u&Aaal van
De avonturen van een verkeersagentje
den da^
o
D
ALLEABONNÉ’S
ORRIE
GEVANGENISWEZEN
t
r
ZATERDAG 20 AUGUSTUS 1938
‘Van 9*12 en van 2-4
,fiomme jongen”
•1
I
na
1-1
-
en,
rren
rr
sè
Ordening en werkver
ruiming
In het
Warenhuis
rHARirs
GAR VICÈ
Een intereuant rapport
- *3
’J'
vangeSBJtmtie feh.tfgep gevpJtUfttó^
r
mu-
e
f
(Nadruk verboden.)
«K.
M
want
r
BQ write» wn mb HMK
NB WBB BÉ K
rca
ten
MC
le
es,
en
len
Zoo gleden ae samen omlaag, weer naar het
dagelUksche leven, hij. met c*n gedachten in z’n
opgravingen, zU, In haar zorgen
De liftjongen keek hen na en mompelde:
„Wat *n gelukkige oude menschjeel”
eft
len
ge*
g«-
1» *1
It te
voor-
abi»-
t
v
t
e
I
t
n de
stad
twee
laden
een
hui»
ge-
eek
ren
s
k
dat
re-
Bar-
irde-
neer
lam
stad,
ïteld.
r de
Iscbe
e
ba
il en
rang
iUleh
vaar-
leven
vecht
eec
je praten, zoodat de anderen het niet
i."
-Probeer het niet," zei ae bedaard. „Het heeft
-*■ -
|kiM
gen-
aan-
;ttoa-
togen
vsr-
egee-
to de
r
r
e
e
r
I.
i.
De rageering van de Vereenigde Maten heeft,
in het kader der algemeene zuivering des lands
van verdachte elementen, ook een actie tegen
de clandestiene handelaars In verdoovende tnld-
oocaïne.
ep dit blad zijn ingevolge de veraekeringsvoorwaarden te»»» *7(“A E* 7^x0 bfl een ongeval met p
ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen F UUs" verüee van belde armen, belde boenen of beide oogen F DU»" doodelljkan afloop
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN U1TERLUK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
den twee
wandelen
Binnen 30 meter von oen brom
MZaptlantoorn ttaande .be-
hoeft au tb bmnen bebouwde
■hommen geen
voeren!
delen laten ondernemen, waarbtj cocaïne,
heroïne en opium ter waarde van eenige hon
derdduizenden dollars in beslag genomen zijn. De
smokkelaars bleken in hoofdzaak gangsters te
stfn, die door de opheffing van de prohibition
van hun oude bronnen van inkomsten beroofd
waren. In den handel in verdoovende midde
len vonden zij..een nieuwe Iteratieve bezigheid,
intusscben zeer tot schade van het Amerikaan-
sche volk. DO .American Medical Society” heeft,
vastgesteld, dat per hoofd der bevolking In de
V. 8. op het oogenbllk tienmaal meer vergiften
gebruikt worden dan in Europa. De centrale
van de smokkelaars bevindt zich, evenals vroe
ger bij de alcoholsmokkelarU, In Chicago en de
„filialen" zUn als dicht net over geheel
Amerika gelegd.
Ben blauw licht trok hun aan. Ze zagen het schemeren
achter een poort van zeewier en waterplanten en daarom be
binten ze maar eens door te gaan. Dat was natuurlijk niet
verstandig, want ze wisten met wat zich daar verborgen had,
welke avonturen en verschrikkelijke dingen ze daar zouden
vinden.
ééne benauwde kamer! Kom mee, Hendrik, het
kost toch niets. Laten we hier wat rondloopen.
Hier zie je tenminste wat. JU zou boeken kun
nen zien.”
Het woord: boeken, scheen op den ouden man
een fascineerende uitwerking te hebben.
„Boeken? Ja, we zouden daar eens naar kun
nen kUken.”
De oude vrouw lachte gedwongen. Maar toch
liep ze met haar man vlug door.
„Er moet een nieuw werk over de opgravingen
in Egypte verschenen zUn," mompelde hy.
Ze gingen langzamer; de warmte en het licht
verdoofden hen een weinig. Ze waren er niet
aan gewend zich tusschen zooveel menschen te
bewegen.
„Bljjf bU me, Martha,” sprak hij.
„NatuurlUk. dat weet je toch wel.*
Ze gingen nu van stand tot Stand, tangs de
honderden boeken. *t Was pünlUk de vragende
verkoopers telkens weer te antwoorden: „neen,
dank u, we willen maar eens kijken.”
„Muziek, Hendrik, hoor je 1?”
,Ja, maar stil toch, hier Is een boek over op
gravingen.”
HU nam het op. bladerde er in en sprak wat
voor zich heen. Ze trok hem aan z’n mouw.
„Hendrik, de lunchroom! Men kan daar gaan
zitten bU aardige muziek, bloemen op de tafel
tjes, aardig gedekt, fleurig....*
,Jioe kom je daar bU? Of heb je soms geld
te veel? Dan zou Ik dat heerlUke boek willen
koopen, kUk eens, met vUfendertig pracht-foto'a.
verminderde prUs, bijna voor niets, net als al
het andere hersenwerk.*
„Och. kom- toch, ik ben zoo moe. We zouden
daar zoo heeriyk kunnen ztten; een glas ranja,
ik heb t zoo warm, heelemaal niet duur. Ik
smeek je Hendrik!”
De oude man keek z’n vrouw aan.
„Meen ie *t? Zulke onnoodlge uitgaven)*'’
Al maanden lang woog op hen dat neerdruk
kende gevoel hunper armoede, het opgeven van
hun huls, de vreeselUke nood, de angst voor de
komende dagen.
„Goeden nacht.* zei ae. Ze hield hem haar
wang voor, kreeg er plichtmatig een kus op,
toen liet sU hem gaan.
SCHERPZINNIG.
„Hallo weet U misschien een gevaar
lijken politiehond voer me te koop
urage
per-
irstel
>rden
□test,
□der-
aan
aan
Tegen de opvattingen van hen, die eenzé-,
kere regeling van het eoonomisch verkeer, ge
zien de huidige omstandigheden, noodzakelijk
achten, wordt wel de critlek vernomen: OU
beperkt door uw handelwUze de mogelUkhe-
den op economisch gebied en handelt daarmede
juist met het oog op de huidige werkloosheid
geheel verkeerd, daar thans vóór alles werk
verruiming noodlg Is.
Het is goed, zoo schrUft „De Nederlander”,
over dese critlek Iets te zeggen, daar sU op het
eerste gezicht Indruk maakt en daar zU ten
deele juist is.
lijk het is het is erg aardig van u en zoo;
maar Lorrie!
„Ik zie niet in. waarom Lorrie zich niet even
goed nuttig zou maken als andere meisjes in
haar omstandigheden,” - zei Diana met koude
hatelijkheid.
Een haastig, boos antwoord lag hem op de
lippen, maar hU hield het met geweld terug.
.Juist," zei hij en hU ging naar Lorrie. ,Jk
geloof, dat dit juist ongeveer het uiterste is, dat
ik vanavond verdragen kan,* zet hij grimmig,
maar halfluid. „Goedennacht, lady Collop, Goe
dennacht, Diana.”
„Ik zal Je naar de deur brengen,* zei Diana
opstaande.
„Doe dat niet,” raadde hij haar haastig aan,
allesbehalve als een verliefde jongen: ,Je je
zult kou vatten.”
Ze keek hem aan en stond vastbesloten op.
„Doe met deze shawl dan om," zei ze gebie
dend.
Dat deed hU en ze gingen de kamer uit. Toen
hij zyn hoed en jas greep en zich met onnoo
dlge haast aankleedde, zei ze langzaam en
koud:
„Guy, ik hoop, dat je dat arme meisje niet
zult stijven in haar trots en haar luiheid.”
.Arm meisje? Welk arm meisje?” vroeg hij,
hoewel hij heel goed wist, wie ae bedoeld had
met haar koude, minachtende woorden.
.Je weet, dat Ik Dolores Latimer bedoel,*
antwoordde zij, terwijl haar oogen hem veelbe-
teekenend aanzagen.
„O!” zei hy. ,Jk geloof wel, dat ze arm is,
maar dit is toch niet de manier cm over haar
*°ch geen zin.”
Maar ae speelde een maneb die zoo luid was,
öat zjjn stem door de anderen niet gehoord kon
worden.
„Lorrie,” zei hij. met zijn rug naar Diana,
-dit kan niet zoo blijven doorgaan. Het is
bet is bespottelUk. Ik ik aal aan lady. Parn-»
bam vragen om Je op de Hall te Invlteeren; je
«uit van haar houden." - -
Lorrie schudde haar hoofd.
-Niet doen,” aei ae. Jk aou niet gaan.
ben gelukkig hier."
-Dat zie ik,” antwoordde MJ boos. ..Seymour
heeft je bevolen hier te wachten en
keek niet iwar hem, maar haar gezichtje
•“■d nog bleeker.
.-Hij heeft me niets bevolen, maar ads hU
Jat had gedaan, dan had ik hem natuurlijk ge
hoorzaamd."
oogenbllk waren ae beiden etU, toen zei
M, nog dieper buigend en met een ptoteelin-
b**-op aUis kna^ gaidaM.U Al m
„Guy, lieveling,” viel de kwijnende stem van
Diana hem in de reden, „wil Je morgen met me
gaan rijden?"
HU liep ongeduldig de kamer op en neer.
„Wat? Neem me niet kwalUk. Rijden? O ja,
Lorrie," hU keek naar haar om, ,Je moet feite-
Hjk met ons meegaan."
Er viel een veelzeggend zwijgen.
.Dank je,” zei ze luchthartig, maar met ver
langen in haar stem, ik wil niet het vUfde rad
aan den wagen zUn.”
,Heel vriéndelijk, lord Kendale,* zei lady
Collop; „maar Dolores moet aan haar plichten
denken. Morgen bezoeken we het ziekenhuis,
nietwaar?"
„Het ziekenhuis!" riep Guy uit, van de een
naar de ander starend. „Welk ziekenhuis?
Waarvoor? Lorrie wordt toch geen dokter, is
t wel?"
Lady Collop rilde en zette een plechtig ge
zicht:
gellng van het economisch teven erkennen,
nimmer verdedigd. Door ons althans niet.
Moet men dan die regelingen, omdat sjj
direct misschien niet tot werkverruiming
bUdragen. afwUaen?
In geen geval.
Men moet hier twee onderscheidene «a-
r keil teen houden, t?' mi e
Aan den eenen kant de regeling van het
economisch leven, die op den duur wel,
maar direct niet tot werkverruiming bij
draagt.
Aan den anderen kant de maatregelen,
dié direct bUdragen tot vermindering der
werkloosheid, tot werkverruiming.
Deze twee groepen van maatregelen roe
men elkanders complement. ZU beboeren
naar onze overtuiging in de huidige tUds-
omstandlgheden beide onder het oog
te worden gezien en tot uitvoering te ko
men
De huidige regeeringspolltiek houdt met
deze noodzazelUkheld naar ons oordeel niet
altUd voldoende rekening.
Eenerzuds wordt er veel gedaan om de be
staansmogelijkheden rtn bestaande onder
nemingen te handhaven. En in het alge
meen gesproken kunnen wU ons met dat
streven ten volle vereenlgen.
Maar anderzUds is bet dan ook eisch, dat
een krachtige politiek op korten termijn
arbeidsgelegenheid schept voor degenen,
die de vruchten van eerstgenoemd streven
misschien op den tangen duur, maar direct
in elk geval nog niet zulten plukken.
Daarom past bU de thans gevolgde eco
nomische politiek een politiek na ar
beidsverruiming op korten termUn en
niet in de eerste plaats de politiek van be
vordering van werkverruiming door ont-
plooilng van het bedrijfsleven, die boe
gewenscht ook toch een politiek van
den langen duur blUft.
Wie A zegt moet ook B weten te zeg
gen. Wie het bedrUfsleven in regelmatige
banen leidt, moet terzelfdertUd. wil hfj het
geheel In het oog vatten. zorgdr»s«n voor
de anderen, die in dat bedrijfsleven direct
nog geen andere plaats kunnen vinden
Eerst dan is een harmonische ontwikke
ling van het economisch leven gewaar
borgd.
.Dorrie, ik heb nog nooit een meisje ontmoet,
dat zoo gevat was als JU.”
„Dank je,” zei ze zacht „en wat nog meer?"
„Wat ik nu ga zeggen, zou ik niet zeggen,
wanneer Je dom was. Lorrie, antwoord me even
eerlUk als ik het je vraag. Laten we alsjeblieft
niet om de dingen heenpraten. Ga Je met
Seymour Melford trouwen?”
Ze aarzelde geen oogenbllk, maar knikte: Ja.
HU haalde diep adem en werd bleek.
„Dank je, dat is tenminste een duidelUk
antwoord. Nu nog een vraag. Waarom ga je met
hem trouwen?" -z
Haar gezicht werd een oogenbllk zoo rood
als een ptoenftx» en ze hield haar oogen op de
toetsen gerleht.
„Ik geloof, dat het nu mUn beurt is. Waarom
ga JU met Diana trouwen?"
.Dat weet je," antwoordde hU, tamelUk luid.
„Omdat JU me liet zitten en het nu niet hindert,
wat er van me terecht komt. Als je wilt
Ze kromp even in elkaar en wenkte waar
schuwend naar de belde anderen.
„Als Je wilt, zelfs nu nog,” herhaalde hU
zachter. „Het is nog niet te laat. Lorrie"
en hU boog zich zoo dicht tot haar over, dat
ze zUn adem op haar wang kon voelen
.Dorrie, sinds den avond dat we elkaar vaar
wel zelden, heb ik gedacht en gedacht over die
verloving van Jou en" sUn stem werd be
zorgd en angstig en hU zag haar ernstig, büna
smeekend in de oogen - „en ik kan de ge
dachte plet uit mijn hoofd bannen, dat er iets
In deze geschiedenis is, dat ik niet weet. Ik mag
mBMbJatf cm dwaaa zijn en op den koop toe
.Neen lord Kendale. Ik veroordeel zulke
onvrouwelUke neigingen ten zeerste. Dolores,
dokter! In geen geva. Maar iedere week hou
den we een morgen vrU om een van de zieken
huizen te bezoeken en een opbeurd woord tot de
patiënten te richten.”
Guy stond een oogenbllk perplex, toen
barstte hU In een bartelUken schaterlach uit,
soo dwaas en tegelUk vermakelUk vond hU het.
.Neem mU niet kwalUk, lady Collop.' Ik lach
u niet uit, op mUn woord van eer niet. Maar
bet idee om Lorrie in een ziekenzaal te zien
rondwalsen met een stapel traclaatjes! Natuur-
Inderdaad behoeft geenszins te worden
ontkend, dat bUvoorbeeld een vestigihgs-
wet direct niets tot werkverruiming bU-
draagt en zelfs eerder de tendens heeft om
die werkverruiming, voorlooplg althans,
tegen te houden.
Als er een spertUd wordt Ingevoerd, waar
door het aantal vakgenooten voorlooplg op
1000 wordt gefixeerd, dan is dit op zlcli
zelve beschouwd een ongunstiger situatie
dan wanneer men alles had vrUgelaten,
waardoor er b.v 1200 het bedrUf hadden
kunnen uitoefenen.
„Op slchzelve beschouwd," want men
verge te niet, dat de omstandigheden soo
zouden kunnen zUn, dat van die 1200 er na
korten tUd 300 gefailleerd waren (restant
dan 900 of minder dan de 1000 van thans»
en dat déArom juist de spertüd In het te-
f ven geroepen sou kunnen zUn.
Maar, hoe dan ook, direct geeft een
regeling van het economisch leven in het
algemeen geen werk verruiming. Op
den duur geeft zU dit oJ. wel, geeft zU al
thans behoud van werkgelegenheid, die
anders verloren zou zUn gegaan, maar
direct niet.
BU ons weten is dan ook deze stelling
door hen, die de noodzakelUkheld van re-
De oude dame vocht met haar tranen.
„Ik zou toch zoo graag.... och. laten we er
toch heen gaan, laten we toch voor een half
uurtje...."
HU schudde het hoofd, met de prachtige,
spierwitte haren, het hoofd van een kunstenaar,
een geleerde.
Met bevende lippen stamelde de oude vrouw:
„Maar Hendrik, Ik heb het zoo noodlg."
Langzaam gleed z*n blik over het hem zoo
vertrouwde gezftht van z’n levensgezellin.
„Zooals je dan wilt,” zei hU- „Kom, laten we
dan maar gaan/'
Ze drongen zich tusschen de kleine tafels.
Eindelük vonden ae twee vrUe stoelen. *t Was
er ondraaglük
warm en druk.
De oude" man
was met z’n ge
dachten bU de op
gravingen. bU de
antieke schoon
heid. die de
droom »an tal van nu ten einde spoedende
levensjaren waren geweest
MOVKJ IUVU 11A5
„Ik kan niet langer meer thuis zitten! Die
-e lift In bet warenhuis gleed geluidloos
r —l*inog: op elke verdieping stapten men-
schen uit en namen anderen de open ge
vallen plaatsen In. BU t stoppen voor de tx>-
venste verdieping hoorde men Rudolfo’s stem
op een gramofoonplaat, een .oud Itallaansch
volkslied zingen: zenuwachtig trok een oude
dame een ouden, mageren man met zich mee
„Kom Hendrik, vlug, we moeten uitstappen.”
De aangesprokene keek haar besluiteloos aan.
volgde toen zonder iets te zeggen en bleef, ge
duldig afwachtend, naast baar staan.
.Hoor je "t?” glimlachte de vrouw droevig.
HU knikte. „Ik herken die melodie: Santa
Lucia, Napels, op onze huweUjksrels, Martha.”
Zwijgend bleven beiden voor de gramofoon
staan. De plaat liep af. zooals ook hun leven
was afgerold, tot op den dag van heden, den
dag, dat ze daar in hopeloose armoede stonden,
afgemat door den levensstrijd, oud en versleten.
„Kom!” zei de oude man ongeduldig. „Waar
om breng Je me toch hier heen? Hier ziet men
graag koopkrachtige menschen. Dat zUn wU
niet.”
Z’n vrouw hield hem krampachtig vast en
barstte toen los:
De enorme omvang vim den Anwtrifraanwhen
smokkelhandel in verdoovende middelen blUkt
bet best uit een mededeellng van een commissie
van onderzoek voor de gevangenissen, waarin
verklaard wordt, dat in de meeste Amerikaan-
sche gevangenissen dergelUke vergiften gevon
den zUn. Vele gevangenen bevonden zich In een
voortdurende cocaïne-bedwelmlng of spoten zich
in met morfium, zulks dlkwUls met mede
weten van de gevangenis-directie, die daar
tegen niet optrad of niet optreden kon. in
het bUzonder in de gevangenis van Philadelphia
nam de smokkelhandel in verdoovende mid
delen een schrikbarenden omvang aan. In dit
—4e, e— honderdtal jaren geleden gebouwde
tuchthuis worden uitsluitend zware misdadi
gers opgesloten »en Juist hier oordeelde men
bet noodlg. een „humaan" reglement van orde
In te voeren. Men benoemde gevolmachtigden
der gevangenen en aan hun hoofd bevonden
zich vier zware misdadigers, die straffen van
twaalf tot achttien jaar uit te zitten hadden.
De een was een moordenaar, twee anderen
straatroovers en de vierde een inbreker. Met de
opname van deze mannen in het gevangenis
bestuur bereikte de smokkelhandel In verdoo
vende middelen en alcohol ongekende hoogten.
BU vele gevangenen deden zich ten gevolge van
bet overmatig gebruik van cocaïne vergifti
gingsverschijnselen voor, zooals b.v. krampen,
neusbloedingen, enz., terwijl andere weer zoo
dronken waren, dat ze nauwelUks op de beenen
konden staan. Uit overwegingen der „huma
niteit" nam men den bewaarders de wapenen af
en - om de gevangenen niet te „onteeren"
werd de gevangenisdracht door blauwe werk
kielen vervangen. Zoo hadden de moordenaars
en bandieten de mogelUkheid, zelfs op klaar
lichten dag te ontvluchten.
En tenslotte kwam het dan tot muiterijen,
zooals ze in de geschiedenis van het Amerikaan-
sche gevangeniswezen wel nooit verschnkkeluker
voorgekomen zijn. De vier misdadigers aan het
boofd van de gevangeniscommissie speelden het
klaar, naast verdoovende middelen en alcohol,
ook wapens het tuchthuis binnen te smokkelen.
Ben ware oorlóg brak uit en zulks niet slechts
WR de ongewapende gevangenisbewaarders, I
maar ook tegen de medegevangenen, die zich
tegen de bevelen van de rebellen waagden te
vetzuchten da ga*
-Speel hard,” zet hU. terwijl hu Mch heen
boog over Lorrie, die Juist ging zitten. „Ik wil
met u
hooren.”
tigóen -»e «>e—hennen en m cellen veer één 4
‘peiaoon op te sluiten. Maar ook dat hielp niet.
De misdadigers drongen iedere cel binnen en
sloegen de door hen gehate medegevangenen
bewusteloos. En toen daarna een algemeene
multerU uitbrak, moest men de hulp van mili
tairen inroepen, wUl de jxjlltie te zwak bleek
te sUn.
De commissie van onderzoek belastte daarop
den heer j. G. Croome, den leider van de’ politie
in Pennkyivanie, met de reorganisatie van het
gevangeniswezen In Philadelphia. „Alles in deze
gevangenis moest hervormd worden,* schrUft
Groome in zUn rapport.. „Eerst Het ik alle ge
vangeniscellen grondig onderzoeken. Het resul
taat was ontstellend; in 57 uitgebrande kachels
vonden wy 220 messen, 2^ hamers, 11 byien, U
revolvers, een gedemonteerd machinegeweer, 300
patronen, 18 radiotoestellen ch voor 10.000 dol
lars cocaïne, herothe, en morphlum. Veertien
morphlnlsten moesten naar het ziekenhuis wor
den overgebracht, daar hun gezondheid geheel
door dit verschrlkkeHjk vergif was ondermUnd.
Ik begreep, dat de gevangenen slechts langs
twee wegen verdoovende middelen konden krij
gen, rapporteert Groome verder, door de be-
soeker* en door de bewakers. Derhalve liet ik
stalen netten aanbrengen In de vertrekken,
waar de gevangenen hun bloedverwanten en
vrienden ontvangen. Ook betrouwbare bewakers
kwamen In plaats van de oude. En wiet één
hield het smokkelen van verdoovende midde
len op.
Daarna begon ik den strUd tegen de vervul
ling. In de gevangenis heerschte zóó’n stank,
dat naen nauwelUks adem kon halen. De cel
len en de gevangen werden slechts eenmaal in
de week geveegd en eenmaal in de vier weken
geschrobd, -oodat de spUsresten onder de ban
ken dlkwUls tot ontbinding overgingbn en een
«erschrikkelUken stank verspreidden. Ik gaf
bevel, dat het geheele gebouw lederen morgen
tend bestudeerde,
afstak"
dien zin, dat hU het eeuwige gebrom en be
knorren van zUn ouders en broertjes ont
vluchtte. maar ook zoo, dat hU «U» heil zocht
in het zich verdiepen In de verrichtingen van
planten en dieren. De Jongen bleek een ras
echt „Naturforscher”! Een eenzelvige ..zwer
ver” langs velden en wegen, die allerlei
bloemen, torren, kevers, kikkers etc. nauwlet-
en zUn vriendjes „de loef
met zUn „natuur-hlstorische geheitn-
plaataen". WU kregen hem geplaatst op een
U. L. O. wU wisten hem te bewegen daar op
alle vakken goed zUn best te doen. Immers
Jan sou hU tater een mooie betrekking kun
nen krügen op natuur-historlsch gebied!”
Enhet lukte, hU deed zUn best, hU door
liep de U. L. O. zonder doubleeren. hU maakte
.speciaal studie*-van de Nat Hist. ent. wist
daar per saldo veel meer van dan zUn onder-
wUrer. Den ouders hadden wU erop gewezen
het „brommen" van „Domme Jongen!” nu eens
te staken, hem in de gelegenheid te stellen
sUn lust tot „opkweeken van vlinders etc." bot
te vieren. Vader kocht alsmaar Nat.-Hlstori-
sche boeken voor hem, en hU verwerkte ze van
A. tot Z. En uitelndelük werd hU: „Tuinbouw
kundige”!
ZUn vroegdre lui- en domheid bleken slechts
de aangenomen houding om *n groote moede
loosheid te verbergen. HU was Inderdaad geen
snelle leerling, hU had zich voortdurend be
dreigd gevoeld door het pienter broertje onder
hem, en zich niet bU machte gevoeld het
broertje boven hem, dat hem vóór was, in te
halen en te overvleugelen, HU had derhalve
den strUd volkomen opgegeven. Slechts de aan
sporing tot positieve prestaties, en niet het
deprlmeerend „in een hoek duwen” had hem
weer moed gegeven. Het besef, dat zUn presta
ties, al waren die dan in vergelüklng met an
deren minder, even goed gewaardeerd werden,
ja zelfs nog, wUl het hem ook meer moeite
kostte, en het steunen van zUn aanleg en lief
hebberijen Inplaats van het „Weg met die
vleze beesten!" redden hem van den volkomen
„ondergang”.
Ouders, is Uw kind „dom en lui”, tracht
in overleg met den onderwUser de oorzaak er
van op te sporen. DlkwUls zult U er zelfs een
nog meer deskundige bU moeten raadplegen,
maar in ieder geval tracht den specialen aanleg
van Uw kind te ontdekken, dien dan te stlmu-
leeren en het verdere leeren daarop te basee-
ren.' Is Uw kind „absoluut dom” gebleken,
geeft het dan geen onderwijs dat het niet kan
volgen, schaamt U er niet voor bet B. L. O. te
moeten aanwUzen als voor Uw kind geschikt,
Immers juist wat voor *het kind geschikt ia is
de beste VOldHHg Het dwingen tot leeren, wa<
het niet kan. bederft 'hétt arfckta* U*ri bétond,
en dat is geen harmonische opvoeding.
JO6. DETONY
ü'i:/
derd” gd>aad hadden’ moesK*n zich nu lederen
^rden dag aan deze procedure onderwerpen.
Dat heeft strUd» gekost, zelfs veel strijd, m—t
de overwinning bleef mU; reeds na weinige we-
het trchtbui* geen spoor van den
▼eroehrlkkelUken stank meer te bemerken. 4
•Ir/ngenen kre»en gord voedsel, zu kon-
uur per dag op de binnenplaatsen
j,. en ltchame!Uke oefeningen houden.
b^en0^0' rtbal’ WOreUIen* b°fc'en’
btoe-ban en zingen in. Er waren ook goede
boksers onder de gevangenen en dlkwUls werd
er een spannende strUd geleverd. Ook mee-
nlngsverschiUen werden van nu af in plaats
meS8en “o»' slechte door bokswed
strijden beslist.
Op zekeren dag overviel Green, die in het
tuchthuis als de gevaarlykste man gold, een
anderen gevangene. White genaamd, en de
vechtpertu nam reeds gevaarlUke vormen aan,
toen Ik aankwam. Ik gaf hun bokshandschoe
nen, Het de andere gevangenen een ring vor
men en benoemde twve bewakers tot scheids
rechters. Daarop begon de strUd. Tot alge
meene verwondering moest Green, die als on-
overwinhelUk gold, vele stagen incasseeren. Na
eenige oogenblikken had hy er genoeg van en
trachtte den strijd te staken. „Jy bent begon
nen,” antwoordde ik, „nu krUg je je verdiende
loon!" De stryd ging verder en eindigde met
een volledige nederlaag van Green.' Voortaan
deze gevaarlUke gevangene volkomen ver
anderd.
Onder de gevangenen bevonden zich ook
sicl en zangers van groote kwaliteiten en de
concerten, die zU organiseerden, waren d!k-
wyis zoo uitstekend, dat zU door de radio wer
den uitgezonden. Een van de solisten, een neger
uit Harlem, bezat een heerlUke bariton. Na
zUn radiopremière schreef mU een filantrope, de
vrouw van een hoog Amerikaansch ambtenaar,
dat zU van plan was gratie voor hem te verzoe
ken, en mU daarbU om hulp verzocht. „Een
mensch uit ariens stem zooveel ziel spreekt,”
schreef my de dame, „Iran onmogelUk een mis
dadiger zUn.” In antwoord op dit schrijven
deelde ik de dame mede, dat de zwarte zan
ger wegens zedendelicten tot acht jaren ge
vangenisstraf veroordeeld was.... Een antwoord
van de filantrope bleef uit.
„Minder sentimentaliteit en veel gezond men-
schelUk verstand en practlsche zin,” besluit
Groome zUn rapport, „zUn voor het Amerikaan-
sche gevangeniswezen dringend noodlg, want
anders blUft dit probleem, ondanks alle her
vormingen, eeuwig onopgelost."
nog een dwaas met veel verbeelding, maar ik
heb toch den Indruk gekregen dat dat je van
me hield."
,Ja?” vroeg ze met een flauw glimlachje.
Ja, het was natuurlUk idioot, maar ik voelde
het zoo en al heb ik het al die maanden ook
nog zoo hard geprobeerd te gelooven, ik kan
me niet voorstellen, dat je my opzU hebt gezet
voor Seymour, omdat die toevallig meer geld
had. Nou lach je me zeker uit.”
Ze schudde het hoofd en er was ook geen
lachje op haar gezichtje te bekennen.
.Maar ik geloof nu eenmaal, dat je van me
hield en het het achtervolgt me. Lorrie ver
tel me eens eeriyk, zonder iets te verzwUgen,
was er een reden, waarom je beloofde zUn
vrouw te worden en Je mU soo leelUk behan
delde?"
,Jk heb Je niet leelUk behandeld,” zei ze
bevend. ,Je vergeet
„Wat doet het er toe,” zei hU haastig met
onderdrukte opwinding. ,Daat ons adsjeblietf
niet gaan ruziën. Beantwoord mUn vraag. Was
er nog een andere reden behalve zyn geld, dat
Je mU in den steek liet voor Seymour Melford
„Wat geeft het?” zei ze.
„Goed,* ze hy boos, terwUl hy opstond. .Neem
me niet kwalUk. Ik had geen recht om de vraag
te stellén. Vergeef het me, alsjeblieft."
Lorrie’s hoofd boog wat dieper en eavlel een
traan op de toesten.
HU sag het en het maakte hem razend.
.Duister eens,” zei hy. .Als ik moest denken,
dat Je Iets voor my verborgen houdt, dat ik
behoorde te weten
„U wenscht?" De dienster keek ben strak aan.
De oude vrouw keek naar *t ingevallen gesient
van haar man.
„Eén glas ranja, astubUeft! Ik heb al aan een
ander tafeltje....
De dienster luisterde er niet naar. Stil en
zwygend zat het oude echtpaar tegenover elkan
der, omringd door druk pratende menschen, ter
wijl de gramofoon haar schetterende tonen liet
hooren.
De ranja werd gebracht. De man schoof die
naar z’n vrouw toe, zonder haar aan te kyken.
„Voor jou," zei de zachte stem tegenover hem
en schoof het weer zacht naar hem heen.
In gedachten verzonken, dronk hU langzaam,
automatisch, aonder het te merken, het glas
’leeg. Z’n vrouw keek hem aan. Zwygend, met
gevouwen handen, den versleten zwarten hoed
scheef over de grUze haren getrokken, leunde
■x in haar stoel en dacht na over de beste ma
nier, waarop ze haar gouden broche zou kunnen
verkoopen.
,Je moet weten,” zei de oude man. „dat de
laatste gebeurtenissen in t jaar 350 v. Christus, -
hebben bewezen, dat....”
ZU knikte* ze knikte nog eens.
.Ja, Hendrik, ik begrijp het, *t is wel merk
waardig."
Even keek hy haar verwytend aan, maar och,
dacht hy, hU ton toch ook niet verlangen, dat
s’n goede vrouw veel belangstelling aan den dag
legde voor z*n oudheidkundige studies.
„En." vroeg hU harteiyk, „heeft het je plezier
gedaan. Martha, hier een glas ranja te hebben
gedronken?"
Ze antwoordde met een glimlach, nam s*n
arm en samen liepen se weer naar de lift.
Men maakte zelfs plaats voor de twee oudjes,
zoodat ze konden zitten.
WU passeeren dagelijks een bruggetje aan
den rand van de grootstad. Het ligt er nogal
landelUk en vandaar misschien, dat wU er’
als bet weer het tenminste een beeMe-rioetaat
een landlooperig-uitzienden venter kunnen
aantreffen met een kleine negotie in chocota-
dereepen en ander snoepgerei. Kenneiyk een
„achteriyk” type, doch en dat heeft ons
verbaasd toch nog niet zóó of het speelt
met graagte op de onderste trede van het
bruggetje zUn partytJe schaak. Het dage-
lUka bU een landweg behoorende weder-
zydsche groeten ontlokte onlangs een .praat
je”:
.MUnheer, wilt U wel gelooven dat ik nog
wel eens aan mUn jeugd terugdenk? Alleen bit
ter meneer, erg bitter. Had ik nou ook niet een
fatsceniyk bestaan kunnen hebben? Maar ae
hebben mU getreiterd, meneer, getreiterd met
hun „stommeling” en „domoor”. Ze hadden mU
meer moeten leiden, ze hadden met zyn allen
my moeten zien te begrypen. Jawel, maar ik
kon niks, Ik mocht nergens aan komen. Zoo
en ik had niet overal fiducie in, maar ze bad
en ik had niet overal fidusle in, maar ze had
den moeten probeeren wat van my te maken.
En wat hebtên ze gedaan? Me eenkennig ge
maakt en menschenschuw. Ja, ik ben er nou
overheen, maar nou is het te laat. Heb ik dan
heelemaal geen hersens meneer? En mijn
schaken <tan?”
Waarde lezer en tezeres, dit „praatje* van
den Inderdaad met vcorbUgangers normaal-
goed-schakenden venter moge een les bevat
ten! Hoe dlkwUls, wordt door ouders niet net
„Domme Jongen!” (of soms een nog krachti
ger uitdrukking van die soort) aan het adres
van een min of megr langzaam kind geuit?
.Domme Jongen!", het la zoo gauw gezegd, en
het is zoo dlkwUls geheel en al misplaatst!
Immers het feit dat een kind bU een meer
begaafd broertje of zusje achterbiyft is nog
geen bewUs van „domheid". Bovendien, wan
neer zelfs werkelUk wat wu noemen
„dom-sUn" geconstateerd moet worden Is het
nog niet juist om dit het kind maar meteen ts
gaan verwUten. Immers eerst dient nog uit
gemaakt te worden of die „domheid” voortkomt
uit .traagheid van begrijpen der behandelde or-
derwerpen dan wel uit werk-luiheid. En zelfs
wanneer dit laatste het geval is mogen wU gaan
onderzoeken waaraan die luiheid te wiften is
instede van direct maar „op te spelen". Na
tuurlUk, wanneer een kind uit gemakzucht
terugschrikt voor eenige Inspanning Is voort
durende aansporing tot werken, ook -t- wan
neer noodlg op wat" meer straffer wU«e, vol
komen gerechtvaardigd. Qochde luiheid
en de domheid kunnèn dlkwUls een symptoom
zyn van een verborgen strUd, en dan zal men
toch het kwaad in den wortel, in zyn oorzaken
moeten gaan bestryden.
WU herinneren ons b.v. nog duideiyk een jon
gen uit een gezin met (op hem na) „knappe
koppen van kinderen”. Een ouder zusje be
haalde met uitstekende cUfers de onderwUs-
bevoegdheden, een broer doorliep met succes
de M„ T. 8., een ander de Koloniale Landbouw
school- van Deventer, terwUl sUn Jongere
broertjes beiden op de Lagere School al „uit
blinkers” bleken. HU daarentegen kwam steeds
weer met „op het randje af-rapporten thuis,
doubleerde enkele klassen, voerde daaroy
nooit iets uit en liet alle vermaningen, beris
pingen. etc. yskoud langs hem heen gaan. Een
schijnbaar uitgesproken lui. Ja, zeggen we
.lamlendig” type! De ouders wisten dan ook
niet wat met hem aan te vangen, zUn onder-
wUzers rangschikten hem onder de „dommen"
HU was stil, teruggetrokken en lusteloos, be
halve buitenshuis en buiten de school als hij
mét’kameraadjes aan het spel wa*. Daar «peel
de hU „eerste viool". Door een toeval ontdekten
wy, dat zyn „op straat spelen" een letterlUke
„vlucht naar de natuur” wax Niet alleen in
te praten, nietwaar? Als Je niet vriendeWk over
haar kunt spreken, houd dan heelemaal Je
mond. Bewaar me, Diana! wat heeft ze ooit
gedaan om haar te behandelen zooals JU vsa-
avond hebt gedaan?”
,Heb Ik ha sir niet vriéndelijk genoeg be
handeld?" vroeg ze met een kleur van
boosheid. ,Je verwacht toch niet, dat ik erg
vrlendelUk ben tegen een meisje, dat eerst
vergefsche pogingen heeft gedaan om jou
In de wacht te sleepen en dat nu er in gestaagd
is mUn broer te vangen.” z
Een oogenbllk stond hy baar sprakeloos aan
te kyken. Toen zei hy:
„Waarachtig Diana, ik geloof, dat er op de
heele wereld niemand zoo wreed is al een
vrouw, wanneer ze staat tegenover een andere
vrouw, die ze niet mag! Wat betreft het vangen
van Je broer, over dat onderwerp zUn twee
meenlngen moge!Uk; jy hebt de Jouwe en Ik heb
de myne.”
.NatuurlUk, jy bent *t met haar eens,” zei
ze minachtend^ JU kiest altijd de party van een
meisje, dat er vroeger wel aardig ultaM"
HU lachte hU lachte werkelUk.
„Vroeger!" zei hy. „Vroeger! Groote góden!
Kom vooruit, goedennacht."
4
Ze gingen voort toen ze een gordijn van lange waterplan
ten zagen. Ze gluurden er doorheen en ontdekten een geweldig
monster met tanden als een tUger, armen als lange slangen
met klauwen van een leeuw en met een baardje van een sik.
Op zyn verschrikkelUke hoofd had hU een soort kroon van
grijsblauw zeewier. Ze waren doodelyk verschrikt, de waag
halzen.