NEDERLAND HULDIGT DE
KONINGIN
i
DE DAG VAN HEDEN
GROOTSCHE INTOCHT EN
DÉFILÉ
mi
Bü Haar aankomst ia <te Hdpldstad werdH. M. de Koningin door burgemeester dr, W. de Vlugt verwelkomd
I
fVereelg etaese ta dH+iedt
Gala-maaltyd ten Paleize
Versiering van het Paleis
I
(Vervolg)
ta
Ongecorrigeesft)
Adres vaa taak, hetae en ge-
lekwensch
Maandagavond Is in de groote Burgerzaal ten
Paleize een gala-maaltyd gehouden. Daaraan
zaten met H. M. de Koningin, H.KH. Prinses
Juliana en Z.K.H Prins Bernhard aan de voor
zitters van de Eerste en Tweede Kamer, de le
den der regeering en de ministers van Staat, In
dische Vorsten en delegaties met hun familie
leden. Voorts verschillende hooge civiele en mili
taire autoriteiten in den lande, om. de commis
sarissen der Koningin in de verschillende pro
vinciën en het college van B. en W. van Am
sterdam. Tot de gasten behoorden ook de leden
van het uitvoerend comité van de Huldlgings-
commissie en de oud-cadetten en adelborsten,
die in 1898 de «erewacht naar de Nieuwe Kerk
vormden.
der rijen
in plaats
De interieurversiering van het Koninklijk Pa
leis op den Dam is als huldeblijk aangeboden
door den Aalsmeerschen Tuinbouwbond.
De troonzaal werd met duizenden Amerikaan-
sche anjers van de variëteit Jjaddy" versierd,
waarvan de warm-rose kleur bij uitstek harmo
nieert met de tinten van meubels en tapijten.
Bij deze versiering sloot zich aan een decoratie
van twee zijgalerijen van de Burgerzaal, be
staande uit rose en gele chrysanthemums
„Rayonnante” en rozen van de variëteit „Dame
Edith Helen”, geplaatst In vazen van de potter!)
Zaalberg te Leiderdorp. Een aantal manden, ge
vuld met de grootbloeznlge begonia „Exquisite”
voltooit het geheel.
en het golft over de daken. Dit ia
het Wilhelmus der massa, het volks
lied, dat als een kreet van hulde en
trouw opstijgt uit de harten van dui
zenden, die Haar onderdanig willen
zijn.
Reeds voordat tegen elf uur de konink
lijke familie het paleis verliet, hadden alle
genoodigden hun zetels Ingenomen. Op den
eersten stoel van het vak. rechts van de
plaats der Koningin, zat de minister-pre
sident, dr. H. Coiyn, en rechts van hem,
allen op de voorste rij, de overige leden der
regeering in ambtskleed!). Op de tweede ry,
achter den minister-president, had plaats
genomen de President van de Eerste Kamer
der Staten-Generaal, baron de Vos van
Steen wijk, terwijl naast hem op de tweede
Zoo rijdt de Vorstin door Haar hoofdstad,
tot zy eindelijk omjubeld door een groote mas
sa aankomt in het paleis op den Dam, waar zy
door Haar Kinderen wordt verwelkomd.
schooner zingen dan hier, waar men zich kan
verzadigen aan een klankenweelde. Het Wil
helmus wordt gevolgd door „Wilt heden nu
treden” en door het koraal „WIJ loven God
den Heer”, waarvoor Jac. Denys de woorden
schreef en dat Fred. Roeske bewerkte.
Het is een zanghujde die Indruk maakt. De
koninklijke familie applaudisseert enthousiast
en de menigte roept luid hoera.
Fred. Roeske en de voorzitter van ..Apoilo”
de heer Jac. Denys, worden ten paleize ontbo
den om den dank van H. M. in ontvangst te
nemen.
Benige oogenblikken hebben de vorstelijke
personen zich naar binnen begeven, doch on
der groot gejuich verschijnen zij evén later
weer op het balcon. Het défilé neemt een aan
vang.
In een vlot tempo trekken de deputaties met
vlaggen en vaandels voorbij. Het is een bonte
stoet. Alle godsdienstige en maatschappelijke
instellingen lijken vertegenwoordigd en in hun
groote verscheidenheid vormen zij een merk
waardige eenheid. Men ziet de Katholieke
Jeugd-, stands- en vakorganisaties tusschen
christelijke en neutrale vereeniglngen. Van
daag is alles één in denken, nu het er om gaat
eer te bewijzen aan Haar, die men aanvaardt
als het van God gegeven gezag.
Studenten trekken vooiby, arbeiders,
ziekenverpleegsters, sportlieden, leden van
muzlekdubs en padvinders. Men ziet de
fleurige Graalmelsjes met haar leidsters,
de kwieke St. Josephs Gezellen, de kranig
marcheerende Kruisvaarders en de kleine
parmantige welpen. zy stappen fier voorbij
hun Koningin, die zij groeten willen op
Haar feest. En de Koningin lacht maar en
knikt en wuift onvermoeid en de Prinses
wuift mee, terwijl de Prins salueert, wan
neer de vlaggen en vaandels neigen.
Het défilé is afgeloopen. De laat
ste groetende en wuivende deputatie
weggetrokken met de wapperende
vlag en de Koningin blikt lachend
naar de menschen, die nog eens om
kijken en nog eens met de hoeden
zwaaien, alsof hefr hun moeilijk valt
door te loopen, zooals de orde-com-
missarissen hun bevolen hebben. Het
hartelijke, spontane défilé is voorbij.
Lang heeft de toeschouwende massa
zich bedwongen. Maar eensklaps is
het uit. Het volk wil juichen en meer
dan dat. Het wil de Vorstin zien en
Haar toonen hoe diep de sympathie
is, die het Haar toedraagt. Het Wil
helmus jubelt eensklaps over den
Dam. Het trilt tegen de Paleismuren
Dank zy een practlsche nummerlr
konden de genoodigden gemakkelijk
Innemen. Het was een bonte mengeling van da
mes in fleurige wandeltoiletten, en de heeren
in plechtstatig zwart en in kleurige uniformen.
Want behalve de aanwezige hooge officieren
van Land- en Zeemacht en de leden van het
diplomatieke corps, hadden ook de meeste bur
gerlijke autoriteiten, die daartoe door hun ambt
gerechtigd zijn, zich in der staatsleunlform
welke zij uit hoofde van hun functie mogen'dra-
gen, gestoken.
Terwijl het kerkgebouw zich vulde, werd het
groote orgel van tien uur af bespeeld door den
organist der Nieuwe Kerk, Henk Loohuys, tot
ongeveer kwart vofw elf. toen hij werd afgelost
door den organist. Piet van Egmond. die op het
orgel door hem zelf gecomponeerde variaties
van het Wilhelmus liet hooren.
Zoo begint, als voor veertig jaren,
de grootsche intocht van Koningin
Wilhelmina in Haar hoofdstad, tus
schen een ononderbroken dubbele
haag van juichende, wuivende men
schen, opeengedrongen en samenge
pakt langs heel den langen weg, toe
gejuicht uit alle vensters, van de
daken en overal, waar zich maar een
gelegenheid voordoet om den stoet te
zien passeeren. En overal geestdrift,
overal blijdschap op de gezichten
van jongen en ouden, van hen, die
zich dien eersten intocht herinner
den der achttienjarige Vorstin zoo
goed als zjj, die Haar kennen zooals
Zjj in latere jaren ernstig en waardig
in moeiljjker tijdsomstandigheden
Haar koninklijke taak heeft vervuld.
Nog nimmer in al die jaren, die
sedertdien verliepen, heeft Amster
dam zijn Koningin zoo grootoch, zoo
feestelijk en met zoo hartelijk mede
leven en deelnemen van heel de be
volking begroet als op dezen Septem-
bermiddag, vol van feestelijk gerucht,
een onvergetelijke herinnering voor
het leven van allen, die er getuigen
van zijn geweest.
Van den kansel, tegen de tweede zuil ter
rechterzijde van den langen doorgang, spreekt
ds. P. J. de Jong bet openingsgebed uit, dat hij
besluit met de regels:
Heer, zie in liefd’ op Neerland neer
en blijf het trouw beveel’gen.
Maar wil vooral, Uw naam ter eer
ons volk in Christus heil'gen.
Vervolgens kregen de voorzitters van de
Eerste en Tweede Kamer en de oudste Com-
missaris der Koningin, gelegenheid Hare Ma
jesteit bij Haar 40-jarig regeeringsjublleum,
hun adressen van dank, hulde en gelukwenacb
aan te bieden.
De voorzitter van de Eerste Kamer sprak als
volgt-
Bij de heuglijke herdenking van den dag,
waarop Uwe Majesteit, 40 Jaren geleden, de
regeering heeft aanvaard, is het voor de Eerste
Kamer der Staten-Generaal een onschatbaar
voorrecht den "troon van Neérlands verheven
Vorstin te mogen naderen, en Haar, ond&r
aanbieding van diep eerbiedige wenschen, te
huldigen,
Te huldigen voor alles wat Zy, den tradltiën
van Hare roemruchte voorzaten getrouw. Zich
één betoonende met Haar volk, gedurende dat
aan zegeningen rijke, maar dikwerf ook zoo
zorgenvolle tijdperk, in hooge plichtaopvattlng
dat volk voorgaande, met inzet van Hare ge-
beele persoonlijke, onafgebroken ten bate van
het Vaderland en de Overzeescbe gewesten
heeft gewrocht; bovenal met groote nauwge
zetheid rechtsstaat en volksvrijheden hand
havende, en mede deswege Neérlands naam
onder de natiën hooghoudende.
Gedenkt de Kamer met dankbare aandoe
ning hoezeer Uwe Majesteit daardoor de ban
den, die het Doorluchtige Stamhuis van Oranje
met het Nederlandsche volk sedert eeuwen ver-
eenigen, kon het zijn, nog nauwer heeft saam-
ge trokken, op dit plechtig oogenbllk de Kamer
den eed, door haar afgelegd by Uwer Majee-
teits inhuldiging;
„Uwe onschendbaarheid en de rechten Uwer
Kroon (te) zullen handhaven”.
Van ganscher harte bidt de Eerste Kamer
der Staten-Generaal Uwer Majesteit een lang
durige en voorspoedige Regeering tóe. waarbij
Godes mildste zegen op Raar en Haar Huis
moge rusten.
De voorzitter der Tweede Kamer, mr. J. R. M.
van Schalk sprak:
De Tweede Kafner der Staten-Generaal acht
het een voorrecht, aan Uwe Majesteit haar
i, eerbiedigen gelukwensch te mogen bieden ter
gelegenheid van het feit, dat veertig jaren syn
voorbijgegaan sinds zy de regeering over het
Konlnkryk der Nederlanden heeft aanvaard.
Hecht waren in die veertig Jaren de banden
tusschen Kroon en Volk.
In voorspoed en in tegenslag leefde Uwe Ma
jesteit mede met het Nederlandsche Voék, en
het Volk met Haar in dagen van geluk en niet
minder in de donkere uren, waarin rouw vM
over het Koninkiyk Huis.
Die banden zyn door liefde gelegd: liefde van
Oranje voor Nederland, liefde van Nederland
voor Oranje.
Verstevigd werden zy door de wijae, waarop
Uwe Majesteit, gesteund door Haar raadslieden,
in samenwerking met de vertegenwoordigt!*
des Volks, Zich de belangen des Lands beeft
gewijd,"verlicht door de wijsheid Haar door God
geschonken.
By Hare plechtige inhuldiging, op 8 Septem
ber 1898, heeft Uwe Majesteit willen verklaren,
dat zy gelukkig en dankbaar was, het Volk van
Nederland te mogen regeeren.
In deze dagen van herdenking te dat Volk van
Nederland zich meer dan ooit bewust, hoe ge
lukkig en dankbaar het is, dat de regeering in
de handen van Uwe Majesteit rust.
Het gedenkt dankbaar et vele goede, dat in de
afgrloopen veertig jaren tot stand is gebracht.
Het is gelukkig, omdat het onder de b-icttr*
van Oranje mag blyven hopen op de handha
ving van zyn aloude vryheden. onmisbare voor
waarde voor rust en orde, vrede en welvaart
God segene Uwe Majesteit en zegene Neder
land in Haar en Haar Doorluchtig Huis.
De Commissaris der Koningin in de provincie
Friesland, mr. P. A. V. baron van Harinxma
thoe Slooten sprak als oudste namens alle Com
missarissen van de Koningin en zeide:
De commissarissen in de elf provinciën des
lands achten het een voorrecht, op dezen luis
te rry ken dag der viering van Uwer Majestetts
veertigjarig regeeringsjublleum uiting te mogen
geven aan de gevoelens, die ons bezielen. Wy
verzoeken Uwe Majesteit, wel te willen aan
vaarden onze betuigingen van dankbaarheid. de
betoonlng onzer hulde en onze eerbiedige en op
rechte gelukwenschen.
Wie dang betuigt, staat met den blik naar het
verleden gericht. Veertig Jaren lang heeft Uwe
Majesteit de hooge taak, die God Haar heeft op
gelegd, in den vasten gang eener nimmer wei
felende plichtsbetrachting vervuld, ook gedu
rende de voor land en volk zorgelijke en gevaar
volle jaren, welke niet gering in aantal zyn ge
bleven.
Ons Vaderland heeft aan Uwe Majesteit zeer
veel te danken. Het devies „Voor Nederland
nooit genoeg te kunen doen”, door Uwe Maje
steit op zoo uitnemende wijze verstaan en toe
gepast, moet, naar wy meenen, op een dag als
dezen, weerklank vinden in de betuiging eener
dankbaarheid, die weet, dat zy harerzijds nooit
genoeg tot uiting zal kunnen komen.
wy willen heden Uwe Majesteit ook ones
hulde betoonen. Onder „hulde” verstaan vrij
daarbij niet: dank- of eerbetoon in verheven
styi. maar, naar ouden trant, betuiging van
aanhankelijkheid en verknochtheid voor toe
kennende jaren, die gedragen wordt door hot
beginsel der trouw.
De Koningin luistert ontroerd toe en
knikt maar en wuift, getroffen door de
eeriyke betuiging van liefde. Maar nog
heeft het enthousiasme geen voldoenden uit
weg kunnen vinden. Er komt beweging in
de massa. De politie en de orde-commlssa-
rissen, die too voortreffeiyk de afzetting
hebben gehandhaafd, manen tot kalmte.
Doch zy manen tevergeefs, zy staan mach
teloos. Dé menschen dringen op. Het Wkt
een vloedgolf, die naar bet Paleis komt
gespoeld. De agenten kunnen niets meer
uitrichten. Zy worden meegesleept en ver
der gedragen tot voor het Paleis. Het plein,
dat na het défilé even verlaten is geweest,
wordt veroverd door het volk, dat juicht
en juicht en met hoeden en zakdoeken
zwaait. En de Koningin lacht en groet en
wijst de Prinses op het aanstormende vreed
zame geweld. Dat is het schoonste moment
van heel dezen heeriyken dag, die een
aaneenschakeling is van treffende oogen
blikken, doch die hier zyn bekroning vindt
in de onstuimige liefdesbetuiging van een
volk.
Als het Wilhelmus beëindigd is en het pu
bliek weer een harteiyk gejuich heeft aange
heven, betreedt de Koningin het Paleis. Dade-
lyk zal zy op het balcon verschynen en dan
zal men beter dan thans nog uiting kunnen
geven aan zyn geestdrift. De konlnkiyke
standaard gaat omhoog. Het duurt slechts
weinige minuten. H. M. wil alleen Haar vor-
steiyke kinderen begroeten.
Doch dan worden de balcondeuren open
geworpen en achter de haag van groen,
die is aangebracht, verschijnt H. M. de Ko
ningin, vergezeld van H. K. H. Prinses
Juliana en Z. K. H. Prins Bernhard. De
Prinses is gekleed in een zeegroene robe
en draagt een by passenden hoed met af
hangende veer, zy ziet er vriendeiyk uit
als immer en lacht vriéndelijk. De Prins
is gekleed in het gala-uniform van luite
nant ter zee 1ste klasse. Het gejubel dat
losbarst by het verschynen der Vorsteiyke
Familie op het balcon Is overweldigend.
Alle liefde en geestdrift, alle trouw en aan-
hankeiykheld spreken hier in deden éénen
juichenden groet.
Spontaan zet de massa bet volkslied in, nog
voor de muziek maar gelegenheid beeft te
spelen. H. M. de Koningin, die een bouquet
paarse orchideeën draagt, luistert stil toe. zy
is zichtbaar ontroerd nu zy den ganschen stoet,
die zich gevormd heeft tydens de aankomst
en die vertegenwoordigers van alle organisaties
en vereeniglngen telt, daar ziet staan met
vlaggen en vaandels. Het geheele Damterreiu
is bezet Het is een menschenzee, waarboven
vrooiyk het kleurige dundoek wappert.
De Postfanfare speelt dan het Wilhelmus.
De vaandels neigen ten groet. Het maakt een
prachtlgen indruk en deze vaandelhulde ver
rast voor de zooveelste maal dezen middag de
toeschouwers.
Intuschen is ook de Burgemeester, dr. W.
de Vlugt, op het balcon verschenen. De wet
houders, de raadsleden en de gemeente-secre-
tarls, hebben zich beneden, terzyde van den
mgang, opgesteld. En nauwe!yks is de vaan-
delgroet gebracht of de Konlnkiyke Mannen-
kangvereenlglng „Apoilo”, versterkt door de
christelyke mannenkoren „Valerius” en „Ada-
ma van Scheltema", brengen onder leiding van
«ten dirigent Fred. Roeske de eerste en zesde
ttrophe van het Wilhelmus ten gehoore. Pracb-
«g klinken de sonore mannenstemmen over
Oen Dwn en nooit boorde men ons volkslied
ry, sómmigen in uniform, sommigen in
landsdracht, de hier te lande aanwezige In
dische vorsten en hun vertegenwoordigers
waren gezeten. De eerste stoel van de derde
ry werd ingenomen door den voorzitter det
Tweede Kamer, mr. van Schaick, naast wien
de Ministers van Staat gezeten waren, ter-
wyi dit vak verder werd gevuld, behalve
door leden van den Raad van State, door
hooge regeerlngsambtenaren en andere
hoogwaardigheldsbekleeders.
Het eerste vak ter linkerzijde van den door
gang van Jiet koninkiyk podium af gezien, werd
ingenomen door de leden van het diplomatieke
corps, die byna allen in uniform waren, zoodat
dit vak een schitterend beeld opleverde van
fonkelende gouden en zilveren tressen, ordetee-
kenen en kleurige ordelinten, waartusschen de
soberder kleuren van het gewaad van den Pau-
seiyken Nuntius zichtbaar waren. De eerste
stoel van het volgende vak bleef voorloopig nog
leeg. Hier zou de burgemeester van Amsterdam,
dr. W. de Vlugt, nadat hy het Koninklijk gezin
binnen had geleid, plaats nemen. Hier zaten ook
de commissarissen der Koningin in de elf pro^
vincies, en verder zag men hier de leden VEfr
Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal,
leden van de rechteriyke macht, rectoren en
hoogleeraren der unlversltelten, de leden van
den Amsterdamschen gemeenteraad, vertegen
woordigers der verschillende kerkgenootschap
pen, vertegenwoordigers van tal van organisa
ties'op verschillend gebied, leden der verschil
lende comlté’s, burgemeesters van verscheidene
andere gemeenten, tezamen ongeveer achttien
honderd personen, die alle plaatsen in het kerk
gebouw hadden bezet.
Op het muzlekpodlum hadden vyftlg leden
van bet Concertgebouworkest en 150 dames en
heeren van het Amsterdamsche Toonkunstkoor
plaats genomen voor het kleine orgel, dat by
deze gelegenheid zou worden bespeeld tydens de
plechtigheid, aangezien de organist van de speel
tafel van het groote orgel niet de Ileding zou
kunnen volgen van den dirigent. Prof. Dr. Wil
lem Mengelberg, die eveneens van tevoren het
dlrigeergestoelte had Ingenomen, vanwaar hy
alle medewerkenden, ook den organist aan de
speeltafel van het kleine orgel, kon overzien.
By den Ingang aan den kant van den Dam,
had zich de commissie voor de nationale ge
dachtenisviering opgesteld om de Koningin by
aankomst in de kerk te ontvangen. Tegen elf
uur kondigt buiten gejuich aan, dat Hare Ma
jesteit het paleis heeft verlaten en even later
betreedt de konlnkiyke familie het kerkgebouw.
Reeds voor tien uur reden voor de Nieuwe
Kerk de auto's met genoodigden af en aan, die
tydlg hun plaatsen wilden innemen, omdat was
verzocht, voor half elf in de kerk aanwezg te
willen zyn.
Het Interieur van bet kerkgebouw had een
grondige verandering .ondergaan. Alle banken
en gewone zetels waren verwyderd en in plaat,
daarvan waren stoelen in de kerk gebracht, wel
ke ook in andere opstelling stonden dan ge-
wodniyk de banken.
Voor het nieuw vergulde koorhek, dat was af
gesloten met een gordyn van donker blauw flu
weel, was, rechts van den doorgang,- die naar
den Ingang aan de Damzyde voert, een verhoo-
glng van circa dertig centimeter opgeslagen,
welke bedekt was met tapyten en waarop drie
zetels geplaatst waren voor de konlnkiyke fami
lie, terwijl achter deze zetels twee ryen stgplen
voor de leden der hofhouding stonden. Dit po
dium was omzoomd met een paarse rand van
bougainvllla’s, welke rand onderbroken werd
door toeven, terra-cotta-kleurlge Queen Mary-
roeen. Op de klankborden boven de ronde ban
ken, welke thans waren weggenomen, was rond
om elke zuil een versiering aangebracht van
palmen en varens, waarvan het groen eveneens
onderbroken werd door Queen Mary-rozen. De
trekstang onder het gewelf en tusschen de zul
len waren omwonden met buxus-groen, terwyi
op regelmatige afstanden corbellles omlaag hin
gen met roomkleurige bydrangia’s en afhangen
de asparages. Aan den alderen kant van het
schip der kerk, recht tegenover het konlnkiyke
podium, dus voor het groote orgel, was een mu
zlekpodlum opgeslagen voor koor en orkest, en
ook hier was wederom een fraaie bloemverslering
aangebracht, bestaande uit lugustrum en we
derom paarse bougainvllla’s. De Ingangen der
kerk waren versierd met palmen en laurieren
Links en rechts van den langen doorgang, die
leidde van de konlnkiyke zitplaats naar het
muzlekpodlum, stonden In rechthoekige vak
ken de stoelen voor de genoodigden, allen met
het gezicht naar den doorgang gewend, opge
steld.
Het Wilhelmus, in een der varia
ties, welke Piet vm Egmond op het
groote orgel speelt, nriacht door de
ruimte aB de Koningin, gevolgd
door de K-rinses en den Prins door de
leden der commissie naar het podium
wordt geleid, terwijl allen zich van
him zetels hebben verheven. Op de
middelste stoel neemt de Koningin
plaats, rechte van Maar Prinses
Juliana en ter linkerzijde Prins
Bernhard, terwijl de leden der hof
houding de rijen stoelen daarachter
innemen en burgemeester de Vkigt en
de leden der commissie zich naar hun
eigen plaatsen begeven.
Dan zwijgt het orgel en zingt het
toonkunstkoor a-capella twee cou
pletten van het Wilhelmus, het eerste
en het veertiende: Oorlof mijn
arme schapen".
Als het gebed is uitgesproken,
klinkt door de kerk het choraal uit
cantate 192 van Johan Sebastian
Bach, op woorden van Nicolaas
Beets: „O, onvergeetbre stond”.
Plechtig en gedragen klinkt de muziek
van den meester, die onder leiding
van Prof. Willem Mengelberg wordt
uitgevoerd, door het kerkgebouw,
waar allen onder den indruk zijn van
het plechtige moment, en zeer in het
bijzonder de ongetwijfeld niet velen,
die zich het oogenblik herinneren,
waarop veertig jaar geladen de jeug
dige vorstin tot Koningin der Neder-
wok!
rwww
x «OSMS