eïCetu&faal van den dag
De avonturen van een verkeersagentje
AT T F, ABONNÊ’S F 750.- F 750.- F 250-
Bi
Naar Chili?
ZATERDAG 10 SEPTEMBER 1938
>-
Van 9-12 en van 2-4
F-
SCHOOL VERZUIM
D
De meesteres
H.B.S. of Mulo?
i?'
Beate weet,
wat ze wil
J
f
c
F
J
1
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN. GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
Cö
absoluut
.JSchoolver-
JO6 DETONY
L
L
ff
0
c
Tl
1'
O
ten.
HOOFDSTUK IV
Ik
een
van
koffer
F
o
wor-
HU
tt
G
11
b
11
u
k
n
k
k
B
8
V
Na een prachtigen rit bereikte men eindelijk de spleet, waar
door Keesie en
kijkje te
holen, Vj
mat
B
T
a
B
Tl
«J
X
c
u
t>
k
In
Toon
een
voori
pries
alt. 1
gekoi
rend,
der
deze
de n
woest
WU 1
schri,
Lal
semu
een iff
geef
waar
de
bevit
oorlo
tot
huize
verwt
beste;
WH
dalim
In vU
bijna
Ka
oplek
bcvre
<erd
oorloi
In
dan
merkt
na ti
verbe
diepe
gen v
degel
UJk i
Het werd een soort wedstrijd, waarbij de vader der snoeken
het weer won. Ze girwen door een stroomversnelling zoo mei.
dat het matroosje bijna geen adem kon halen en het verkeers-
agentje moeite had om op den vtech te blijven.
De Inspecteur is van oordeel, dat vele leer
lingen. die naar de H.B.S. gaan en er te
leurstellen, op •n Muloschool op hun plaats
zouden zijn, hetgeen wel grooteren toeloop
naar het Mulo zou teweegbrengen, maar
het onderwijs in totaal niet duurder maken,
daar de H.BB. goedkooper zou worden.
matroosje waren «ewaan. cm ook eens een
nemen in de onderwatersche grotten en
de spleet werd halt gehouden. Keesie en het
(Je betuigden hun dankbaarheid aan allen, die ben
goed hadden geholpen. En Keesie verklaarde plechtig,
4 vtech meer te zullen opeten. Met een ..lang zullen ze
leven” gingen ze heen.
Chili is een landbouwend land zonder werk
lozen. Dat lijkt dus een Ideaal land voor de
mensen, die de ellende van de werkloosheid
dagelijks aan den lijve ondervinden en het is
begrijpelijk, wanneer voor zulk een staat grote
belangstelling by de arbeiders zou ontstaan. De
emigratie derwaarts, zoo schrijft „Het Volk”, is
weliswaar door allerlei beperkende bepalingen,
in de laatste Jaren niet groot meer, maar nu
men alle mogelijkheden aangrijpt om werk te
verkrijgen, zou toch ook Chili in aanmerking
kunnen komen. Wanneer men zich intussen de
moeite geeft verschillende statistische gegevens
te bestuderen, dan krijgt men toch wel een wat
behoedzame kijk op het geval:
HU noemde het hier en daar bestaande
verlangen om van het Mulo-examen een
schoolexamen te maken, doch achtte dit
streven, in het belang van de waarde van
het Mulo-dlploma, onjuist.
De heer Van Gaasbeek zou een schoolher
vorming wenschen, waarbij alle leerlingen
na het verlaten der lagere school naar een
vierjarige Mulo-school zouden gaan In die
Mulo-jaren sou men de leerlingen, die voor
verdere studie geschikt zUn, kunnen selec-
teeren en de middelbare school zou met
korteren cursus kunnen volstaan. Het mis
lukken van leerlingen op de H.B.S., wat
thans nogal eens voorkomt doordat ze- zich
niet vlug genoeg aan het vakleerarenstelsel
kunnen aanpassen, sou daardoor voorko
men worden.
Chili over het geheel genomen
geen ongezond land is.
De kindersterfte in Chili is zelfs zes maal
zo groot als in Nederland.
Tuberculose heerst in Chili op schrikba
rende wijze. Ruim 10 pCt. van de sterfte-
gevallen neemt deze ziekte voor haar reke
ning.
Het culturele peil is veel lager dan bU
ons. Hier komen bijna geen volwassenen
voor, die niet lezen en schrijven kunnen.
Maar in 1930 waren daar onder de 15- tot
19-jarigen 10.13 pCt. vrouwen en 17.57 pCt.
mannen, die analphabeet waren. Van de 20-
tot 29-jarigen waren analphabeet: 20.80
pCt. vrouwen en 17 85 pCt. mannen en van
de 30- tot 59-Jarigen 30 64 pCt vrouwen en
32.79 pCt. mannen.
In Chili werkt 23.1 pCt. van de bevolking
in de Industrie (Nederland 37 2 pCt.), land
bouw en visserij 34.6 pCt. (Nederland 30.6
pdt), mijnbouw 5.3 pCt. (Nederland 1.6
pCt.). Het land Is arm en het is aangewe
zen op een groot ultvoeroverschot.
Het spreekt wel haast van zelf, dat men in
een land met lage prijzen en lage lonen met
enige duizenden Hollandse guldens een vrij
gezeten man is. Dat heeft de Chileense re
gering wel begrepen en zij heeft; teneinde
de eigen bevolking tegen woeker te bescher
men. besloten, dat aan vreemdelingen geen
grond mag worden verkocht.
De ups en downs van t economische le
ven zijn in Chili van geringe betekenis en
men zal er dus met geringer risico dan el
ders iets Irunnen beginnen als zelfstandig
ondernemer. Maar men bedenke daarbij,
dat dit zo goed als het enige voordeel is.
dat het bezit van Nederlands geld mee-
brengt. Voor groot optimisme bü vestiging
in Chili is dan ook stellig geen reden.
Dombusch was weer in zijn hotel. Dit keer
had hij overal den weg gevraagd en was hij te
voet teruggekomen. HU zat in een fraaie club
fauteuil en staarde voor zich uit Gisteren had
hy de kleine Beate nog verwijten gemaakt, om
dat ze zoo lichtzinnig een betrekking had aan
genomen op een advertentie en nu had hij zelf
een nog veel grootere domheid begaan. Alle
duivels, neen, dat was niet waar! HU kon toch
niet vermoeden, dat de groote machinefabriek
plotseling failliet sou gaan? Nu zat hU in de
klem; nu was Beate Serenus met haar dui
zend mark-biljet er veel beter aan toe dan hy
met zijn paar losse centen. HU moest nadenken
en vlug een oplossing vinden. HU moest zyn
pension voor een vollen dag betalen. Dat was
twintig heele pesos. HU maakte zün
open en haalde er zUn reisgids uit.
.Rosario, op één na de grootste stad van Ar
gentinië tweehonderdvüftig duizend Inwo-
Lnerz.’
bü en haar haat verdween gaandeweg. Binds
zeven Jaar had ze al niets meer van hem ge
hoord. ZU was er zeker van, dat hij niet meer
terugkwam. Nu was ze 42 jaar en reeds hier en
daar vergrijsd.
Juffrouw.... o
Goeden avond, Albert. Neen, ik heb niets
meer noodig.
Juffrouw, zei de knecht, ik wou u zsg-
gen, dat er een meneer is....
Bleek en somber rees ze overeind. Een «ogen
blik kwam het verlangen bU haar op, hem met
stokken te laten wegjagen....
Zwijgend keken ze elkaar aan, na zeven Jaar.
HU was zeer verouderd, veel meer dan zy, die
gewoon was, in de open lucht te verkeeren. HU
was mager en gerimpeld, hoewel hy maar twee
of drie jaar ouder was, dan zy. Misschien was
hU ziek geweest. Ze wilde het hem niet vragen,
omdat ze geen medelUden met hem wou heb
ben omdat ze hem beslist wou haten.... HU
was ook slecht gekleed, iets wat vroeger nooit
het geval was geweest.
Wat wil je? vroeg ze op harden toon.
Niets, Anna, antwoordde hü kalm. Ik
ben alleen gekomen, omdat ik je wou terugzien
dAArom alleen. Verscheidene jaren sUn er
ditmaal overheen gegaan
ZU haalde de schouders op, maar zeide niets.
JU bent niet
veranderd, ging j
hU voort, maar
ik wél. Ik ben
niet gekomen, om i
Je wat te vragen, i
Anna. Daar hóef j
Je niet bang voor
te wezen.
Ik heb je nooit wat geweigerd, zei ze hard.
Dat weet ik. Anna. Ik schaam me niet, je
dat te bekennen. En geloof me, dat ik er, in uren
van wroeging, dikwyis met schaamte aan heb
teruggedacht. Je kon het niet weten, maar toch
is het zoo. Deze laatste jaren ben ik zelfs In de
verleiding geweest, om je te schrijven, juist om
Je iets te vragen. Ik had weinig werk en moest
mUn vrouw en kind onderhouden
ZU keek hem niet aan. Hard en bleek zat ze
voor de tafel.
Ik had niet den moed om je te schrijven,
ging hU voort. Ik had niet den moed, om je
verachting te trotseeren.
Toch had je t moeten doen, zei se nu.
Als je dAArvoor gekomen bent, zeg me dan, wat
je noodig hebt alsof ik niet je.... verloofde
was, maar gewoon een vrouw, die geld heeft.
Zeg me, wat je noodig hebt en ga dan heen.
Ik heb je geld niet meer noodig, Anna.
MUn vrouw is kort na ons huweUjk gestorven.
En het kind....
Langen tyd sprak hü niet.
En het kind? vroeg ze.
Het kind is óók dood een week ge
ledenbracht hü uit.
De Juffrouw sprak niet. ZU had zich over ds
tafel gebogen en keek naar een paar papieren,
maar zonder ze te zien.
Een kind een jongen misschien! Aan zóó
iets had ze nooit gedacht. ZU had er nooit veel
tUd voor gehad. ZU had alleen maar haar land
goed beheerd, om te zorgen, dat alles goed ging
en ze was voldaan, dat alles ook goed ging.
Maar een kind, huiselijk leven dat ging heele-
tnaal buiten haar gewone denken om. Iets héél
ongewoons en misschien Iets héél moois.,..
ZU keek hem aan. HU zat daar tegenover
haar en leek heel klein en gedwee. ZU begreep
het. De stormwind had hem gezwiept, zooals hy
met de boomen doet en hy had weerstand ge
boden, maar was gebogen.
Heb je al gegeten? vroeg ze, zonder hard
heid in haar stem. Wil je wat hebben?
Ik wil niets hebben, antwoordde hü. Ik
wou je alleen maar groeten en dan weer weg
gaan.
Ze had het gezegd, vóór ze het eigenlijk wist,
zonder hem aan te kUken:
Ik begrijp niet, waarom je weer wegmoet..
HU antwoordde niet. HU keek haar ook niet
aan. HU wist niet meer, wat hy zeggen moest.
Ze hief het hoofd op en keek naar hem. Mis
schien had hU in de straten van een verre stad
gewandeld, met het Jongetje aan zUn hand. HU
had er ook een stukje speelgoed voor gekocht,
van een paar centen.Als ze het geweten had,
zou ze een heele lading gestuurd hebben....
HU had ook nachten aan het bedje van den
kleine doorgebracht en gehoopt en geweend...
Zulke dingen had zU nooit in haar leven ge
kend. En omdat zy van zulke dingen niets af
wist, had hU haar misschien geminacht en in
den steek gelaten.
ZU stond op en begon de kamer op en neer
te loopen. Dan bleef ze bü hem staan. Ja, sa
had van hem gehouden, en misschien hield ze
nóg van hemO, ze had een gevoel, dat ze
nu pas van hem hield, met een teederheid, die
se eerst niet gekend had. Ze schrok er zelfs van
en had wel zoo haar paard willen nemen, om
urenlang daarginds, langs den oever, te galop-
peerenMisschien zou hij het weer moe wor
den en zou hü haar harde dingen zeggen, en
weer heengaan maar iets in haar binnenste
zeide haar, dat die tUd voorbU was. En dan
ze hield van hem, daar was ze zeker van, zooals
ze er zeker van was, dat ze met haar beide voe
ten op den grond stond. En dat was het eenlge,
waar het hier op aan kwam....
ZU reikte hem de hand. Dit gebaar, meer
nog de blik in haar oogen, sprak duidelUke taal.
De .Juffrouw”, de meesteres, was een vrouw
geworden.
Wat van dit zo ver verwijderde land di
rect opvalt, Is, dat er geen werkloosheid
van enige betekenis heerst. Men vergeiyke
slechts de gemiddelde cUfers van 1937:
Chili 455.200 inwoners en 3244 aanvragen
om werk. Nederland 8.557.000 Inwoners en
368.909 aanvragen om werk.
In 1933 Is het werklozenaantal van Chili,
als gevolg van de crisis in korte tyd snel
gestegen. Het kwam boven de 100.000. Een
jaar later nam het echter weer even snel
af en een periode van langdurige werkloos
heid als bU ons heeft men daar nooit ge
kend. Werkgelegenheid is er dus in Chili
genoeg
Een andere vraag is, of Nederlandse emi
granten zich zullen kunnen aanpassen aan
de sociale en culturele toestanden in Chili.
Levensmiddelen zyn in Chili niet duur. In
October 1936 kostte in Santiago één kilo
witbrood 9.9 cent, tarwebrood 12.7 cent. rU»t
20.6 cent, macaroni 13.2 cent, eerste soort
rundvlees 43.1 cept, vet 48.2 cent, boter 77.7
cent, aardappelen 28 cent, suiker 12.6 cent,
koffie 78.4 cent, thee 189.4 cent, enzovoort.
Een aantal van deze prijzen zullen, voor
ons gevoel, zelfs laag zün. Maar om de toe
stand goed te kunnen beoordelen dient men
er de lonen van de arbeiders naast te zet
ten.
Welnu deze zUn laag en in vergelijking
met Nederland zelfs zéér laag. Er wordt al
gemeen 48 uur per week gewerkt. Als men
nu de weeklonen vergelijkt met de pryzen
der levensmiddelen, dan zal men zien, dat
men In Chili, niettegenstaande de lage
prUzen, in armelUker omstandigheden zal
moeten leven dan in ons land. Bovendien
moet men er rekening mee houden, dat men
een groter gedeelte van het loon dan bü
ons voor huur zal moeten uitgeven.
Dat het in Chili niet al te rooskleurig is,
blUkt ook uit de sterftecUfers. In de vyf-
jarige periode 19331936 stierven in Ne
derland per jaar en per 1000 Inwoners 88
mensen. In Chili stierven er echter 252!
In de leeftijdsgroepen tussen 20 en 34 jaar
is de sterfte in Chili vier maal zo grodt als
bU ons en daarbU moet men bedenken, dat
Als men aanneemt, dat van elke wille
keurige groep van honderd leerlingen der
hoogste klas lagere school van maatechap-
pelUk niet te eenvoudig milieu 15 te onbe
gaafd zUn voor krachtig intellectueel voort
gezet onderwUs en 15 in alle richtingen
zeer begaafd, die men dus zonder be
zorgdheid naar de H B S. of naar het Gym
nasium sturen kan, dan blUven er 70 mld-
delmatigen van hooger en lager orde over.
Een aantal daarvan komt in aanmerking
voor nijverheids-, ambachts-, kunstnyver-
helds- en andere scholen. De overblUven-
den, zegge 40, voor de Muloecholen en de
practUk vat dit niet geheel juist op, door
een te hoog percentage naar H.BB. of Gym
nasium te dirigeeren. Vandaar het groote
verloop van die scholen: men mag het aan
tal leerlingen, dat het einddoel der school
niet In den normalen tUd bereikt, of de stu
die afbreekt om elders te gaan, zeker op
60 pCt. taxeeren. zoo niet hooger. Dat is
een misstand, die opgeheven moet worden.
Men kan hier kinderen, van wie het twU-
felachtig is, of ze op de Mulo-school mee
kunnen, hun neus zien optrekken, als ze
den raad krijgen, daarheen te gaan, wUl de
H BS. te moellUk voor hen is. En dat, ter-
wtjl er Jongens met Mulo-dlploma zUn, die
het economisch heel wat verder gebracht
hebben, dan anderen met einddiploma
H.B.S. Een der moeUUkheden van dit laat
ste diploma te, dat zUn bezitters aan een
te aanvaarden betrekking wel eens te hooge
maatschappelijke etechen stellen; een di
ploma H.B.S. te niet steeds een gelukkig
bezit. Men mag er zich wel eens op bezin
nen, of het niet tUd wordt, het Mulo-onder-
wUs in vele gevallen de voorkeur te geven
boven de HBS.”
,X*e heer Van Gaasbeek zei ons. dat niet
minder dan 15000 candidaten aan de (door
particulier initiatief ontstane) Mulo-exa-
mens deelnemen, en zag daarin een bewjjs,
dat zeer vele ouders op het Mulo-onderwUs
en het Mulo-dlploma gesteld zUn en daar
voor moesten grondige motieven, ten aan
zien van de bruikbaarheid van dat diploma,
bestaan. Het percentage bU de Mulo-exa-
mens afgewezenen blUft beneden 10 pCt.
De examinatoren zUn menschen van het
Mulo-onderwüs of oud-onderwUzers bU dat
onderwUs.
brleksgebouw. waar de auto stilhield, maar tot
zUn verbazing waren de Uzeren poorten geslo
ten en was er nergens een mensch te zien. Aan
de andere deur hing een bord, waarop te lezen
stond, dat dit de kantooringang was. Daar zat
een portier en Dombusch vroeg:
,Js senhor Gonzales te spreken?”
De man antwoordde met een geweldigen om
haal van woorden, die Egon niet verstond en
wees naar boven. Ook hier was alles leeg en
ren de transatlantische Oceaanreuzen tot aan
Rosario, om daar de schatten uit de binnenlan
den In te laten.
Egon Dombusch was nu in de beste stem
ming. In den zesendertigjarigen man school
nog een goede doste zucht naar avontuur en
bovendien was hU niet vrij van fatalisme. HU
had het elgeniyk weinig opwindend gevonden,
in Argentinië op een krukje voor een teekenta-
fel te zitten.
Nu, de avonturen schenen te komen. Eerst
dat dwaze huwelUk, nu een reis, het onzekere
tegemoet. Toen hy 's avonds van zyn zwerf
tocht terugkeerde, gaf de portier hem bet
spoorkaartje en Egon betaalde zUn rekening.
Nu had hy nog ongeveer tien pesos in zijn
hand nog geen twintig mark. Hij genoot
met een uitstekenden eetlust van het voor
treffelijk diner. HU moest in voorraad eten.
Toen ging hy gemakkeiyk in een hoekje van
zyn coupé zitten, sloot de oogen'an liet rich
verder voeren door den nacht. Den volgenden
morgen was hU in Santa Fé.
Kort na zevenen zat Egon alweer in den trein.
Enorme bosschen; dan weer groote stukken
bouwland, armoedige, kleine stations schu-Mk-
ren van gegolfd plaatUzer, waarnaast reuaacii-
Uge stapels volle korenzakken waren opge
tast dlkwyis in de verte een groot gebouw,
dat soms aan een kasteel deed denken. Precies
op tyd 's middags kwam hy in San Christobai
aan en door het verschrikkeiyke schokken van
den wagon voelde hy zich als geradbraakt >1
betrouwbaar zag het er hier ook niet uit!
(Wordt vervolgd)
Wat hielp dat? HU kende hier geen mensch.
Als niet toevallig de fabriek van Gonzales een
spoorlijn had moeten bouwen en hy ate gewe
zen genle-offlcler daarvan verstand had ge
had....
Misschien kon hy nu baanvakarbeider
den, maar waarschUniyk zelfs dat niet,
leunde nog steeds achterover in zyn clubfau
teuil en stak zijn laatste sigaar aan. Daar was
hem fcts ingevallen. Günter Schliephacke!
Natuuriyk, diens schuld was het toch felte-
iyk, dat hy zoo snel besloten had, naar Argen
tinië te gaan. Dat wil zeggen, Günter wist er
niets van. Toen de wereldoorlog indertijd ten
einde liep, waren ze beide Jónge officieren ge
weest. Günter Schliephacke trok direct naar
Zuid-Amerika, terwijl hy In alle mogeiyke fa
brieken bleef rondhangen, om steeds weer als
de jongste met schitterende getuigschriften van
de lyst afgevoerd te worden. Een Jaar geleden
had Günter Schliephacke hem geschreven. Sy
had geluk gehad, zat ergens op een farm, eerst
als volontair, toen als majordomo, nu biykbaar
ate schoonzoon, in ieder gevbl scheen hy zyn
bedje gespreid te hebben.
„Kerel, kom toch naar Argentinië hier is
wat te beleven.” had hy geschreven.
Egon knielde voor zUn koffer neer en woelde
in de papieren, die onderin lagen.
„Waarachtig, daar is de brief.”
HU ontcyferde het adres van den afzender.
.Don Günterio Schliephacke, Santa Theodora,
^stadon San Chrteobal, Santa Fé Argentinië.
Waar was de kaart? Een mensch moest toch
maar boffen,
moeten weigeren. In de meeste gevallen zal
het verlof inderdaad verleend worden, alleen
wanneer het daardoor te ontstane schoolver
zuim als niet geoorloofd moet worden aange
merkt. zal de beslissing weigerend uitvallen
Ouden nu, die „verlof nemen”, ook al zou dit
verlof achteraf beschouwd, Indien gevraagd,
joegestefan zUn, maken zich schuldig aan on
geoorloofd schoolverzuim. Deze noncha
lance, aldus de Commissie tot wering van
Schoolverzuim, wordt voortaan niet meer ge
tolereerd!
door Otfrid
von Hanstein
„Ik heb lederen morgen minstens een
kwartier noodig om mUn haar in orde
te brengen”-
„BU mU gaat het vlugger, ik haal er
alleen de stofdoek overheen!"
Dat een groot percentage der leerlingen, die
tot de eerste klasse der H.B.8. toegelaten wor
den, 1 eindexamen niet bereikt, was al vele tien
tallen Jaren geleden bekend. Sindsdien te uit
noodzaak en maatschappelUke behoefte de
HBS. A in het leven geroepen; maar voordat
het zoo ver was, had het (M.)ül.O. zich reeds
sterk ontwikkeld en was het Mulo-dlploma een
,jseml-otflcieel” papier geworden. Aldus Fr. v.
R die naar aanleiding van een onderhoud met
den ryksgecommltteerde voor het Mulo-onder-
wUs, den heer R. v. Gaasbeek, het volgende
schrijft in' het Alg. Handelsblad:
„Wanneer u aanspraak meent te kunnen ma
ken op schadevergoeding, moet u dit aan de
rechtbank opgeven. Al zou ik willen, Ik ben
toch in het geheel niet bevóegd, om uitbeta
lingen te doen, voor welk doel dan ook.”
„Waar te senhor Gonzales?”
De curator lachte.
,Ja, als u ons dAt zoudt kunnen vertel
len. zou ik u onmlddeliyk duizend pesos ge
ven. Maar hU is Jammer genoeg naar het bul-
afwerken en doorkomen, ande
onderwys van het volgende lé
behooren daarop „aansluiten”.
Schoolverzuim te dan ook een echt euvel,
waartegen niet genoeg gevochten kan worden.
Uiteraard zyn er natuurlUk „verzuimen" waar
aan niet te ontkomen te, zooals ziekte van het
kind of de hutegenooten, welke de Leerplicht
wet dan ook als .geoorloofd" vermeldt, doch
dit neemt niet weg, dat tallooze, eveneens wet-
telUk-geoorloofde, schoolverzuimen met een
tikje medewerking van de zyde der ouders tot
een minimum zyn terug te brengen. B.v. Jan
moet naar den dokter, doch gaat pas tegen het
sluiten van het spreekuur en komt dan wegens
het groote aantal wachtende patiënten zóó laat
aan de beurt, dat het een heelen ochtendschool-
tUd kost. Was Jan eerder gegaan, was hy bU de
eersten geweest en had nog op tyd, of althans
ARthts iets te laat, op school kunnen zUn.
Dikwyis ook treffen wy ouders aan, die hun
kinderen gemiddeld eens of tweemaal per week
thuishouden om „op te passen", wyi moeder
„uit werken” moet of om andere redenen niet
thuis kan zyn. Weliswaar verkeeren zulke
ouders in dergeiyke omstandigheden, dat de
armoede hierby dikwyis als de nood van het
gezin de wet breekt, maar wy ontkomen toch
niet aan den indruk, dat een deel van hen met
wat meer overleg, b.v. door eens een beschik
baar familielid te vragen, een en ander zou
kunnen doen verminderen. Zoo dikwyis moeten
wy helaas constateeren, dat de kinderen er
de dupe van worden, dat zy door het herhaal
de afwezlg-zyn het niet verder brengen dan
een 4e óf 5e leerjaar, hetgeen hun later een
voortdurenden strUd om het bestaan kan be
zorgen, erger dan was noodig geweest.
“Öngeoorloofd schoolverzuim te natuurlUk
alrijd te veroordeelen, wyi er dan eenvoudig
sprake te van ontduiken der Leerplichtwet.
Deae gevallen worden door het Hoofd der
school ter kennis van de Inspectie gebracht,
die se ter verdere, dlkwUls gerechteiyke, behan
deling doorgeeft Waar wy echter onze lezers
tot de goedwillenden rekenen, zullen wy er
hier niet verder aandacht aan besteden, doch
enkele opmerking ten dienste van hen die
met een en ander nog wel eens „nonchalant”
lijn, mogen wü in dit verband nog geven.
Wanneer er nl. een huteelük feestje van be-
teekenis plaats heeft, zooals een bruiloft, een
priesterwUdlng of een andere niet-alledaagsche
gebeurtenis: een begrafenis, een bUzonder
reisje niet dus een simpele verjaardag of
zoo Iets kan een kind „verlof" van school
bekomen. Nu treffen wy wel eens ouders aan,
die dit „verlof” nemen, en dan nadien het
kind een boodschap medegeven. dat het voor
die en die gelegenheid de school verzuimd heeft.
Dit is natuurlUk niet juist, want „verlof dient
gevraagd" te worden en het staat aan het
Hoofd der school ter beoordeeling of hU het
gevraagde verlof zal kunnen verleenen of aal
Heeft de juffrouw niets meer noodig? 1
Neen, dank je, Ida. Is Albert al opgestaan?
Ja, die te op de binnenplaats, juffrouw. 1
Moet ik hem roepen? I
Neen. hU zal wel komen. Wel te rusten, Ida.
Wel te rusten, juffrouw.
Allen gingen vroeg naar bed, in het groote
huis aan de rivier. Alleen de molen bleef tot i
laat in den avond doorsnorren. De „juffrouw"
was meesteres over alles: over de landerijen en i
de bosschen, over den molen en de melkerij.
Tientallen boeren waren in haar dienst.
De juffrouw was een dame van 43 jaar, van i
middelmatige gestalte, met een ernstig gericht,
niet knap, maar prettig. In haar manier van
doen had ze iets manneiyks, maar zonder hard- i
beid integendeel, veeleer gul en harteUJk. Ze
glimlachte byna nooit, maar treurig leek ze 1
niet. Wees geworden, toen se nog maar een klein
meisje was, had ze al de zwaarte van haar erf
deel op haar schouders voelen rusten en al heel
gauw bad ze er smaak in gekregen, het land
goed te beheeren niet alleen, om zich niet
te laten bedriegen, maar ook uit lust, om te
werken. Ze Interesseerde zich voor alles en had
ook overal verstand van. En het was ook aan
haar te danken, dat het landgoed na verloop
van tyd bet dubbele opbracht.
De meer w-lgestelde jongelui in den omtrek
hadden van zich laten hooren, kennelijk met
huweiyksplannen. Maar ze hadden het zich niet
al te veel aangetrokken, dat ze afgewezen wer
den de juffrouw bekoorde feltelUk alleen door
haar rijkdom. *t Zou elgeniyk géén leven zyn,
bU een vrouw, die zóó weinig vrouw was. die
zélf over alles ging en zelf boekhield!
Op een avond kwamen twee hoeren uit de
stad, die een tochtje op de rivier maakten. Ze
vroegen, of er een logement in de buurt was. Ze
hadden gedacht, dat ze vóór den avond de mon
ding van de rivier hadden kunnen bereiken,
maar hadden zich daarin enkele uren vergist.
Het waren Jonge, vrooiyke mannen.
Neen, er was geen logement dicht in de buurt,
maar ds.juffrouw bood hun gastvrijheid in een
der gebouwep, met de haar eigen, ernstige har-
teiykheid. Een van de belde jongemannen kwam
eenigen tyd later terug. HU was journalist. Hij
sprak goed en glimlachte nog beter. De juf-
trouw werd verliefd op hem. Ze wist, dat hij
arm was, maar ze dacht daar niet verder bU,
dan dat ze hem een zéker bestaan zou geven.
Zoo handig als de Juffrouw in zaken was, zoo
onnoozel was se in de aangelegenheden des
harten.
Weldra verloofden se zich. Hy heette Robert.
Hy was verstandig en vrooiyk, maar niet slecht.
HU nam zUn Intrek by een van de onderhoorigen
van de juffrouw en kwam dagelUks over. HU
wilde haar helpen by-haar werk en ondertus-
schen artikelen schrijven.... Maar de juffrouw
schudde het hoofd, wanneer hy over zaken be
gon en dat kwetste hem diep. En hoewel se in
nig van hem hield, scheen ze bovendien zyn
artikelen niet voldoende naar waarde te schat
ten. Ze leek er niet eens trotsch op te wezen, als
ze zyn naam gedrukt zag. Wat een vrouw! En
toch was se niet dom en heelemaal niet af-
stootend.... Maar ze kon het niet hebben, dat
hy genoeg kreeg van dat Al te rustig leven. Ze
kregen er woorden over. HU zei. dat hy het niet
meer uit kon houden, dat hy dood ging.... En
hy vertrok.
De Juffrouw glimlachte bitter en maakte haar
gewonen rondgang over het landgoed, dat niet
doodging en dat zy den man had aangeboden,
dien ze liefhad. Gerulmen tyd hoorde ze
niets meer van hem. Maar nu kocht ze couran
ten en las zyn artikelen. Ja, hy kon schryven
maar wat was hy oppervlakkig in vele din
gen! Dlkwyis schreide se, als ze aan hem dacht.
Ze hield zielsveel van hem; ze had nooit van
een ander gehouden. Maar ze was te trotsch,
om iets te laten biyken. Ze dacht, dat hy s'n
arme bestaan wel ééns moe zou worden en naar
het vredige huis aan de rivier zou terugver
langen.
Zoo gingen drie jaren voorbij, die haar ont
zettend lang schenen, maar die se sou kunnen
vergeten, als hy terugkwam. Op zekeren dag
schreef hU haar. ZU antwoordde niet. Toen
schreef hy nog ee'tis; hy vroeg haar vergiffenis
en deelde baar mede, dat hy terugkwam; of ze
wilde telegrafeeren, als se hem niét wou zien.
Ze telegrafeerde niet.
Op een zomeravond kwam hU terug. Hy was
niet zoo vrooiyk als eerst. Misschien had hy
veel geleerd en zou hy voor heel zyn verdere
leven tot rust gekomen zyn. zy schonk hem
vergiffenis. Op dien avond zei hy:
Al de vrouwen uit al de steden nn de heele
wereld zyn niets, by Jou vergeleken....
DAt geloofde ze niet van hem. zy begreep,
dat er een massa onzin geschreven werd, tot
men ’t óók leerde zéggen! Maar ze hield van
hem, hoewel haar trots niettemin gekwetst was.
Ze wist niet, wAt ze ditmaal sou doen, om hem
voor altUd den lust te ontnemen, om weg te
gagn. Maar ze had niets anders, dan haar
landgoed en haar verlangen om te werken, op
dat hU het eenmaal met haar zou deelen en
nooit meer zou heengaan.
Doch Robert ging wéér heen. Ze was er niet
verrast over. Ze had zyn lusteloosheid en zyn
verlangen gezien, reeds enkele weken na zUn
terugkomst en toen was ze beginnen te wan
hopen, of se nog iets kon doen, om hem terug
te houden.
Ga. zei ze slechts, maar kom nooit meer
terug. Ik wil je nooit meer zien....
Als hy weg is, dacht ze by zichzelf, zal
ik hem haten en verachten en zóó zal ik hem
vergeten.
HU was het, die zich gekrenkt voelde. HU
sloeg de deur achter zich dicht, toen hy weg
ging. Een tydlang was de juffrouw hard en
koud voor iedereen. Maar de jaren gingen voor-
Egon Dombusch liet de rondgestrooide din
gen uit zyn koffer liggen en liep naar beneden,
naar den portier.
„Hebt u een spoorboekje?”
.RatuurlUk.”
.Kunt u my ook zeggen, waar het station
San Christobai ligt?"
Jn Santa Fé of in Entre Rios?”
.JSante Fé.”
De portier keek het spoorboekje na.
„Vlak by is het. Als u 's avonds om elf Uur
uit Rosario vertrekt, bent u den volgenden
middag om half vyf al in San Christobai; het
is maar een kleine zeventien uur. Wilt u daar
heen?”
.Kent u misschien de farm Theodora?”
,Ik heb er wel eens van gehoord die is
heel groot en mooi.”
„Kent u den bezitter van de farm?"
„Tot myn spyt niet.”
„Wilt u my een spoorkaartje bezorgen;
moet er nog vandaag heen.”
„Uitstekend, mynheer."
Egon Dombusch was weer in zUn humeur.
NatuurlUk zou Günter biy zyn, hem terug te
zien.
Argentynsche gastvrijheid, dat sprak vanzelf.
Misschien wist hü raad.
Telegrafeeren? NatuurlUk. De estanda lag
bepaald kilometers van het station af. Maar pas
kort voor het vertrek telegrafeeren, zoodat er
geen tegenbericht kon komen.
HU ging door deftige straten en kwam aan
de groote haven van de hier nog buitengewoon
breeds reusachtige rivier Parana. Hierop voe-
Gedurende den rit ging hü narekenen. Die
•ene dag in hotel Jousten, de reis naar Rosa
rio en nu het pension in dit hotel dat alles
had honderd mark verslonden, de helft van
hetgeen hy bezat Hoe onaangenaam het ook
was, hü moest zyn nieuwen chef meteen om
voorschot vragen.
Hat was een groot en indrukwekkend
optimist is een beter hervormer
den de pessimist
doodstil. Hy klopte aan verscheidene deuren, tenland uitgeweken zonder adres achter te la-
eer hü een antwoord hoorde. Tenslotte trad hü
een kamer binnen, waar een oude man over
boeken gebogen zat.
„Senhor Gonzales?”
Gelukkig bleek de man wat Dultsch te spre-
ken.
„De firma Gonzales Is acht dagen geleden
failliet gegaan. Ik ben de curator.”
Het was Egon Dombusch, alsof de bliksem
voor zün voeten insloeg.
„Maar ik ben hier aangenomen voor
betrekking.”
„Ik weet het, senhor, ik heb uw contract
hier bü de acten/Maar daar de firma in staat
van faillissement is en u eerst vandaag in be
trekking zoudt komen, kan ik niets voor u
doen."
„Ik sta nu echter zonder eenig middel
bestaan in Rosario.”
„Dat is heel jammer, maar ik ben slechts
ambtenaar. Het spyt my, maafr ik kan er niets
aan doen...."
,Jk moet toch zeker eenlge schadever
goeding..^"
yentraal Bureau voor de Statistiek
5^P“^1*ceerd te bespreken, doch wenschen ^y
~vel de" ‘tUnt U dit
moeiHtkh2iW 1 VOOF a**001 huis zooveel
«i^llükheden met zich medebrengt.
deïb^ff'1^11” ünmers 18 «»wel voor de(n)
oe»etreffende(n) leerllng(e) als voor den
dU^ülsengeVeMl d' «^“«‘klasse
“aaryis geweldig nadeellg. Het feit, dat het-
weer dagelUks behandeld wordt, telkens
feTtems^1 °P het«een voorafgegaan te, laat
“bootverzulm toe. De leerling.
BlMent w“- att meestel den
bü gewZeat^* “el: ”MUnheer' ‘k ben er niet
1M L’ ***rop dan de onderwUzer zyn
“°«t onderbreken om het een en ander in
kort nog eens te herhalen. De andere leer-
mï n™ritUnn,n weliswaar van deze repetitie
dOCh wanneer zü de stof in-
^tddels goed verwerkt hebben, te dit voor hen
ycrtal een letteriyk „vervelend” geval, dat
“et. bévorderlyk te voor de regelmatige aan
dacht. wUl het .Aantrekkelüke element" goed
deels voor hen niet meer aanwezig te. Komt
JJ®01**8 «elden, slechte bü uitzondering, voor,
VB>rt dt't loopen, doch anders
wordt dit wanmr zulks regelmatig en met een
P*Ar leerlingen het geval te. De onderwUzer
imn dan het belang van de geheele klasse niet
opofferen aan een paar enkelingen; hy weet,
dat orde en rust in nauw verband staan met
den ordeiyken gang van zaken, die nu eenmaal
in een gemeenschap (wat een klasse óók te)
van noode te. Een les onderbreken te dan uit
den booze met het oog op de verveling der
anderen, hü zal dan die „absenten” straks b.v.
tijdens het schrlftelUk werk weer „bü” moeten
helpen, doch ook dit gaat niet altUd even han
dig, Immers de tegenwoordige onderwUzer met
de overbezette klas komt al handen te kort
om den .zwakken leerlingen" zyn geregelden
•teun te bieden. De .Absenten* loopen op die
manier dus kans op .achterop raken", vooral
wanneer het afwezig zün veelvuldig voorkomt.
Onderwijzers zün per saldo ook slechte men
schen. die niet meer kunnen verwerken dan zy
künnen.
Zün meerdere leerlingen tegeiyk afwezig, zoo
dat de klasse blaten vertoont, dan zal de onder
wUzer er niet licht toe overgaan, nieuwe
stof, een nieuw geval te gaan behandelen en
bespreken. Hü wacht dan liever tot morgen,
als de anderen er ook weer zün. waarmee het
onderwys van de geheele klasse dus .geremd”
Wordt Dit kan de leerkracht natuuriyk óók
niet stééds toepassen, daar ook hy zyn „taak"
heeft. HU moet zyn program, zyn leerplan, zyn
stof, die voor een bepaald jaar te vastgesteld.
i toch kan het
laar niet naar
jEn mevrouw?”
„Die blüft voorloopig nog hier.”
Tegen den middag kwam hü in Rosario aan.
Hu merkte hü eerst, hoe moeliyk het voor hem
was, zich te redden met de paar Spaansche
woorden, die hy kende. HU trad op een auto
toe.
„Hotel Aleman.”
De man knikte begrijpend, reed door een
•antal prachtige groote-stadsstraten en hield
tenslotte stil voor een deftig uitziend gebouw.
Dornbusch kon onmogeiyk met zün koffers
naar de fabriek rijden. HU nam dus een kamer,
hoewel de prüs heel wat hooger was dan in
Buenos Aires; daarna ging hU eten en nam hü
weer een auto. Ditmaal kon de Duiteche por
tier het adres opgeven van de firma Gonzales
A Co.