<Katv&fiaal vonden dag i De avonturen van een verkeersagentje GER ORRIE >P EK IER 1(2 -B ALLE ABONNÉ’S F 750.- F 750.- F 250.- D De krotwoningen >nd pond 2T D Rij 11» et I75et. löet Met Riet 45 et LITEIT De zoon van Klaas Vaak Brabant pavoiseert zifn Katholieke boeken Oud en nieuw reiken Onderwijzer* elkaar de hand deurwaarder Folkloriatitch réveil in Brabant o Uie van m won na na hte4 Volkthuieveeting en werk verruiming AT 12 kmagf K 17 eert den tijd OP DOOR CHARLES GARVICE UW HUID keeft de 2 oliën CASTELLA noodig! AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UIT ER LIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL O GOEDE ZEEP STAAT DONDERDAG 9 JUNI 1938 Ingeborg. O In het hol vond men prachtige steenen. Ze waren zoo voor waar de draken als dood lagen. 1 -v Toch Luwde ratto* onsen «reürt J dus Maar nauwelijks waren «ëTn de vliegmachine om den terug tocht te beginnen of een der draken greep rich aan de as der wielen vast en ging mede de lucht in. Berst merkte Keesle, die het vliegtuig bestuurde, niets, maar weldra voelde b(j toch, dat pr iets zwaars aan de machine moest hangen. HIJ keek en sag tot zUn schrik den afschuwelijken draak. is op zichzelf wel vijf pond waard. Vooruit wees niet stom!" en ze duwde hem het biljet in de hand. „Ga Je schulden betalen of ten minste een paar er van. Jack en kijk alsje blieft niet meer, alsof Je moet worden opge hangen en het heelemaal niet prettig vindt” Hjj nam het bankje natuurlijk aan, terwijl It de populieren, die zweven en waarover Rijen, ring wang leeltfk Als soms osns tevssl haas» bobt om uw beurt of te wach ten HJ een kruispunt, don b een prettige zekerheid, dat er een indere wagen voor e Haar staat, die steedi den tijd beeft on altijd rustig z U a beurt afwacht Onder bovenstaanden titel bevat „Het Ka tholieke Schoolblad” een artikel, waarin wordt gewezep op de bemoeienissen van 't onderwij zend personeel met de Inning van het school geld. „De taak van den onderwijzer is nu een maal wel iets omvangrijker dan de naam van zijn beroep aangeeft. De wetgever, die hem van alles en nog wat verbiedt en zelfs zijn huisgenooten aah banden legt, is van den andere^ kant zoo welwillend geweest zichzelf te dlspenseeren van allerlei, wat dispensatie zou behoeven als de onderwijzer het eigener beweging zou doen. Tot die zaken behoort b.v. de schoolgeld- innlng. Art. 87 der Lager-OnderwDswet 1920 maakt het mogelijk, den openbaren onderwijzer de Inning der schoolgelden aan de openbare scholen op te dragen. Voer de Je niet vergeten. Je Lorrie, dat is vast.” „Dank je,” zei ze, „dat is een grootsch, een nobel, sen overweldigend compliment en het is op zichzelf wel vijf pond waard. Hierna publiceert het blad enkele officleele aanschrijvingen, die de maatregelen aangeven te treffen ten aanzien van schoolgeldpllchtigen, die in betaling achterstallig zijn. En het ver volgt: o Natuurlik mag het Hoofd der School den Gemeentelijken Dienst mededgeling doen van de reden, welke geleld heeft tot het nlet-betalen van schoolgeld Zeer terecht noemt de School met dm Bjjbel deze teak Deurwaarderswerk. Ook „Het Katholieke Schoolblad" vindt hier de vraag gewettigd, in hoeverre zulks tot de teak van den onderwijzer behoort. Wjj zijn van meening, aldus t blad, dat hier de grenzen van het geoorloofde verre zijn overschreden door B. en W. Als al het bovengenoemde geoorloofd is, is er niets tegen de onderwijzers er op uit te sturen om het schoolgeld bjj de ouders zelf te gaan halen. Het Bureau voor Schoolgeldinning kan dan nog meer eischen. Ook voor de ouders is deze methode op den duur onaanvaardbaar. De ouders be hoeven het schoolhoofd geen rekenschap te geven, waarom zij hun verplichtingen ten opzichte van de gemeentelijke kas niet hebben vervuld- Ben bron van conflicten tusschen school en huis kan van deze eigenaardige methode het gevolg zün.” Aan het „Schetsboek1' van de „Nieuwe Rotter dammer’’ ontleenen wij het volgende aardige stemmingsbeeld In den loop der laatste weken zijn in deze kolommen reeds herhaaldelijk mededeellngen verschenen, die ieder voor zich getuigenis ervan aflegden, dat de Brabantsche gildegedachte weer triomfeert. Maar het hoogtepunt van den dit- jarigen gildejubel zal toch eerst Zondag 12 Juni op het Eindhovensche vliegveld Welschap wor den bereikt. Al de vijf kringen, bij de federatie aangesloten, zullen dien dag te Eindhoven ver tegenwoordigd zijn. Een historische gilde- optocht ter lengte van een kilometer wordt geformeerd. Tientallen gilden en eenige muziek korpsen trekken, nadat des voormiddags in de Sint Trudokerk een plechtige Gilde-Mis zal zijn gecelebreerd, des middags op van Strjjp naar Welschap. De vjjf kringen worden ieder aange voerd door een officier in Napoleontische uniform. Een hoqfdofficler staat boven deze vijf subalterne officieren. Op Welschap zal een gildefeest in al zjjn kleur en zwier plaats heb ben. Tot degenen, die het festijn met hun tegen woordigheid zullen vereeren, behooren o.m. de commissaris der Koningin in Noord-Brabant. Jhr. mr. dr. A. van Rijckevorsel en burgemeester Verdijk van Eindhoven. Hoezeer in Brabant nieuwe folklore vorm krijgt, zal bewezen worden Zaterdag 6 en Zon dag 7 Juli-as. te Hllvarenbeek. Daar worden die dagen ruiterfeesten gehouden, maar die naam ingestelde en grondig uitgevoerde enquête zou aan het licht brengen, dat toestanden als zoo juist geschetst allesbehalve tot de uitzonderingen behooren. Het zal noodig blijken, dat in sommige dorpen tientallen woningen onherroepelijk tegen den grond gaan. Soms zullen gansche straatjes geheel of gedeeltelijk voor onmiddellijke stooping In aanrfierking komen. Daarnaast zal men ettelijke gevallen ont moeten, die iets meer menschelljk zijn, maar evenzeer om radicaal ingrijpen roe pen. Vele woningen zijn in den loop der crisisjarèn danig tot verval gekomen.'Hun verwaarloosd uiterlijk ontsiert vaak het dorps- of kleine-stads-gedeelte, waar deze woningen worden aangetroffen. Allicht zal men geneigd zijn te denken, dat de huurders dier krot-, resp. verwaar loosde woningen zeer goedkoop wonen. In vele gevallen is zelfs dat niet waar. Er zijn voorbeelden, dat men twee A drie gulden per week betaalt voor een absoluut minder waardige woning. Welnu, de gemeenteraad van Helmond (welke stad op prjjzenswaar- dige wijze het oplossen van het woningpro- bleem nastreeft) heeft dezer dagen beslo ten tot den bouw van een kleine tweehon derd arbeiderswoningen, ter grootte variee- rend van 225 tot 354 kubieke meters. De woningen van het type 225 kubieke meters, geschikt voor vader, moeder en 45 kinde ren, zullen niet meer dan 2.90 aan week- huur moeten kosten. In dit gegeven en in den prijs, dien de huurder van krotwonin- leder Jaar wordt een enquête Ingesteld onder de studenten van de groote nlet-katholleke Harvard-Universitelt der*Vereenigde Staten, om na te gaan welke boeken «lat schooljaar het meest door de studenten gelezen werden. Uit de’ enquête over het vorig Jaar blijkt, dat van de tien boeken, die het meeste door de stu denten gele^n werden, de eerste twee plaatsen bezet worden door katholieke werken. De eerste plaats komt toe aan het boek van Paul Mac Cann, „A Valiant Bishop against a rutless King", waarin de geschiedenis verhaald wordt van den H. Johannes Fisher, den katholieken bisschop, die zich verzette tegen den afvalligen Engelsclgen koning Hendrik VIII. Het tweede meest gelezen boek is „The Reporter at the Papal Court” van Thomas Morgan, een zeer interessante studie over het leven en de regee- rlng van Paus Pius XI. bijzondere onderwijzers la deze mogelijkheid geschapen in art. 95 deraelfde wet. In de plaatsen waar zulks geschiedt, wordt het schoolgeld wekelijks geïnd en soms maandelijk afgedragen. Een maand lang is de school dus verantwoordelijk voor het schoolgeld. Vooreoover ons bekend, al dus het blad, behoeft de betrokken onder wijzer niet aangesloten te zijn bü een of andere Borgstellingsorganlsatie. Maar ver antwoordelijk is hij. Betaald voor het werk wordt hu niet. In Amsterdam la sinda 1 September 1937 deze verplichting ingevoerd voor de bijzondere scholen. Daaraan Is dus niet te ontkomen. Maar B. en W. zijn daarbij niet gebleven. Bijkbaar stonden zij op het standpunt, dat, wie belast is met innen, ook al de maat regelen moet nemen, welke met de inning verband houden. „Ik zit In den trein, die Brabant in de lengte doorkruist. Wat is het er mooi. De Mel-zqn verguldt de populieren, die in de verte schijnende zweven en waarover koperkleurige sprultsels wazen.... Rijen, Tilburg. Oisterwijk, Boxtel weien met treuzelige, roodbonte koeien én strak-ge- ëgde velden, waarin lk-weet-niet-wat voor •zaden sluimerenlangs het smaragd van 't winterkoren.... langs armetierige boeren- bedoeninkjes, die midden in den rijkdom van seringen en bloesems liggenen een dorpsschooltje, waar de kinderen huppe-, len rond meneer den pastoor.^.. Er kronkelen beken vol "dotterbloemen in de buurt van de spoorlijn. En dan schiet de trein dwars over 'n betonnen heirbaan, tusschen rood-wltte hekken, waarachter de vrachtauto's wachten.... én de motorfiet sen met hun duo-bezit aan vrouwen, als dikke, bruinleeren [toppenmaar wèg zijn ze en ik zit weer tusschen slaperige denngnboschjes, waarlangs” een zand[>aadje loopt. De goudglanzende fazantenhaan maakt het hof aan zijn hennetje en zij heb ben heelemaal geen angst voor den bom- barle-trein, die z’n dotten stoom Zegen een klompenmakerij kwakt.... dag opoel.... met je kanten hoofdtooi.... die daar maar stadig doorfietst In een laan van elkeboo- men. maar mensch, wat ben Je beza digd en ernstig op weg op zoo n waereldsch rijwiel.... waar zou zij naar toe gaan?.... Ja, dat zal mjj nooit geopenbaard worden, want de trein rinkelt over eeu ijzeren briig.... voorbij een buitenhuis met zoo waar nog tulpen in den tuin. Wat is ’t vandaag? Dinsdag. En gisteren was het waschdag in Bra bant en nu is de heele provincie zoo grap pig gepavoiseerd met lange slierten wasch- goed, dat flappert in den wind. Ja.... er zijn soms óók wel kousen bij van ragdunne kunstzü.... en ook wel,maar het plukken. Tegen de wanden, op den grond lagen de prach tigste steenen. Eto zoo groot als eieren van een kalkoen. Keesie en de kabouters namen ze weg en gingen weer uit het hol. „tWas zoon lieve meneer, mama! En hij kon zoo mooi vertellen!” Mama roerde voor de zooveelste maal in haar theekopje, keek even naar haar man. trok voor Ingeborg een stoel bij de «tafel en stek dan, uiterst gedistingeerd, een klein stukje brood in haar mond. gen blijkt te moeten betalen, ligt een dui delijke vingerwijzing, dat een afdoende wegsnijding van het krotwoningabces bin nen het onmiddellijk bereik te. Men zal vragen naar een norm ter be- öördeeling wat een behoorlijke arbeiders woning te of niet. Blijkens de statuten der coöperatieve woningvereeniglng Dr. Scnaepman te Amsterdam (Stcrt. 8 Aug. 1908) werd als etech ten deze aangenomen dat „het afzonderlijk slapen van kinderen van beiderlei kunne mogelijk te”. Het wil ons voorkomen, dat een dergelijk criterium zou kunnen worden aanvaard als maatstaf ter bepaling van de geschiktheid eener ar beiderswoning (minimum) en tot een be vredigende oplossing over de geheele linie van het belangrijke woningvraagstuk zou kunnen leiden. Een in dezen geest verrichte werkzaam heid zal sociaal, hygiënisch en zelfs chari tatief een echt christelijke acte zijn. Het moet tot de mooiste en edelste uitingen van naastenliefde worden gerekend arme gezin nen te onttrekken aan de ellende, onaf scheidelijk verbonden aan het moeten hui zen in een woning, die niet of nauwelijks dien rfftam verdient. Uit een oogpunt van werkverruiming zal dit werk, op ruime schaal toegepast, auto matisch ook anderen arbeid scheppen. De bouwers der nieuwe woningen zetten weer verdere handen aan het werk. De nieuw>- bouw reikt over de hoofden der timmerlie den, metselaars, schilders, enz. heen naar de steen-, cement-, hout-, dakpannen- electriciteits- en andere bedrijven. Wil men in de gescnetste richting echter tot goede resultaten komen, dan zal één ding op den voorgrond moeten staan: een nauwkeurig en op den toestand van van daag ingesteld onderzoek, zoodat over de nieuwste gegevens kan worden beschikt. Langs dien weg zullen Alle op het gebied der volkshuisvesting bestaande euvelen Wdfrien blootgelegd. Dan zal aan den dAg treden hoe een groot en tevens hoe een zegenrijk werkobject hier t$ vinden te. Als hi) de zoo* vstn een straatveger was, zou je niet zóóveel op hem tegen hebben, maar alleen, omdat zijn vader een graaf is „Wat heeft dat alles er nu mee te maken?" Jje bent een republikeinsche," constateerde hij, „en je beseft het niet eens." „Zoo,” merkte ze op, ,4k weet niet, wat dat is. Maar dat je vriend een burggraaf is, heeft niets te maken met het nuchtere feit, dat hü jou, beste Jack, op een snelle en zekere manier naar de maan helpt. Wat zal het einde er van zijn. Jack? Je weet hoe slecht we er bjj zitten. Als Je Greta’s gezicht gezien had, gisteren, toen de rekening van den slager kwam dan was Je vegetariër geworden Hoe wij bestaan en ons kleeden is een raadsel, ja een compleet myste rie. We zullen binnenkort nog op een dieet van scheepsbeschuit en leege meelzakken worden gezet.” En ze lachte. Jack stopte zijn handen nog dieper in zjjn zakken. „Goed,” zei hjj. „Als ik geen geld kan heb ben, nou, dan niet. Het Is allemachtig ver velend. Ik weet niet, waar het geld blijft. Zoodfa Ik een sovereign heb gewisseld, Is hij ”er- dwenen! Wat voor nut heeft het leven, als J« geen geld hebt?” „Ik weet het niet, geef liever een ander raadsel op,” lachte zijn zusje. Een oogenbllk zwegen ze beiden. Zij keek naar zijn mistroostig. Jongensachtig gezicht en zocht met haar hand in haar zak. „Heb je erg hard geld noodig. Jack?” „t Kon niet erger,” was zijn antwoord. „Goed, kijk een»; dan aal ik je dit geven," hrtetne heeft oost Zija Kerk vooe- speld, dat aft om Zijnentwille vervol gingen zon moeten «asdaren. Zalig aft. die vervolging lijden om de Gerechtig held, want hunner te het Koninkrijk AT idat, onder den invloed van allerlei ver- schijnselen, in de na-oorlogsche jaren een bedenkelijke daling der belangstelling voor het folkloristisch bezit onder de landelijke bevolking van Brabant viel waar te nemen, een geesteshouding, welke op den duur tot een defi nitief verval van het overgeleverde volksche schoon dreigde te leiden, hebben eenige Jaren geleden prominente Brabantsche folkloristen gemeend te moeten overgaan tot het stellen van een doelbewuste en resolute daad. Zjj openden een schel-klinkend roffelvuur. Doel was de dut tende gildebroeders tot hér-ontwaken te bren gen. En toen is gebeurd wat ingewijden verwacht hadden. De broeders wreven zich de oogen uit. Waren zij dan inderdaad als versuften inge dommeld geweest bf) al datgene, wat hunne jeugd had verblijd en waarmede zij van kindsbeen af waren opgegroeid? Metéén sloeg de flitsende vonk uit den ketssteen. Het Brabantsche gildeleven was niet, wat pessimis ten hadden verondersteld, dood het sliep slechts. Het, réveil wachtte den signaalstoot en toen de trompet eenmaal over de dorpen gesto ken werd, stonden de gilden weer paraat. De sindsdien, onder presidium van jhr. mr. R. A. van Rijckevorsel, burgemeester van Berlicum, totstandgekomen Noord-Brabantsche Federatie van Schuttersgilden bewijst hoezeer deze pa raatheid een waarlijk levende werkelijkheid is. hij een kleur kreeg. De Latimers waren geen uitbundige familie en het was niet de gewoonte van Jack en Lorrie om elkaar te' omhelzen, maar nu hU naast haar stond, boog de jongen zich in zijn groote dankbaarheid en bewonde- over haar heen en raakte haar zacht» met zijn lippen scan. Lorrie trok een gezicht en wreef de aangevallen plek zorgvuldig af. „Jack, je krijgt een snor als een heiboender. Zeg, een preek wordt niet dikwijls vergezeld door een briefje van vijf pond, hé? Ik vraag me af, wat 't langst zal duren, de Indruk van mijn woorden of het geld. Het hangt er van af, ‘denk ik, hoe gauw je weer kaart gaat' spelen met Lord Kendale.” „Ik zal niet meer spelen, ik beloof Je „Neen, doe dat vooral niet," lachte ze. ,4k wil niet dat je naar de barakken in Carshal gaat en zegt: ik mag niet meer spelen, om dat ik het aan mijn kleine zusje heb beloofd! Wat zou je vriend Kendale dat grappig vin den en er zou geen eind komen aan het ge plaag.” „Luister eens, Lorrie,” zei hij ernstig, „Je doet hem onrecht waarachtig, dat doe je. Als ja hem even goed kende als ik ,_De hemel beware me! „Dan zou je moeten erkennen, dat Guy heelemaal niet is, zooals JU je hem voorstelt. Ieder die je hoorde praten, sou denken, dat hU het zwarte schaap bU uitnemendheid «as. En wat geld betreft er is geen edelmoediger kerel op de heele wereld. HU sou zijn laatste korst brood doelen geeft op geen parten weer wat in het mooie en oude Brabantsche grensdorp staat te gebeuren. Een H. Mis voor de landelijke ruiters met bonds- standaardwUding, een parade van 700 tot 800 landelUke ruiters, een gymnastiekdemonstratie - van 200 leden van den R.K. Jonge Boerenstand, een middeleeuwse!) rulterspel („Steekspel bU de beleening van Rogier van Llefdale met de HeerlUkheid van Hllvarenbeek In 1329”), deze greep uit het programma bewust, dat de naam „ruiterdagen” niet ten volle beantwoordt aan de werkelijke strekking van het feest. Te Hllvaren- beek wordt een nieuwe Brabantsche folklore ten doopgehouden. Een aantel jaren geleden hebben we er te Olrschot, ’n ander oud Brabantsch i dorp, reeds een voorproeve van beleefd; vele dorpen gaven in bescheidener vorm de ruiter dagen. Dit alles maakt, dat geleidelUk een he- dendaagsche landelUke sportieve vermakelUk- heid tot traditie groeit: de Jonge folklore, waar- van men zeggen mag. dat zU straks te Hllvaren- i beek hare volle levenskracht voor de eerste maal' zal demonstreeren. Er zal nog veel meer te zien zUn dan wat we aanhaalden, o.m. werken ook militaire ruiters mede. Maar alles te zamen wordt het een uiting van gecentraliseerd lan- delUk vermaak en dit wel onder de patronage van het moderne, georganiseerde boerenleven. Te Eindhoven «Ie wapenschouw van de oude, te Hllvarenbeek de parade van de nieuwe folk lore; niet zonder reden inderdaad mag worden gesproken van een réveil der historische ge- dachte van het landelUke volksfeest. en ze hield hem een verkreukeld briefje van vUf pond voor. „Paps gat het me gisteren om een Jurk en nog een paar dingen te koopen maar ik kan wachten tot het volgende kwar taal” De jongen kreeg een kleur en hü duwde haai hand terug. „Neen, neen!” zei hü verlegen. ,Jk wil Je geld niet hebben, Lorrie, Je.... en hü keek naar haar versleten, uitgelegde jurk en haai hoed vol deuken.... Je hebt het zelf hard genoeg noodig. Ik neem het niet aan!” „O Ja, dat doe je wel,” was het besliste ant woord. „Wees niet Idioot, Jack. Ik zeg je toch, dat ik er best buiten kon. Het hindert niet, als ik er niet erg netjes uitzie. Ik ga niet in het leger en ik heb ook geen burggraaf tot kameraad. Als ik dat had de hemel behoede mü er voor dan kwam ik misschien wel vüf pond bü jou leenen! Neem het maar beate Jon gen; het is echt, tenzU paps valsche munter is geworden." .Neen,” zei hU, wat minder resoluut, „maai bent een goed zusje, Lorrie en ik zal het vergeten. Je bent een kranige meid Jn leder geval zie JU altüd kans om te ver béten,” zei Dolores, hetgeen op hetzelfde neer- «»nt, Jack, wat jou betreft. Verder veronderstel *k. dat hü drinkt....” JR heb Guy Kendale nog nooit van mün *»en dronken gezien,” wierp hü verontwaar digd tegen. •Jen man, die drinkt, behoeft nog niet dron- «n te zün,” antwoordde zü- .Maar hoorde ik ’•der niet zeggen dat er in één week vüf “•mpagne-fuiven in de barakken zün ge geven.” •Nou, en wat zou dat!” verontwaardigde hü jdch- „Wat moeten de Jongens anders doen? Het “een beestachtig saai leven. Lorrie, dat kan ik Je «el zeggen; dan moet een Jongen iets doen zich te amuseeren.” -^«ed,” stemde zü opgewekt toe. .Maar Jïck- het schünt me heb JU het verhaaltje ’•b dën aarden pot en den ü^eren pot wel eens Behoord?” <v"?Ch' 10°P n“ar de pomp!” riep hü uit. „Zal Je eens zeggen, wat het is, Lorrie; ik geloot, y*.Je hoofdzakelük iets tegen Guy Kendale “•et, omdat hü bü ongeluk een burggraaf is. heel zelden, zalmkleurige dessous, die met den Meiwlnd coquetteeren.... maar dAtrie ik wel: Brabant zit nog voor t overgroote deel solide en als van ouds in de onder- kleeren. De broeken van de mans zün bllk- kerwit in t jonge lentelicht en zü doen on gemotiveerd vroolük.... omdat de lente wind nu eenmaal nergens respect voorheeft en vaders broek van hupsasa laat dartelen, terwül vader zelf geknield en gekromd zün grond bewerkt. De kleedü van de moeders is'er het pendant van.... en niet eens zoo veel kleiner.... maar wel even degelük.... en op tüd versteld op de sleetsche steeën, naar ik kan waarnemen. Nee.... steedsche wuftheid Is er niet aan te bekennen.... dat zün geen Fransche directoires en en- veloppes of Engelsche combinationsdat zün voluit Brabantsche hemden en püp- broeken en de wind malt er maar mee en blaast hun leegheid vol met wat mensche- lük model. Brabant moet niets hebben van satünige seizoen-flodders met kant en kleurtjes.... ga oeweg.... je kunt Dins dags heel Brabant op de keper beschouwen. Daar buiten woont een volk, dat alles frisch aanvaardt, zooals het is en dat best wil weten, hoe het in de onderspullen zit. Dat ferme waschgoed in t al onthullende dag licht spreekt openhartige taal tegen me het vertelt me, dat daar menschen wonen zonder weet van fratsen en slanke lün.... menschen. die een biertje lekker naar bin nen zullen klokkenen een glaasken snevel ookjadat zün de bullekes van menschen. die spekpannekoeken kun nen verdragen en verder werken in X zweet huns aanschüns.zoodat moeder de ko mende week weer wat te wasschen heeft en de wind de püpen weer kan laten dansen naar zün püpen, wanneer hü van ver over den violetten einder komt aangesuisd. Dan wordt deze vreedzame landelük- held weer volgehangen met witte, wappe rende vredesvlaggen, voor zü weer geborgen worden in het duister van het kabinet.” -g-^ eae morgen was wel een heel büzondere i I in huize Bibbey. Waar dat büzondere nu precies schuilde, «ras eigenlük moeilük te zeggen, X was eigenlük een heel complex eigen aardigheden. Langer dan gewoonlük was münheer Bibbey in zün ochtendblad verdiept, hetgeen mevrouw meer hinderde dan münheer oirbaar vond. De gevolgen laten zich niet moeilük raden: hoewel de klok nauweUjks 7 uur wees, was bet tusschen de echtelieden Bibbey allenrtinst pais en vreê. Onder deze onverkwlkkelüke bedrüven door deed de melk, wat zü altüd pleegt te doen als ze ge- rulmen tüd op 'n heet vuur staat, en kookte over. Hoewel de melk dus over haar kookpunt «ras. was het met de echtelieden Bibbey nog niet zoover gekomen, hoevrel het toch zoo heel vee) niet meer scheelde. Het sputterde er nog ge ducht, zoodat. oh, menschelüke logica, het ont- büt zwügend dreigde te verloopen. Dreigde te verloopen! Inderdaad. Want dat het anders uitviel, was noch de schuld van mün- heer Bibbey, die heel ostentatief het ochtend blad vlak naast zün bord had gedeponeerd en onder het eten door tóch las, 'noch aan mevrouw Bibbey. die haar man een mlsselüken kwajongen schold, binnensmonds dan. Maar de heele di recte oorzaak daarvan was de kleine Ingeborg, een alleraardigst ding, van nauwelüks zes Jaar. dat. zeker een uur eerder dan anders, naar de huiskamer kwam gedribbeld en, alle nukkigheid van haar ouders ten spüt. direct een opgewon den verhaal opdlschte. „Luistert u eens.” begon Ingeborg, zonder eerst „goeden morgen" te zeggen, „luistert u eens! De zoon van Klaas Vaak is vannacht op mün kamertje geweest!” Münheer Bibbey vond de New-Yorksche slot- koersen, al waren ze dan weer enkele punten omlaag gegaan, veel interessanter dan het ge babbel van zün dochtertje en schonk er dus geen aandacht aan. Mevrouw Bibby keek het kleine ding snibbig aan, wat Ingeborg in aUe andere gevallen als een teeken van afkeuring zou hebben opgevat, maar voor haar een aan moediging was om verder te vertellen. Haastig ging ze tenminste vergier: „Ik ook; Ik heb een hekel aan korsten!” „Hü zou zün laatsten cent geven om iemand te helpen. Maar de arme kerel is even slecht bü kas als wü allemaal. Zün vader is zoo arm als een kerkrat. Guy zegt, dat hü de armste peer van Engeland ia en dat hü niet méér toelage krügt dan ik.” ,JEn natuurlUk moet hü het ontbrekende aanvullen met bridgen en biljart spelen," viel ze hem in de rede. „Goed Jack, laten we aannemen, dat Je vriend een engel is, is dat voldoende? Nou, dan wUde ik. dat hü zün vleugels uitspreidde eh wegvloog. Ik wilde Vóór haar tweede wensch kon worden uit gesproken. hoorden zü het geluld van paarde- hoeven op den weg achter den lagen muur en een Jongmensch kwam asmrUden met een tamelijke vaart. Toen hü Jack zag, hield hü de teugels in en schreeuwde over den muur. „Hallo Jack, ouwe jongen! Ben Je aan het mediteeren temidden van de graven?” Jack schrok op en keek met een roode kleur op zün gezicht naar Lorrie. Zü werd door een grafsteen, die zich tusschen haar plaats en den weg bevond, verbotgeu voor onbescheiden blikken en terwül ze waarschuwend haar vin ger omhoog stak, gleed ze van haar plaats en verborg zich geheel .Moe kom ik daar in?" vroeg de zoo juist aangekomene. „Waar is de poort? Het doet er trouwens niet toe” en zün paard naar het muurtje wendend sprong hü er pver in het lange gzw en liet tech van het zadel glüden. „Marie had vannacht bet venster open laten staan, omdat het zoo benauwd was op mün kamertje en door dat venster zag ik hem bin nenkomen!” babbelde Ingeborg door. „Wie?" vroeg münheer Bibby, hard en haastig. ,4>e zoon van Klaas Vaak, pappie,” verduide lijkte Ingeborg, „t Was zoo’n lieve man. pap! Ik was net wakker geschrokken van.... Van.... dat weet ik eigenlük zelf niet. Maar ik lag heusch wakker, toen ik hem binnen zag komen. Hü had een grooten zak op z’n rug, net zooals u verteld had, dat Klaas Vaak er een had, pappie!” Münheer Bibby gromde, keek naar zün krant en luisterde aan dachtig. Hü was dergelüke verha len van Ingeborg niet gewend, voor al des morgens niet. Beweerden we te veel, toen we schreven dat deze morgen een heel bü- aondere was? „Ik zei tegen hem: Dag. Klaas Vaak! Toen kwam hü op den rand van mün ledikantje zitten en zei heel zachtjes tegen me: ,Dag, lief meis je!” Toen zei ik tegen hem dat pappie me verteld had dat Klaas Vaak al ’n heel oude man was. Dat was ook zoo. maar omdat Klaas Vaak het allermeest niet meer alleen af kon, moesten zün zoons hem helpen. En nu gingen ze er lederen avond op uit om aan zoete kindertjes mooie verhaaltjes te vertellen. Maar dat moest hü erg zacht doen, anders hoorden de groote menschen bet. en dat mocht niet. Hü heeft heel veel mooie sprookjes verteld, net zoo lang tot ik in slaap gevallen ben! Vindt u dat nu niet erg lief van den zoon van Klaas Vaak?" Een moment zagen münheer en mevrouw Bibby elkaar sprakeloos aan; toen renden ze in een onverwachte eensgezlndlated naar de deur, de hall ovel. de trap op en knielden tegelük voor de linnenkast Even later lag mevrouw Bibby snikkend in de rechterarmen van haar man, in zün linker hield hü het btjouterie-kistje.... leeg! De zoon van Klaas Vaak was een heel ordi naire inbreker geweest, die zich op meesterlüke wüze uit een lastige situatie had weten te red den. Nadruk verboden. Dolores gluurde achter haar schuilplaats van daan. Zü zag een lange, rüzige figuur met een knap gezicht, waarin het meest opvielen een paar mooie oogen, vol uitdrukking en een rechte, Grieksche neus. Zün kortgeknipt haar was stralend blond. Hü was gekleed in een manchester pak met een rübroek en hooge, leeren laarzen. Het costuum zat hem, alsof het om zün welgevormde leden was gegroeid. HU had een knap gelaat, nog iets meer dan knap, het was een innemend gezicht. De oogen waren helder en vol jeugdige luchthartigheid; men kon zien, dat de lippen meer gewend waren te glimlachen dan te spotten en in de heldere stem klonk een muxlek, die regelrecht tot het hart van den luisteraar sprak. Dolores merkte van uit haar schuilhoek al die eigenaardige eigenschappen van den vreemde op met de snelle intuïtieve opeaer- Ungsgave van een meisje; toen ging zü be hoedzaam in bet gras liggen om In elkaar gedoken geduldig te vrachten, tot hü zou z*n vertrokken. „Ik dacht wel, dat je hier zoudt wonen.” zei hü rondkükend. „Een füne avond, hé? Vind je het erg. dat ik over dien muur ben ge sprongen?" En op het paard doelend. Müj zal muisstil blüven staan „O, het te in orde.” zei Jack, terwül bü naar den grafsteen keek, waarachter Lorrie zat verscholen. „Juist vrü van dienst?” Ja we hebben de zaak gesloten voor vandaag. Wat te het hier eenig, net een achilderü (Wordt vervolgd). Men schrijft ons uit het Zuiden: n het verleden heeft de statistiek zeer groote diensten bewezen ten aanzien van de volkshuisvesting. Steeds en onder verschillenden vorm (o.m. leverden ook de tienjaarlüksche volkstellingen interessant materiaal) kon men uit de resultaten der talrijke enquêtes aflezen, in welke mate en in welk tempc ingrijpen gewenseftt of ge Doden was. Bijzondere belangstelling ver dient het feit, dat de bevindingen veelal aanwezen, dat in de. kleine steden en op het platte land niet minder erge, vaak zetfs erger toestanden dan in de groote steden werden aangetroffen. vtfü leven in een tijd, waarin men niet zonder schroom hei woord „enquête" neer- schrijft. Ten aanzien van het woningvraag stuk en het daarmede verbonden probleem der werkverruiming is er echter alle reden dien schroom te overwinnen. Concreet ge zegd, op het gebied der krotwoningen zou een systematisch onderzoek op korten ter- mün onder drieërlei opzicht een weldaad voor ons volk zijn. Eerstens uit een oogpunt van söciaal welzijn, vervolgens als een maatregel ter bevordering van de volks- hygiëne. en op de derde plaats als werkver ruiming. Wie wel eens in de gelegenheid heeft verkeerd budere arbeiderswoningen, bij voorbeeld van dertig jaren en meer, in- en uitwendig te bezien, zal zich ervan hebben kurihen vergewissen hoe volstrekt onge schikt voor bewoning vele niettemin be woonde huizen zjjn. Een tot op onderdeelen verzorgde enquête, die zich vooral ook tot de kleine dorpen moet uitstrekken,‘'zou tot bevindingen, leiden, die menigeen versteld zouden doen staan. Zulk een onderzoek zou aantonnen, dat op hW. kinderrijke Noord- Brabantsche platteland krotten met in to taal ca. drie vertrekken (en welke vertrek ken!) soms gezinnen van vader, moeder en tien of meer kinderen tot „woning” dienen. De daken var\ dergelijke krotten reiken” nauwelyks twee meter boven den beganen grond. Men kan ze grijpen! Binnen is alles .een bespotting van elke hygiënische ge dachte. Wij vreezen, dat een in dif richting

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1938 | | pagina 19