Jictu&fiaal van De avonturen van een verkeersagentje den da^ WAARHEEN GAAT EUROPA? ORRIB ALLE ABONNÉ’S F 750.- F 750.- ZZZT-Z F 250.- Kenteekenen van onzen tijd VRIJDAG 26 AUGUSTUS 1938 Kustvaart M| Varttaa ’«B «m MM Verbetering van kleine boerderijen De toespraak vün ^Anita DOOR CHARI .ES GARVICE «fct-- -!■ - AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERUES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN U1TERLUK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL *i Lorrie HOOFDSTUK XXVH (Wordt e In het officieel oryun ven den Algem Ned. Zuivelbond (F.N.Z.) wijst L. t. H. op het feit, dat in tal van kleinere boerderijen de koestel en de varkenshokken in hetzelfde achterhuis of dezelfde schuur vereenlgd zijn. Om. uit het oogpunt der kwaliteitsverbetering van zuivel producten is dit zeer ongewenscht. In de woning van Kwakerling zag het er aardig uit. De tafel was een groote paddenstoel, terwijl de stoelen uit stukken rots vuren gemaakt. Weldra kwam moeder Kwakelinp, die er in haar kleurige japon netjes uitzag, met de koffie. Nu, dat smaakte. Keesie voelde zich bij bet vriendelijk echtpaar best op rijn gemak. Hjj vertelde zijn avontuur aan Kwekeling. dertien te bevorderen, om zóó mede gewaardeerd werkobject te scheppen vermindering van de werkloosheid? in er der doet van en hoop in haar oogen kwam, hetgeen de man kregen en er scheen iete van het oude licht in bloosde niet, zooals hij verwachtte, maar zag bedaard op hem neer en de zieke, die door zijn ziekte scherper opmerkte dan anders, zag het verdriet in haar oogen. „Ja?” zei ze. .Jk hoop, dat het waar is, juffrouw. Er is geen man rijk genoeg voor u en er is geen een leven, leven van den geest en ieder on* moet dit ondervinden." Hoe ziet nu deze bedreiging van de Engelsche kustvaart door de buitenlandsche concurrentie er in werkelijkheid uit? Dienaangaande ont- leenen wij aan de offlcieele Engelsche scheep vaartstatistiek de volgende cijfers: In 1935 be droeg het totale kustverkeer 54.725.718 Netto- Reglsterton; daarvan voer 54 150 987 NJt.T. on- denk eerder, dat de luitjes in de winkels meer vermoeid zullen zijn dan zij.” „En het huwelijk wanneer is dat?” HU lachte, maar zijn lach klonk niet vroolijk. „Waarachtig mylady, u bent erger dan een dominéé, die den catechismus overhoort. Ik ver wacht, dat het wel gauw zal zijn! Hjj draaide zich om en nam een waaier op. er nog nie mand beneden?” „Neen. Diana houdt nog wat rust. Lady Collop is gaan slapen. Een lieve oude dame, vind je niet? Ik herinner me nog, dat ze op Mansion House presideerde." „O, ze is heel aardig,” zei hij. „en ze zou nog aardiger zijn als ze niet zoo ónmogelijk op één punt doorzaagde. Ze wil beter zijn dan andere menschen. Ik geloof heusch, dat ae speciaal hier is gekomen met de bedoeling u te be kreten." Iedereen weet, dat de varkenshokken, en wel vooral die van mestvarkens, voortdurend een zeer onaangename lucht verspreiden tot ver buiten de grenzen van het hok. In der Engelsche en 574.751 NJLT. onder vreemde vlag. Voor 1938 bedroegen deze cijfers achter eenvolgens 58.899.294 NRT. totaal, waarvan 56.915.738 NJt.T Engetech en 784 56* N.R.T. bui- tenlandsch; en over 1937: 58 393 947 NJLT. to taal, 57559 060 Engetech en 834.887 NUT. van vzeemde nationsditelt. Terwijl dus de eigen vlag in 1937 een toename, vergeleken b(j 1936, van ca. 3.4 mW. NJt.T. had te boeken, zagen alle buitenlandsche vlaggen tezamen hun tonnage met 380.118 NRT. aangroeien. Doch, zoo argu menteert men in Engeland de toeneming der buitenlandsche vlaggen bedraagt over de pc;., en die der Engelsche vlag slechts 63 pet. worden aange- vaartuigen ver- onder nederigheid is het on. I mogelijk iets te genieten zeHs geen hoogmoed. het geheele achterhuis, eventueel de schuur, blijft dan ook aldoor de vieze lucht hangen. En daar melk allerlei reukstoffen gretig in zich opneemt en vasthoudt, spreekt bet van zelf, dat de stallucht zuiver moet zijn, daar in onzen tijd aan de consumptiemelk en ook aan de industriemelk hooge eiacben gesteld worden. Het is dan ook een billijk verlan gen. dat de gewonnen melk niet gedurende en onmiddellijk na het melken met reuk stoffen in aanraking komt, die later e'.k goed aroma van de melk en het zuivel zou den uitslulten of zelfs in het tegengestelde er van zou doen overgaan. Maar er is meer. Een koestal vraagt ook een andere temperatuur dan een varkens hok: dit laatste moet Immers minder warm zijn. Verder is de vliegenplaag in *n ruimte waarin óók varkens gehuisvest zijn, steeds veel erger dan wanneer er enkel koeien in verblijven. Er zijn dan ook boeren, die gaarne er toe zouden overgaan om hun boerderij te ver bouwen, met het oog op de groote bezwa ren, aan het verblijf van de beide genoemde veesoorten in dezelfde ruimte verbonden. Maar de nog steeds treurige uitkomsten van het bedrijf remmen ook hier de verbetering. Ook dit is een der noodlottige omstandig heden. door de crisis veroorzaakt, en waar wij, helaas, nog maar steeds in blijven ver- keeren. Onze Regeerlng mocht ook uit desen ge zichtshoek het heden en de toekomst van onze boeren wel eens bekijken, want met het op de been houden van de bestaanoe bedrijven en hoe stumnerig dan nog in duizenden gevallen! blijft élke verbete ring, die thans in den concurrentiestrijd met het buitenland zoo dringend noodlg is, geheel achterwege. En wanneer ooit stilstand achteruitgang heeft beteekend, dan is dat zeer zeker in onzen tijd het geval. Het streven naar verbetering van de kwa liteit van onze zuivelproducten zal dan ook mede gericht moeten zijn op verbetering in den bouw onzer boerderijen. Kan hier door onze organisaties niet een plan ontworpen worden, dat beoogt, met steun der Regeerlng, verbouwing van boer- een tot ,Rom maar mee naar mijn woning." zei Kwakeling. die nop steeds met den krans, dien hjj gewonnen had, rondliep, „dan zal ik je aan mijn vrouw voorstellen. Ze zal blij zijn kennis met je te maken. Voorafgegaan door Kwekeling, betrad Keesie de woning van zijn vriendelUken makker haar oogen. Het behoeft ternauwernood te wor den gezegd, dat lady Farnham er absoluut geen idee van had, dat de jonge gezelschapsjuffrouw, die met lady Collop was meegekomen, het meisje was, waarvoor lord Quy „bijna een idioot van zichzelf had gemaakt.” Het was zeer de vraag of lady Farnham zich Lorrie's naam zou hebben herinnerd, als zij dien had gehoord Tot nu toe had ze haar nog niet gezien, want lady Farnham had er een hekel aan haar gasten te begroe ten als ze kwamen. Ze zag ze liever in het salon vóór het diner begon, zoodat zj] ze op haar gemak goedendag kon zeggen. Diana had haar kunnen inlichten, maar die had verkozen dit niet te doen en Guy had ook gezwegen, zelfs toen hij gekleed voor het diner beneden kwam en lady Famham alleen in het salon vond, ter wijl ze op haar gasten wachtte. .En, Guy?” vroeg ze, toen hü zich over haar blanke ,JIeb Als uiterst hachelijk werd de toestand in de kustvaart afgeschilderd, toen het er om ging, een aandeel in het Engelsche regeerlngssubsldie voor de reederüen tijdens de crisisjaren te ver krijgen een poging, die overigens mislukte daar het Britsche ministerie van handel aan de hand van offlcieele statistieken kon aantoonen, dat het aandeel der buitenlandsche vlaggen in het kustverkeer van Groot-Brittannlé en Ier land in werkelijkheid slechts minimaal was. Ook in later laren is er aan de agitatie tegen de buitenlandsche vlaggen nog geen einde ge komen, ofschoon de Engelsche reederjjen sinds enkele Jaren weer dividend konden uitkeeren. Bü het afschilderen van de dreigende buiten landsche concurrentie heeft men zich tot de onzinnigste beweringen laten vertelden. Zoo werd op de jaarvergadering van de Association of Urban District Councils te Whitby zonder blikken of blozen beweerd een bewering die onweerlegd door de geheele Engelsche scheep- vaartpers Is gegaan dat van elke tien kust- schepen, die de Theems btnnenloopen, er niet minder dan negen van vreemde nationaliteit zijn. Derhalve werd op deze vergadering een resolutie aangenomen, inhoudende, dat bij alle gemeentelijke aanbestedingen en contracten in de toekomst als elsch moet worden gesteld, dat materialen en leveranties voor Engelsche’ ge meenten, die door de uitvoerders der betreffen de werken te water moei voerd, uitsluitend met Bril scheept mogen worden. Nog verder gingen de organisaties der Engel sche kustvaart zelf. Want zU eischten niets meer of minder dan invoering van een kust- schecpvaartmonopolle voor de Britsche vlag of. indien dit om welke reden dan ook niet mogelijk mocht zijn, heffing van een 30 tot 25 pet. be lasting op de vracht van alle buitenlandsche schepen, die aan de Britsche kustvaart deel nemen. I die goed genoeg is „Je bent niet erg complimenteus tegenover je •exe. Leverick." .Jk ken de mannen,” zei hij somber, „en ik beweer, dat er niet één is, die goed genoeg is °m uw schoenen te poetsen, Juffrouw. Maar ik hoop, dat u gelukkig zult worden dat meen Ik oprecht,” en zjjn oogen keken haar dankbaar aan. •X>ank Je wel,” zei Lorrie zacht. „En nu moet ik heusch gaan.” „J* juffrouw,” zei hjj bescheiden. „Misschien" hij zweeg even „wilt u mij zijn naam zeg gen, juffrouw de naam van den man, dien ik voor den gelukkigste van de heele wereld en nog altijd zachte hand heenbpog. je een lolligen tijd gehad, zooals jullie profane Jongens dat noemen? Je ziet er niet opgewekt uit, vriendje! Wat heb je gedaan? Laat naar bed gegaan, gegokt op de club en wat dies meer zjj? Wat goed, dat je gaat trouwen en een bezadigd man wordt! Ik hoorde, dat Je aangereden bent. Heb je je bezeerd?" „Neen,” zei Guy. die op het onderwerp niet door wilde'gaan. „Dank zij de speciale bescher ming, die er bestaat voor kinderen en dronken menschen, weet u.” .Dat weet ik,” glimlachte ae. .En hoe gaat het met Diana, doodmoe zeker van het winkelen?" Jk geloof het niet,” zei hjj onverschillig. ,Jk conventie ontdekken in de mooie, openhartige oogen en zij knikte. .Mijn buitenhuis Is mijn trots, lieve kind,” zei ze; „en als je de plaats bewondert, is dat de beste manier om den weg naar dat dwaze, oude hart van mij te vinden. Guy weet dat en hij prijst bet daarom altijd op een schan dalige manier.” Lorrie keek naar Guy en er kwam een zacht kleurtje op haar wangen. Lady Famham keek eerst haar en dan hem nieuwsgierig aan. ,Jk hoor, dat je die twee jongelui hebt ge holpen met winkelen?” zei ze. ■Ja zoon beetje,” stemde Lorrie toe. „Wel wel,” zei lady Famham. Toen ging ze naar Guy. „Guy, ik heb een' verrassing voor je. Wie denk je, dat er vanavond komt?” ,Jk zou het heusch niet weten,” zei hjj. „Ik zou zeggen, wie u ook maar gevraagd hebt.” Lady Famham gaf hem een tikje met haar waaier. „Guy, je wordt beslist complimenteus. Dat heb je al heel aardig gezegd. Wel, wat zou je er van zeggen, als je vader kwam?” •Mijn vader?” zei hij met groote verbazing. .Ja; hü is den laataten tijd zooveel beter, dat ik hem heb overgehaald, om vanavond te komen dlneeren Was dat niet aardig van hem? Maar ik weet zeker dat hij het geweigerd zou hebben, als ik hem niet had verteld, dat JU kwam.” J Guy knikte. Lady Famham zei zachtjes: „Wat een Hef meisje is dat, Guy!” „Wie?” vroeg hij. «Mijnheer, Uw hoedt” sprong vine wereld, wordt. Het lijkt dat wU anderen. tUdgenooten gevangen zitten naar het woord van Cha teaubriand aan het slot der Mémoires d'cutre- tombe tusschen twee onmogelijkheden: die van het verleden, die van de toekomst En het leven is voor belde moeilijk stoffelijk r van ik VTT - - - - houd!” „Waarom niet?” zei Lorrie, die trachtte te glimlachen, maar toch niet kon verhinderen. er een uitdrukking van verdriet en wan- Q edert jaren klagen de Engelschekustvaar- 0 ders ia alle toonaarden over de toenemen de concurrentie der buitenlandsche vlaggen in de Engelsche kustvaart. In de eerste plaats richt deze agitatie rich tegen de kleine Hollandsehe motoraell- schepen, die in de laatste jaren speciaal voor de kustvaart in Groningen zijn gebouwd en die zoo goed voldoen, dat telkens nieuwe bestellin gen binnenkomen, ook van Engelsche zijde. Deze schepen zijn niet alleen goedkoop in bet bedrijf, doch zjj hebben bovendien een zeer ga ringen diepgang, hetgeen hun in staat stelt, ver de rivieren op te varen en hun waren in de kleine Engelsche binnenhavens met laag water peil af te leveren, daar, waar de Engelsche kuststoomers niet, of slechts bij boog water kunnen komen. Daar komt nog bü. dat zij een groot laadvermogen bezitten en daarom in bet bijzonder geschikt zjjn voos» bet vervoer van goederen, die veel ruimte beslaan. Zij zijn dus inderdaad een concurrentie voor de Engelsche kustreederijen, doch, zooals uit de officieels statistieken blijkt, een meer dan bescheiden concurrentie, die geenszins in staat ia, den fc- gelschen werkelijk schade te berokkenen. Lady Farnham lachte. „O ja, dat herinner ik me; als kind was ae al zoo. Enfin, in leder geval beter te goed dan te slecht.'* „U wordt toch niet persoonlijk," antwoordde hü- terwijl hij voor de twintigste maal sinds hU was binnengekomen, naar de deur zag. „Wat ben je ongeduldig,” zei de oude dame, die het opmerkte. „Ze zal straks wel beneden komen.” „Wie?” zei hU met een schuldig gericht. „Wel, Diana natuurlijk, domme Jongen. Kom Je hoeft niet te blozen. Ik zie graag, dat een man dol is op zijn meisje en met zoo’n mooi meisje als Diana hoef ja je er heelemaal niet voor te schamen!” En daarom wordt deze numeriek zoo geringe deelname van de vlaggen van vreemde nationa liteit aan de Engelsche kustvaart door de En- gelschen) of liever gezegd, door de Engelsche kustreederijen, als een gevaar beschouwd, dat met* alle middelen bestreden moet worden, op dat het niet verder om zich heen grijpt. De agitatie tegen de vreemde kustvaarders wordt dan ook onvermoeid voortgezet. De En gelsche scheepvaartbladen bevatten telkens in gezonden stukken uit hun lezerskring en eigen artikelen, waarin op dit .gevaar" wordt gewe zen. De jaarverslagen van de Engelsche kust- vaartmaatschappjjen en hun organisaties wij den heele bladzijden aan deze kwestie en elschen bij herhaling regeeringsmaatregelen tegen de ongewenschte buitenlandsche concur rentie. waarheen gaat Europa, en, omdat ons VV aller levenslot met dat van Europa verbonden is, waarheen gaan wU?” Een uiterst belangrijke vraag, die echter niet goed kan worden beantwoord zonder dat men zich eerst een beeld vormde over de kenteekenen van onzen eigen tüd. Onze eigen tijd: dat a(jn de gebeurtenissen die sinds den Wereldoorlog zich voortdurend voor onze oogen ontrolden Het heden begint op 1 Augustus 1914. Wereldoorlog, Russische Revolutie Natio- naalsocialisme, economische criris, burgeroor log in Spanje: dat zjjn de gebeurtenissen di- onzen tijd beheerschen, daaraan beteekenis verleenen. Welke! Om dit te ontdekken, is het niet noodlg zeer diep te graven; het is voldoende de cogen te openen voor wat ik zal noemen de duidelijke feiten van onzen tijd. Als wU deze niet zien, komt dat omdat zü onze oogen verduisteren Het ongeluk is dat wij leven in een tjjd waar in de geesten zoo verward zijn, waarin zU zoo veel moeite hebben om met de werkelijkheid in aanraking te komen, waarin zU door zooveel verbalisme en ideologieën werden verblind, dat men zonder ophouden de moeite moet ne men en hernemen om hun de duidelijke feiten te toonen. Hét eerste daarvan is, dat wjj niet meer in de negentiende eeuw leven. Iedereen weet dat deze eeuw werd afgesloten naar den tijd, maar weinigen weten dat zij geschiedkundig werd afgesloten. Dit nu moet men zonder ophouden herhalen tegenover hen die vóór den oorlog geboren werden, tegenover hen die de eigenaar digheden, de gewoonten, de gangbare denk beelden en de wijze van denken uit de periode voor den oorlog hebben bewaard. Tweede feit: de negentiende eeuw behoort voortaan tot het verleden, en vertegenwoor digt in het vervolg vcor ons een ten onder ge- gane beschaving: de „burgerlijke beschaving". In één woord: zjj beteekent voor ons het an cien régime. Verder is er dit: de negentiende eeuw is zelf verbonden met een oude wereld, een we reld die sterft De twintigste daarentegen brengt een nieuwe wereld, een die geboren wordt. Derde feit Daarom ook dit vierde feit: wjj zijn niet de toeschouwers van eed conflict dat zich een* zal oplossen, en waarna alles weer langzamer hand tot een normalen toestand zal terugkee- ren en de normale toestand is nog, voor velen onzer, de vroegere toestand, de wel vaart der negentiende eeuw! WU maken geens zins een dier crises door die gewoonlijk den cvereang van de eene eeuw naar de andere begeleiden, waarna een gestoorde ontwikke ling zich weer voortzet. Neen: wU koenen in een ander tijdperk. Dergeltike veranderingen heeft Europa er slechts twee gekend sinds de komst van het Christendom: het einde van het Romeinsche RUk en de Oudheid, en het einde der Middeleeuwen. WU beleven van daag het einde van het moderne tijdperk, dat werd begonnen met Hervorming en Renais sance. WU gaan een ander tijdperk in. WU weten niet welken naam de geschiedkundigen daaraan zullen geven, maar wees er zeker van dat zU het anders dan als .modern” zullen betitelen. Dit woord heeft reeds thans iets wat 1-MjiriÉte.'- tiek” of .Mlddeleeuwsch.*’ .Modern” herin nert aan een verleden. WU zjjn het modem» ■voorbU. en leven zelfs reeds in het anti-mo- deme heden. Maar is om tot het vijfde feit te komen een reeks van gebeurtenissen zooals de Wereldoorlog, de Russische Revolutie, het Fascisme, het Natlonaalsociallsme, de econo- mlsche crisis, voldoende om een samenleving te vernietigen, een tijdperk te beëindigen? De oorlog alléén was er reeds toe in staat, en de economische crisis alléén zou daartoe voldoen de Invloed bezeten hebben. Zeker, het verle den heeft omwentelingen gekend waarvan de sporen nog zichtbaar zijn, of waarvan wij thans nog de gevolgen ondergaan. Maar geen daaronder heeft dat algemeene karakter, noch viel samen met een even diepe anarchie van verstand en wil als wij beleven. Neen, zelfs niet de val van het Romeinsche RUk en dc invallen der barbaren. Ziehier waarom zesde feit tusschen de negentiende eeuw en de twintigste, tusschen het einde van het moderne tUdperg en het begin van een nieuw, wU «Is getuigegi en te vens slachtoffers een heftige breuk 1S de ge- leidelUke ontwikkeling zien optreden.' Zoo plotseling en heftig dat wij in het verleden niets van dien aard kunnen ontdekken. Overigens zevende feit wU bevinden ons in een oorlog, midden in een oorlog. WU waren er nooit buiten sinds 1914. Een oorlog van tweeëntwintig jaar, die morgen een oor log van dertig Jaar zal zUn, en misschien wel een van honderd jaar. Want wU traden in een tijdperk van grooten politieken en socialen strijd, maar ook van ideeën, of liever: gods diensten. Laat ons er niet aan twUfelen: er zal strijd zUn op alle fronten, totdat het moder ne tijdperk, de burgerlVke wereld, het .ancien régime” zjjn verdwenen, en totdat de volkeren de grondslagen voor nieuwen opbouw vonden Intusschen gaat de strijd door, van vorm tot I vorm, van phase tot phase,in het begin als I eenvoudig politiek en militair conflict tus schen twee groepen van machten, thans eeu wel veel dieper en wreeder conflict tusschen diametraal tegenovergestelde denkbeelden: de antinomlsche begrippen van den mensch, het leven, de samenleving, den staat. Conflict vsn Ideeën en geheimzinnige krach ten: pas nadat hij zich openbaarde als een godsdienstige strijd heeft die onzer dagen zijn ware gelaat getoond en zijn eigenlUke en die pe beteekenis verkregen. Die van een om wenteling en dit 1* het achtste feit. Zooals in elke omwenteling zien wU hier de bloedige botsing tusschen twee extremen. Het eerste is oe revolutie in den gangbaren zin: deze wordt thans vertegenwoordigd door het Communis me en Sowjet-Rusland. Het tweede te de con- tra-revolutie, vertegenwoordigd door Fascisme en Nationalisme. Tusschen beide, de ondank bare rol der reactie spelend, het ancien régime, vertegenwoordigd door het burgerluke Libera lisme en sccialtettecbe democratie, die daarvan het natuurUJke en wettige kind vormt. Libe ralisme k en democratie trachten met moeite zich te handhaven en zich aan te passen, ten koste van concessies en offers die hen uitput ten en eigen aard doen verliezen. En ziehier dan ook het negende en laatste ven vannen de tusachenperiode, den overgang evidente feit: de jaren die wU moeten doorle- tusschen twee tijdperken. Zulke overgangspe rioden zUn altijd vol schemering. Een wereld sterft, zich verdedigende, strijdende tegen den dood; een wereld wordt geboren, die zichzelf r.auwelUks kent, de oogen pas opent en zoekt naar zichzelf. Onzekerheid. ongerustheid, wanorde, verwarring. De ovrve der bescha- bulgt zich, verval eener stervende barbaarschheid van een die geboren communistisch geloof, die alle een universeel karakter pretendeerden te dragen. Het te d» tyrannle van uit grocter verband losgeslagen „Ideeën”, die des te noodiger maakt, óók vour het natuurlijke beschavingsleven, dat een Christelijke levensbeschouwing weer baar practtechen Invloed herwint. Er zijn echter gelukkige teekenen van be zinning. „De nieuwe phase van ongerustheid waarin de Europeesche wereld geraakte neemt een anderen vorm aan: het kritisch zoeken naar de werkelUkheid, om weer op te kunnen bouwen. Vooreerst naar de geestelijke werke lijkheid, en dat te de terugkeer naar het Chris tendom, de Katholieke hernieuwing. Vervol gens naar de sociale werkelUkheid, en dat is de arbeidersbeweging, als poging om op een vasteren grondslag dan een socialistische ro mantiek te baseeren het „klasse-bewustsUn”, dat in het vproletariMt werd opgewekt door het onderdrukkende, levensvreemde liberale stelsel. Ten slotte, nationale werkelUkheid, en dan zien wij voor ons de nationalismen die eveneens door bodem en geschiedenis uit de Ideologieën der Fransche Revolutie voortko men. De contrarevolutie te reeds op het einde der negentiende eeuw in de geesten levend geworden. Maar omdat zU nog niet buiten de geesten kwam, en nog niet haar drie elemen ten: ChristelUken geest, corporatieve ordening en nationaal geveel wist te verbinden te zU te vroeg en te laat gekomen tegelUk. Te laat om aan de wereld de laatste consequenties der re volutie te besparen. Te vroeg om tot herstel in staat te zijn, omdat zU nog niet tot de massa’s doordrong. De negentiende eeuw, mee gesleurd door de krachten van 1789, was ver oordeeld om zich in een strijd te storten, en met haar een geheele wereld.” Gonzague de Reynold Universelle en wijst hoe de geschiedenis vooral den invloed krachtlUnen: „die tegenstelling Revolutie. duideiUk zag. ,EUn naam is Melford Seymour Malford” Leverick schrok niet en hU vloekte niet. Een oogenblik bewoog hU niet en kon hU niet spreken; maar zijn gezicht werd zoo writ als zUn laken. Lorrie wachtte even, toen raakte zij zjjn hand aan, zei: „Goedendag” en verliet de zaal. ,Jk heb beloofd om terug te komen,” zei ze tegen de verpleegster; ..maar ik herinner me Juist, dat ik naar buiten ga. Als hU soms goed genoeg te om het ziekenhuis te verlaten voor ik terugkom, geef hem dit dan en vraag hem of hU met even wil berichten waar hU heen- g*En ze gaf de verpleegster vUf pond, hoewel bankbiljetten bU Lorrie nooit al te overvloedig waren. kindlief,” en zei ze vriéndelijk. ,Jt ziet er heel moe uit na Je reis,” want Lor ries gezichtje was weer spierwit. „Dus je bent een achternichtje van lady Collop? Ik ben MU Je te ontmoeten; lady Collop en ik zijn oude vriendinnen. Je bent erg bleek; ben je ziek ge weest?” „Nog nooit van mUn leven,” ael Lorrie, wier hart naar de oude dame met het vriendelijk gezicht uitging. ,Ah,” en ze keek naar de eenvoudige zwarte jurk. ,Je meet maar veel frissche lucht hsqjpen en jezelf amuseeren.” „Dit mooie buitengoed te mogen beaoeken is al voldoende genot,” zei Lorrie eerlijk. Lady Famham hield haar hoofd schuin alsof ze trachtte uit te vinden of dit een conven tioneel complimentje was, maar ae kon geen kijken; maar wat kou haar dat schelen? Als aa alles gezegd had, wat ze zich voorgenomen bad te zeggen, dan zou ze Us de wind verdwijnen. „O,” begon Anita weer togen den spiegel. Jk zou u nog honderd en een dingen voor de voe ten kunnen werpen, mijnheer Julyman. maar ik 3ril me beheerschen, want ik hoor, dat u al ge noeg gestraft bent door uw vrouw. U was zeker blind, toen u met haar, die 15 Jaar ouder te dan u. trouwde? Naast haar geweldigen om vang ziet u er uit als een jochie, dat niet ge noeg te eten krijgt. Net anderhalve cent ate men u samen ziet loopen! Ik hoop maar, dat u nog eens een directeur zult krijgen, die een chef voor u zal zijn, sqpate u voor mü bent geweest. Dan zult u zelf ondervinden, wat bet zeggen wil, van de luimen en grillen van een meerdere af te hangen!” Anita was aan *t einde van baar redevoering of toespraak, zooals men *t noemen wil. gekomen. Ze verheugde zich al b(j voorbaat over t verrassend effect, dat haar toespraak op dien naren mUnheer Julyman, over eenige uren haar .gewezen" chef, zou maken. Nou. of hU ook beteuterd, met z*n mond vol tanden rou staan te kUken! Anita bracht zooveel mogelijk haar opgewon den gezicht In de gewone plooi en begaf zich naar t kantoor, waar ze voor haar schrijf machine ging zitten en gewoon als altüd werkte. Tegen den middag stond eensklaps haar chef, mijnheer Julyman, voor haar „Juffrouw Anita.” ze! hU. .Jk ga direct naar een vergadering en zal u dus wel niet meer zien. Ik wensch u van harte veel geluk en voorspoed in uw toekomstig huwelUksleven Uw salaris en uw getuigschrift kunt u bU den kassier in ont vangst nemen.” Een stevige handdruk volgde. Anita werd vuurrood en stamelde: „Ik dank u hartelUk voor al uw goedheid Jegens mU. mUnheer Julyman en als ik niet al tijd zóó geweest ben. zooals u rich dat wenschte, dan hoop ik, dat u me dit niet kwalijk zult nemen.” .Jk kan niet anders zeggen, dan dat ik steeds zeer tevreden over u geweest ben; *t zal niet gemakkeltik wezen, zoo’n goed typiste als u te vinden,” antwoordde mUnheer Julyman harte- UJk en verdween met een vriendelük knikje. Anita bleef achter met een alles behalve aan gename gewaarwording. Ze bad een gevoel als of se iets op dT hart had. dat er niet meer af kon en waarmee ae haar leven lang sou blijven ritten. Hoe het er ook op Manchester Square uit mocht zien, er kon geen twUfel mogelUk zUn, dat in Farnham de lente begonnen was. Lorrie zat in het kleine kamertje naast de groote suite van lady Collop voor het open raam. Ze leunde naar bulten en haalde met lange teugen de heeriUke avondlucht binnen, die over heuvelen en dalen kwamen aanzweven, beladen met den geur van lentebloemen. Sedert maanden was se voor het eerst weer bulten de stad en de frissche lucht had reeds onmiddellük een verandering bü haar teweegge bracht. Haar wangen hadden een kleurtje ge- „Ja," stemde hU toe, met zijn gedachten ergens anders. „O ja, zeker!” Juist ging de deur open en lady Collop kwam binnen, gevolgd door Lorrie en lady Famham. ging ze tegemoet om ze te begroeten. Guy die haar scherp en eenlgszlns aenuwachtlg opnam, zag op het gelaat van de oude dame zich ver bazing afteekenen, toen ze Lorrie aanzag. Ze gaf haar edh hand. „Hoe gaat het met u? Ik had niet het genoegen uw naam te vernemen.” ,MUn nichtje achternichtje moest ik eigen lek zeggen, lady Famham," zei lady Collop, ..Dolores Latimer.” Lady Farnham keek een oogenblll^ naden kend, alsof zU zich den naam trachtte te her inneren, maar dat was blijkbaar niet het ge val. „Ga ritten, len dag was Anita, de typiste van Hervey 1 te Co groothandel in Suikerwerken, in A--' een uitstekend humeur. Het zou toch haar laataten dag op *t kantoor zUn. Morgen sou se in *t huwelUk treden. En, ja, se sou een' afscheidsrede houden tegen haar chef, mijnheer Julyman, die se nu al misschien voor den twaalfden keer repeteerde. *t Was een aardig gezicht, Anita te zien, zoo- ate ze daar voor haar spiegel stond en in dT eentje hardop voor rich self sel: „Waarde heer Julyman! t Is vandaag de mooiste dag van mijn leven, want ik ga u voor goed verlaten. Gelukkig behoef ik u ook geen hand meer te geven. Ate Ik op tUd op "t kan toor kwam, dan was u te laat en ate Ik te laat was, dan was u precies op tijd. Hoe dikwijls hebt u me niet eens den tUd gegund, mU van hoed en mantel te ontdoen? Nauwelijks hoorde u me. of u riep: „Vlug juffrouw! Direct dictaat opnemenl" Dat was gewoon om gek te worden! Wel tien keer liet u me het begin van *t dictaat doorhalen. „WU deelen u mede,” moest dan weer veranderd worden in: „In beleefd antwoord op uw schrUven.’ Dan weer „onder referte aan." net alsof het dien menschen kon schelen wat er stond. T Kwam toch op *t aelfde neer. En als u s.g. op gang was. dan kwam er heelemaal aan ’t doorstrepen geen einde. En had alles wat u dicteerde, nog maar sin of verband gehad, maar t was net iets voor een humoristisch blad Stel je voor, mUnheer Julyman, als ik alles eens letterlijk opgeachreven bad! Na iedere vijf tien 6 twintig woorden een streepje, want an dere leesteekens schUnen voor u niet te be staan. Zoo nu en dan gunde u zich tUdens net dlcteeren een rustpauze, die u besteedde om in uw neus te peuteren! En waarom liet u me heele middagen zoo goed ate zonder werk, om dan tegen zes uur, ate ik al klaar stond om naar huls te gaan, eensklaps tot de ontdekking te komen, dat er nog een paar dringende brie ven moesten opgenomen worden? Waarom liet u me zoo dikwijls op een feestdag op T kantoor komen? Omdat u alleen nog maar belangstel ling hebt voor zaken en nergens anders voor. U bezit geen greintje ziel, mUnheer Julyman. Daarom misgunt u anderen dat bezit en wilt het hun afhandig maken. Maar bü mU is dat niet gelukt en het zkl u ook niet gelukken, want ik ga voor goed van hier weg. Weet u, wie mün echtgenoot wordt, mUnheer? Iemand van prima standing; heel iets anders dan u. Ate ik u later eens ontmoet, dan sal ik u ate „lucht behandelen." Hier brak Anita even haar alleen-spraak voor den spiegel tegen den ongelukklgen mUnheer Julyman af en knikte vergenoegd tegen haar spiegelbeeld. Ze was ten zeerste voldaan over haar butende welsprekendheid. Die nare chef sou er straks van lusten. HU zou er van op- oo schrijft la Revue dan op, negentiende eeuw kennen van twee de oude Fransch-Duitsche die van de Fransche Revolutie. De eerste voerde tot den Wereldoorlog, de tweede tot de Russische Revolutie: maar de eerste lijn heeft zich om de tweede heengewonden, waardoor een soort van ideologtechen kruistocht werd geboren. Want de Fransche Revolutie bevatte potentieel: aan den eenen kant het Communis me, en aan den anderen kant den nationalis- ttechen geest, die de dubbele ontploffing van onzen tüd teweegbrachten Deze dubbele ont ploffing werd uitgebroed onder de asch der democratie, waarvan de Fransche Revolutie in Europa de verbreidster werd; niet de eeni ge. want er was ook het Angelsaksische Libe ralisme, maar de voornaamste. Zoo leeren wü de democratie zien, niet ate een definitieven toestand, een doel waar men halt houdt zoo- dra ate men het heeft kunnen bereiken, maar ate een provisorisch bewind dat nocdzakelUk tot iets anders moet voeren: Nationalisme of Communisme, of ook tot de spanning tusschen beide” Het gaat hier echter niet alleen om staat kundige vragen. De belangstelling voor de laatste moest vaak bü een ontkerstend volk naar het verleden ziet, zooals ook „An- n„u d« behoefte naar godsdienst vervangen. Poli tiek werd tot religie; Hegel, Darwin en Marx werden tot Messiaansche gestalten Zoo ook ontstond ook een liberaal geloof, een demo crattech geloof, een socialistisch geloof, een

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1938 | | pagina 19