Een belangrijk dierenboek De avonturen van een verkeersagentje vicToria voor biscuit en chocola oan den daq voor A ALLE ABONNÉ’S ORRIE Jubileumgave Artis BRUXELLES KERMESSE ZATERDAG 30 JULI 1938 Admiraal Evans van de vier Lichtbaken te Chicago Drie billioen kaarten! TE ormde 'OK ling DOOR CHARLES GARVICE De armste man •9> foene- WW. 20 are 4 B is dit I Neen! (Wordt vervolgd) DE ECHTE bQ writes wte «SB banC voo» «t ssb «os. *t was, gesteld. snert." Het was een wedstrijd over honderd KU, een groote atktand voor slakken, als se dien te voet moesten afleggen, maar niet zooveel als je in een auto rijdt. con- ;ten- l de me rit ito- En Lorrie wilde niet, dat se zou preeken! - „Ga naar boven, naar je kamer, liefje! Ga •Ugea. 4 tet bewti mer. id een msche- voeren. Het naar Men kan Engeland geluk wenschen met een admiraal als Evans of the Broke, maar niet met zün leeftijdsgrens-beginselen! m liet inhuli teche ÏTWljl van wezig o<* itec- ■ant- eehll- i con- jerre- fd). ag te ntee- ener- cheper. tegen- rt eer- ide uit- schip oorko- m den echter ran de tegen adding onder God geen gezag. Loerende jonge pan ter of luipaard, een der fraaie illustra tief uit .Dieren tien en leeren kennen" hooggebrande oogen om het gloeiende, hem zeggen. Hu zou mij zijn blijven liefhebben, alleen geduld prediken voor het gepijnigd hart? •Wat kan ik zeggen, Lorrie, lieveling, lievs- torie der bewoond 'ey. Dl van ten t. waar- mer van iar sliep, uw leb an dm ten. Met andkast lanweHg uls zjjn- buit be- igheden. de con- erv. <e- i dieven totaal rwerpen als se hem niet weg hadden gehaald! Het was zijn scbuig niet en de mijne ook niet, maar Omzichtig keek Aser Peck om zich heen of iemand hem sag. Gelukkig, niemand in de buurt. Snel raapte hij het plaatskaartje op en keek er naar..., Ballmehapple. Hij moest er overmorgen naar toe voor zaken en X kaartje was de heele week geldig. Het kwam hem uit stekend van pas. Aser legde het in z’n porte feuille. stak ’n sigaar op en liep, in gedachten verzonken, de vier en vijftigste straat in. Iedereen dacht, dat Aaer Peck een zeer wel gesteld man was, omdat hü een kantoor had, waar zeven typistes werkten en omdat zn firma wegens dr prompte betalingen goed aan geschreven stond. Niemand had er het flauwste begrip van. hoe hü er eigenlijk voor stond. Als dat zoo met z’n zaken doorging, zou hij zijn kinderen niet eens met de vacantie p^ar builend van kunnen sturen. Het was nu al soover met hem de i gekomen, dat hij het toeval zegende, dat hem een spoorkaartje naar Ballmehapple had doen vinden, zoodat hjj een armzalige vier dollars kon uitsparen. HU was nu bU ’t kantoor van z’n rechtsge leerden raadsman gekomen. In gepeins verzon ken gooide hU z’n half opgerookte sigaar weg en liet zich door den Uftjongen naar de zeven tiende etage brengen. dmlraal Sir Edward R. O. R. Evans zal tegen het eind van dit Jaar den actieven dienst verlaten, omdat hü de „leeftijds grens" bereikt heeft. Dat wil zeggen: hü is 57, hetgeen voor op één na-den hoogsten rang In de Brltsche marine zeker niet oud is. (De hoog ste rang, welke vergeleken kan worden met het veldmaarschalksehap. is die van ..Admiral of the Pleet”). KlaarblijkelUk verlaat Admiraal Evans, ondanks zijn niet hoogen leeftijd, den actieven dienst op grond van een besluit, krachtens hetwelk plaats gemaakt moet worden voor jongere officieren. De eigenlijke „leeftüdsgrens" voor admiraals en vice-admiraals is 65. en verscheidenen In ac tieven dienst zjjn dan ook ouder dan Admiraal Evans. Admiraal de Graaf van Cork en Oraery, die opperbevelhebber is te Portsmouth, is 64. Admiraal Evans 1a een van Engelands be- dlerenvrienden heeten. De naam van Jtortielje was al bekend genoeg, en voor velen ook de figuur van den vriende- HJken gids, die Artis’ wonderen op zoo be langwekkende wijze weet te doen zien. De schrijver wist bü dit wefk ten volle de uit zonderlijke bekwaamheid te ontwikkelen, wel ke het schrUven van een begrüpelUk weten schappelijk boek over dit onderwerp verelscht. Het is inderdaad vaak of men onder zijn lei ding langs de kooien en vijvers of door de rui me dierenverblijven wandelt, en van een kijker naar van-alles-en-nog-wat worden mag tot begrijpend toeschouwer bü het rijk gevarieerde dierenleven. Daarbij helpen de bijzonder mooie foto’s van Schut, die in overvloed werden af gedrukt. om onder het lezen het contact met deze belangwekkende wereld te versterken. Deze opnamen maken reeds op zich, dat het boet den prijs ten volle waard is. Vooral de echte „studies" der koppen van roofdieren, herten, apen en andere Artlsbewoners zijn vaak van onovertroffen schoonheid. Daarnaast be zitten deze een belangrijks documentaire waar de, welke wü beter leeren begrijpen als de toelichtende teksten worden gelezen. De beschrUvingen van het dierengedrag, welke Portlelje ons geeft, hebben reeds daarom bun waarde, omdat men onder zijn leiding pas leert om het dierengedrag goed te observeeren wat nog niet zoo eenvoudig Is als velen wel meenen! Maar vooral ook wordt de aandacht van den ontwikkelden lezer geboeid door de interpretatie, welke de auteur aan het doen der dieren geeft, en de meer algemeene be- scfiwnringen waartoe dit hem voert. Deze brengén ons op een terrein, reeds belangwek kend omdat de mensch in het handelende dier niet zelden veel van zichzelf terugvindt, maar ook tevens daarin een wezenlUke anders-ge- aardheld erkent. Het zijn de vraagstukken van driftleven en instinct, een geheimzinnig gebied met bijzondere aantrekkelijkheid voor hem, die aandacht .beeft voor de diepere roerselen in het natuurleven Maar ook een dat gemakke- Hjk voert tot misvattingen, hetaij doordat men de dieren als geheel en al anders dan den mensch die toch ook een dierlijke natuur bezit beschouwt, hetzij doordat men hun allerlei strevingen toedicht die hen tot een soort van primitieve mensch Jes maken wat niet met de feiten overeenstemt. Waarbij dan nog komt, dat met deze vraagstukken, ook al in verband met een evolutietheorie, allerlei problemen op het gebied van wereldbeschouwing samenhan gen, die tot vérstrekkende conclusies kunnen voeren. Hier liggen inderdaad voetangels en klemmen! Nu blükt het besproken boek in het alge meen op theoretisch gebied een goede gids te zijn, en dit feit verdient op ziek reeds te wor den vermeld, terwijl het tevens er op wijst hoe ook op dit terrein *n materialistische gedach tengang haar gloriedagen heeft beleefd, ’n Vüf- en-twintigtal jaren geleden zou een boek op dit gebied waarschUnlUk zich beperkt hebben tot een opsomming van allerlei afzonderlijke, mln of meer .machinale" reacties der dieren op bepaalde prikkels, in den zin der behaviour- psychologen of de school van Pawlow met haar voorwaardelijke reflexen. Er is sindsdien ge lukkig wel eenlge Ideeënkentering gekomen, zooals b.v. uit de uitnemende beschouwingen van Prof. BuytendUk (Grondproblemen van het dierlijk leven, 1838) nader blijken kan. Vooral leerde men de oude waarheid weer waardeeren, die alleen door een levensvreemde, de eigen methoden aanbiddende, analyseerende weten schap kon worden vergeten dat het dier in al Hjn functies een levende éénheid vormt. Op dit punt nu huldigt Portlelje alleszins gezonde op vattingen. zooals blUken kan uit het volgende: „Een levend en uit zich zelf bewegend indi vidu is echter noch een .Homunculus” of „ro- both" al kan het er soms den schijn van hebben (wanneer we b.v. zuigeling of kuiken zich oogenschünlük „onzinnig" zien uitleven •an fopspeen of vochtige dweil, door ons ver- - 1» «-et een gezicht als een oorworm stond [X/l Oscar Bender Jr. voor het Wlnterfield- LvX gallon ouderwetsche Ideeën van s’n vader maakten hem zenuwachtig. Kon de ouwe heer dan niet begrijpen, dat een jongmensch. dat met s’n tijd mééging, niet met een wagen van 1933 kan rijden? Een wagen zonder stroom lijn? Heeft, met die ouwe rammelkast kon hij Ónmogelijk bij de Trevians aankomen X Heele gezelschap zou hem uitlachen en niet het minst Ethel. Enfin, dan moest hü maar met den trein naar Ballmehapple gaan. Maar X was en bleef een schandaal. Een behoorlijke Nash kostte slechts 4000 dollar en de ouwe heer wilde dat onnoozele bedrag maar niet opdokken. Ja, Oscar Bender Jr. was nüdig.... woedend. Maar.... was dat Vivian niet in die Ucht- Hlauwe Pontiac? Ja, zij was het.- Oscar wuifde rfll^’n hoed, de wagen stopte. Vivian ging ook naar de Trevians, Oscar stelde hem ‘op de hoogte van zn pijnlijke situatie. Natuurlijk noodlgde Vivian hem direct uit om mee te rijden. Oscar slaakte een zucht van verlichting. HU had geboft! Het nu waardeloos geworden plaatskaartje naar Ballmehapple wierp hjj achteloos op straat en stapte In de Pontiac. r vele woord; “«celen tong. Mn n. ze nbere- Ze e*d en :enntr- voor ,r „op- vooral oderne Aoo/g •p dit blad zijn ingevolge de verzekertngsvoorwaarden tegen W"l VVf/X levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door W-i V7CZV b|j een ongeval met pi Q C ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeertngen F O\Ze“ verlies van beide armen, beide beenen at beide oogen F f OUe“ doodelljkan afloop F dwOwa* AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL direct Quills er toe be- i sluiten s’n hand i naar de achter- gelaten boterham met kaas uit te steken. HU was nog niet zoo lang werkloos en tot zoo iéts gaat men niet gemakkelUk over. Maar Sam had hon ger en die boterham naast hem zag er meer dan smakelUk uit. Een vlugge greep en hU hapte gulzig in het dik met kaas belegde brood. BU eiken hap voelde hU z’n moed herleven. Was hem voor morgen geen werk in X uitzicht ge steld? vooruit, moed gehouden Sam en X hoofd omhoogI Morgen wordt het beter! Een man, voor X raam van een der prachtige villa's in X park gezeten, keek naar X eten van Sam Quills. Begeerig. ja met onverholen nUd. volgden z’n oogen eiken hap. die in den mond i den werklooze verdween. Eensklaps draaide de man verstoord het hoofd om. X Was hem niet mogelUk. dit tafereel nog langer aan te zien. Het was Roger Sedley, een der rUkste man nen van de Vereenigde Staten. In een kwart eeuw had hU 250 mlllloen bU elkaar kunnen krUgen. Z’n gezondheid echter was voor goed geknakt. In de laatste vUf jaren kon hU slecht» vloeibaar voedsel, in kleine beetjes, tot zich nemen. Was hU niet de armste van de vier? wat liggen, lieveling?” zei Greta, die angstig werd. „Ga wat liggen!” spotte Lorrie. „Waarom zou ik gaan liggen. Ik ben niet ziek. Ik heb geen hoofdpQn! Al ging ik liggen tot den dag van mUn dood, dan zou het verleden niet terug- keeren. Denk je,” vroeg ze scherp, „dat Ik in bed ga liggen en het verlaten meisje .pelen, <dat ik mUn hoofd als een treurwilg aal laten hangen en hullen tot ik niet meer kan? Dan ken je me slecht!" En ze ultte een kort hard lachje. .Neen, ik zou nog liever! Ik zal ze In mUn hart laten kUken, en alle vrouwen van Carshal me laten uitlachen! Geef me geef me een glas wUn!" en ze duwde Greta van zich weg. Greta ging naar het buffet en deed droevig, wat haar gevraagd was. Haar hand beefde meer dan die van Lorrie, toen deze het glas aannam en ledigde. ,^oo! Nu ben ik beter,” lachte ze geforceerd en er kwam een blos op het strakke, bleeke gezichtje. .HU had haar lief en hU reed heen! Ik lachte het verlaten meisje in het gedicht altud uit. Greta, maar nu het mUzelf overkamt, moet ik toch heelemaal niet lachen. Zie ik er uit als een verlaten meisje, zie ik er uit als iemand" se zweeg toen en werd vuurrood ..als iemand die ze hebben laten zitten?" Greta zag haar medelUdend aan, een en al liefde. „Ga nu naar jef' kamer om wat te rusten, lieveling,” fluisterde ze, maar Lorrie keerde zich ongeduldig om. zal het wel niet spoedig vergeten! Maar hU heeft het vergeten en al heel gauw!” ,,HU is wreed en slecht," zei Greta veront- wa&rdigd. Lorrie hief haar hoofd op en zei met vlam- mende oogen: „Hoe durf je dat te zeggen? Wreed, slecht? Het is zün schuld niet, het is hun schuld de schuld van dien wreeden. ouden vader* van hem en van haar van Diana Mel- ford. O Greta, je mag geen woord kwaad van Te Chicago staat een reusachtig lichtbaken, dat in kracht den tot dusver grootsten vuur toren der wereld, welk» door dr. EUmer Bperry geconstrueerd was, verre overtreft. De licht baken van buitengewone afmetingen is geheel en al door Chicagosche Ingenieurs gecon strueerd. Met spanning wordt de Inwerkingstel ling verwacht. De reflector van dese lichtbron is zoo krach tig, dat het licht des nachts op een afstand van 70 kilometer duidelUk gezien kan worden, zoo- dat de piloten der nachtvliegtuigen buitenge woon gemakkelUk den weg zullen kunnen vin den. Chicago heeft zichzelve overtroffen door de constructie van genoemde wonderlamp, die, wanneer zU in werking gesteld kan worden, een lichtsterkte van ongeveer drie billioen kaarsen zal hebben. Drie billioen kaarsen! Kan men zich een voorstelling vormen van den gloed die wordt verspreid? Alle aardsche lichtbronnen lUken naast dezen llchtkolossus uiterst klein. Een goede straat lantaarn straalt slechts weinig meer dan een licht van 1000 kaarsen uit en zelfs de machtig ste reflectors der bekende Europeesche vuur torens stralen een licht uit van alet meer dan twee tot drie milliard kaarssterkte. Al deze vuurtorens worden, in den letterlUken zin dea woords, hemelhoog door het lichtbaken va» Chicago overtroffen, want de kracht van desen reflector overbrugt zelfs den afstand tusschen de aarde en haar dlchtstbüzUnde hemelsche buurvrouw, de maan. Een hypothetische maan bewoner, die vanaf den top van een der maan bergen de donkere (nacht)helft van de aarde obseryeeren zbu. zöu waartehjJnHJkmet het Moote oog, althans zeker met een* töOneelkUken den lichtkrans van den reflector nog als een sterretje kunnen zien. ook begrUPelUk. dat hU zich op uitgesproken evolutionistisch standpunt stelt, ook wat de ontwikkeling der Instincten betreft. Het gebruik van den term „dierUJke intelligentie” behoeft hierbU nog niet te worden verworpen, als men deze slechts goed verstaan wil. Maar een kri tischer houding tegenover phylogenetiache vra gen dan de auteur aanneemt lUkt ons toch méér in overeenstemming met de eischen der wetenschap. De beschouwingen van Portlelje en andere, door hem geciteerde auteurs, die een Lamarcklstische evolutieleer verdedigen, verdienen overigens wel de belangstelling. In het algemeen gesproken hebben wU dus een belangwekkend en waardpvol dierenboek voor ons liggen, dat ook gemakkelUk den lezer over dieperliggende vragen aan het denken brengt. Het verdient daarom de belangstelling niet alleen van biologen en dierenvrienden, maar ook van artsen, psychologen en paeda- gogen. Br blUkt Immers in het dlerlUk gedrag veel te zUn, wat op het doen en laten van den mensch nader licht vermag te werpen. Zoo bUvoorbeeld het falen der aangeboren stre vingen tegenover bUzonder moeilUke situ aties, het spelen van jonge individuen, en het voorkomen •van vergissingen, surrogaathan- delingen exl. Soms zelfs voert de dierpsycholo gie tot conclusies, die ook voor het kind hun verstrekkende paedagoglsche consequenties be zitten. Met name zou men aan sommige op voeders ter overweging kunnen geven om aan dacht te wUden aan de waarheid: „Alle dres suur van dieren ook hun zélfdressuur, hun gewoontevorming kan slechts tot stand ko men op grond van een of andere aandrift", (peg. 177). Een juist begrip hiervan kan voor komen, dat een of andere systematlseerende geest levensvreemde rtchtUjnen aan anderen tracht op te dringen. Zoo ia er voor een goed verstaander in Por- tielje’s boek nog meer te vinden dan dier-psy- chologie alleen. Maar dit heeft toch vooral zUn waarde door den belangwekkenden blik dien het ons doet slaan in het rUke legen dv Artishe- vslking. en doordat het den lezer ééns te meer den levemdwekkenden adein der natuur doet ondergaan. kendste zee-officleren. Men kent hem vooral onder den naam „Evans of the Broke”. Gedu rende den wereldoorlog voerde hU namelUk het bevel over een patrouille torpedojagers, welk» de Straat van Dover bewaakte; zUn eigen tor pedojager heette de ..Broke”, en werd, evenals zUn commandant, beroemd toen zU met een ander schip, de „Swlft”, den strtjd aanbond met zes Dultsche torpedojagers, die plotseling uit den mist te voorschUn kwamen om een aan val op Dover te ondernemen. De twee Brltsche schepen versloegen de zes Duiteehe. Maar reeds als zeer jonge man had Evans vermaardheid verworven door zün deelname aan twee Zuidpooltochten; eerst aan boord van de „Momingwelke uitgezonden was om de „Dis covery” van Kapt. Scott op te sporen; later al» onderbevelhebber van Scott bü diens nieuwe a>n a>t expeditie na Scotts dood in 1913, als aanvoer - een oeseneioen UfL'Lll ISLlie OTKTRTTOïffTTT. ’ïêr 1 3 In 1933 deed Admiraal Evans opnieuw veel van zich spreken, doordat hü. als bevelhebber van het eskader in de Zuid Afrikaansche wa teren, met gewapend eskorte door Bechuana- land trok, om daar recht te spreken over het inlandsche hoofd Tshekedl, die een blanke ge tuchtigd had. HU zette Tshekedl af en daar deze een Christen en de zoon van een beroemd Christelijk hoofdmanwas, verwekte dit besluit een storm van verontwaardiging in protestant- sche kringen in Engeland. Admiraal Evans is zeker een van de merk waardigste en aantrekkelü^te figuren, welke de Brltsche marine in onzen tüd voortgebracht heeft. Thans is hü opperbevelhebber van de Nore, een der groote Britsche marinebases. Toen hü dezer dagen een bezoek bracht aan het op leidingsschip Exmouth. dat nabü Grays, even ten westen van Tilbury ligt, kondigde hu aan dat hü zich aan het eind van het jaar uit den dienst zou terugtrekken. „Ik ben 57”, zeide hü. ..maar naar mün bloA en spieren ben ik 37, en in mün kennis van de wereld 97. Ondanks mün hoogen leeftUd heb ik volstrekt geen lust den dienst uit te gaan. Maar ik denk dat mün plaats Ingenomen zal worden door iemand, die een eind jonger is; dat is nu eenmaal onze prettige gewoonte." Toen zün toespraak tot de jongens geëindigd was, boog hü voorover, hield zjjn degen met eea hand op, raakte met de andere hand het dek. dat nat en glibberig was. en hield zich op één hand rustend, in evenwicht Hierop volgden nog verscheidene oefeningen, waartegen vele Jon geren opgezien zouden hebben. „Kijk eens aan", zeide hü, toen hü weer overeind stond. ..sommigen van ons oudjes zün precies zoo flink als jelui, jongens en ik hüg er zelfs niet van." T et eeuwfeest van den beroemden Am- L-l sterdamschen dierentuin heeft reeds door 1 1 't geheele land de aandacht getrokken. w»«r wü mogen ons gelukkig prUzen omdat ook na t uitsterven der feestklanken ons iet» over bluft, dat voortdurend daaraan blüft herinne ren; en vooral wanneer dit gebeurt door een dierenboek, zooals de bekende Inspecteur der levende have thans aan het jxibllek aanbiedt. Men kan Immers over een onderwerp als dit meerdere soorten van werken schrUven. We- tenschappelUks verhandelingen hebben hun beteekenls. maar zün doorgaans voor den nlet- y. tenen ongenietbaar. Populaire beschouwin gen gaan er beter in, maar worden büna steeds al te oppervlakkig, en niet zelden onjuist. Het verschijnen van een boek echter dat leesbaar heid vereenlgt met eminente deskundigheid en bovendien een groot aantal onovertroffen dierenfotos publiceert, is inderdaad om in den stijl te blüven als het neerstrüken van een witte raaf op de vogelruïne van onze grootste en mooiste diergaarde. De uitgave van dit werk mag dan ook, evenals het gevierd» jubileum, een reden tot voldoening voor ali» ling! Arm kind! Ik heb het nooit vermoed! O maar het was het noodlot!” Ben oogenblik Lorrie, dé hemel zal hem straffen!" .Neen, dat zal de hemel niet." antwoordde de heesche, verstikte stem. „Mannen worden nooit voor zooiets gestraft. Hü zal haar en haar geld trouwen en gelukkig zün. ZU zal hem mettertüd leeren om haar lief te hebben, ter- wül ik ik o Greta, als ik maar kon ster ven!” „Arme Lorrie. Wanneer wanneer tusschen jullie gebeurd?" Lorrie streek met een rustelooze, onge duldige beweging de haren uit haar gezicht. „Wanneer? Jaren geleden! Eeuwen gele den! Neen; pas een paar weken geleden! een paar weken! De avond van de wedrennen! O hemel!” en ze bedekte haar gelaat met haar handen met een wanhopig gebaar. „Ik zie hem nog. Ik hoor nog ieder woord, dat hü zei. Het was voor het eerst, dat iemand zoo tegen me sprak” met een bitteren glimlach „en ik zweg ze, toen keek se vermoeid rond. ..En wat moet ik nu doen? Zeg het me eens, Greta? Ik kan niet” huiverde ze „de dagen blüven doorleven en steeds denken, den ken! Greta, wat zal ik doen? O, kon ik maar doodgaan! Wat is het nut van te leven wanneer je hart is gebroken en je leven voorbü is!” „Lieveling, je leven is, de hemel zU gedankt, nog niet voorbü!" fluisterde Greta, terwül ze beschermend over de züden haren streek; maar Lorrie duwde haar hand weg. „Ga niet tegen me preeken, Greta. Dat kan ik niet verdragen. Je bedoelt het goed, dat weet ik wel en.en ik ben je toch wei dankbaar; maar preeken is nutteloos. Met preeken krUt je hem niet terug en dat is het eenlge wat mü zou kunnen helpen! Neen, hü komt nooit terug!" sel ze met een wanhopige zucht .Hooit, nooit nooit! O Guy, als ik maar ge stoken was voor je dien avond met me gespro ken had! Zie je" vervolgde ze smartelUk ,jk wist niet, hoe het met mü stond* voor hü sprak. Ik had hem lief; o Ja. ik had hem al lang lief al dagen tevoren. Maar toen hü siv*. toen bU zün armen om mü heen sloeg en me kuste ZU zweeg en er ging een rilling door haar heen. „Qreta!” fluisterde ze heesch en droog, ,jiu zal hü Diana kussen en mü niet mü niet!" en se verborg haar gelaat. Wat kon Greta doen? Wat zouden de besten van ons op zoo’n oogenblik gedaan hebben als Seymour Melford deed de deur open. .Neem mü niet kwalük,” zei hu tegen Greta, maar intusschen nam hü Lorrie brutaal op, die hem haar rug had toegekeerd. „Ik dacht, dat münheer Laümer hier was. .Jk zal hem halen,” zei Greta, „ga je mca. Lorrie?" In Lorrie was een geest van verzet en kop pigheid gevaren. .Neen," zei ae langzaam en terwijl se naar d» piano ging, begon ze luid en wild te spelen. Seymour Melford stond haar van onder zün halfgesloten oogjeden aan te kijken, zün blanke handen hielden op zün rug zün hoed stevig omklemd. Geen trek op het lieve, bleeke ge zichtje ontging hem; hü wist heel goed, wat dia donkere schaduwen onder hastf oogen. die bleeke lippen, beteekenden en hü wist, dat da tüd was gekomen, dat hü sün hand slechts had uit te strekken om den prüs te grüpen, waarvoor hü had geïntrigeerd. ..Dat is een forsch stuk muziek, juffrouw Latimer," zei hü. terwül hü wat dichter bü da piano kwam. ,Ja." zei Lorrie kortaf, terwül haar hand woeste accoorden op de toetsen sloeg. .Hoe heet het?" vroeg hü- „U moet luider spreken! Ik versta u niet," zei ze HU herhaalde de vraag en kwam nog dich- terbü. zoodat hü vlak bü haar elleboog stond en zün oogen in bet treurige bleeke gezichtje ke> tuc Hayton was al een goed eind op weg naar X Jersey-park toen hü het vrü groot» sigarenelndje voor zich op X trottoir zag liggen. HU »ou er z’n lunch mee' kunnen besluiten. Geld om een behoorUjke sigaar te koopen had Luc niet. Als assistentteekenaar bü een bouw kundige verdiende hü dertig dollars in de maand. Daarmee kon hü zelf» geen kleine sprongen maken. In X Jersey-park gekomen, zocht hü een rus tige bank uit, om op s’n gemak z’n boterham te eten. Vóór de crisis, waaraan maar geen einde scheen te komen, was hü steeds in een buffeta ria gegaan en had daar een warm hapje met een kop koffie en een sigaar na gebruikt. Maar nu ging dat niet meer en moest dat maar goo. HU at dé eene boterham'na de andere met een uitstekenden eetlust. Een flink kwartier later stond hü op om nog wat te gaan wandelen en om het gevonden eind sigaar op te rooken. dat hem door een gelukkig toeval in den schoot was geworpen. Eén boterham met kaas liet hü op de bank achter. Hü had er zes gegeten. Zoo maar niet kon Sam j Mag de techniek dan al met recht trotsch zün op deze bewonderenswaardlge prestatie, ver geleken met de natuurlüke Hchtwonderen van het heelal blüft zü klein en nietig. Drie billioen kaarsen, dat is veel, doch duizend quadrll- 4. r. J. Portlelje. Dieren zien en lee ren kennen, gen bijdrage tot de ken nis van het driftleven en de ontwik keling van het instinctsbegrtp 286 pag. met 275 foto’s van W. F. H'. Schut. Nederlandsche Keurboekerij Amsterdam 1938. lloenen. dat is toch nog iets meer. Dit is na- melük de grootte van de lichtsterkte van onze zon, deae eeuwige lichtbron, naast welke het Chicagosche lichtwonder als een vonkje van een lucifer schünt. Meer dan driehonderd bil lioen van dergelüke reflectors zouden tot een batterü vereenlgd moeten worden om het licht te evenaren dat de zon sinds onheuglüke tüden door het donkere wereldruim verspreidt. Er is echter steeds baas boven baas en onze zon is bü lange niet .Jiet” lichtwonder van het heelal. De helderste ons bekende ster in het heelal, de ster Sigma Doradus (in schün slechts een vonkje aan den hemel) heeft een licht- kraclit, die büne driehonderdduizend maal zoo groot is als die van onze zon. Indien wü, zooals tevoren met het lichtbaken van Chicago, een vergelüking maken met het zonlicht, dan zou het licht van de zon naast de schittering van genoemde ster niet heller schünen dan dat gewqneh. v*n 1 --- A. Het spreekt vanzelf» dat zich in het heelal ook een groot aantal zwakkere lichtbronnen bevinden. Zoo is de llchtkracht van een ster, die in de astronomische registers onder den naam van Wolf 359 te boek staat, vüftlgduizend maal zwakker dan die van onze zon. Wanneer onze zon naast de llchtkracht van Sigma Dora dus een bescheiden electrisch zaklampje lükt, zoo komt bovengenoemde ster dan hoogstens voor als een glimworpje in het heelal. Waar blüft dan de sterkste door menschenhanden gebouwde lichtbron? Deze zou slinken tot een vonkje zoo zwak, dat men het slechts onder de sterkste microscoop zou kunnen ontdekken. Alles is betrekkelük in het heelal en het ge heim ervan kent alleen Degene die het heelal voortbracht. strekte surrogaten van tepel of wormen-hou- denden grond 1noch een dubbelwezen dat in zün gedrag intelligente processen ten eenen •n mechanismen ten anderen zou openbaren." (pag. 113). En op pag. 176 wijst Portlelje er op. hoe wü „bü de instinctieve en min of meer intelligen te uitingen het ongescheiden-onderscheiden verbonden zün der „deelen" in het geheel, het onderling verband der strevingen en de pola riteit van instincten en intelligenties'' nimmer uit het oog mogen verliezen. Aan de éénheid van alle functies in bet organisme werd hier volledig recht gedaan. Eveneens laat schrijver terecht het volle licht vallen op het aanwezig sün van een natuürlüke-strevingsrichtlng, eener onbewuste finaliteit die evenwel het bestaan eener „partieele ondoelmatigheid” niet ultslult. Dit zün alle gezichtspunten, die voor een wüs- geerlge biologie en psychologie hun waarde bezitten, maar in dit bestek slechts vermeld kunnen worden. Eveneens geldt dit voor de belangwekkende, echt modern-blologische ge dachten over polariteit van strevingen (pag. 123), en over de in algemeener verband dy namische vormen waarin het levensbeginsel zün werkzaamheid openbaart. Met büzondere belangstelling lazen wü He. beschouwingen over dierhjk bewustzün en in- V— telligentle, die in een werk als dit van zelf een plaats vinden. Want het gezegde óver voet angels en klemmen is wel vooral voor dit terrein toepasaelük. Waar de auteur op pag. 98 aan de dieren bewustzün toeschrüft. behoeft dit niet op misvatting te wüzen, waar hier blükbaar een soort „eenheldsband" der psychische pro cessen wordt bedoeld. Maar verderop blükt toch hoe X onderscheid tusschen menschelük en dierlük zieleleven wordt vervaagd. WU kunnen tenminste geen andere conclusie trekken uit de bewering, dat er „principieel” geen verschil tusschen beide bestaat, hoezeer dan ook op dezelfde pagina (103) het „gradueele” verschil wordt beklemtoond. Om soortgelüke redenen lezen wü met verwondering, dat het gedrag van den roerdomp „een merkwaardige polari teit van natuurredeUjkheld en denken" ver toont. Deze passages wüzen er op, dat de auteur zooals ook elders blükt een soort mo nistische wereldvisie huldigt, waaraan Hegel en diens adept Bolland niet vreemd blüken te »ün. Eenzelfde wUsgeerige instelling zal ook wel de oorzaak rijn van het bezigen eener zwaar te verteren terminologie, die dit werk soms minder leesbaar maakt. De geesteshouding van den auteur maakt -O Greta, het geeft niet of Ik al probeer flink *e zün. Mün hart Is gebroken," fluisterde ze •"•kjes. Het 1» gebroken, Greta Ik had hem “ef, ik heb hem nog lief. En hü zei me, dat hü liefhad en dat hü niemand anders wilde trouwen dan mü, zelfs niet om Latcham te red- dml En nu nu Greta zün alle mannen Vergeten ze alles In een paar weken?" en Peep Greta's arm vast, terwül zü haar bleek, Wrtrokken gezichtje verborg, voor de oogen, die *ol tranen stonden en haar medelUdend aan- ■Men. t ^til, stil nu,” fluisterde Greta. „Misschien whist alles op een vergissing!” Lorrie lachte bitter, wanhopig. Neen, X is geen vergissing!” zei ze met een Pogen snik. „Ik zie al hoe het gebeurd is. begrijp best hoe se hem hebben gevangen, wangen hoor Je Greta! Als hü hier bü mü gebleven, zou ik hem behouden hebben. !~**r K hebben hem van me weggehaald en in “••r armen gedreven en en ze heeft hem van “W gestolen I” oogenblik zwegen ze. Geen traan kwam "Mike hart te verzachten .Neen, dank je wel. Dan gaat Jack zich weer afvragen, wat ef toch elgenlük aan de hand is. .Als Jack het wist," zei Greta en haar lief gericht werd rood en boos, als Jack het wist, zou lord Kendale nog niet gelukkig zün, Lorrie." Lorrie schrok op en greep haar arm vast. „Greta, Jack moet er niets van weten. Niemand moet het weten. Hoor je me. Denk er om” ging se haastig verder niemand moet het weten. Er moet geen geen ruzie tusschen Jack en Guy Ik bedoel, lord Kendale komen! Neen, het is zün schuld niet ik heb evenveel schuld als hü! Het ia alleen de schuld van het noodlot! Jack moet het niet weten en paps niet, niemand. Alleen JU en ik. Greta; en ik wou. dat ik het je niet verteld had. Maar en haar lippen beefden Jiet was te veel om het alleen te dragen!" Greta sloeg haar armen met een moederlük gebaar om Lorrie's slanke figuurtje en trok het mooie gebogen hoofdje aan haar borst. „O lieveling, had ik het maar eerder geweten! Wat heb ik een hoop nare dingen gezegd, om dat ik het niet wist! Wat moet ik Je arme hartje een pün gedaan hebben!” .Het hindert niet,” antwoordde Lorrie moe. „Mün arme hart, zooals JU het noemt, doet nu geen pün meer Het is versuft en en dood Stil wat is dat?" want er klonken voet stappen op het grint buiten. Greta keek haastig naar bulten. „Het te Seymour Melford.” zei ze waarschuwend „Ga mee, lieveling!” Maar het was al te laat, want Er werd zeer gevaarlük over de bochten gereden. Nog kon men niet zeggen welke auto het zou winnen. En de prinses, die zeer gevoelig was. zeide: „Ik houd mün hart vast van

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1938 | | pagina 7