I
I
De gestolen prinsfes Ethna
l-’IL
EEN DEFILE DER PADVINDERS,
n
•lü
Zoekt gij betrouwbaar
Personeel?
Plaats dan een „Omroeper
gezinnen
voor 80.
Een lersch volksvertelsel
I DONDERDAG 30 JUNI 1938 1
St
t»
al
or
▼o
Ik
«e
zie
de
wt
Dl
Hl
s
die
mi
de
vol
vu
m<
on
de
pe:
M<
di<
Mc
ste
vo<
ha
ter
Jo
da
loi
ZU
de
no
al
t*1
me
iet
we
He
het waken opgedragen
De beer van kantkoek
„Ethna,” riep hU uit, „Ethna”.
HU sprong uit het zadel, nam haar op
1
4
7
dag een marsch door da stad tar gelegenheid i
van Z. K. H. Prim Bernhard
es
I
V*I
1
f
b
k
h
I
b
t
i
i
b
n
ina
ob!
t 1
aai
Vil
*Ul
«dg
vai
obi
Ba
V
b
hij had er niets aan, omdat hl] er in «fis
,A
J
liu
me
vu
toe
rie
me
set
lac
pr<
vo<
lac
af
ste
Lai
kat
N.t
Ne.
I
Den volgenden morgen, toen men het
werk weder wilde hervatten, bleek tot groo
ten schrik en ontsteltenis, dat de toestand
weer precies was, als toen mén den vorigen
dag het werk was begonnen. De geheele
kuil was weer dicht....
Toen men aan den Jongen prins vertelde,
hoe de toestand was, begreep dese terstond,
dat men hier met het werk van Flnvarra
te doen had, die wel zou denken, dat dit
den jongen prins zou ontmoedigen in zijn
plannen zijn Jonge bruid terug te halen.
Maar het had slechts tot gevolg, dat de
prins nog meer werd aangezet zijn plan te
vol voeren.
Hij beval zijn mannen opnieuw te begin
nen, wat natuurlijk direct gedaan werd
alleen met dit resultaat, dat den daaropvol-
genden dag de kuil weer potdicht was
evenals den derden en den vierden dag.
Toen scheen het *n oogenblik, of de jonge
voc
Z. K. H. Prins Bernhard woonde Woensdag op de Brink ie Baarn het bloemencorso bij ter gelegenheid
van zijn verjaardag. De aankomst ven den Peins
alleen had.
Als de Bruine Beer maar even kans sa*,
dan stuurde hij de plannen van Kantkoek
inde war. Als Kantkoek langs een smal
bruid nog in zijn macht. Wanneer de I be*EPad Uep, wist de Beer hem den weg
1 te versperren met een boom of een rots
blok, en als Kantkoek eten klaarmaakte,
wist de Beer t te bederven door er allerlei
viezigheid in te laten vallen. Kantkoek zit
net een lekker eitje te bakken, maar de
Bruine Beer, die hem dat niet gunt, laat
aan een touwtje een papiertje met heel
scherpe peper op bet eitje zakken. Toen
Kantkoek ervan wou eten, was bet ei zóó
pepertg, dat hij dacht, dat ie doodging.
Kantkoek vond, dat het zóó niet langer
bond den beer de pooten vast en
x=i den pot van z*n kop. En tóó
en dierentuin.
dan hij ze ooit bad gekend. HU boog zich
over haar en riep baar naam. Haar oogen
begonnen te knipperen, haar lippen beef
den. ZU opende de oogen en met een kreet
van herkenning sprong ze op en sloeg haar
armen om den hals van den gelukkigen
jongen prins.
HU sprak tot haar over haar verdwU-
nlng maar daar bleek ze niets van te we
ten. Het geheele Jaar, dat ze met baar
geest bU de elfen was geweest scheen uit
haar herinnering geweken te zUn.
En van dien dag was ze beveiligd voor de
toovenarfjen van Flnvarra, dank zU den
goeden raad van de stem, die de prins nim
mermeer beeft geboord en waarvan hU ook
nimmer heeft geweten, wie dat is ge
weest
I FOTOREPORTAGE
De te Amersfoort in garnizoen liggende troepen maakten Woens-
van den verjaardag
Voor de jury op de groote landbouw-
en veeteelt-tentoonstelling, welke deze
week te Peterborough (Eng.) werd
gehouden
vroegen haar zich op te richten. Maar zij
deed geen moeite. Alles wat zU zeide en
wat zU steeds maar weer herhaalde was.
dat zU alleen wenschte gelaten te worden
en weer wilde gaan slapen, om nog veel
langer in dat prachtige kasteel door te
brengen.
De prins was gewaarschuwd en toen hl)
de prinses daar weer zoo roerloos zag lig
gen en boorde over de vreemde woorden,
die zU had gesproken, kwam er een eigen
aardige angst in hem een verdenking
vooral, toen de toestand den geheelen dag
hetzelfde bleef en tegen den avond onder
aan de burchtgracht een vreemde melan
cholische muziek werd gehoord....
was, en als je iemand wilt vangen, dan
moet je hem altUd in zUn zwak tasten.
Derhalve maakte Kantkoek een heel
grooten pot met honing klaar en de bo
venkakt van dien pot wag wel zóó groot,
dat de kop van den bruinen beer er net
eventjes in kon. Op den bodem van den pot
zat de behing, f
’t Duurde eenige dagen voor de beer zich
liet verschalken, maar elndeUJk hoorde
Kantkoek in de verte een woest gebrul, en
t duurde niet lang of hU zag den Bruinen
Beer voorbij rennen, met den üzeren pot
heelemaal over rijn ooren.
HU I
trok hem den pot van i
kwam de bruine Beer in den dierentuin.
aan de vroegere
nurse van de prinses] die een vreeselUken
dag had doorgebracht, daar ze heel veel van
haar hield. De nurse echter, die ook niet
zoo Jong meer was, zat nog geen uur in
de stille kamer van de prinses, of ook zU
viel in slaap en ontwaakte pas, toén de
zon reeds door het venster scheen.
Ze wreef haar oogen uit en verwonder
de zich er over, hoe het mogelijk was ge
weest, dat ze in dien ouderwetschen arm
stoel in slaap was gevallen. Toen kwam
alles weer voor haar geest. Ja, Ethna, waar
ze vroeger zoo veel mee gespeeld had, was
in een diepen slaap gevallen.
Ze liep onmiddellUk naar het bed, waar
op Ethna was neergelegd, maar stak haar
handen in de hoogte en begon luid te
schreienHet bed was leeg.
OnmiddellUk riep ze het geheele kasteel
bU elkaar. De prins zond al zUn mannen
er op uit om de omgeving af te zoeken en
de bedienden om het kasteel zelf te door
zoeken. Geen boekje werd overgeslagen,
maar er was geen spoor van de verdwenen
prinses meer te vinden.
Toen besteeg de jonge prins zUn vurig
paard, dat bekend stond als de snelste dra
ver in het koninkrijk. HU reed in snelle
vaart naar Knockma, waar hU wist dat
Flnvarre, de Koning van Elfenland woonde,
die hem zeker wel zou kunnen zeggen, hoe
hU zijn jonge bruid teriig moest krijgen.
Maar het bleek, dat Flnvarra verge van
een vriend was, integendeel hU ontpopte
zich als een vUand van het ergste soort.
De prins stapte van zUn paard en stond
juist op het punt het hol van Flnvarra te
betreden, toen hij stemmen hoorde die uit
het binnenste van de aarde schenen te ko
men en die liederen schenen te zingen voor
hun koning:
Onze koning is gelukkig, want hU heeft
een bruid van de menschenkinderen in zijn
kasteel en ze zal nooit meer naar de aar
de terugkeeren. i
De prins was buiten zichzelf van woede, i
toen hU dit hoorde, vooral ook, omdat
het nu wel heel erg moeilijk zou worden, i
zfjn jonge geliefde bruid weer terug te krU-
In 1 meest woeste gedeelte van Zuid-
Amerika woonde een meneer, die Kant
koek heette. HU leefde daar heelemaal
alleen, en leed verschrikkelijk door allerlei
ontberingen, niettegenstaande hU heel erg
rijk was, want hU had een heeleboel good.
boeren van den prins van Knor.kina is ge
graven. is gebleven en bestaat nog Men
heeft hem den naam veeeven var »irleS
n een zeker gedeelte van Ierland, waar
de mooie bergen hoog en groen zijn,
leefde eens een prins met zijn jonge
mooie vrouw. Ethna was haar naam.
Op zekeren avond, tUdens een bal, dat
de prins ter eere van verschillende hooge
gasten gaf, viel er droefenis over zUn huis.
Ethna, in een prachtig ?Uden kleed, dat
haar zoo mogeUjk nog mooier maakte dan
anders, werd ten dans geleld, toen zij met
een lichten kreet plotseling de hand van
den prins los liet en op den dansvloer neer
viel.
Groot was de opwinding onder de gas-
tep. Haar kameniers droegen haar naar
haar kamer en bleven den geheelen nacht
naast haar zitten, om te wachten tot zij
uit haar bewusteloosheid zou ontwaken.
Maar het werd ochtend en de toestand van
de prinses was nog net eender. Toen ze
even ontwaakte en haar kameniers haar
vroegen, ‘hoe ze zich voelde, verklaarde ze
met een glimlach op de lippen, dat ze in
baar geheele leven nog niet zoo gelukkig
was geweest als de laatste uren, die ze had
doorgebracht in het prachtige paleis on
der den grond.
De kameniers wisten niet, wat se van die
„Laat den grond, dien men uitgeschept
heeft, met zout vermengen, en uw werk zal
niet vernietigd worden.”
De prins klaarde op! Wie was toch die
goeie raadgever? HU dacht daar echter niet
te lang over na en beval zUn volk al het
zout bij elkaar te brengen, dat zU maar
konden krijgen. Het werd bU het werk neer
gezet en des avonds, toen het graven werd
gestaakt, werd het uitgegraven zand met
zout vermengd.
Den volgenden morgen was de prins reeds
voor dag en dauw met zUn mannen present
en toen bleek het inderdaad, dat bet zout
over de toovermacht van Flnvarra had ge-
I Kgevierd. De kuil lag er nog precies, zooals
hU den vorigen avond door hen was ver
laten. De mannen begonnen direct weder
verder te graven. Nu wisten ze dat ze over
Ftpvarra hadden gezegevierdReeds
enkele dagen later was de kuil zoo diep,
dat men het zingen en de muziek van de
elfen beneden duidelijk kon hooren.
„Ons rijk is uit, als een van de mensche-
Ujke spaden door het dak van ons paleis
spoedden zich naar den heuvel bulten het I komt,” hoorde men een van de elfen zeg-
bosch om een diepen kuil te graven naar)gen.
het binnenste van de aarde, waar het paleis gr was veel beroering in het kasteel en
van Flnvarra moest zUn. lMn van de elfen sprak weer: „Laat ons
Den geheelen dag werd zonder, ophouden I Flnvarra vragen, wat te doen.”
gearbeid. Eerst toen de duisternis verder Juist kwam de koning binnen. De elfen
werken onmogelijk maakte, werd gestopt. vertelden hem van hun vrees. Eenige elfen
Den_volgenden morgen, toen men het drongen aan, dat Flnvarra de bruid van
den jongen prins zou teruggeven, opdat het
paleis gespaard mocht bHjven. Toen liet
Flnvarra zich overreden en riep naar bo
ven:
„Aardsche menschen. Houdt op met je
werk. Tegen zonsondergang zal de bruid
Ethna aan haar gemaal worden terugge
geven. Ik. Flnvarra, heb gesproken.”
Toen de jonge prins dit hoorde gaf hU
bevel onmiddellUk het graven te staken en
de spaden neer te leggen, tot de zon zou
ondergaan.
HU wachtte ongeduldig, gezeten op zUn
ros. Plotseling, hU wist niet waarvandaan,
zag hU een gestalte, gekleed in het fUniste
kant naar zich toe komen, mooier dan
ooit.
De padvinders hebben Woensdag voor
Z. K. H. Prins Bernhard te Soestdijk
gedefileerd ter gelegenheid van zijn
verjaardag, welk défilé ook door H. M.
de Koningin werd gadegeslagen. De
oadvinders trekken voorbij de vorste
lijke personen
Daar werd ze neergelegd, maar ze sloot
haar oogen weer en scheen niemand te
herkennen
Dag na dag verstreek en Ethna lag nog
steeds als dood neer. De nurse en de ka
meniers schreiden heete tranen en de prins
was buiten zich zelf van smart, want hij
begreep nu, dat dit Flnvarra’s wraak was.
HU had hem wel zUn bruid terug gegeven, I Al dat goud had hU gevonden in de ver-
maar haar geest vertoefde nog in het faten landstreek, waarin hU woonde, maar
Elfenpaleis
Maand na maand verstreek en ten einde I omgeving niets voor kon koopen.
raad besloot de prins nog een» naar het Daarenboven bad hU nog een heeleboel
bosch te rijden, waar het eerst de stem I te UJden van een grooten, bruinen beer,
tegen hem had gesproken. En dat was een hem op alle mogelijke manieren plaag-
goede gedachte geweest, want toen hU óp de. De beer was reusachtig boos, omdat
de plek stond, waar hem het eerst een goe- Kantkoek daar was komen wonen, en alle
de raad was gegeven hoorde hU weer aan honing opat, dien hu vroeger heelemaal
zUn oor:
„Ik wist wel, dat de prins hier zou terug
keeren en ik zal zUn verwachtingen niet
beschamen. Flnvarra heeft den geest van
uw
jonge prins de betoovering verbreekt dan
zal zUn bruid hem weer geheel toebehoo-
ren. HU moet de speld losmalten, die aan
haar kleed is bevestigd onder tegen den
zoom qn die in een vuur van denappeis
werpen^TUs de speld gloeit moet ze be
graven worden twee meter onder den
grond. Daarna zal de betoovering van
Ethna wijken en zal se haar jongen gemaal
weer geheel toebehooren."
De jonge prins snelde naar de kamer.
waar Ethna nog steeds lag. zooals hU haar I ging, en bedacht allerhande middelen om
een jaar geleden had binnengedragen, als I zich van dien lastlgen beer te ontdoen,
een wassen beeld op de sofa. HU vond de Maar dat ging zoo heel gemakkeUjk niet,
speld, liet een groot vuur van denappeis I want als Kantkoek den beer zocht, dan
alhleggen, wachtte tot de speld roodgloei- I was hU nergens te vinden.
end was en wierp haar in een kuil van twee Op een goeden dag' echter dacht Kant-
meter diep, die direct weder werd dicht ge- koek eraan, dat een beer erg snoeplustig
worpen. was, en als je iemand wilt vangen.
Daarna snelde hU naar Ethna’s kamer.
Daar vond hU haar niet meer doodsbleek,
doch met een blos op haar wangen, mooier
voor Z. K. H. Prins Bernhard op de
Brink te Baarn bij gelegenheid van het
bloemencorso op den verjaardag van
den Prins
hU ook, een menscheUjk wezen, iets uitrich
ten tegen den koning Flnvarra, die de be
schikking had over de toovermacht'van de
aarde.-i
Het spreekwoord luidt: als de nood het
hoogst is, is de hulp het meest nabU- Zoo
fï look hier. Juist toen de prins het wilde op
geven, hoorde hU weer de stem in zUn
De ondergrondsche stemmen gingen door dor die hU ook gehoord had in het bosch,
en de prins luisterde weer. ZU spraken vier dagen geleden en die nu sprak:
woorden van medelUden met den prlaa
want hoe zou die Ethna weer moeten terug
krijgen, nu Flnvarra haar had geroofd.
Toen richtte de prins zich op, want boven
uit een boom klonk een andere stem. Br
was geen menschelUk wezen te bespeuren,
maar het klonk helder, alsof er Iemand aan
het oor van den prins sprak:
„Er is slechts één manier, om uw geliefde
bruid uit de handen van Flnvarra te ver
lossen. Als de prins bU den heuvel bulten
dit bosch een diepen kuil laat graven tot
*t binnenste van de aarde, zal hU zUn bruid
terugkrijgen. Maar het werk is zwaar, zeer
zwaar, en Flnvarra heeft meer macht dan
een aardsch mensch.
De stem hield op, maar het was genoeg
voor den jongen prins. Er was tenminste
één kans om zUn geliefde Ethna terug te
krUgen. HU besteeg zUn vurig ros weer en
Ulde naar huis. Daar riep hU al zUn solda
ten en bedienden alsmede de boeren uit den
omtrek bU elkaar en vertelde hun wat hU
had gehoord. Allen namen onmiddellUk
houweelen en schoppen en spaden mede en
i
0
ii
De minister van Waterstaat, mr. dr.
ir. J. A. M. van Buuren, bracht Woens
dag een bezoek aan het Staatsvisschers-
havenbedrijf te Umuiden. De minister
tijdens zijn bezoek
I