ueïAacd van den daq 9. De avonturen van een verkeersagent je s r ORRIE G R 12 pe krotwoningen nd d WBBELM^N ee t den tijd— DONDERDAG 9 JUNI 1938 Brabant pavoiseert Katholieke boeken Onderwijzer* deurwaarder Folkloriatiach réveil in Brabant O Lie t* EIT 4 Oud en nieuw reiken elkaar de hand De zoon van Klaas Vaak 'o brieft» hooft aan Zijs Xetk ww •paid, dat zij om Zljnontwillo vorvol- gingon non moaton vosduron. Zalig zfl. dia vervolging lijden om do Gerochtlg' hold, want hunner ia hot koninkrijk dor Hemelen. eetslt dat over 1938. taï- OP D Volluhuiavetting en werk verruiming noemd, IE. ir un- 4 pCL pCt 000.-, rsrecht na het sn van idering esteld, anden. DOOR CHARLES GARVICE AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UIT ERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL UW HUID heeft de 2 oliën CASTEUA noodig! O GOEDE ZEEP STAAT 243 'f grond bewerkt. De kleedü van de moeders B» Berlicum, idën MM waar de draken als dood lagen. b* vestaas van mb MM 9 Zeg, van Maar nauwelijks waren ze in de vliegmachine om den terug tocht te beginnen of een der draken greep zich aan de as der wielen vast en ging mede de lucht in. Eerst merkte Keesie, die het vliegtuig bestuurde, niets, maar weldra voelde hy toch, dat er iets zwaars aan de machine moest hangen. Hij keejk en zag tot zijn schrik den afschuweUjken draak. Hierna publiceert het triad enkele officieels aanschrijvingen, die de maatregelen aangeven te treffen ten aanzien van schoojgeldpllchtigen, die in betaling achterstallig zijn. En het veer volgt Als soms sens teveel hoost hebt om uw beurt af te wach ten bij een kruispunt, dan te. X oen prettige zekerheid dat er oen indere wagen voor Haar staat, die steeds den tijd heeft en altijd rustig z Ij baart afwacht heel zelden, zalmkleurige dessous, die met den Mei wind coquetteeren.maar dit zie ik wel: Brabant zit nog voor X overgroote deel solide en als van ouds in de onder- kleeren. De broeken van de mans zjjn bllk- kerwit in X Jonge lentelicht en zy doen on gemotiveerd vroolUk.... omdat de lente wind nu eenmaal nergens respect voor heeft en vaders broek van hupsasa laat dartelen, terwjjl vader zelf geknield en gekromd zijn Aan het „Schetsboek" van de „Nieuwe Rotter dammer” ontleenen wij het volgende aardige stemmingsbeeld: hij een kleur kreeg. De Latimers waren geen uitbundige familie en het was niet de gewoonte van Jack en Lorrie om elkaar te omhelzen, maar nu hij naast haar stond, boog de jongen zich in zijn groote dankbaarheid en bewonde ring wang leelUk Natuurlijk mag het Hoofd der School aan den Gemeen teiy ken Dienst mededeeling doen van de reden, welke geleid heeft tot het nlet-betalen van schoolgeld. Zeer terecht noemt de School met dan Bijbel deze taak Deurwaarderswerk. Ook „Het Katholieke Schoolblad” vindt hier de vraag gewettigd, in hoeverre zulks tot de taak van den onderwijzer behoort. Wjj zijn van mpenlng, aldus *t triad, dat hler .de grenzen van het geoorloofde verre zijn overschreden door B. en W. Als al het bovengenoemde geoorloofd is, is er niets tegen de onderwijzers er op uit te sturen om het schoolgeld bjj de ouders zelf te gaan halen. Het Bureau voor Schoolgeldlnning kan dan nog meer eischen. Ook voor de ouders is deze methode op den duur onaanvaardbaar. De ouders be hoeven het schoolhoofd geen rekenschap te geven, waarom zij hun verplichtingen ten opaichte van de gemeentelijke kas niet hebben vervuld. Een bron van conflicten tusschen school en huis kan van deze eigenaardige methode het gevolg zijn.” en ze hield hem een verkreukeld briefje van vijf ■pond voor. „Paps gaf het me gisteren om een Jurk en nog een paar dingen te koopen maar ik kan wachten tot het volgende kwar taal.” De Jongen kreeg een kleur en hjj duwde haai hand terug. AbULJE A RONNF/S »agi— t— verzekert voor om dar volgende ultkwulnm» F 750o“ vesUee van belde armen, belde boenen og beide oogen F 750o“ doodeltfken afloop F 250.- ..De taak van den onderwijzer is nu een maal wel iets omvangrjjker dan de naam van zjjn beroep aangeeft. De wetgever, die hem van alles en nog wat verbiedt en zelfs zlin hulsgenooten aan banden legt, is van den anderen kant zoo welwillend geweest zichzelf te dispenseeren van allerlei, wat dispensatie zou behoeven als de onderwijzer het eigener beweging zou doen. Tot die zaken behoort b.v. de schoolgeld lnning. Art. 67 der Lager-Onderwljswet 1920 maakt het mogelijk, den openbaren onderwijzer de Inning der schoolgelden aan de openbare scholen op te dragen. Voor de bijzondere onderwijzers, is deze mogelijkheid geschapen in art. 95 derzelfde wet. In de plaatsen waar zulks geschiedt, wordt het schoolgeld wekelijks geïnd en soms maandeiyk afgedragen. Een maand lang is de school dus verantwoordelijk voer het schoolgeld. Voorzóover ons bekend, al dus het blad, behqeft de betrokken onder wijzer niet aangesloten te zijn by een of andere Borgstellingsorganisatie. Maar ver antwoordelijk is hjj. Betaald voor het werk wordt hy niet. In Amsterdam is sinds 1 September 1937 deze verplichting ingevoerd voor de bijzondere scholen. Daaraan is dus niet te ontkomen. Maar B. en W. zijn daarbij niet gebleven. Bijkbaar stonden zij op het standpunt, dat, wie belast is met innen, ook al de maat regelen moet nemen, welke met de inning verband houden. geeft op geen parten weer wat in het mooie en oude Brabantsche grensdorp staat te gebeuren. Een H. Mis voor de landelijke ruiters met bonds- standaardwjjding, een parade van 700 tot 800 landelijke ruiter*, een gymnastiekdemonstratie van 200 leden van den R.K. Jonge Boerenstand, een middeleeuwsch rulterspel („Steekspel by de beleening van Rogier van Uefdale met de Heerlijkheid van Hllvarenbeek in 1329”), deze greep uit het programma bewijst, dat de naam .xulterdagen” niet ten volle beantwoordt aan de werkelijke strekking van het feest. Te Hllvaren beek wordt een nieuwe Brabantsche folklore ten doopgehouden. Een aantal Jaren geleden hebben we er te Oirschot, 'n ander oud Brabantgch dorp, reeds een voorproeve van beleefd; vele dorpen gaven in bescheidener vorm de rufter- dagen. Dit alles maakt, dat geleidelijk een he- dendaagsche landelijke sportieve vermakelijk heid tot traditie groeit: de Jonge folklore, waar van men zeggen mag, dat zij straks te Hllvaren beek hare volle levenskracht voor de eerste maal zal demonstreeren. Er zal nog veel meer te zien zijn dan wat we aanhaalden, om. werken ook .militaire ruiters mede. Maar alles te samen wordt het een uiting van gecentraliseerd lan delijk vermaak en dit we! onder de patronage van het moderne, georganiseerde boerenleven. Te Eindhoven de wapenschouw van de oude, te Hllvarenbeek de parade van de nieuwe folk-' lore; niet zonder reden Inderdaad mag worden gesproken van een réveil der historische ge dachte van het landelijke volksfeest. »a is er het pendant van.en niet eens zoo veel kleiner.... maar wel even degelijk.... en op tjjd versteld op de sleetsche steeën, naar ik kan waarnemen. Nee.... steedsche wuftheid is er niet aan te bekennen.... dat zijn geen Fransche directoires en en- veloppes of Engelsche combinations.dat zijn voluit Brabantsche hemden en pjjp- broeken en de wind malt er maar mee en blaast hun leegheid vol met wat mensche- Hjk model. Brabant moet niets hebben van satjjnige seizoen-flodders met kant en kleurtjes.... ga oeweg.... Je kunt Dins dags heel Brabant op de keper beschouwen. Daar buiten woont een volk, dat alles frisch aanvaardt, zooals het is en dat best wil weten, hoe het In de onderspullen zit. Dat ferme waschgoed in t al onthullende dag licht spreekt openhartige taal tegen me...", het vertelt me, dat daar menschen wonen zonder weet van fratsen en slanke lijn.... menschen, die een biertje lekker naar bin nen zullen klokkenen een glaasken snevel ook.... ja.... dat zijn de bullekes van menschen, die spekpannekoeken kun nen verdragen en verder werken in X zweet huns aanschjjns.zoodat moeder de ko mende week weer wat te wasschen heeft en de wind de pijpen weer kan laten dansen naar zijn pijpen, wanneer hy van ver over den vloletten einder komt aangesuisd. Dan wordt deze vreedzame landeiyk- held weer volgehangen met witte, wappe rende vredesvlaggen, voor zy weer geborgen worden ln*het duister van het kabinet." Als hy de zoon van een straatveger was, zou Je niet zóóveel op hem tegen hebben, maar alleen, omdat zyn vader een graaf is „Wat heeft dat alles er nu mee te maken?” ,4e bent een republlkeinsche,” constateerde hy, „en Je beseft het niet eens.” „Zoo,” merkte ze op, ,Jk weet niet, wat dat is. Maar dat Je vriend een burggraaf is, heeft niets te maken met het nuchtere feit, dat hy jou, beste Jack, op een snelle en zekere manier naar de maan helpt. Wat zal het einde er van zyn. Jack? Je weet hoe slecht we er by zitten. Als je Greta’s gezicht gezien had. gisteren, toen de rekening van den slager kwam dan was Je vegetariër geworden. Hoe wy bestaan en ons kleeden is een raadsel, ja een compleet myste rie. We zullen binnenkort nog op een dieet van scheepsbeschuit en leege meelzakken worden gezet.” En ze lachte. Jack stopte zyn handen nog dieper in zyn zakken. „Goed,” zei hy. „Als ik geen geld kan heb ben, nou, dan niet. Het is allemachtig ver velend. Ik weet niet, waar het geld biyft. Zoodra Ik een sovereign heb gewisseld, is hy "er- dwenen! Wat voor nut heeft het leven, als je geen geld hebt?” „Ik weet het niet, geef liever een ander raadsel op,” lachte zyn zusje. Een oogenbllk zwegen ze belden. Zy keek naar zyn mistroostig. Jongensachtig gezicht en zocht met haar hand in haar zak. „Heb Je erg hard geld noodlg, Jack?” „X Kon niet erger,” was zyn antwoord. „Goed, kyk eens; dan Ml ik je dit geven,” In het hol vond men prachtige steenen. Ze waren zoo voor het plukken. Tegen de wanden, op den grond lagen de prach tigste steenen. En zoo groot als eieren van,een kalkoen. Keesie en de kabouters namen ze weg en gingen Weer uit bet hol. -g--. erf morgen was wel een heel bij rondere I in huize Bibbey Waar dat byzondere nu precies schuilde, was eigenlyk moeiiyk te zeggen*, X was eigenlyk een heel complex eigen aardigheden. Langer dan gewooniyk was mynheer Bibbey in zyn ochtendblad verdiept, hetgeen mevrouw meer hinderde dan mynheer oirboar vond. De gevolgen-laten zich niet moeiiyk raden: hoewel de klok nauweUjks 7 uur wees, was het tusschen de echtelieden Bibbey allerminst pais en vreê. Onder deze onverkwlkkeUJke bedrijven door deed de melk, wat zy altyd pleegt te doen als ze ge- ruimen tyd op 'n heet vuur staat, en kookte over. Hoewel de melk dus over haar kookpunt was. was het met de echtelieden Bibbey nog niet zoover gekomen, hoewel het toch zoo heel veel niet meer scheelde. Het sputterde er nog ge ducht, zoodat. oh. menscheiyke logica, het ont- byt zwygend dreigde te verloopen. Dreigde te verloopenl Inderdaad. Want dat het anders uitviel, was noch de schuld van myn heer Bibbey, die heel ostentatief het ochtend blad vlak naast zyn bord had gedeponeerd en onder het eten door toch las, noch aan mevrouw Bibbey, die haarman een mlsseiyken kwajongen schold, binnensmonds dan. Maar de heele di recte oorzaak daarvan was de kleine Ingeborg, een alleraardigst ding, van nauweiyks zes Jaar, dat, zeker een uur eerder dan anders, naar de huiskamer kwam gedribbeld en, alle nukkigheid van haar ouders ten spyt, direct een opgewon den verhaal opdischte. „Luistert u eens.” begon Ingeborg, zonder eerst „goeden morgen" te zeggen, „luistert u eens! De zooft van Klaas Vaak is vannacht op tnyn kamertje geweest!" Mynheer Bibbey vond de New-Yorksche slot- koersen, al waren ze dan weer enkele punten omlaag gegaan, veel interessanter dan het ge babbel van zyn dochtertje en schonk er dus geen aandacht aan. Mevrouw Bibby keek het kleine ding snibbig aan, wat Ingeborg in alle andere gevallen als een teeken van afkeuring zou hebben opgevat, maar voor haar een aan moediging was om verder te vertellen. Haastig ging ze tenminste verder: „XWM zoo’n lieve meneer, mama! En hy kon zoo mooi vertellen!” Mama roerde voor de zooveelste maal in haar theekopje, keek even naar haar man, trok voor Ingeborg een stoel by de tafel en stak dan. uiterst gedistingeerd, een klein stukje brood in haar mond. A genoeg noodlg. Ik neem het filet aan!" „O ja, dat doe je wel,” was het besliste ar t- woord. „Wees niet idioot. Jack. Ik zeg Je todh dat ik er best buiten kan. Het hindert "nqrt. als ik er niet erg netjes uitzie. Ik ga niet in het leger en ik heb ook geen burggraaf tot kameraad. Als ik dat had de hemel behoede my er voor dan kwam ik misschien wel vyf pond by Jou leenen! Neem het maar beste jon gen; het is echt, tenzy paps valsche munter Ir geworden." .Neen,” zei hy, wat minder resoluut, .jnaar je bent een goed zusje. Lorrie en ik zal het niet vergeten. Je bent een kranige meid Lorrie, dat is vast.” ,Dank je,” zei ze, „dat is een grootsch, een nobel, een overweldigend compliment en het is op zichzelf wel vyf pond waard. Vooruit wees niet stom!” en ze duwde hem het biljet in de hand. „Ga Je schulden betalen of ten minste een paar er van, Jack en kyk alsje blieft niet meer, alsof Je moet worden opge hangen en het heelemaal niet prettig vindt” Hy nam het bankje natuurlijk aan. terwyi Onder bovenstaanden titel bevat „Het Ka tholieke Schoolblad” een artikel, waarin wordt gewezen op de bemoeienissen van X onderwij zend personeel met de Inning van h8t school geld. Ieder jaar wordt een enquête ingesteld onder de studenten van de groote niet-katholleke Harvard-ünlversltelt der Vereenlgde Staten, om na te gaan welke boeken dat schooljaar het meest door de studenten gelezen werden. Uit de enquête over het vorig jaar biykt, dat van de tien boeken, die het meeste door de stu denten gelezen werden, de eerste twee plaatsen bezet worden door katholieke werken. De eerste plaats komt toe aan het boek van-Paul Mac Cann, Valiant Bishop against a rutless King”, waarin de geschiedenis verhaald wordt van den H. Johannes Fisher, den katholieken blsschop, die zich verzette tegen den afvalligen Engelschen koning Hendrik VIII. Het tweêde meest gelezen boek fa „The Reporter at the Papal Court” van Thomas Morgan, een zeer interessante studie over het leven en de regee- rlng van Paus Pius XI. „Marie had vannacht het venster open laten staan, omdat het zoo benauwd was op mijn kamertje en door dat venster zag ik hem bin nenkomen!" babbelde Ingeborg door. „Wie?” vroeg mynheer Bibby, hard en haastig. ,J>e zoon van Klaas Vaak, pappie,” verduide lijkte Ingeborg. „X Wa< zoo’n lieve man. pap! Ik was net wakker geschrokken van.... van.... dat weet ik eigenlijk zelf niet. Maar ik lag beusch wakker, toen Ik hem binnen zag komen. Hy had een grooten zak op z’n rug, net zooals u verteld had, dat Klaas Vaak er een had, pappie!" - Mynheer Bibby gromde, keek naaf zyn krant en luisterde akn- dachtig. Hy was dergelyke verha len van Ingeborg niet gewend, voor al des morgens niet. Beweerden wtf( te veel, toen we schreven dat deze morgen een heel b(j- zendere was? „Ik zei tegen hem: Dog, Klaas Vaak! Toen kwam hy op den rand van myn ledikantje zitten en zei heel zachtjes tegen me: ,JJog, lief meis je!” Toen zei ik tegen hem dat pappie me verteld had dat Klaas Vaak al *n heel oude man was. Dat was ook zoo. maar omdat Klaas Vaak het allermeest niet meer alleen af kon, moesten zyn zoons hem helpen. En nu gingen ze er lederen avond op uit om aan zoete kindertjes mooie verhaaltjes te vertellen. Maar dat moest hy erg zacht doen, anders hoorden de groote menschen het, en dat mocht niet. Hy hééft heel veel mooie sprookjes verteld, net zoo lang tot ik In slaap gevallen ben! Vindt u dat nu niet erg lief van den zoon van Klaas Vaak?” Een moment zagen mynheer en mevrouw Bibby elkaar sprakeloos aan; toen repden ze in een onverwachte eensgezindheid naar de deur, de hall over, de trap op en knielden tegelijk voor de linnenkast Even later lag mevrouw Bibby snikkend in de rechterarmen van haar man, in zyn linker hield hy het bijouterie-klstje.... leeg! De zoon van Klaas Vaak was een heel ordi naire inbreker geweest, die zich op meesteriyke wyze uit een lastige situatie had weten te red den. gen blijkt te moeten betalen, ligt een dul- deiyke vingerwijzing, dat een afdoende wegsnijding van het krotwoningabces bin nen het onmlddellyk bereik to. Men zal vragen naar een norm ter be- oordeeling wat een behoorlijke arbeiders woning is of niet. Blijkens de statuten der coöperatieve woningvereeniging Dr. Scnaepman te Amsterdam (Stcrt. 8 Aug. 1908) werd als elsch ten deze aangenomen, dat „het afzonderlijk slapen van kinderen van beiderlei kunne mogelijk is”. Het wil ons Voorkomen, dat een dergelijk criterium zou kunnen worden aanvaard als maatstaf •ter bepaling van de geschiktheid eener ar beiderswoning (minimum) en tot een be vredigende oplossing over de geheele linie van het belangrijke woningvraagstuk zou kunnen leiden. Een in dezen geest verrichte werkzaam heid zal sociaal, hygiënisch en zelfs chari-1 tatief een echt christelijke acte zijn. Het moet tot de mooiste en edelste uitingen van naastenliefde worden gerekend arme gezin nen te onttrekken aan de ellende, onaf scheidelijk verbonden aan het moeten hul zen in een woning, die niet of nauwelijks dien naam verdient. üit een oogpunt van werkverruiming zal dit werk, op ruime schaal toegepast, auto matisch ook anderen arbeid scheppen. Dé bouwers der nieuwe woningen zetten weer verdere handen aan het werk. De nieuw bouw reikt over de hoofden der timmerlie den, metselaars, schilders, enz. heen naar de steen-, cement-, hout-, dakpannen- electriciteits- en andere bedrijven. Wil men in de geschetste richting echter tot goede resultaten komen, dan zal één ding op den voorgrond moeten staan; een nauwkeurig en op den toestand van van daag Ingesteld onderzoek, zoodat over de nieuwste gegevens kan worden beschikt. Langs dien weg zullen Alle op het gebied der volkshuisvesting bestaande euvelen worden blootgelegd. Dan zal aan den dag treden hoe een groot en tevens hoe een zegenrijk werkobject hier te vinden is. schrijft ons uit het Zuiden: «■n bet verleden heeft de statistiek zeer T groote diensten bewezen ten aanzien 1 van de volkshuisvesting. Steeds en onder rc^rhlllenden vorm (ojn. leverden ook de tlenjaariyksche volkstellingen interessant sjsteriaal) kon men uit de resultaten der t^uke enquêtes aflezen, in welke mate en to weik tempc ingrijpen gewenscht of ge boden was. Bijzondere belangstelling ver- (jjent het feit, dat de bevindingen veelal panwezen, dat in de kleine steden en op het platte land niet minder erge, vaak zelfs ttfeI toestanden dan in de groote steden „erden aangetroffen. Wy leven in een tijd, waarin men niet sender schroom he» woord „enquête" neer- p.hrijft. Ten aanzien van het woningvraag stuk en het daarmede verbonden probleem der werkverruiming is er, echter alle reden dien schroom te overwinnen. Concreet ge- op het gebied der krotwoningen zou een systematisch onderzoek op korten ter mijn onder drieërlei opzicht een weldaad «oor ons volk zijn. Eerstens uit een oogpunt ssn sociaal welzijn, vervolgens als een maatregel ter bevordering van de volks- hygiëne, en op de derde plaats als werkver- ruiming. Wie wel eens in de gelegenheid heeft verkeerd oudere arbeiderswoningen, bij voorbeeld van dertig Jaren en meer, in- en uitwendig te bezien, zal zich ervan hebben kunnen vergewissen hoe volstrekt onge schikt voor bewoning vele niettemin be- aoonde hulzen zijn. Een tot op onderdeden verzorgde enquête, die zich vooral "ook tot de kleine dorpen moet uitstrekken, zou tot bevindingen lelden, die menigeen versteld souden doen staan. Zulk een onderzoek zou santoonen, dat op het Jrlnderrijke Noord- Brabantsche platteland krotten met in to taal ca drie vertrekken (en welke vertrek ken!) soms gezinnen van vader, moeder en tien of meer kinderen tot „woning” dienen. De daken van dergelijke krotten reiken nauweiyks twee meter boven den beganen grond. Men katrze grijpen! Binnen is alles een bespotting van elke hygiënische ge dachte. Wij vreezen, dat een in die richting ingestelde en grondig uitgevoerde enquête km aan het licht brengen, dat toestanden als zoo juist geschetst allesbehalve tot de uitzonderingen behooren. Het zal noodlg biyken, dat in sommige dorpen tientallen woningen onherroepelijk tegen den grond gaan. Soms zullen gansche straatjes geheel of gedeeltelijk voor onmiddeliyke slooping in aanmerking komen. Daarnaast zal men ettelijke gevallen ont moeten, die iets meer menschelijk zijn, maar evenzeer om radicaal ingrijpen roe pen. Vele woningen zijn in den. loop der i crisisjaren danig tot verval gqjpmen. Hun verwaarloosd uiterlijk ontsiert vaak het dorps- of kleine-stads-gedeelte, waar deze woningen worden aangetroffen. Allicht zal men geneigd zijn te denken, dat de huurders dier Jkrot-, resp. verwaar loosde woningen zeer goedkoop wonen. In vele gevallen is zelfs dat niet waar. Er zijn voorbeelden, dat men twee A drie gulden per week betaalt voor een absoluut minder waardige woning. Welnu, de gemeenteraad van Helmond (welke stad op prijzenswaar- dige wyze het oplossen van het woningpro- bleem nastreeft) heeft dezer dagen beslo ten tot den bouw van een kleine tweehon derd arbeiderswoningen, ter grootte Variee- »nd van 225 tot 354 kubieke meters. De woningen-van het type 225 kubieke meters, geschikt voor vader, moeder en 45 kinde ren, zullen niet meer dan 2.90 aan week- huur moeten koeten. In dit gegeven en in den prijs, dien de huurder van krotwonin- digd tegen. .’■Een man, die drinkt, behoeft nog niet dron- te zyn,” antwoordde zy. .Maar hoorde ik ’~er niet zeggen dat er in één week vyf '■■mpagne-fulven in de barakken zyn ge geven.” •J’ou. en wat zou dat!” verontwaardigde hy ■eh. „Wat moeten de jongens anders doen? Het ■•en beestachtig saai leven. Lorrie, dat kan ik Je wel zeggen; dan moet een jongen iets doen •“^“h te amuseeren.” »p°ed." stemde zy opgewekt toe. ,MW 2*, het schynt me heb jy het verhaaltje 7? aarden pot en den yzeren pot wel eens fwioord?” tj.’’?611’ looP naar de pomp!” riep hy uit. „Zal J» eens zeggen, wat het is. Lorrie; ik geloof, re hoofdzakeiyk iets tegen Guy Kendale omdat hy by ongeluk een burggraaf to .Neen, neen!” 'zei hy verlegen. ,Jk wil Je geld niet hebben, Lorrie, Je.... en hy keek naar haar versleten, uitgelegde Jurk en haai hoed vol deuken.... Je hebt het zelf hsrd „Ik ook; ik heb een hekel aan korsten!" „Hy zou zyn laatsten cent geven om iemand te helpen. Maar de arme kerel is even slecht by kas als wy allemaal, zyn vader is zoo arm als een kerkrat. Guy zegt, dat hy de armste peer van Engeland is en dat hy niet méér toelage krijgt dan ik.”" „En natuuriyk moet hy het ontbrekende aanvullen met bridgen en biljart spelen,” viel ze hem in de rede. „Goed Jack, laten we aannemen, dat Je vriend een engel is, is dat voldoende? Nou, dan wilde ik, dat hy zijn vleugels uitspreidde en wegvloog. Ik wilde Vóór haar tweede wensch kon worden uit gesproken, hoorden zy het geluid van paarde- hoeven op den weg achter den lagen muur en een jongmensch kwam aanrijden met een tamelijke vaart. Toen hy Jack zag, hield hy de teugels in en schreeuwde over den muur. „Hallo Jack, ouwe jongen! Ben je aan het mediteeren temidden van de graven?” Jack schrok op en keek met een roode kleur op zyn gezicht naar Lorrie, zy werd door een grafsteen, die zich tusschen haar plaats en den weg bevond, verborgen voor onbescheiden blikken en terwijl ze waarschuwend haar vin ger omhoog stak, gleed ze van haar plaats en verborg zich geheel. .Hoe kom ik daar in?” vroeg de zoo juist aangekomene. „Waar is de poort? Het doet er trouwens niet toe” en zyn paard naar het muurtje wendend sprong hy er over in het lange graa en liet zich van bet Mdel glijden. „Ik zit in den trein, die Brabant in de lengte doorkruist. Wat is het er mooi. De Mei-zon verguldt de populieren, die in de verte schijnen te zweven en waarover koperkleurige spruitsels wazen.... Ryen, Tilburg, OisterwUk, Boxtel.... weien met treuzelige, roodbonte koeien en strak-ge- «gde velden, waarin lk-weet-nlet-wat voor zaden sluimeren.... langs het smaragd van X winterkoren.... langs armetierige boeren- bedoeninkjes, die midden in den rykdom van seringen en bloesems liggen.... en een dorpsschooltje, waar de kinderen huppe len rond meneer den pastoor.... Er kronkelen beken vol dotterbloemen in de buurt van de spoorUjn. En dan schiet de trein dwars over *n betonnen heirbaan, tusschen rood-witte hekken, waarachter de vrachtauto's wachten.... èn de motorfiet sen met hun duo-bezit aan vrouwen, als dikke, bcuinleeren poppen.... maar wég zyn ze en ik zit weer tusschen slaperige dennenboschjes, waarlangs een zandpaadje loopt. De goudglanzende fazantenhaan maakt het hof aan zyn hennetje en zy heb ben heelemaal geen angst voor den bom- barie-treln, die z’n dotten stoom tegen een klompenmakerij kwakt.... dag opoe!.... met Je kanten hoofdtooidie daar maar stadig doorfietst in een laan ven elkeboo- men.... maar mensch, wat ben je beza digd en ernstig op weg op zoo’n waereldsch rijwiel waar zou zy naar toe gaarf?.... Ja, dat zal my nooit geopenbaard worden, want de trein rinkelt over een yzeren brug voorbij een buitenhuis met zoo waar nog tulpen in den tuin. Wat is X vandaag? Dinsdag. En gisteren was het waschdag in Bra bant en nu is de heele provincie zoo grap pig gepavolseerd met lange slierten wasch goed, dat flappert in den wind. Ja.... er zyn soms óók wel kousen by van ragdunne kunstzüen ook wel, maar over haar heen en raakte haar zachte met zyn lippen aan. Lorrie trok een gezicht en wreef de aangevallen plek zorgvuldig af. „Jack, je krijgt een snor als een heiboender, een preek wordt niet dikwyis vergezeld door een briefje van vyf pond, hé? Ik vraag me af, wat 't langst zal duren, de indruk van myn woorden of het geld. Het hangt er af, denk ik, hoe gauw je weer kaart gaat spelen mat Lord Kendale.” „Ik zal niet meer spelen, ik beloof Je .Neen, doe dat vooral niet,” lachte ze. „Ik wil niet dat Je naar de barakken in Carshai gaat en zegt: ik mag niet meer spelen, om dat ik het aan myn kleine zusje* heb beloofd! Wat zou je vriend Kendale dat grappig vin den en er zou geen eind komen aan het ge- plaag.” „Luister eens, Lorrie,” zei hy ernstig. Je doet hem onrecht waarachtig, dat doe je. Als Je hem even goed kende als ik „De hemel beware me! „Dan zou je moeten erkennen, dat Guy heelemaal niet is, zooals jy je hem voorstelt. Ieder die je hoorde praten, zou denken, dat hy het zwarte schaap by uitnemendheid was. En wat geld betreft er is geen edelmoediger kerel op de heele wereld. Hl) zou zyn laatste korst brood deelen In den loop der laatste weken zyn in deze kolommen reeds herhaaldeiyk mededeelingen verschenen, die ieder voor zich getuigenis ervan aflegden, dat de Brabantsche gildegedachte weer triumfeert. Maar het hoogtepunt van den dit- Jarigen gildejubel zal toch eerst Zondag 12 Juni op het Eindhovensche vliegveld Welschap wor den bereikt. Al de vyf kringen, by de federatie aangesloten, zullen dien dag te Eindhoven ver- tegenwpordigd zyn. Een historische gilde- optocht ter lengte van een kilomèter wordt geformeerd. Tientallen gilden en eenlge muziek korpsen trekken, nadat des voormiddags in de Sint Trudokerk een plechtige Gilde-Mls zal zyn gecelebreerd, des middags op van Stryp naar Welschap. De vyf kringen worden ieder aange voerd door een officier in Napoleontische uniform. Een hoofdofficier staat boven deze vyf subalterne officieren. Op Welschap zal een gildefeest in al zyn kleur en zwier plaats heb ben. Tot degenen,*die het festyn met hun tegen woordigheid zullen vereeren, behooren o.m. de commissaris der Koningin in Noord-Brabant, Jhr. mr. dr. A. van RDckevorsel en burgemeester Verdyk van Eindhoven. Hoezeer in Brabant nieuwe folklore vorm krygt, zal bewezen worden Zaterdag 6 en Zon dag 7 Juli as. te Hllvarenbeek. Daar worden die dagen ruiterfeesten gehouden, maar die naam Dolores gluurde achter haar schuilplaats van daan. zy zag een lange, rijzige figuur met een knap gezicht, waarin het meest opvielen een paar mooie oogen, vol uitdrukking en een rechte, Grieksche neus, zyn kortgeknipt haar was stralend blond. Hy yas gekleed in een manchester pak met een rijbroek en hooge, leeren laarzen. Het costuum zot hem, alsof het om zyn welgevormde leden was gegroeid. Hy had een knap gelaat, nog iets meer dan knap, het was een innemend gezicht. De oogen waren helder en vol jeugdige luchthartigheid; men kon zien, dat de lippen meer gewend waren te glimlachen dan te spotten en in de heldere stem klonk een muziek, die regelrecht tot het hart van den luisteraar sprak. Dolores merkte van uit haar schuilhoek al die eigenaardige eigenschappen van den vreemde op met de snelle intuïtieve opmer kingsgave van een meisje; toen ging zy be hoedzaam in het gras liggen cm in elkaar gedoken geduldig, te wachten, tot hy zou zyn vertrokken. ,Jk dacht wel, dat Je hier zoudt wonen.” zei hy rondkykend. „Een fyne avond, hé? Vind je het erg, dat ik over dien muur ben ge sprongen?” En op het paard doelend. „Hy ml muisstil blyven staan „O. het is in orde.” zei Jack, terwgl hy naar den grafsteen keek, waarachter Lorrie mt verscholen. Juist vry van dienst?" ,Ja we hebben de zaak gesloten voor vandaag. Wat ta het hier eenig, net een schilderij.” «•WWT^»-JA - --1 - V» k w orat vcTvoijtfli Th T »dat, onder den invloed van allerlei ver- I schynselen, in de na-oorlogsche Jaren een bedenkeiyke daling der belangstelling voor het folkloristisch bezit onder de landelyke bevolking van Brabant viel waar te nemen, een geesteshouding, welke op den duur tot een defi nitief verval van het overgeleverde volksche schoon dreigde te leiden, hebben eenlge Jaren geleden prominente Brabantsche folkloristen gemeend te moeten overgaan tot het stellen van een doelbewuste en resolute daad. Zy openden een schel-klinkend roffelvuur. Doel was de dut tende gildebroeders tot hèr-ontwaken te brenr gen. En toen is gebeurd wat ingewyden verwacht hadden. De broeders wreven zich de oogen uit. Waren zy dan inderdaad als versuften Inge dommeld geweest by al datgene, wat hunne jeugd had verbiyd en waarmede zy van kindsbeen af waren opgegroeid? Metéén sloeg de flitsende vonk uit den ketssteen. Het Brabantsche gildeleven was niet, wat pessimis ten hadden verondersteld, dood het sliep slechts. Het réveil wachtte den signaalstoot en toen de trompet eenmaal over de dorpen gesto ken werd, stonden de gilden weer paraat. De sindsdien, onder presidium van Jhr. mr. R. A van Ryckevorsel, burgemeester van totstandgekomen Noord-Brabantsche Federatie van Schuttersgilden bewyst hoezeer deze pa raatheid een waariyk levende werkelykheld is. teder geval zie jy altyd kans om te ver- “•ren.” zei Dolores, hetgeen op hetzelfde neer- «mt, Jack, wat jou betreft. Verder veronderstel dat hy drinkt....” heb Guy Kendale nog nooit van myn te*m dronken gezien,” wierp hy verontwaar-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1938 | | pagina 9