o [1 WE UITGAVEN OVER ORANJE B F I Mas r r1 r Z fhet'dat Konin«Wlllem f Om een bel ^^■vorstenhuis, z En betreffen, Frlso zün.dr. Guibal's mede- ^^^■gal schaarsch. VERtfNICDE KATHOL4BKE PERS t Geschiedenis van Oranje .T V Een Vaderlandsche Hymne De Prins als romanheld De Dynastie Moeders uit ons Vorstenhuis V>. fl V Koning Willem II fel Een Wilhelmina-roman Jan 1 I GS-JUBILEUM Friso BI VEI RE( TT Oranje Plaatwerken C.. Een Enquête 7'T 1 $1: -Ki >:3 de hier ver- werk Het bloeiend gezin van Willem II Anna Paulowna. en V I dr. H. T. Colenbrander. Mart ten Beversluie ,De Cracht van ‘t Landt bestaedt” Hymne tn dra matise hen vorm geschreven ter ge legenheid van de geboorte van Prin ses Beatrix Wilhelmina Armgard. Uitgave Bosch en Keuning N-V. Baam 1938. Jaren de Ik schenk de dingen die hier zweven of kruipen of staan opgeheven een eeuwig en betoovrend leven, en sier en troost het menscheiyk lot; de zielen zet ik in extase, ik breng het nucht're tot verbazen, want door de harten doe ik blazen den wondervollen Geest van God. Maurits Dekker. Oranje en de geboorte der 'Nederlanden. His torische roman. N.V. Querido's Uitgeversmaatschappij. Amster dam 1938. Bilthoven. door den en D. Hans. De Regeerende vors Oranje Nassau. Uitgeversmaatschappij N.V. den 1938. Mr. E. van Beusekom, A. W. J. Mul der, H. H. Rijperman en J. Steur. Moeders uit ons Vorstenhuis. Uitg.: Scheltens en Giltay Amsterdam 1938. Ben van Eysselsteyn. Veertig Jaren. De geschiedenis van een familie. Uitg. Callenbach Nijkerk 1938. lU N. Ai •i 7 aü n een artikelenreeks over nieuwe publicaties betreffende den Prins van Oranje wees De Tijd op de tendenz van D. Hans, in dit boek De vier gemalinnen van Willem den Zwijger: Anna van Saksen, Charlotte de Bourbon c 1L. wa' rr koning der Nederlanden. ■landsche Historische Biblio- i deel XXII Uitg. J. M. ijthoff Amsterdam 1933. ranje-dynastie. n uit het Huis van - A. W. SUthoff’s Lei- llcht, wordt ontweek de en van Eysselsteyn, die in samenwerking met andere auteurs het scenario schreef voor de Nationale Film, getiteld „Veertig jaren”, heeft dit scenario tot een roman uitge werkt, die door de uitgeverij Callenbach in flink formaat en typografisch wel verzorgd werd uitgegeven, verlucht bovendien met een aantal foto's uit de film. Men behoeft aan het succes van dit boek niet te twijfelen, al zal naar onze meenlng dit suc ces meer te danken zijn aan het gelegenhelds- karakter van het'boek dan wel aan zijn litte raire kwaliteiten. Men bespeurt onder het lezen herhaaldelUk verwantschap met een film-scena rio, zelfs met een draaiboek. Vrijwel leder hoofd stuk wordt door een z.g. filmrijm aan het vo rige gekoppeld en de handelingen worden meer geregistreerd dan leyend uitgebeeld. Op zich zelf behoeft dit geen bezwaar te zijn (Klabund, Ehrenburg en andere bewezen het) doch de lit teratuur bezit een geheel andere methode van dramatteeeren en vertellen dan de film. Het woord, de taal, is een kostbaar instruméht, dat men niet zoo maar willekeurig kan omruilen met de film om hetselfde te zeggen. Wie zoo vlot een ftlm tot boek en een boek tot film weet te maken bewijst, daarmede, dat de be handelde stof niet al te veel karakter vertoont. Dit blijkt overigens ook uit de opvallende nei ging om bij alle conversaties de leden van de Koninklijke familie in het geding te brengen om toch vooral maar duidelijk te maken, hoe zeer zjj in de harten van het Nederlandsche volk leefden. Ongetwijfeld is dit een edel stre ven maar om dezen opzet met waardigheid en waarachtigheid tot een goed einde te kunnen brengen moet men over een ongewoon schrij verstalent beschikken. Het behoeft niet zóó on- lampen en Zoon N.V. am 1938. f P' bezwaar, da Its, dié ona h vaderlanc ■hleën wil over Jan ■w y erlangen naar volledigheid, in zichzelf \f prijzenswaardig, had op de samenstelling van dit boek geen gunstige uitwerking. De schrijvers bepalen zich weliswaar tot „die moeders uit het Huis van Oranje-Nassau, die dlrecten invloed op de geschiedenis van ons land hebben geoefend”, maar ze ontwierpen van deze,' meest hoog waardeerbare, vrouwen, een volledige portretten-galeri) in een. bestek, dat bij beperking tot de voornamste figuren grooter kansen aan de karakteristiek zou hebben geboden. De weinige bladzijden, thans aan elke menigeen zal maken-tegen hvan de handige „Petriaf.'- redactie van prat Kern- he cultuurgeschiedenis in eggen, is aeker, dat het ZUlem Friso zelf handelt, oornamelijk over diens tijd. Cultuur- - gooals de reeks op de eerste pHats - is .dit ongetwijfeld verantwoord, [oole gelegenheid om eeh goede ka- f te krijgen van den man, wiens (wekkende schakel de lezer ongaarne de persoonlijkheid raai, maar zijn toon te toch niet aoo verdraag zaam of men verneemt, hoe hij over „Rome” denkt. Bezwaarlijk kan men van den katholieken beoordeelaar verlangen, dat hjj een mentaliteit als die van D. Hans hartelijk zal toejulcnenl Toch willen wjj voor de verdiensten van het werk niet blind zijn. Het bevat een handige en populaire samenvatting van een groot deel der vaderlandsche geschiedenis, met de Oranje vorsten telkens in het middelpunt der gebeur tenissen. Dit laatste brengt nadeel mee. want niet altijd was onze geschiedenis even trouw om Oranje geconcentreerd. Het brengt echter ook voordeel. Het toont de Oranje-dynastle in haar groote beteekenls voor het land. Tijden van bloei kenmerken zich door de nauwe ver bondenheid van Volk en Vorstenhuis; verwij dering brengt nationale verslapping mee. De stijl van D. Hans te eenvoudig en begrij pelijk; maar haast altijd jubelend, zoodra zich hiertoe ook maar de geringste gelegenheid pre senteert. Wegens de tendenz van den schrijver, boven aangeduid, kunnen wjj het boek slechts aanraden aan lezers, die in de vaderlandsche geschiedenis reeds eenlgermate bedreven tijn. Prins kwam niet meer boven. Het gelukte niet, zijn lijk op te halen. Eerst ht eigen later werd het gevonden in het ter. Ongeveer ter plaatse van de ramp, jp 1 September, ruim zes weken na zijn nd, werd Prins Willem Karei Hendrik Oranjevorst, die als stadhouder over i ten regeerde, jbal vertelt in sobere trekken dit even, met groote aandacht voor de tgOte/menschelijke bewogenheid, de 1 getuigenissen van of omtrent Jan dso. Hjj geeft daarenboven een goed Slechts had men gewenscht, dat hij umonle bereikte in deze verscheiden, samenhangende deelen van zijn zeer etoog. gewoon te zijn als dat van.TolstoT b.v., die in zijn „Oorlog en Vrede" eveneens de verhouding van den Tsaar tot zijn volk uitbeeldt <en daarbij het verband vindt met een wereld en de volheid van het menschelijk hart), doch dit doet op een wijze, die geniaal te noemen te. Maar wel ken naatn zullen we In eén adem met dien van Tolstoi uitspreken? Zulk een vergelijking leder te machtig en men mag dan ook „de g^ schledente van een familie”, zooals de scnrlj- vei zijn boek definieert, niet heelemaal losma- 'ken van de feestelijke aanleiding zelf en de bedoeling van een auteur, die Immers een over- zichtelijke kroniek heeft willen schrijven van het leven In Nederland gedurende de laatste veertig Jaren. Dit overzicht, dat door een famt- Uegeschledente een zekere continuïteit verkreeg te vrij oppervlakkig gebleven, doch werd zonder groote pretenties neergeschreven en hield blijk baar rekening met het bevattingsvermogen van .alle lagen des volks”. Hiermede werd reeds min o* meer een voorwaarde tot een kunstwerk weg genomen, doch de eenvoud, waarmede het boek geschreven werd, beantwoordt aan het doel en te wel de voornaamste verdienste van Ben van Eysselsteyn's werk. Dbg. Dra. Annie -H. Mulder. Geschiede nis van Oranje doorluchtig verteld, met vele afbeeldingen naar oude prenten en moderne foto’s. N.V. Uitgeversmaatschappij Kosmos. Amsterdam 1938. hingen bij t werd hij nai nden. waar ras. vervolgens studeerde hü te Utrecht. Door Willem in tot universeel erfgenaam be roemd, nam hij bij dienstdeed den- titel van •rins van Oranje aan, dóch het Stadhouder- chap werd hem niet verijend. Het tweede tadbouderlqpze tüdperk>7fö—1747 ging ln on- ler leiding van Hollands raadspensionaris An- honie Helnslus. HU wordt kapitéin-geperaal 'anFriesland, strijdt mee In den Spaanschen lUccessle-oorlog en bericht na den slag bij Xidenaarden aan zUn moeder: „Ik schrijf dezen brief aan Uwe Hoogheid m Haar te neggen, dat wU de Overwinning heb- n behaald en hen totaal hebben verslagen. bevind mU wel en schrijf dezen op twee nmen, terwijl Ik óp ben van vermoeidheid U nam deel aan het 'beleg van RUssel en Gent in 1709, trouwde in April 1709 met "ie Louise van Hessen-Kassel. begeeft zich IglMbSMr bet slagveld in Vlaanderen, ver- Xmknd en MófitAgné. neemt deel aan rerovrring vair Doornik en aan tien slag bU plaquet. waar hij zich, volgens tal van ge- enlssen. door groote dapperheid ondér- MSe. „Het handgemeenste erg bloedig ge it** bericht hü aan zjA moeder, dwingt de stad Bergen na een beleg van e maanden tot de overgave en voert daarna .j bruid binnen. Op 31 Maart 1710 meldt hij aan zijn moeder de blUde verwachting der den |ten JOHAN WIL- met e uitgeverij van de weduwe P. van der J Helst te Bussum bracht een „gedenk- plaat" in omloop, ontworpen door den heer H. Trooatheide, wethouder te De Bilt en voorzitter der vereeniglng tot viering van nationale feestdagen te Bilthoven. Het ont werp werd uitgevnerd door den schilder H. Preillpper te Amsterdam. De plaat te vooral bedoeld aoo bericht de uitgeefster als herinnering voor de Jeugd Ze betitelt onze Koningin als „Wilhelmina de Getrouwe”, het geen Juist te. Voorts bevat ze den tekst van den eed, door H.M. uitgesproken op 6 Septem ber 189S en prijst de Koningin, omdat zü dezen eed heeft gehouden ..met algehecle toewij ding, stipte plichtsbetrachting en bewonde- renswaardlge getrouwheid”. De ter ken lag. een portret van de Koningin, omgeven door de zinnebeelden van landbouw, veeteelt, vis- bcherfj, scheepvaart, handel. nUverheld. kunst, wetenschap, techniek, luchtvaart. Oost en West, kan ons maar matig bekoren. Ze te vaag en flets, weze zU ongetwijfeld goed bedoeld. an Dijkstra's Uitgeverij te Zeist ontvin gen wu eveneens een gedachtenisplaat voor de jeugd, ontworpen door C. A. Lion Cqfhet, uitgevoerd door J. Boogaard, bevat tende, door bloemen omgeven, de uitspraak der Vorstin; „Dankbaar ben ik. dat het Oranje vergund te, mede te kampen den geestelijkfiV en staatkundigen strijd van ons volk De dichter Geerten Gossaert illustreerde dé plaat met de regels: „Houdt vast, o Volk van Ne derland, Uw Vrijheid, *t Duurgekochte pand, omgord met den Oranjeband. O Volk. O Land, wat staat of stond, in lust en last: Houdt Vast.” (Ware „houd vast” niet Juister ter uitdrukking van de eenheid des volks?) De plaat te fleurig, maar geen meesterwerk ijzondere aandacht verdient het nerlngs-album. uitgegeven door de Spaarnestad te Haarlem. tekst, De rijke allegoriek maakt deze hymne want aan de oude, te vaak veronachtzaamde rederijkerspoëzie, waarvan zi) zeker de nadeelen vertoont In een tot langdradigheid voerende gekunsteldheid, maar waarvan zU ook de deug den bezit, krachtens het groote vakmansenap en de verrassende vaardigheid van Beversluis. Het dichtwerk verscheen In luxe-uitvoering als eerste boek van de Elcerlyc-reeks, die sedert dien werd voortgezet. pens den samenvattenden v*k- [door prof. dr. H. Frugmans menten uit de regeering \»n H.M.W Wilhelmina”, alsook vanwege de zeer goed afgedrukte reproducties. m<^B fotografieën, waaronder weinig-beken^^H geheel-onbekende. uit het leven der De Levensgang der Koningin wordt album uitvoerig en op prettige wijze ver.^H door dr. J. C. H. de Pater. Er te afzonder^ aandacht gewijd aan buitenlandsche ttezoekT en aan sport en ontspanning der Vorstin. 1» evrouw Bosboom—Toussaint schreef y/l haar groote historische romans over de gebeurtenissen van de zestiende eeuw altüd zoo, dat de eigenlUke hoofdpersonen van het geschiedenisboek In den roman op den achtergrond bleven, terwtjl daarentegen de historische nevenfiguren of de gestalten, die het aanzijn geheel aan de verbeelding van de schrijfster dankten, met groote zorg en uitvoe righeid In al hun bewegingen werden geschil derd. Deze werkwijze was verstandig, want ze liet de schrUfster groote vrijheid, zoowel In de, compositie van haar boeken als in de psycho logie van haar helden. Maurits Dekker heeft zich In zijn Oranje-trilogle, waarvan *t laatste deel voor ons ligt (tevoren verscheen „Oranje en de opstand der Nederlanden", vervolgens „Oranje en Alva’s tyranniek bewind”) veel vas ter aan de gegevens van de geschiedenis gehou den, zoodat bij hem het epische doorgaans het louter-gefantaseerde naar den achtergrond dringt. Toch zijn de gefantaseerde deelen niet de slechtste. Integendeel. Ze overtreffen door gaans dq verhalende uiteenzettingen van de politieke verhoudingen en militaire verrichtin gen. Het mooiste stuk van dit derde deel te de beschrijving van de nederlaag bij Mook en den daarbij aansluitenden dood van LodewUk van Nassau, die volgens de verbeelding van den schrUver met het Ujk van zijn broer Hen drik in de armen verzinkt In een moeras. Uit stekend is vervolgens de karakteristiek van Don Juan van Oostenrijk, den „laatsten en meest romantischen der kruisvaarders", doch bij diens Intocht in Nederland begint de roman zijn spankracht te verliezen. De vele politieke verwikkelingen, die volgen, zUn zeer schema tisch weergegeven. Eerst als het leven van den Zwijger na de vogelvrij-verklaring be dreigd wordt, herleeft de spanning Het karak ter van den Prins te met waardigheid behan deld en de geheele voorstellingswijze van Mau rits Dekker blijft loffelijk objectief. Slechts nam hij klaarblijkelijk geen kennis van ,JLe Procés de l’attentat commis contre Guillaume le Tacitume, prince d'Orangedoor A. de Meyer O.P. (Brussel, 1933)zoodat hij den aan slag door Jean Jauregny, gepleegd op 18 Maart 1852, schildert op een wUze. die na dit onder zoek van de desbetreffende stukken niet meer geheel rechtvaardig kon heeten. In dit derde deel toont hij zich opnieuw een knap stylist, die echter er op uit te. een lees baar en populair boek te vervaardigen, zoodat hij zelfs de stijlmiddelen van den ouderwet- schen stuiversroman niet versmaadt. HU ver mijdt slechts de verouderde uitdrukkingswijze van de volksromantlek. ZUn schets van hon gersnood en pest binnen het belegerde Leiden te een waarlUk geslaagde poging om de volks lectuur te doen beantwoorden aan de eischen der letterkunde zonder dat zU haar karakter van schel gekleurde pathetiek verliest. Hetzelf de geldt voor de weergave van de Spaansche furie te Antwerpen. De roman van Maurits Dekker te zeker ge schikt om de figuur van den Prins bevriend te maken bU degenen, die geen historische i litteratuur ter hand nemen; het te echter geen jeugdboek. De lezer van dit werk zal zich gaarne getroosten, dat hu vele finesses van de staat- en krijgskundige geschiedenis moet mis sen. Het zal hem te doen zUn om een algemeen levensbeeld van Oranje. Dit krUgt hU. in dege- Hjken verhaaltrant, in de groote lUnen verant woord, onpartUdlg. doch verdeeld in zoo talrU- ke tafereelen, dat de spanning te vaak verbro ken wordt. Weer gaat hU naar het slagveld. HU verovert Douay. 2 October 1710 schenkt Maria Louise hem een dochter, doch de Prins te nog te velde en logeert In het nonnenklooster te Beaupré „Er zün dertig nonnen in, maar er te geen enkele knappe bU Eerst ln den winter keert Jan Wlllem Friso naar vrouw en dochter ■“Mferug De oorlog duurt voort. Br zUn onophoudelUke tnoellUkheden over de* nalatenschap van den Stadhouder-konlng, die de Koning van Pruisen .aan den Prins van Oranje betwist. Er komt een loos gerucht, dat de moeder van J^rla Louise overleden zou zUn, de Prins te te velde r^ns Maris Louise te wederom in blUde rwachtlng, haar moeder sterft werkelUk, de ins condoleert zUn echtgenoote met dit ver- s.... het te tijn laatste brief. Deze brief dateert van 9 Juni 1711, twee da- n later begeeft Jan Wlllem Frlso zich op reis ar Den Haag. Dinsdag 14 Juli komt hU aan den MoerdUk. HU ral overvaren; tUdqns de nder de dichtwerken, waartoe de jongste gebeurtenissen in ons Koningshuis de aanleiding werden, is deze nymne van Martien Beversluis, destUds gedeeltelUk uitge zonden door de N.C.R.V., zeker een der uit voerigste, der knai>ste en der best verzorgde. Ze beteekent bovendien in het werk van dezen dichter, die langen tUd een extremistische op vatting omtrent het maatschappelUk leven oe- leed, een belangwekkend keerpunt, ja een be- schrUteter'nlet overal “ze ’schuift “voorbij de «wering tot het Christendom zUner Jaugd. HU - - a.. ~roote dichtwerk van een Oranje- jheidsllefde gepaard. De verslfl- den staat, waar hU zich wegens zUn gezindheid opzichte der Belgen populair had gemaaKt verschilde echter menigmaal van oordeel -- «Un vader. De tegenstelling tusschen den 7 EN ZIJN TIJD. koning en den erfprins was groot. Ze was daar- enboven in breeden kring, ook bulten het land, bekend. De prins gold niet geheel ten onrechte als een opposant Maar hU was geen vriend der liberalen, wier macht tUdens zUn regeering snel toenam. HU heeft zich noodgedwongen bU hun eischen neer gelegd. In moellUke omstandigheden aanvaard de hU zUn regeering, die slechts negen duurde. Het grootste feit dier Jaren was Grondwetsherziening van 1848, die de monarchie in overeenstemming bracht met de vroegere Re publiek, aldus de positie van ons vorstenhuis schUnbaar verzwakkend, ln werkelUkheld kinderen zijn: Prinses Sophie Zoo ontving ons volk Prinses Beatrix. Een document van den 31sten ^Januari 1938. Samengesteld door Jf Jan W. Kester uit 2S00 antwoorden op de Oranje-rondvraag van het weekblad .De Groene Amsterdam mer". Geïllustreerd door Kees Bantztnger. N.V. Uitgeversmaat schappij .De Tijdstroom’’ Lochem 1938. even uitgevers hebben geweigerd, dit „do- cument" in den handel te brengen en al zou de uitgave een commercieel succes zUn. dan kan men toch de huiverigheid begrU- pen en tot op zekere hoogte zelfs billUken, waarmede dit boekje werd tegemoet getreden, want de eerste vraag, welke zich bU de door- bladering opdringt, te: of een enquête van de zen aard, bedoeld als .gnoment-opname" van de stemming des volks, nu wel eenlge waarde heeft. Er te. ronduit gezegd, nog al veel ont stemming bU die stemming! Hartelüke Juich kreten worden onderbroken door schampere opmerkingen. Ingegeyen door den nood des tijds. Het meest schrUnend komt die ontstemming over den tUd wel tot uitdrukking in het vol gende antwoord van een werkloose op de vraag: waarmede hü bezig was, toen het blUde V, nieuws bekend werd: „Las een krant in de leeszaal. Zei tegen mün buurman: Het te er. Hü antwoordde: Ik ben er ook”. Voorts staan er in deze uitgave veel flauwe grapjes naast waarlUk aardige uitingen van oorspronkelUke feestvreugde, die echter weer hun tegenwicht vinden In de zure kritiek van mopperaars en druilooren. Een heel gunstig beeld van de Nederlandsche volksziel levert deze toevallige statistiek zeker niet op. Geheel waardeloos is ze nochtans niet. Geeft., zc weinig aanleiding tot ernstige conclusies, een ding kan men er toch uit besluiten: in groote meerderheid blükt ons volk te beseften, dat de regeering van een Oranje oe verzeke ring van de Nederlandsche vrüheid inhoudt. Verder zal een historisch snuffelaar in de verre toekomst, die dit werkje vindt, en er de stemmen in beluistert van talloozen, die dan allang gestorven zün, doch die vandaag mode de mentaliteit des volks bepalen, zich dankbaar voelen over het bestaan van zulk een 'Werkje. Bezaten wU getuigenissen van dezen aard b.v. over de geboorte van stadhouder Willem II. wü zouden daar toch wel blü mee zün!* Maar wü bezitten Vondels Geboort-kloek, en die te meer waard! aan den dag gelegd, om de Oranje-dynastle te kenschetsen op zulk een wüze, dat de karakte ristiek altüd een gunstige zal zün. Vaak komt de, vaderlandsche geschiedenis den schrUver hierin tegmoet, „doch” zoo schreef De TUd van 29 April 1938 .hetgeen de auteur als een gunstige karakteristiek beschouwt, blüft zeer afhankelUk van zün particuliere levensbeschou wing, waarin oud-calvlntetisch antipapisme worstelt met liberale tolerantie”. HerhaaldelUk schemert door, nu eens duldelük, dan vaag, dat r de schrUver in den Roomschen godsdienst een breekt" een noodweer los, de boot kantelt, gevaar ziet. In het proces om Oldenbarneveldt verontschuldigt hü Prins Maurits zooveel hü kan, zelfs de opmarsch van stadhouder Wil lem II tegen Amsterdam wil hü niet heel zwaar aangerekend zien, bü de behandeling van den Stadhouder-konlng laat hü zün Instemming met diens bestrüdlng van het katholicisme goed merken. Inzake den Belgischen opstand heet „moest wüken voor Ide machtige Roomsche kerk” en met Bosscha 'beschouwt D. Hans het als „een bespotting der natie”; dat Koning Wlllem I trouwde met de katholieke gravin d’Oultremont. Over het Koninklük Besluit van Willem II betreffende de Schoolwet wordt beweerd: „De Katholieken waren met dit besluit zeer Ingenomen; nu had den hun geeste'üken de mogelükheid, den BU- bel van de openbare school te weren”. De ka tholieke sympathieën van dezen koning worden stilzwügend uit de historie weggelaten. De Aprilbeweging daarentegen, uitvoerig verhaald en gemotiveerd, komt den schrijver alleszins begrüpelük voor, al keurt hü de heftigheid af. en al acht hü het optreden van koning Wlllem III onjuist. Hier vooral spreekt Hans als libe- i Buren, Anna van en Louise de Coligny vrouw gewijd, worden door de herhaiinïM deoelfde deugden, ln alle moeders te bewoi^H ren, eentonig, en verscheidene portretten btM ven uitermate vaag. Het werk begint natuurlUk, en terecht, met Juliana van Stolberg, de moeder van den Zwu- ger, maar diens eerste echtgenoote Anna tan Buren, omtrent wier gedragslün als moeder van Philips-Willem en Mana men zich, alleen met gissingen tevreden stellen kan, maar diens twee de echtgenoote. Anna van Saksen, allerminst een voorbeeld van vrouwelük deugd, konden gerust hun plaats hebben gelaten aan een bree der schets van andere vorstinnen, waaronder die uit het Huis NassauDietz zeker niet de minst merkwaardige zün. Het te een verdienste van dit boek, dat het aandacht vraagt voor Sophie Hedwig van BrunswükLuneberg, echt genoote van Ernst Casimir, voor Albertina Ag nes. dochter van Frederik Hendrik, echtgenoote van Willem Frederik van NassauDiets, voor Amalia van Anhalt Dessau, de moeder van Jan Wlllem Friso, voor prinses Carolina, de over grootmoeder van koningin Emma, zoomede voor prinses Marianne, dochter van koning Willem I. echtgenoote van prins Albert van Pruisen, en voor prinses Sophie, dochter van Willem II. echtgenoote van Karel Alexander van Saksen— Weimar Eisenach. Door de nadere belichting van deze figuren, die veelal in de schaduw der historie verborgen blüven, leverden de auteurs een boeiende büdrage tot de familiegeschiedenis der Koningin. HerhaaldelUk geven zü een kükje in de .histolre intime”, die niet steeds zonder be lang te. Zoo wordt omtrent Amalia van Anhalt Dessau, echtgenoote van Hendrik Casimir II en moeder van Jan Willem Frlso. verteld, dat deze trotsche. prachtlievende en eerzucntlge vorstin weigerde haar dochter uit te huwelij ken aan den koning van Pruisen, omdat zü niet wenschte te /voldoen aan de gestelde voorwaar de. dat zü bü het huwelUk harer dochter den bruldssleep zou dragen! Vol vereering voor karaktergrootheid, waar ze die waarnemen, zUn de auteurs toch niet zonder kritiek op karaktergebreken. Vooral het opstel van J. Steur over Anna van Saksen te scherp. Hier en daar te duidelük merkbaar, dat en kele auteurs het protestantisme zUn toegedaan; zoo wordt Juliana van Stolberg vooral als ge loofsheldin van het protestantisme geschetst, terwUl haar toegevendheid Inzake de geloofs verandering van den jeugdigen Zwüger en het verbluf harer andere kinderen aan het katho lieke hof te Breda In ruime mate verontschul digd wordt. Deze opvattingen domlneeren niét zoodanig, dat wü voor katholieke lezers be- zwaar zouden zien in de lectuur en de bestu- w<j Peering van dit veelomvattende, doch niet voor kinderen geschreven boek. Men komt er veel interessants uit te weten. Het te alleen bü vol- gehouden lectuur wat saai. levensbeschrijving van koning gB II voltooit de Leldsche hoog- gr H. T. Colenbrander de reeks ■en aan Meulenhoff’s Historische In acht aaneensluitende deelen I de lotgevallen van ons volk tus- n 1850, dus van de Bataafsche Re- lonlng Willem III. Het laatste deel minst belangwekkende, want Wll- it eigenaardige karaktertrekken U was een groot vorst. Dit nu rfcrander's boek, al wordt het wel 'oldoende tot uitdrukking. Het accent valt zeker niet op *s konings let lükt wel, of de schrijver iets ftd heeft en hem niet geheel on- hens nIM geheel zonder gevoelig- joordeelen. kwam laat aan de regeering. HU a veertig jaar, toen zün vader we ggenomen huwelUk met de ka- Eëtte d'Oültremont afstand van K Tüdens die lange Jaren had de KTmeertnalen een rol van betee- I Kzoowel te velde men denke een afstammeling van Jan ■WH1**» moederszijde In de rechte lün. Willem den Zwüger, was de alge- Eerfgenaam van den Btadhquder-Konlng |n peetoom van aanleg een bijzonder leermeester, .Jean Lemonau. ft ovér hem aan Hendrik Casmlr II: wat kinderen heb Ik onder mün leiding 1, maar bü de gratie Gods, ik kap zeggen, Ik nooit een gemakkelüker en leerzamer rt heb geleld en die zoo veel_ goeds ots belooft, als uw zoon. ZUn gêheugei n getrouw als zün verstand scherp." énige overdrUving, door vleizucht very kt, acht dr. Gulbal hier ntet uitgesloten, u- het staat wel vast, dat Jan Willem Frlso prettig en vlot leerling was. ZUn wankele jndheid vader en moeder waren eigen ft en nicht, hun oudste zoon stierf eer, jaar 'de geboorte herstelde Jan Willem Frlso r Uchamelüke oefening: paardrUden en ermen. In 1696 werd de-negenjarige knaap, er voogdU en regentschap van zün moeder, ■houder van Friesland bü erfrecht, van wqyng; Op 13-jarigen Jeef- StéTTnlversiteit va» Franeker iü „onuitsprekelijk welkom" schUnbaar verzwakkend, in werkelUkheld be vestigend. Van deze Grondwetsherziening heeft de koning de waarde niet beseft. Toch Is de Grondwetsherziening mede aan hem te danken. Tusschen 12 en 13 Maart 1848 werd hü van zeer conservatief Ineens liberaal. Hoe was dit mogelük? Prof. Colenbrander noemt een heele reeks van verklarende oorzaken, waaronder 's konings hartkwaal en aftakelende gezondheid een plaats vinden naast de chan tage van den gevaarlüken Andringa de Kem- penaer, en de brieven van prinses Sophie, *s ko nings dochter, die getrouwd was met Karei Alexander van SaksenWeimar Eisenach, en de liberale beginselen voorstond. Aan een In- nerUJke verandering bü den koning kan Colen brander klaarblükelük niet gelooven, hü be- schojjvkt de zwenking als een louter-opportunte- ^tiaehe en maakt aldus van zün hoofdpersoon "een dubbelhartige gestalte, wien de waarneld weinig dierbaar was. Groote gaven van talent of karakter schrüft hü Wlllem n niet toe. Het verbaast ons echter, dat hü zoo weinig aandacht wüdt aan 's konings religieuze ge zindheid tegen het levenseinde. HU schrüft wel iswaar ln een voetnoot „Van katholieke pressie, cnmlddellük op den persoon des Konings ge oefend, te tot dusver niets gebleken”, maar hü verzwügt 's konings vertrouwelUken omgang met Mgr. Zwüsen te Tilburg en geeft, door en kele citaten uit de briefwisseling van Smits en Cramer, geen gunstig Idee omtrent de katho lieken. Was hun invloed misschien zUdelings toch met iets grooter en Iets meer ln 's lands belang dan hU het voorstelt? Men oedenke dat Wlllem II getrouwd was met een Russische Grootvorstin. Anna Paulowna Romanow, lid van de Schtematiek-katholleke Kerk, vervolgens dat de koning als erfprins den Belgen niet on gunstig was gezind geweest en hun godsdien stige eischen wel verantwoord achtte, elndelük, dat Willem II bevriend was met Mgr. Zwüsen. Hü was zeker niet gesloten voor de opvattingen der katholieken, al deelde hU die niet. Was hü wellicht niet ook overtuigd van hun rechtma tige belangen, en heeft dit zün zwenking be ïnvloed? De beweeglUkheid van Willems aard te voor Colenbrander geheel in diens nadeel. Die zlens- wüze lükt ons eenzüdig. Ze schaadt aan de karakteristiek, die hierdoor wel zeer ongunstig wordt. Tenslotte was Willem n een ridderlük mah, maar blükt de ridderlükheid niet vaak uit - snelle Impulsen? De roem van dezen vorst is ooor zün jongsten biograaf niet .verhoogd, al werden enkele trekken van zün Mrakter ver- duldelükt. enkele feiten züner regeeringsperló- de in nieuw licht geplaatst. Over konings be wind ln Luxemburg, waar hü populair bleef, wordt kort, maar goed gesproken. ezellig te dAe nieuwe „Geschiedenis van T Oranje” in hooge mate en dat blüft een verdienste, ook al betrapt men de schrüf- ster op enkele onjuistheden en al dankt haar stijl de beste hoedanigheden aan het voorbeeld van den dichter J. W. F. Werumeus Buning, die een heel persoonlüke manier heeft i achtten die manier tot heden onnavolgbaar om historische gebeurtenissen te verhalen. „Als wü straks sullen vertellen hoe Prins Wil lem III, onze Stadhouder, op den troon van Engeland kwam, dan zullen we erbü bedenken, dat het even belangrük en tienmaal zoo be- koorlük te, te weten dat er reeds jasmünen biociden in zün tuin. Hieraan ervaart de tnensch de eeuwigheid van de lente”. Ziedaar, hoe prettig dra. Anna Mulder schrüft, \1 ziedaar, hoe zü de geschiedenis der dynastie 1 opvat als een geschiedenis van menschen, recht” menschelüke menschen, over wie een anecdote ons vaak heel veel zegt, ook al heeft die anec dote geen geschiedkundig belang. De stamvader van het geslacht Nassau achtervolgt op jacht een hert: „Zoo’n dier vlucht hoog. Boven op een berg doodde hü het en.... wonderlük wreed en ontvankelük als de tnensch terzelfdertUJ kan zün.... op dit moment besefte hü de schoonheid van de wereld rondom hem en oe- sloot op deze plek een burcht te stichten, dien hü, naar de omliggende „Nasse Aue”, Nassau noemde”. Zulke schrüfwüze,- opzettelük spoedig oppervlakkig. Dit gevaar - v j --„11 a- sM _y_ moeiiükheden met een glimlach, die niet Tedere lezer op gelüke wüze beantwoorden zal. Maar goede vondsten zün er vele: Als de Oldenbarneveldt-tragedie verteld te, oordeelt de schrijfster omtrent Prins Maurits: „dat hü, de groote veldheer, op dit moment als tnensch zoo klein te geweest. Een hard karak ter! Zün moeder was Anna van Saksen!” „Oldenbarneveldt ligt begraven naast lichtzinnige Jacoba van Beyeren. Er te in den gevel een gedenksteen aangebracht. Meer Is er niet te zien, want ge zoudt door de steenkool van het Departement van Waterstaat moeten krulpen om het graf terug te vinden.” Over stadhouder Wlllem II: „al die juweelen, braceletten en parelsnoeren, die hü te betalen kreeg, verraden wel eens een héél erg groote liefde voor het tooneel”. Stadhouder Wlllem V heet: „een mensch van goeden wille, wat kop pig soms, weinig actief, beschikkend over een macht, die hü niet gebruikt en revend in een tüd, dien hü niet verstaat”. Maar de moord op Jan de Wltt wordt afge daan in één tegel en het karakter van den stadhouder-konlng wordt kritiekloos aanvaard. De détails van het boek zün alleraardigst, het geheel te kleurloos van neutraliteit. Het te een gezellig, oppervlakkig, leuk boek „voor alle ge zindten”. Verdlenstelük te. dat de schrUfster zoovetl vertelt over de paleizen van de Oranjes. Men zal haar werk, spüts de oppervlakkighe den, met plelzier lezen. Het is uitstekend geïl lustreerd. getuigt in dit liefde, aan v catie te overal goed, hier en daar meesterlük, de gedachten zün volkomen verantwoord, doen de schün, dat het hart onvoldoende aandeel had aan de vervaardiging van dit stuk, wist de dichter niet overal te vermüden. Zün compo sitie 'te heel aanneemlük. Na een proloog, die in het algemeen het Hollandsche natuur- en menschenleven schildert, komen achtereenvol gens aan het woord de „Stemmen van het ver leden”, te weten verschillende Oranje-vorsten, die de deugden van trouw, geloof, heldhaftig heid, liefde, beleid en toewüdlng vertegenwoor digen; vervolgens de .Stemmen van het He den”. gesproken door de elf provinciën en de overzeesche Gewesten, de „Stemmen der Toe komst", gevoerd door Wetenschap. Handel, Landbouw, Zeevaart en Waterstaat. Staatkun de, Defensie, Kunst, elndelük de Slotkoren en een Dankgebed. Ter karakteristiek volge de strofe, waarin de Dichtkunst spreekt: ft I 1

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1938 | | pagina 27