdrogen. Zóó
wordt de liefde tot een middel, om te groeten
in echte zieleschoonheid.
Is de blouse-en-rok-combinatle min of meer
onze Hjfdracht, zoodat we een dergelijk boven
stuk bij meerdere rokken denken te dragen,
dan nemen we iets meer stof voor een tweede
extra jabot je, dat aan een ander gekleurd
bandje gezet wordt, opdat we niet voor het
probleem staan: een blauwen rok te willen dro
gen met een blouse, die een bruine garneerlng
heeft! De grootte van den jabot dienen we bij
het passen vast te stellen; een niet te groote
figuur sou bijvoorbeeld door een té massaal
iets nog gereduceerd worden.
Of we de blouse op of in den rok dragen?
Als reactie op het plaatsen van het schema,
dat de grondslagen van het one-over-one-
systeem bevatte, ontving ik een schrijven van
een abonné, die een lans brok voor Culbertson
en de superioriteit van dit systeem boven het
mijne betoogde. Eenerzjjds kan ik een derge-
Ijjk enthousiasme ten zeerste waardeeren, ter
wijl ik ook apprecieer, dat de geachte inzen
der blijkt eerlijk en objectief te trachten door
logische redeneering mijn stellingen omver te
werpen!
Anderzijds moet mij echter van het hart.dat
de critiek wel wat voorbarig is geweest.
In de rubriek van 23 Mei 1938 immers was
nog slechts een schema geplaatst, terwijl er bjj
vermeld was, dat de verschillende punten na
der zouden worden toegelicht
Het lijkt mjj dan ook juister thans nog niet
op alle tegenwerpingen in te gaan, maar dit
nog even uit te stellen tot mijn systeem uit
voeriger is behandeld. Wel wil ik echter naar
aanleiding van de critiek eenige opmerkingen
maken.
Zonder al te veel vooruit te loopen op de na
dere bespreking van mijn systeem, kan ik. wel
zeggen, dat er bétrekkelljk weinig verschil is
tusschen de één-opening met de diverse ant-
woordbiedingen van het Culbertsonsysteem en
van het one-over-one-systeem.
Oogenschjjnlljk zou dit de overbodigheid van
het one-over-one-systeem bewijzen, maar....
dit laatste systeem heeft prioriteitsrechten op
de één-opening met antwoordbiedlngen in den
huldigen vorm.
Weliswaar bestaat het Culbertson-systeem
veel langer dan mijn systeem, dat pas in 1934
ontstond, maar in de Katholieke Illustratie
kunt u in begin 1935 een opsomming vinden
van de belangrijke wijzigingen in het Culbert
son-systeem, waardoor vrijwel alle verschillen
tusschen deze twee systemen, tenminste «rat
de één-opening betreft, verdwener^--*
Ondanks de bovenbedoelde .Wfangrjjke zwen
king van Culbertson, wil ik niet in het minst
tekort doen aan de waarde, welke zijn systeem
voor het bridgespel heeft gehad en nog, hoewel
in mindere mate, heeft
Wanneer echter anderen verbeteringen aan
brengen in de ideeén. welke ongetwijfeld Cul
bertson's groote verdiensten zullen blijven be-
teekenen, dan maakt het overnemen van deze
verbeteringen door Culbertson de systemen der
verbeteraars nog niet overbodig!
Tenslotte nog iets over de methode, waarop
we een systeem moeten beoordeelen.
De geachte Inzender motiveert zijn aanval
met voorbeelden en vergeet daarbij, dat ik in
staat ben even zoovele voorbeelden aan te ha
len, waarbij het Culbertson-systeem faalt en
het one-over-one-systeem tot succes voert, ter
wijl ik nog bulten beschouwing laat, dat ieder
systeem soepel gehanteerd moet worden, zoo
dat de kans op falen belangrijk wordt geredu
ceerd.
De practUk is de eenige ware toetssteen voor
systemen. Welnu, zoowel het Culbertsonsysteem
als het one-over-one-systeem .hebben in de
practijk voldaan en de vraag, welk der twee
systemen beter te, blijft een kwestie van ap
preciatie,* welke op practfjkervaringen berust.
Tot beoordeellng te dus slechts diegene in staat,
die belde systemen grondig bestudeerd en min
stens een of meer jaren gebruikt heeft.
Ik noodig dus den geachten opponent uit het
one-over-one-systeem tUdelljk even serieus te
beproeven, als ik dit met het Culbertson
systeem heb gedaan en ben dan overtuigd, dat
de discussie belangrijk aan vruchtbaarheid zal
winnen.
Tot mün spijt constateer ik, dat er deze week
geen plaats meer te voor den naderen uitleg
Zaterdagavond.
m stond in t achterhuis onder de pomp
“wrdag-te-houwen, dat ge den groenen zeep
<l*ur heel den huis. Trui was doende, in
mooie kamer, mee X prontekes gereedleggen
T*11 de Zondagsche spullen, horloges, «ritte zak
boeken, kerkboeken en kerkcenten en ik «ras
joed en wel verom van Guust Verhagen, den
““■bier en zat de Zondagskrant ’ns deur te
““jen, als daar ineens ’nen auto den erf kwam
oPterejen.
Nou, dat gebeurt nie dikkels. Ito zeker nie op
“•terdagavond, want den enkelen reiziger in
«unstmest en zaaigoed, die hier wel ’ns aan-
te dan toch zekers nie op Zaterdagavond
verwachten. Ook Trui had den wagel ge
boord en kwam nu bfj mij staan, met twee
tv verwonderde, vragende oógen.
It keelc heur sjuust eender aan en zoo wacht-
we op wat komen sou. De blinden waren
had, thuiskomende van den Guust, ge-
®*ek„*loe2 “»n. maar op "n manier dat Trui
„t te kennis!” Ik knikte. Kreeg "n kleur,
7J*«te-n-lk, want plotseling sloeg er h golf van
deur m n «element, dat m’n hart
J'oen wlerd er luidruchtig geklopt. It had den
“nkvan de deur al gegrendeld.
-Drré! Ellendeling! Doe open! Of ik mj floor
oeo tnuurr!"
°oe‘e God. t wAs zoo!
Heel klein oogenbUkake zat ik verstijfd,
dan vloog ik op. uit m’nen stoel, riep:
ouwe jongen!” «n k sat gewoonweg
t water
die door ontzaglijke
werd opgespoten.
J. J. v. E. te H.Ter beantwoording van uw
schrijven verwijs ik naar bovenstaand artikel,
waaruit tevens blijkt, dat ik te zijner tijd nog
op uw brief terug zal komen. Als preemptive
biedingen gelden eenerzljds de twee-opening en
anderzijds de vler-opening
P. H. A. TUIN.
waarschijnlijk wordt! Uit Noord
trekt hij dus een kleine Klaveren en nadat
Oost een kleine heeft bijgespeeld, wordt door
Zuid de 10 gespeeld. HIJ houdt den slag en
speelt nu Klaver Aas, brengt den blinde aan
slag met schoppen Heer en slaat KI. Heer,
waarop blijkt, dat West renonce heeft en Oost
de vrouw nog overhoudt.
Hoe nu te vermijden, dat Oost aan slag komt
en toch den 9den slag te maken? Zuid sag
in het betreffende geval zijn eenige kans en
speelde achter elkaar Sch. Aas. Sch. Vrouw en
Ruiten Aas, waarna uit Noord een kleine Rui
ten werd nagetrokken. West had zich echter
niet laten misleiden en onder Ruiten Aas zijn
Ruiten Heer bjjgespeeld. Oost kwam nu aan
slag en N.Z. waren één down.
Indien West echter niet doorzien zou hebben,
dat het opofferen van Ruiten Heer de eenige
kans op down was, had hl), na in den volgen
den slag met dien ruiten heer aan slag te zijn
gekomen, Harten moeten natrekken en zou dit
N.—Z. den negenden slag hebben opgeleverd.
Ge kost ’t 'm aanzien. Over zijnen scherpen
kop lag den verschen rust na zwaren strijd, ge
vochten bU dag en bij nacht, téugen z'n eigen
en vóór anderen. Zijnen «reterskop was nog
wijzer geworden en hoe langer ik *m bekeek, hoe
grooter *t verschil wlerd tusschen den Vic van
vroeger en nou. Den kearel had aan h kruis
gehangen. In ’nen schrikkelljken. langen en zira-
ren „Goeten Vrijdag” was den ouwen Vic ge
storven.
Maar 1 was Paasch geworden toch. En daar
zat ie, m'nen nieuwen Victor!
Victorieus weergekeerd. Naar Ulvenhout, waar
den lesten Kerst ’t nieuwe in hum geboren
wierd. als ie te vedelen stond bij ons Stalleke,
mee de beeldekens door hum beschilderd, voor
mijn baaske!
Ito nou kost t Plnksteren worden! Glo-
rieuaen Pinkster!
In t Boschhuis van de familie Zonneveld,
waar t licht van geluk stralen zou, als de zon
uit den daauw
X Liep naar elf uren al. als den Vlc er over
denken gong z’n woning in de bosschen te gaan
opzoeken.
Ik bracht ‘m efkens zoowljd weg. Veul zee
den Vic nie ondersreuge. HU rook X bosch. Hit
aoog X in, diep in z'n bloed.
„Dré, ik ruik mn arbeid!”
De ruime eikendreef lag zilverig in den maan
nacht. We liepen teugen de stilte aan. n Stilte,
die we hóórden in X licht geruisch deur de
hooge kruinen.
X Was ’n spook, ’n zilveren manespook, on»
heimelijke toegevezeld deur X windeke in X ge-
blaart.
Den Vic bleef staan.
J3ré?”
„Vic?”
„Er.... la.... de laatste maanden.... veel
met me.... gebeurd."
Ik knikte, maar dat kost ie toch nie zien, hier
in den boechnacht.
.JU-. moet.... het weten. Ik/... heb an
dere.... leeren bidden. Zooals JU het weHicht
doet. Zooals.... ik het van m’n moeder heb
geleerd.... Dré.”
„Ge bidt nie meer als ’nen grooten vent, Viel”
,Jieen, Dré!”
44jk *a kind»*
X moeilijk.... gehad, jon-
dat nooit, nooit aan Han
neke laten weten.” Z’n oogen Hepen vol.
,Hoe is X mee Hanneke, Vic?”
HU klèérde op. „Goed, pulk! k Was net op
tUd, man! Je kent ze niet meer! Ik self sit soms
stil naar haar te kUken en dan denk ik: is dAt
nou Je zelfde meiske? God, X kind is zoo....
gelukkig. Die school kan verrekken! Ze blUR
hier. Moeder en Hanneke bhjven bU elkaar.
BU.... mUin X Boschhuis."
„Zoo hoort X Vlc!”
HU knikte. Keek me lachend, peinzend aan.
„Dat heb JU altUd geweten, Dré!”
Nou knikte-n-lk. Ook lachend, peinzend.
„k Zal X nooit vergeten. Dré. En Hanneke
ook niet. En als Moeder straks hier is. dan....
dan sullen we X, jullie en wU. „veul gezellig heb
ben mee malkaar,” weet je nog? Met die woor
den ging je, twee maanden geleden, van boord
enne.... ik geloofde er niet in.”
„Goed, dat ge die reis hebt deurgezet, Vic,”
lachte-n-ik. „Witte nog? Dat ge verom wilde
.gaan naar Ulvenhout, als we daar bU X water
kwamen?"
In de 15 horizontale rijen der gegeven figuur
plaatse men de woorden (van 8 letters dus) naar
de volgende beteekenissen of omschrUvlngen
(boven te beginnen):
naam van zeer bekend Fransch keizer,
dorp in Zuid-Holland, bU Leiden.
klein en mismaakt wezen,
angstig, bang.
Godsgebouw, kerk.
noemt men iemand, die van babbelen houdt
tegenvoeter.
plaats in Overjjsel (Tarente).
vreemd, niet zoo alle dagen voorkomend,
kortademig.
doorvoerhandel.
vreemd, niet met iets op de hoogte.
een toespraak houden bU feestelUke gele
genheid, e.d
noemt men een
criticus,
toelating
examen.
Heeft men de juiste woorden ingevuld, dan
leest men op de plaats der punten, links boven
beginnend en rechts boven eindigend, een mooi
spreekwoord.
Onder de Inzenders van een goede oplossing
worden weer zes fraaie prUzen verloot
Oplossingen worden tot VrUdagmiddag 12
uur ingewacht bü den heer O. M. A. Jansen,
Ruysdaelstraat 60. Utrecht.
Sinds het begin van den burgeroorlog in
Spanje werden door de roode regeering dui
zenden kinderen naar Rusland en Mexico ge
zonden, om ze daar een „principieel socialis
tische opvoeding" te doen ontvangen. Pater
Arrupe bezocht een school, waar vele dezer
kleine Spanjaarden gehuisvest zUn in de stad
Morelia bU Mexico City, en beschrUft zUn er
varingen in het weekblad America. HU vroeg
aan de dame, die hem met den auto naar
Morelia bracht, hoe het kwam dat om negen
uur ’s avonds de kinderen alom door de stra
ten zwierven, en kreeg ten antwoord:
„Dat komt omdat ze de laatste drie dagen
niet naar school gingen, maar op straat rond
liepen. ZU staken!”
.Merkwaardig!” zei ik. „Maar kunnen deon-
derwUsers hen dan niet baas?”
,Jk merk wel dat u deze espanolltos niet
ken^ Niemand kan er iets mee uitrichten. Geen
surveillant of onderwijzer heeft ze er onder.
Alleen enkele katholieke families zUn er in
geslaagd sommige te temmen met behulp van
lekkers en devotieprenten, na hen mee naar
huls te hebben genomen. Maar toen die "kin
deren op school terugkwamen, waren zU erger
dan te voren: zU wilden met alle geweld in
die katholieke gezinnen blUven. Daarom heeft
men aan deze families verboden om dicht bU
de school te komen. U begrUpt wel, dat ze hen
met behulp van lekkers en godsdienst alleen
maar opstandig willen maken.”
Roode propagandisten hebben vaak, ook in
ons tand, den spot gedreven met geestelUken
die tegen hun invloed waarschuwden. Nu ziep
wU hen zelf bevreesd worden voor de gevaren
IN
en voorzien is van een bandje of
de tint van het coetuum), waarmee
den hals van achteren vastgestrikt
Aet lükt een soort sacrilége om mode-fines
ses met plompe Hollandsche woorden te be
titelen. Dit bovenschrift bedoelt aan te geven,
dat het geteekende kanten blousetje, dat bU
een tailleur gedragen wordt, ook 's ochtends
gedragen kan worden, omdat het een minder
gekleeden indruk maakt wanneer het van vo
ren met enkele knoopjes gesloten is, maar veel
gekleeder toont, wanneer het hoog aan den
hals de Jabot heeft, die van dezelfde stof ge
maakt is
lintje (in
het om
wordt.
Een simpel accessoir maar de accessoirs
dóen het op het oogenbllk dat het probleem
oplost: hoe zUn we, zonder veel omhaal, op
reis eenvoudig en 's avonds toch iets fleuriger
ofwel, als we den heelen dag van huls zUn en
geen gelegenheid hebben om ons te verkleeden:
hoe kunnen we in dezelfde kleeding 's ochtends
het effect van wandelcostuum en 's avonds
dat van lets-meer-avondblouse bereiken.
Inplaats van het jabotje om den hals te
knoopen kunnen de lint-eindjes ook achter
in de blouse door de opengewerkte stof heen
geregen worden. Het blousetje is bedoeld van
de niet al te fUne open stof in eenvoudig ma
teriaal, hetgeen zeer goed waschbear is.