E De avonturen van een verkeersagentje I w- wit&aal van den daq voer mpn spoedcursus in de goochelkunst. De plechtigheid in de Nieuwe Kerk GEDACHTENISREDE DR. H. COLIJN 2 g, DINSDAG 6 SEPTEMBER 1938 E Beate weet, E? wat ze wil K« ki K Les in 't goochelen 1 j 2 een benzinemotor, In 13 seconden 50 meter Australië. eerepalm Di On het Wie volk r< (Ongecorrigeerd.) was moois wezen, als Ik een vriend in den steek liet" Kleinwachter Vo wat niets Ge' ik (Wordt vervolgd). dóór von Volk en Oranje In deze nauwer saamgesnoerd. Otlrid Hen*»*"’ van Uwer Majestelts Regeëi broeders Wright In een vilei En In de proclamatie van den 20sten Novem ber ISIS klinkt het met stoere overtuiging: daar zonder een cent staart? Nooit! De dekste- ward, die de laatste dekstoelen opruimde, kwam terdaad bevestigd is geworden. Zoo ooit, dan is hief het ,Je malntlendral” In vervulling ge gaan. kwamen naderbij Het bleef eenigen tüd stil na de Indrukwek kende rede van dr. Cohjn. Toen zetten koor en orkest cantate 51 van Bach „Jauchzet Gott in allen Landen" in. De orgelbegeleiding was van Piet van Egmond, terwijl de sopraansolo werd gezongen door Jo Vioent en de trompet solo werd geblazen door den trompettist van het Concertgebouworkest M. Komst. Ds. de Jong sprak daarna het slotgebed uit. Vervolgens bracht het koor het „Hallelujah* uit het oratorium „De Messias” van Handel, ten gehoore, terwijl tenslotte koor en orkest het zesde coplet van het Wilhelmus inaetten „Mijn schilt ende betrouwen sijt ghy, o Godt, mijn Heef.” Hiermede was de plechtigheid ten einde. Terwijl Henk Lohuys op het groote orgel Grand Coeur van Guilmand ten gehoore bradlt, en alle aanwezigen zich verhieven, verliet de Koninklijke Familie, uitgeleide gedaan door de commissie voor de gedachtenisviering, het kerkgebouw om te voet naar het Paleis terug te keeren. ext Hel Bri Aa hoek wei i gels gen i niet het i spel n d< vt sr dt te bl gi Hl 28 e gene het part Na den Zwa waai forc< gaf. Nu nem fout ruim tijd wit een tl Stan Wit de z ceer eenl( niet 49— trum beter eindi nog ren t het i U ma wo vol vm 50 tn bc be- het en mensch kan evenmin een pri vaten godsdienst hebben, alsdat hij een private zon of een private maan heeft Ze weten tot het hol door te dringen, waar het monster nog niet teruggekeerd was. „Hier moeten wjj zijn,” riep het Vter- keersagentje tegen zijn metgezellen, die hem in alles zouden bijstaan. Eindelijk zagen zy ook het hok, waar het matroosje door Koning Knarstand gevangen was gezet. Mede is in deze 40 jaren een aanvang ge maakt met het betrekken van de bevolking bij het bestuur over het land. Maar uit die eenheid hl den wortel vloeit nog iets anders voort. Daaruit resulteert ook het grondig begrip van wat het regee- ringsbeleid voor het Nederlandsche vordert. Keizer Karel V, die dit volk óók kende, heeft eens gezegd, dat er geen volk ter we reld is hetwelk, mits vaderlijk geleid, meer geneigd is de wenschen van zijn vorst te volgen dan het Nederlandsche, ofschoon er „Getrouw aan de traditie van mijn Voor vaderen, heb ik nooit anders gewild, dan mijn Volk te dienen door handhaving van het recht en bevestiging zijner vrijheden, door verzekering van ieders rechtmatige aan spraken op geestelijk en stoffelijk gebied. Gedragen door Uw liefde en trouw, zie ik MU in die roeping bevestigd”. zijn plicht doet slechts uit I dwang, leeft vergeefs zijn leven lang. beambte anderen.” —■«„Dus moet ik. /.Het beste is, dat u op het schip blijft en ■naar u, zooals u zegt, nog geld bezit, reist u maar weer naar Duitschland terug. Het spijt mij, u deze teleurstelling te moeten aandoen. Tot nogtoe stipte ik een en ander aan van wat op commercieel en technisch gebied in de verloopen 40 jaar het belangrijkste mat worden geacht, maar ik zou te kort schieten in de mij zelf gestelde taak Indien ik ook niet gewaagoe van heugelijke feiten en voor zieningen op ander terrein. Indien ik b.v. .naliet erop te wijzen, dat Nederlandsche we- wetenachap en kunst bij herhaling door het buitenland werden geëerd; Indien ik ver zuimde ’’te gewagen van den groei eener in den regeLop hoog staande dagbladpers; in dien Ik naliet melding te maken van de werken der barmhartigheid, die in deze ja ren in aantal en beteekenls zoo wonderbaar- 1 lijk zijn gegroeid, of indien ik zweeg van alles wat gedaan werd in het belang van de Jeugdvormtng. Ik denk verder aan de beslechting van den schoolstrijd, die van ongeveer 1840 tot 1920 tot zulke voortdurende politieke spanningen heeft geleid en op de structuur van het parlemen taire leven in ons land zulk een beslissender. Invloed heeft gehad. Hierbij den vredespalm aan het Nederlandsche volk te hebben kunnen uitreiken, is een daad van Uwer Majestelts Regeering geweest, waarvan de beteekenls eerst In later tijd ten volle zal worden gewaardeerd ook geen volk is dat meer afkeerig Is van dienstbaarheid. Eerbied wordt bij het Ne- derlandsche volk, zoo ging hij voort, niet ingeboezemd door het verwekken van vrees; het is eer geneigd tot stijfhoofdig verzet tegen willekeurig krachtsvertoon; het is meegaand als het met verstand behandeld wordt en zijn rechten en vrijheden wor den gewaarborgd. Onder de moderne verhoudingen is door Uwe Majesteit aan deze zelfde gedachte uiting gegeven bjj de eedsaflegging, toen Zij bezwoer de algemeene en bijzondere vrijheid en de rechten van Hare onderdanen te zul len beschermen. Te zeggen, dat thans alle euvelen uit den weg zl/n geruimd zou te ver gaan, maar een getui genis. dat de toestand aan het eind van deze 40-jarige Regeeringsperiode buitengewoon gun stig afsteekt tegen dien in 1898, mag op eer. dag als deze niet achterwege blijven. In gelijken zin mag ik mij uiten als w^den blik richten naar de deelen van het Rijk over zee. In cijfers uitgedrukt komt dit voor Neder- landsch-Indië al dadelijk tpt uitdrukking in de bedragen die toen en thans werden besteed in het belang van de inheemsche bevolking. Ook de cijfers van den gezamenlijken in- en uit voer wijzën op een verblijdende ontwikkeling Voor Suriname mag van een verdubbeling van den m- en uitvoer worden gewaagd, terwijl Curasao, door bijzondere oorzaken, wijzen kan />p zeer uitzonderlijken vooruitgang. maar onze regeering i> zich van een zware ver antwoordelijkheid bewust." Hierna maakte de beambte een beleefde bui ging, legde de papieren op tafel en liet haar alleen. De boot lag stil en toen Beate uit de con- versatlezaal kwam, zag zij den kapitein in ge sprek met de heeren van het hoofdagentschap van den Noord-Duitschen Lloyd in Argeritinië. „Kapitein Nauer, een oogenbllkje!" ZU liepen een paar passen verder en Beate vertelde hem zenuwachtig wat haar was over komen. „Duivels, dat is een onaangename geschiede nis! Maar ik kan er Jammer genoeg niets aan doen. Dat jongedames toch altijd weer ei in vliegen met zulke advertenties. Inplaats van be hoorlijk bij de overheid te informeeren!” „Moet ik werkelijk terug?” „Er is niets aan te doen. Het is ook het beste, want een jong meisje, dat geen begrip heeft van de verhoudingen in Buenos Aires neen, dat gaat onmogelijk.” De kapitein werd weggeroepen en Beate bleat alleen achter, volkomen in de war. Zij was heel bleek geworden. Ze pijnigde haar hersens af om een uitweg te vinden. Naar Europa terug? En ligt, niet alleen bij monde van mij. Uwen oud sten Commissaris in dienstjaren, aan Uwe Ma jesteit kenbaar te moeten maken, maar dit ook te moeten neerleggen In een gezamenlijk adres, dat Ik mij veroorloof hierbij hoogst eerbiedig •sn Uwe Majesteit ter hand te stellen. Dit te kunnen zeggen, ter plaatse waar Uwe MajësteitJ^ph voor nu 40 jaren met een plech- tlgen eed aan Haar Vblk verbond, is voor heel Nederland Nederland hier en Nederland overzee oorzaak, dat ons hart overvloeit van eerbiedigen dank. Dank aan Uwe Majesteit, dat Zij al Haar krachten in dienst van het Vader land heeft gesteld, maar bovenal dank aan den Almachtlgen God, die U begenadigde met alles, wat noodig was om Uwe hooge roeping te ver vullen bp de wijze, als zjj vervuld werd. Immers ons vorstenhuis is in zijn oorsprong zuiver nationaal. Het wortelt in denzelfden bo dem waaruit ook onze nationale zelfstandig heid opkwam. Daaruit vloeit dan de wisselwerking voort tusschen den groei van het nationaal besef en de waardeering voor het Vorstenhuis, daarin wortelt het inniger worden van den samenhang tusschen Volk en Vorst. ge ik hier, zoo besloot dr. Colljn, mij wetend te spreken namens het Volk van Nederland, ten Slotte alles samenvatten in de getuigenis van ons onwril/.aar Geloof In de heilzame werking van het voortbestaan van den bar^—tusschen Nederland en Oranje, in de uiting onzer vurige Hopp, dat de Almachtige God ook in dat op zicht- zijne gunst over Land en Volk besten dige en in de verzekering, met diepe overtuiging uitgesproken, dat het volk van Nederland, óók in de toekomst, U zarl blijven omringen met zijn warme Liefde en zijn ongebroken trouw. ker en een gieter, uit den hoogen hoed te voor schijn m< den. Die nuwachtigheid verkeerd aanpakte onder het dubbele blad van de tafel, begonnen te kakelen als een oordeel, de veer in den hoed -wilde niet werken en tot overmaat van ramp deukte ik den gieter in, die van ijzerdraad en papier was. Het werd een pan! Het publiek lachte tranen en floot en brulde en wierp met sinaasappelen. Toen het scherm viel en ik me van aange zicht tot aangezicht tegenover Palmira bevond, kon deze geen woord uitbrengen. Zij breidde slechts de armen uiUmet een gebaar van ver latenheid. Als vernietigd kwanten we héi^theater uit, beter gezegdde eigenaar zette ons aan de deur. Onderweg zei Palmira tegen me: Je zult thuis eens hooren, die arme papa! Maar „die arme papa” zei niets. HU zou nóóit meer wat zeggen, want hjj was een half uur ge leden gestorven. Ik zal u dien traglschen avond niet verder beschrijven. Ik zal u alleen, om het verhaal van mijn avontuur te besluiten, mee- deelen, dat eri den volgenden morgen iemand verscheen, die levendig deelnam in Palmira's smart en zich met de begrafenis belastte - oogenschijnijjk als. iemand, die tot de familie behoorde. Toen Palmira en ik ons een oogen- blik alleen bevonden, zei ze tegen mij; Dat is m’n verloofde. HIJ is kapper, ergens in de buurt. We zagen elkaar nooit, omdat hij met m’n armen papa niet kon ópschieten. Nu papa er niet meer is, trek ik maar weer op hèm aan. 1 Is zoo'n goede jongen! Als je soms nog eens den truc van dien hoogen hoed precies wilt weten, dan wil ik het je bij gelegenheid nog wel eens voordoen van elke neiging tot Byzatinisme, de verloopen 40 jaren overziet; wie daarbij het feit niet veronachtzaamt, dat bjjna IS van die 40 jaren doorleefd zjjn onder omstandigheden, die het woord van den Psalmist zoo begrijpelijk maken als hij gewaagt van moeiten en verdriet"; wie voorts eenig be grip hóeft van de krachten, die weer staan moesten worden om te kun nen blijven wat we waren, om te be houden en te verwerven wat we thans als natie ons geestelijk en stoffelijk bezit mogen noemen, die zal ook al houdt hij rekening met scha duwen, die b.v. in den vorm van ernstige werkloosheid, over de laat ste jaren vallen moeten toegeven, dat deze 40-jarige regeeringsperiode tot de meest gezegende uit onze rijke historie behoort, die wordt ook ge dwongen tot de erkenning, dat zij de vergelijking met wat elders, onder vergelijkbare voorwaarden en om standigheden, geboekstaafd kan wor den, met glans kan doorstaan. De uitkomsten van het regeeringsbeleid dezer 40 jaren mogen elders wellicht geëvenaard worden, wanneer men het geheele veld en het geheele tijdvak overziet, worden ze nergens over troffen. Dombusch stak haar de hand toe. .Juffrouw Serenus, ik dank u voor uw vertrouwen. Ik ben zelf een soort avontu rier en ik heb er nog geen flauw idee van. wat er van me terecht zal komen. Ik reis direct door naar Rosario. Als u mU uw adres wilt geven, zal ik u steeds het mijne zenden. En als ik u eens goeden raad kan geven....” Ze stond vlak voor hem en keek hem vast in de oogen. „Ik heb gehoopt, dat u dat zeggen zoudt ik De voldoening die we mogen koesteren als men let op de plaats van Nederland in het internationale verband, gaat over in stille be wondering, indien men den blik laat gaan over den vooruitgang, die in deze 40 jaren binnen het Koninkrijk viel waar te nemen. Allereerst eene in de Westersche landen on geëvenaarde groei der bevolking, bevorderd door een voortreffelijke zorg voor de volksge zondheid en gedragen door een even voorbeel dige zorg voor de volkswelvaart. De belangstelling voor den landbouw riep eene sterke verhooging van de bodemproductle in het leven. Onder de zegeningen dezer 40 jaren, die in een rede als deze niet eens alle zelfs maar voor bloote vermelding in aanmer king kunnen komen, is er' nochtans één, waarover men kan, noch mag zwijgen. Het Is het heuglijk verschijnsel van de groeien de gehechtheid van ons Volk aan het Oranjehuis. Terwjjl in verscheidene landen.de volken den band met hun eeuwenoude vorstenhui zen verbraken, werden het Nederlandsche 40 jaren steeds Van niet minder beteekenls moet worden geacht de bevordering van betere toestanden in de wereld van den arbeid. In de Jaren negentig van de vorige eeuw lieten de so ciale toestanden en verhoudingen ook bij ons nog veel’ te wenschen over. Laag waren de loonen; lang de werktijden. In de jaren negentig was de arbeidsduur voor vrouwen, in enkele bedrijven althans, nog 16 uur per dag. pe woningtoestanden waren slecht. Werkloosheid was er veel en de hulp was zeer gering. De sociale verzekeringen ont braken geheel. Deze toestanden riepen om verbetering en het is niet de minste eere van Uwer Majestelts Regeering in dëze 40 jaren, dat hierin geleidelijk belangrijke verbetering is opgetreden. „Het spijt mij, Senhorlta maar ik ben slechts en niet in staat, de wetten te ver- H(j wilde met een buiging heengaan, toen ze hem nog eens terugriep: .MUn vrijwillige biecht is nog niet geneel ten einde. Misschien komt er nog een vraag bij u op, waarover u struikelt: Waarom reist een meisje zonder middelen eerste klasse op de „Siërra Morena?" Niet van het geld van mijn vader. Ik heb een klein erfdeel van mijn moe der en bezit 'zelfs nog een duizendmark-biljet. ,Tot ik uit Duitschland wegstoomde. was ik metuffrouw Beate Serenus! Wat er nu komt, zal nu onbevangen, vrjj niemand weten dan ik; het is dus volkomen on belangrijk. Tot weerziens, mijnheer Dombusch!” Hjj zag haar na. toen ze met krachtige schreden, sterk. Jong en energiek, wegstapte. Egon Dombusch was volstrekt niet verliefd op Beate Serenus. maar toch voelde hU.zlch nu opgelucht en in zijn schik. Een dapper meisje! Hij zou zich geërgerd hebben, wanneer ze werkelijk als een onnoozel kind in haar ongeluk was geloopen. De boot naderde langzaam de haven van Buenos Aires. Rechts, ver naar voren geschoven teekenden zich reeds de enorme complexen der brouwerij van de voorstad Quilmes af; daaYna de grijze gebouwen aan de kust en langzaam baande zich de „Slcrra Morena” een weg door een onafzienbare vloot van groote en kleine bootjes, die aan de alles behalve fraaie haven van de Argenttjnsche hoofdstad iets indrukwekkends geven. Beate stond allang weer op het; dek en keek naar het land. Vuil van zand en leem spoelden de golven der La Plata, die zich hier.bijna'tot een baal verwijdde, om het schip. Een lichte nevel lag over de groote stad, schoorsteenen rookten. Sirenen van schepen loeiden kleine politiebooten schoten pijlsnel" door het water. Als een licht, lachend feest had voor eenige,. dagen de sprookjesachtige baal van Rlo de Janeiro voor Beate gelegen, als een weekend vol zwaren arbeid doemden daar de sombere schuren en fabrieksgebouwen van Buenos Aires- ■oor haar oogen op. De deksteward riep met luide stem: „De dames en heeren der eerste klasse worden wegsmolt als sneeuw voor de zon en ik kneep mijn oogen dicht, toen de oude haar in een gru welijk uitzien* kist legde en deze in twee ge lijke helften begon te zagen! Toen het scherm gevallen was, vloog ik ach ter de coulissen en liet me door een bediende naar het kamertje van den goochelaar brengen. Voor den spiegel zat de oude zjjn magere wan gen met vaseline in te wrijven. Nadat ik hem mijn hartstocht voor zijn kunst te kennen had gegeven en mijn verlangen, om die te leeren, door een regelmatlgen cursus daarin te volgen, richtte hij zijn scherpe oogjes op mijn gelaat en zei: Ik zal de laatste zijn, om uw voornemen iets in den weg te leggen. De goochelkunst is werkelijk een künst en er zouden er velen moe ten zijn als u. jongeman, die de bekoring er van moesten beseffen. Nu, als u werkelijk de voornaamste beginselen ervan wilt leeren, zal ik u een voortreffelijke leermeesteres geven: mijn dochter, die u hebt zien werken en die ook meer geduld en onderwystalent beeft. Pal mira! riep hij, zich naar de deur achter hem omdraaiend, hier is een fatsoenlijke Jonge man, die je wil spreken. Kan 3>Ü binnenkomen? Ja, papa, antwoordde een hemelsche stem uit het aangrenzende kamertje. Ik trad binnen en stond een oogenblik als verstomd over zóóveel schoonheid! Op een af stand was ik al diep onder den indruk geweest. Maar nu! Nadat ik, met de onstuimigheid van mjjn twintig jaren, uiting had gegeven aan mijn gevoelens, nu ik kennis met haar mocht maken en aan mijn wensch, door haar onder richt te mogen worden, vroeg ik haar: Hoe heeft uw vader toch begrepen, dat ik de goochelkunst bjj voorkeur van wil leeren? Dat is heel natuurlijk, antwoordde zij. Mijn vader is ook gedachtenlezer.... Met ons drieën verlieten wij het theater en in een naburig restaurant stelden wjj, onder ie bedrijven door, de middaguren vast ,Jk heb opdracht, om u deae vragen te stel len.” „U kunt op dit papier lezen, dat ik als gezel schapsdame van een Dultsche, die met eëlr Argentijn getrouwd is, naar Tucuman ga” .Naar Don Erico Valezza.” .Juist." „Weet u, dat deze heer bezitter is van een cabaret van den zooveelsten rang?” „Wat zegt u?” „Senhorlta, het spijt me u te moeten mede leden, dat u niet kan worden toegestaan, aan land te gaan.” Beate schrok geweldig. „Mijn papieren zjjn toch in orde.” „U moet mij goed begrijpen: deze maatregel wordt uitsluitend in uw eigen belang genomen. Er zijn talrijke gevallen voorgekomen, waarin jonge meisjes, die lichtzinnig op advertenties Ingingen, waarin betrekkingen werden aange boden, haar ongeluk tegemoet zijn gegaan. Daarom is er een wet uitgevaardigd, dat alleen- relzende meisjes, die geen betrekking hebben bij menschen welke bij de politie als onberispe lijk bekend staan, die geen familie in Buenos Aires hebben of hier gekomen zjjn om te trou wen, niet aan land mogen gaan. En een dergelijk huwelijk moet dan' nog onmlddelljjk plaats vin den." Beate was heelemaal terneergeslagen. ,Jk moet aan land; ik ben u voor uw waar schuwing heel dankbaar en zal naturlük niet naar Tucuman gaan. Ik ben, gezond en bezit nog duizend mark. Ik aal een andere betrekking sneken," .Nee, kindlief, ik word door mijn vrouw en dochter afgehaald en dan kan ik toch niet dadelijk met zoo’n jong meisje...." De toon van zijn stem was totaal veranderd. ZU werd rood van schaamte. Dat kan een Vorst zeggen, die zich één weet met Zijn Volk; een vorst, die de bijzondere eigenschappen van dat volk niet maar kent, doch ze ook deelt, die ook in dit opsiebt de eer ste Nederlander is. Getrouw aan de traditie van Mijn' Voorva deren! Dat juist is het, waarom het volk het onweerstaanbaar geloof bezit, dat zijne rechten en vrijheden nergens heiliger zijn dan in de handen vttn Uwe Majesteit, als persoon en als draagster van de beste Oranjetradities. Gebruik makend van de woorden, die de Apostel in een zijner brieven aan de gemeente te Corinthe tot een bekende trits verbond, mo- „Een oogenblik, alstublieft, Senhorlta!” ZU gevoelde zich buitengewoon ongerust, toen de beambte met haar naar de conversatlezaal ging. Z(j voelde de blikken der andere reizigers en het was haar, alsof zjj weer de Beate Serenus der laatate dagen in Berlijn was. „Spreekt u Spaansch?" „Ja, Senhor.” „Bent u zangeres?” „Ik? Neen.” „Of danseres?” .Hoe komt u op die zonderlinge vraag?” Indien men zich op een dag als deze uit sluitend zou moeten beperken tot een ver gelijkende schets van den algemeenen toe stand in de wereld van heden met dien aan het einde der 19de eeuw, dan zou met terdaad getuigd moeten worden, dat het slot van de 40-jarige regeeringsperiode van Uwe Majesteit met wolken en donkerheid omgeven was; althans indien we dat slot zien in den betrekkelijk nog lichtenden glans van het Jaar 1898. Maar gelukkig is er plaats voor een andere visie. We willen heden onze feestelijke stem ming niet laten beïnvloeden door alléén maar te letten op wat de wereld om ons heen te zien geeft; we zullen ook acht slaan op de plaats die Nederland temidden der volkeren inneemt. wil u graag als vriend hebben. Maar goed be grepen. beslist alleen maar als vriend.’” Hij glimlachte. .Natuurlijk, dat was ook mijn bedoeling.” verzocht, voor pas- en politiecontrole In oen rooksalon te komen." Een van de eersten was Egon Dombusch; hij legde rijn papieren en zijn contract als inge nieur bij de machinefabriek «Gonzales ti Co. op tafel. Hjj ontving zonder eenige moeite de noodige stempels en haastte zich weer naar zfjn hut terug. Door het gesprek met Beate had hij waar achtig vergeten, zijn koffers te pakken. Veel was het niet, dat hij bl) zich had en hij had ook geen dulzendmarkblljet in zijn portefeuille, doch slechts nauwelijks tweehonderd mark. Wat hinderde dat? De firma, waarbij hU in dienst kwam, had hem zjjn boot- en spoorbiljet thuis gezonden en als hij eenmaal in Rosario was, begon hij ook dadelijk te verdienen. Kort na Egon verscheen Beate Serenus voor de tafel, waaraan de heeren zaten. Zjj liet haar papieren en haar contract zien, maar de be ambte zag haar verwonderd aan en stond op. Zoo is er dan, ondanks alle verwarring en moeilijkheid in de wereld, zelfs inter nationaal reden tot bijzondere voldoening Indien we de plaats van Nederland te mid den der volken in dit tijdsgewricht in be schouwing nemen. Wat ook op internatio naal gebied veranderd moge zijn, de eer bied voor den Nederlandschen naam en voor de Nederlandsche vlag is in deze 40 Jaren bevestigd geworden en het is, voor 'zooveel de bultenlandsche waardeering be treft, zelfs geoorloofd aan 1938, in verge lijking met 1898, den eerepalm toe te kennen. (Vervolg) Wanneer wjj voorts onze eerbiedige geluk- wenschen aanbieden, dan geven wij daarmede uitdrukking aan de hoop, dat God Uwe Maje steit in de toekomst veel, zeer veel geluk moge schenken. Nadat donkere schaduwen op den persoonlijken levensweg van Uwe Majesteit ware gevallen, is de zon van het familiegeluk opnieuw door de wolken gebroken en mag Uwe Hoogheid zich thans mede verheugen in het jonge geluk van het prinselijke gezin en in het bezit wjj mogen het zoo wel zeggen van een schat van een kleinkind. Moge dit kost bare bezit door Gods goedheid worden be waard gespaartf—^ocr de vorstelijke ouders voor Uwe Majesteit, voor ons land en ons Volk. Uw* Commissarissen in de onderscheidene provlncieën hebben gemeend, zoo besloot spr„ datgene wat hun op dezen dag op het hart En dan herinneren wij ons allereerst hej, woord uit Uwer Majestelts proclamatie bij de troonsbestijging geult, dat ZU den eerbied voor den Nederlandschen naam en de Nederlandsche vlag begeerde te bevestigen, om er dan on middellijk met innige verheuging op te wijzen, dat dit Konlnkiyk woord ten volle in vervul ling- is gegaan. Nog is de wereld de kloeke daad niet verge ten om den bejaarden President Kruger. toen een langer verbluf in zijn strUdend vaderland voor hem niet meer mogelijk was, door een Nederlandsch oorlogsschip naar Europa te doen overbrengen. En evenmin behoeven we er het oog voor te sluiten, dat het de Nederlandsche Regeering was, die in die dagen ten slotte het initiatief genomen heeft, om, langs den weg van bemiddeling, aan het stamverwantevolk den vrede te brengen, toen elk uitzicht op handhaving der onafhankelijkheid moest wor den prijsgegeven. Ook de correcte houding van Nederland tU- dens den wereldoorlog heeft, na de bekoeling van de*hartstochten, de waardeering gevon den. die zij verdiende. De Nederlandsche naam en de eer van het land werden, in die zoo bijzonder moeilUke tijden, ongerept gehand haafd. Het valt wat moeilüker te spreken over onze eigen dagen, maar dit mag toch gezegd, dat bevoegde beoordeelaars in het buitenland, ken nende de moeilijkheden waarmede wij te wor stelen hebben, steeds met ibf gewagen van de taaie vasthoudendheid van ons volk in dagen van tegenspoed en zUn gezond Inzicht in de middelen .om aan die tegenspoed het hoofd te bieden prijzen. Er.is dan ook geen twUfel mo gelijk over het antwoord op de vraag of de eerbied voor den Nederlandschen naam en de Nederlandsche vlag door Uwe Majesteit met- Rede dr. Coign Dr. H. Colljn sprak daahop de gedachtenis rede uit. Het woord van den Psalmist, aldus de rede naar. waarin wordt gewaagd van’ gedachten, die zich binnen in ons vermenigvuldigen, geeft wellicht beter dap iets anders uitdrukking aan de gevoelens die ons in deze dagen vervullen. Veertig jaar is het geleden, dat in ditzelfde kerkgebouw een 18-jarige vorstin, onder inroe ping van de hulpe van den Almachtlgen God. ’t verbond tusschen Oranje en Nederland plech- tigtijk kwam vernieuwen. Een verbond dat. naar zjjn vorm van dezen tijd, in wezen nochtans bogen kan op een bestaan van niet veel minder dan vier eeuwen. Een band, die in den loop dier eeuwen af en toe verbroken scheen, maar die juist daarna in hechtheid bleek te zjjn toegenomen. Is het dan te verwonderen, dat wU in deze dagen b(j die gescheidenis van eeuwen verwUlen, dat wU in onze historie de wondere wegen Gods trachten te zien en met name, dat we ge est laten voorbijtrekken? Om dón ook onzer- geest laten voorbijtrekken? Om in ook onzer zijds te zeggen: de gedachten vermenigvuldigen zich binnen in ons en we kunnen er slechts op onbeholpen wijze uitdrukking aan geven. Als we in deze uren de regeerlngsjaren sinds 1898 trachten te overzien, dan worden we wel het meest getroffen door de tegenstellingen tusschen het begin en het eind dezer 40-jarige periode. Tegenstellingen op bUna elk terrein van het leven, maar wellicht het meest op zienbarend op Internationaal gebied. langs. „Hoe lang blüft de contróle-commissie nog aan boord?” „Die zal nog een uur of twee werk hebben in de derde klasse; eerder mag er niemand van boord.” Een i twee uur? In dien tyd moest zU een uitweg vinden. Als zU het eens aan directeur vroeg? Die woonde in Buenos Aires en had gedurende de reis zoo graag met haar geflirt. Daar stond hU tegen de reeling geleund. .Mijnheer Klelnwichter, mag ik u even spre ken?” „Wel? Nu begint de jacht op de mannen! Breek et armen en beenen maar niet bU en veel geluk! KrUg ik een verlovingskaart als het zoover is?” Beate wist, dat de man haar nooit voor vol had aangezien, maar wat gaf het? ZU vertelde haastig, wat haar was overkomen en vroeg toen: .Neemt u mü mee aan land! Zegt u, dat ik bU u in dienst ben. Verder vraag van u.” .Nee, kindlief, ik word door mijn vrouw «f, overeenkomende inet een snelheid van K KM. per uur. Thans hooren we van vliegtui gen die een snelheid van meer dan 600 K.M. per uur ontwikkelen, lezen we van vluchten lond de aarde in ruim 3 dagen en onderhou den wU zelf van Nederland uit een geregelde luchtverbinding met Batavia en U kunt u niet voorstellen, hoe die onvergete- Ujke uren een verrukking en een kwelling tevens voor me waren. Palmira was allerliefst. Maar ae schonk mU haar lieftalligheden slechts naar de mate van mUn vorderingen. De Uver, waarmee ik de lessen volgde, laat zich derhalve denken, te meer, daar Palmira mU zoo ongeveer te ver staan had gegeven (of dicht ik het alleen maar?), dat de gróót* beloonlng eerst mUn deel zou worden, wanneer ik erin zou slagen, het hoogtepunt te bereiken, t.w. de kunst, om twin tig meter band, een vaas met bloemen, een gie ter watek- en een kooi met een kanarie uit een hoogen hoed te halen. Maar hoe stond Perü daar tegenover, zult u denken? Die oude duivel was van alles op de hoogte en liet maar gaan, omdat hU een geraf fineerd plan had opgezet. HU voelde zich den laatsten tUd niet al te best en trok een wissel op myn genegenheid en mUn handigheid, op dat de „zaak" hem zou overleven. Of ik met Palmira trouwde of niet, dat kon hem geen snars schelen, als de firma Perü maar niet mt de circulatie w^rd genomen. Ik moest dus goo chelaar worden, In plaats van ingenieur! Op zekeren dag barstte de bom. Perü was niet in staat, zijn bed te ver- i' laten. De ge- dacht* aan den i naderenden dood joeg hem geen schrik aan. HU I riep Palmira en zei tot mU, nauw hoorbaar: Vanavond moet JU voor mU optreden.... Hoe kon ik aan den wensch van een stervende geen gehoor geven? Hoe kon ik weerstand bie den aan den zachten blik van haar, die weldra wees zou zUn? Dien avond trok ik den rok van Perü aan en overdekte mijn borst met zUn decoraties. Hoewel mijn hart bonsde, toen ik me voor de eerste maal tegenover het publiek bevond, had het begin van de voorstelling een vlot ver loop. Het goochelen met de kaarten was maar kinderspel, de bloemen en de vlaggetjes kwa- raklng van zijn tooverstaf, achter een scherm 'men zonder mankeeren uit m’n broekzakken ---- en jjet Water uit de flesch aan mUn rechter hand kwam zonder eenige moeite van onder het zwarte doek, in de fleseh aan mUn linkerhand. Maar toen het de beurt was van de levende kippen, die tegeiyk met een hemd en een wek- 2Ü. uit üeu iiuugcu te vuw- ipesten komen, begon het ernsttte wor- vervloekte beesten, die ik in m’n ze- 1. De bevolking nam sinds 1898 met ongeveer 75 pet. toe ze "steeg van even 5 tot ongeveer 8.7 millioen en neemt ook thans, ondanks de da ling van het geboortecUfer, per Jaar nog met bijna 100.000 toe. 2. In 1898 bedroeg het algemeen sterftecUfer 18 per 1000; in 1938 bedroeg het 8.8. Voor de kinderen beneden 1 Jaar zUn de cUfers resp. 155 en 38. 3. Tarwe, rogge en suikerbieten met rond 50 pet., aardappelen zelfs met 75 pet. industrieel terrein valt in deze 0 jaren bewonderenswaardlge vooruitgang te vermel den. TalrUke belangrijke ondernemingen zün entstaant anderen groeiden uit tot tevoren ongekende afmetingen. Dëj^ industrleelc drjjvigheld heeft er toe geleid, dat thans dubbel zoo groot is als 40 jaren geleden. Van den bloei van den handel getuigd feit, dat de totale goederen verplaatsing over de grens - te water èn te land - van 1898 tot 1937 Is gestegen van byna 40 tot tennaas- tenbU 150 millioen ton. OpmerkelUk is ook de zorg voor het ver keerswezen geweest. Aan verbeteringen onzer rivieren, aan kanalen en kanalisatie is in deze 40 jaren alleen door het ruk een bedrag vair Aan landwegen en bruggenbouw de laatste Jaren reeds riet minder dan rond 350 millioen ten koste gelegd. Dat dit ook voor het verkeer te water en te land van ongemeene beteekenls is geweest, bnjkt o.m. uit het feit, dat onze zeegaande vloot, ofschoon gedurende de cri sisjaren niet onbelangrijk ingekrompen, thans rog ongeveer 5 maal zoo groot is als bij de troonbestUginj in 1898. Het blUkt mede uit de ontwikkeling van het motorverkeer- op den weg. Wie over het verkeerswezen spreekt, kan bezwaarlijk zwijgen over de lucht, dus over de radio en het vllegwezen. Het is alweer het Jaar der troonsbestUging. dat de eerste beginselen te zien gaf van de ontwikkeling van het radioverkeer. Het was in dót jaar, dat Marconi zUn eerste perma nente stations bouwde en daarmee een af stand 4kn nog geen 25 K.M. overbrugde. En tnans telefomeren we met Indlë en hooren we in onze huiskamers er zUn er niet min edr dan 700.000 ontvangapparaten aangegeven de meeste zendstations der wereld. Eenzelfde tot verbazing Remmende ontwik keling zien wc bU dp—tacjitvaast- Tn het begin lng| legden de ge estig, voorzien van «- isschlen kunt u ^teh nog herinneren, aat, vele jaren geleden, een oude goochelaar, A die zich Perü noemde, een zekere ver maardheid bezat in tal vein variété’s. In werke- lykheid heette hU anders, maar zUn ware naam zou geen Indruk gemaakt hebben. Perü was daarentegen een naam, waarvan het effect bU voorbaat verzekerd was. Nu moet ik u vóór alles verklaren, dat ik in die dagen boven alle voorstellingen de voorkeur gaf aan die, waarbU kunstjes werden vertoond. Als er een goochelaar op bet program stond, was ik zonder mankeeren van de partU. Toen ik dus op zekeren dag op de aanplakbiljetten getroffen werd door een Bekeren „Perü, Spaansch-Amerikaansch goochelaar”, haastte ik mU, een plaats vooraan in het betreffende theater te reserveeren, overtuigd als ik wasr-dat ik me kostelUk zou amuseeren. Weinig kon ik vermoeden, dat die goochelaar, dien ik nog nooit eerder had hooren noemen, op een heele periode van mUn jonge leven zUn stempel zou drukken. Toen, W dien gedenkwaardigen avond, de heer Perü, met zUn ivoorkleurig gelaat en zUn ros- slgen baard, in rok en met tal van decoraties op zUn borst, op de tonen van een heldenmarech naar voren kwam, was hU niet alleen. Aan zUn zUde bevond zich een Jonge vrouw, als page uitgedost, met groote blauwe oogen, die een merkwaardig contrast vormden met het kastan jebruine haar en het bleeke gezichtje. Van hiér kon men met recht zeggen, dat zU dé schatten van een Perü waard was. Haar zien en als het ware een schok in myn binnenste voelen, was voor mü één en hetzelfde. Bedenk, dat ik nog maar twintig Jaar was en dat het eerste meisje, dat mü, op dien afstand begeerenswaardig leek, aan mü verscheen in een sfeer van toovenarij! ZU werkte niet alleen sa men met den ouden man, bU de Ingewikkeldste kunststukjes, maar verrichtte ook zelf allerlei experimenten met de kaarten, met zeldzame behendigheid en onvergelljkêlijke gratie. Ik had alleen nog maar oogen voor hóór. Ik was ver rukt, toen a- de twee duiven in haar handen zag. die Perü uit een hoogen hoed te voorschijn had gehaald; ik beefde, toen zü. bU de aan- Men kan zich voorstellen hoe biy het matroosje was, toen hy zUn vriend Keesle weer zag, vergezeld door «oome Krab en zUn neef. .JKeesie,” zeide bet matroosje, ,4k dacht, dat je me zou

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1938 | | pagina 10