G(
De qtvonturen van een verkeersagentje
G
ïïCetu&fiaal van den daj
I
ALLE ABONNÉ’S
F 750.-
ORR1E
Vreemdelingen
L
Om het centrale
vliegveld
W at aan te ver Achter
Het miniaterieele antwoord
gedacht
Dapper Aardenburg
RETRAITEHUIS BERGEN N. H.
Rooster der retraiten
DOOR
CHARI.FS
GARVICE
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UtTERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
Niet kwaad
I
I
M6MSW6I
ZATERDAG 18 JUNI 1938
stimuleeren
wanneer
men
•V
JULI
en
Ik
natuurlek. Een prettig mensch.
te
verliezen.
haufteur, en
JUNI
Dinsdag 21—34 Politiebond St. MlchaO.
Dinsdag 38—1 Juli. Gehuwde dames; Den
Helder, Amsterdam (St. Rita), volt.
op dit blad zQn Ingevolge de vereekestngsvoorwaaraen tegen
ongevallen vernetand voor oen der volgende uitkeeringen
Met verbijsterende snelheid vloog men door de lucht. Het
scheen alsof een nieuwe komeet verschenen was en op de aarde
waren in den nacht geleerden in de weer, om te ontdekken, wat
daar van de maan naar de aaide kwam.
pan
niet
trost
«eet
«n 1
Hle
fflU
wij i
broed
besit,
«n 1
hem
om r
maar
^^hrlstus heefl aaa DJa Kerk voor
speld. dat sK om zqnontwUlo vervol*
gingen soa moeten verduren. Zalig zg,
die vervolging U|den om de Gerechtig
heid. want hunner is hot Koninkrijk
dor Hemelen.
er humeurig uitzag.
..Hallo, Jack," zei hij. „Ik hoop, dat ik Je
me geruimen tijd
van iedere poging
in die richting
tot ik op zekeren
dag dringend
naar Parijs werd
geroepen voor ’n
tinancieele kwes
tie.
Zoo nam ik dien gedenkwaardigen morgen een
taxi op het Generaalspleln, om me wederom
naar het station te laten brengen.
Het verbaasde me heelemaal niet, te consta-
teerln. dat het dezelfde taxi was, die me Inder
tijd naar Fleury had gebracht. Maar wat m«
wél verbaasde, was het feit, dat ik in dien wi-
gen weer een gele enveloppe vond, die wéér een
portret van Marianne bevatte. Het leek me bui
tengewoon.
Stop! riep ik tegen den chauffeur. Wst
heeft die gekheid te beteekenen?
ongetwijfeld nog tal-
zijn om den vreem-
Toen men de aarde naderde, ontdekte Keesie, die weer
het vliegtuig bestuurde, een andere vliegmachine, die ook
boven de aarde rondvloog. Het is net alsof ik die machine
meer heb gezien, dacht Keesie, maar schijn bedriegt, moet ik
maar denken."
storming was hevig. De gekwetste Beekman
bleef op zijn post de verdediging besturen. De
vijand wist een der buitenbruggen neer te halen,
en drong in een voorwerk door, doch hier op
eengepakt, werd hij bij gansche rijen geveld.*
De brug, zijn eenige uitgang, werd door sta
pels lijken versperd; aan vluchten viel niet te
denken; overgave Was het eenige middel tot
behoud, en zij, die aangerukt waren onder den
kreet van „tue, tue!”, smeekten nu geknield
om genade, en riepen: .Monsieur dUollande,
Monsieur d'Hollande! Quartier; quartier!” Men
gaf het, mits zjj het geweer neerlegden, de bru j
ophaalden en bjj kleine hoopen binnenkwamen.
620 Franschen werden aldus door 386 Nederlan
ders gevangen gemaakt, een groot aantal was
gedood, 1500 geweren werden gevonden, en, wat
niet minder belangrijk was, Vlaanderen was
behouden, en het binnendringen in Zeeland
lat ik ditmaal een taxi nam. Een telegram,
.ie te laat bereikt had, verwittigde mij. dat
Filip, die sinds eenige Jaren in het buiten-
De chauffeur, die me blijkbaar niet herkende,
keek me verbaasd aan. t
Wat is er aan de hand, mijnheer? vroeg
hij onthutst. c
Ik duwde hem de enveloppe onder den neus.
Dat is den tweeden keer, dat ik deze foto in
je taxi vind. Je wilt me toch zeker niet wijs ma
ken, dat het toeval is?
Ik weet er niets van, mijnheer, zei de man
met het onschuldigste gezicht van de wereld.
Beste vriend, antwoordde ik op beslisten
toon, als je me niet de werking van dit spel
letje uitlegt, zullen we allebei eens met den
commissaris van politie gaan praten.
Toen besloot de man te bekennen.
Meneer, selde hij, ik dal u zeggen, hoe
de zaken staan. Maar brengt u me dan alstu
blieft niet in moeilijkhedenik heb een vrouw
en vier kinderen, meneer, en de tijden zijn slecht.
Ik heb er trouwens toch ook geen kwaad mee
gedaan? Dat portret is van mijn zuster, meneer,
en als ik nu iemand rijd, die haar wil leeren
kennen, dan kan hij gaan zien, of die foto goed
is. Op die manier....
Jawel, zei ik kregel. Maar zeg me eens,
krijg Je een bepaald percentage voor dat soort
propaganda?
Ik? Welneen, meneer! Ziet u eens, naar
Fleury is achttien kilometer, en dat komt alle
maal op den taximeter....
Vanda
voor
geintjes
wingent
twmds i
Zaterdag 3—5 Meisjes boven 17 jaar; verg,
f ƒ.50.
Dinsdag 5—g Gehuwde dames; Amsterdam
(H. Maria Magd.), Alkmaar (St. Laurentius)
ea. pl.
Zaterdag 9—12 8t. Jos. Gezellen; Haarlem
<IH), Amsterdam (IV). verg, f 630
Dinsdag 13—15 Dames; Amsterdam (St. If-
natluscl.), volt.
Zaterdag 18—19 Mannen; St. Ger. retraite
Ver (Den Haag) eju verg, f 630.
Dinsdag 19—22 Meisjes boven 17 jaar; Haar
lem (O. L. Vr. v. d. Roz.) en.
Zaterdag 23—26 Mannen; Amsterdam
Ignatiuscl. I.) ea.
Donderdag 28—31 St. Christoff el; Haarlem.
Alkmaar ea. pl.
Zondag 31—3 Aug. Meisjes boven 17 jaar;
Amsterdam (H. Maria Magd.) es.
pas vjjf minuten rjjk waren, hun goeden smaak
vandaan?
Diana begon geen conventioneel dlnergesprek
met hem. Daar was zij te verstandig voor. Ze
liet twee of drie gangen voorbijgaan zonder na
genoeg Iets te zeggen. Eindelijk merkte zij op:
„Wist u, dat mijn broer op Latcham Court
gelogeerd heeft, lord Kendale?”
„Neen,” zei Guy, opschrikkend en hy keek
naar Seymour Melford, die aardige complimen
tjes fluisterde in Greta's oor. Waarom zou zijn
vader in vredesnaam dien vent op de Court
hebben uitgenoodigd?
„Ja. Hi) vertelde mij, dat het een heel mooie
plaats is.”
,Jk geloof het graag," zei Guy. „Wij vinden
het landgoed natuurlijk mooi.”
„Dat spreekt vanzelf. Mijn broer vond het er
heerlijk. De graaf was werkelijk heel vrién
delijk voor hem en mijn bfoer zegt, dat hij
die aangename logeerpartij nooit zal vergeten."
„Daar ben ilk blij om," zei Guy. Ja, vader
kan erg vrooiyk zjjn, als hy wil.”
„Wil hij niet altijd?” vroeg zij.
„O, hjj wordt nu en dan” geplaagd door jicht
en dan is het devies: „Pas op den hond," weet
u."
.Jicht is een pijnlijke ziekte,” mengde Mel
ford zich met zijn lulde stem in het gesprek.
.Jk heb wel eens gehoord, dat het dragen van
een rauwen aardappel in den zak de jicht op
de vlucht drijft. Maar je moet den aardappel
stelen.
zate
nnO. 1
eindigt
ZONE
nentsda
fag G
unbidd
dringenc
tanen i
leder
HR. M
11» tol
ta de k
H. Sacr
vraagt
net de
en dage
bijronde
beden w
over 8 1
tot bove
115 ple<
Na de 1
bet AU«
worden
■ogen,
btacbop
voor R
UJO gei
de Jong
bidding
terk is
het was]
voor de
rhe H.
Dram
der het
tosten.
iron
uur te
vsnrege
DINS1
|en H. 1
King.
dcne
toet uite
1# gelen
huwelijk
fclegent
ranwege
vrachten
voor het
althans
tenblddi
VRUi
door Z.
ran der
■naar ee
eerzocht
n® tot
hiking
Jdvchtlg
de leder
Bart; g
voor aU
toewijdlj
tever
B. Mis.
boete as
tollen b
>*t boel
J1 (s.v.p
toiutle i
Derde c
ZATE]
ran den
Bart vai
®*m te
«ksntje
«elegen!
erleden jaar Februari om precies te zijn:
den 13den, om 530 uur nam ik een taxi
op het Generaalspleln. Als een buitenge
wone omstandigheid mijn gewoonten niet in de
war had gestuurd, zou ik dien avond, op dat
uur. hoogstwaarschijnlijk mijn gewone bittertje
hebben genomen. Maar het noodlot, dat zich
altijd met onze particuliere zaken bemoeit, wil
de-
dat rn<
oom 1 -- -
land woonde, met den sneltrein van 5.42 zou
arriveeren. Ik had dus geen tijd t‘
Naar het station! zei ik den
stapte in de grootste haast in.
Om de waarheid geen afbreuk te doen, ben ik
verplicht te bekennen, dat oom Filip een on
handelbaar ken ondraaglijk iemand is. In dat
opzicht ben ik nog altijd van meening, dat
als er een wedstrijd voor ondraaglijke ooms werd
uitgeschreven de broer van mijn vader den
eersten prijs zou behalen, met een enormen
voorsprong op zijn mededingers.
Om die reden liet ik me naar het station rij
den met dezelfde geestdrift, als waarmee men
op weg gaat, om zich een kies te laten uit
trekken. Niettemin zou ik mij. Ingevolge een
traditioneel plichtsgevoel, dat in mijn familie
heel sterk to, van mijn taak gekweten hebben,
als een bijzondere omstandigheid me niet van
mijn goede voornemens had afgebracht.
Ik had een honderd meter gereden, toen ik,
toevallig omkijkend, bemerkte, dat er in een
hoek van den wagen een groote gele envelop
lag, die een of ander moest vergeten hebben.
Ik raapte 'm op, en daar hjj open was, haalde
ik eruit wat er in zat. Het was een foto van
groot formaat, die een beeldschoone jongedame
voorstelde.
Allemachtig! riep ik uit. Dat Is me nog
eens een juffertje!
Ik zeg- het niet uit grootspraak, maar op het
gebied van vrouwelijk schoon ben ik een ken
ner. Zóó'n knap gezichtje had ik nog nooit
gezien.
In een hoek van het portret stond kennelijk
met een vrouwenhand geschreven: „Marianne
Duval. Rfle de la Prairie 6, Fleury." Dat kon
niet anders dan het adres wezen van die foto
grafische schoonheid. Een voortreffelijke gele
genheid werd mij geboden, om jiaar te leeren
kennen en tevens had ik een voldoende voor
wendsel om de verwelkoming van oom Filip uit
te stellen, zonder mijn geweten al te veel ge
weld aan te doen.
Jongeman, zei ik tot den chauffeur, is
Fleury nogal ver hier vandaan?
Achttien kilometer, mijnheer.
Dan naar Fleury.
Toen we in Fleury aankwamen, was het al
donker geworden. Doch met behulp van de lan
taarns konden we de woning van de schoone
Marianne ontdekken.
Wacht hier op me^zei ik tot den chauffeur.
En even later klopte ik aan op no. 6. Een
onooglijke oude vrouw deed open.
Woont hier een mejuffrouw Marianne
Duval?
De oude knikte en zei:
Ik zal haar roepen.
Even later verscheen Marianne in persoon.
Ter wille van de oprechtheid moet ik verklaren,
Als er iets was, waaraan Jack boven alles
een geweldigen hekel had, dan was het om
mijnheer John genoemd te worden; maar hij'
grijnsde, zooalj van hem werd verwacht en
wendde zich tot Seymour.
Langzaam kropen de minuten voorbij, maar
lord Kendale kwam niet opdagen. Melford
Ja papa; maar ik* wil niet, dat Lord Ken
dale later bij anderen spot over het tentoon
stellen van alles, wat die pas rUkgeworden
menschen bezaten."
De heer Melford knikte een paar maal en
stak zijn groote roode handen in zijn zakken.
Juist. Ik' geloof, dat je gelijk hebt. Ja
Diana, jy weet het, geloof ik, het beste.” En
Seymour had haar met glinsterende'oogen aan
gekeken en gefluisterd: Je. hebt volkomen ge
lijk volkomen.”
„Wat aardig, dat u gekomen bent,” wendde
«U zich tot Greta. „Wat jammer, dat uw suster
niet meegekomen is."
„Hoe gaat het met u domlné,” zei Melford,
terwijl hij zijn rechterhand greep. „Ik ben blij
n te zien Ik hoop, dat het u ook goed gaat,
mijnheer John.” -
van een modernen Griek geen heer was, on
danks alle uiterlijk vernis.
Daar hij geen gedachtenleser was en even
min knap in het ontrafelen van karakters,
zag hij niet beneden de oppervlakte. Als hij dat*
had gedaan dan had hij het glimlachende
gelaat waarschijnlijk den rug toegedraald en
den eigenaar er van geschuwd.
„Het speet me, dat ik niet thuis was, toen
u mi) een bezoek bracht. Ik hoop, dat u nog
eens zult komen. De barakken van Carshal zijn
nu wel niet de meest amusante plaats, maar
ik denk, dat wij er toch wel een paar vroolyke
uren kunnen doorbrengen.”
Seymour Melford boog en verklaarde, dat
hjj heel graag zou komen en toen kondigde de
butler op plechtigen toon aan. dat het diner
gereed was.
De keukenmeid van de Melfords was uit
stekend en het door Diana uitgekozen menu
schitterend zoodat het diner, als maaltijd ge
nomen. goed geslaagd mocht heeten. Maar
lord Kendale keek niettemin om de een of
andere reden niet vroolijk, hoewel hij naast de
mooie Diana at
Misschien woog de gedachte hem zwaar,
dat hü als een gehoorzame soon den plicht
had om Diana Melford het hof te maken;
misschien drukte hem het idee. Jat Melford
de man sou zijn, die z|jn toekomstige
schoonvader moest worden. Hjj keek een
paar maal de kamer rond en de aankleeding
van het vertfek verbaasde hem evenzeer als
Diana's Japon het had gedaan. Waar haal
den die menschen, die cm soo te aeggen
veriles van belde armen, beide beonen of bel tie oogen r /ou.- F 250.-W
haalde zijn reusachtig horloge uit den zak
keek er met gefronste wenkbrauwen op.
Jk begrijp niet, waar lord Kendale zit," zei
hij met zijn zware en zwaarwichtige stem. „Hij
is twintig minuten te laat."
„Niet punctueel zijn is gewoonlijk te laken,”
glimlachte de dominé, „maar wanneer het
etenstijd is, dan wordt het waarlijk een mis
daad.”
„Guy is nooit op tijd, constateerde Jack.
„Lord Kendale is een dikke vriend van je,
nietwaar?" vroeg Seymour.
Ja,” zei Jack, „we zijn goede w
spreek hem vaak. Ik ga in het leger als ik
er in kan komen en ik ben dikwijls in de
barakken.”
„Ah Juist,
nietwaar?"
„De beste kerel van de wereld." antwoordde
Jack.
„Dat heb ik gehoord. Ik heb hem Maandag
een bezoek gebracht, maar hij was niet thuis.
Mijn vader kent zijn vader, den graaf van
Latcham."
Op dat oogenblik verscheen juist „de beste
kerel van de wereld,” niet zenuwachUg of ver
legen of met een schuldig gezicht, zooals de
meeste menschen, diepte laat komen, maar
bedaard, rustig en vol zelfvertrouwen.
,Jk vrees, dat ik erg laat ben," zei hjj tegen
Melford, die juist het dichtst by de deur was.
Het spyt me, ik werd opgehouden in de barak
ken." Toen Diana voorwaarts gleed op haar ge
wone sluipende manier, liet hy plotseling papa
Melfords hand los en zag verbaasd op. kleede persoon met het gelaat en den glimlach
•f T et an^woord van minister van Buuren
I—I op de vragen van het Tweede Kamer-
ha, dr. J. vkn den Tempel, betreffen
de het centrale vliegveld te Leiderdorp,
toont overtuigend aan, dat de minister zich
in een avorttuur begeven heeft, waaraan hij
goed zal doen zich zoo spoedig mogelijk te
onttrekken. Het tragi-comische in deze
zaak is, dat met iedere verdediging van het
plan Wh Waterstaat eerst door de pers
conferentie van den directeur van den
Luchtvaartdienst en thans door het ant
woord van den minister de argumenten
van de voorstanders van behoud van Schip
hol en Waalhaven, (subs. Overschie) ver-
zterkt worden.
De minister maakt en dit is te waar-
deeren in zijn antwoord de quaestie een
voudiger door te erkennen dat het defqn-
■ie-belang secundair is. Uit zijn nadere
toelichting blijkt, dat dit eigenlijk nog
overdreven is, het defensie-belang is er
heelemaal niet bij betrokken, alleen het
financieel belang van de defensie zou er bij
betrokkeii kunnen worden als.’.Schiphol
eens leeg kwam te staan. Inderdaad, dan
zou Defensie dit terrein kunnen gebruiken.
Doch dit is een financieel en geen defen
sie-belang!
In dit verband wijzen wij op een weinig
fraai slot van het ministerieele antwoord:
JJe aan Schiphol ten koste gelegde bedra-
gen zijn, voor zoover het de waarde betreft,
welke dat luchtvaartterrein voor het Depar
tement van Defensie vertegenwoordigt, bij
een oplossing, als hiervoor omschreven, niet
als verloren te beschouwen." Men kan zich
nu afvragen: Wat is niet als verloren te
beschouwen? De aan Schiphol ten koste
gelegde bedragen, dus de ruim 7 mlllioen?
Welneen, de tusschenzkli is duidelijk: voor
zoover het de waarde betreft, welke het
luchtvaartterrein voor Defensie vertegen
woordigt. Dat kan óók één mlllioen zijn!
Of nóg minder!
Intusschen, het gaat niet over de kosten
van Schiphol, het gaat over de vraag of het
juist is. Schiphol te doen verdwijnen, het
Rotterdamsch vliegveld niet tot stand te
laten komen en bij Den Haag een nieuw
vliegveld aan te leggen. De minister zegt
nu: Concentratie op één vliegveld zal lel
den tot aanmerkelijke besparingen voor de
K.L.M. Uitgangspunt is dus: er moeten be
sparingen voor de K.L.M. gevonden worden
en dit uitgangspunt lijkt ons juist, daar de
K.LM. door de regeering zwaar gesubsi
dieerd wordt. Echter, dan is de eerste vraag
of de K.L34. zelve daartoe meewerkt, m.a.w.
of haar financieel beheer getuigt van een
-- wijs beleid. Wij hebben redenen om dit te
betwijfelen en de minister zal, als hij wil
aantoonen, dat alleen concentratie op één
vliegveld tot besparing zal leiden en de
noodigemillloenen daartoe aan het Parle
ment aan vraagt, toch eerst moeten bewij
zen, dat de K.L.M. een toonbeeld is van zui
nig beheer.... Doch gesteld at dat dit het
geval is, dan nog is ’t de vraag, of de c<m-
centratie tot aanmerkelijke besparing zal
leiden. De minister gaat blijkbaar uit van
de stelling, dat de Rotterdamsche lucht
haven een tweede Schiphol zal worden.
Deze stelling is echter onhoudbaar. Voor
eerst heeft het Rotterdamsche gemeente
bestuur zelf reeds verklaard, dat het niet
in de bedoeling ligt om van Overschie een
primaire luchthaven te maken, doch boven
dien heeft de ervaring geleerd, dat handel
en verkeer te Rotterdam ten aanzien van
de luchtvaart anders zijn ingesteld dan han
del en verkeer te Amsterdam, hetgeen door
de cijfers betreffende goederen- en perso
nenvervoer overduidelijk wordt aangetoond.
De minister ziet dit over het hoofd en zijn
geheele betoog berust op de onderstelling
van twee primaire luchthavens in eikaars
nabijheid. Concentratie zou dan besparing
opleveren.
Het betoog luidt aldus: „Vaststaat, dat
de exploitatie van luchtvaartterreinen Voor
het internationale verkeer steeds hoogere
elschen zal stellen aan veillgheldsinrichtln-
gen en verdere voorzieningen. Wegens de
grootte der kapitalen, welke In dergelijke
terreinen nog zullen moeten worden ge
stoken, bestaat geen uitzicht op de moge
lijkheid van loonende exploitatie, maar zal
gerekend moeten worden op steeds toene-
EElke baprfeaving biedt kans op
hooger deugd.
gen-industrie in Nederland
dan zal dat niet zoo zeer moeten geschie
den door een proi>aganda voor vacantie in
eigen land, maar dan zal men meer con
tact moeten zoeken met het buitenland.
Het wil ons voorkomen dat men in het
buitenland voldoende interesse kan kwee-
ken voor de eigen geaarde schoonheden
van ons land. Deze Interesse kan echter
niet alleen gewekt worden door min of
meer, hoewel hoogstnoodzakelijke, propa
ganda. Men moet ook weten te concur*
reeren.
Italië en Duitschland bieden voordeelig
geld. Iets wat wij voor ons land niet graag
kunnen aanbevelen; België heeft een goed-
koopen levensstandaard; Frankrijk biedt
ons tentoonstellingen en speelzalen, Zwit
serland heeft ’n prachtig georganiseerd
hotelplan en wij, wij hebben slechts de
goede reputatie van ’t degelijk Hollandsch
ontbijt.
Er kan in ons land ter stimuleering van
de vreemdellngen-lndustrle nog veel ge
beuren. Onze hotels en restaurants zijn
gedwongen overmatig hooge prijzen te vra
gen, onze vele regels en ordebepallngen
maken het den vreemdeling heusch niet
gemakkelijker. Een goede organisatie in
den geest van het Zwitsersche hotelplan
zou zeer zeker een stoot in de goede rich
ting geven, terwijl er r
looze mogelijkheden zi
deling te trekken. Het Is zaak deze moge
lijkheden op te zoeken en uit te bulten.
Hy had verwacht een jongedame te zien in v
vuurrood fluweel op zyn minst en behangen
met een groote lading Juweelen een jonge
dame.^burgeriyk en dom lachend in haar op
treden en de echte Diana scheurde het schil-
ilerii^ dat, hy zich in gedachten van haar ge
maakt had, in flarden. Hy was zoo verbaasd,
dat hjj haar zwygend een hand gaf; toen
wendde hy zich tot Greta, maar zyn oogen
zochten door het vertrek;
„Hoe gaat het met u, juffrouw Latimer? Ben
mooie avond», nietwaar. Is is uw zustA" niet
hier? Ik zie haar niet.”
Neen, myn zuster to er niet," zei Greta,
die het niet over zich kon verkrygen om de
leugen te uiten, die Lorrie haar in den mond
had gegeven.
Hy keek ernstig eg tameiyk teleurgesteld.
Van iemand, die niet zoo'n knap gezicht had
als hy zou men zeker hebben beweerd, dat hy
n het rampjaar 1872, toen ons land zoo erg
van de vyanden te lyden had, speciaal van
de Franschen, kwam het toch ook voor, dat
dien vyand geduchte tegenstand geboden werd.
Rabenhaupts verdediging van Groningen tegen
de Munsterschen, de herovering van Coevorden.
volgens het plan en onder de leiding van den
vestingbouwkundigen en onversaagden onderwy-
zer Van der Thynen, herinneren hieraan. Den
Franschen werd hevige tegenstand geboden by
Aardenburg. Dit geschiedde in de maand Juni
1673.
Aardenburg, een klein plaatsje in Staats-
Vlaanderen, was zwak versterkt, en door slechts
veertig man, onder den vaandrig Elias Beek
man, beaet. De snelle tocht van de Franschen
tot in het hart des lands, verspreidde ook dAar
schrik, welke nog toenam op het bericht, dat
etteiyke duizenden tegen de stad oprukten
(25 Juni 1673). Evenwel besloot het heldhaftige
stadsbestuur, door den genoemden vaandrig
aangemoedlgd, tot weerstand. Behalve de sol
daten waren èr 186 gewapende burgers, van wie
velen reeds bejaard waren, onder de wapenen.
Men had vier bruikbare stukken geschut; kruit,
kogels en al wat tot verdediging strekken kon,
werd, ook met hulp van vrouwen en kinderen,
vervaardigd en naar de wallen gesleept. De
Franschen rukten in den nacht aan, maar af
geslagen, besloten zy, tot 8000 of 9000 aange
groeid, tot een heviger aanval in den volgenden
nacht. De vrome burgery had intusschen in
de kerk den goddeiyken bystand afgesmeekt,
en was met 160 krijgslieden versterkt. De be-
„O, dat zal ik aan myn vader vertellen," «i
Guy.
„Ik denk niet, dat de graaf er iets voor zou
voelen om een aardappel in zyn zak te dra
gen," zei Seymour Melford op een toon, al»“
hy den graaf jaren had gekend. „En wat hst
stelen betreft, dat zou een beetje gék zyn, om
dat hy zelf een overheidspersoon is. HU roo
zich misschien genoodzaakt gevoelen zichzelf
aan te geven en van den diefstal te beschul
digen, om daarna zichzelf acht dagen gevan
genisstraf op te leggen.”
.Misschien zou die kuur meer resultaat op
leveren dan de aardappel,” zei de domlné open-
hartig.
„Ik heb nog nooit Jicht gehad, merkte mUn"
heer Melford pp. ,Jk heb er nooit tyd voor ge
had."
„Een uitstekende reden,” antwoordde de oo-
miné goedig. „U hebt een werkzaam leven ge
had, nietwaar mynheer Melford?”
,X>at zou ik meenen!” bevestigde deze
wichtig”, ,4k heb hard moeten werken sin®
ik een jaar of veertien was en het heeft m®
geen kwaad gedaan. Ik houd van hard werken.
Geef my maar een man, die negen of tien u®
per dag werkt en die alles kan eten wat w
pot verschaft. Geloof me, zoo een heeft gee
kwaaltjes. Seymour hier klaagt nu al ovct W
spysvertering en op zyn leeftyd had ik
baksteen kunnen verorberen. Probeert u m
wyn eens, mylord; ik denk, dat u daar niet re»
op aan te merken zult vinden.”
(Wordt vervolg®*
meden worden dpor concentratie op één
luchtvaartterrein, waarmede (belangrijke
verlaging van Overheidsuitgaven zal wor
den bereikt.” Verander in deze beide zin
nen het woord „luchtvaartterrein” in „zee
haven” en de minister heeft betoogd, dat
de havens van Amsterdam en Rotterdam
beter afgesloten kunnen worden en ver
vangen door een zeehaven bij Den Haag!
De minister heeft uit het oog verloren,
dat verkeersmiddelen daar moeten zijn
waar handel en verkeer ze noodig hebben,
dat zijn, in casu, Amsterdam en Rotterdam
en dan liefst zoo dichtbij mogelijk. Wat ons
trouwens in deze geheele geschiedenis op
valt is, dat noch de directeur van den
luchtvaartdienst, noch de minister ook maar
een poging doet om met. zij het dan maar
globale, cijfers aan te toonen, dat er in
derdaad besparing en nog wel aanmerke
lijke besparing voor de K.L.M. valt tè be
reiken. Alsof 't een zaak was van weinig be-
teekenis zegt de minister: ontkend wordt
niet, dat de concentratie van het lucht
verkeer aan beide steden eenige bedrij
vigheid zal onttrekken. Maar, Excellentie,
dat-is nu Juist een van de hoofdbezwaren.
Rotterdam en Amsterdam leven van de be
drijvigheid. dat is hun welvaartsbron en
onttrekking daarvan is precies het omge
keerde van wat ze noodig hebben!
En onttrekking daarvan is Juist.... het
tegendeel van besparing. Door dat ééne zin
netje. deze terloopsche erkenning heeft
minister van Buuren o.l. er niet weinig toe
bijgedragen den tegenstand tot zijn plan
te versterken!
Omtrent de andere bezwaren zwijgt de
minister. Dat het binnenlandsche luchtver
keer zal verdwijnen, Z. Exc. blijkt er onge
voelig voor te zijn en wijst op de voordeelen
van trein- en autoverbindingenDat de
alr-mlndness der bevolking zal achteruit
gaan, het is niet in geld uit te drukken en
derhalve van minder beteekenis. Leiderdorp
is Leiderdorp en ontkend wordt niet, dat
de concentratie van het luchtverkeer aan
beide steden eenige bedrijvigheid zal ont
trekken....
Wie ter wereld kan den minister dit
dwaze plan hebben ingegeven? En was er
ten Departemente niemand, die den minis
ter er op attent maakte, dat concentratie
mogelijk was zonder de millioenen-uitgaven
voor Leiderdorp, zonder ‘onttrekking van
bedrijvigheid, mét behoud-en ontwikkeling
van de binnenlandsche luchtvaart, mét
inachtneming van de belangen van Rotter
dam, en mét zij het dan slechts éénig
respect voor hetgeen de Amsterdamsche
burgerij tot stand heeft gebracht, nJ. con
centratie diir waar zij al bestaatop
Schiphol?
Na alles wat over deze-quaestie is ge
schreven, kunnen wij de gedachte niet van
ons afzetten: dit plan had noo|t in ernstige
overweging genomen moeten worden, hoe
eerder er van wordt afgezien des te beter.
taxi op het Generaalspleln.
Juffrouw Marianne v<
daad de foto dien morgen--
liggen, toen ze in de stad inkoopen had
en zy betuigde mij haar hartelyken dank"
de aangenaamste bewoordingen. Iedereen weet
hoe bet In dergeiyke gevallen gaat. Ik hoef er
dus alleen maar by te zeggen, dat ik dien avond
oom Filip en ai myn andere verwanten in d*n
eersten graad totaal vergat.
De'afstand, die me van Marianne scheidde,
belette my om haar dlkwyis te zien. Bovendien
weerhield een samenloop van vervelende om.
standigheden, die me danig op de proef stelde'
vma rroriiiman fiirl
meeeeemiemtetiieeeimzeee»».
Indelijk is het zomer.
Er zijn weer zon en uitbundig leven
in de natuur en een verkwikkende en
weldadige prikkeling gaat door ons volk,
dat zich bezig houdt met plannen voor een
qgoed bestede vacantie.
De Nederlander zakt, ondanks de goed
bedoelde en zeer zeker gerechtvaardigde
„Vacantie-lA-eigen-land-propaganda” zeer
begrijpelijk naar het buitenland. Men kan
het hem onmogeiyk kwalijk nemen dat hy
de lust in zich voelt opkomen om de enge
grenzen van ons duur en dierbaar vader
land te overschryden en de wonderiyke
bekoring te ondergaan die vreemde landen
en menschen altoos weten te brengen.
Wy weten wel, ook ons land biedt prach
tige vacantiegelegenheden. Daar zyn bosch
en hei, daar zyn duinen en strand en ook
onze groote steden bieden den verstrooiing
zoekenden reiziger diverse genotbrengende
zaken, maar als men open oog heeft voor
de realiteit dan zal men moeten erkennen
dat het voor den treklustlgen Nederlander,
hard en moeiiyk is om onder de voor hem
zoo gemakkeiyke en gunstige momenteele
omstandigheden niet toe te geven aan de
verlokkingen die hem van uit het buiten
land toelachen.
Het is alleszins begrypeiyk dat men
er uit trekt en het in eigen land verdien
de geld voor een deel in den vreemde ver
teert.
Dit laatste zou, economisch gezien, geen
zorgwekkend verschynsel zyn,
in den vreemde het zelfde principe
huldigde als ten onzent en men ook daar
den blik gericht hield op wyde horizonten.
Helaas, moeten wy constateeren dat men
den Nederlandsche horizon nog te weinig
heeft weten te ontdekken. De Nederlander
heeft meer belangstelling voor de Zwitser
sche bergen dan de Zwitser voor de Hol-
landsche windmolens.
Dit wordt ons duideiyk gemaakt in een
cyferstaat van de „Balances des Paie-
ments”, uitgegeven door den Volkenbond,
dat wy aantroffen in de R.K. Werkgevei
en waarin wordt aangetoond dat Neder
land ten aanzien van het vreemdelingen
verkeer in 1936 plm. 32.500.000.meer
uitgeeft dan het ontvangt, een situatie, die
onze internationale betalingsbalans niet
weinig ongunstig beïnvloedt. In dat’ zelfde
Jaar had België van het vreemdelingenver
keer plm. 42.500.000.meer ontvangen
dan uitgegeven.
Het is uiteraard zeer moeiiyk hier ver-
geiykingen te trekken, omdat de toestand
van beide landen te zeer verschillend is.
België heeft een lageren levensstandaard en
het land is wellicht voor den toerist
gevarieerder en attractiever dan Neder
land. Maar toch komt het ons voor dat er
voor een zoo groot financieel verschil geen
reden bestaat. Willen wij de vreemdelin-
dat bet origineel niet volkomen beantwoMu.
aan het portret. Niettemin leek het melsj. 2.
een niet te versmaden wezen. e
Juffrouw, zei ik, haar de enveloppe over
reikend. ik kom u deze foto brengen, die
denkeiyk toebehoort. Ik heb ze gevonden in ml
taxi op het Generaalspleln.
Juffrouw Marianne verklaarde, dat ze inder
daad de foto dien morgen In een taxi had tetta
érwan wa Ho cfazJ i va Ir rwa«>Aw« l*^a
ia
diner niet vergald heb."
.Myn broer, lord Kendale,” stelde Diana
voor en de twee mannen, die gedoemd waren
in de toekomst zooveel invloed ten goede of
ten kwade in elkanders leven uit te oefenen,
stonden tegenover elkaar. Een flauw glimlachje
speelde Seymour Melford om de lippen en in
zyn donkere oogén en lord Kendale nam hem
op met een kalmen blik en de gemakkeiyke,
rustige manier van -een geboren patriciër. Een
echten heer kende hy op bet eerste gezicht en
hy voelde onmiddeUyk dat deze zorgvuldig ge-
mende exploitaUe-verllezen voor de betrok
ken gemeenten, alsmede op toenemende
tekorten van het Ryk ten behoeve van vei-
llghelds-inrichtlngen. Deze uit een finan
cieel oogpunt onduldbare toestand zal ver-