u&Aaal van De avonturen van een verkeersagentje den da^ o D ALLEABONNÉ’S ORRIE GEVANGENISWEZEN t r ZATERDAG 20 AUGUSTUS 1938 ‘Van 9*12 en van 2-4 ,fiomme jongen” •1 I na 1-1 - en, rren rr sè Ordening en werkver ruiming In het Warenhuis rHARirs GAR VICÈ Een intereuant rapport - *3 ’J' vangeSBJtmtie feh.tfgep gevpJtUfttó^ r mu- e f (Nadruk verboden.) «K. M want r BQ write» wn mb HMK NB WBB BÉ K rca ten MC le es, en len Zoo gleden ae samen omlaag, weer naar het dagelUksche leven, hij. met c*n gedachten in z’n opgravingen, zU, In haar zorgen De liftjongen keek hen na en mompelde: „Wat *n gelukkige oude menschjeel” eft len ge* g«- 1» *1 It te voor- abi»- t v t e I t n de stad twee laden een hui» ge- eek ren s k dat re- Bar- irde- neer lam stad, ïteld. r de Iscbe e ba il en rang iUleh vaar- leven vecht eec je praten, zoodat de anderen het niet i." -Probeer het niet," zei ae bedaard. „Het heeft -*■ - |kiM gen- aan- ;ttoa- togen vsr- egee- to de r r e e r I. i. De rageering van de Vereenigde Maten heeft, in het kader der algemeene zuivering des lands van verdachte elementen, ook een actie tegen de clandestiene handelaars In verdoovende tnld- oocaïne. ep dit blad zijn ingevolge de veraekeringsvoorwaarden te»»» *7(“A E* 7^x0 bfl een ongeval met p ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen F UUs" verüee van belde armen, belde boenen of beide oogen F DU»" doodelljkan afloop AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN U1TERLUK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL den twee wandelen Binnen 30 meter von oen brom MZaptlantoorn ttaande .be- hoeft au tb bmnen bebouwde ■hommen geen voeren! delen laten ondernemen, waarbtj cocaïne, heroïne en opium ter waarde van eenige hon derdduizenden dollars in beslag genomen zijn. De smokkelaars bleken in hoofdzaak gangsters te stfn, die door de opheffing van de prohibition van hun oude bronnen van inkomsten beroofd waren. In den handel in verdoovende midde len vonden zij..een nieuwe Iteratieve bezigheid, intusscben zeer tot schade van het Amerikaan- sche volk. DO .American Medical Society” heeft, vastgesteld, dat per hoofd der bevolking In de V. 8. op het oogenbllk tienmaal meer vergiften gebruikt worden dan in Europa. De centrale van de smokkelaars bevindt zich, evenals vroe ger bij de alcoholsmokkelarU, In Chicago en de „filialen" zUn als dicht net over geheel Amerika gelegd. Ben blauw licht trok hun aan. Ze zagen het schemeren achter een poort van zeewier en waterplanten en daarom be binten ze maar eens door te gaan. Dat was natuurlijk niet verstandig, want ze wisten met wat zich daar verborgen had, welke avonturen en verschrikkelijke dingen ze daar zouden vinden. ééne benauwde kamer! Kom mee, Hendrik, het kost toch niets. Laten we hier wat rondloopen. Hier zie je tenminste wat. JU zou boeken kun nen zien.” Het woord: boeken, scheen op den ouden man een fascineerende uitwerking te hebben. „Boeken? Ja, we zouden daar eens naar kun nen kUken.” De oude vrouw lachte gedwongen. Maar toch liep ze met haar man vlug door. „Er moet een nieuw werk over de opgravingen in Egypte verschenen zUn," mompelde hy. Ze gingen langzamer; de warmte en het licht verdoofden hen een weinig. Ze waren er niet aan gewend zich tusschen zooveel menschen te bewegen. „Bljjf bU me, Martha,” sprak hij. „NatuurlUk. dat weet je toch wel.* Ze gingen nu van stand tot Stand, tangs de honderden boeken. *t Was pünlUk de vragende verkoopers telkens weer te antwoorden: „neen, dank u, we willen maar eens kijken.” „Muziek, Hendrik, hoor je 1?” ,Ja, maar stil toch, hier Is een boek over op gravingen.” HU nam het op. bladerde er in en sprak wat voor zich heen. Ze trok hem aan z’n mouw. „Hendrik, de lunchroom! Men kan daar gaan zitten bU aardige muziek, bloemen op de tafel tjes, aardig gedekt, fleurig....* ,Jioe kom je daar bU? Of heb je soms geld te veel? Dan zou Ik dat heerlUke boek willen koopen, kUk eens, met vUfendertig pracht-foto'a. verminderde prUs, bijna voor niets, net als al het andere hersenwerk.* „Och. kom- toch, ik ben zoo moe. We zouden daar zoo heeriyk kunnen ztten; een glas ranja, ik heb t zoo warm, heelemaal niet duur. Ik smeek je Hendrik!” De oude man keek z’n vrouw aan. „Meen ie *t? Zulke onnoodlge uitgaven)*'’ Al maanden lang woog op hen dat neerdruk kende gevoel hunper armoede, het opgeven van hun huls, de vreeselUke nood, de angst voor de komende dagen. „Goeden nacht.* zei ae. Ze hield hem haar wang voor, kreeg er plichtmatig een kus op, toen liet sU hem gaan. SCHERPZINNIG. „Hallo weet U misschien een gevaar lijken politiehond voer me te koop urage per- irstel >rden □test, □der- aan aan Tegen de opvattingen van hen, die eenzé-, kere regeling van het eoonomisch verkeer, ge zien de huidige omstandigheden, noodzakelijk achten, wordt wel de critlek vernomen: OU beperkt door uw handelwUze de mogelUkhe- den op economisch gebied en handelt daarmede juist met het oog op de huidige werkloosheid geheel verkeerd, daar thans vóór alles werk verruiming noodlg Is. Het is goed, zoo schrUft „De Nederlander”, over dese critlek Iets te zeggen, daar sU op het eerste gezicht Indruk maakt en daar zU ten deele juist is. lijk het is het is erg aardig van u en zoo; maar Lorrie! „Ik zie niet in. waarom Lorrie zich niet even goed nuttig zou maken als andere meisjes in haar omstandigheden,” - zei Diana met koude hatelijkheid. Een haastig, boos antwoord lag hem op de lippen, maar hU hield het met geweld terug. .Juist," zei hij en hU ging naar Lorrie. ,Jk geloof, dat dit juist ongeveer het uiterste is, dat ik vanavond verdragen kan,* zet hij grimmig, maar halfluid. „Goedennacht, lady Collop, Goe dennacht, Diana.” „Ik zal Je naar de deur brengen,* zei Diana opstaande. „Doe dat niet,” raadde hij haar haastig aan, allesbehalve als een verliefde jongen: ,Je je zult kou vatten.” Ze keek hem aan en stond vastbesloten op. „Doe met deze shawl dan om," zei ze gebie dend. Dat deed hU en ze gingen de kamer uit. Toen hij zyn hoed en jas greep en zich met onnoo dlge haast aankleedde, zei ze langzaam en koud: „Guy, ik hoop, dat je dat arme meisje niet zult stijven in haar trots en haar luiheid.” .Arm meisje? Welk arm meisje?” vroeg hij, hoewel hij heel goed wist, wie ae bedoeld had met haar koude, minachtende woorden. .Je weet, dat Ik Dolores Latimer bedoel,* antwoordde zij, terwijl haar oogen hem veelbe- teekenend aanzagen. „O!” zei hy. ,Jk geloof wel, dat ze arm is, maar dit is toch niet de manier cm over haar *°ch geen zin.” Maar ae speelde een maneb die zoo luid was, öat zjjn stem door de anderen niet gehoord kon worden. „Lorrie,” zei hij. met zijn rug naar Diana, -dit kan niet zoo blijven doorgaan. Het is bet is bespottelUk. Ik ik aal aan lady. Parn-» bam vragen om Je op de Hall te Invlteeren; je «uit van haar houden." - - Lorrie schudde haar hoofd. -Niet doen,” aei ae. Jk aou niet gaan. ben gelukkig hier." -Dat zie ik,” antwoordde MJ boos. ..Seymour heeft je bevolen hier te wachten en keek niet iwar hem, maar haar gezichtje •“■d nog bleeker. .-Hij heeft me niets bevolen, maar ads hU Jat had gedaan, dan had ik hem natuurlijk ge hoorzaamd." oogenbllk waren ae beiden etU, toen zei M, nog dieper buigend en met een ptoteelin- b**-op aUis kna^ gaidaM.U Al m „Guy, lieveling,” viel de kwijnende stem van Diana hem in de reden, „wil Je morgen met me gaan rijden?" HU liep ongeduldig de kamer op en neer. „Wat? Neem me niet kwalUk. Rijden? O ja, Lorrie," hU keek naar haar om, ,Je moet feite- Hjk met ons meegaan." Er viel een veelzeggend zwijgen. .Dank je,” zei ze luchthartig, maar met ver langen in haar stem, ik wil niet het vUfde rad aan den wagen zUn.” ,Heel vriéndelijk, lord Kendale,* zei lady Collop; „maar Dolores moet aan haar plichten denken. Morgen bezoeken we het ziekenhuis, nietwaar?" „Het ziekenhuis!" riep Guy uit, van de een naar de ander starend. „Welk ziekenhuis? Waarvoor? Lorrie wordt toch geen dokter, is t wel?" Lady Collop rilde en zette een plechtig ge zicht: gellng van het economisch teven erkennen, nimmer verdedigd. Door ons althans niet. Moet men dan die regelingen, omdat sjj direct misschien niet tot werkverruiming bUdragen. afwUaen? In geen geval. Men moet hier twee onderscheidene «a- r keil teen houden, t?' mi e Aan den eenen kant de regeling van het economisch leven, die op den duur wel, maar direct niet tot werkverruiming bij draagt. Aan den anderen kant de maatregelen, dié direct bUdragen tot vermindering der werkloosheid, tot werkverruiming. Deze twee groepen van maatregelen roe men elkanders complement. ZU beboeren naar onze overtuiging in de huidige tUds- omstandlgheden beide onder het oog te worden gezien en tot uitvoering te ko men De huidige regeeringspolltiek houdt met deze noodzazelUkheld naar ons oordeel niet altUd voldoende rekening. Eenerzuds wordt er veel gedaan om de be staansmogelijkheden rtn bestaande onder nemingen te handhaven. En in het alge meen gesproken kunnen wU ons met dat streven ten volle vereenlgen. Maar anderzUds is bet dan ook eisch, dat een krachtige politiek op korten termijn arbeidsgelegenheid schept voor degenen, die de vruchten van eerstgenoemd streven misschien op den tangen duur, maar direct in elk geval nog niet zulten plukken. Daarom past bU de thans gevolgde eco nomische politiek een politiek na ar beidsverruiming op korten termUn en niet in de eerste plaats de politiek van be vordering van werkverruiming door ont- plooilng van het bedrijfsleven, die boe gewenscht ook toch een politiek van den langen duur blUft. Wie A zegt moet ook B weten te zeg gen. Wie het bedrUfsleven in regelmatige banen leidt, moet terzelfdertUd. wil hfj het geheel In het oog vatten. zorgdr»s«n voor de anderen, die in dat bedrijfsleven direct nog geen andere plaats kunnen vinden Eerst dan is een harmonische ontwikke ling van het economisch leven gewaar borgd. .Dorrie, ik heb nog nooit een meisje ontmoet, dat zoo gevat was als JU.” „Dank je,” zei ze zacht „en wat nog meer?" „Wat ik nu ga zeggen, zou ik niet zeggen, wanneer Je dom was. Lorrie, antwoord me even eerlUk als ik het je vraag. Laten we alsjeblieft niet om de dingen heenpraten. Ga Je met Seymour Melford trouwen?” Ze aarzelde geen oogenbllk, maar knikte: Ja. HU haalde diep adem en werd bleek. „Dank je, dat is tenminste een duidelUk antwoord. Nu nog een vraag. Waarom ga je met hem trouwen?" -z Haar gezicht werd een oogenbllk zoo rood als een ptoenftx» en ze hield haar oogen op de toetsen gerleht. „Ik geloof, dat het nu mUn beurt is. Waarom ga JU met Diana trouwen?" .Dat weet je," antwoordde hU, tamelUk luid. „Omdat JU me liet zitten en het nu niet hindert, wat er van me terecht komt. Als je wilt Ze kromp even in elkaar en wenkte waar schuwend naar de belde anderen. „Als Je wilt, zelfs nu nog,” herhaalde hU zachter. „Het is nog niet te laat. Lorrie" en hU boog zich zoo dicht tot haar over, dat ze zUn adem op haar wang kon voelen .Dorrie, sinds den avond dat we elkaar vaar wel zelden, heb ik gedacht en gedacht over die verloving van Jou en" sUn stem werd be zorgd en angstig en hU zag haar ernstig, büna smeekend in de oogen - „en ik kan de ge dachte plet uit mijn hoofd bannen, dat er iets In deze geschiedenis is, dat ik niet weet. Ik mag mBMbJatf cm dwaaa zijn en op den koop toe .Neen lord Kendale. Ik veroordeel zulke onvrouwelUke neigingen ten zeerste. Dolores, dokter! In geen geva. Maar iedere week hou den we een morgen vrU om een van de zieken huizen te bezoeken en een opbeurd woord tot de patiënten te richten.” Guy stond een oogenbllk perplex, toen barstte hU In een bartelUken schaterlach uit, soo dwaas en tegelUk vermakelUk vond hU het. .Neem mU niet kwalUk, lady Collop.' Ik lach u niet uit, op mUn woord van eer niet. Maar bet idee om Lorrie in een ziekenzaal te zien rondwalsen met een stapel traclaatjes! Natuur- Inderdaad behoeft geenszins te worden ontkend, dat bUvoorbeeld een vestigihgs- wet direct niets tot werkverruiming bU- draagt en zelfs eerder de tendens heeft om die werkverruiming, voorlooplg althans, tegen te houden. Als er een spertUd wordt Ingevoerd, waar door het aantal vakgenooten voorlooplg op 1000 wordt gefixeerd, dan is dit op zlcli zelve beschouwd een ongunstiger situatie dan wanneer men alles had vrUgelaten, waardoor er b.v 1200 het bedrUf hadden kunnen uitoefenen. „Op slchzelve beschouwd," want men verge te niet, dat de omstandigheden soo zouden kunnen zUn, dat van die 1200 er na korten tUd 300 gefailleerd waren (restant dan 900 of minder dan de 1000 van thans» en dat déArom juist de spertüd In het te- f ven geroepen sou kunnen zUn. Maar, hoe dan ook, direct geeft een regeling van het economisch leven in het algemeen geen werk verruiming. Op den duur geeft zU dit oJ. wel, geeft zU al thans behoud van werkgelegenheid, die anders verloren zou zUn gegaan, maar direct niet. BU ons weten is dan ook deze stelling door hen, die de noodzakelUkheld van re- De oude dame vocht met haar tranen. „Ik zou toch zoo graag.... och. laten we er toch heen gaan, laten we toch voor een half uurtje...." HU schudde het hoofd, met de prachtige, spierwitte haren, het hoofd van een kunstenaar, een geleerde. Met bevende lippen stamelde de oude vrouw: „Maar Hendrik, Ik heb het zoo noodlg." Langzaam gleed z*n blik over het hem zoo vertrouwde gezftht van z’n levensgezellin. „Zooals je dan wilt,” zei hU- „Kom, laten we dan maar gaan/' Ze drongen zich tusschen de kleine tafels. Eindelük vonden ae twee vrUe stoelen. *t Was er ondraaglük warm en druk. De oude" man was met z’n ge dachten bU de op gravingen. bU de antieke schoon heid. die de droom »an tal van nu ten einde spoedende levensjaren waren geweest MOVKJ IUVU 11A5 „Ik kan niet langer meer thuis zitten! Die -e lift In bet warenhuis gleed geluidloos r —l*inog: op elke verdieping stapten men- schen uit en namen anderen de open ge vallen plaatsen In. BU t stoppen voor de tx>- venste verdieping hoorde men Rudolfo’s stem op een gramofoonplaat, een .oud Itallaansch volkslied zingen: zenuwachtig trok een oude dame een ouden, mageren man met zich mee „Kom Hendrik, vlug, we moeten uitstappen.” De aangesprokene keek haar besluiteloos aan. volgde toen zonder iets te zeggen en bleef, ge duldig afwachtend, naast baar staan. .Hoor je "t?” glimlachte de vrouw droevig. HU knikte. „Ik herken die melodie: Santa Lucia, Napels, op onze huweUjksrels, Martha.” Zwijgend bleven beiden voor de gramofoon staan. De plaat liep af. zooals ook hun leven was afgerold, tot op den dag van heden, den dag, dat ze daar in hopeloose armoede stonden, afgemat door den levensstrijd, oud en versleten. „Kom!” zei de oude man ongeduldig. „Waar om breng Je me toch hier heen? Hier ziet men graag koopkrachtige menschen. Dat zUn wU niet.” Z’n vrouw hield hem krampachtig vast en barstte toen los: De enorme omvang vim den Anwtrifraanwhen smokkelhandel in verdoovende middelen blUkt bet best uit een mededeellng van een commissie van onderzoek voor de gevangenissen, waarin verklaard wordt, dat in de meeste Amerikaan- sche gevangenissen dergelUke vergiften gevon den zUn. Vele gevangenen bevonden zich In een voortdurende cocaïne-bedwelmlng of spoten zich in met morfium, zulks dlkwUls met mede weten van de gevangenis-directie, die daar tegen niet optrad of niet optreden kon. in het bUzonder in de gevangenis van Philadelphia nam de smokkelhandel in verdoovende mid delen een schrikbarenden omvang aan. In dit —4e, e— honderdtal jaren geleden gebouwde tuchthuis worden uitsluitend zware misdadi gers opgesloten »en Juist hier oordeelde men bet noodlg. een „humaan" reglement van orde In te voeren. Men benoemde gevolmachtigden der gevangenen en aan hun hoofd bevonden zich vier zware misdadigers, die straffen van twaalf tot achttien jaar uit te zitten hadden. De een was een moordenaar, twee anderen straatroovers en de vierde een inbreker. Met de opname van deze mannen in het gevangenis bestuur bereikte de smokkelhandel In verdoo vende middelen en alcohol ongekende hoogten. BU vele gevangenen deden zich ten gevolge van bet overmatig gebruik van cocaïne vergifti gingsverschijnselen voor, zooals b.v. krampen, neusbloedingen, enz., terwijl andere weer zoo dronken waren, dat ze nauwelUks op de beenen konden staan. Uit overwegingen der „huma niteit" nam men den bewaarders de wapenen af en - om de gevangenen niet te „onteeren" werd de gevangenisdracht door blauwe werk kielen vervangen. Zoo hadden de moordenaars en bandieten de mogelUkheid, zelfs op klaar lichten dag te ontvluchten. En tenslotte kwam het dan tot muiterijen, zooals ze in de geschiedenis van het Amerikaan- sche gevangeniswezen wel nooit verschnkkeluker voorgekomen zijn. De vier misdadigers aan het boofd van de gevangeniscommissie speelden het klaar, naast verdoovende middelen en alcohol, ook wapens het tuchthuis binnen te smokkelen. Ben ware oorlóg brak uit en zulks niet slechts WR de ongewapende gevangenisbewaarders, I maar ook tegen de medegevangenen, die zich tegen de bevelen van de rebellen waagden te vetzuchten da ga* -Speel hard,” zet hU. terwijl hu Mch heen boog over Lorrie, die Juist ging zitten. „Ik wil met u hooren.” tigóen -»e «>e—hennen en m cellen veer één 4 ‘peiaoon op te sluiten. Maar ook dat hielp niet. De misdadigers drongen iedere cel binnen en sloegen de door hen gehate medegevangenen bewusteloos. En toen daarna een algemeene multerU uitbrak, moest men de hulp van mili tairen inroepen, wUl de jxjlltie te zwak bleek te sUn. De commissie van onderzoek belastte daarop den heer j. G. Croome, den leider van de’ politie in Pennkyivanie, met de reorganisatie van het gevangeniswezen In Philadelphia. „Alles in deze gevangenis moest hervormd worden,* schrUft Groome in zUn rapport.. „Eerst Het ik alle ge vangeniscellen grondig onderzoeken. Het resul taat was ontstellend; in 57 uitgebrande kachels vonden wy 220 messen, 2^ hamers, 11 byien, U revolvers, een gedemonteerd machinegeweer, 300 patronen, 18 radiotoestellen ch voor 10.000 dol lars cocaïne, herothe, en morphlum. Veertien morphlnlsten moesten naar het ziekenhuis wor den overgebracht, daar hun gezondheid geheel door dit verschrlkkeHjk vergif was ondermUnd. Ik begreep, dat de gevangenen slechts langs twee wegen verdoovende middelen konden krij gen, rapporteert Groome verder, door de be- soeker* en door de bewakers. Derhalve liet ik stalen netten aanbrengen In de vertrekken, waar de gevangenen hun bloedverwanten en vrienden ontvangen. Ook betrouwbare bewakers kwamen In plaats van de oude. En wiet één hield het smokkelen van verdoovende midde len op. Daarna begon ik den strUd tegen de vervul ling. In de gevangenis heerschte zóó’n stank, dat naen nauwelUks adem kon halen. De cel len en de gevangen werden slechts eenmaal in de week geveegd en eenmaal in de vier weken geschrobd, -oodat de spUsresten onder de ban ken dlkwUls tot ontbinding overgingbn en een «erschrikkelUken stank verspreidden. Ik gaf bevel, dat het geheele gebouw lederen morgen tend bestudeerde, afstak" dien zin, dat hU het eeuwige gebrom en be knorren van zUn ouders en broertjes ont vluchtte. maar ook zoo, dat hU «U» heil zocht in het zich verdiepen In de verrichtingen van planten en dieren. De Jongen bleek een ras echt „Naturforscher”! Een eenzelvige ..zwer ver” langs velden en wegen, die allerlei bloemen, torren, kevers, kikkers etc. nauwlet- en zUn vriendjes „de loef met zUn „natuur-hlstorische geheitn- plaataen". WU kregen hem geplaatst op een U. L. O. wU wisten hem te bewegen daar op alle vakken goed zUn best te doen. Immers Jan sou hU tater een mooie betrekking kun nen krügen op natuur-historlsch gebied!” Enhet lukte, hU deed zUn best, hU door liep de U. L. O. zonder doubleeren. hU maakte .speciaal studie*-van de Nat Hist. ent. wist daar per saldo veel meer van dan zUn onder- wUrer. Den ouders hadden wU erop gewezen het „brommen" van „Domme Jongen!” nu eens te staken, hem in de gelegenheid te stellen sUn lust tot „opkweeken van vlinders etc." bot te vieren. Vader kocht alsmaar Nat.-Hlstori- sche boeken voor hem, en hU verwerkte ze van A. tot Z. En uitelndelük werd hU: „Tuinbouw kundige”! ZUn vroegdre lui- en domheid bleken slechts de aangenomen houding om *n groote moede loosheid te verbergen. HU was Inderdaad geen snelle leerling, hU had zich voortdurend be dreigd gevoeld door het pienter broertje onder hem, en zich niet bU machte gevoeld het broertje boven hem, dat hem vóór was, in te halen en te overvleugelen, HU had derhalve den strUd volkomen opgegeven. Slechts de aan sporing tot positieve prestaties, en niet het deprlmeerend „in een hoek duwen” had hem weer moed gegeven. Het besef, dat zUn presta ties, al waren die dan in vergelüklng met an deren minder, even goed gewaardeerd werden, ja zelfs nog, wUl het hem ook meer moeite kostte, en het steunen van zUn aanleg en lief hebberijen Inplaats van het „Weg met die vleze beesten!" redden hem van den volkomen „ondergang”. Ouders, is Uw kind „dom en lui”, tracht in overleg met den onderwUser de oorzaak er van op te sporen. DlkwUls zult U er zelfs een nog meer deskundige bU moeten raadplegen, maar in ieder geval tracht den specialen aanleg van Uw kind te ontdekken, dien dan te stlmu- leeren en het verdere leeren daarop te basee- ren.' Is Uw kind „absoluut dom” gebleken, geeft het dan geen onderwijs dat het niet kan volgen, schaamt U er niet voor bet B. L. O. te moeten aanwUzen als voor Uw kind geschikt, Immers juist wat voor *het kind geschikt ia is de beste VOldHHg Het dwingen tot leeren, wa< het niet kan. bederft 'hétt arfckta* U*ri bétond, en dat is geen harmonische opvoeding. JO6. DETONY ü'i:/ derd” gd>aad hadden’ moesK*n zich nu lederen ^rden dag aan deze procedure onderwerpen. Dat heeft strUd» gekost, zelfs veel strijd, m—t de overwinning bleef mU; reeds na weinige we- het trchtbui* geen spoor van den ▼eroehrlkkelUken stank meer te bemerken. 4 •Ir/ngenen kre»en gord voedsel, zu kon- uur per dag op de binnenplaatsen j,. en ltchame!Uke oefeningen houden. b^en0^0' rtbal’ WOreUIen* b°fc'en’ btoe-ban en zingen in. Er waren ook goede boksers onder de gevangenen en dlkwUls werd er een spannende strUd geleverd. Ook mee- nlngsverschiUen werden van nu af in plaats meS8en “o»' slechte door bokswed strijden beslist. Op zekeren dag overviel Green, die in het tuchthuis als de gevaarlykste man gold, een anderen gevangene. White genaamd, en de vechtpertu nam reeds gevaarlUke vormen aan, toen Ik aankwam. Ik gaf hun bokshandschoe nen, Het de andere gevangenen een ring vor men en benoemde twve bewakers tot scheids rechters. Daarop begon de strUd. Tot alge meene verwondering moest Green, die als on- overwinhelUk gold, vele stagen incasseeren. Na eenige oogenblikken had hy er genoeg van en trachtte den strijd te staken. „Jy bent begon nen,” antwoordde ik, „nu krUg je je verdiende loon!" De stryd ging verder en eindigde met een volledige nederlaag van Green.' Voortaan deze gevaarlUke gevangene volkomen ver anderd. Onder de gevangenen bevonden zich ook sicl en zangers van groote kwaliteiten en de concerten, die zU organiseerden, waren d!k- wyis zoo uitstekend, dat zU door de radio wer den uitgezonden. Een van de solisten, een neger uit Harlem, bezat een heerlUke bariton. Na zUn radiopremière schreef mU een filantrope, de vrouw van een hoog Amerikaansch ambtenaar, dat zU van plan was gratie voor hem te verzoe ken, en mU daarbU om hulp verzocht. „Een mensch uit ariens stem zooveel ziel spreekt,” schreef my de dame, „Iran onmogelUk een mis dadiger zUn.” In antwoord op dit schrijven deelde ik de dame mede, dat de zwarte zan ger wegens zedendelicten tot acht jaren ge vangenisstraf veroordeeld was.... Een antwoord van de filantrope bleef uit. „Minder sentimentaliteit en veel gezond men- schelUk verstand en practlsche zin,” besluit Groome zUn rapport, „zUn voor het Amerikaan- sche gevangeniswezen dringend noodlg, want anders blUft dit probleem, ondanks alle her vormingen, eeuwig onopgelost." nog een dwaas met veel verbeelding, maar ik heb toch den Indruk gekregen dat dat je van me hield." ,Ja?” vroeg ze met een flauw glimlachje. Ja, het was natuurlUk idioot, maar ik voelde het zoo en al heb ik het al die maanden ook nog zoo hard geprobeerd te gelooven, ik kan me niet voorstellen, dat je my opzU hebt gezet voor Seymour, omdat die toevallig meer geld had. Nou lach je me zeker uit.” Ze schudde het hoofd en er was ook geen lachje op haar gezichtje te bekennen. .Maar ik geloof nu eenmaal, dat je van me hield en het het achtervolgt me. Lorrie ver tel me eens eeriyk, zonder iets te verzwUgen, was er een reden, waarom je beloofde zUn vrouw te worden en Je mU soo leelUk behan delde?" ,Jk heb Je niet leelUk behandeld,” zei ze bevend. ,Je vergeet „Wat doet het er toe,” zei hU haastig met onderdrukte opwinding. ,Daat ons adsjeblietf niet gaan ruziën. Beantwoord mUn vraag. Was er nog een andere reden behalve zyn geld, dat Je mU in den steek liet voor Seymour Melford „Wat geeft het?” zei ze. „Goed,* ze hy boos, terwUl hy opstond. .Neem me niet kwalUk. Ik had geen recht om de vraag te stellén. Vergeef het me, alsjeblieft." Lorrie’s hoofd boog wat dieper en eavlel een traan op de toesten. HU sag het en het maakte hem razend. .Duister eens,” zei hy. .Als ik moest denken, dat Je Iets voor my verborgen houdt, dat ik behoorde te weten „U wenscht?" De dienster keek ben strak aan. De oude vrouw keek naar *t ingevallen gesient van haar man. „Eén glas ranja, astubUeft! Ik heb al aan een ander tafeltje.... De dienster luisterde er niet naar. Stil en zwygend zat het oude echtpaar tegenover elkan der, omringd door druk pratende menschen, ter wijl de gramofoon haar schetterende tonen liet hooren. De ranja werd gebracht. De man schoof die naar z’n vrouw toe, zonder haar aan te kyken. „Voor jou," zei de zachte stem tegenover hem en schoof het weer zacht naar hem heen. In gedachten verzonken, dronk hU langzaam, automatisch, aonder het te merken, het glas ’leeg. Z’n vrouw keek hem aan. Zwygend, met gevouwen handen, den versleten zwarten hoed scheef over de grUze haren getrokken, leunde ■x in haar stoel en dacht na over de beste ma nier, waarop ze haar gouden broche zou kunnen verkoopen. ,Je moet weten,” zei de oude man. „dat de laatste gebeurtenissen in t jaar 350 v. Christus, - hebben bewezen, dat....” ZU knikte* ze knikte nog eens. .Ja, Hendrik, ik begrijp het, *t is wel merk waardig." Even keek hy haar verwytend aan, maar och, dacht hy, hU ton toch ook niet verlangen, dat s’n goede vrouw veel belangstelling aan den dag legde voor z*n oudheidkundige studies. „En." vroeg hU harteiyk, „heeft het je plezier gedaan. Martha, hier een glas ranja te hebben gedronken?" Ze antwoordde met een glimlach, nam s*n arm en samen liepen se weer naar de lift. Men maakte zelfs plaats voor de twee oudjes, zoodat ze konden zitten. WU passeeren dagelijks een bruggetje aan den rand van de grootstad. Het ligt er nogal landelUk en vandaar misschien, dat wU er’ als bet weer het tenminste een beeMe-rioetaat een landlooperig-uitzienden venter kunnen aantreffen met een kleine negotie in chocota- dereepen en ander snoepgerei. Kenneiyk een „achteriyk” type, doch en dat heeft ons verbaasd toch nog niet zóó of het speelt met graagte op de onderste trede van het bruggetje zUn partytJe schaak. Het dage- lUka bU een landweg behoorende weder- zydsche groeten ontlokte onlangs een .praat je”: .MUnheer, wilt U wel gelooven dat ik nog wel eens aan mUn jeugd terugdenk? Alleen bit ter meneer, erg bitter. Had ik nou ook niet een fatsceniyk bestaan kunnen hebben? Maar ae hebben mU getreiterd, meneer, getreiterd met hun „stommeling” en „domoor”. Ze hadden mU meer moeten leiden, ze hadden met zyn allen my moeten zien te begrypen. Jawel, maar ik kon niks, Ik mocht nergens aan komen. Zoo en ik had niet overal fiducie in, maar ze bad en ik had niet overal fidusle in, maar ze had den moeten probeeren wat van my te maken. En wat hebtên ze gedaan? Me eenkennig ge maakt en menschenschuw. Ja, ik ben er nou overheen, maar nou is het te laat. Heb ik dan heelemaal geen hersens meneer? En mijn schaken <tan?” Waarde lezer en tezeres, dit „praatje* van den Inderdaad met vcorbUgangers normaal- goed-schakenden venter moge een les bevat ten! Hoe dlkwUls, wordt door ouders niet net „Domme Jongen!” (of soms een nog krachti ger uitdrukking van die soort) aan het adres van een min of megr langzaam kind geuit? .Domme Jongen!", het la zoo gauw gezegd, en het is zoo dlkwUls geheel en al misplaatst! Immers het feit dat een kind bU een meer begaafd broertje of zusje achterbiyft is nog geen bewUs van „domheid". Bovendien, wan neer zelfs werkelUk wat wu noemen „dom-sUn" geconstateerd moet worden Is het nog niet juist om dit het kind maar meteen ts gaan verwUten. Immers eerst dient nog uit gemaakt te worden of die „domheid” voortkomt uit .traagheid van begrijpen der behandelde or- derwerpen dan wel uit werk-luiheid. En zelfs wanneer dit laatste het geval is mogen wU gaan onderzoeken waaraan die luiheid te wiften is instede van direct maar „op te spelen". Na tuurlUk, wanneer een kind uit gemakzucht terugschrikt voor eenige Inspanning Is voort durende aansporing tot werken, ook -t- wan neer noodlg op wat" meer straffer wU«e, vol komen gerechtvaardigd. Qochde luiheid en de domheid kunnèn dlkwUls een symptoom zyn van een verborgen strUd, en dan zal men toch het kwaad in den wortel, in zyn oorzaken moeten gaan bestryden. WU herinneren ons b.v. nog duideiyk een jon gen uit een gezin met (op hem na) „knappe koppen van kinderen”. Een ouder zusje be haalde met uitstekende cUfers de onderwUs- bevoegdheden, een broer doorliep met succes de M„ T. 8., een ander de Koloniale Landbouw school- van Deventer, terwUl sUn Jongere broertjes beiden op de Lagere School al „uit blinkers” bleken. HU daarentegen kwam steeds weer met „op het randje af-rapporten thuis, doubleerde enkele klassen, voerde daaroy nooit iets uit en liet alle vermaningen, beris pingen. etc. yskoud langs hem heen gaan. Een schijnbaar uitgesproken lui. Ja, zeggen we .lamlendig” type! De ouders wisten dan ook niet wat met hem aan te vangen, zUn onder- wUzers rangschikten hem onder de „dommen" HU was stil, teruggetrokken en lusteloos, be halve buitenshuis en buiten de school als hij mét’kameraadjes aan het spel wa*. Daar «peel de hU „eerste viool". Door een toeval ontdekten wy, dat zyn „op straat spelen" een letterlUke „vlucht naar de natuur” wax Niet alleen in te praten, nietwaar? Als Je niet vriendeWk over haar kunt spreken, houd dan heelemaal Je mond. Bewaar me, Diana! wat heeft ze ooit gedaan om haar te behandelen zooals JU vsa- avond hebt gedaan?” ,Heb Ik ha sir niet vriéndelijk genoeg be handeld?" vroeg ze met een kleur van boosheid. ,Je verwacht toch niet, dat ik erg vrlendelUk ben tegen een meisje, dat eerst vergefsche pogingen heeft gedaan om jou In de wacht te sleepen en dat nu er in gestaagd is mUn broer te vangen.” z Een oogenbllk stond hy baar sprakeloos aan te kyken. Toen zei hy: „Waarachtig Diana, ik geloof, dat er op de heele wereld niemand zoo wreed is al een vrouw, wanneer ze staat tegenover een andere vrouw, die ze niet mag! Wat betreft het vangen van Je broer, over dat onderwerp zUn twee meenlngen moge!Uk; jy hebt de Jouwe en Ik heb de myne.” .NatuurlUk, jy bent *t met haar eens,” zei ze minachtend^ JU kiest altijd de party van een meisje, dat er vroeger wel aardig ultaM" HU lachte hU lachte werkelUk. „Vroeger!" zei hy. „Vroeger! Groote góden! Kom vooruit, goedennacht." 4 Ze gingen voort toen ze een gordijn van lange waterplan ten zagen. Ze gluurden er doorheen en ontdekten een geweldig monster met tanden als een tUger, armen als lange slangen met klauwen van een leeuw en met een baardje van een sik. Op zyn verschrikkelUke hoofd had hU een soort kroon van grijsblauw zeewier. Ze waren doodelyk verschrikt, de waag halzen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1938 | | pagina 19