Jictu&fiaal
van
De avonturen van een verkeersagentje
den da^
WAARHEEN GAAT EUROPA?
ORRIB
ALLE ABONNÉ’S F 750.- F 750.- ZZZT-Z F 250.-
Kenteekenen van
onzen tijd
VRIJDAG 26 AUGUSTUS 1938
Kustvaart
M| Varttaa ’«B «m MM
Verbetering van kleine
boerderijen
De toespraak
vün ^Anita
DOOR
CHARI .ES
GARVICE
«fct-- -!■ -
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERUES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN U1TERLUK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
*i
Lorrie
HOOFDSTUK XXVH
(Wordt
e
In het officieel oryun ven den Algem Ned.
Zuivelbond (F.N.Z.) wijst L. t. H. op het feit,
dat in tal van kleinere boerderijen de koestel
en de varkenshokken in hetzelfde achterhuis
of dezelfde schuur vereenlgd zijn. Om. uit het
oogpunt der kwaliteitsverbetering van zuivel
producten is dit zeer ongewenscht.
In de woning van Kwakerling zag het er aardig uit. De
tafel was een groote paddenstoel, terwijl de stoelen uit stukken
rots vuren gemaakt. Weldra kwam moeder Kwakelinp, die er
in haar kleurige japon netjes uitzag, met de koffie. Nu, dat
smaakte. Keesie voelde zich bij bet vriendelijk echtpaar best
op rijn gemak. Hjj vertelde zijn avontuur aan Kwekeling.
dertien te bevorderen, om zóó mede
gewaardeerd werkobject te scheppen
vermindering van de werkloosheid?
in
er
der
doet
van
en
hoop in haar oogen kwam, hetgeen de man kregen en er scheen iete van het oude licht in
bloosde niet, zooals hij verwachtte,
maar zag bedaard op hem neer en de zieke,
die door zijn ziekte scherper opmerkte dan
anders, zag het verdriet in haar oogen.
„Ja?” zei ze.
.Jk hoop, dat het waar is, juffrouw. Er is
geen man rijk genoeg voor u en er is geen een
leven, leven van den geest en ieder
on* moet dit ondervinden."
Hoe ziet nu deze bedreiging van de Engelsche
kustvaart door de buitenlandsche concurrentie
er in werkelijkheid uit? Dienaangaande ont-
leenen wij aan de offlcieele Engelsche scheep
vaartstatistiek de volgende cijfers: In 1935 be
droeg het totale kustverkeer 54.725.718 Netto-
Reglsterton; daarvan voer 54 150 987 NJt.T. on-
denk eerder, dat de luitjes in de winkels meer
vermoeid zullen zijn dan zij.”
„En het huwelijk wanneer is dat?”
HU lachte, maar zijn lach klonk niet vroolijk.
„Waarachtig mylady, u bent erger dan een
dominéé, die den catechismus overhoort. Ik ver
wacht, dat het wel gauw zal zijn! Hjj draaide
zich om en nam een waaier op. er nog nie
mand beneden?”
„Neen. Diana houdt nog wat rust. Lady Collop
is gaan slapen. Een lieve oude dame, vind je
niet? Ik herinner me nog, dat ze op Mansion
House presideerde."
„O, ze is heel aardig,” zei hij. „en ze zou nog
aardiger zijn als ze niet zoo ónmogelijk op één
punt doorzaagde. Ze wil beter zijn dan andere
menschen. Ik geloof heusch, dat ae speciaal
hier is gekomen met de bedoeling u te be
kreten."
Iedereen weet, dat de varkenshokken, en
wel vooral die van mestvarkens, voortdurend
een zeer onaangename lucht verspreiden
tot ver buiten de grenzen van het hok. In
der Engelsche en 574.751 NJLT. onder vreemde
vlag. Voor 1938 bedroegen deze cijfers achter
eenvolgens 58.899.294 NRT. totaal, waarvan
56.915.738 NJt.T Engetech en 784 56* N.R.T. bui-
tenlandsch; en over 1937: 58 393 947 NJLT. to
taal, 57559 060 Engetech en 834.887 NUT. van
vzeemde nationsditelt. Terwijl dus de eigen vlag
in 1937 een toename, vergeleken b(j 1936, van
ca. 3.4 mW. NJt.T. had te boeken, zagen alle
buitenlandsche vlaggen tezamen hun tonnage
met 380.118 NRT. aangroeien. Doch, zoo argu
menteert men in Engeland de toeneming der
buitenlandsche vlaggen bedraagt over de
pc;., en die der Engelsche vlag slechts 63 pet.
worden aange-
vaartuigen ver-
onder nederigheid is het on.
I mogelijk iets te genieten zeHs
geen hoogmoed.
het geheele achterhuis, eventueel de schuur,
blijft dan ook aldoor de vieze lucht hangen.
En daar melk allerlei reukstoffen gretig in
zich opneemt en vasthoudt, spreekt bet van
zelf, dat de stallucht zuiver moet zijn, daar
in onzen tijd aan de consumptiemelk en ook
aan de industriemelk hooge eiacben gesteld
worden. Het is dan ook een billijk verlan
gen. dat de gewonnen melk niet gedurende
en onmiddellijk na het melken met reuk
stoffen in aanraking komt, die later e'.k
goed aroma van de melk en het zuivel zou
den uitslulten of zelfs in het tegengestelde
er van zou doen overgaan.
Maar er is meer. Een koestal vraagt ook
een andere temperatuur dan een varkens
hok: dit laatste moet Immers minder warm
zijn. Verder is de vliegenplaag in *n ruimte
waarin óók varkens gehuisvest zijn, steeds
veel erger dan wanneer er enkel koeien in
verblijven.
Er zijn dan ook boeren, die gaarne er toe
zouden overgaan om hun boerderij te ver
bouwen, met het oog op de groote bezwa
ren, aan het verblijf van de beide genoemde
veesoorten in dezelfde ruimte verbonden.
Maar de nog steeds treurige uitkomsten van
het bedrijf remmen ook hier de verbetering.
Ook dit is een der noodlottige omstandig
heden. door de crisis veroorzaakt, en waar
wij, helaas, nog maar steeds in blijven ver-
keeren.
Onze Regeerlng mocht ook uit desen ge
zichtshoek het heden en de toekomst van
onze boeren wel eens bekijken, want met
het op de been houden van de bestaanoe
bedrijven en hoe stumnerig dan nog in
duizenden gevallen! blijft élke verbete
ring, die thans in den concurrentiestrijd
met het buitenland zoo dringend noodlg is,
geheel achterwege. En wanneer ooit stilstand
achteruitgang heeft beteekend, dan is dat
zeer zeker in onzen tijd het geval.
Het streven naar verbetering van de kwa
liteit van onze zuivelproducten zal dan ook
mede gericht moeten zijn op verbetering in
den bouw onzer boerderijen.
Kan hier door onze organisaties niet een
plan ontworpen worden, dat beoogt, met
steun der Regeerlng, verbouwing van boer-
een
tot
,Rom maar mee naar mijn woning." zei Kwakeling. die nop
steeds met den krans, dien hjj gewonnen had, rondliep, „dan zal
ik je aan mijn vrouw voorstellen. Ze zal blij zijn kennis met je
te maken. Voorafgegaan door Kwekeling, betrad Keesie de
woning van zijn vriendelUken makker
haar oogen. Het behoeft ternauwernood te wor
den gezegd, dat lady Farnham er absoluut geen
idee van had, dat de jonge gezelschapsjuffrouw,
die met lady Collop was meegekomen, het meisje
was, waarvoor lord Quy „bijna een idioot van
zichzelf had gemaakt.” Het was zeer de vraag
of lady Farnham zich Lorrie's naam zou hebben
herinnerd, als zij dien had gehoord Tot nu toe
had ze haar nog niet gezien, want lady Farnham
had er een hekel aan haar gasten te begroe
ten als ze kwamen. Ze zag ze liever in het
salon vóór het diner begon, zoodat zj] ze op haar
gemak goedendag kon zeggen. Diana had haar
kunnen inlichten, maar die had verkozen dit
niet te doen en Guy had ook gezwegen, zelfs
toen hij gekleed voor het diner beneden kwam
en lady Famham alleen in het salon vond, ter
wijl ze op haar gasten wachtte.
.En, Guy?” vroeg ze, toen hü zich over haar
blanke
,JIeb
Als uiterst hachelijk werd de toestand in de
kustvaart afgeschilderd, toen het er om ging,
een aandeel in het Engelsche regeerlngssubsldie
voor de reederüen tijdens de crisisjaren te ver
krijgen een poging, die overigens mislukte
daar het Britsche ministerie van handel aan de
hand van offlcieele statistieken kon aantoonen,
dat het aandeel der buitenlandsche vlaggen in
het kustverkeer van Groot-Brittannlé en Ier
land in werkelijkheid slechts minimaal was.
Ook in later laren is er aan de agitatie tegen
de buitenlandsche vlaggen nog geen einde ge
komen, ofschoon de Engelsche reederjjen sinds
enkele Jaren weer dividend konden uitkeeren.
Bü het afschilderen van de dreigende buiten
landsche concurrentie heeft men zich tot de
onzinnigste beweringen laten vertelden. Zoo
werd op de jaarvergadering van de Association
of Urban District Councils te Whitby zonder
blikken of blozen beweerd een bewering die
onweerlegd door de geheele Engelsche scheep-
vaartpers Is gegaan dat van elke tien kust-
schepen, die de Theems btnnenloopen, er niet
minder dan negen van vreemde nationaliteit
zijn. Derhalve werd op deze vergadering een
resolutie aangenomen, inhoudende, dat bij alle
gemeentelijke aanbestedingen en contracten in
de toekomst als elsch moet worden gesteld, dat
materialen en leveranties voor Engelsche’ ge
meenten, die door de uitvoerders der betreffen
de werken te water moei
voerd, uitsluitend met Bril
scheept mogen worden.
Nog verder gingen de organisaties der Engel
sche kustvaart zelf. Want zU eischten niets
meer of minder dan invoering van een kust-
schecpvaartmonopolle voor de Britsche vlag of.
indien dit om welke reden dan ook niet mogelijk
mocht zijn, heffing van een 30 tot 25 pet. be
lasting op de vracht van alle buitenlandsche
schepen, die aan de Britsche kustvaart deel
nemen.
I
die goed genoeg is
„Je bent niet erg complimenteus tegenover je
•exe. Leverick."
.Jk ken de mannen,” zei hij somber, „en ik
beweer, dat er niet één is, die goed genoeg is
°m uw schoenen te poetsen, Juffrouw. Maar ik
hoop, dat u gelukkig zult worden dat meen
Ik oprecht,” en zjjn oogen keken haar dankbaar
aan.
•X>ank Je wel,” zei Lorrie zacht. „En nu moet
ik heusch gaan.”
„J* juffrouw,” zei hjj bescheiden. „Misschien"
hij zweeg even „wilt u mij zijn naam zeg
gen, juffrouw de naam van den man, dien
ik voor den gelukkigste van de heele wereld
en nog altijd zachte hand heenbpog.
je een lolligen tijd gehad, zooals jullie
profane Jongens dat noemen? Je ziet er niet
opgewekt uit, vriendje! Wat heb je gedaan?
Laat naar bed gegaan, gegokt op de club en wat
dies meer zjj? Wat goed, dat je gaat trouwen
en een bezadigd man wordt! Ik hoorde, dat Je
aangereden bent. Heb je je bezeerd?"
„Neen,” zei Guy. die op het onderwerp niet
door wilde'gaan. „Dank zij de speciale bescher
ming, die er bestaat voor kinderen en dronken
menschen, weet u.”
.Dat weet ik,” glimlachte ae.
.En hoe gaat het met Diana, doodmoe zeker
van het winkelen?"
Jk geloof het niet,” zei hjj onverschillig. ,Jk
conventie ontdekken in de mooie, openhartige
oogen en zij knikte.
.Mijn buitenhuis Is mijn trots, lieve kind,”
zei ze; „en als je de plaats bewondert, is dat
de beste manier om den weg naar dat dwaze,
oude hart van mij te vinden. Guy weet dat
en hij prijst bet daarom altijd op een schan
dalige manier.”
Lorrie keek naar Guy en er kwam een zacht
kleurtje op haar wangen.
Lady Famham keek eerst haar en dan hem
nieuwsgierig aan.
,Jk hoor, dat je die twee jongelui hebt ge
holpen met winkelen?” zei ze.
■Ja zoon beetje,” stemde Lorrie toe.
„Wel wel,” zei lady Famham. Toen ging ze
naar Guy. „Guy, ik heb een' verrassing voor je.
Wie denk je, dat er vanavond komt?”
,Jk zou het heusch niet weten,” zei hjj.
„Ik zou zeggen, wie u ook maar gevraagd hebt.”
Lady Famham gaf hem een tikje met haar
waaier. „Guy, je wordt beslist complimenteus.
Dat heb je al heel aardig gezegd. Wel, wat zou
je er van zeggen, als je vader kwam?”
•Mijn vader?” zei hij met groote verbazing.
.Ja; hü is den laataten tijd zooveel beter,
dat ik hem heb overgehaald, om vanavond te
komen dlneeren Was dat niet aardig van hem?
Maar ik weet zeker dat hij het geweigerd zou
hebben, als ik hem niet had verteld, dat JU
kwam.” J
Guy knikte. Lady Famham zei zachtjes: „Wat
een Hef meisje is dat, Guy!”
„Wie?” vroeg hij.
«Mijnheer, Uw hoedt”
sprong
vine
wereld,
wordt. Het lijkt dat wU anderen. tUdgenooten
gevangen zitten naar het woord van Cha
teaubriand aan het slot der Mémoires d'cutre-
tombe tusschen twee onmogelijkheden: die
van het verleden, die van de toekomst En
het leven is voor belde moeilijk stoffelijk
r van
ik VTT - - - -
houd!”
„Waarom niet?” zei Lorrie, die trachtte te
glimlachen, maar toch niet kon verhinderen.
er een uitdrukking van verdriet en wan-
Q edert jaren klagen de Engelschekustvaar-
0 ders ia alle toonaarden over de toenemen
de concurrentie der buitenlandsche vlaggen
in de Engelsche kustvaart.
In de eerste plaats richt deze agitatie rich
tegen de kleine Hollandsehe motoraell-
schepen, die in de laatste jaren speciaal voor de
kustvaart in Groningen zijn gebouwd en die
zoo goed voldoen, dat telkens nieuwe bestellin
gen binnenkomen, ook van Engelsche zijde.
Deze schepen zijn niet alleen goedkoop in bet
bedrijf, doch zjj hebben bovendien een zeer ga
ringen diepgang, hetgeen hun in staat stelt, ver
de rivieren op te varen en hun waren in de
kleine Engelsche binnenhavens met laag water
peil af te leveren, daar, waar de Engelsche
kuststoomers niet, of slechts bij boog water
kunnen komen. Daar komt nog bü. dat zij een
groot laadvermogen bezitten en daarom in bet
bijzonder geschikt zjjn voos» bet vervoer van
goederen, die veel ruimte beslaan. Zij zijn dus
inderdaad een concurrentie voor de Engelsche
kustreederijen, doch, zooals uit de officieels
statistieken blijkt, een meer dan bescheiden
concurrentie, die geenszins in staat ia, den fc-
gelschen werkelijk schade te berokkenen.
Lady Farnham lachte. „O ja, dat herinner
ik me; als kind was ae al zoo. Enfin, in leder
geval beter te goed dan te slecht.'*
„U wordt toch niet persoonlijk," antwoordde
hü- terwijl hij voor de twintigste maal sinds
hU was binnengekomen, naar de deur zag.
„Wat ben je ongeduldig,” zei de oude dame,
die het opmerkte. „Ze zal straks wel beneden
komen.”
„Wie?” zei hU met een schuldig gericht.
„Wel, Diana natuurlijk, domme Jongen. Kom
Je hoeft niet te blozen. Ik zie graag, dat een
man dol is op zijn meisje en met zoo’n mooi
meisje als Diana hoef ja je er heelemaal niet
voor te schamen!”
En daarom wordt deze numeriek zoo geringe
deelname van de vlaggen van vreemde nationa
liteit aan de Engelsche kustvaart door de En-
gelschen) of liever gezegd, door de Engelsche
kustreederijen, als een gevaar beschouwd, dat
met* alle middelen bestreden moet worden, op
dat het niet verder om zich heen grijpt.
De agitatie tegen de vreemde kustvaarders
wordt dan ook onvermoeid voortgezet. De En
gelsche scheepvaartbladen bevatten telkens in
gezonden stukken uit hun lezerskring en eigen
artikelen, waarin op dit .gevaar" wordt gewe
zen. De jaarverslagen van de Engelsche kust-
vaartmaatschappjjen en hun organisaties wij
den heele bladzijden aan deze kwestie en
elschen bij herhaling regeeringsmaatregelen
tegen de ongewenschte buitenlandsche concur
rentie.
waarheen gaat Europa, en, omdat ons
VV aller levenslot met dat van Europa
verbonden is, waarheen gaan wU?” Een
uiterst belangrijke vraag, die echter niet goed
kan worden beantwoord zonder dat men zich
eerst een beeld vormde over de kenteekenen
van onzen eigen tüd. Onze eigen tijd: dat a(jn
de gebeurtenissen die sinds den Wereldoorlog
zich voortdurend voor onze oogen ontrolden
Het heden begint op 1 Augustus 1914.
Wereldoorlog, Russische Revolutie Natio-
naalsocialisme, economische criris, burgeroor
log in Spanje: dat zjjn de gebeurtenissen di-
onzen tijd beheerschen, daaraan beteekenis
verleenen. Welke!
Om dit te ontdekken, is het niet noodlg zeer
diep te graven; het is voldoende de cogen te
openen voor wat ik zal noemen de duidelijke
feiten van onzen tijd. Als wU deze niet zien,
komt dat omdat zü onze oogen verduisteren
Het ongeluk is dat wij leven in een tjjd waar
in de geesten zoo verward zijn, waarin zU zoo
veel moeite hebben om met de werkelijkheid
in aanraking te komen, waarin zU door zooveel
verbalisme en ideologieën werden verblind,
dat men zonder ophouden de moeite moet ne
men en hernemen om hun de duidelijke feiten
te toonen.
Hét eerste daarvan is, dat wjj niet meer in
de negentiende eeuw leven. Iedereen weet dat
deze eeuw werd afgesloten naar den tijd, maar
weinigen weten dat zij geschiedkundig werd
afgesloten. Dit nu moet men zonder ophouden
herhalen tegenover hen die vóór den oorlog
geboren werden, tegenover hen die de eigenaar
digheden, de gewoonten, de gangbare denk
beelden en de wijze van denken uit de periode
voor den oorlog hebben bewaard.
Tweede feit: de negentiende eeuw behoort
voortaan tot het verleden, en vertegenwoor
digt in het vervolg vcor ons een ten onder ge-
gane beschaving: de „burgerlijke beschaving".
In één woord: zjj beteekent voor ons het an
cien régime.
Verder is er dit: de negentiende eeuw is
zelf verbonden met een oude wereld, een we
reld die sterft De twintigste daarentegen
brengt een nieuwe wereld, een die geboren
wordt. Derde feit
Daarom ook dit vierde feit: wjj zijn niet de
toeschouwers van eed conflict dat zich een*
zal oplossen, en waarna alles weer langzamer
hand tot een normalen toestand zal terugkee-
ren en de normale toestand is nog, voor
velen onzer, de vroegere toestand, de wel
vaart der negentiende eeuw! WU maken geens
zins een dier crises door die gewoonlijk den
cvereang van de eene eeuw naar de andere
begeleiden, waarna een gestoorde ontwikke
ling zich weer voortzet. Neen: wU koenen in
een ander tijdperk. Dergeltike veranderingen
heeft Europa er slechts twee gekend sinds de
komst van het Christendom: het einde van
het Romeinsche RUk en de Oudheid, en het
einde der Middeleeuwen. WU beleven van
daag het einde van het moderne tijdperk, dat
werd begonnen met Hervorming en Renais
sance. WU gaan een ander tijdperk in. WU
weten niet welken naam de geschiedkundigen
daaraan zullen geven, maar wees er zeker van
dat zU het anders dan als .modern” zullen
betitelen. Dit woord heeft reeds thans iets
wat 1-MjiriÉte.'-
tiek” of .Mlddeleeuwsch.*’ .Modern” herin
nert aan een verleden. WU zjjn het modem»
■voorbU. en leven zelfs reeds in het anti-mo-
deme heden.
Maar is om tot het vijfde feit te komen
een reeks van gebeurtenissen zooals de
Wereldoorlog, de Russische Revolutie, het
Fascisme, het Natlonaalsociallsme, de econo-
mlsche crisis, voldoende om een samenleving
te vernietigen, een tijdperk te beëindigen? De
oorlog alléén was er reeds toe in staat, en de
economische crisis alléén zou daartoe voldoen
de Invloed bezeten hebben. Zeker, het verle
den heeft omwentelingen gekend waarvan de
sporen nog zichtbaar zijn, of waarvan wij
thans nog de gevolgen ondergaan. Maar geen
daaronder heeft dat algemeene karakter, noch
viel samen met een even diepe anarchie van
verstand en wil als wij beleven. Neen, zelfs
niet de val van het Romeinsche RUk en dc
invallen der barbaren.
Ziehier waarom zesde feit tusschen de
negentiende eeuw en de twintigste, tusschen
het einde van het moderne tUdperg en het
begin van een nieuw, wU «Is getuigegi en te
vens slachtoffers een heftige breuk 1S de ge-
leidelUke ontwikkeling zien optreden.' Zoo
plotseling en heftig dat wij in het verleden
niets van dien aard kunnen ontdekken.
Overigens zevende feit wU bevinden
ons in een oorlog, midden in een oorlog. WU
waren er nooit buiten sinds 1914. Een oorlog
van tweeëntwintig jaar, die morgen een oor
log van dertig Jaar zal zUn, en misschien wel
een van honderd jaar. Want wU traden in een
tijdperk van grooten politieken en socialen
strijd, maar ook van ideeën, of liever: gods
diensten. Laat ons er niet aan twUfelen: er zal
strijd zUn op alle fronten, totdat het moder
ne tijdperk, de burgerlVke wereld, het .ancien
régime” zjjn verdwenen, en totdat de volkeren
de grondslagen voor nieuwen opbouw vonden
Intusschen gaat de strijd door, van vorm tot I
vorm, van phase tot phase,in het begin als I
eenvoudig politiek en militair conflict tus
schen twee groepen van machten, thans eeu
wel veel dieper en wreeder conflict tusschen
diametraal tegenovergestelde denkbeelden: de
antinomlsche begrippen van den mensch, het
leven, de samenleving, den staat.
Conflict vsn Ideeën en geheimzinnige krach
ten: pas nadat hij zich openbaarde als een
godsdienstige strijd heeft die onzer dagen zijn
ware gelaat getoond en zijn eigenlUke en die
pe beteekenis verkregen. Die van een om
wenteling en dit 1* het achtste feit. Zooals
in elke omwenteling zien wU hier de bloedige
botsing tusschen twee extremen. Het eerste is
oe revolutie in den gangbaren zin: deze wordt
thans vertegenwoordigd door het Communis
me en Sowjet-Rusland. Het tweede te de con-
tra-revolutie, vertegenwoordigd door Fascisme
en Nationalisme. Tusschen beide, de ondank
bare rol der reactie spelend, het ancien régime,
vertegenwoordigd door het burgerluke Libera
lisme en sccialtettecbe democratie, die daarvan
het natuurUJke en wettige kind vormt. Libe
ralisme k en democratie trachten met moeite
zich te handhaven en zich aan te passen, ten
koste van concessies en offers die hen uitput
ten en eigen aard doen verliezen.
En ziehier dan ook het negende en laatste
ven vannen de tusachenperiode, den overgang
evidente feit: de jaren die wU moeten doorle-
tusschen twee tijdperken. Zulke overgangspe
rioden zUn altijd vol schemering. Een wereld
sterft, zich verdedigende, strijdende tegen den
dood; een wereld wordt geboren, die zichzelf
r.auwelUks kent, de oogen pas opent en zoekt
naar zichzelf. Onzekerheid. ongerustheid,
wanorde, verwarring. De ovrve der bescha-
bulgt zich, verval eener stervende
barbaarschheid van een die geboren
communistisch geloof, die alle een universeel
karakter pretendeerden te dragen. Het te d»
tyrannle van uit grocter verband losgeslagen
„Ideeën”, die des te noodiger maakt, óók vour
het natuurlijke beschavingsleven, dat een
Christelijke levensbeschouwing weer baar
practtechen Invloed herwint.
Er zijn echter gelukkige teekenen van be
zinning. „De nieuwe phase van ongerustheid
waarin de Europeesche wereld geraakte neemt
een anderen vorm aan: het kritisch zoeken
naar de werkelUkheid, om weer op te kunnen
bouwen. Vooreerst naar de geestelijke werke
lijkheid, en dat te de terugkeer naar het Chris
tendom, de Katholieke hernieuwing. Vervol
gens naar de sociale werkelUkheid, en dat is
de arbeidersbeweging, als poging om op een
vasteren grondslag dan een socialistische ro
mantiek te baseeren het „klasse-bewustsUn”,
dat in het vproletariMt werd opgewekt door
het onderdrukkende, levensvreemde liberale
stelsel. Ten slotte, nationale werkelUkheid, en
dan zien wij voor ons de nationalismen die
eveneens door bodem en geschiedenis uit de
Ideologieën der Fransche Revolutie voortko
men. De contrarevolutie te reeds op het einde
der negentiende eeuw in de geesten levend
geworden. Maar omdat zU nog niet buiten de
geesten kwam, en nog niet haar drie elemen
ten: ChristelUken geest, corporatieve ordening
en nationaal geveel wist te verbinden te zU te
vroeg en te laat gekomen tegelUk. Te laat om
aan de wereld de laatste consequenties der re
volutie te besparen. Te vroeg om tot herstel
in staat te zijn, omdat zU nog niet tot de
massa’s doordrong. De negentiende eeuw, mee
gesleurd door de krachten van 1789, was ver
oordeeld om zich in een strijd te storten, en
met haar een geheele wereld.”
Gonzague de Reynold
Universelle en wijst
hoe de geschiedenis
vooral den invloed
krachtlUnen: „die
tegenstelling
Revolutie.
duideiUk zag. ,EUn naam is Melford Seymour
Malford”
Leverick schrok niet en hU vloekte niet. Een
oogenblik bewoog hU niet en kon hU niet
spreken; maar zijn gezicht werd zoo writ als
zUn laken.
Lorrie wachtte even, toen raakte zij zjjn hand
aan, zei: „Goedendag” en verliet de zaal.
,Jk heb beloofd om terug te komen,” zei ze
tegen de verpleegster; ..maar ik herinner me
Juist, dat ik naar buiten ga. Als hU soms goed
genoeg te om het ziekenhuis te verlaten voor ik
terugkom, geef hem dit dan en vraag hem of
hU met even wil berichten waar hU heen-
g*En ze gaf de verpleegster vUf pond, hoewel
bankbiljetten bU Lorrie nooit al te overvloedig
waren.
kindlief,” en zei ze vriéndelijk.
,Jt ziet er heel moe uit na Je reis,” want Lor
ries gezichtje was weer spierwit. „Dus je bent
een achternichtje van lady Collop? Ik ben MU
Je te ontmoeten; lady Collop en ik zijn oude
vriendinnen. Je bent erg bleek; ben je ziek ge
weest?”
„Nog nooit van mUn leven,” ael Lorrie, wier
hart naar de oude dame met het vriendelijk
gezicht uitging.
,Ah,” en ze keek naar de eenvoudige zwarte
jurk. ,Je meet maar veel frissche lucht hsqjpen
en jezelf amuseeren.”
„Dit mooie buitengoed te mogen beaoeken is
al voldoende genot,” zei Lorrie eerlijk.
Lady Famham hield haar hoofd schuin alsof
ze trachtte uit te vinden of dit een conven
tioneel complimentje was, maar ae kon geen
kijken; maar wat kou haar dat schelen? Als aa
alles gezegd had, wat ze zich voorgenomen bad
te zeggen, dan zou ze Us de wind verdwijnen.
„O,” begon Anita weer togen den spiegel. Jk
zou u nog honderd en een dingen voor de voe
ten kunnen werpen, mijnheer Julyman. maar ik
3ril me beheerschen, want ik hoor, dat u al ge
noeg gestraft bent door uw vrouw. U was zeker
blind, toen u met haar, die 15 Jaar ouder te
dan u. trouwde? Naast haar geweldigen om
vang ziet u er uit als een jochie, dat niet ge
noeg te eten krijgt. Net anderhalve cent ate
men u samen ziet loopen! Ik hoop maar, dat u
nog eens een directeur zult krijgen, die een
chef voor u zal zijn, sqpate u voor mü bent
geweest. Dan zult u zelf ondervinden, wat bet
zeggen wil, van de luimen en grillen van een
meerdere af te hangen!”
Anita was aan
*t einde van baar
redevoering of
toespraak, zooals
men *t noemen
wil. gekomen. Ze
verheugde zich
al b(j voorbaat
over t verrassend effect, dat haar toespraak
op dien naren mUnheer Julyman, over eenige
uren haar .gewezen" chef, zou maken. Nou.
of hU ook beteuterd, met z*n mond vol tanden
rou staan te kUken!
Anita bracht zooveel mogelijk haar opgewon
den gezicht In de gewone plooi en begaf zich
naar t kantoor, waar ze voor haar schrijf
machine ging zitten en gewoon als altüd werkte.
Tegen den middag stond eensklaps haar chef,
mijnheer Julyman, voor haar
„Juffrouw Anita.” ze! hU. .Jk ga direct naar
een vergadering en zal u dus wel niet meer zien.
Ik wensch u van harte veel geluk en voorspoed
in uw toekomstig huwelUksleven Uw salaris en
uw getuigschrift kunt u bU den kassier in ont
vangst nemen.”
Een stevige handdruk volgde. Anita werd
vuurrood en stamelde:
„Ik dank u hartelUk voor al uw goedheid
Jegens mU. mUnheer Julyman en als ik niet al
tijd zóó geweest ben. zooals u rich dat wenschte,
dan hoop ik, dat u me dit niet kwalijk zult
nemen.”
.Jk kan niet anders zeggen, dan dat ik steeds
zeer tevreden over u geweest ben; *t zal niet
gemakkeltik wezen, zoo’n goed typiste als u te
vinden,” antwoordde mUnheer Julyman harte-
UJk en verdween met een vriendelük knikje.
Anita bleef achter met een alles behalve aan
gename gewaarwording. Ze bad een gevoel als
of se iets op dT hart had. dat er niet meer af
kon en waarmee ae haar leven lang sou blijven
ritten.
Hoe het er ook op Manchester Square uit
mocht zien, er kon geen twUfel mogelUk zUn,
dat in Farnham de lente begonnen was. Lorrie
zat in het kleine kamertje naast de groote suite
van lady Collop voor het open raam. Ze leunde
naar bulten en haalde met lange teugen de
heeriUke avondlucht binnen, die over heuvelen
en dalen kwamen aanzweven, beladen met den
geur van lentebloemen.
Sedert maanden was se voor het eerst weer
bulten de stad en de frissche lucht had reeds
onmiddellük een verandering bü haar teweegge
bracht. Haar wangen hadden een kleurtje ge-
„Ja," stemde hU toe, met zijn gedachten ergens
anders. „O ja, zeker!”
Juist ging de deur open en lady Collop kwam
binnen, gevolgd door Lorrie en lady Famham.
ging ze tegemoet om ze te begroeten. Guy die
haar scherp en eenlgszlns aenuwachtlg opnam,
zag op het gelaat van de oude dame zich ver
bazing afteekenen, toen ze Lorrie aanzag. Ze
gaf haar edh hand. „Hoe gaat het met u? Ik
had niet het genoegen uw naam te vernemen.”
,MUn nichtje achternichtje moest ik eigen
lek zeggen, lady Famham," zei lady Collop,
..Dolores Latimer.”
Lady Farnham keek een oogenblll^ naden
kend, alsof zU zich den naam trachtte te her
inneren, maar dat was blijkbaar niet het ge
val.
„Ga ritten,
len dag was Anita, de typiste van Hervey
1 te Co groothandel in Suikerwerken, in
A--' een uitstekend humeur. Het zou toch
haar laataten dag op *t kantoor zUn. Morgen
sou se in *t huwelUk treden. En, ja, se sou een'
afscheidsrede houden tegen haar chef, mijnheer
Julyman, die se nu al misschien voor den
twaalfden keer repeteerde.
*t Was een aardig gezicht, Anita te zien, zoo-
ate ze daar voor haar spiegel stond en in dT
eentje hardop voor rich self sel:
„Waarde heer Julyman! t Is vandaag de
mooiste dag van mijn leven, want ik ga u voor
goed verlaten. Gelukkig behoef ik u ook geen
hand meer te geven. Ate Ik op tUd op "t kan
toor kwam, dan was u te laat en ate Ik te laat
was, dan was u precies op tijd. Hoe dikwijls
hebt u me niet eens den tUd gegund, mU van
hoed en mantel te ontdoen? Nauwelijks hoorde
u me. of u riep: „Vlug juffrouw! Direct dictaat
opnemenl" Dat was gewoon om gek te worden!
Wel tien keer liet u me het begin van *t dictaat
doorhalen. „WU deelen u mede,” moest dan weer
veranderd worden in: „In beleefd antwoord
op uw schrUven.’ Dan weer „onder referte aan."
net alsof het dien menschen kon schelen wat er
stond. T Kwam toch op *t aelfde neer. En als
u s.g. op gang was. dan kwam er heelemaal aan
’t doorstrepen geen einde. En had alles wat u
dicteerde, nog maar sin of verband gehad, maar
t was net iets voor een humoristisch blad
Stel je voor, mUnheer Julyman, als ik alles
eens letterlijk opgeachreven bad! Na iedere vijf
tien 6 twintig woorden een streepje, want an
dere leesteekens schUnen voor u niet te be
staan. Zoo nu en dan gunde u zich tUdens net
dlcteeren een rustpauze, die u besteedde om in
uw neus te peuteren! En waarom liet u me
heele middagen zoo goed ate zonder werk, om
dan tegen zes uur, ate ik al klaar stond om
naar huls te gaan, eensklaps tot de ontdekking
te komen, dat er nog een paar dringende brie
ven moesten opgenomen worden? Waarom liet
u me zoo dikwijls op een feestdag op T kantoor
komen? Omdat u alleen nog maar belangstel
ling hebt voor zaken en nergens anders voor.
U bezit geen greintje ziel, mUnheer Julyman.
Daarom misgunt u anderen dat bezit en wilt
het hun afhandig maken. Maar bü mU is dat
niet gelukt en het zkl u ook niet gelukken,
want ik ga voor goed van hier weg. Weet u,
wie mün echtgenoot wordt, mUnheer? Iemand
van prima standing; heel iets anders dan u.
Ate ik u later eens ontmoet, dan sal ik u ate
„lucht behandelen."
Hier brak Anita even haar alleen-spraak voor
den spiegel tegen den ongelukklgen mUnheer
Julyman af en knikte vergenoegd tegen haar
spiegelbeeld. Ze was ten zeerste voldaan over
haar butende welsprekendheid. Die nare chef
sou er straks van lusten. HU zou er van op-
oo schrijft
la Revue
dan op,
negentiende eeuw
kennen van twee
de oude Fransch-Duitsche
die van de Fransche Revolutie. De eerste
voerde tot den Wereldoorlog, de tweede tot de
Russische Revolutie: maar de eerste lijn heeft
zich om de tweede heengewonden, waardoor
een soort van ideologtechen kruistocht werd
geboren. Want de Fransche Revolutie bevatte
potentieel: aan den eenen kant het Communis
me, en aan den anderen kant den nationalis-
ttechen geest, die de dubbele ontploffing van
onzen tüd teweegbrachten Deze dubbele ont
ploffing werd uitgebroed onder de asch der
democratie, waarvan de Fransche Revolutie
in Europa de verbreidster werd; niet de eeni
ge. want er was ook het Angelsaksische Libe
ralisme, maar de voornaamste. Zoo leeren wü
de democratie zien, niet ate een definitieven
toestand, een doel waar men halt houdt zoo-
dra ate men het heeft kunnen bereiken, maar
ate een provisorisch bewind dat nocdzakelUk
tot iets anders moet voeren: Nationalisme of
Communisme, of ook tot de spanning tusschen
beide”
Het gaat hier echter niet alleen om staat
kundige vragen. De belangstelling voor de
laatste moest vaak bü een ontkerstend volk
naar het verleden ziet, zooals ook „An- n„u
d« behoefte naar godsdienst vervangen. Poli
tiek werd tot religie; Hegel, Darwin en Marx
werden tot Messiaansche gestalten Zoo ook
ontstond ook een liberaal geloof, een demo
crattech geloof, een socialistisch geloof, een