Een belangrijk dierenboek
De avonturen van een verkeersagentje
vicToria voor
biscuit en chocola
oan den daq
voor
A
ALLE ABONNÉ’S
ORRIE
Jubileumgave
Artis
BRUXELLES
KERMESSE
ZATERDAG 30 JULI 1938
Admiraal Evans
van de vier
Lichtbaken te Chicago
Drie billioen kaarten!
TE
ormde
'OK
ling
DOOR
CHARLES
GARVICE
De armste man
•9>
foene-
WW.
20
are
4
B
is dit
I
Neen!
(Wordt vervolgd)
DE ECHTE
bQ writes wte «SB banC
voo» «t ssb «os.
*t was,
gesteld.
snert." Het was een wedstrijd over honderd KU, een groote
atktand voor slakken, als se dien te voet moesten afleggen,
maar niet zooveel als je in een auto rijdt.
con-
;ten-
l
de
me
rit
ito-
En Lorrie wilde niet, dat se zou preeken!
- „Ga naar boven, naar je kamer, liefje! Ga
•Ugea.
4 tet
bewti
mer.
id een
msche-
voeren.
Het
naar
Men kan Engeland geluk wenschen met een
admiraal als Evans of the Broke, maar niet met
zün leeftijdsgrens-beginselen!
m liet
inhuli
teche
ÏTWljl
van
wezig
o<*
itec-
■ant-
eehll-
i con-
jerre-
fd).
ag te
ntee-
ener-
cheper.
tegen-
rt eer-
ide uit-
schip
oorko-
m den
echter
ran de
tegen
adding
onder God geen gezag.
Loerende jonge pan
ter of luipaard, een
der fraaie illustra
tief uit .Dieren tien
en leeren kennen"
hooggebrande oogen om het gloeiende, hem zeggen. Hu zou mij zijn blijven liefhebben, alleen geduld prediken voor het gepijnigd hart?
•Wat kan ik zeggen, Lorrie, lieveling, lievs-
torie der
bewoond
'ey. Dl
van ten
t. waar-
mer van
iar sliep,
uw leb
an dm
ten. Met
andkast
lanweHg
uls zjjn-
buit be-
igheden.
de con-
erv. <e-
i dieven
totaal
rwerpen
als se hem niet weg hadden gehaald! Het was
zijn scbuig niet en de mijne ook niet, maar
Omzichtig keek Aser Peck om zich heen of
iemand hem sag. Gelukkig, niemand in de
buurt. Snel raapte hij het plaatskaartje op en
keek er naar..., Ballmehapple. Hij moest er
overmorgen naar toe voor zaken en X kaartje
was de heele week geldig. Het kwam hem uit
stekend van pas. Aser legde het in z’n porte
feuille. stak ’n sigaar op en liep, in gedachten
verzonken, de vier en vijftigste straat in.
Iedereen dacht, dat Aaer Peck een zeer wel
gesteld man was, omdat hü een kantoor had,
waar zeven typistes werkten en omdat zn
firma wegens dr prompte betalingen goed aan
geschreven stond. Niemand had er het flauwste
begrip van. hoe hü er eigenlijk voor stond. Als
dat zoo met z’n zaken doorging, zou hij zijn
kinderen niet eens met de vacantie p^ar builend van
kunnen sturen. Het was nu al soover met hem de i
gekomen, dat hij het toeval zegende, dat hem
een spoorkaartje naar Ballmehapple had doen
vinden, zoodat hjj een armzalige vier dollars
kon uitsparen.
HU was nu bU ’t kantoor van z’n rechtsge
leerden raadsman gekomen. In gepeins verzon
ken gooide hU z’n half opgerookte sigaar weg
en liet zich door den Uftjongen naar de zeven
tiende etage brengen.
dmlraal Sir Edward R. O. R. Evans zal
tegen het eind van dit Jaar den actieven
dienst verlaten, omdat hü de „leeftijds
grens" bereikt heeft. Dat wil zeggen: hü is 57,
hetgeen voor op één na-den hoogsten rang In
de Brltsche marine zeker niet oud is. (De hoog
ste rang, welke vergeleken kan worden met het
veldmaarschalksehap. is die van ..Admiral of
the Pleet”). KlaarblijkelUk verlaat Admiraal
Evans, ondanks zijn niet hoogen leeftijd, den
actieven dienst op grond van een besluit,
krachtens hetwelk plaats gemaakt moet worden
voor jongere officieren.
De eigenlijke „leeftüdsgrens" voor admiraals
en vice-admiraals is 65. en verscheidenen In ac
tieven dienst zjjn dan ook ouder dan Admiraal
Evans. Admiraal de Graaf van Cork en Oraery,
die opperbevelhebber is te Portsmouth, is 64.
Admiraal Evans 1a een van Engelands be-
dlerenvrienden heeten.
De naam van Jtortielje was al bekend genoeg,
en voor velen ook de figuur van den vriende-
HJken gids, die Artis’ wonderen op zoo be
langwekkende wijze weet te doen zien. De
schrijver wist bü dit wefk ten volle de uit
zonderlijke bekwaamheid te ontwikkelen, wel
ke het schrUven van een begrüpelUk weten
schappelijk boek over dit onderwerp verelscht.
Het is inderdaad vaak of men onder zijn lei
ding langs de kooien en vijvers of door de rui
me dierenverblijven wandelt, en van een kijker
naar van-alles-en-nog-wat worden mag tot
begrijpend toeschouwer bü het rijk gevarieerde
dierenleven. Daarbij helpen de bijzonder mooie
foto’s van Schut, die in overvloed werden af
gedrukt. om onder het lezen het contact met
deze belangwekkende wereld te versterken.
Deze opnamen maken reeds op zich, dat het
boet den prijs ten volle waard is. Vooral de
echte „studies" der koppen van roofdieren,
herten, apen en andere Artlsbewoners zijn vaak
van onovertroffen schoonheid. Daarnaast be
zitten deze een belangrijks documentaire waar
de, welke wü beter leeren begrijpen als de
toelichtende teksten worden gelezen.
De beschrUvingen van het dierengedrag,
welke Portlelje ons geeft, hebben reeds daarom
bun waarde, omdat men onder zijn leiding pas
leert om het dierengedrag goed te observeeren
wat nog niet zoo eenvoudig Is als velen wel
meenen! Maar vooral ook wordt de aandacht
van den ontwikkelden lezer geboeid door de
interpretatie, welke de auteur aan het doen
der dieren geeft, en de meer algemeene be-
scfiwnringen waartoe dit hem voert. Deze
brengén ons op een terrein, reeds belangwek
kend omdat de mensch in het handelende dier
niet zelden veel van zichzelf terugvindt, maar
ook tevens daarin een wezenlUke anders-ge-
aardheld erkent. Het zijn de vraagstukken van
driftleven en instinct, een geheimzinnig gebied
met bijzondere aantrekkelijkheid voor hem, die
aandacht .beeft voor de diepere roerselen in
het natuurleven Maar ook een dat gemakke-
Hjk voert tot misvattingen, hetaij doordat men
de dieren als geheel en al anders dan den mensch
die toch ook een dierlijke natuur bezit
beschouwt, hetzij doordat men hun allerlei
strevingen toedicht die hen tot een soort van
primitieve mensch Jes maken wat niet met
de feiten overeenstemt. Waarbij dan nog komt,
dat met deze vraagstukken, ook al in verband
met een evolutietheorie, allerlei problemen op
het gebied van wereldbeschouwing samenhan
gen, die tot vérstrekkende conclusies kunnen
voeren. Hier liggen inderdaad voetangels en
klemmen!
Nu blükt het besproken boek in het alge
meen op theoretisch gebied een goede gids te
zijn, en dit feit verdient op ziek reeds te wor
den vermeld, terwijl het tevens er op wijst hoe
ook op dit terrein *n materialistische gedach
tengang haar gloriedagen heeft beleefd, ’n Vüf-
en-twintigtal jaren geleden zou een boek op dit
gebied waarschUnlUk zich beperkt hebben tot
een opsomming van allerlei afzonderlijke, mln
of meer .machinale" reacties der dieren op
bepaalde prikkels, in den zin der behaviour-
psychologen of de school van Pawlow met haar
voorwaardelijke reflexen. Er is sindsdien ge
lukkig wel eenlge Ideeënkentering gekomen,
zooals b.v. uit de uitnemende beschouwingen
van Prof. BuytendUk (Grondproblemen van het
dierlijk leven, 1838) nader blijken kan. Vooral
leerde men de oude waarheid weer waardeeren,
die alleen door een levensvreemde, de eigen
methoden aanbiddende, analyseerende weten
schap kon worden vergeten dat het dier in al
Hjn functies een levende éénheid vormt. Op dit
punt nu huldigt Portlelje alleszins gezonde op
vattingen. zooals blUken kan uit het volgende:
„Een levend en uit zich zelf bewegend indi
vidu is echter noch een .Homunculus” of „ro-
both" al kan het er soms den schijn van
hebben (wanneer we b.v. zuigeling of kuiken
zich oogenschünlük „onzinnig" zien uitleven
•an fopspeen of vochtige dweil, door ons ver-
-
1» «-et een gezicht als een oorworm stond
[X/l Oscar Bender Jr. voor het Wlnterfield-
LvX gallon ouderwetsche Ideeën van s’n
vader maakten hem zenuwachtig. Kon de ouwe
heer dan niet begrijpen, dat een jongmensch.
dat met s’n tijd mééging, niet met een wagen
van 1933 kan rijden? Een wagen zonder stroom
lijn? Heeft, met die ouwe rammelkast kon hij
Ónmogelijk bij de Trevians aankomen X Heele
gezelschap zou hem uitlachen en niet het
minst Ethel. Enfin, dan moest hü maar met
den trein naar Ballmehapple gaan. Maar X was
en bleef een schandaal. Een behoorlijke Nash
kostte slechts 4000 dollar en de ouwe heer wilde
dat onnoozele bedrag maar niet opdokken. Ja,
Oscar Bender Jr. was nüdig.... woedend.
Maar.... was dat Vivian niet in die Ucht-
Hlauwe Pontiac? Ja, zij was het.- Oscar wuifde
rfll^’n hoed, de wagen stopte. Vivian ging ook
naar de Trevians, Oscar stelde hem ‘op de
hoogte van zn pijnlijke situatie. Natuurlijk
noodlgde Vivian hem direct uit om mee te
rijden.
Oscar slaakte een zucht van verlichting. HU
had geboft! Het nu waardeloos geworden
plaatskaartje naar Ballmehapple wierp hjj
achteloos op straat en stapte In de Pontiac.
r vele
woord;
“«celen
tong.
Mn
n. ze
nbere-
Ze
e*d en
:enntr-
voor
,r „op-
vooral
oderne
Aoo/g
•p dit blad zijn ingevolge de verzekertngsvoorwaarden tegen W"l VVf/X levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door W-i V7CZV b|j een ongeval met pi Q C
ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeertngen F O\Ze“ verlies van beide armen, beide beenen at beide oogen F f OUe“ doodelljkan afloop F dwOwa*
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
direct
Quills er toe be- i
sluiten s’n hand i
naar de achter-
gelaten boterham
met kaas uit te
steken. HU was
nog niet zoo lang werkloos en tot zoo iéts gaat
men niet gemakkelUk over. Maar Sam had hon
ger en die boterham naast hem zag er meer
dan smakelUk uit. Een vlugge greep en hU hapte
gulzig in het dik met kaas belegde brood. BU
eiken hap voelde hU z’n moed herleven. Was
hem voor morgen geen werk in X uitzicht ge
steld? vooruit, moed gehouden Sam en X hoofd
omhoogI Morgen wordt het beter!
Een man, voor X raam van een der prachtige
villa's in X park gezeten, keek naar X eten van
Sam Quills. Begeerig. ja met onverholen nUd.
volgden z’n oogen eiken hap. die in den mond
i den werklooze verdween. Eensklaps draaide
de man verstoord het hoofd om. X Was hem
niet mogelUk. dit tafereel nog langer aan te
zien.
Het was Roger Sedley, een der rUkste man
nen van de Vereenigde Staten. In een kwart
eeuw had hU 250 mlllloen bU elkaar kunnen
krUgen. Z’n gezondheid echter was voor goed
geknakt. In de laatste vUf jaren kon hU slecht»
vloeibaar voedsel, in kleine beetjes, tot zich
nemen. Was hU niet de armste van de vier?
wat liggen, lieveling?” zei Greta, die angstig
werd.
„Ga wat liggen!” spotte Lorrie. „Waarom
zou ik gaan liggen. Ik ben niet ziek. Ik heb
geen hoofdpQn! Al ging ik liggen tot den dag
van mUn dood, dan zou het verleden niet terug-
keeren. Denk je,” vroeg ze scherp, „dat Ik in
bed ga liggen en het verlaten meisje .pelen,
<dat ik mUn hoofd als een treurwilg aal laten
hangen en hullen tot ik niet meer kan? Dan
ken je me slecht!" En ze ultte een kort hard
lachje.
.Neen, ik zou nog liever! Ik zal ze In mUn
hart laten kUken, en alle vrouwen van Carshal
me laten uitlachen! Geef me geef me
een glas wUn!" en ze duwde Greta van zich
weg.
Greta ging naar het buffet en deed droevig,
wat haar gevraagd was. Haar hand beefde
meer dan die van Lorrie, toen deze het glas
aannam en ledigde.
,^oo! Nu ben ik beter,” lachte ze geforceerd
en er kwam een blos op het strakke, bleeke
gezichtje. .HU had haar lief en hU reed heen!
Ik lachte het verlaten meisje in het gedicht
altud uit. Greta, maar nu het mUzelf overkamt,
moet ik toch heelemaal niet lachen. Zie ik er
uit als een verlaten meisje, zie ik er uit als
iemand" se zweeg toen en werd vuurrood
..als iemand die ze hebben laten zitten?"
Greta zag haar medelUdend aan, een en al
liefde.
„Ga nu naar jef' kamer om wat te rusten,
lieveling,” fluisterde ze, maar Lorrie keerde zich
ongeduldig om.
zal het wel niet spoedig vergeten! Maar hU
heeft het vergeten en al heel gauw!”
,,HU is wreed en slecht," zei Greta veront-
wa&rdigd.
Lorrie hief haar hoofd op en zei met vlam-
mende oogen:
„Hoe durf je dat te zeggen? Wreed, slecht?
Het is zün schuld niet, het is hun
schuld de schuld van dien wreeden. ouden
vader* van hem en van haar van Diana Mel-
ford. O Greta, je mag geen woord kwaad van
Te Chicago staat een reusachtig lichtbaken,
dat in kracht den tot dusver grootsten vuur
toren der wereld, welk» door dr. EUmer Bperry
geconstrueerd was, verre overtreft. De licht
baken van buitengewone afmetingen is geheel
en al door Chicagosche Ingenieurs gecon
strueerd. Met spanning wordt de Inwerkingstel
ling verwacht.
De reflector van dese lichtbron is zoo krach
tig, dat het licht des nachts op een afstand van
70 kilometer duidelUk gezien kan worden, zoo-
dat de piloten der nachtvliegtuigen buitenge
woon gemakkelUk den weg zullen kunnen vin
den. Chicago heeft zichzelve overtroffen door
de constructie van genoemde wonderlamp, die,
wanneer zU in werking gesteld kan worden, een
lichtsterkte van ongeveer drie billioen kaarsen
zal hebben.
Drie billioen kaarsen! Kan men zich een
voorstelling vormen van den gloed die wordt
verspreid?
Alle aardsche lichtbronnen lUken naast dezen
llchtkolossus uiterst klein. Een goede straat
lantaarn straalt slechts weinig meer dan een
licht van 1000 kaarsen uit en zelfs de machtig
ste reflectors der bekende Europeesche vuur
torens stralen een licht uit van alet meer dan
twee tot drie milliard kaarssterkte. Al deze
vuurtorens worden, in den letterlUken zin dea
woords, hemelhoog door het lichtbaken va»
Chicago overtroffen, want de kracht van desen
reflector overbrugt zelfs den afstand tusschen
de aarde en haar dlchtstbüzUnde hemelsche
buurvrouw, de maan. Een hypothetische maan
bewoner, die vanaf den top van een der maan
bergen de donkere (nacht)helft van de aarde
obseryeeren zbu. zöu waartehjJnHJkmet het
Moote oog, althans zeker met een*
töOneelkUken den lichtkrans van den reflector
nog als een sterretje kunnen zien.
ook begrUPelUk. dat hU zich op uitgesproken
evolutionistisch standpunt stelt, ook wat de
ontwikkeling der Instincten betreft. Het gebruik
van den term „dierUJke intelligentie” behoeft
hierbU nog niet te worden verworpen, als men
deze slechts goed verstaan wil. Maar een kri
tischer houding tegenover phylogenetiache vra
gen dan de auteur aanneemt lUkt ons toch
méér in overeenstemming met de eischen der
wetenschap. De beschouwingen van Portlelje
en andere, door hem geciteerde auteurs, die
een Lamarcklstische evolutieleer verdedigen,
verdienen overigens wel de belangstelling.
In het algemeen gesproken hebben wU dus
een belangwekkend en waardpvol dierenboek
voor ons liggen, dat ook gemakkelUk den lezer
over dieperliggende vragen aan het denken
brengt. Het verdient daarom de belangstelling
niet alleen van biologen en dierenvrienden,
maar ook van artsen, psychologen en paeda-
gogen. Br blUkt Immers in het dlerlUk gedrag
veel te zUn, wat op het doen en laten van den
mensch nader licht vermag te werpen. Zoo
bUvoorbeeld het falen der aangeboren stre
vingen tegenover bUzonder moeilUke situ
aties, het spelen van jonge individuen, en
het voorkomen •van vergissingen, surrogaathan-
delingen exl. Soms zelfs voert de dierpsycholo
gie tot conclusies, die ook voor het kind hun
verstrekkende paedagoglsche consequenties be
zitten. Met name zou men aan sommige op
voeders ter overweging kunnen geven om aan
dacht te wUden aan de waarheid: „Alle dres
suur van dieren ook hun zélfdressuur, hun
gewoontevorming kan slechts tot stand ko
men op grond van een of andere aandrift",
(peg. 177). Een juist begrip hiervan kan voor
komen, dat een of andere systematlseerende
geest levensvreemde rtchtUjnen aan anderen
tracht op te dringen.
Zoo ia er voor een goed verstaander in Por-
tielje’s boek nog meer te vinden dan dier-psy-
chologie alleen. Maar dit heeft toch vooral zUn
waarde door den belangwekkenden blik dien het
ons doet slaan in het rUke legen dv Artishe-
vslking. en doordat het den lezer ééns te meer
den levemdwekkenden adein der natuur doet
ondergaan.
kendste zee-officleren. Men kent hem vooral
onder den naam „Evans of the Broke”. Gedu
rende den wereldoorlog voerde hU namelUk het
bevel over een patrouille torpedojagers, welk»
de Straat van Dover bewaakte; zUn eigen tor
pedojager heette de ..Broke”, en werd, evenals
zUn commandant, beroemd toen zU met een
ander schip, de „Swlft”, den strtjd aanbond
met zes Dultsche torpedojagers, die plotseling
uit den mist te voorschUn kwamen om een aan
val op Dover te ondernemen. De twee Brltsche
schepen versloegen de zes Duiteehe.
Maar reeds als zeer jonge man had Evans
vermaardheid verworven door zün deelname aan
twee Zuidpooltochten; eerst aan boord van de
„Momingwelke uitgezonden was om de „Dis
covery” van Kapt. Scott op te sporen; later al»
onderbevelhebber van Scott bü diens nieuwe
a>n a>t expeditie na Scotts dood in 1913, als aanvoer -
een oeseneioen UfL'Lll ISLlie OTKTRTTOïffTTT. ’ïêr 1
3 In 1933 deed Admiraal Evans opnieuw veel
van zich spreken, doordat hü. als bevelhebber
van het eskader in de Zuid Afrikaansche wa
teren, met gewapend eskorte door Bechuana-
land trok, om daar recht te spreken over het
inlandsche hoofd Tshekedl, die een blanke ge
tuchtigd had. HU zette Tshekedl af en daar
deze een Christen en de zoon van een beroemd
Christelijk hoofdmanwas, verwekte dit besluit
een storm van verontwaardiging in protestant-
sche kringen in Engeland.
Admiraal Evans is zeker een van de merk
waardigste en aantrekkelü^te figuren, welke de
Brltsche marine in onzen tüd voortgebracht
heeft. Thans is hü opperbevelhebber van de
Nore, een der groote Britsche marinebases. Toen
hü dezer dagen een bezoek bracht aan het op
leidingsschip Exmouth. dat nabü Grays, even
ten westen van Tilbury ligt, kondigde hu aan
dat hü zich aan het eind van het jaar uit den
dienst zou terugtrekken.
„Ik ben 57”, zeide hü. ..maar naar mün bloA
en spieren ben ik 37, en in mün kennis van de
wereld 97. Ondanks mün hoogen leeftUd heb
ik volstrekt geen lust den dienst uit te gaan.
Maar ik denk dat mün plaats Ingenomen zal
worden door iemand, die een eind jonger is;
dat is nu eenmaal onze prettige gewoonte."
Toen zün toespraak tot de jongens geëindigd
was, boog hü voorover, hield zjjn degen met eea
hand op, raakte met de andere hand het dek.
dat nat en glibberig was. en hield zich op één
hand rustend, in evenwicht Hierop volgden nog
verscheidene oefeningen, waartegen vele Jon
geren opgezien zouden hebben.
„Kijk eens aan", zeide hü, toen hü weer
overeind stond. ..sommigen van ons oudjes zün
precies zoo flink als jelui, jongens en ik
hüg er zelfs niet van."
T et eeuwfeest van den beroemden Am-
L-l sterdamschen dierentuin heeft reeds door
1 1 't geheele land de aandacht getrokken.
w»«r wü mogen ons gelukkig prUzen omdat ook
na t uitsterven der feestklanken ons iet» over
bluft, dat voortdurend daaraan blüft herinne
ren; en vooral wanneer dit gebeurt door een
dierenboek, zooals de bekende Inspecteur der
levende have thans aan het jxibllek aanbiedt.
Men kan Immers over een onderwerp als dit
meerdere soorten van werken schrUven. We-
tenschappelUks verhandelingen hebben hun
beteekenls. maar zün doorgaans voor den nlet-
y. tenen ongenietbaar. Populaire beschouwin
gen gaan er beter in, maar worden büna steeds
al te oppervlakkig, en niet zelden onjuist. Het
verschijnen van een boek echter dat leesbaar
heid vereenlgt met eminente deskundigheid en
bovendien een groot aantal onovertroffen
dierenfotos publiceert, is inderdaad om in
den stijl te blüven als het neerstrüken van
een witte raaf op de vogelruïne van onze
grootste en mooiste diergaarde. De uitgave van
dit werk mag dan ook, evenals het gevierd»
jubileum, een reden tot voldoening voor ali»
ling! Arm kind! Ik heb het nooit vermoed! O maar het was het noodlot!” Ben oogenblik
Lorrie, dé hemel zal hem straffen!"
.Neen, dat zal de hemel niet." antwoordde
de heesche, verstikte stem. „Mannen worden
nooit voor zooiets gestraft. Hü zal haar en haar
geld trouwen en gelukkig zün. ZU zal hem
mettertüd leeren om haar lief te hebben, ter-
wül ik ik o Greta, als ik maar kon ster
ven!”
„Arme Lorrie. Wanneer wanneer
tusschen jullie gebeurd?"
Lorrie streek met een rustelooze, onge
duldige beweging de haren uit haar gezicht.
„Wanneer? Jaren geleden! Eeuwen gele
den! Neen; pas een paar weken geleden! een
paar weken! De avond van de wedrennen! O
hemel!” en ze bedekte haar gelaat met haar
handen met een wanhopig gebaar. „Ik zie hem
nog. Ik hoor nog ieder woord, dat hü zei. Het
was voor het eerst, dat iemand zoo tegen me
sprak” met een bitteren glimlach „en ik
zweg ze, toen keek se vermoeid rond.
..En wat moet ik nu doen? Zeg het me eens,
Greta? Ik kan niet” huiverde ze „de
dagen blüven doorleven en steeds denken, den
ken! Greta, wat zal ik doen? O, kon ik maar
doodgaan! Wat is het nut van te leven wanneer
je hart is gebroken en je leven voorbü is!”
„Lieveling, je leven is, de hemel zU gedankt,
nog niet voorbü!" fluisterde Greta, terwül ze
beschermend over de züden haren streek; maar
Lorrie duwde haar hand weg.
„Ga niet tegen me preeken, Greta. Dat kan
ik niet verdragen. Je bedoelt het goed, dat weet
ik wel en.en ik ben je toch wei dankbaar;
maar preeken is nutteloos. Met preeken krUt
je hem niet terug en dat is het eenlge wat mü
zou kunnen helpen! Neen, hü komt nooit
terug!" sel ze met een wanhopige zucht
.Hooit, nooit nooit! O Guy, als ik maar ge
stoken was voor je dien avond met me gespro
ken had! Zie je" vervolgde ze smartelUk
,jk wist niet, hoe het met mü stond* voor hü
sprak. Ik had hem lief; o Ja. ik had hem al
lang lief al dagen tevoren. Maar toen hü
siv*. toen bU zün armen om mü heen sloeg
en me kuste ZU zweeg en er ging een rilling
door haar heen. „Qreta!” fluisterde ze heesch
en droog, ,jiu zal hü Diana kussen en mü niet
mü niet!" en se verborg haar gelaat.
Wat kon Greta doen? Wat zouden de besten
van ons op zoo’n oogenblik gedaan hebben als
Seymour Melford deed de deur open.
.Neem mü niet kwalük,” zei hu tegen Greta,
maar intusschen nam hü Lorrie brutaal op,
die hem haar rug had toegekeerd. „Ik dacht,
dat münheer Laümer hier was.
.Jk zal hem halen,” zei Greta, „ga je mca.
Lorrie?"
In Lorrie was een geest van verzet en kop
pigheid gevaren.
.Neen," zei ae langzaam en terwijl se naar d»
piano ging, begon ze luid en wild te spelen.
Seymour Melford stond haar van onder zün
halfgesloten oogjeden aan te kijken, zün blanke
handen hielden op zün rug zün hoed stevig
omklemd. Geen trek op het lieve, bleeke ge
zichtje ontging hem; hü wist heel goed, wat dia
donkere schaduwen onder hastf oogen. die
bleeke lippen, beteekenden en hü wist, dat da
tüd was gekomen, dat hü sün hand slechts
had uit te strekken om den prüs te grüpen,
waarvoor hü had geïntrigeerd.
..Dat is een forsch stuk muziek, juffrouw
Latimer," zei hü. terwül hü wat dichter bü da
piano kwam.
,Ja." zei Lorrie kortaf, terwül haar hand
woeste accoorden op de toetsen sloeg.
.Hoe heet het?" vroeg hü-
„U moet luider spreken! Ik versta u niet,"
zei ze
HU herhaalde de vraag en kwam nog dich-
terbü. zoodat hü vlak bü haar elleboog stond
en zün oogen in bet treurige bleeke gezichtje
ke>
tuc Hayton was al een goed eind op weg
naar X Jersey-park toen hü het vrü groot»
sigarenelndje voor zich op X trottoir zag liggen.
HU »ou er z’n lunch mee' kunnen besluiten.
Geld om een behoorUjke sigaar te koopen had
Luc niet. Als assistentteekenaar bü een bouw
kundige verdiende hü dertig dollars in de
maand. Daarmee kon hü zelf» geen kleine
sprongen maken.
In X Jersey-park gekomen, zocht hü een rus
tige bank uit, om op s’n gemak z’n boterham te
eten. Vóór de crisis, waaraan maar geen einde
scheen te komen, was hü steeds in een buffeta
ria gegaan en had daar een warm hapje met
een kop koffie en een sigaar na gebruikt. Maar
nu ging dat niet meer en moest dat maar goo.
HU at dé eene boterham'na de andere met een
uitstekenden eetlust. Een flink kwartier later
stond hü op om nog wat te gaan wandelen en
om het gevonden eind sigaar op te rooken. dat
hem door een gelukkig toeval in den schoot
was geworpen. Eén boterham met kaas liet hü
op de bank achter. Hü had er zes gegeten.
Zoo maar niet
kon Sam j
Mag de techniek dan al met recht trotsch zün
op deze bewonderenswaardlge prestatie, ver
geleken met de natuurlüke Hchtwonderen van
het heelal blüft zü klein en nietig. Drie billioen
kaarsen, dat is veel, doch duizend quadrll-
4. r. J. Portlelje. Dieren zien en lee
ren kennen, gen bijdrage tot de ken
nis van het driftleven en de ontwik
keling van het instinctsbegrtp 286
pag. met 275 foto’s van W. F. H'. Schut.
Nederlandsche Keurboekerij
Amsterdam 1938.
lloenen. dat is toch nog iets meer. Dit is na-
melük de grootte van de lichtsterkte van onze
zon, deae eeuwige lichtbron, naast welke het
Chicagosche lichtwonder als een vonkje van
een lucifer schünt. Meer dan driehonderd bil
lioen van dergelüke reflectors zouden tot een
batterü vereenlgd moeten worden om het
licht te evenaren dat de zon sinds onheuglüke
tüden door het donkere wereldruim verspreidt.
Er is echter steeds baas boven baas en onze
zon is bü lange niet .Jiet” lichtwonder van het
heelal. De helderste ons bekende ster in het
heelal, de ster Sigma Doradus (in schün slechts
een vonkje aan den hemel) heeft een licht-
kraclit, die büne driehonderdduizend maal zoo
groot is als die van onze zon. Indien wü, zooals
tevoren met het lichtbaken van Chicago, een
vergelüking maken met het zonlicht, dan zou
het licht van de zon naast de schittering van
genoemde ster niet heller schünen dan dat
gewqneh. v*n 1 ---
A. Het spreekt vanzelf» dat zich in het heelal
ook een groot aantal zwakkere lichtbronnen
bevinden. Zoo is de llchtkracht van een ster,
die in de astronomische registers onder den
naam van Wolf 359 te boek staat, vüftlgduizend
maal zwakker dan die van onze zon. Wanneer
onze zon naast de llchtkracht van Sigma Dora
dus een bescheiden electrisch zaklampje lükt,
zoo komt bovengenoemde ster dan hoogstens
voor als een glimworpje in het heelal. Waar
blüft dan de sterkste door menschenhanden
gebouwde lichtbron? Deze zou slinken tot een
vonkje zoo zwak, dat men het slechts onder
de sterkste microscoop zou kunnen ontdekken.
Alles is betrekkelük in het heelal en het ge
heim ervan kent alleen Degene die het heelal
voortbracht.
strekte surrogaten van tepel of wormen-hou-
denden grond 1noch een dubbelwezen dat in
zün gedrag intelligente processen ten eenen
•n mechanismen ten anderen zou openbaren."
(pag. 113).
En op pag. 176 wijst Portlelje er op. hoe wü
„bü de instinctieve en min of meer intelligen
te uitingen het ongescheiden-onderscheiden
verbonden zün der „deelen" in het geheel, het
onderling verband der strevingen en de pola
riteit van instincten en intelligenties'' nimmer
uit het oog mogen verliezen. Aan de éénheid
van alle functies in bet organisme werd hier
volledig recht gedaan. Eveneens laat schrijver
terecht het volle licht vallen op het aanwezig
sün van een natuürlüke-strevingsrichtlng, eener
onbewuste finaliteit die evenwel het bestaan
eener „partieele ondoelmatigheid” niet ultslult.
Dit zün alle gezichtspunten, die voor een wüs-
geerlge biologie en psychologie hun waarde
bezitten, maar in dit bestek slechts vermeld
kunnen worden. Eveneens geldt dit voor de
belangwekkende, echt modern-blologische ge
dachten over polariteit van strevingen (pag.
123), en over de in algemeener verband dy
namische vormen waarin het levensbeginsel
zün werkzaamheid openbaart.
Met büzondere belangstelling lazen wü He.
beschouwingen over dierhjk bewustzün en in- V—
telligentle, die in een werk als dit van zelf een
plaats vinden. Want het gezegde óver voet
angels en klemmen is wel vooral voor dit terrein
toepasaelük. Waar de auteur op pag. 98 aan
de dieren bewustzün toeschrüft. behoeft dit niet
op misvatting te wüzen, waar hier blükbaar
een soort „eenheldsband" der psychische pro
cessen wordt bedoeld. Maar verderop blükt
toch hoe X onderscheid tusschen menschelük
en dierlük zieleleven wordt vervaagd. WU kunnen
tenminste geen andere conclusie trekken uit
de bewering, dat er „principieel” geen verschil
tusschen beide bestaat, hoezeer dan ook op
dezelfde pagina (103) het „gradueele” verschil
wordt beklemtoond. Om soortgelüke redenen
lezen wü met verwondering, dat het gedrag
van den roerdomp „een merkwaardige polari
teit van natuurredeUjkheld en denken" ver
toont. Deze passages wüzen er op, dat de auteur
zooals ook elders blükt een soort mo
nistische wereldvisie huldigt, waaraan Hegel
en diens adept Bolland niet vreemd blüken te
ȟn. Eenzelfde wUsgeerige instelling zal ook
wel de oorzaak rijn van het bezigen eener
zwaar te verteren terminologie, die dit werk
soms minder leesbaar maakt.
De geesteshouding van den auteur maakt
-O Greta, het geeft niet of Ik al probeer flink
*e zün. Mün hart Is gebroken," fluisterde ze
•"•kjes. Het 1» gebroken, Greta Ik had hem
“ef, ik heb hem nog lief. En hü zei me, dat hü
liefhad en dat hü niemand anders wilde
trouwen dan mü, zelfs niet om Latcham te red-
dml En nu nu Greta zün alle mannen
Vergeten ze alles In een paar weken?" en
Peep Greta's arm vast, terwül zü haar bleek,
Wrtrokken gezichtje verborg, voor de oogen, die
*ol tranen stonden en haar medelUdend aan-
■Men.
t ^til, stil nu,” fluisterde Greta. „Misschien
whist alles op een vergissing!”
Lorrie lachte bitter, wanhopig.
Neen, X is geen vergissing!” zei ze met een
Pogen snik. „Ik zie al hoe het gebeurd is.
begrijp best hoe se hem hebben gevangen,
wangen hoor Je Greta! Als hü hier bü mü
gebleven, zou ik hem behouden hebben.
!~**r K hebben hem van me weggehaald en in
“••r armen gedreven en en ze heeft hem van
“W gestolen I”
oogenblik zwegen ze. Geen traan kwam
"Mike hart te verzachten
.Neen, dank je wel. Dan gaat Jack zich
weer afvragen, wat ef toch elgenlük aan de
hand is.
.Als Jack het wist," zei Greta en haar lief
gericht werd rood en boos, als Jack het wist,
zou lord Kendale nog niet gelukkig zün,
Lorrie."
Lorrie schrok op en greep haar arm vast.
„Greta, Jack moet er niets van weten.
Niemand moet het weten. Hoor je me. Denk
er om” ging se haastig verder niemand
moet het weten. Er moet geen geen ruzie
tusschen Jack en Guy Ik bedoel, lord Kendale
komen! Neen, het is zün schuld niet ik
heb evenveel schuld als hü! Het ia alleen de
schuld van het noodlot! Jack moet het niet
weten en paps niet, niemand. Alleen JU en ik.
Greta; en ik wou. dat ik het je niet verteld
had. Maar en haar lippen beefden Jiet
was te veel om het alleen te dragen!"
Greta sloeg haar armen met een moederlük
gebaar om Lorrie's slanke figuurtje en trok het
mooie gebogen hoofdje aan haar borst.
„O lieveling, had ik het maar eerder geweten!
Wat heb ik een hoop nare dingen gezegd, om
dat ik het niet wist! Wat moet ik Je arme
hartje een pün gedaan hebben!”
.Het hindert niet,” antwoordde Lorrie moe.
„Mün arme hart, zooals JU het noemt, doet nu
geen pün meer Het is versuft en en dood
Stil wat is dat?" want er klonken voet
stappen op het grint buiten.
Greta keek haastig naar bulten. „Het te
Seymour Melford.” zei ze waarschuwend „Ga
mee, lieveling!” Maar het was al te laat, want
Er werd zeer gevaarlük over de bochten gereden. Nog kon
men niet zeggen welke auto het zou winnen. En de prinses,
die zeer gevoelig was. zeide: „Ik houd mün hart vast van