Om een Sowjet-leening u&faal van den dag u De avonturen van een verkeersagent je ORRIE 1 ALLE ABONNÉ’S F 750.- F 750.- ZZZT-X - F 250.- Nieuwe „meer waarde" DONDERDAG 28 JULI 1938 Modern bijgeloof Kleurveranderde dieren 1 II I De stamhouder DOOR CHARLES GARVICE AANGIFTE MOET. OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN. GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL y 1 .JBndeiyk I HANS HERMANS HOOFDSTUK XVIII En m sloeg haar Md (Wordt vervolgd) t I J Het Melfagd was 's morgens nadat Ouy aan Diana Md gevraagd om da toekomstige I weg de op ite van Het Zijn vrienden riepen den kikvorsen toe nu ook te stoppen, omdat zijn tegenstanders zonder gangmaker reed, maar de kikvorsen bleef, wat dit betreft, Oost-Indisch doof en reed door onder gefluit en gejoel van velen, die de party van het muisje, opnamen. Maar daar verscheen een kabouter op de baan en dié reed nu in plaats van den professor. Sowjet-burger krachtens deze nationallsee- ring In het gemeenschappelijk bezit van allen heeft, beschikt een kleine groep bur gers over een steeds grooter extra-aandeel in het bezit der productiemiddelen. Een deel van de^opbrengst dezer productiemiddelen komt niet meer terecht in de zakken van de arbeiders, die in de bedrijven zelf wer ken, maar in den zak van de obllgatlehouders der staatsleeningen. Tijdens het eerste vijf jarenplan was dit 582 millloen, tijdens het t weede 2.665 millloen roebel De meerwaarde in den zuiver Marxlstischen zin heeft zijn mtrede weer in de Sowjet-Unle gedaan. In den socialistlschen Staat, die Marx op den troon van God den Vader verheft. mezelf zóó afkoelenI" Zij stak haar hand in het water. ..Doe myn anderen handschoen alsjeblieft eens uit!” en ze hield hem gebiedend haar lin kerhand voor. Hij nam haar hand in de zijne en begon de ontelbare knoopjes los te maken. <_Pas op, je zult hem scheuren! En dit is het eenlge paar lange handschoenen in deze kleur, dat ik nog heb. .Wat - - - haastig. ben.” Een oogenblik sag ae hem asm, toen keek ze weer bescheiden voor zich. s ,Je zult me pyn doen, als je niet oppast," zei ze ademloos. „Wees niet zoo ruw!” „Ben ik ruw? Vergeef me. Het is een mooie hand. Wil ja me die hand gaven, DtanaF* In de Eindhovensche en Meierijsche Crt. ontmoetten we een beschouwing van Pater 'A. de Visser 8.CJ. over moderne vormen van bijgeloof, waaraan wy het volgende ontleenen: Het werd nu een spannende wedstryd, want de muis had den achterstand ingehaald en keek den klkvorsch in den rug. De supportérs van de muis lieten het niet ontbreken aan aanspo ringen Maar bet gaf niets. De klkvorsch won het met een kleinen voorsprong. is het gebeurd!" zei ze* op een toon, waarin verbazing en opluchting klonken, je niet te vragen of je gelukkig hrlstua heeft aan Zijn Kerk voor speld. dat zij om Zijnentwille vervol- qingen sou moeten verduren. Zalig zij. die vervolging lijden om de GerechUg- held. want hunner ie het Koninkrijk der Hemelen. „Het oeroude primitieve, heidense byge- loof, dat er beschermmlddelen zyn, die in de vorm VRn amuletten kwade, demonische invloeden kunnen afweren, leeft thans weer stérk op. Er zullen heden in de grootste steden maar weinig belangryke juwelierszaken zyn, waar men geen amu letten kan kopen, zoals de twaalf tekens van de dierenriem, tfie als broches worden gedragen, scarabeeén, kleine gouden schild padden. een sleutelvormig hiëroglief* alle talismans die reeds door de oude Egypti sche soldaten gedragen werden. Verder kah men weer Oosterse góden- en demdnen- flguren zoals de geluksgod „Bibi" ont moeten. Ook ziet men het Zogenaamde Touchwood en een klein zilveren geluks- poppetje met zware houten kop. Ivoren Boeddhabeeldjes bengelen aan de horloge kettingen of worden door de dames in haar handtas gedragen; sieraden met zo genaamde ..maand stenen", die. overeen - sombere begeleiding van zjjn gierend fluiten. Moeder Bet vertelde over haar eigen leven van toen ook zy haar eerste kindje verwachtte „Bart, myn man, was toen net op zee. Maar ik was moedig, al zeg ik bet zelf. En ik zat niet te tobben over zjjn terugkomst. En toen hy een week later thuis kwam, stond ik al weer aan de waschkuip. Ik droogde gauw mijn handen af en nam hem mee naar de wieg. Zij hadden hem al verteld, dat bet een jongen was, maar torn hy het kind zag. kreeg hy het toch nog wel even benauwd. Ik boor hem nog zeggen: „Bet. dat heb je er goed afgebracht." Maar dat hU al die dagen op zee erg zenuwachtig was ge weest, dat hoorde ik pas later. Zoo zijn onze mannen: op bet oog vreeseUjk onverschillig, maar hun hart klopt altyd voor hun huishouden Je aal het zelf wel ondervinden, als Tbm thuis komt!” „Als Tom thuiskomt....” werktuiglyk her haalde Orada deze woorden. Een buurvrouw glipte even binnen en wenkte moeder Bet. „Er is een schip in nood Men denkt, dat*bet de botter is. De reddingboot is al uitgevaren.” Moeder Bet verroerde geen spier, maar maak te een veelzeggend gebaar met haar oogen. „De Almachtige sta haar by. vrouw Jonkers Terwyi de storm wind onvermin derd voortraasde het water ais torens opewiepte en de golven als hamers tegen de kust beukten en er hun kop tegen te pletter bonkten, voltrok zich langzaam en smarteiyk. in de kleine visschers- woning achter den beschuttenden duinrand, het lang verwachte; temidden van de dolle razerod der elementen schonk Orada het leven aan een zoon, zyn teere klaaggeluldjes boorden zich diep in haar drlftlg-kloppend hart. „Tom, Tbm Moeder Bet kende blijkbaar geen vermoeid heid Bedryvlg drentelde ze heen en weer en zette eerst een bakje troost, toen de baby in zyn wiegje lag, overhuifd door helder witte la kentjes. waaronder kruikjes broeiden en Orada afgemat en bleek, slechts aan het loeten van den wind haar aandacht schonk Toen werd eensklaps de deur opengerukt. Ben koude windvlaag, die de gordijnen en schilde rijen deed klapperen, kwam met Tom Wljch- man natr binnen. „Tom!” „Orada!” „Ben zoon!” .Meid...” Dan ging de kerel, die nauwelijks een kwar tier geleden een titanenstrijd met den dood leverde waaruit hy ternauwernood bet veege lyi had kunnen redden, naar het wlegjé en gluurde, stralend van vreugde, door de tulen gordyntjes naar het broze wezentje, dat hem nu nog ste viger zou verbinden met den wal, zyn stam houder! w n bange afwachting stond Orada Wychman op den ultkyk. Verderop stonden de ria- schers in druk beraad ot zy al dan niet zon den uitvaren. De see was hevig en nu was de vraag ot dit nog zou verergeren of niet. Orada hoopte dat Tbm thuis zou biyven. De groote gebeurtenis, waarnaar zoo verlangend werd uit gezien, was aanstaande. Orada's oogen zochten bet wiegje, dat. getooid met een grooten salm- kleurlgen strik, wachtte op den nieuwen wereld burger Of burgeres, dacht Orada er by en dan begonnen haar oogen te glinsteren! Hoe dlk- wyis hadden Tom en zU hierover elkaar niet geplaagd, om tenslotte eenstemmig te verklaren, dat het er toch eigeniyk niet op aan kwam, als alles maar naar wensch verliep’ „We gaan, vrouw.” De basstem van haar man schrok Orada op uit haar mUmerlngen „Ik had liever, dat je hier bleef, Tom!" Orada schrok van haar eigen woorden. Nu had ze het toch gezegd! „De wind moest eens erger war den." probeerde zy haar angst te verklaren. „Een goede visschersvrouw mag niet beng zyn,” schertste hy. .Maar nu, in dit geval.” verdedigde Orada zich. „Ik denk wel eens, dat ik nooit een goede visschersvrouw zal worden. Tom! Had je elgen iyk niet beter gedaan een meisje uit je eigen dorp té nemen?" „Wil jy je kleine brutale mond wel eens hou den," bitste Tom. ..Als je het waagt, nog zoo iets te zeggen, dan kom ik nooit meer terug!” „En ons kindje?" daagde Orada hem uit. Toen gaf Tom haar een zoen en zyn ontroe ring verbergend, zocht hy zyn spullen by elkaar Temidden van de andere vlsachersvrouwen wuifde Orada de wegdansende botters na. Ze was doodsbleek n had moeite haar tranen te weerhouden. Al kleiner en kleiner werd het scheepje..,, nu was het nog maar een stipje, dat zich aan den horizon tusschen het water en de lucht wrong; om dan te verdwynen. Moedeloos verliet Grada de haven. Een der visschersvrouwen, algemeen bekend als ..moeder Bet”, kwam naast haar en bemoedigde: „Over drie weken zyn ze weer terug, vrouw Wychman. Je hoeft je niks ongerust te maken, hoor. En als je iemand noodig hebt, wel kind, dan laat je my even roepen!" „Ik had gedacht.... gehoopt....” „Kindlief, je kent den visscher nog niet. Het water trekt hem, heeft hem in zyn macht. Neem dit van my aan: Als de zee hen roept, moeten wy zwichten. En ook mogen we niet vergeten: het is onze boterham!” Orada knikte slechts; praten kon ze niet, haar gedachten toefden nu eens by Tom, die met t ranke vaartuigje den strijd tegen de elementen voerde, dan weer by het kind, dat haar duide lyk zyn bestaan liet biyken. Traag kropen de weken voorby; dagen van angst en hope ryden zich aaneen; toen de bot ter weer werd thuis verwacht» zat de oude vis schersvrouw naast Orada's bed. Bulten woedde een storm, die allengs tot een orkaan was aangegroeid en telkens weer deuren en vensters droefgeestig deed rammelen, als een Dit dier weet aldus langs onbewusten zich verwonderiyk goed te richten naar elschen van eigen veiligheid. Waardoor het komt dat de plgmentcellen tldi op de beschre ven wyze gedragen is nog niet erg duidelyk ge worden; zeker is echter dat het licht daarby een rol vervult. In elk geval vinden de kreeftjes. die door tallooze vijanden worden achtervolgd, hierin een uitstekend middel om in vele gevallen onvindbaar te biyven. Zulk een beschermende kleurverandering treft men ook aan by platvisschen, zooals schol en bot. Wie deze in het Aquarium van Artis wel eens heeft gadegeslagen, weet hoe moeilijk het'is om een liggende platvisch te ontdekken. Mjn ziet ze vaak pos als zy gaan zwemmen, waarby het dan is of een stuk „bodem” plot seling In beweging komt. Dan kan men ook waarnemen, dat de onderzyde zilverwit ge kleurd is. en daardoor scherp afsteekt by den donkeren bovenkant van het dier. Deze laatste Is grysbruin. maar kan op verschillenden on dergrond zich aan de kleur der omgeving aan passen. Een schol byvoorbeeld. die op zand ligt, vertoont een geelbruine tint-afeet een spik- kelteekenlng, welke het dier daarop vrijwel on zichtbaar maakt. Nu zwemt het weg, en legt zich neer op een schelpenbodem. Dedoiyk ver andert de kleur tot een mln of meer geruit, uit lichte en donkere vlekken bestaand geheel. Binnen enkele seconden heeft Je vlsch zich aan de omgeving aangepast; zy is van een .xandschol” een .achelpenschol geworden. En niet alleen de kleur, maar ook de grootte der vlekken komt wonderwel overeen met die van den bodem, waarop de platvisch ligt. Ook hier doen pigmenteel len der huid de kleurwlssellng optreden. Deze zyn in soorten aanwezig: zwarte, oranje en gele, terwyi bun dels van ryne kristalnaalden als reflectoren dienen. In dit geval heeft men duidelyk kun nen aantoonen. dat het gaat om een automa tische reactie of reflex, waarby de oogen een ról spelen. Blinde visschen vertoonen de kleur- aanpassing niet. Legt men een bot of schot in een bok. waarvan de bodem met een witten en een zwarten tegel bedekt is, met den k den witten tegel, dan krygt de vlsch een kleur, ook al ligt de romp op zwarten bodem. En het omgekeerde gebeurt als men den kop op den zwarten tegel legt: een donkere kleur verschynt. Ook de fynere nuanceeringen in kleur en teekening. die de bodem vertoont, ge ven door bemiddeling van den gezichtszin van het dier hun effect op de ..huid. Het is, alsof via de oogen. hersenen en bewegingszenuwen de plgmentcellen een dlrecten fotograf lachen af druk der omgeving doen ontstaan! ij besluit van den eersten Juli jongst- 1-4 leden schreef de Raad van Volks- A—commissarissen in de Sowjet-Unle ten behoeve eener richtige vervulling van het derde vijfjarenplan een binnenlandsche leening van vijf milliard roebel uit. Sedert 1927, toen de Sowjet-regeqrlng met succes de eerste industrialisatieleenlng van 200 millloen uitgaf, keert de emissie van een dergelijkei leening regelmatig ieder jaar terug. Ieder jaar werden hoogere bedragen opgenomen en breidde zich de kring der inteekenaren uit. De 200 millloen van 1927 waren verleden jaar, toen het een leening ten behoeve van een versterking der weer macht betrof, tot 4 milliard uitgegroeid. Werden de eerste 200 millloen opgebractit door 6 millloen menschen, verleden jaar kwam het geld van 50 millloen kleine en groote spaarders. De nieuwe leening wordt volgens de Sowjetpers alom in den lande met groote begeestering ontvangen. Overal wekken partij-agitatoren de arbeiders, de boeren, de soldaten, de studenten, de kunstenaars op tot teekenen. Ieder moet, zeggen zij, een deel van zijn inkomen, het lóón van drie weken of van een maand, afstaan voor deze leening. Zulks merkwaardigerwijze niet terwille van de rente doch terwille van het gemeen schappelijk belang. Het uitgifte-besluit bevat uitdrukkelijk de bepaling, dat de obligaties een rente van 4 pet. zullen af werpen, dat de houders kans hebben op premies van 3000 tot 150 roebel per 100-roebel-obligatle en dat zoowel het bezit van deze stukken als de inkomsten hieruit verkregen belastingvrij blijven. De premle-kansen staan daarbij gunstiger, dan die eener vorige leening. In de „begeestering” echter, die het volk, al dan niet door agitatoren daartoe opge wekt, voor de inteekening aan den dag legt, treden deze gunstige voorspiegelingen ge heel op den Cihjygrond. Daar wordt ge sproken over ^dankbaarheid jegens het Sowjet-bewlnd voor het welvarende leven onder zyn vleugelen, voor de mogeiykheden die dit bewind opende tot het volgen van onderwys, voor het verdienen van hoog loon, de toegankeiykheid der cultuurgoederen of de royale toelagen uit de fondsen der sociale verzekeringen. Daar wordt gespro ken over een verlangen naar een nóg vreugdevoller, cultuurryker en gelukkiger leven en over de noodzakeiykheid om de Bowjet-industrie verder uit te bouwen, de weerbaarheid van het proletarische vader land hooger op te voeren en den „fascist!- schen kannibalen” een les te lezen. **Het is alsof de communistische publici teit met groot vertoon van luidruchtig enthousiasme het feit tracht te verbergen, dat de Sowjet-regeering. allen machtsmidde len eener „dictatuur van het proletariaat” ten spyt, het zuiver-kapitalistische winst motief niet kan missen om de bevolking tot afgifte van haar spaargelden te bewegen evenmin als zij het motief van het persoon- iyk voordeel kon ontberen in het kweeken van hooge arbeidsprestaties en zij in de industrie haar toevlucht moest nemen tot stukloonen en in den landbouw «tot voort durende uitbreiding van het privé-bezit ten koste van dat der collectiviteiten. n de eerste jaren van hun bewind hul digden de communisten het beginsel van de volkomen gelijkheid, een begin sel, dat uitgewerkt lag in de bepaling, dat leden van de communistische party, onver schillig of zy als arbeiders aan de machine stonden dan wel als volkscommissaris het land bestuurden, in geen geval méér dan een bepaald maximum van enkele honder den roebels aanvankelijk 200, later 300 per maand tfiochten verdienen. In de practyk bleef van dezen maatregel geleidé- Wk-aan niet veel over. Het partij boek ver leende zyn drager het recht in bepaalde winkels te koopen, waar de prijzen hem in staat stelden met tien roebels meer te doen' dart een party-looze in een winkel voor nlet-bevoorrechten met het twee- of drie dubbele. Enkele jaren geleden werd deze kloof tus schen den schijn der gelijkheid'en de wer- I keiykheid van een zekere ongelijkheid in doet die handschoen ertoe!”oei hy ,De hand de hand moot ik heb- De productiemiddelen van de Sowjet- Unle heeten het eigendom van het heele „Ik behoef bent, liefje?” „Neen." fluisterde Diana. ,JEn Ouy?” zei de oude dame. .Kunt u dat niet beter aan hemzelf vragen?” En ze sloop weg. Twee uur later, toen alle casten weg waren zelfs Ouy, die als in een droom was ver dwenen en niemand goedendag had gezegd, be halve Diana. zat zy in haar kleedkamer. „Hoe laat is het, Belton?" vroeg ze aan de meid, die bezig was de veelbewonderde baljapon op te bergen. „Byna acht uur, juffrouw," met een onder drukt gapen. ..Slik me alsjeblieft niet in! Byna acht uur! Denk Je. dat er iemand voor me naar het post kantoor zou kunnen gaan?" Het meisje keek bedenkelyk. .Neem een souvereign uit die beun,” zei Diana. .Denk je. dat een van de mannen sou kunnen gaan?” „O, zeker wel. Juffrouw," haastte het meisje zich haar te verzekeren. Diana trok haar schrijfmap naar zich toe en vulde een telegramformulier in voor Seymour Melford Esq. Carshal. .Lord Kendale deed vanavond aanzoek en ik heb hem aangenomen.' schreef ae. 44 Terwyi ae sprak sloeg ze haar oogen op en keek hem aan. Als een dergeiyke vrouw z<» kykt. dan n^akt zy de hoofden op hol! Guy’s bloed werd warm. Hy had dien dag “eer champagne gedronken dan anders in nen De feesteiyke omgeving, de muziek, de ’anhoop, die in hem oplaaide, dat alles bracht uit zyn evenwicht. -Laat ons dansen!” zei hy. -Maar ik heb dien dans al besproken!” -Verwys hem maar naar my," antwoordde hy koekdoos. „Denk je, dat ik een duel op myn geweten »u hebben? Maar je schynt beslist je zin te “beten doordrijven. Ik durf je niet tegen spreken, want je hebt vanavond een humeur als een Wilden Indiaan ZU legde haar hand op zyn schouder en zyn •nn omsloot haar middel. Haar ademhaling was teKelmatig, met lange teugen, terwyi ze danste het was alsof van de hand die op zyn •ehouder lag een bede om bescherming uitging. K°rtom. een buitengewoon mooie vrouw danste “et den man, dien zy wenschte te veroveren *an haar voeten te brengen en hy voelde “•r bekoring en charme in al zyn aderen. MBtek leek hem een dwaas lawaai; de lt de wyze, waarop de bevolking van de Sowjet-Unle de nieuwe leening opneemt, biykt dit laatste duidelyk. Het gemiddelde bedrag waarvoor arbei ders, soldaten en kolchos-boeren inteekenen komt nergens boven de 300 roebel uit. De kolchos-boeren biyven zelfs vér onder dit bedrag. Op 8 Juli hadden 31.668 arbeiders van de Stalin-Auto-Werken voor 8.500.000 roebel geteekend. Dat is 265 roebel per man. In de kogellager-fabriek Kaganowitsch toe kenden 17.659 arbeiders voor een bedrag van ruim 4 millloen. Dat is 232 roebel per man. In Usbekistan brachten 44.000 man byna 10 millloen op. Dat is 225 roebel per hoofd. In de Kolchos ,De roode vlag” toe kenden alle boeren, 259 in getal, voor een bedrag van 7.785 roebel. Dat is 30 roebel per persoon. In de Kolchos „Engels” brachten de boeren gemiddeld 65 roebel In. In het artel .Molotov” 110 roebel. In de Sowchos „Kuban” 146 roebel. Enzoovoort. Daarnaast staan echter indlvidueele in- teekeningen als deze: kameraad Bubnow van de „Stalin-Auto- Werken” toekent voor 800 roebel; kameraad Korsslkow voor 850; kameraad Lyssakow van ,JBerp 1 Molot” voor 1000; kameraad Puschkin voor 1200; componist Schestakowitsch voor 10.000; en kunstenaar Dunajewski voor zegge en schrijve dertigduizend roebel. Kameraad Krutkewitsch echter, een ge woon soldaat van het roode leger, kan als drie weken-loon niet meer dan 60 roebel af- staan. Het inkomen dat de kunstenaar Duna jewski uit deze ééne inteekening aan rente trekt is hooger, dan het loon van zéér vele, van honderdduizenden, van enkele millioe- nen Krutkewitschen, dte 'fe het leger, in de fabriek of ais landarbeiders in de Sowcho- sen „het loongemlddelde drukken”. Klant: Ja, en aan vergat ik nog te vragen, wat het coetuum koet”. Kleermaker: „ISO gulden, meneer”. Klant: „Dan hoeft U er geen zakken in to maken, die zyn nu overbodig". Wy komen vaak nog het meest onder den indruk van de wonderen der levende natuur, wanneer wy zien hoe dieren, die zich overigens niet byzonder „intelligent” gedragen, beschik ken over zeer byzondere eigenschappen om zich in den levensstryd te handhaven. Met name is dit het geval by dieren, die hun kleur kun nen doen overeenstemmen met die der omge ving, en daarin een zekere beschutting vinden. Een bekend voorbeeld van zulk een byzondere .mimicry" levert het kameleon; minder be kend is, dat ook vele zeedieren uit eigen om geving schitterende kleurveranderingen kunnen vertoonen. Zoo Is daar de gewone inktvisch of Sepia, een in de Noordzee niet zeldzame soort, die by verontrusting „bleek van woede" wordt. Intus- schen is het moeilyk om aan deze kleurveran dering een andere waarde dan die van emotle- ultdrukklng toe te kennen. Maar deze dient duidelyk ter bescherming van het dier by de Aesopus-gamalen (Hlppolyte varians), die op rotsige kusten zich aan zeewieren vasthouden, zy zyn daar heel algemeen, maar worden slechts moeilyk opgemerkt, juist omdat hun kleur zich zoo schitterend aan die der omgeving aanpast. De jonge garnalen zyn kleurloos en door- schynend, en dryven rond tot zy een wierplant vinden waarop zy zich vastzetten. Nu begint de huid een kleur aan te nemen, en na onge veer een week is deze verandering voltooid. Op een roode wiersoort nu wordt het dier rood, op een bruine wiersoort bruin, en op een groene soort neemt het een groene kleur aan. Merk waardig is echter dat deze verschillend ge kleurde kreeftjes na zonsondergang alle een doorschynend blauwe kleur gaan vertoonen. die overdag telkens weer voor de genoemde kleuren plaats maakt. Een nader onderzoek toonde aan, dat over het lichaam der dieren vele zoogenaamde plgmentcellen verspreid liggen, die de beschre ven kleurwlssellng bewerken. Deze bevatten de drie spectrale hoofdkleuren: geel, blauw en rood, en het dier is in staat om één of meer dere daarvan over het celop|Jérvlak uit te brei den, terwyi de andere kleuren op één punt ge concentreerd biyven en dus practisch gespro ken wegvallen. Zoo wordt des nachts de blauwe kleur uitgebreid, terwyi het groen door com binatie van geel en blauw ontstaat. Zet men een Aesopusgarnaal van bepaalde kleur op een wier van andere kleur, dan heeft deze na een week zich aan de nieuwe omgeving aangepast. beloonlng dlchtgeworpen. De theorie nam een wending naar de realiteit. De geiyk- heldsidee werd als een burgeriyk vooroor deel gebrandmerkt; de ongeiykheld, het loon naar praestatie tot socialistisch prin cipe verheven. De privilegies voor de party- leden werden afgeschaft en degenen, die zich daartegen verzetten, als Trotskistische samenzweerders buiten de deur gezet. De bevoorrechting verplaatste zich naar de categorie der hoog-gekwalificeerde arbei ders, die vier- en vyfmaal het loon-gemid- delde in de Sowjet-Unie konden verdienen. Van tweeën één: zy, die deze hooge loo- nen verdienen, teren ze op of zy beleggen ze in leeningen. In het eerste geval neemt de sociale tegenstelling, het onderscheid in dageiyksche levenshouding, in voeding, kleeding, woning, amusement, langzamer hand vormen aan, die in flagrante togen- ,spra«k staan tot dè doeleinden van de sociale revolutie der bolschewikl. In het tweede geval doet op den duur de kapitalist, volk. Behalve het kleine aandeel, dat iedere de man, die eten kan zonder werken, zyn intrede in het vaderland van het anti- kapitallsme. Ja,” zei ze zacht met een blik, die de meeste mannen veroverd zou hebben en die voor het oogenblik helaas alleen maar voor het oogenblik ook hem veroverde. Hy nam haar hand in zyn belde handen en terwyi haar oogen hem bleven aanzien, trok hy haar snel naar zich toe en drukte zyn lippen op de hare. Met een zuchtje was het over winning of liefde week ze achteruit. „O Ouy! Wat ben je wild en roekeloos!" fluisterde ae. En haar gewooniyk zoo bleek ge laat kleurde zich. „Ben ik zoo wild!” zei hy op den toon van een man die dronken is van hartstocht en bulten zichzelf. ,Jk zal nog erger worden!" En hy sloeg zyn armen om haar heen en drukte haar aan zyn hart Het bal ging voort maar Ouy en Diana Mel ford dansten dien avond niet meer. Lang nadat de schemering het duister was komen verbreken en verschrikt neerzag op het schitterende licht dat de Hall uitstraalde, kwam Diana met zoch ten stap naar lady Farnham toe. Haar ladyship was moe en tameiyk uit haar humeur. „Wel,” zei ze, „wat is er kind? Waar is lord Kendale?” Diana sloeg haar oogen neer. „Guy is in de eetkamer," zei ae. „Ouy!” sprak lady Famham haar na met opgetrokken wenkbrauwen. „Wie gaf je het recht hem by zyn voornaam te noemen, jonge dame?" Mijzelf,” zei Diana zacht, oogen triomphanteiyk op. Lady Farnhazn zag haar nieuwsgierig aan. gravin van Latcham te worden een grauwe, sombere morgen; in de loodzware lucht lag de dreiging van een eersten sneeuwstorm. Koud en guur blies de wind door den tuin van de pastorie en floot’ door de diep overhangende boomtakken. Ondanks het groote houtvuur, dat .knapte in de eetkamer, scheen Lorrie koud te zyn Ze hield haar kleine handen dicht by het vuur. Er was een uitdrukking op haar gezichtje, die die niet by een jong meisje paste een blik van verlangend ongeduld en wanhopige berus ting. Op iedere wang brandde een roode vlek; haar oogen leken moe en overspannen. Nu en dan kwam Greta binnen met haar rammelenden boe sleutels om de groote kast te openen en weer te sluiten en er de suiker en pruimen uit te halen, die voor den pudding dienst moesten doen. Buiten was Jack bezig met een ouden lap, een flesch olie en zyn geweer en in de studeer kamer liep de domlné op en neer met die vreemde rusteloosheid, die hem den laatsten tyd eigen was. „Ga je wandelen, Lorrie?” vroeg Oreta opge wekt, met haar hoofd in de kast. „Wandelen? Neen!” gei Lorrie geprikkeld ten antwoord. „Wie zou op zoo*n ellendigsn dag willen uitgaan, als hy er buiten kan? Wat ga je doen, Greta? Je maakt me dol met ieder oogenblik in die kast te duiken. Kan je niet rustig komen zitten, zooels een verstandig mensch?" Hy was zoo overspannen, dat de woorden hem ontsnapt waren, voor hy het wist. Nu was het gebeurd. Maar zy lachte zacht ,je hebt haar al,” zei ze en trachtte haar hand terug te trek ken. „Voor een oogenblik,” stemde hy toe. .Maar wil Je me die hand niet voor altyd geven voor eeuwig?” En zyn gloeiende vingers omsloten het zachte, blanke handje. .Lord Kendale! Begint deze flirtation niet wat te ernstig te worden?” „Waarachtig, ik meen het ernstig!” zei hy haastig en met overtuiging, want hy was nog altijd onder haar bekoring en de champagne deed haar werk. „Geef me die hand! Moet ik nog duldeiyker spreken? Diana, word myn vrouw!” Eindeiyk was het toch zoover. Een oogenblik bleef ze staan, het water weerspiegelde den triomfanteiyken blik in haar oogen; toen keek ze hem aan. „Meen je het werkeiyk?” fluisterde ze. „Werkeiyk,” bevestigde hy met glinsterende oogen. ,Js dat zoo'n wonder! Er is geen man in de balzaal, die niet hetzelfde zou zeggen!” ,Maar jy?” ,Jk ook,” antwoordde hy. .Nog eens, Diana, wil je mijn vrouw warden?" „Waarom?" vroeg ze bedaard. Haar vraag ontnuchterde hem een oogen- bUk, „Vraag Je dat nog?” haastte hy zich te ant woorden. „Omdat ik je liefheb." zy keerde zich naar Mm toe est stak Mar band tot. wanhoop in zyn hart maakte hem roekeloos en even drukte hy haar zoo vast tegen zich aan, dat het bloed haar naar de wangen steeg en een zuchtje van haar lippen kwam. „Scheld uit,” hygde ae tenslotte, ,4k ben i moe.” „Ik schyn al myn danseuses tot uitputting te brengen," zei hy met een zenuwachtig lachje. „Breng me ergens, waar het koel la," mom- pelde zy. Hy liep regelrecht naar de varenkweekery. zy trok haar arm uit den zijnen, leunde tegen een fontein en begon haar handschoenen uit te trekken. .Ben je zoo warm?” vroeg hy. „Ik zal wat Ijs voor je gaan halen.” Keen,” zei ze met ingehouden stem, ,Jk zal stemmend met de geboortemaand van den drager, ongunstige „planeetkrachten” ver zwakken en gunstige versterken. Byzonder verbreid is het talisman-by- geloof by publieke artlsten en sportsmen Adolphe Menjou byvoorbeeld draagt steeds een klein stukje hout by zich van een coulisse, die eenmaal op hem neerviel zon der hem te verwonden. De filmspeler Heinz Rühmann zweert by zyn muls; Oustav Waldau by een zwart driehoekig papier: Charley Chaplin by een oude veter van zyn eerste beroemde waggelschoenen. Het bUgeloof zit den modernen mens („de gevaariykste gek die er bestaat", no- als Dr. Poels eens zei), vooral den zoge- naamden Intellectueel met zyn onheldere en zwevende religiositeit als In net bloed Zyn huweiyk sluit hy wegens de stand der sterren Zaken, processen en dergelyke worden niet krachtens zakeiyke gezichts punten ondernomen, maar volgens astro logische gegevens. Naast de astrologen werken ciairvOyan- tes, kaartlegsters en anderen, die magische reukwerken en zalven verkopen en het bygeloof der onnoeelen leven, verschynsel is, helaas, internationaal, ligt zeer veel waarheid in de woorden, die Willem Nieuwenhuls neerschreef in zyn boek over Chesterton: „Wy roepen nog al te dlkwys te wapen tegen het moderne ongeloof.terwyi de moderne mens reeds lang verstikt zit in een wanstaltig en gro tesk veelgeloof." In Beriyn moeten om en om 2500 waar zeggers en waarzegsters zyn. En het houdt niet by de Nederiandsche grenzen op! Hoe wel Den Haag byvoorbeeld tienmaal kleiner is dan Beriyn. zyn er naar een goed kenner van de stad my verzekerde wei nig minder dan 1000 dames en heren, die teren op de zakken van het bygelovig pu bliek. Dat deze onnoeelen niet enkel onder de zogenaamde lagere volksklassen schui len, kan men wel opmaken uit de reeksen advertenties van sterrenwichelaars koffie dikkers, slapendel?) dames, waarzegsters, kaartlegsters enz. enz. in de mondaine bladen. Dit constant en algemeen verschynsel heeft natuuriyk zyn constante en algemene oorzaak, zoWel als voor zyn herleving in ónze tyd stoffeiyke en zielkundige oor- zaken zyn aan te voeren. Waar het ver stand niet meer steunt op het rotsfunda ment van het Geloof, daar drijven gevoel en verbeelding den mens naar het gods dienstig surrogaat. En leder begrijpt, dat het van ongeloof niet ver is naar bijgeloof. De „verlichte” moderneling, die luchtig jes unlversltelt liep, blasé is van vele reizen en plezieren, en een warhoofd van duizen den Indrukken én onverteerde lectuur, proest een lachje, wanneer hy een katho liek meisje ziet met een kruisje of Maria- medallle om de hals, en hy mompelt van .afgoderij” en „donkere Middeleeuwen.” Maar zelf verultwendlgt hy zyn godsdien stige ziel in een grotesk bygeloof. Waar hy zich niet schaamt voor de tekens en voor werpen van zyn bygelovigen waan, daar behoeven Katholieken zich zeker niet te schamen voor hun tekens en voorwerpen met een waarachtige godsdienstige Inhoud

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1938 | | pagina 9