<Kct<mAaal winden dag O De avonturen van een verkeersagentje ALLEABONNÉ’S F 750. F 250. ORRIE uil en BH K 3 Tooneelkunst R? ar Wie was de dief? r. ZATERDAG 11 JUNI 1938 Brittannia docet r Mussolini*» jeugd X' De woning voor het groote gezin Wegenaanleg in het Maaskan tgebied DOOR CHARLES GARVICE AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UTTERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL Tn I troffen Xhekendt - Ueeningen van insiders t i Men schrijft ons uit het Zuiden: van der Horst. (Nadruk verboden) feit, «a Op twee bamboestokken werd de draak gebonden en zoo In vangen, tot groote vreugde van allen. >-031 het (Wordt vervolgd) Toen men bijna op den grond was. Het de draak, die van zijn luchtreisje al lang genoeg had, los en viel met een smak op den grond. Hij werd bewusteloos en daardoor kregen de maankabouters gelegenheid hem to binden. De draak was ge- gevangenschap gebracht. Hjj was stevig gebonden, zoodat hy, gelukkig, machteloos was, ofschoon uit sljn keel nog vlammen en rook kwamen. ivert» arte# 'PP* orte- 'dheid n ten «B Ie» lach, hand ten its. ea ter met gezin te lUk I een ongeval sast doodBtttkaö afloop sn Uw rfkaa» ia Haaf» of Mt Uw Behalve het persgesprek met Werumeus Bunlng bevat „de Tooneelspiegel” nog korte beschouwingen over het afgeloopen toooeelselzoen van enkele deskundigen die door de redactie naar hun meening waren gevraagd. Klas van Praag vatte zijn meening als volgt samen: Het belastbare gebied, waarover deze kosten van wegenaanleg en onderhoud kunnen worden omgeslagen, is hoogstens groot 11.000 HA, het geen neerkomt on een kosten voor de belang hebbenden van 258 per HA m de te Oss gehouden vergadering van stem gerechtigde hoofdingelanden van het water schap „De Maaskant” keurde de vergadering behoudens een kleine wijziging, een voorstel van den dijksteel goed, behelzende het aanleg gen van een groot aantal wegen in het Maas- kantgebled. De totale lengte van de aan te leggen wegen bedraagt circa 70 KM. De kos ten hiervan zijn geraamd op ƒ1.050.000.—. Hier voor is een subsidie uit het Werkloosheidssub- aldlefonds (100 pet. in de werkverschafflngs- kogten) toegezegd van ƒ361.400.—, zoodat ten laste van het waterschap blijft een bedrag van ƒ688.600.— Van de overige in Amsterdam spelende gezelschappen is niets bijzonders in de her innering gebleven, met uitzondering van een enkel stuk van Het Masker. De Vondelherdenking is niet meegeval len. De opvoering van „Faëton”, onder Eduard Verkade bleef, behalve de costu- meertng, die zeer opvallend was, beneden te stellen elschen. Tevens werd wederom bewezen, dat men geen componisten op dracht moet geven muziek bij de reien te componeeren wanneer zij niet ten volle doordrongen zijn van het feit, dat de mu ziek aan het woord ondergeschikt dient te blijven. De reien mislukten ook deze maal geheel en all Aldus p het gebied van de volkshuisvesting hebben Ijepaalde landen in West- Europa steeds een eervolle plaats In genomen. DtOtschland, en waarschijnlijk nog meer Groot-Brittannlë, hebben) in dit ver- onze zegsvrouwe op de répertoires lijnde tooneelgezelschappen ont- ;eeAi mevrouw Verhuist mede als zwt van de nog steeds dalende be- jroor de dramatische kunst. in der Horst formuleerde het vol- --- epdttbiad'stjningevotgede vwekssmgnoarwaardMa «eg* W“» tyPA bfl tovemtazwe geheel» cngmchlktbeM tot weztan do« iginF— wnrinzd voer «en dar voiganda iillkiniiiigan F OU»" verttes van baSda armen, belde haanen at baMe oogen p den Zuidelijken schrijver oefent het f I een bijzondere bekoring uit te ver- wijzen naar de traditioneele Brit sche activiteit inzake de volkshuisvesting, name vooral waar het ’t kinderrijke betreft. Brittannia docet! Zijn im mers juist onze Zuidelijke Nederlandsche provinciën niet de bezitsters van de meeste groote gezinnen? En zal de straks ten bate dezer gezinnen te ontwikkelen wonlng- bouw-activiteit uit dien hoofde allereerst niet voor de Zuidelijke landstreken van belang zijn? Wij mogen ons niet ontveinzen, dat oo dit terrein inderdaad uitgebreide arbeid sinds langen tijd op uitvoering wacht. Reeds vroeger wezen we op den tengevolge van de langdurige crisis ontstanen achterstand In den woningbouw in het algemeen, een verschijnsel, dezer dagen opnieuw gecon stateerd in het jaarverslag over 1937 van den Natlonalen Woningraad. Bijzonder nij pend is die achterstand voor het groote ge zin. In steden zoowel als dorpen wordt de klacht over veelvuldige onvoldoende huls- T^e oud-leermeester van Benito Mussolini, II Luigi Scaevola, heeft verteld, dat de dic tator in zijn jeugd een lastig kind was, dat niet leeren wilde. Gedurende meer dan vijfenveertig jaar, aldus Scaevbla, heb ik aller lei soorten van kinderen meegemaakt, opstan- nadenkende typen. Maar nooit heeft de persoonlijkheid van een kind mij zoozeer geboeid als die van den jongen Benito Mussolini. Ik kende de moeder van Benito heel goed, zjj was een goede kennis van mij en te vens ten collega, want mevrouw Mussolini had op een meisjesschool een klasse met twaalf leer lingen. Dikwijls heeft zij mij haar wanhoop be kend zoo’n verschrikkelijk kind te hebben, waar van zjj meende, dat hy het nooit tot iets bren gen zou. Benito Is onder buitengewone omstandigheden geboren. Ik was een der eersten, die hem gezien hebben en bovendien had ik het voorrecht in mijn kwaliteit als secretaris, de geboorte den 28sten Juli van het jaar 1883 In te schrijven in de registers. Ik herinner my, dat den avond tevorën een brand had gewoed In den winkel v»n den timmerman, die naast de smederij van de Mussolini's zijn woning en werkplaats had. Zjj moesten vluchten en by buren een onder- Deze uiting van hooge kerkelijke zijde is zeer kenschetsend voor de Britsche opvat tingen Inzake wonlngpolittek. Zij gaat uit van denzelfden gedachtengang, die reeds vele jaren geleden Dr. Arkle te Liverpool ertoe bracht een onderzoek in te stellen naar de woningtoestanden in de werkmans- koionie Port-Sunlight, nabij Liverpool ge legen. De arbeiders der bekende fabrieken Sunlight beschikten al in den tijd, toen het onderzoek plaats vond, over uitstekende woningen. Nu werd bij een groot aantal der aldaar wonende kinderen nagegaan, hoe op verschillende leeftijden hun lengte en him lichaamsgewicht was. Hetzelfde ge schiedde bij de .schooljongens in de stad, waaronder kinderen van alle klassen der bevolking. Welnu, de Sunllght-jongens wonnen het niet alleen van de jongens der eigen maatschappelijke klasse, maar ook van die der meer gegoede bevolking. Deze bevindingen stellen wel duidelijk in het licht van hoe eminent maatschappelijk en geestelijk belang het is, het gezin en a for tiori het groote gezin goed te huisvesten. „Zeg Piet, vanmorgen wild» Ik aan van honderd wiszelen”. ^iu, en....” »St»l je voor, dat ik dat zou hebben F Werumeus Bunlng werkte aan de trapeze en nam op nieuw een zwaai. Alle» behoort gebaseerd te zijn op het feit, dat een tooneellelder, onverschillig wie hfl 4, voor allee rustig en financieel goed ge fundeerd moet kunnen werken. Enquêtes heb ben duidelijk uitgewezen, dat alle deskundigen bet er roerend over eens zijn, dat wij goedejdige, krachtige en krachten genoeg hebben, doch dat deze te reel versnipperd zijn. En ook is uitgewezen, dat men alom van Rijk en gemeente een roya- ieren steun verlangt. Wanneer de gemeente Amsterdam beweert, dat zij het tooneel steunt, dan is dat volslagen onwaar, om de doodeen voudige reden, dat zjj aan belasting véél meer tncaweert, dan zij aan subsidie uitgeeft. Zjj li. niettegenstaande allen ophef en alle groote voorden, tegenover het tooneel een huisjes melker en geen Maecenas.” De bemoeiingen met den Stadsschouw burg rijn naar mijn meening voor de gemeente Amsterdam niet zoozeer een zaak van liefde tot de planken als wel een kwestie van presti ge Een prestlge-kwestie, omdat de bemoeiingen met den Amsterdamschen Stadsschouwburg bun oorsprong vinden m de jaren toen op voorstel van A. B. Kleerekoper de Stads- «bouwburg een gemeente-instelllng is gewor den. De sterke fractie in den raad van de 8. DAP. zal nooit toelaten, dat deze bemoeiing, die van haar uitgegaan ia, tot een openbare mislukking leidt. zy houdt de zieke dus le- rend uit een busfonds. WU moeten van der Lugt toewenschen, dat hy de gemeente Am sterdam opvoedt tot een kunstzinnig genees heer!* pertoire van niging d* Nt komen zoeken. En het was onder de beangsti gende vlammenschljnsels van een brand, dat Mussolini geboren werd. Van zjjn prille jeugd herinner ik my alleen, dat zyn vader, een even eenvoudig als opvliegend man, hem verschei dene aframmelingen heeft toegediend. Op zijn vierde jaar was Mussolini reeds de bekendste bengel van het dorp Dovio Predrapplo. Dikwijl* ging hij in den middag, gewapend met een homp brood, op avontuur uit en kwam niet terug voordat het avond, soms nacht was geworden. En om er zeker van te zijn, dat hij altijd terug zou komen, had zijn moeder aan zijn witte schort een papiertje bevestigd, waarop het adres geschreven stond. Evenzeer als de moeder aan de school was toegewjjd, evenzeer had haar zoon Benito een afkeer van de schoolbanken. Hoe dikwijls heeft hjj niet voor my gestaan om zijn excuses aan te bieden, maar hy was onverbe- teriyk. Ik kan de heilige verklaring afleggen, dat van 1890 tot 1894, hy was toen zeventien jaar, Benito nog geen honderd maal de school bezocht heeft. Hy was byna twaalf jaar, toen hy nog niet eens kon lezen. Hy was meer In zyn knollentuin, wanneer hy jongens van zijn leeftyd een pak slaag kon geven. Dlkwyis kwam mevrouw Mussolini vragen, of haar zoon regel matig de lessen bezocht en natuuriyk moest myn antwoord vrywel altyd .meen” zyn. En als hy dan onvindbaar was, werd een onderzoek in gesteld, zoodat hy soms werd gevonden in een schuur, het schrift achteloos in de eene zak, een notlood in de andere.... Ofschoon zyn vader hem hevig bestrafte, reeds den volgenden dag herhaalde zich hetzelfde. Ondanks zijn rebelsche natuur had ik van Benito den indruk gekregen, dat hy een zeer kunstzinnige natuur had en dat hy bovendien zeer intelligent was. Dlkwyis heb ik my waarom weet ik niet verdiept In zyn wezen en daarin meer den kunstenaar dan den toe- komstigen volksleider gezien. Nog bezit ik en kele teekenlngen van Benito en men heeft my er reeds een aanzleniyke som voor geboden, maar ik heb dat altyd afgeslagen. Ik zal er nooit afstand van doen. Het scheen de roeping van den jongen Benito te zyn, om kunstenaar te worden, zyn liefde voor het platteland en zyn verlangen naar eenzaamheid bestemden hem als het ware voor een dergeiyke carrière. Daarom liet ik hem zooveel mogeiyk vry. Ik herinner my nog een avontuur en ik ben er van overtuigd, dat ook de Duce zelf het zich nog uitstekend herinneren zal. Het was In het hartje van den winter en er neerschte een koude om te versteenen. Benltc moet toen ongeveer acht jaar oud geweest zyn. Zooals zyn gewoonte was, droeg hy een zeer lichte kleedlng en onmlddeliyk na schooltyd trok hy, de koude ten spyt, de bergen in. Des avonds kwam mevrouw Mussolini, zeer veront rust, by my en vertelde, dat hy nog steeds niet was thuisgekomen. Het was tegen het vallen van den nacht, dat de broeders van het klooster van Faenza hem vonden. Hy was verdwaald in het boeq|i. En weldra wordt hy bevriend met deze broeders, by wie hy later in zyn bewogen vyf- tlende levensjaar een toevlucht vindt. Toen vond hy nameiyk des avonds wanneer het zeer laat geworden was, de deur van het ouderiyk huis gesloten en was hy wel genoodzaakt on derdak te vragen In het klooster. Deze broeders hadden alleen invloed op hem. Tot zyn twaalfde jaar drukte hy zyn gedachten liever uit in schetsjes dan in geschreven woorden. Maar langzamerhand werd hy wyzer en van tyd tot tyd zag ik hem naar de schoolbibliotheek gaan. Hy zocht daar vooral naar historische lectuur over het oude Rome. Zoo zyn de jaren van zyn jeugd voorbygegaan, totdat op zekeren dag zyn moeder my kwam vertellen, dat zy hem eenlg geld had gegeven, zoodat hy zyn geluk in Amerika kon beproeven. Maar op datzelfde oogenblik was hy gearresteerd in Zwitserland. Ook daarna volgden nog verscheidene arresta ties, maar tenslotte is Mussolini op zyn plaats gekomen. Zelden of nooit zie ik hem weer, maar de enkele maal, dat hy nog in Dovio Predapplo komt, zoekt hy my op. Dan praten wy nog eens over zyn jeugd en dan kan hy niet nalaten met een glimlach te zeggen, dat hy de dagen komt inhalen, die hy vroeger by my gespybeld heeft. maar dat wist Lorrie niet. Hy wist niet, wie ae was. Te oordeelen naar haar versleten jurk met de zoo duldeiyk ter verlenging aangezette strook en naar den gedeukten hoed, kon zy best een dochter van den koster zijn. Het is een feit, dat een dame veel minder op een dame lykt, wanneer haar oogen gesloten zyn en ze versleten kleeren aan heeft. Een wensch een niet te verklaren wensch kwam by haar op. Zooals hy zei, was hy nog nooit van zyn leven Verliefd geweest en hy lachte spottend verliefde kameraden uit Vrouwen waren om mee te dansen, te tennis sen maar liefde! En toch fluisterde de een of andere ondeu gende geest hem in: „Buk je en geef haar een kus!” Hy verzocht den ondeugd om heen te gaan, om naar de schuilplaats waar hy hoorde, te vertrekken; hy vertelde zich zelf, dat het niet mooi zou zyn om voordeel te trekken uit het feit, dat het meisje sliep. .Maar zy zal er niets van weten,” fluisterde de geest. „Geef haar voorzichtig een kus, dan zal ze niet wakker worden! Wat voor kwaad steekt daarin? Het is het liefste gezicht, dat Je ooit gezien hebt of zal zien. Vooruit, anders ben je te laat!” Hy was werkeiyk byna te laat, want Lorrie had juist besloten haar oogen te openen, om dat ze toch onmogeiyk zoo kon biyven liggen. Voor ze echter haar besluit ten uitvoer kon brengen, was hy zacht op haar toegeslopen. HU knielde neer, op één knie en.... Juist toen hy gevaarlijk an schrikbarend effect, zich voorover boog en zyn lippen haar oog- Bektjk eens het gespeelde répertoire van onze ’oornsamste gezelschappen, en beschouw dan 4e financieels resultaten ervan. Dan biyft er het noodige te wenschen overzooals altyd! E» tochals wy daartegenover stellen de «Penningen in deze wereld met haar geesteiyke, eronanfache en flnancleele depressies, komen *4 dan niet tót de conclusie, dat wy den groo- ten veerstand van het tooneel, en wellicht meer nn de tooneelspelers en tooneelspeelsters, moe. te» bewonderen? Het is een taaie, echt-Hol- huxHche tegenstand, die geboden wordt, en die minstens even heldhaftig is als de tegen- «t«nd van onze locale Beurs. Die moedige tegenstand is het voornaamste, •t my in het afgeloopen seizoen getroffen heeft. Hierin’ schuilt een kracht, die In enkele n»rtreffeUjke vertooningen van onze voor- mirnste gezelschappen tot uiting Is gekomen, dj* de hoop wettigt,.dat een zwenking van de ™»ncleele an geestelijke conjunctuur het al- aan de groote verheugt zich i de woning In de bijzondere attentie Engelsche regeerlngsinstantles. Deze zinspolltiek ligt geheel in de lijn van den voormallgen minister Pitt, die in zijn tijd het Engelsche groote gezin reeds steunde door het beschikbaar stellen van een be- looning. Dezer dagen sprekende in Albert Hall te Londen, verklaarde Kardinaal Hlnsley zich groot voorstander van de Britsche volks- woningbouwplannen. Z. Em. zeide, de ar beiders te willen zien wonen in passende huizen, die gezond zijn en ruim, ruim ge noeg voor hun gezinnen, eigen hulzen met zoo mogelijk een tuin, huizen, waar ruimte is om te ademen, en voor dé ontwikkeling van geest en lichaam. vesting van het kroostrijke gezin vernomen. Vooral op het platteland hulzen nog maar al te veel families met veel kinderen in woningen, die krotten zijn of slechts weinig zich daarboven verheffen. Het zal een ware zegen zijn en een veel omvattende verbetering. Indien met be kwamen spoed wordt uitvoering gegeven aan de plannen tot woningbouw ten be hoeve van het groote gezin. Van buiten gewoon belang voor de richtlijnen, waar naar deze plannen zullen worden opgesteld, achten wij de in Engeland voor de gemeen telijke besturen geschapen xuQgeHUQieid om voor de groote gezinnen huizen te bouwen met vier of zes slaapkamers, terwijl hier- voor een huurprijs wordt berekend, welke rekening houdt met de betallngscapacitelt dier gezinnen. leden byna raakten, kwam een paardevlleg hem storen. Hy sloeg de vlieg weg diet verontwaar digd gefronste wenkbrauwen, toen raakte hy, licht blosend. een van haar oogleden met zyn lippen aan. Juist op hetzelfde oogenblik hoorde hy Jack roepen. Met een gevoel van was het schaamte? sprong hy op en zonder nog naar het meisje om te zien, sprong hy over het gras veldje op zyn paard toe. „O, ben Je hier!” zei Jack ,MUn zustér vraagt of*j» komt mee-eten, Guy?” Lord Kendale was bezig met zyn toom en keek niet om. Als hy dat wel had gedaan, zou hy gezien hebben, dat een slank meisjesfiguur- tje in de richting van het huis vluchtte. Hy keek naar zyn kleeren. ,En dit pak, Jack?” twyfelde hy. Dat is ón mogelijk, vind je niet? „Welneen,” verklaarde Jack „Wy verkleeden ons ook niet. Je moet ons maar nemen, zooals- we zyn, weet je.” „Enfin, als je zuster er niet op tegen heeft, dat ik er als een ryknecht uitzie....” „Vooruit, ga mee,” was het antwoord, kort en bondig en de twee jongelui begaven zich van het kerkhof naar de pastorie. De oude man, die de baantjes van huis knecht, tuinman en algemeen factotum in zich vereenlgde, nam het paard en Jack loodste zyn vriend in huis. De pastorie was klein en oud; de vierkante hal was even eenvoudig als die van een buiten huisje, maar niettemin merkte lord Kendale De minister van Financiën heeft een rente loos voorschot uit het werkfonds toegezegd van ƒ700.000.af te lossen in 50 jaren. (Het aan gevraagde voorschotbedrag van ƒ688.600 is ver hoogd tot ƒ700.000.in verband met noodlg geachte defensievoorzieningen) conventloneele pretentie. Greta, kindlief, lord Kendale.” Een op, dat er een groote beschaving in dien eenvoud lag. Een familiewapen, een raaf, een wilgen tak en drie dwarse roode strepen, was boven de oude eiken trap vastgemaakt. „Ga mee naar myn kamer om je handen te wasschen,” zei Jack. Hy had een klein kamertje vlak onder het dak en hoewel het eenvoudig gemeubeld was, viel ook hier weer diezelfde beschaving op. Toen zy naar beneden gingen zag lord Kendale juist een glimp van een damesrok verdwynen achter een deur van een van de uiterste kamers op de bovenverdieping en hy hoorde een deur hard toeslaan. Jack lachte, maar voor Guy tyd had hem te vragen waarom, kwam de dominé de kamer binnen om den gast op goede, ouderwetsche wyae welkom te heeten. Hy was een zeer lange, magere oude man met spaarzaam wit haar, dat achterover ge borsteld was en zyn blank voorhoofd vry liet Op en top een aristocraat was hy en de glim- waannee hy zyn smalle, welverzorgde uitstak, getuigde van een bete tegenover den gast, zooals men die hld dage slechts zelden ontmoet. .MUn zoon heeft u overgehaald biyven, lord Kendale; dat is heel vrienl van u.” Guy *t-Brittannië, hebber opzicht belangrijk voortrekkerswerl richt. Nog steeds 1* Engeland bezorgd voor een goede volkshuisvesting. Er worden thans in Groot-Brittannlë per jaar meer dan 300.00G nieuwe huizen gebouwd, waarbij vooral aandacht wordt gewijd aan de juiste me thoden voor het verschaffen van onderdak nen. Het groote gezin J ook ten aanzien van der fé- het kenmerkt had door een afwezigheid van ster ke stykken. Speelstukken, waarin de acteurs en gaven kunnen ontplooien en waarin Mènes gecreëerd kunnen worden, heb ben volgen^-- - - - der verschi broken. Het< een oorzaak langstelling Adrlaan >4 gende: Myn Indrukken van het afgeloopen tooneel- selzoen? Vrybiyvend: de prachtige vertoontng van Veterman’* zoo uitmuntend geslaagde dramatl- seering van het mlddeleeuwsche dierenepos „Van den vos Relnaerde”. door de Amsterd. Tooneelvereeniging, en voor de rest groote waardeering voor Show’s „Terug naar Methu- salem”, .Kinderen op een ysschots” en „Het Lied van het Meisje en den Moordenaar.” Het gezelschap van bet Centraal Tooneel, onder de kundige leiding van Cees Laseur. kon het uitstekende peil, waarop zyn voorstellingen het vorig seizoen stonden, handhaven, zelfs toen het zich buiten zyn gewone répertoire be gaf en Shakespeare’s „Naar het U lykt” ten tooneele voerde. gehoorzaam beest, dat dicht by den muur had staan grazen een paar stappen naar voren om by een nieuw plekje gras te komen. ,J*as op, ouwe, verboden toegang.” zei Lord Kendale, terwyi hy van zyn zitplaats klom en op het paard toeliep. Daardoor stond by .plotseling voor het meisje, dat in het lange gras lag. Hy schrok niet, maar hy bleef stokstyf staan en terwyi hy naar haar keek, maakte zich een groote bewondering van hem meester. zy lag onbeweegiyk, met gesloten oogen en met een zucht van verlichting en voldoe ning stond hy naar haar te kyken. zyn leven lang had hy geen mooier schildery gezien en het sprekende gelaat met den geestigen mond en lange wimpers die de frissche. oiy (kleurige wangen beschaduwden, werd voorgoed gegrift in zyn hersenen en zyn hart. Hoe zy wist, dat hy naar haar stond te kyken, zou moeliyk te zeggen zyn, want haar oogen waren gesloten. Het sou ook heel moel- iyk zyn, haar gevoelens te beschryven. De ellendigste zenuwtrekken overvielen haar; ze had neiging om zich te bewegen, te niezen en een gevoel of ze dood zou gaan als ze het niet deed. En dan de dwaasheid, het malle om een dergeiyke comedie op touw te zetten! Ze had op haar tien vingers kunnen natellen, dat hy haar zou biyven aanstaren! De seconden verliepen! Het mooie, bewe- glnglooze gelaat had op het hart of was het op de verbeelding? van den jongen man een k®ek strak naar den grafsteen tegen- OTer hem. lo^k weet niet veql over hem,” was het lk°n<* gegeven antwoord, ,jen wat ik weet, wil /ack!” riep een zachte, vriendeiyke ‘C3 stem uit den tuin van de eenvoudige menschen," zei de „echte huismusschen zonder eenlge keek naar zyn kleeren en mompelde eenlge woorden ter verontschuldiging maar de blanke hand legde hem met een beweging het zwijgen op. „wy zyn dominé. kon de verleiding niet weerstaan, om even naar binnen te kyken. Hy trad op het venster toe en luisterde. Daar binnen werd gesproken. Hy hoorde de stem van een meisje, en toen van een man. Voorzichtig heesch hy zich op aan de boe ren tralies en keek naar binnen. Toen was het, of eensklaps alles rood werd voor zyn oogen. Aan de tafel him tafel sat Lise, naast haar een meisje van een jaar of drie; en tegenover haar wie was dat an ders. dan Peter, de man, die hem achter zyn rug beroofd had van het dierbaarste, dat hy beaat? Genadige hemel, zelf* de woning, die hy en Lize indertyd hadden uitgezocht, hadden ae be trokken en de knusse meubeltjes ingepalmd. Was dat niet méér, dan een mensch kou ver dragen? In machtelooae woede rukte hy aan de ijae- ren staven, zoo- dat het kleine j meisje daar bin- nen opkeek en begin te gillen. In een oog wenk was het tooneel veran- derd. Man en vrouw waren opgesprongen en renden naar de deur. In vertwyfellng schoot John den hoek om en de straat op. Kreten klonken achter hem: Een dief! Daar gaat-ie! Hy wou Inbreken op nummer zooveel! Kyk eens, wat hy loopt! Houdt hem! John rende als een bezetene, vastbesloten zich niet te laten pakken. Dat zou een afschuweiyk begin wezen, den eersten dag dat hy weer vry was! Langs straten en pleinen, over bekken en muren, voort ging het, met den moed der wan hoop. Steeds verder klonken de kreten achter Min, tot ae ten laatste geheel wegstierven. Ik een dief? dacht John, onderwyi hy zich Het neervallen op een stuk veld, tusschen bak ken met kalk en stapels steenen, in de naby- heid van een in aanbouw zynd huis. Ik een dief? Ja, aoo durfden ae hem noemen, allemaal ook de man, die thans at en dronk aan zyn tafel, en hem zyn aanstaande ontstolen had.... Wie was de dief? Achterover lag hy naar den sterrenhemel om hoog te kyken. Hoe laat was Mt? Tien uur, elf uur misschien. Te laat om nog naar zyn moeder te gaan. Om dien tyd gaan alle deuren dicht, ook die van de gevangenis, zyn makkers lagen nu allemaal te slapen en droomden misschien van de vryheid! Zoo vonden de metselaars hem den volgenden morgen, met doorgeloopen voeten, ylend van den doorgestanen angst, en van den honger.... keurig meisje met zacht, blond haar en vriendeiyke. grijze oogen gaf hem een hand en sprak met een stem, die volkomen har monieerde met haar kalme, bedaarde vrlende- lyke verschynlng eenlge woorden van welkom. Toen klonk de bel en gingen ze naar binnen om te dineeren. De eetkamer was oud en de wanden waren donkergekleurd van ouderdom, maar het was de eetkamer van een heer. De dominé ging sitten, keek naar den leegen stoel en toen naar Greta. Voor hy echter iets kon zeggen, kwam het nette, bedaarde dienstmeisje binnen en fluisterde iets in Juffrouw Latimer’s oor. Guy ving op .Juffrouw sus of zoo komt niet beneden” en het diner begon met één leeg» stoel. Guy was niet verlegen en voordat de resten van den snoek, dien Jack *s morgens had gevan gen, van tafel waren genomen, praatte hy met juffrouw Latimer, alsof hy haar minstens al een paar Jaar kende. Niet de droge, onnoozele opmerkingen van den vreemellng, die juist kennis gemaakt heeft, maar het losse, getnak- keiyke praten van een jongen man. die geen zorgen kent en die weet, dat een aardig meisje met een vriendeiyk, zachtmoedig gesichtje naar hem luistert. Voor de lamscoteletten ver orberd waren, kloilk zyn vrooiyke lach (foor de kamer. e yzeren poort werd achter hem dichtge- slagen en hy stond in het volle zonlicht Hy was vry na vier lange jaren. Hy had niet eens durven hopen, dat het verzoek om gratie zou worden ingewilligd. Toch had zyn moeder het altyd gezegd, by gelegenheid van de korte en schaarsche bezoeken, die bet reglement toestond: Moed houden, jongen. Het uur der gerech tigheid komt! Dan keek hy naar zyn moeder, door de tra- lies heen, en lederen keer leek ae hem ouder en meer gebogen. En Lize, moeder? Had hy op zekeren dag gevraagd. Waarom komt Lias me niet op zoeken? Toen had zyn moederleen kleur gekregen. Lize is ziek, jongen, zei ze. Maar het was duldeiyk, dat het een leugen -was. Lize kwam niet, omdat hy, John, dien ander, die zich zyn vriend noemde, had neer geslagen. Daarvoor hadden ze hem zeven jaren gegeven. Maar zyn vriend was er „bovenop” ge komen. en het was vooral die gedachte, die hem al die jaren hellepynen had beaorgd: zou Peter weer naar Lize zyn toegegaan en zyn plaats hebben ingenomen? Iedereen had hem afgeraden met dat meisje te trouwen. Pas op, John, hadden ae allemaal gezegd Dat meisje B niet geschikt voor je. Tterwijl met jou gast, houdt ze het ook met Peter. Zoo was het gekomen, dat hy eens, in drift, op Peter was aangevallen en de klap was harder aangekomen dan hy bedoeld had. Thans had hy, na vier Jaar, gratie gekregen, zyn moe der had de laatste maal hem er op voorbereid. En zachtjes had ze erby gevoegd: Beloof me, jongen, als Je in vryheid wordt gesteld, dat je aanstonds by my komt. Met een treurig lachje had hy geantwoord. Er moest iets gebeurd zyn in dien tyd, iets wat hy btykboar niet hoefde te weten. Nu was hy vry. Maar een onweerstaanbare drang zette hem aan, om niet links af te slaan. naar het huis van zyn moeder, doch rechts-al naar de straat, waar zy reeds hun toekomstig nestje hadden uitgezócht hy en Lize. Ja, daar stond het, o0 den hoek van die inry-poort. „Hun” vensters zagen juist op dien doorloop uit. De poort stond open. Het was avond ge worden. Wat kwam het duister hem nu gelegen! Even wilde hy dat vreemde verlangen bevredi gen: de woning opnemen, die de hunne zou ge- l worden zyn.... Een voor een werden de lichten ontstoken. Ook een raam van „hun” wonlu-j werd verlicht. Dat was het raam van de keuken, dat herinnerde hy zich nog goed. Hy wist zelf? 1 nog, hoe ze de spulletjes hadden neergezet, die hy stuk voor stuk van zyn eeriyk verdiende geld had aangeschaft. Wie sou er nü wonen? Hy J*ek! - - “Mr ernstige pssioric. op- kusje Margaret roept me,” zei hy. *"Je-mee naar binnen?” A,j, W maar eerst,” adviseerde lord Ken- Misschien wil ze je spreken. Je kunt halen als je me nog kunt ge- E*”* heen. Hy had Lorrie volkomen Lord Kendale ging op den grafsteen m wachtte op zyn gemak. ondergaande zon zette alles in rooden “n wolkbank kroop van af den horizon - de «e en kleurde de kabbelende golven »ur Pa®1-8®11 81oed. Lord Kendale keek «>et landschap, floot zachtjes en de mlnu- voor Lorrie waren het uren, dagen, Ringen langzaam voorby. deed het paard - een goed en Tooneelspiegel” van deze maand we een Interview aan met den Kegenden en erkenden tooneelcritlcus werumeu8 Bunlng waaraan het volgende wedt ontleend: ne benoeming van Cor van der Lugt k onder de gegeven omstandigheden *Tskchte oplossing.” „et 1* vóór alles weer noodlg, ging Bu- rder „dat de menschen weer naar den °^*,«bure gaan en de Amsterdamsche Tco- ^trceriginv heeft, hoewel ik veel In haar .nprecleeren kan, te weinig rekening ge- met de elschen, de verlangens, van het waarvan Iedere tooneelaffalre het ten- 'toch hebben moet! Het behoeft haast meer gezegd te worden, dat het lichtere ré- -.j de Amsterdamsche Tooneelveree- achllleshiel, de kwetsbare plek, van j”"!L£.hie was, en als je my vraagt, dan tooi Ik, dat dit by van der Lugt wel even te7r« zal worden! Het biyft echter een open at naast het zoo broodnoodige lichtere "JZ’ nieuwe combinatie ook in staat zal Snbet groote werk te brengen, dat Amster- X noodlg heeft. Maar aan den anderen kant „«ten wlf d?n nieuwen leider niet terstond net iyf vallen met de beroemde Amster- ’emecjie „wenschen” naar niets dan groote Junrt. Het "zal één van de belangrijkste dingen het tooneel zijn, als pers en publiek van der Lugt een Jaar tyd laten, opdat hy gelegen heid heeft zyn gezelschap rustig in te werken. TOenlIJk 1» »Ue redeneering voorbarig”, viel Buning zichzelf in de rede, „laten we eens be amen met van der Lugt In Amsterdam te ont vingen.” <5 van der Lugt zal natuuriyk ook niet al- tad geven wat hy graag wil. Dat deden autespeare en Molière evenmini Die speel- dtn ook wel draken om geld in het laatje te krngen. en als zy wat lood hadden, dan lieten ni hun eigen stukken opvoeren.” >- m kringen, die zich voor het tooneel m- ttrweeren, vraagt men zich af, hoe van Dal- mm en Defresne zich met den nieuwen leider „iu. verdragen. Dat zyn problemen, die al ten en uitsluitend van het tooneel zyn en vrairover de buitenwereld nooit het ware te weten komt! Hetgeen ook niet noodlg is, al* je mil vraagt. Laten we ons echter niet te veel bemoeien met de dingen achter de schermen, met de cuisine!” oude en steeds jonge tooneel een beter» plaats onder de Nederlandsche zon zal waarborgen bhk d' eenl*szln* "«enauwende van het oogen- Annle Verhuist, die het wordt hier met vreugde gemeld pas van een zware operatie, die haar vele weken aan het ziekbed gekluis terd hield, herstellende Is, was van oordeel, dat bet afgeloopen tooneelselzoen zich weer ge- :ken. Speelstukken, waarin de acteurs S hun gaven kunnen ontplooien

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1938 | | pagina 13