E
De avonturen van een verkeersagentje
I
w-
wit&aal van den daq
voer mpn spoedcursus in de goochelkunst.
De plechtigheid in de Nieuwe Kerk
GEDACHTENISREDE
DR. H. COLIJN
2
g,
DINSDAG 6 SEPTEMBER 1938
E
Beate weet,
E?
wat ze wil
K«
ki
K
Les in 't
goochelen 1
j
2
een benzinemotor, In 13 seconden 50 meter
Australië.
eerepalm
Di
On
het
Wie
volk
r<
(Ongecorrigeerd.)
was moois wezen, als Ik een vriend in den steek liet"
Kleinwachter
Vo
wat
niets
Ge'
ik
(Wordt vervolgd).
dóór
von
Volk en Oranje In deze
nauwer saamgesnoerd.
Otlrid
Hen*»*"’
van Uwer Majestelts Regeëi
broeders Wright In een vilei
En In de proclamatie van den 20sten Novem
ber ISIS klinkt het met stoere overtuiging:
daar zonder een cent staart? Nooit! De dekste-
ward, die de laatste dekstoelen opruimde, kwam
terdaad bevestigd is geworden. Zoo ooit, dan
is hief het ,Je malntlendral” In vervulling ge
gaan.
kwamen
naderbij
Het bleef eenigen tüd stil na de Indrukwek
kende rede van dr. Cohjn. Toen zetten koor
en orkest cantate 51 van Bach „Jauchzet Gott
in allen Landen" in. De orgelbegeleiding was
van Piet van Egmond, terwijl de sopraansolo
werd gezongen door Jo Vioent en de trompet
solo werd geblazen door den trompettist van
het Concertgebouworkest M. Komst.
Ds. de Jong sprak daarna het slotgebed uit.
Vervolgens bracht het koor het „Hallelujah*
uit het oratorium „De Messias” van Handel,
ten gehoore, terwijl tenslotte koor en orkest
het zesde coplet van het Wilhelmus inaetten
„Mijn schilt ende betrouwen sijt ghy, o Godt,
mijn Heef.”
Hiermede was de plechtigheid ten einde.
Terwijl Henk Lohuys op het groote orgel
Grand Coeur van Guilmand ten gehoore bradlt,
en alle aanwezigen zich verhieven, verliet de
Koninklijke Familie, uitgeleide gedaan door
de commissie voor de gedachtenisviering, het
kerkgebouw om te voet naar het Paleis terug
te keeren.
ext
Hel
Bri
Aa
hoek
wei i
gels
gen i
niet
het i
spel
n
d<
vt
sr
dt
te
bl
gi
Hl
28 e
gene
het
part
Na
den
Zwa
waai
forc<
gaf.
Nu
nem
fout
ruim
tijd
wit
een tl
Stan
Wit
de z
ceer
eenl(
niet
49—
trum
beter
eindi
nog
ren t
het i
U
ma
wo
vol
vm
50
tn
bc
be-
het
en mensch kan evenmin een pri
vaten godsdienst hebben, alsdat
hij een private zon of een private
maan heeft
Ze weten tot het hol door te dringen, waar het monster nog
niet teruggekeerd was. „Hier moeten wjj zijn,” riep het Vter-
keersagentje tegen zijn metgezellen, die hem in alles zouden
bijstaan. Eindelijk zagen zy ook het hok, waar het matroosje
door Koning Knarstand gevangen was gezet.
Mede is in deze 40 jaren een aanvang ge
maakt met het betrekken van de bevolking
bij het bestuur over het land.
Maar uit die eenheid hl den wortel vloeit
nog iets anders voort. Daaruit resulteert
ook het grondig begrip van wat het regee-
ringsbeleid voor het Nederlandsche
vordert.
Keizer Karel V, die dit volk óók kende,
heeft eens gezegd, dat er geen volk ter we
reld is hetwelk, mits vaderlijk geleid, meer
geneigd is de wenschen van zijn vorst te
volgen dan het Nederlandsche, ofschoon er
„Getrouw aan de traditie van mijn Voor
vaderen, heb ik nooit anders gewild, dan
mijn Volk te dienen door handhaving van
het recht en bevestiging zijner vrijheden,
door verzekering van ieders rechtmatige aan
spraken op geestelijk en stoffelijk gebied.
Gedragen door Uw liefde en trouw, zie ik
MU in die roeping bevestigd”.
zijn plicht doet slechts uit
I dwang, leeft vergeefs zijn leven lang.
beambte
anderen.”
—■«„Dus moet ik.
/.Het beste is, dat u op het schip blijft en
■naar u, zooals u zegt, nog geld bezit, reist u
maar weer naar Duitschland terug. Het spijt
mij, u deze teleurstelling te moeten aandoen.
Tot nogtoe stipte ik een en ander aan van
wat op commercieel en technisch gebied in
de verloopen 40 jaar het belangrijkste mat
worden geacht, maar ik zou te kort schieten
in de mij zelf gestelde taak Indien ik ook
niet gewaagoe van heugelijke feiten en voor
zieningen op ander terrein. Indien ik b.v.
.naliet erop te wijzen, dat Nederlandsche we-
wetenachap en kunst bij herhaling door het
buitenland werden geëerd; Indien ik ver
zuimde ’’te gewagen van den groei eener in
den regeLop hoog staande dagbladpers; in
dien Ik naliet melding te maken van de
werken der barmhartigheid, die in deze ja
ren in aantal en beteekenls zoo wonderbaar-
1 lijk zijn gegroeid, of indien ik zweeg van
alles wat gedaan werd in het belang van de
Jeugdvormtng.
Ik denk verder aan de beslechting van den
schoolstrijd, die van ongeveer 1840 tot 1920 tot
zulke voortdurende politieke spanningen heeft
geleid en op de structuur van het parlemen
taire leven in ons land zulk een beslissender.
Invloed heeft gehad. Hierbij den vredespalm
aan het Nederlandsche volk te hebben kunnen
uitreiken, is een daad van Uwer Majestelts
Regeering geweest, waarvan de beteekenls eerst
In later tijd ten volle zal worden gewaardeerd
ook geen volk is dat meer afkeerig Is van
dienstbaarheid. Eerbied wordt bij het Ne-
derlandsche volk, zoo ging hij voort, niet
ingeboezemd door het verwekken van vrees;
het is eer geneigd tot stijfhoofdig verzet
tegen willekeurig krachtsvertoon; het is
meegaand als het met verstand behandeld
wordt en zijn rechten en vrijheden wor
den gewaarborgd.
Onder de moderne verhoudingen is door
Uwe Majesteit aan deze zelfde gedachte
uiting gegeven bjj de eedsaflegging, toen Zij
bezwoer de algemeene en bijzondere vrijheid
en de rechten van Hare onderdanen te zul
len beschermen.
Te zeggen, dat thans alle euvelen uit den weg
zl/n geruimd zou te ver gaan, maar een getui
genis. dat de toestand aan het eind van deze
40-jarige Regeeringsperiode buitengewoon gun
stig afsteekt tegen dien in 1898, mag op eer.
dag als deze niet achterwege blijven.
In gelijken zin mag ik mij uiten als w^den
blik richten naar de deelen van het Rijk over
zee. In cijfers uitgedrukt komt dit voor Neder-
landsch-Indië al dadelijk tpt uitdrukking in de
bedragen die toen en thans werden besteed in
het belang van de inheemsche bevolking. Ook
de cijfers van den gezamenlijken in- en uit
voer wijzën op een verblijdende ontwikkeling
Voor Suriname mag van een verdubbeling
van den m- en uitvoer worden gewaagd, terwijl
Curasao, door bijzondere oorzaken, wijzen kan
/>p zeer uitzonderlijken vooruitgang.
maar onze regeering i> zich van een zware ver
antwoordelijkheid bewust."
Hierna maakte de beambte een beleefde bui
ging, legde de papieren op tafel en liet haar
alleen.
De boot lag stil en toen Beate uit de con-
versatlezaal kwam, zag zij den kapitein in ge
sprek met de heeren van het hoofdagentschap
van den Noord-Duitschen Lloyd in Argeritinië.
„Kapitein Nauer, een oogenbllkje!"
ZU liepen een paar passen verder en Beate
vertelde hem zenuwachtig wat haar was over
komen.
„Duivels, dat is een onaangename geschiede
nis! Maar ik kan er Jammer genoeg niets aan
doen. Dat jongedames toch altijd weer ei in
vliegen met zulke advertenties. Inplaats van be
hoorlijk bij de overheid te informeeren!”
„Moet ik werkelijk terug?”
„Er is niets aan te doen. Het is ook het beste,
want een jong meisje, dat geen begrip heeft
van de verhoudingen in Buenos Aires neen,
dat gaat onmogelijk.”
De kapitein werd weggeroepen en Beate bleat
alleen achter, volkomen in de war. Zij was heel
bleek geworden. Ze pijnigde haar hersens af om
een uitweg te vinden. Naar Europa terug? En
ligt, niet alleen bij monde van mij. Uwen oud
sten Commissaris in dienstjaren, aan Uwe Ma
jesteit kenbaar te moeten maken, maar dit ook
te moeten neerleggen In een gezamenlijk adres,
dat Ik mij veroorloof hierbij hoogst eerbiedig
•sn Uwe Majesteit ter hand te stellen.
Dit te kunnen zeggen, ter plaatse waar Uwe
MajësteitJ^ph voor nu 40 jaren met een plech-
tlgen eed aan Haar Vblk verbond, is voor heel
Nederland Nederland hier en Nederland
overzee oorzaak, dat ons hart overvloeit van
eerbiedigen dank. Dank aan Uwe Majesteit, dat
Zij al Haar krachten in dienst van het Vader
land heeft gesteld, maar bovenal dank aan den
Almachtlgen God, die U begenadigde met alles,
wat noodig was om Uwe hooge roeping te ver
vullen bp de wijze, als zjj vervuld werd.
Immers ons vorstenhuis is in zijn oorsprong
zuiver nationaal. Het wortelt in denzelfden bo
dem waaruit ook onze nationale zelfstandig
heid opkwam.
Daaruit vloeit dan de wisselwerking voort
tusschen den groei van het nationaal besef en
de waardeering voor het Vorstenhuis, daarin
wortelt het inniger worden van den samenhang
tusschen Volk en Vorst.
ge ik hier, zoo besloot dr. Colljn, mij wetend
te spreken namens het Volk van Nederland, ten
Slotte alles samenvatten in de getuigenis van
ons onwril/.aar Geloof In de heilzame werking
van het voortbestaan van den bar^—tusschen
Nederland en Oranje, in de uiting onzer vurige
Hopp, dat de Almachtige God ook in dat op
zicht- zijne gunst over Land en Volk besten
dige en in de verzekering, met diepe overtuiging
uitgesproken, dat het volk van Nederland, óók
in de toekomst, U zarl blijven omringen met zijn
warme Liefde en zijn ongebroken trouw.
ker en een gieter, uit den hoogen hoed te voor
schijn m<
den. Die
nuwachtigheid verkeerd aanpakte onder het
dubbele blad van de tafel, begonnen te kakelen
als een oordeel, de veer in den hoed -wilde niet
werken en tot overmaat van ramp deukte ik
den gieter in, die van ijzerdraad en papier was.
Het werd een pan! Het publiek lachte tranen
en floot en brulde en wierp met sinaasappelen.
Toen het scherm viel en ik me van aange
zicht tot aangezicht tegenover Palmira bevond,
kon deze geen woord uitbrengen. Zij breidde
slechts de armen uiUmet een gebaar van ver
latenheid.
Als vernietigd kwanten we héi^theater uit,
beter gezegdde eigenaar zette ons aan de deur.
Onderweg zei Palmira tegen me:
Je zult thuis eens hooren, die arme papa!
Maar „die arme papa” zei niets. HU zou nóóit
meer wat zeggen, want hjj was een half uur ge
leden gestorven. Ik zal u dien traglschen avond
niet verder beschrijven. Ik zal u alleen, om het
verhaal van mijn avontuur te besluiten, mee-
deelen, dat eri den volgenden morgen iemand
verscheen, die levendig deelnam in Palmira's
smart en zich met de begrafenis belastte -
oogenschijnijjk als. iemand, die tot de familie
behoorde. Toen Palmira en ik ons een oogen-
blik alleen bevonden, zei ze tegen mij;
Dat is m’n verloofde. HIJ is kapper, ergens
in de buurt. We zagen elkaar nooit, omdat hij
met m’n armen papa niet kon ópschieten. Nu
papa er niet meer is, trek ik maar weer op hèm
aan. 1 Is zoo'n goede jongen! Als je soms nog
eens den truc van dien hoogen hoed precies
wilt weten, dan wil ik het je bij gelegenheid
nog wel eens voordoen
van elke
neiging tot Byzatinisme, de verloopen
40 jaren overziet; wie daarbij het
feit niet veronachtzaamt, dat bjjna
IS van die 40 jaren doorleefd zjjn
onder omstandigheden, die het woord
van den Psalmist zoo begrijpelijk
maken als hij gewaagt van moeiten
en verdriet"; wie voorts eenig be
grip hóeft van de krachten, die weer
staan moesten worden om te kun
nen blijven wat we waren, om te be
houden en te verwerven wat we thans
als natie ons geestelijk en stoffelijk
bezit mogen noemen, die zal ook
al houdt hij rekening met scha
duwen, die b.v. in den vorm van
ernstige werkloosheid, over de laat
ste jaren vallen moeten toegeven,
dat deze 40-jarige regeeringsperiode
tot de meest gezegende uit onze rijke
historie behoort, die wordt ook ge
dwongen tot de erkenning, dat zij de
vergelijking met wat elders, onder
vergelijkbare voorwaarden en om
standigheden, geboekstaafd kan wor
den, met glans kan doorstaan. De
uitkomsten van het regeeringsbeleid
dezer 40 jaren mogen elders wellicht
geëvenaard worden, wanneer men het
geheele veld en het geheele tijdvak
overziet, worden ze nergens over
troffen.
Dombusch stak haar de hand toe.
.Juffrouw Serenus, ik dank u voor uw
vertrouwen. Ik ben zelf een soort avontu
rier en ik heb er nog geen flauw idee van.
wat er van me terecht zal komen. Ik reis
direct door naar Rosario. Als u mU uw adres
wilt geven, zal ik u steeds het mijne zenden.
En als ik u eens goeden raad kan geven....”
Ze stond vlak voor hem en keek hem vast in
de oogen.
„Ik heb gehoopt, dat u dat zeggen zoudt ik
De voldoening die we mogen koesteren als
men let op de plaats van Nederland in het
internationale verband, gaat over in stille be
wondering, indien men den blik laat gaan over
den vooruitgang, die in deze 40 jaren binnen
het Koninkrijk viel waar te nemen.
Allereerst eene in de Westersche landen on
geëvenaarde groei der bevolking, bevorderd
door een voortreffelijke zorg voor de volksge
zondheid en gedragen door een even voorbeel
dige zorg voor de volkswelvaart.
De belangstelling voor den landbouw riep
eene sterke verhooging van de bodemproductle
in het leven.
Onder de zegeningen dezer 40 jaren, die
in een rede als deze niet eens alle zelfs
maar voor bloote vermelding in aanmer
king kunnen komen, is er' nochtans één,
waarover men kan, noch mag zwijgen. Het
Is het heuglijk verschijnsel van de groeien
de gehechtheid van ons Volk aan het
Oranjehuis.
Terwjjl in verscheidene landen.de volken
den band met hun eeuwenoude vorstenhui
zen verbraken, werden het Nederlandsche
40 jaren steeds
Van niet minder beteekenls moet worden
geacht de bevordering van betere toestanden
in de wereld van den arbeid. In de Jaren
negentig van de vorige eeuw lieten de so
ciale toestanden en verhoudingen ook bij
ons nog veel’ te wenschen over. Laag waren
de loonen; lang de werktijden. In de jaren
negentig was de arbeidsduur voor vrouwen,
in enkele bedrijven althans, nog 16 uur per
dag. pe woningtoestanden waren slecht.
Werkloosheid was er veel en de hulp was
zeer gering. De sociale verzekeringen ont
braken geheel.
Deze toestanden riepen om verbetering
en het is niet de minste eere van Uwer
Majestelts Regeering in dëze 40 jaren, dat
hierin geleidelijk belangrijke verbetering is
opgetreden.
„Het spijt mij, Senhorlta maar ik ben slechts
en niet in staat, de wetten te ver-
H(j wilde met een buiging heengaan, toen ze
hem nog eens terugriep:
.MUn vrijwillige biecht is nog niet geneel ten
einde. Misschien komt er nog een vraag bij u
op, waarover u struikelt: Waarom reist een
meisje zonder middelen eerste klasse op de
„Siërra Morena?" Niet van het geld van mijn
vader. Ik heb een klein erfdeel van mijn moe
der en bezit 'zelfs nog een duizendmark-biljet.
,Tot ik uit Duitschland wegstoomde. was ik
metuffrouw Beate Serenus! Wat er nu komt, zal
nu onbevangen, vrjj
niemand weten dan ik; het is dus volkomen on
belangrijk. Tot weerziens, mijnheer Dombusch!”
Hjj zag haar na. toen ze met krachtige
schreden, sterk. Jong en energiek, wegstapte.
Egon Dombusch was volstrekt niet verliefd
op Beate Serenus. maar toch voelde hU.zlch nu
opgelucht en in zijn schik. Een dapper meisje!
Hij zou zich geërgerd hebben, wanneer ze
werkelijk als een onnoozel kind in haar ongeluk
was geloopen.
De boot naderde langzaam de haven van
Buenos Aires. Rechts, ver naar voren geschoven
teekenden zich reeds de enorme complexen der
brouwerij van de voorstad Quilmes af; daaYna
de grijze gebouwen aan de kust
en langzaam baande zich de „Slcrra
Morena” een weg door een onafzienbare vloot
van groote en kleine bootjes, die aan de alles
behalve fraaie haven van de Argenttjnsche
hoofdstad iets indrukwekkends geven.
Beate stond allang weer op het; dek en keek
naar het land. Vuil van zand en leem spoelden
de golven der La Plata, die zich hier.bijna'tot
een baal verwijdde, om het schip. Een lichte
nevel lag over de groote stad, schoorsteenen
rookten. Sirenen van schepen loeiden kleine
politiebooten schoten pijlsnel" door het water.
Als een licht, lachend feest had voor eenige,.
dagen de sprookjesachtige baal van Rlo de
Janeiro voor Beate gelegen, als een weekend vol
zwaren arbeid doemden daar de sombere
schuren en fabrieksgebouwen van Buenos Aires-
■oor haar oogen op.
De deksteward riep met luide stem:
„De dames en heeren der eerste klasse worden
wegsmolt als sneeuw voor de zon en ik kneep
mijn oogen dicht, toen de oude haar in een gru
welijk uitzien* kist legde en deze in twee ge
lijke helften begon te zagen!
Toen het scherm gevallen was, vloog ik ach
ter de coulissen en liet me door een bediende
naar het kamertje van den goochelaar brengen.
Voor den spiegel zat de oude zjjn magere wan
gen met vaseline in te wrijven. Nadat ik hem
mijn hartstocht voor zijn kunst te kennen had
gegeven en mijn verlangen, om die te leeren,
door een regelmatlgen cursus daarin te volgen,
richtte hij zijn scherpe oogjes op mijn gelaat en
zei: Ik zal de laatste zijn, om uw voornemen
iets in den weg te leggen. De goochelkunst is
werkelijk een künst en er zouden er velen moe
ten zijn als u. jongeman, die de bekoring er
van moesten beseffen. Nu, als u werkelijk de
voornaamste beginselen ervan wilt leeren, zal
ik u een voortreffelijke leermeesteres geven:
mijn dochter, die u hebt zien werken en die ook
meer geduld en onderwystalent beeft. Pal
mira! riep hij, zich naar de deur achter hem
omdraaiend, hier is een fatsoenlijke Jonge
man, die je wil spreken. Kan 3>Ü binnenkomen?
Ja, papa, antwoordde een hemelsche stem
uit het aangrenzende kamertje.
Ik trad binnen en stond een oogenblik als
verstomd over zóóveel schoonheid! Op een af
stand was ik al diep onder den indruk geweest.
Maar nu! Nadat ik, met de onstuimigheid van
mjjn twintig jaren, uiting had gegeven aan
mijn gevoelens, nu ik kennis met haar mocht
maken en aan mijn wensch, door haar onder
richt te mogen worden, vroeg ik haar:
Hoe heeft uw vader toch begrepen, dat ik
de goochelkunst bjj voorkeur van wil leeren?
Dat is heel natuurlijk, antwoordde zij.
Mijn vader is ook gedachtenlezer....
Met ons drieën verlieten wij het theater en
in een naburig restaurant stelden wjj, onder
ie bedrijven door, de middaguren vast
,Jk heb opdracht, om u deae vragen te stel
len.”
„U kunt op dit papier lezen, dat ik als gezel
schapsdame van een Dultsche, die met eëlr
Argentijn getrouwd is, naar Tucuman ga”
.Naar Don Erico Valezza.”
.Juist."
„Weet u, dat deze heer bezitter is van een
cabaret van den zooveelsten rang?”
„Wat zegt u?”
„Senhorlta, het spijt me u te moeten mede
leden, dat u niet kan worden toegestaan, aan
land te gaan.”
Beate schrok geweldig.
„Mijn papieren zjjn toch in orde.”
„U moet mij goed begrijpen: deze maatregel
wordt uitsluitend in uw eigen belang genomen.
Er zijn talrijke gevallen voorgekomen, waarin
jonge meisjes, die lichtzinnig op advertenties
Ingingen, waarin betrekkingen werden aange
boden, haar ongeluk tegemoet zijn gegaan.
Daarom is er een wet uitgevaardigd, dat alleen-
relzende meisjes, die geen betrekking hebben
bij menschen welke bij de politie als onberispe
lijk bekend staan, die geen familie in Buenos
Aires hebben of hier gekomen zjjn om te trou
wen, niet aan land mogen gaan. En een dergelijk
huwelijk moet dan' nog onmlddelljjk plaats vin
den."
Beate was heelemaal terneergeslagen.
,Jk moet aan land; ik ben u voor uw waar
schuwing heel dankbaar en zal naturlük niet
naar Tucuman gaan. Ik ben, gezond en bezit
nog duizend mark. Ik aal een andere betrekking
sneken,"
.Nee, kindlief, ik word door mijn vrouw en
dochter afgehaald en dan kan ik toch niet
dadelijk met zoo’n jong meisje...."
De toon van zijn stem was totaal veranderd.
ZU werd rood van schaamte.
Dat kan een Vorst zeggen, die zich één weet
met Zijn Volk; een vorst, die de bijzondere
eigenschappen van dat volk niet maar kent,
doch ze ook deelt, die ook in dit opsiebt de eer
ste Nederlander is.
Getrouw aan de traditie van Mijn' Voorva
deren! Dat juist is het, waarom het volk het
onweerstaanbaar geloof bezit, dat zijne rechten
en vrijheden nergens heiliger zijn dan in de
handen vttn Uwe Majesteit, als persoon en als
draagster van de beste Oranjetradities.
Gebruik makend van de woorden, die de
Apostel in een zijner brieven aan de gemeente
te Corinthe tot een bekende trits verbond, mo-
„Een oogenblik, alstublieft, Senhorlta!”
ZU gevoelde zich buitengewoon ongerust, toen
de beambte met haar naar de conversatlezaal
ging. Z(j voelde de blikken der andere reizigers
en het was haar, alsof zjj weer de Beate Serenus
der laatate dagen in Berlijn was.
„Spreekt u Spaansch?"
„Ja, Senhor.”
„Bent u zangeres?”
„Ik? Neen.”
„Of danseres?”
.Hoe komt u op die zonderlinge vraag?”
Indien men zich op een dag als deze uit
sluitend zou moeten beperken tot een ver
gelijkende schets van den algemeenen toe
stand in de wereld van heden met dien
aan het einde der 19de eeuw, dan zou met
terdaad getuigd moeten worden, dat het
slot van de 40-jarige regeeringsperiode van
Uwe Majesteit met wolken en donkerheid
omgeven was; althans indien we dat slot
zien in den betrekkelijk nog lichtenden
glans van het Jaar 1898.
Maar gelukkig is er plaats voor een andere
visie. We willen heden onze feestelijke stem
ming niet laten beïnvloeden door alléén
maar te letten op wat de wereld om ons
heen te zien geeft; we zullen ook acht slaan
op de plaats die Nederland temidden der
volkeren inneemt.
wil u graag als vriend hebben. Maar goed be
grepen. beslist alleen maar als vriend.’”
Hij glimlachte.
.Natuurlijk, dat was ook mijn bedoeling.”
verzocht, voor pas- en politiecontrole In oen
rooksalon te komen."
Een van de eersten was Egon Dombusch; hij
legde rijn papieren en zijn contract als inge
nieur bij de machinefabriek «Gonzales ti Co. op
tafel.
Hjj ontving zonder eenige moeite de noodige
stempels en haastte zich weer naar zfjn hut
terug.
Door het gesprek met Beate had hij waar
achtig vergeten, zijn koffers te pakken. Veel
was het niet, dat hij bl) zich had en hij had
ook geen dulzendmarkblljet in zijn portefeuille,
doch slechts nauwelijks tweehonderd mark. Wat
hinderde dat? De firma, waarbij hU in dienst
kwam, had hem zjjn boot- en spoorbiljet thuis
gezonden en als hij eenmaal in Rosario was,
begon hij ook dadelijk te verdienen.
Kort na Egon verscheen Beate Serenus voor
de tafel, waaraan de heeren zaten. Zjj liet haar
papieren en haar contract zien, maar de be
ambte zag haar verwonderd aan en stond op.
Zoo is er dan, ondanks alle verwarring
en moeilijkheid in de wereld, zelfs inter
nationaal reden tot bijzondere voldoening
Indien we de plaats van Nederland te mid
den der volken in dit tijdsgewricht in be
schouwing nemen. Wat ook op internatio
naal gebied veranderd moge zijn, de eer
bied voor den Nederlandschen naam en
voor de Nederlandsche vlag is in deze 40
Jaren bevestigd geworden en het is, voor
'zooveel de bultenlandsche waardeering be
treft, zelfs geoorloofd aan 1938, in verge
lijking met 1898, den eerepalm toe te
kennen.
(Vervolg)
Wanneer wjj voorts onze eerbiedige geluk-
wenschen aanbieden, dan geven wij daarmede
uitdrukking aan de hoop, dat God Uwe Maje
steit in de toekomst veel, zeer veel geluk moge
schenken. Nadat donkere schaduwen op den
persoonlijken levensweg van Uwe Majesteit
ware gevallen, is de zon van het familiegeluk
opnieuw door de wolken gebroken en mag Uwe
Hoogheid zich thans mede verheugen in het
jonge geluk van het prinselijke gezin en in het
bezit wjj mogen het zoo wel zeggen van
een schat van een kleinkind. Moge dit kost
bare bezit door Gods goedheid worden be
waard gespaartf—^ocr de vorstelijke ouders
voor Uwe Majesteit, voor ons land en ons
Volk.
Uw* Commissarissen in de onderscheidene
provlncieën hebben gemeend, zoo besloot spr„
datgene wat hun op dezen dag op het hart
En dan herinneren wij ons allereerst hej,
woord uit Uwer Majestelts proclamatie bij de
troonsbestijging geult, dat ZU den eerbied voor
den Nederlandschen naam en de Nederlandsche
vlag begeerde te bevestigen, om er dan on
middellijk met innige verheuging op te wijzen,
dat dit Konlnkiyk woord ten volle in vervul
ling- is gegaan.
Nog is de wereld de kloeke daad niet verge
ten om den bejaarden President Kruger. toen
een langer verbluf in zijn strUdend vaderland
voor hem niet meer mogelijk was, door een
Nederlandsch oorlogsschip naar Europa te doen
overbrengen. En evenmin behoeven we er het
oog voor te sluiten, dat het de Nederlandsche
Regeering was, die in die dagen ten slotte het
initiatief genomen heeft, om, langs den weg
van bemiddeling, aan het stamverwantevolk
den vrede te brengen, toen elk uitzicht op
handhaving der onafhankelijkheid moest wor
den prijsgegeven.
Ook de correcte houding van Nederland tU-
dens den wereldoorlog heeft, na de bekoeling
van de*hartstochten, de waardeering gevon
den. die zij verdiende. De Nederlandsche naam
en de eer van het land werden, in die zoo
bijzonder moeilUke tijden, ongerept gehand
haafd.
Het valt wat moeilüker te spreken over onze
eigen dagen, maar dit mag toch gezegd, dat
bevoegde beoordeelaars in het buitenland, ken
nende de moeilijkheden waarmede wij te wor
stelen hebben, steeds met ibf gewagen van de
taaie vasthoudendheid van ons volk in dagen
van tegenspoed en zUn gezond Inzicht in de
middelen .om aan die tegenspoed het hoofd te
bieden prijzen. Er.is dan ook geen twUfel mo
gelijk over het antwoord op de vraag of de
eerbied voor den Nederlandschen naam en de
Nederlandsche vlag door Uwe Majesteit met-
Rede dr. Coign
Dr. H. Colljn sprak daahop de gedachtenis
rede uit.
Het woord van den Psalmist, aldus de rede
naar. waarin wordt gewaagd van’ gedachten,
die zich binnen in ons vermenigvuldigen, geeft
wellicht beter dap iets anders uitdrukking aan
de gevoelens die ons in deze dagen vervullen.
Veertig jaar is het geleden, dat in ditzelfde
kerkgebouw een 18-jarige vorstin, onder inroe
ping van de hulpe van den Almachtlgen God.
’t verbond tusschen Oranje en Nederland plech-
tigtijk kwam vernieuwen. Een verbond dat.
naar zjjn vorm van dezen tijd, in wezen
nochtans bogen kan op een bestaan van niet
veel minder dan vier eeuwen. Een band, die in
den loop dier eeuwen af en toe verbroken
scheen, maar die juist daarna in hechtheid
bleek te zjjn toegenomen.
Is het dan te verwonderen, dat wU in deze
dagen b(j die gescheidenis van eeuwen verwUlen,
dat wU in onze historie de wondere wegen
Gods trachten te zien en met name, dat we
ge est laten voorbijtrekken? Om dón ook onzer-
geest laten voorbijtrekken? Om in ook onzer
zijds te zeggen: de gedachten vermenigvuldigen
zich binnen in ons en we kunnen er slechts op
onbeholpen wijze uitdrukking aan geven.
Als we in deze uren de regeerlngsjaren sinds
1898 trachten te overzien, dan worden we wel
het meest getroffen door de tegenstellingen
tusschen het begin en het eind dezer 40-jarige
periode. Tegenstellingen op bUna elk terrein
van het leven, maar wellicht het meest op
zienbarend op Internationaal gebied.
langs.
„Hoe lang blüft de contróle-commissie nog
aan boord?”
„Die zal nog een uur of twee werk hebben
in de derde klasse; eerder mag er niemand van
boord.”
Een i twee uur? In dien tyd moest zU een
uitweg vinden. Als zU het eens aan directeur
vroeg? Die woonde in Buenos
Aires en had gedurende de reis zoo graag met
haar geflirt. Daar stond hU tegen de reeling
geleund.
.Mijnheer Klelnwichter, mag ik u even spre
ken?”
„Wel? Nu begint de jacht op de mannen!
Breek et armen en beenen maar niet bU en
veel geluk! KrUg ik een verlovingskaart als het
zoover is?”
Beate wist, dat de man haar nooit voor vol
had aangezien, maar wat gaf het? ZU vertelde
haastig, wat haar was overkomen en vroeg
toen:
.Neemt u mü mee aan land! Zegt u, dat ik
bU u in dienst ben. Verder vraag
van u.”
.Nee, kindlief, ik word door mijn vrouw
«f, overeenkomende inet een snelheid van K
KM. per uur. Thans hooren we van vliegtui
gen die een snelheid van meer dan 600 K.M.
per uur ontwikkelen, lezen we van vluchten
lond de aarde in ruim 3 dagen en onderhou
den wU zelf van Nederland uit een geregelde
luchtverbinding met Batavia en
U kunt u niet voorstellen, hoe die onvergete-
Ujke uren een verrukking en een kwelling tevens
voor me waren. Palmira was allerliefst. Maar ae
schonk mU haar lieftalligheden slechts naar de
mate van mUn vorderingen. De Uver, waarmee
ik de lessen volgde, laat zich derhalve denken,
te meer, daar Palmira mU zoo ongeveer te ver
staan had gegeven (of dicht ik het alleen
maar?), dat de gróót* beloonlng eerst mUn deel
zou worden, wanneer ik erin zou slagen, het
hoogtepunt te bereiken, t.w. de kunst, om twin
tig meter band, een vaas met bloemen, een gie
ter watek- en een kooi met een kanarie uit een
hoogen hoed te halen.
Maar hoe stond Perü daar tegenover, zult u
denken? Die oude duivel was van alles op de
hoogte en liet maar gaan, omdat hU een geraf
fineerd plan had opgezet. HU voelde zich den
laatsten tUd niet al te best en trok een wissel
op myn genegenheid en mUn handigheid, op
dat de „zaak" hem zou overleven. Of ik met
Palmira trouwde of niet, dat kon hem geen
snars schelen, als de firma Perü maar niet mt
de circulatie w^rd genomen. Ik moest dus goo
chelaar worden, In plaats van ingenieur!
Op zekeren dag barstte de bom. Perü was
niet in staat,
zijn bed te ver- i'
laten. De ge-
dacht* aan den i
naderenden dood
joeg hem geen
schrik aan. HU I
riep Palmira en
zei tot mU, nauw hoorbaar:
Vanavond moet JU voor mU optreden....
Hoe kon ik aan den wensch van een stervende
geen gehoor geven? Hoe kon ik weerstand bie
den aan den zachten blik van haar, die weldra
wees zou zUn?
Dien avond trok ik den rok van Perü aan en
overdekte mijn borst met zUn decoraties.
Hoewel mijn hart bonsde, toen ik me voor
de eerste maal tegenover het publiek bevond,
had het begin van de voorstelling een vlot ver
loop. Het goochelen met de kaarten was maar
kinderspel, de bloemen en de vlaggetjes kwa-
raklng van zijn tooverstaf, achter een scherm 'men zonder mankeeren uit m’n broekzakken
---- en jjet Water uit de flesch aan mUn rechter
hand kwam zonder eenige moeite van onder het
zwarte doek, in de fleseh aan mUn linkerhand.
Maar toen het de beurt was van de levende
kippen, die tegeiyk met een hemd en een wek-
2Ü. uit üeu iiuugcu te vuw-
ipesten komen, begon het ernsttte wor-
vervloekte beesten, die ik in m’n ze-
1. De bevolking nam sinds 1898 met ongeveer
75 pet. toe ze "steeg van even 5 tot ongeveer 8.7
millioen en neemt ook thans, ondanks de da
ling van het geboortecUfer, per Jaar nog met
bijna 100.000 toe.
2. In 1898 bedroeg het algemeen sterftecUfer
18 per 1000; in 1938 bedroeg het 8.8. Voor de
kinderen beneden 1 Jaar zUn de cUfers resp.
155 en 38.
3. Tarwe, rogge en suikerbieten met rond 50
pet., aardappelen zelfs met 75 pet.
industrieel terrein valt in deze 0 jaren
bewonderenswaardlge vooruitgang te vermel
den. TalrUke belangrijke ondernemingen zün
entstaant anderen groeiden uit tot tevoren
ongekende afmetingen. Dëj^ industrleelc
drjjvigheld heeft er toe geleid, dat thans
dubbel zoo groot is als 40 jaren geleden.
Van den bloei van den handel getuigd
feit, dat de totale goederen verplaatsing over
de grens - te water èn te land - van 1898
tot 1937 Is gestegen van byna 40 tot tennaas-
tenbU 150 millioen ton.
OpmerkelUk is ook de zorg voor het ver
keerswezen geweest. Aan verbeteringen onzer
rivieren, aan kanalen en kanalisatie is in deze
40 jaren alleen door het ruk een bedrag vair
Aan landwegen en bruggenbouw de laatste
Jaren reeds riet minder dan rond 350 millioen
ten koste gelegd. Dat dit ook voor het verkeer
te water en te land van ongemeene beteekenls
is geweest, bnjkt o.m. uit het feit, dat onze
zeegaande vloot, ofschoon gedurende de cri
sisjaren niet onbelangrijk ingekrompen, thans
rog ongeveer 5 maal zoo groot is als bij de
troonbestUginj in 1898. Het blUkt mede uit de
ontwikkeling van het motorverkeer- op den
weg.
Wie over het verkeerswezen spreekt, kan
bezwaarlijk zwijgen over de lucht, dus over de
radio en het vllegwezen.
Het is alweer het Jaar der troonsbestUging.
dat de eerste beginselen te zien gaf van de
ontwikkeling van het radioverkeer. Het was
in dót jaar, dat Marconi zUn eerste perma
nente stations bouwde en daarmee een af
stand 4kn nog geen 25 K.M. overbrugde. En
tnans telefomeren we met Indlë en hooren
we in onze huiskamers er zUn er niet min
edr dan 700.000 ontvangapparaten aangegeven
de meeste zendstations der wereld.
Eenzelfde tot verbazing Remmende ontwik
keling zien wc bU dp—tacjitvaast- Tn het begin
lng| legden de ge
estig, voorzien van
«- isschlen kunt u ^teh nog herinneren, aat,
vele jaren geleden, een oude goochelaar,
A die zich Perü noemde, een zekere ver
maardheid bezat in tal vein variété’s. In werke-
lykheid heette hU anders, maar zUn ware naam
zou geen Indruk gemaakt hebben. Perü was
daarentegen een naam, waarvan het effect bU
voorbaat verzekerd was.
Nu moet ik u vóór alles verklaren, dat ik in
die dagen boven alle voorstellingen de voorkeur
gaf aan die, waarbU kunstjes werden vertoond.
Als er een goochelaar op bet program stond,
was ik zonder mankeeren van de partU. Toen
ik dus op zekeren dag op de aanplakbiljetten
getroffen werd door een Bekeren „Perü,
Spaansch-Amerikaansch goochelaar”, haastte
ik mU, een plaats vooraan in het betreffende
theater te reserveeren, overtuigd als ik wasr-dat
ik me kostelUk zou amuseeren. Weinig kon ik
vermoeden, dat die goochelaar, dien ik nog
nooit eerder had hooren noemen, op een heele
periode van mUn jonge leven zUn stempel zou
drukken.
Toen, W dien gedenkwaardigen avond, de heer
Perü, met zUn ivoorkleurig gelaat en zUn ros-
slgen baard, in rok en met tal van decoraties
op zUn borst, op de tonen van een heldenmarech
naar voren kwam, was hU niet alleen. Aan zUn
zUde bevond zich een Jonge vrouw, als page
uitgedost, met groote blauwe oogen, die een
merkwaardig contrast vormden met het kastan
jebruine haar en het bleeke gezichtje. Van hiér
kon men met recht zeggen, dat zU dé schatten
van een Perü waard was.
Haar zien en als het ware een schok in myn
binnenste voelen, was voor mü één en hetzelfde.
Bedenk, dat ik nog maar twintig Jaar was en
dat het eerste meisje, dat mü, op dien afstand
begeerenswaardig leek, aan mü verscheen in een
sfeer van toovenarij! ZU werkte niet alleen sa
men met den ouden man, bU de Ingewikkeldste
kunststukjes, maar verrichtte ook zelf allerlei
experimenten met de kaarten, met zeldzame
behendigheid en onvergelljkêlijke gratie. Ik had
alleen nog maar oogen voor hóór. Ik was ver
rukt, toen a- de twee duiven in haar handen
zag. die Perü uit een hoogen hoed te voorschijn
had gehaald; ik beefde, toen zü. bU de aan-
Men kan zich voorstellen hoe biy het matroosje was, toen hy
zUn vriend Keesle weer zag, vergezeld door «oome Krab en zUn
neef. .JKeesie,” zeide bet matroosje, ,4k dacht, dat je me zou