<Katv&fiaal vonden dag
i
De avonturen van een verkeersagentje
GER
ORRIE
>P
EK
IER
1(2
-B
ALLE ABONNÉ’S F 750.- F 750.- F 250.-
D
De krotwoningen
>nd
pond
2T
D
Rij
11» et
I75et.
löet
Met
Riet
45 et
LITEIT
De zoon van
Klaas Vaak
Brabant pavoiseert
zifn
Katholieke boeken
Oud en nieuw reiken
Onderwijzer*
elkaar de hand
deurwaarder
Folkloriatitch réveil in Brabant
o
Uie
van
m won na na hte4
Volkthuieveeting en werk
verruiming
AT 12
kmagf
K
17
eert den tijd
OP
DOOR
CHARLES
GARVICE
UW HUID
keeft de 2 oliën
CASTELLA noodig!
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UIT ER LIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
O GOEDE ZEEP STAAT
DONDERDAG 9 JUNI 1938
Ingeborg.
O
In het hol vond men prachtige steenen. Ze waren zoo voor
waar de draken als dood lagen.
1
-v
Toch
Luwde
ratto*
onsen
«reürt
J dus
Maar nauwelijks waren «ëTn de vliegmachine om den terug
tocht te beginnen of een der draken greep rich aan de as der
wielen vast en ging mede de lucht in. Berst merkte Keesle,
die het vliegtuig bestuurde, niets, maar weldra voelde b(j
toch, dat pr iets zwaars aan de machine moest hangen. HIJ
keek en sag tot zUn schrik den afschuwelijken draak.
is op zichzelf wel vijf pond waard. Vooruit
wees niet stom!" en ze duwde hem het biljet
in de hand. „Ga Je schulden betalen of ten
minste een paar er van. Jack en kijk alsje
blieft niet meer, alsof Je moet worden opge
hangen en het heelemaal niet prettig vindt”
Hjj nam het bankje natuurlijk aan, terwijl
It de populieren, die
zweven en waarover
Rijen,
ring
wang
leeltfk
Als soms osns tevssl haas»
bobt om uw beurt of te wach
ten HJ een kruispunt, don b
een prettige zekerheid, dat
er een indere wagen voor e
Haar staat, die steedi den tijd
beeft on altijd rustig z U a
beurt afwacht
Onder bovenstaanden titel bevat „Het Ka
tholieke Schoolblad” een artikel, waarin wordt
gewezep op de bemoeienissen van 't onderwij
zend personeel met de Inning van het school
geld.
„De taak van den onderwijzer is nu een
maal wel iets omvangrijker dan de naam
van zijn beroep aangeeft. De wetgever, die
hem van alles en nog wat verbiedt en zelfs
zijn huisgenooten aah banden legt, is van
den andere^ kant zoo welwillend geweest
zichzelf te dlspenseeren van allerlei, wat
dispensatie zou behoeven als de onderwijzer
het eigener beweging zou doen.
Tot die zaken behoort b.v. de schoolgeld-
innlng. Art. 87 der Lager-OnderwDswet
1920 maakt het mogelijk, den openbaren
onderwijzer de Inning der schoolgelden aan
de openbare scholen op te dragen. Voer de
Je
niet vergeten. Je
Lorrie, dat is vast.”
„Dank je,” zei ze, „dat is een grootsch, een
nobel, sen overweldigend compliment en het
is op zichzelf wel vijf pond waard.
Hierna publiceert het blad enkele officleele
aanschrijvingen, die de maatregelen aangeven
te treffen ten aanzien van schoolgeldpllchtigen,
die in betaling achterstallig zijn. En het ver
volgt: o
Natuurlik mag het Hoofd der School
den Gemeentelijken Dienst mededgeling
doen van de reden, welke geleld heeft tot
het nlet-betalen van schoolgeld
Zeer terecht noemt de School met dm
Bjjbel deze teak Deurwaarderswerk.
Ook „Het Katholieke Schoolblad" vindt
hier de vraag gewettigd, in hoeverre zulks
tot de teak van den onderwijzer behoort.
Wjj zijn van meening, aldus t blad, dat
hier de grenzen van het geoorloofde verre
zijn overschreden door B. en W. Als al het
bovengenoemde geoorloofd is, is er niets
tegen de onderwijzers er op uit te sturen
om het schoolgeld bjj de ouders zelf te gaan
halen. Het Bureau voor Schoolgeldinning
kan dan nog meer eischen.
Ook voor de ouders is deze methode op
den duur onaanvaardbaar. De ouders be
hoeven het schoolhoofd geen rekenschap
te geven, waarom zij hun verplichtingen
ten opzichte van de gemeentelijke kas niet
hebben vervuld-
Ben bron van conflicten tusschen school
en huis kan van deze eigenaardige methode
het gevolg zün.”
Aan het „Schetsboek1' van de „Nieuwe Rotter
dammer’’ ontleenen wij het volgende aardige
stemmingsbeeld
In den loop der laatste weken zijn in deze
kolommen reeds herhaaldelijk mededeellngen
verschenen, die ieder voor zich getuigenis ervan
aflegden, dat de Brabantsche gildegedachte weer
triomfeert. Maar het hoogtepunt van den dit-
jarigen gildejubel zal toch eerst Zondag 12 Juni
op het Eindhovensche vliegveld Welschap wor
den bereikt. Al de vijf kringen, bij de federatie
aangesloten, zullen dien dag te Eindhoven ver
tegenwoordigd zijn. Een historische gilde-
optocht ter lengte van een kilometer wordt
geformeerd. Tientallen gilden en eenige muziek
korpsen trekken, nadat des voormiddags in de
Sint Trudokerk een plechtige Gilde-Mis zal zijn
gecelebreerd, des middags op van Strjjp naar
Welschap. De vjjf kringen worden ieder aange
voerd door een officier in Napoleontische
uniform. Een hoqfdofficler staat boven deze vijf
subalterne officieren. Op Welschap zal een
gildefeest in al zjjn kleur en zwier plaats heb
ben. Tot degenen, die het festijn met hun tegen
woordigheid zullen vereeren, behooren o.m. de
commissaris der Koningin in Noord-Brabant.
Jhr. mr. dr. A. van Rijckevorsel en burgemeester
Verdijk van Eindhoven.
Hoezeer in Brabant nieuwe folklore vorm
krijgt, zal bewezen worden Zaterdag 6 en Zon
dag 7 Juli-as. te Hllvarenbeek. Daar worden die
dagen ruiterfeesten gehouden, maar die naam
ingestelde en grondig uitgevoerde enquête
zou aan het licht brengen, dat toestanden
als zoo juist geschetst allesbehalve tot de
uitzonderingen behooren. Het zal noodig
blijken, dat in sommige dorpen tientallen
woningen onherroepelijk tegen den grond
gaan. Soms zullen gansche straatjes geheel
of gedeeltelijk voor onmiddellijke stooping
In aanrfierking komen.
Daarnaast zal men ettelijke gevallen ont
moeten, die iets meer menschelljk zijn,
maar evenzeer om radicaal ingrijpen roe
pen. Vele woningen zijn in den loop der
crisisjarèn danig tot verval gekomen.'Hun
verwaarloosd uiterlijk ontsiert vaak het
dorps- of kleine-stads-gedeelte, waar deze
woningen worden aangetroffen.
Allicht zal men geneigd zijn te denken,
dat de huurders dier krot-, resp. verwaar
loosde woningen zeer goedkoop wonen. In
vele gevallen is zelfs dat niet waar. Er zijn
voorbeelden, dat men twee A drie gulden
per week betaalt voor een absoluut minder
waardige woning. Welnu, de gemeenteraad
van Helmond (welke stad op prjjzenswaar-
dige wijze het oplossen van het woningpro-
bleem nastreeft) heeft dezer dagen beslo
ten tot den bouw van een kleine tweehon
derd arbeiderswoningen, ter grootte variee-
rend van 225 tot 354 kubieke meters. De
woningen van het type 225 kubieke meters,
geschikt voor vader, moeder en 45 kinde
ren, zullen niet meer dan 2.90 aan week-
huur moeten kosten. In dit gegeven en in
den prijs, dien de huurder van krotwonin-
leder Jaar wordt een enquête Ingesteld onder
de studenten van de groote nlet-katholleke
Harvard-Universitelt der*Vereenigde Staten, om
na te gaan welke boeken «lat schooljaar het
meest door de studenten gelezen werden.
Uit de’ enquête over het vorig Jaar blijkt, dat
van de tien boeken, die het meeste door de stu
denten gele^n werden, de eerste twee plaatsen
bezet worden door katholieke werken. De eerste
plaats komt toe aan het boek van Paul Mac
Cann, „A Valiant Bishop against a rutless
King", waarin de geschiedenis verhaald wordt
van den H. Johannes Fisher, den katholieken
bisschop, die zich verzette tegen den afvalligen
Engelsclgen koning Hendrik VIII. Het tweede
meest gelezen boek is „The Reporter at the
Papal Court” van Thomas Morgan, een zeer
interessante studie over het leven en de regee-
rlng van Paus Pius XI.
bijzondere onderwijzers la deze mogelijkheid
geschapen in art. 95 deraelfde wet.
In de plaatsen waar zulks geschiedt,
wordt het schoolgeld wekelijks geïnd en
soms maandelijk afgedragen. Een maand
lang is de school dus verantwoordelijk voor
het schoolgeld. Vooreoover ons bekend, al
dus het blad, behoeft de betrokken onder
wijzer niet aangesloten te zijn bü een of
andere Borgstellingsorganlsatie. Maar ver
antwoordelijk is hij. Betaald voor het werk
wordt hu niet. In Amsterdam la sinda 1
September 1937 deze verplichting ingevoerd
voor de bijzondere scholen.
Daaraan Is dus niet te ontkomen.
Maar B. en W. zijn daarbij niet gebleven.
Bijkbaar stonden zij op het standpunt, dat,
wie belast is met innen, ook al de maat
regelen moet nemen, welke met de inning
verband houden.
„Ik zit In den trein, die Brabant in de
lengte doorkruist.
Wat is het er mooi.
De Mel-zqn verguldt de populieren, die
in de verte schijnende zweven en waarover
koperkleurige sprultsels wazen.... Rijen,
Tilburg. Oisterwijk, Boxtel weien met
treuzelige, roodbonte koeien én strak-ge-
ëgde velden, waarin lk-weet-niet-wat voor
•zaden sluimerenlangs het smaragd van
't winterkoren.... langs armetierige boeren-
bedoeninkjes, die midden in den rijkdom
van seringen en bloesems liggenen een
dorpsschooltje, waar de kinderen huppe-,
len rond meneer den pastoor.^..
Er kronkelen beken vol "dotterbloemen in
de buurt van de spoorlijn. En dan schiet
de trein dwars over 'n betonnen heirbaan,
tusschen rood-wltte hekken, waarachter de
vrachtauto's wachten.... én de motorfiet
sen met hun duo-bezit aan vrouwen, als
dikke, bruinleeren [toppenmaar wèg
zijn ze en ik zit weer tusschen slaperige
denngnboschjes, waarlangs” een zand[>aadje
loopt. De goudglanzende fazantenhaan
maakt het hof aan zijn hennetje en zij heb
ben heelemaal geen angst voor den bom-
barle-trein, die z’n dotten stoom Zegen een
klompenmakerij kwakt.... dag opoel....
met je kanten hoofdtooi.... die daar maar
stadig doorfietst In een laan van elkeboo-
men. maar mensch, wat ben Je beza
digd en ernstig op weg op zoo n waereldsch
rijwiel.... waar zou zij naar toe gaan?....
Ja, dat zal mjj nooit geopenbaard worden,
want de trein rinkelt over eeu ijzeren
briig.... voorbij een buitenhuis met zoo
waar nog tulpen in den tuin.
Wat is ’t vandaag?
Dinsdag.
En gisteren was het waschdag in Bra
bant en nu is de heele provincie zoo grap
pig gepavoiseerd met lange slierten wasch-
goed, dat flappert in den wind.
Ja.... er zijn soms óók wel kousen bij
van ragdunne kunstzü.... en ook wel,maar
het plukken. Tegen de wanden, op den grond lagen de prach
tigste steenen. Eto zoo groot als eieren van een kalkoen. Keesie
en de kabouters namen ze weg en gingen weer uit het hol.
„tWas zoon lieve meneer, mama! En hij
kon zoo mooi vertellen!”
Mama roerde voor de zooveelste maal in haar
theekopje, keek even naar haar man. trok voor
Ingeborg een stoel bij de «tafel en stek dan,
uiterst gedistingeerd, een klein stukje brood in
haar mond.
gen blijkt te moeten betalen, ligt een dui
delijke vingerwijzing, dat een afdoende
wegsnijding van het krotwoningabces bin
nen het onmiddellijk bereik te.
Men zal vragen naar een norm ter be-
öördeeling wat een behoorlijke arbeiders
woning te of niet. Blijkens de statuten
der coöperatieve woningvereeniglng Dr.
Scnaepman te Amsterdam (Stcrt. 8 Aug.
1908) werd als etech ten deze aangenomen
dat „het afzonderlijk slapen van kinderen
van beiderlei kunne mogelijk te”. Het wil
ons voorkomen, dat een dergelijk criterium
zou kunnen worden aanvaard als maatstaf
ter bepaling van de geschiktheid eener ar
beiderswoning (minimum) en tot een be
vredigende oplossing over de geheele linie
van het belangrijke woningvraagstuk zou
kunnen leiden.
Een in dezen geest verrichte werkzaam
heid zal sociaal, hygiënisch en zelfs chari
tatief een echt christelijke acte zijn. Het
moet tot de mooiste en edelste uitingen van
naastenliefde worden gerekend arme gezin
nen te onttrekken aan de ellende, onaf
scheidelijk verbonden aan het moeten hui
zen in een woning, die niet of nauwelijks
dien rfftam verdient.
Uit een oogpunt van werkverruiming zal
dit werk, op ruime schaal toegepast, auto
matisch ook anderen arbeid scheppen. De
bouwers der nieuwe woningen zetten weer
verdere handen aan het werk. De nieuw>-
bouw reikt over de hoofden der timmerlie
den, metselaars, schilders, enz. heen naar
de steen-, cement-, hout-, dakpannen-
electriciteits- en andere bedrijven.
Wil men in de gescnetste richting echter
tot goede resultaten komen, dan zal één
ding op den voorgrond moeten staan: een
nauwkeurig en op den toestand van van
daag ingesteld onderzoek, zoodat over de
nieuwste gegevens kan worden beschikt.
Langs dien weg zullen Alle op het gebied
der volkshuisvesting bestaande euvelen
Wdfrien blootgelegd. Dan zal aan den dAg
treden hoe een groot en tevens hoe een
zegenrijk werkobject hier t$ vinden te.
Als hi) de zoo* vstn een straatveger was, zou
je niet zóóveel op hem tegen hebben, maar
alleen, omdat zijn vader een graaf is
„Wat heeft dat alles er nu mee te maken?"
Jje bent een republikeinsche," constateerde
hij, „en je beseft het niet eens."
„Zoo,” merkte ze op, ,4k weet niet, wat dat
is. Maar dat je vriend een burggraaf is, heeft
niets te maken met het nuchtere feit, dat hü
jou, beste Jack, op een snelle en zekere manier
naar de maan helpt. Wat zal het einde er van
zijn. Jack? Je weet hoe slecht we er bjj zitten.
Als Je Greta’s gezicht gezien had, gisteren, toen
de rekening van den slager kwam dan was
Je vegetariër geworden Hoe wij bestaan en ons
kleeden is een raadsel, ja een compleet myste
rie. We zullen binnenkort nog op een dieet van
scheepsbeschuit en leege meelzakken worden
gezet.” En ze lachte.
Jack stopte zijn handen nog dieper in zjjn
zakken.
„Goed,” zei hjj. „Als ik geen geld kan heb
ben, nou, dan niet. Het Is allemachtig ver
velend. Ik weet niet, waar het geld blijft. Zoodfa
Ik een sovereign heb gewisseld, Is hij ”er-
dwenen! Wat voor nut heeft het leven, als J«
geen geld hebt?”
„Ik weet het niet, geef liever een ander
raadsel op,” lachte zijn zusje.
Een oogenbllk zwegen ze beiden. Zij keek
naar zijn mistroostig. Jongensachtig gezicht
en zocht met haar hand in haar zak.
„Heb je erg hard geld noodig. Jack?”
„t Kon niet erger,” was zijn antwoord.
„Goed, kijk een»; dan aal ik je dit geven,"
hrtetne heeft oost Zija Kerk vooe-
speld, dat aft om Zijnentwille vervol
gingen zon moeten «asdaren. Zalig aft.
die vervolging lijden om de Gerechtig
held, want hunner te het Koninkrijk
AT idat, onder den invloed van allerlei ver-
schijnselen, in de na-oorlogsche jaren een
bedenkelijke daling der belangstelling
voor het folkloristisch bezit onder de landelijke
bevolking van Brabant viel waar te nemen, een
geesteshouding, welke op den duur tot een defi
nitief verval van het overgeleverde volksche
schoon dreigde te leiden, hebben eenige Jaren
geleden prominente Brabantsche folkloristen
gemeend te moeten overgaan tot het stellen van
een doelbewuste en resolute daad. Zjj openden
een schel-klinkend roffelvuur. Doel was de dut
tende gildebroeders tot hér-ontwaken te bren
gen.
En toen is gebeurd wat ingewijden verwacht
hadden. De broeders wreven zich de oogen uit.
Waren zij dan inderdaad als versuften inge
dommeld geweest bf) al datgene, wat hunne
jeugd had verblijd en waarmede zij van
kindsbeen af waren opgegroeid? Metéén
sloeg de flitsende vonk uit den ketssteen. Het
Brabantsche gildeleven was niet, wat pessimis
ten hadden verondersteld, dood het sliep
slechts. Het, réveil wachtte den signaalstoot en
toen de trompet eenmaal over de dorpen gesto
ken werd, stonden de gilden weer paraat. De
sindsdien, onder presidium van jhr. mr. R. A.
van Rijckevorsel, burgemeester van Berlicum,
totstandgekomen Noord-Brabantsche Federatie
van Schuttersgilden bewijst hoezeer deze pa
raatheid een waarlijk levende werkelijkheid is.
hij een kleur kreeg. De Latimers waren geen
uitbundige familie en het was niet de gewoonte
van Jack en Lorrie om elkaar te' omhelzen,
maar nu hU naast haar stond, boog de jongen
zich in zijn groote dankbaarheid en bewonde-
over haar heen en raakte haar zacht»
met zijn lippen scan. Lorrie trok een
gezicht en wreef de aangevallen plek
zorgvuldig af.
„Jack, je krijgt een snor als een heiboender.
Zeg, een preek wordt niet dikwijls vergezeld
door een briefje van vijf pond, hé? Ik vraag
me af, wat 't langst zal duren, de Indruk van
mijn woorden of het geld. Het hangt er van
af, ‘denk ik, hoe gauw je weer kaart gaat'
spelen met Lord Kendale.”
„Ik zal niet meer spelen, ik beloof Je
„Neen, doe dat vooral niet," lachte ze. ,4k
wil niet dat je naar de barakken in Carshal
gaat en zegt: ik mag niet meer spelen, om
dat ik het aan mijn kleine zusje heb beloofd!
Wat zou je vriend Kendale dat grappig vin
den en er zou geen eind komen aan het ge
plaag.”
„Luister eens, Lorrie,” zei hij ernstig, „Je doet
hem onrecht waarachtig, dat doe je. Als ja
hem even goed kende als ik
,_De hemel beware me!
„Dan zou je moeten erkennen, dat Guy
heelemaal niet is, zooals JU je hem voorstelt.
Ieder die je hoorde praten, sou denken, dat
hU het zwarte schaap bU uitnemendheid «as.
En wat geld betreft er is geen edelmoediger
kerel op de heele wereld. HU sou zijn laatste
korst brood doelen
geeft op geen parten weer wat in het mooie en
oude Brabantsche grensdorp staat te gebeuren.
Een H. Mis voor de landelijke ruiters met bonds-
standaardwUding, een parade van 700 tot 800
landelUke ruiters, een gymnastiekdemonstratie
- van 200 leden van den R.K. Jonge Boerenstand,
een middeleeuwse!) rulterspel („Steekspel bU
de beleening van Rogier van Llefdale met de
HeerlUkheid van Hllvarenbeek In 1329”), deze
greep uit het programma bewust, dat de naam
„ruiterdagen” niet ten volle beantwoordt aan de
werkelijke strekking van het feest. Te Hllvaren-
beek wordt een nieuwe Brabantsche folklore ten
doopgehouden. Een aantel jaren geleden hebben
we er te Olrschot, ’n ander oud Brabantsch
i dorp, reeds een voorproeve van beleefd; vele
dorpen gaven in bescheidener vorm de ruiter
dagen. Dit alles maakt, dat geleidelUk een he-
dendaagsche landelUke sportieve vermakelUk-
heid tot traditie groeit: de Jonge folklore, waar-
van men zeggen mag. dat zU straks te Hllvaren-
i beek hare volle levenskracht voor de eerste maal'
zal demonstreeren. Er zal nog veel meer te zien
zUn dan wat we aanhaalden, o.m. werken ook
militaire ruiters mede. Maar alles te zamen
wordt het een uiting van gecentraliseerd lan-
delUk vermaak en dit wel onder de patronage
van het moderne, georganiseerde boerenleven.
Te Eindhoven «Ie wapenschouw van de oude,
te Hllvarenbeek de parade van de nieuwe folk
lore; niet zonder reden inderdaad mag worden
gesproken van een réveil der historische ge-
dachte van het landelUke volksfeest.
en ze hield hem een verkreukeld briefje van
vUf pond voor. „Paps gat het me gisteren om
een Jurk en nog een paar dingen te koopen
maar ik kan wachten tot het volgende kwar
taal”
De jongen kreeg een kleur en hü duwde haai
hand terug.
„Neen, neen!” zei hü verlegen. ,Jk wil Je
geld niet hebben, Lorrie, Je.... en hü keek
naar haar versleten, uitgelegde jurk en haai
hoed vol deuken.... Je hebt het zelf hard
genoeg noodig. Ik neem het niet aan!”
„O Ja, dat doe je wel,” was het besliste ant
woord. „Wees niet Idioot, Jack. Ik zeg je toch,
dat ik er best buiten kon. Het hindert niet,
als ik er niet erg netjes uitzie. Ik ga niet in
het leger en ik heb ook geen burggraaf tot
kameraad. Als ik dat had de hemel behoede
mü er voor dan kwam ik misschien wel vüf
pond bü jou leenen! Neem het maar beate Jon
gen; het is echt, tenzU paps valsche munter is
geworden."
.Neen,” zei hU, wat minder resoluut, „maai
bent een goed zusje, Lorrie en ik zal het
vergeten. Je bent een kranige meid
Jn leder geval zie JU altüd kans om te ver
béten,” zei Dolores, hetgeen op hetzelfde neer-
«»nt, Jack, wat jou betreft. Verder veronderstel
*k. dat hü drinkt....”
JR heb Guy Kendale nog nooit van mün
*»en dronken gezien,” wierp hü verontwaar
digd tegen.
•Jen man, die drinkt, behoeft nog niet dron-
«n te zün,” antwoordde zü- .Maar hoorde ik
’•der niet zeggen dat er in één week vüf
“•mpagne-fuiven in de barakken zün ge
geven.”
•Nou, en wat zou dat!” verontwaardigde hü
jdch- „Wat moeten de Jongens anders doen? Het
“een beestachtig saai leven. Lorrie, dat kan ik
Je «el zeggen; dan moet een Jongen iets doen
zich te amuseeren.”
-^«ed,” stemde zü opgewekt toe. .Maar
Jïck- het schünt me heb JU het verhaaltje
’•b dën aarden pot en den ü^eren pot wel eens
Behoord?”
<v"?Ch' 10°P n“ar de pomp!” riep hü uit. „Zal
Je eens zeggen, wat het is, Lorrie; ik geloot,
y*.Je hoofdzakelük iets tegen Guy Kendale
“•et, omdat hü bü ongeluk een burggraaf is.
heel zelden, zalmkleurige dessous, die met
den Meiwlnd coquetteeren.... maar dAtrie
ik wel: Brabant zit nog voor t overgroote
deel solide en als van ouds in de onder-
kleeren. De broeken van de mans zün bllk-
kerwit in t jonge lentelicht en zü doen on
gemotiveerd vroolük.... omdat de lente
wind nu eenmaal nergens respect voorheeft
en vaders broek van hupsasa laat dartelen,
terwül vader zelf geknield en gekromd zün
grond bewerkt. De kleedü van de moeders
is'er het pendant van.... en niet eens zoo
veel kleiner.... maar wel even degelük....
en op tüd versteld op de sleetsche steeën,
naar ik kan waarnemen. Nee.... steedsche
wuftheid Is er niet aan te bekennen....
dat zün geen Fransche directoires en en-
veloppes of Engelsche combinationsdat
zün voluit Brabantsche hemden en püp-
broeken en de wind malt er maar mee en
blaast hun leegheid vol met wat mensche-
lük model. Brabant moet niets hebben van
satünige seizoen-flodders met kant en
kleurtjes.... ga oeweg.... je kunt Dins
dags heel Brabant op de keper beschouwen.
Daar buiten woont een volk, dat alles frisch
aanvaardt, zooals het is en dat best wil
weten, hoe het in de onderspullen zit. Dat
ferme waschgoed in t al onthullende dag
licht spreekt openhartige taal tegen me
het vertelt me, dat daar menschen wonen
zonder weet van fratsen en slanke lün....
menschen. die een biertje lekker naar bin
nen zullen klokkenen een glaasken
snevel ookjadat zün de bullekes
van menschen. die spekpannekoeken kun
nen verdragen en verder werken in X zweet
huns aanschüns.zoodat moeder de ko
mende week weer wat te wasschen heeft en
de wind de püpen weer kan laten dansen
naar zün püpen, wanneer hü van ver over
den violetten einder komt aangesuisd.
Dan wordt deze vreedzame landelük-
held weer volgehangen met witte, wappe
rende vredesvlaggen, voor zü weer geborgen
worden in het duister van het kabinet.”
-g-^ eae morgen was wel een heel büzondere
i I in huize Bibbey. Waar dat büzondere nu
precies schuilde, «ras eigenlük moeilük te
zeggen, X was eigenlük een heel complex eigen
aardigheden.
Langer dan gewoonlük was münheer Bibbey
in zün ochtendblad verdiept, hetgeen mevrouw
meer hinderde dan münheer oirbaar vond. De
gevolgen laten zich niet moeilük raden: hoewel
de klok nauweUjks 7 uur wees, was bet tusschen
de echtelieden Bibbey allenrtinst pais en vreê.
Onder deze onverkwlkkelüke bedrüven door deed
de melk, wat zü altüd pleegt te doen als ze ge-
rulmen tüd op 'n heet vuur staat, en kookte over.
Hoewel de melk dus over haar kookpunt «ras.
was het met de echtelieden Bibbey nog niet
zoover gekomen, hoevrel het toch zoo heel vee)
niet meer scheelde. Het sputterde er nog ge
ducht, zoodat. oh, menschelüke logica, het ont-
büt zwügend dreigde te verloopen.
Dreigde te verloopen! Inderdaad. Want dat
het anders uitviel, was noch de schuld van mün-
heer Bibbey, die heel ostentatief het ochtend
blad vlak naast zün bord had gedeponeerd en
onder het eten door tóch las, 'noch aan mevrouw
Bibbey. die haar man een mlsselüken kwajongen
schold, binnensmonds dan. Maar de heele di
recte oorzaak daarvan was de kleine Ingeborg,
een alleraardigst ding, van nauwelüks zes Jaar.
dat. zeker een uur eerder dan anders, naar de
huiskamer kwam gedribbeld en, alle nukkigheid
van haar ouders ten spüt. direct een opgewon
den verhaal opdlschte.
„Luistert u eens.” begon Ingeborg, zonder
eerst „goeden morgen" te zeggen, „luistert u
eens! De zoon van Klaas Vaak is vannacht op
mün kamertje geweest!”
Münheer Bibbey vond de New-Yorksche slot-
koersen, al waren ze dan weer enkele punten
omlaag gegaan, veel interessanter dan het ge
babbel van zün dochtertje en schonk er dus
geen aandacht aan. Mevrouw Bibby keek het
kleine ding snibbig aan, wat Ingeborg in aUe
andere gevallen als een teeken van afkeuring
zou hebben opgevat, maar voor haar een aan
moediging was om verder te vertellen. Haastig
ging ze tenminste vergier:
„Ik ook; Ik heb een hekel aan korsten!”
„Hü zou zün laatsten cent geven om iemand
te helpen. Maar de arme kerel is even slecht
bü kas als wü allemaal. Zün vader is zoo arm
als een kerkrat. Guy zegt, dat hü de armste
peer van Engeland ia en dat hü niet méér
toelage krügt dan ik.”
,JEn natuurlUk moet hü het ontbrekende
aanvullen met bridgen en biljart spelen," viel
ze hem in de rede.
„Goed Jack, laten we aannemen, dat Je
vriend een engel is, is dat voldoende? Nou, dan
wUde ik. dat hü zün vleugels uitspreidde eh
wegvloog. Ik wilde
Vóór haar tweede wensch kon worden uit
gesproken. hoorden zü het geluld van paarde-
hoeven op den weg achter den lagen muur en
een Jongmensch kwam asmrUden met een
tamelijke vaart.
Toen hü Jack zag, hield hü de teugels in en
schreeuwde over den muur.
„Hallo Jack, ouwe jongen! Ben Je aan het
mediteeren temidden van de graven?”
Jack schrok op en keek met een roode kleur
op zün gezicht naar Lorrie. Zü werd door een
grafsteen, die zich tusschen haar plaats en
den weg bevond, verbotgeu voor onbescheiden
blikken en terwül ze waarschuwend haar vin
ger omhoog stak, gleed ze van haar plaats en
verborg zich geheel
.Moe kom ik daar in?" vroeg de zoo juist
aangekomene. „Waar is de poort? Het doet er
trouwens niet toe” en zün paard naar het
muurtje wendend sprong hü er pver in het
lange gzw en liet tech van het zadel glüden.
„Marie had vannacht bet venster open laten
staan, omdat het zoo benauwd was op mün
kamertje en door dat venster zag ik hem bin
nenkomen!” babbelde Ingeborg door.
„Wie?" vroeg münheer Bibby, hard en haastig.
,4>e zoon van Klaas Vaak, pappie,” verduide
lijkte Ingeborg, „t Was zoo’n lieve man. pap!
Ik was net wakker geschrokken van.... Van....
dat weet ik eigenlük zelf niet. Maar ik lag
heusch wakker, toen ik hem binnen zag komen.
Hü had een grooten zak op z’n rug, net zooals
u verteld had, dat Klaas Vaak er een had,
pappie!”
Münheer Bibby gromde, keek naar zün krant
en luisterde aan
dachtig. Hü was
dergelüke verha
len van Ingeborg
niet gewend, voor
al des morgens
niet. Beweerden
we te veel, toen
we schreven dat deze morgen een heel bü-
aondere was?
„Ik zei tegen hem: Dag. Klaas Vaak! Toen
kwam hü op den rand van mün ledikantje zitten
en zei heel zachtjes tegen me: ,Dag, lief meis
je!” Toen zei ik tegen hem dat pappie
me verteld had dat Klaas Vaak al ’n
heel oude man was. Dat was ook zoo.
maar omdat Klaas Vaak het allermeest
niet meer alleen af kon, moesten zün zoons hem
helpen. En nu gingen ze er lederen avond op
uit om aan zoete kindertjes mooie verhaaltjes
te vertellen. Maar dat moest hü erg zacht doen,
anders hoorden de groote menschen bet. en dat
mocht niet. Hü heeft heel veel mooie sprookjes
verteld, net zoo lang tot ik in slaap gevallen
ben! Vindt u dat nu niet erg lief van den zoon
van Klaas Vaak?"
Een moment zagen münheer en mevrouw
Bibby elkaar sprakeloos aan; toen renden ze in
een onverwachte eensgezlndlated naar de deur,
de hall ovel. de trap op en knielden tegelük
voor de linnenkast
Even later lag mevrouw Bibby snikkend in de
rechterarmen van haar man, in zün linker hield
hü het btjouterie-kistje.... leeg!
De zoon van Klaas Vaak was een heel ordi
naire inbreker geweest, die zich op meesterlüke
wüze uit een lastige situatie had weten te red
den.
Nadruk verboden.
Dolores gluurde achter haar schuilplaats van
daan. Zü zag een lange, rüzige figuur met een
knap gezicht, waarin het meest opvielen een
paar mooie oogen, vol uitdrukking en een
rechte, Grieksche neus. Zün kortgeknipt haar
was stralend blond. Hü was gekleed in een
manchester pak met een rübroek en hooge,
leeren laarzen. Het costuum zat hem, alsof het
om zün welgevormde leden was gegroeid.
HU had een knap gelaat, nog iets meer dan
knap, het was een innemend gezicht. De oogen
waren helder en vol jeugdige luchthartigheid;
men kon zien, dat de lippen meer gewend
waren te glimlachen dan te spotten en in de
heldere stem klonk een muxlek, die regelrecht
tot het hart van den luisteraar sprak.
Dolores merkte van uit haar schuilhoek al
die eigenaardige eigenschappen van den
vreemde op met de snelle intuïtieve opeaer-
Ungsgave van een meisje; toen ging zü be
hoedzaam in bet gras liggen om In elkaar
gedoken geduldig te vrachten, tot hü zou z*n
vertrokken.
„Ik dacht wel, dat je hier zoudt wonen.”
zei hü rondkükend. „Een füne avond, hé? Vind
je het erg. dat ik over dien muur ben ge
sprongen?" En op het paard doelend. Müj zal
muisstil blüven staan
„O, het te in orde.” zei Jack, terwül bü naar
den grafsteen keek, waarachter Lorrie zat
verscholen. „Juist vrü van dienst?” Ja we
hebben de zaak gesloten voor vandaag. Wat te
het hier eenig, net een achilderü
(Wordt vervolgd).
Men schrijft ons uit het Zuiden:
n het verleden heeft de statistiek zeer
groote diensten bewezen ten aanzien
van de volkshuisvesting. Steeds en onder
verschillenden vorm (o.m. leverden ook de
tienjaarlüksche volkstellingen interessant
materiaal) kon men uit de resultaten der
talrijke enquêtes aflezen, in welke mate en
in welk tempc ingrijpen gewenseftt of ge
Doden was. Bijzondere belangstelling ver
dient het feit, dat de bevindingen veelal
aanwezen, dat in de. kleine steden en op
het platte land niet minder erge, vaak zetfs
erger toestanden dan in de groote steden
werden aangetroffen.
vtfü leven in een tijd, waarin men niet
zonder schroom hei woord „enquête" neer-
schrijft. Ten aanzien van het woningvraag
stuk en het daarmede verbonden probleem
der werkverruiming is er echter alle reden
dien schroom te overwinnen. Concreet ge
zegd, op het gebied der krotwoningen zou
een systematisch onderzoek op korten ter-
mün onder drieërlei opzicht een weldaad
voor ons volk zijn. Eerstens uit een oogpunt
van söciaal welzijn, vervolgens als een
maatregel ter bevordering van de volks-
hygiëne. en op de derde plaats als werkver
ruiming.
Wie wel eens in de gelegenheid heeft
verkeerd budere arbeiderswoningen, bij
voorbeeld van dertig jaren en meer, in- en
uitwendig te bezien, zal zich ervan hebben
kurihen vergewissen hoe volstrekt onge
schikt voor bewoning vele niettemin be
woonde huizen zjjn. Een tot op onderdeelen
verzorgde enquête, die zich vooral ook tot
de kleine dorpen moet uitstrekken,‘'zou tot
bevindingen, leiden, die menigeen versteld
zouden doen staan. Zulk een onderzoek zou
aantonnen, dat op hW. kinderrijke Noord-
Brabantsche platteland krotten met in to
taal ca. drie vertrekken (en welke vertrek
ken!) soms gezinnen van vader, moeder en
tien of meer kinderen tot „woning” dienen.
De daken var\ dergelijke krotten reiken”
nauwelyks twee meter boven den beganen
grond. Men kan ze grijpen! Binnen is alles
.een bespotting van elke hygiënische ge
dachte. Wij vreezen, dat een in dif richting