ueïAacd van den daq
9.
De avonturen van een verkeersagent je
s
r
ORRIE
G
R
12
pe krotwoningen
nd
d
WBBELM^N
ee
t den tijd—
DONDERDAG 9 JUNI 1938
Brabant pavoiseert
Katholieke boeken
Onderwijzer*
deurwaarder
Folkloriatiach réveil in Brabant
O
Lie
t*
EIT
4
Oud en nieuw reiken
elkaar de hand
De zoon van
Klaas Vaak
'o brieft» hooft aan Zijs Xetk ww
•paid, dat zij om Zljnontwillo vorvol-
gingon non moaton vosduron. Zalig zfl.
dia vervolging lijden om do Gerochtlg'
hold, want hunner ia hot koninkrijk
dor Hemelen.
eetslt
dat
over
1938.
taï-
OP
D
Volluhuiavetting en werk
verruiming
noemd,
IE.
ir un-
4 pCL
pCt
000.-,
rsrecht
na het
sn van
idering
esteld,
anden.
DOOR
CHARLES
GARVICE
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UIT ERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
UW HUID
heeft de 2 oliën
CASTEUA noodig!
O GOEDE ZEEP STAAT
243
'f
grond bewerkt. De kleedü van de moeders
B»
Berlicum,
idën
MM
waar de draken als dood lagen.
b* vestaas van mb MM
9
Zeg,
van
Maar nauwelijks waren ze in de vliegmachine om den terug
tocht te beginnen of een der draken greep zich aan de as der
wielen vast en ging mede de lucht in. Eerst merkte Keesie,
die het vliegtuig bestuurde, niets, maar weldra voelde hy
toch, dat er iets zwaars aan de machine moest hangen. Hij
keejk en zag tot zijn schrik den afschuweUjken draak.
Hierna publiceert het triad enkele officieels
aanschrijvingen, die de maatregelen aangeven
te treffen ten aanzien van schoojgeldpllchtigen,
die in betaling achterstallig zijn. En het veer
volgt
Als soms sens teveel hoost
hebt om uw beurt af te wach
ten bij een kruispunt, dan te.
X oen prettige zekerheid dat
er oen indere wagen voor
Haar staat, die steeds den tijd
heeft en altijd rustig z Ij
baart afwacht
heel zelden, zalmkleurige dessous, die met
den Mei wind coquetteeren.maar dit zie
ik wel: Brabant zit nog voor X overgroote
deel solide en als van ouds in de onder-
kleeren. De broeken van de mans zjjn bllk-
kerwit in X Jonge lentelicht en zy doen on
gemotiveerd vroolUk.... omdat de lente
wind nu eenmaal nergens respect voor heeft
en vaders broek van hupsasa laat dartelen,
terwjjl vader zelf geknield en gekromd zijn
Aan het „Schetsboek" van de „Nieuwe Rotter
dammer” ontleenen wij het volgende aardige
stemmingsbeeld:
hij een kleur kreeg. De Latimers waren geen
uitbundige familie en het was niet de gewoonte
van Jack en Lorrie om elkaar te omhelzen,
maar nu hij naast haar stond, boog de jongen
zich in zijn groote dankbaarheid en bewonde
ring
wang
leelUk
Natuurlijk mag het Hoofd der School aan
den Gemeen teiy ken Dienst mededeeling
doen van de reden, welke geleid heeft tot
het nlet-betalen van schoolgeld.
Zeer terecht noemt de School met dan
Bijbel deze taak Deurwaarderswerk.
Ook „Het Katholieke Schoolblad” vindt
hier de vraag gewettigd, in hoeverre zulks
tot de taak van den onderwijzer behoort.
Wjj zijn van mpenlng, aldus *t triad, dat
hler .de grenzen van het geoorloofde verre
zijn overschreden door B. en W. Als al het
bovengenoemde geoorloofd is, is er niets
tegen de onderwijzers er op uit te sturen
om het schoolgeld bjj de ouders zelf te gaan
halen. Het Bureau voor Schoolgeldlnning
kan dan nog meer eischen.
Ook voor de ouders is deze methode op
den duur onaanvaardbaar. De ouders be
hoeven het schoolhoofd geen rekenschap
te geven, waarom zij hun verplichtingen
ten opaichte van de gemeentelijke kas niet
hebben vervuld.
Een bron van conflicten tusschen school
en huis kan van deze eigenaardige methode
het gevolg zijn.”
en ze hield hem een verkreukeld briefje van
vijf ■pond voor. „Paps gaf het me gisteren om
een Jurk en nog een paar dingen te koopen
maar ik kan wachten tot het volgende kwar
taal.”
De Jongen kreeg een kleur en hjj duwde haai
hand terug.
AbULJE A RONNF/S »agi— t— verzekert voor om dar volgende ultkwulnm» F 750o“ vesUee van belde armen, belde boenen og beide oogen F 750o“ doodeltfken afloop F 250.-
..De taak van den onderwijzer is nu een
maal wel iets omvangrjjker dan de naam
van zjjn beroep aangeeft. De wetgever, die
hem van alles en nog wat verbiedt en zelfs
zlin hulsgenooten aan banden legt, is van
den anderen kant zoo welwillend geweest
zichzelf te dispenseeren van allerlei, wat
dispensatie zou behoeven als de onderwijzer
het eigener beweging zou doen.
Tot die zaken behoort b.v. de schoolgeld
lnning. Art. 67 der Lager-Onderwljswet
1920 maakt het mogelijk, den openbaren
onderwijzer de Inning der schoolgelden aan
de openbare scholen op te dragen. Voor de
bijzondere onderwijzers, is deze mogelijkheid
geschapen in art. 95 derzelfde wet.
In de plaatsen waar zulks geschiedt,
wordt het schoolgeld wekelijks geïnd en
soms maandeiyk afgedragen. Een maand
lang is de school dus verantwoordelijk voer
het schoolgeld. Voorzóover ons bekend, al
dus het blad, behqeft de betrokken onder
wijzer niet aangesloten te zijn by een of
andere Borgstellingsorganisatie. Maar ver
antwoordelijk is hjj. Betaald voor het werk
wordt hy niet. In Amsterdam is sinds 1
September 1937 deze verplichting ingevoerd
voor de bijzondere scholen.
Daaraan is dus niet te ontkomen.
Maar B. en W. zijn daarbij niet gebleven.
Bijkbaar stonden zij op het standpunt, dat,
wie belast is met innen, ook al de maat
regelen moet nemen, welke met de inning
verband houden.
geeft op geen parten weer wat in het mooie en
oude Brabantsche grensdorp staat te gebeuren.
Een H. Mis voor de landelijke ruiters met bonds-
standaardwjjding, een parade van 700 tot 800
landelijke ruiter*, een gymnastiekdemonstratie
van 200 leden van den R.K. Jonge Boerenstand,
een middeleeuwsch rulterspel („Steekspel by
de beleening van Rogier van Uefdale met de
Heerlijkheid van Hllvarenbeek in 1329”), deze
greep uit het programma bewijst, dat de naam
.xulterdagen” niet ten volle beantwoordt aan de
werkelijke strekking van het feest. Te Hllvaren
beek wordt een nieuwe Brabantsche folklore ten
doopgehouden. Een aantal Jaren geleden hebben
we er te Oirschot, 'n ander oud Brabantgch
dorp, reeds een voorproeve van beleefd; vele
dorpen gaven in bescheidener vorm de rufter-
dagen. Dit alles maakt, dat geleidelijk een he-
dendaagsche landelijke sportieve vermakelijk
heid tot traditie groeit: de Jonge folklore, waar
van men zeggen mag, dat zij straks te Hllvaren
beek hare volle levenskracht voor de eerste maal
zal demonstreeren. Er zal nog veel meer te zien
zijn dan wat we aanhaalden, om. werken ook
.militaire ruiters mede. Maar alles te samen
wordt het een uiting van gecentraliseerd lan
delijk vermaak en dit we! onder de patronage
van het moderne, georganiseerde boerenleven.
Te Eindhoven de wapenschouw van de oude,
te Hllvarenbeek de parade van de nieuwe folk-'
lore; niet zonder reden Inderdaad mag worden
gesproken van een réveil der historische ge
dachte van het landelijke volksfeest.
»a
is er het pendant van.en niet eens zoo
veel kleiner.... maar wel even degelijk....
en op tjjd versteld op de sleetsche steeën,
naar ik kan waarnemen. Nee.... steedsche
wuftheid is er niet aan te bekennen....
dat zijn geen Fransche directoires en en-
veloppes of Engelsche combinations.dat
zijn voluit Brabantsche hemden en pjjp-
broeken en de wind malt er maar mee en
blaast hun leegheid vol met wat mensche-
Hjk model. Brabant moet niets hebben van
satjjnige seizoen-flodders met kant en
kleurtjes.... ga oeweg.... Je kunt Dins
dags heel Brabant op de keper beschouwen.
Daar buiten woont een volk, dat alles frisch
aanvaardt, zooals het is en dat best wil
weten, hoe het In de onderspullen zit. Dat
ferme waschgoed in t al onthullende dag
licht spreekt openhartige taal tegen me...",
het vertelt me, dat daar menschen wonen
zonder weet van fratsen en slanke lijn....
menschen, die een biertje lekker naar bin
nen zullen klokkenen een glaasken
snevel ook.... ja.... dat zijn de bullekes
van menschen, die spekpannekoeken kun
nen verdragen en verder werken in X zweet
huns aanschjjns.zoodat moeder de ko
mende week weer wat te wasschen heeft en
de wind de pijpen weer kan laten dansen
naar zijn pijpen, wanneer hy van ver over
den vloletten einder komt aangesuisd.
Dan wordt deze vreedzame landeiyk-
held weer volgehangen met witte, wappe
rende vredesvlaggen, voor zy weer geborgen
worden ln*het duister van het kabinet."
Als hy de zoon van een straatveger was, zou
Je niet zóóveel op hem tegen hebben, maar
alleen, omdat zyn vader een graaf is
„Wat heeft dat alles er nu mee te maken?”
,4e bent een republlkeinsche,” constateerde
hy, „en Je beseft het niet eens.”
„Zoo,” merkte ze op, ,Jk weet niet, wat dat
is. Maar dat Je vriend een burggraaf is, heeft
niets te maken met het nuchtere feit, dat hy
jou, beste Jack, op een snelle en zekere manier
naar de maan helpt. Wat zal het einde er van
zyn. Jack? Je weet hoe slecht we er by zitten.
Als je Greta’s gezicht gezien had. gisteren, toen
de rekening van den slager kwam dan was
Je vegetariër geworden. Hoe wy bestaan en ons
kleeden is een raadsel, ja een compleet myste
rie. We zullen binnenkort nog op een dieet van
scheepsbeschuit en leege meelzakken worden
gezet.” En ze lachte.
Jack stopte zyn handen nog dieper in zyn
zakken.
„Goed,” zei hy. „Als ik geen geld kan heb
ben, nou, dan niet. Het is allemachtig ver
velend. Ik weet niet, waar het geld biyft. Zoodra
Ik een sovereign heb gewisseld, is hy "er-
dwenen! Wat voor nut heeft het leven, als je
geen geld hebt?”
„Ik weet het niet, geef liever een ander
raadsel op,” lachte zyn zusje.
Een oogenbllk zwegen ze belden. Zy keek
naar zyn mistroostig. Jongensachtig gezicht
en zocht met haar hand in haar zak.
„Heb Je erg hard geld noodlg, Jack?”
„X Kon niet erger,” was zyn antwoord.
„Goed, kyk eens; dan Ml ik je dit geven,”
In het hol vond men prachtige steenen. Ze waren zoo voor
het plukken. Tegen de wanden, op den grond lagen de prach
tigste steenen. En zoo groot als eieren van,een kalkoen. Keesie
en de kabouters namen ze weg en gingen Weer uit bet hol.
-g--. erf morgen was wel een heel bij rondere
I in huize Bibbey Waar dat byzondere nu
precies schuilde, was eigenlyk moeiiyk te
zeggen*, X was eigenlyk een heel complex eigen
aardigheden.
Langer dan gewooniyk was mynheer Bibbey
in zyn ochtendblad verdiept, hetgeen mevrouw
meer hinderde dan mynheer oirboar vond. De
gevolgen-laten zich niet moeiiyk raden: hoewel
de klok nauweUjks 7 uur wees, was het tusschen
de echtelieden Bibbey allerminst pais en vreê.
Onder deze onverkwlkkeUJke bedrijven door deed
de melk, wat zy altyd pleegt te doen als ze ge-
ruimen tyd op 'n heet vuur staat, en kookte over.
Hoewel de melk dus over haar kookpunt was.
was het met de echtelieden Bibbey nog niet
zoover gekomen, hoewel het toch zoo heel veel
niet meer scheelde. Het sputterde er nog ge
ducht, zoodat. oh. menscheiyke logica, het ont-
byt zwygend dreigde te verloopen.
Dreigde te verloopenl Inderdaad. Want dat
het anders uitviel, was noch de schuld van myn
heer Bibbey, die heel ostentatief het ochtend
blad vlak naast zyn bord had gedeponeerd en
onder het eten door toch las, noch aan mevrouw
Bibbey, die haarman een mlsseiyken kwajongen
schold, binnensmonds dan. Maar de heele di
recte oorzaak daarvan was de kleine Ingeborg,
een alleraardigst ding, van nauweiyks zes Jaar,
dat, zeker een uur eerder dan anders, naar de
huiskamer kwam gedribbeld en, alle nukkigheid
van haar ouders ten spyt, direct een opgewon
den verhaal opdischte.
„Luistert u eens.” begon Ingeborg, zonder
eerst „goeden morgen" te zeggen, „luistert u
eens! De zooft van Klaas Vaak is vannacht op
tnyn kamertje geweest!"
Mynheer Bibbey vond de New-Yorksche slot-
koersen, al waren ze dan weer enkele punten
omlaag gegaan, veel interessanter dan het ge
babbel van zyn dochtertje en schonk er dus
geen aandacht aan. Mevrouw Bibby keek het
kleine ding snibbig aan, wat Ingeborg in alle
andere gevallen als een teeken van afkeuring
zou hebben opgevat, maar voor haar een aan
moediging was om verder te vertellen. Haastig
ging ze tenminste verder:
„XWM zoo’n lieve meneer, mama! En hy
kon zoo mooi vertellen!”
Mama roerde voor de zooveelste maal in haar
theekopje, keek even naar haar man, trok voor
Ingeborg een stoel by de tafel en stak dan.
uiterst gedistingeerd, een klein stukje brood in
haar mond. A
genoeg noodlg. Ik neem het filet aan!"
„O ja, dat doe je wel,” was het besliste ar t-
woord. „Wees niet idioot. Jack. Ik zeg Je todh
dat ik er best buiten kan. Het hindert "nqrt.
als ik er niet erg netjes uitzie. Ik ga niet in
het leger en ik heb ook geen burggraaf tot
kameraad. Als ik dat had de hemel behoede
my er voor dan kwam ik misschien wel vyf
pond by Jou leenen! Neem het maar beste jon
gen; het is echt, tenzy paps valsche munter Ir
geworden."
.Neen,” zei hy, wat minder resoluut, .jnaar
je bent een goed zusje. Lorrie en ik zal het
niet vergeten. Je bent een kranige meid
Lorrie, dat is vast.”
,Dank je,” zei ze, „dat is een grootsch, een
nobel, een overweldigend compliment en het
is op zichzelf wel vyf pond waard. Vooruit
wees niet stom!” en ze duwde hem het biljet
in de hand. „Ga Je schulden betalen of ten
minste een paar er van, Jack en kyk alsje
blieft niet meer, alsof Je moet worden opge
hangen en het heelemaal niet prettig vindt”
Hy nam het bankje natuurlijk aan. terwyi
Onder bovenstaanden titel bevat „Het Ka
tholieke Schoolblad” een artikel, waarin wordt
gewezen op de bemoeienissen van X onderwij
zend personeel met de Inning van h8t school
geld.
Ieder jaar wordt een enquête ingesteld onder
de studenten van de groote niet-katholleke
Harvard-ünlversltelt der Vereenlgde Staten, om
na te gaan welke boeken dat schooljaar het
meest door de studenten gelezen werden.
Uit de enquête over het vorig jaar biykt, dat
van de tien boeken, die het meeste door de stu
denten gelezen werden, de eerste twee plaatsen
bezet worden door katholieke werken. De eerste
plaats komt toe aan het boek van-Paul Mac
Cann, Valiant Bishop against a rutless
King”, waarin de geschiedenis verhaald wordt
van den H. Johannes Fisher, den katholieken
blsschop, die zich verzette tegen den afvalligen
Engelschen koning Hendrik VIII. Het tweêde
meest gelezen boek fa „The Reporter at the
Papal Court” van Thomas Morgan, een zeer
interessante studie over het leven en de regee-
rlng van Paus Pius XI.
„Marie had vannacht het venster open laten
staan, omdat het zoo benauwd was op mijn
kamertje en door dat venster zag ik hem bin
nenkomen!" babbelde Ingeborg door.
„Wie?” vroeg mynheer Bibby, hard en haastig.
,J>e zoon van Klaas Vaak, pappie,” verduide
lijkte Ingeborg. „X Wa< zoo’n lieve man. pap!
Ik was net wakker geschrokken van.... van....
dat weet ik eigenlijk zelf niet. Maar ik lag
beusch wakker, toen Ik hem binnen zag komen.
Hy had een grooten zak op z’n rug, net zooals
u verteld had, dat Klaas Vaak er een had,
pappie!"
- Mynheer Bibby gromde, keek naaf zyn krant
en luisterde akn-
dachtig. Hy was
dergelyke verha
len van Ingeborg
niet gewend, voor
al des morgens
niet. Beweerden
wtf( te veel, toen
we schreven dat deze morgen een heel b(j-
zendere was?
„Ik zei tegen hem: Dog, Klaas Vaak! Toen
kwam hy op den rand van myn ledikantje zitten
en zei heel zachtjes tegen me: ,JJog, lief meis
je!” Toen zei ik tegen hem dat pappie
me verteld had dat Klaas Vaak al *n
heel oude man was. Dat was ook zoo.
maar omdat Klaas Vaak het allermeest
niet meer alleen af kon, moesten zyn zoons hem
helpen. En nu gingen ze er lederen avond op
uit om aan zoete kindertjes mooie verhaaltjes
te vertellen. Maar dat moest hy erg zacht doen,
anders hoorden de groote menschen het, en dat
mocht niet. Hy hééft heel veel mooie sprookjes
verteld, net zoo lang tot ik In slaap gevallen
ben! Vindt u dat nu niet erg lief van den zoon
van Klaas Vaak?”
Een moment zagen mynheer en mevrouw
Bibby elkaar sprakeloos aan; toen repden ze in
een onverwachte eensgezindheid naar de deur,
de hall over, de trap op en knielden tegelijk
voor de linnenkast
Even later lag mevrouw Bibby snikkend in de
rechterarmen van haar man, in zyn linker hield
hy het bijouterie-klstje.... leeg!
De zoon van Klaas Vaak was een heel ordi
naire inbreker geweest, die zich op meesteriyke
wyze uit een lastige situatie had weten te red
den.
gen blijkt te moeten betalen, ligt een dul-
deiyke vingerwijzing, dat een afdoende
wegsnijding van het krotwoningabces bin
nen het onmlddellyk bereik to.
Men zal vragen naar een norm ter be-
oordeeling wat een behoorlijke arbeiders
woning is of niet. Blijkens de statuten
der coöperatieve woningvereeniging Dr.
Scnaepman te Amsterdam (Stcrt. 8 Aug.
1908) werd als elsch ten deze aangenomen,
dat „het afzonderlijk slapen van kinderen
van beiderlei kunne mogelijk is”. Het wil
ons Voorkomen, dat een dergelijk criterium
zou kunnen worden aanvaard als maatstaf
•ter bepaling van de geschiktheid eener ar
beiderswoning (minimum) en tot een be
vredigende oplossing over de geheele linie
van het belangrijke woningvraagstuk zou
kunnen leiden.
Een in dezen geest verrichte werkzaam
heid zal sociaal, hygiënisch en zelfs chari-1
tatief een echt christelijke acte zijn. Het
moet tot de mooiste en edelste uitingen van
naastenliefde worden gerekend arme gezin
nen te onttrekken aan de ellende, onaf
scheidelijk verbonden aan het moeten hul
zen in een woning, die niet of nauwelijks
dien naam verdient.
üit een oogpunt van werkverruiming zal
dit werk, op ruime schaal toegepast, auto
matisch ook anderen arbeid scheppen. Dé
bouwers der nieuwe woningen zetten weer
verdere handen aan het werk. De nieuw
bouw reikt over de hoofden der timmerlie
den, metselaars, schilders, enz. heen naar
de steen-, cement-, hout-, dakpannen-
electriciteits- en andere bedrijven.
Wil men in de geschetste richting echter
tot goede resultaten komen, dan zal één
ding op den voorgrond moeten staan; een
nauwkeurig en op den toestand van van
daag Ingesteld onderzoek, zoodat over de
nieuwste gegevens kan worden beschikt.
Langs dien weg zullen Alle op het gebied
der volkshuisvesting bestaande euvelen
worden blootgelegd. Dan zal aan den dag
treden hoe een groot en tevens hoe een
zegenrijk werkobject hier te vinden is.
schrijft ons uit het Zuiden:
«■n bet verleden heeft de statistiek zeer
T groote diensten bewezen ten aanzien
1 van de volkshuisvesting. Steeds en onder
rc^rhlllenden vorm (ojn. leverden ook de
tlenjaariyksche volkstellingen interessant
sjsteriaal) kon men uit de resultaten der
t^uke enquêtes aflezen, in welke mate en
to weik tempc ingrijpen gewenscht of ge
boden was. Bijzondere belangstelling ver-
(jjent het feit, dat de bevindingen veelal
panwezen, dat in de kleine steden en op
het platte land niet minder erge, vaak zelfs
ttfeI toestanden dan in de groote steden
„erden aangetroffen.
Wy leven in een tijd, waarin men niet
sender schroom he» woord „enquête" neer-
p.hrijft. Ten aanzien van het woningvraag
stuk en het daarmede verbonden probleem
der werkverruiming is er, echter alle reden
dien schroom te overwinnen. Concreet ge-
op het gebied der krotwoningen zou
een systematisch onderzoek op korten ter
mijn onder drieërlei opzicht een weldaad
«oor ons volk zijn. Eerstens uit een oogpunt
ssn sociaal welzijn, vervolgens als een
maatregel ter bevordering van de volks-
hygiëne, en op de derde plaats als werkver-
ruiming.
Wie wel eens in de gelegenheid heeft
verkeerd oudere arbeiderswoningen, bij
voorbeeld van dertig Jaren en meer, in- en
uitwendig te bezien, zal zich ervan hebben
kunnen vergewissen hoe volstrekt onge
schikt voor bewoning vele niettemin be-
aoonde hulzen zijn. Een tot op onderdeden
verzorgde enquête, die zich vooral "ook tot
de kleine dorpen moet uitstrekken, zou tot
bevindingen lelden, die menigeen versteld
souden doen staan. Zulk een onderzoek zou
santoonen, dat op het Jrlnderrijke Noord-
Brabantsche platteland krotten met in to
taal ca drie vertrekken (en welke vertrek
ken!) soms gezinnen van vader, moeder en
tien of meer kinderen tot „woning” dienen.
De daken van dergelijke krotten reiken
nauweiyks twee meter boven den beganen
grond. Men katrze grijpen! Binnen is alles
een bespotting van elke hygiënische ge
dachte. Wij vreezen, dat een in die richting
ingestelde en grondig uitgevoerde enquête
km aan het licht brengen, dat toestanden
als zoo juist geschetst allesbehalve tot de
uitzonderingen behooren. Het zal noodlg
biyken, dat in sommige dorpen tientallen
woningen onherroepelijk tegen den grond
gaan. Soms zullen gansche straatjes geheel
of gedeeltelijk voor onmiddeliyke slooping
in aanmerking komen.
Daarnaast zal men ettelijke gevallen ont
moeten, die iets meer menschelijk zijn,
maar evenzeer om radicaal ingrijpen roe
pen. Vele woningen zijn in den. loop der
i crisisjaren danig tot verval gqjpmen. Hun
verwaarloosd uiterlijk ontsiert vaak het
dorps- of kleine-stads-gedeelte, waar deze
woningen worden aangetroffen.
Allicht zal men geneigd zijn te denken,
dat de huurders dier Jkrot-, resp. verwaar
loosde woningen zeer goedkoop wonen. In
vele gevallen is zelfs dat niet waar. Er zijn
voorbeelden, dat men twee A drie gulden
per week betaalt voor een absoluut minder
waardige woning. Welnu, de gemeenteraad
van Helmond (welke stad op prijzenswaar-
dige wyze het oplossen van het woningpro-
bleem nastreeft) heeft dezer dagen beslo
ten tot den bouw van een kleine tweehon
derd arbeiderswoningen, ter grootte Variee-
»nd van 225 tot 354 kubieke meters. De
woningen-van het type 225 kubieke meters,
geschikt voor vader, moeder en 45 kinde
ren, zullen niet meer dan 2.90 aan week-
huur moeten koeten. In dit gegeven en in
den prijs, dien de huurder van krotwonin-
digd tegen.
.’■Een man, die drinkt, behoeft nog niet dron-
te zyn,” antwoordde zy. .Maar hoorde ik
’~er niet zeggen dat er in één week vyf
'■■mpagne-fulven in de barakken zyn ge
geven.”
•J’ou. en wat zou dat!” verontwaardigde hy
■eh. „Wat moeten de jongens anders doen? Het
■•en beestachtig saai leven. Lorrie, dat kan ik
Je wel zeggen; dan moet een jongen iets doen
•“^“h te amuseeren.”
»p°ed." stemde zy opgewekt toe. ,MW
2*, het schynt me heb jy het verhaaltje
7? aarden pot en den yzeren pot wel eens
fwioord?”
tj.’’?611’ looP naar de pomp!” riep hy uit. „Zal
J» eens zeggen, wat het is. Lorrie; ik geloof,
re hoofdzakeiyk iets tegen Guy Kendale
omdat hy by ongeluk een burggraaf to
.Neen, neen!” 'zei hy verlegen. ,Jk wil Je
geld niet hebben, Lorrie, Je.... en hy keek
naar haar versleten, uitgelegde Jurk en haai
hoed vol deuken.... Je hebt het zelf hsrd
„Ik ook; ik heb een hekel aan korsten!"
„Hy zou zyn laatsten cent geven om iemand
te helpen. Maar de arme kerel is even slecht
by kas als wy allemaal, zyn vader is zoo arm
als een kerkrat. Guy zegt, dat hy de armste
peer van Engeland is en dat hy niet méér
toelage krijgt dan ik.”"
„En natuuriyk moet hy het ontbrekende
aanvullen met bridgen en biljart spelen,” viel
ze hem in de rede.
„Goed Jack, laten we aannemen, dat Je
vriend een engel is, is dat voldoende? Nou, dan
wilde ik, dat hy zijn vleugels uitspreidde en
wegvloog. Ik wilde
Vóór haar tweede wensch kon worden uit
gesproken, hoorden zy het geluid van paarde-
hoeven op den weg achter den lagen muur en
een jongmensch kwam aanrijden met een
tamelijke vaart.
Toen hy Jack zag, hield hy de teugels in en
schreeuwde over den muur.
„Hallo Jack, ouwe jongen! Ben je aan het
mediteeren temidden van de graven?”
Jack schrok op en keek met een roode kleur
op zyn gezicht naar Lorrie, zy werd door een
grafsteen, die zich tusschen haar plaats en
den weg bevond, verborgen voor onbescheiden
blikken en terwijl ze waarschuwend haar vin
ger omhoog stak, gleed ze van haar plaats en
verborg zich geheel.
.Hoe kom ik daar in?” vroeg de zoo juist
aangekomene. „Waar is de poort? Het doet er
trouwens niet toe” en zyn paard naar het
muurtje wendend sprong hy er over in het
lange graa en liet zich van bet Mdel glijden.
„Ik zit in den trein, die Brabant in de
lengte doorkruist.
Wat is het er mooi.
De Mei-zon verguldt de populieren, die
in de verte schijnen te zweven en waarover
koperkleurige spruitsels wazen.... Ryen,
Tilburg, OisterwUk, Boxtel.... weien met
treuzelige, roodbonte koeien en strak-ge-
«gde velden, waarin lk-weet-nlet-wat voor
zaden sluimeren.... langs het smaragd van
X winterkoren.... langs armetierige boeren-
bedoeninkjes, die midden in den rykdom
van seringen en bloesems liggen.... en een
dorpsschooltje, waar de kinderen huppe
len rond meneer den pastoor....
Er kronkelen beken vol dotterbloemen in
de buurt van de spoorUjn. En dan schiet
de trein dwars over *n betonnen heirbaan,
tusschen rood-witte hekken, waarachter de
vrachtauto's wachten.... èn de motorfiet
sen met hun duo-bezit aan vrouwen, als
dikke, bcuinleeren poppen.... maar wég
zyn ze en ik zit weer tusschen slaperige
dennenboschjes, waarlangs een zandpaadje
loopt. De goudglanzende fazantenhaan
maakt het hof aan zyn hennetje en zy heb
ben heelemaal geen angst voor den bom-
barie-treln, die z’n dotten stoom tegen een
klompenmakerij kwakt.... dag opoe!....
met Je kanten hoofdtooidie daar maar
stadig doorfietst in een laan ven elkeboo-
men.... maar mensch, wat ben je beza
digd en ernstig op weg op zoo’n waereldsch
rijwiel waar zou zy naar toe gaarf?....
Ja, dat zal my nooit geopenbaard worden,
want de trein rinkelt over een yzeren
brug voorbij een buitenhuis met zoo
waar nog tulpen in den tuin.
Wat is X vandaag?
Dinsdag.
En gisteren was het waschdag in Bra
bant en nu is de heele provincie zoo grap
pig gepavolseerd met lange slierten wasch
goed, dat flappert in den wind.
Ja.... er zyn soms óók wel kousen by
van ragdunne kunstzüen ook wel, maar
over haar heen en raakte haar zachte
met zyn lippen aan. Lorrie trok een
gezicht en wreef de aangevallen plek
zorgvuldig af.
„Jack, je krijgt een snor als een heiboender,
een preek wordt niet dikwyis vergezeld
door een briefje van vyf pond, hé? Ik vraag
me af, wat 't langst zal duren, de indruk van
myn woorden of het geld. Het hangt er
af, denk ik, hoe gauw je weer kaart gaat
spelen mat Lord Kendale.”
„Ik zal niet meer spelen, ik beloof Je
.Neen, doe dat vooral niet,” lachte ze. „Ik
wil niet dat Je naar de barakken in Carshai
gaat en zegt: ik mag niet meer spelen, om
dat ik het aan myn kleine zusje* heb beloofd!
Wat zou je vriend Kendale dat grappig vin
den en er zou geen eind komen aan het ge-
plaag.”
„Luister eens, Lorrie,” zei hy ernstig. Je doet
hem onrecht waarachtig, dat doe je. Als Je
hem even goed kende als ik
„De hemel beware me!
„Dan zou je moeten erkennen, dat Guy
heelemaal niet is, zooals jy je hem voorstelt.
Ieder die je hoorde praten, zou denken, dat
hy het zwarte schaap by uitnemendheid was.
En wat geld betreft er is geen edelmoediger
kerel op de heele wereld. Hl) zou zyn laatste
korst brood deelen
In den loop der laatste weken zyn in deze
kolommen reeds herhaaldeiyk mededeelingen
verschenen, die ieder voor zich getuigenis ervan
aflegden, dat de Brabantsche gildegedachte weer
triumfeert. Maar het hoogtepunt van den dit-
Jarigen gildejubel zal toch eerst Zondag 12 Juni
op het Eindhovensche vliegveld Welschap wor
den bereikt. Al de vyf kringen, by de federatie
aangesloten, zullen dien dag te Eindhoven ver-
tegenwpordigd zyn. Een historische gilde-
optocht ter lengte van een kilomèter wordt
geformeerd. Tientallen gilden en eenlge muziek
korpsen trekken, nadat des voormiddags in de
Sint Trudokerk een plechtige Gilde-Mls zal zyn
gecelebreerd, des middags op van Stryp naar
Welschap. De vyf kringen worden ieder aange
voerd door een officier in Napoleontische
uniform. Een hoofdofficier staat boven deze vyf
subalterne officieren. Op Welschap zal een
gildefeest in al zyn kleur en zwier plaats heb
ben. Tot degenen,*die het festyn met hun tegen
woordigheid zullen vereeren, behooren o.m. de
commissaris der Koningin in Noord-Brabant,
Jhr. mr. dr. A. van RDckevorsel en burgemeester
Verdyk van Eindhoven.
Hoezeer in Brabant nieuwe folklore vorm
krygt, zal bewezen worden Zaterdag 6 en Zon
dag 7 Juli as. te Hllvarenbeek. Daar worden die
dagen ruiterfeesten gehouden, maar die naam
Dolores gluurde achter haar schuilplaats van
daan. zy zag een lange, rijzige figuur met een
knap gezicht, waarin het meest opvielen een
paar mooie oogen, vol uitdrukking en een
rechte, Grieksche neus, zyn kortgeknipt haar
was stralend blond. Hy yas gekleed in een
manchester pak met een rijbroek en hooge,
leeren laarzen. Het costuum zot hem, alsof het
om zyn welgevormde leden was gegroeid.
Hy had een knap gelaat, nog iets meer dan
knap, het was een innemend gezicht. De oogen
waren helder en vol jeugdige luchthartigheid;
men kon zien, dat de lippen meer gewend
waren te glimlachen dan te spotten en in de
heldere stem klonk een muziek, die regelrecht
tot het hart van den luisteraar sprak.
Dolores merkte van uit haar schuilhoek al
die eigenaardige eigenschappen van den
vreemde op met de snelle intuïtieve opmer
kingsgave van een meisje; toen ging zy be
hoedzaam in het gras liggen cm in elkaar
gedoken geduldig, te wachten, tot hy zou zyn
vertrokken.
,Jk dacht wel, dat Je hier zoudt wonen.”
zei hy rondkykend. „Een fyne avond, hé? Vind
je het erg, dat ik over dien muur ben ge
sprongen?” En op het paard doelend. „Hy ml
muisstil blyven staan
„O. het is in orde.” zei Jack, terwgl hy naar
den grafsteen keek, waarachter Lorrie mt
verscholen. Juist vry van dienst?" ,Ja we
hebben de zaak gesloten voor vandaag. Wat ta
het hier eenig, net een schilderij.”
«•WWT^»-JA - --1 - V»
k w orat vcTvoijtfli
Th T »dat, onder den invloed van allerlei ver-
I schynselen, in de na-oorlogsche Jaren een
bedenkeiyke daling der belangstelling
voor het folkloristisch bezit onder de landelyke
bevolking van Brabant viel waar te nemen, een
geesteshouding, welke op den duur tot een defi
nitief verval van het overgeleverde volksche
schoon dreigde te leiden, hebben eenlge Jaren
geleden prominente Brabantsche folkloristen
gemeend te moeten overgaan tot het stellen van
een doelbewuste en resolute daad. Zy openden
een schel-klinkend roffelvuur. Doel was de dut
tende gildebroeders tot hèr-ontwaken te brenr
gen.
En toen is gebeurd wat ingewyden verwacht
hadden. De broeders wreven zich de oogen uit.
Waren zy dan inderdaad als versuften Inge
dommeld geweest by al datgene, wat hunne
jeugd had verbiyd en waarmede zy van
kindsbeen af waren opgegroeid? Metéén
sloeg de flitsende vonk uit den ketssteen. Het
Brabantsche gildeleven was niet, wat pessimis
ten hadden verondersteld, dood het sliep
slechts. Het réveil wachtte den signaalstoot en
toen de trompet eenmaal over de dorpen gesto
ken werd, stonden de gilden weer paraat. De
sindsdien, onder presidium van Jhr. mr. R. A
van Ryckevorsel, burgemeester van
totstandgekomen Noord-Brabantsche Federatie
van Schuttersgilden bewyst hoezeer deze pa
raatheid een waariyk levende werkelykheld is.
teder geval zie jy altyd kans om te ver-
“•ren.” zei Dolores, hetgeen op hetzelfde neer-
«mt, Jack, wat jou betreft. Verder veronderstel
dat hy drinkt....”
heb Guy Kendale nog nooit van myn
te*m dronken gezien,” wierp hy verontwaar-